Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Prikkelbaarheid en Examenvrees,
gebruikt men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwtab/etten
den worden ontzien en de groote gezinnen be
langrijk mees vrijstelling of aftrek genieten.
C. Geleidelijke afschaffing van indirecte be
lastingen op eerste levensbehoeften.
D. Invoering van Verteringsbelastingen, op
middelen van gemak en weelde.
E. >Sterke vermindering van de successie
belasting bij vererving in do rechte lijn en in
de eerste graden van bloedverwantschap.
F. Bestemming van de opbrengst van de
successiebelasting voor delging van staats
schuld en voor actieve welvaartpolitiek.
G. Herstel van het onrecht, aan rijksamb
tenaren en aan het overheidspersoneel in 's Rijks
dienst aangedaan, en wel door invoering van een
Bezoldigingsbesluit, dat aan allen een mensch-
waarebg bestaan waarborgt.
H. Krachtige bezuiniging in alle takken van
staatsdienst, ook door beperking, waar mogelijk
zonder schade \oor den dienst, van het aantal
rijksambtenaren en het overheidspersoneel in
's Rijks dienst, en door de omzetting van staats
bedrijven in publiekrechtelijk georganiseerde
bedrijven:
4, Krachtige medewerking aan de plannen
van den Volkenbond die met de voorstellen
van Benedictus XV volkomen overeenstemmen
ter oplossing van internationale geschillen
door scheidsrechterlijke uitspraken, en ter gelijk
tijdige en wederzijdschè vermindering van be
wapeningen.
o. De organisatie Van leger en vloot dient
beperkt-te zijn tot hetgeen noodzakelijk is voor
de handhaving van orde en tust in Nederland
en overzeesche gewesten, voor de handhaving
van de internationale scheidsrechterlijke uit
spraken én'voor diensten aan den Volkenbond
tot bescherming tegen een bedreiging van de
Christelijke beschaving door heidendom en com
munistische revolutie.
Afschaffing van den dienstplicht. Vereeniging
Van de départementen van oorlog en marine.
Maatregelen tot versterking van het Neder-
landsche productievermogen echter slechts
dan door het middel van de heffing van invoer
rechten. 'en door invoerverboden, indien dit
noodig- is: tot afweer van het gevaar van maat
regelen én omstandigheden in het buitenland,
die kunnen leiden tot vernietiging van levens
krachtige deelen onzer productie.
7. De wet schcppe de mogelijkheid voor de
bedrijven.te vormen tot.publiekrechtelijke licha
men. In deze lichamen komen colleges tot stand,
waarin de vertegenwoordigers van werkgevers
en werknemers gelijkelijk zitting hebben, en
die onder toezicht van colleges tot bescherming
van het algemeen belang de bevoegdheid be
zitten
A. Regelen te stellen voor arbeidsvoorwaar
den en bedrijfspolitiok.
B. Recht te spreken over bcdrijfs- en arbeids
geschillen.
G. De onder A bedoelde regelen uit te voeren.
De arbeidswetgeving in engeren zin en de
wettelijke arbeidersverzekering worden, voor
zooveel zij in verband met voortschrijdende
publiéki-ecfttelijke bedrijfsorganisatie nog noodig
zijn, steeds riteer uitgevoerd door-de publiek
rechtelijk georganiseerde bedrijven, de wettelijke
arbeidersverzekering op territórialen grondslag.
8. K'racliligë bescherming van de gronrt-
pachfcers^ vooral ten aanzien van de te betalen
pachtsom en den duur van de pacht.
9. Artikel 123 van het regeeringsreglement (de
zending betreffende) in Oost-Indié worde in
getrokken'.
Behartiging van de geestelijke en stoffelijke
belangen van de Inlandsche bevolking in de
beide Indien inzonderheid dóór krachtige onder
steuning dér missiën.
Ontginning van de Indische hulpbronnen
in de eerste plaats ten voordeelt: van hen, die aan
die exploitatie arbeiden, en vervolgens ten bate
van de Indiërs zelf.
Amsterdam als financieel centrum.
In den laatsten tijd houdt een belangrijke
kwestie de gemoederen in Nederlandsche bank-
kringen bezig.
Het gaat hier om niets minder dan een
deelnemen in den strijd, die thans tusschen
Londen en New York gestreden wordt.
En al zal men zich moeilijk kunnen voor
steilen, dat Amsterdam ooit Londen naar de
kroon zal steken, zoo zou het toch niet zoo ver
wonderlijk zijn wanneer ons land eens zijn
plaats, die het in'de 17de en de. 18de eeuw op
financieel gebied innam, herwon.
Deze opvatting heeft in bankkringen, ook
bij de Nederlandsche Bank, zeer zeker ingang
gevonden, aldus schrijft men aan de ,,N. Rott.
Crt."
Een voornaam punt in deze aangelegen
heid is de houding der Duitsche banken.
Evenmin als de „Deutsche Bank" of de
„Dresdner Bank", denkt de „Disconto-Gesell-
sehaft" er aan naar Londen terug te keer en.
Men heeft door de Engelsche oorlogsmaat
regelen een veelvoud van hetgeen men in
lange moeilijke jaren verdiend had, verloren.
Bovendien hebben de vestigingen, resp. ver
tegenwoordigingen van de Duitsche banken in
het betrouwbare Nederland reeds gcruimen tijd
de functies van de vroegere Londensche vesti
gingen overgenomen.
Tot nog toe vierde in het internationale
verkeer het pond sterling hoogtij doch de
gulden komt langzaam doch zeker meer op
den voorgrond.
In Argentinië b.v. speelt de gulden, bij de
financiering van den woluitvoer, reeds een rol
van beteekenis hetzelfde is, mutatis mutandis,
het geval in den Oostzee-liandel. Van bankiers
zijde worden er verder pogingen in het werk
gesteld om onzen gulden ook in den export uit
Zuid-Afrika ingang te doen vinden.
En ten slotte schijnt men ook in Noord-
Ainerika en Canada, in sommige gevallen, een
wissel op Amsterdam te prefereeren, boven be
talingen in dollars of ponden.
Toch treedt, de Nederlandsche Bank zeer
voorzichtig en remmend op, daar zij in de
eerste plaats ons land schijnt te willen behoeden
voor een TE sterken invloed van het Duitsche
bankwezen.
Centraal bureau der directe belastingen.
Bij Kon. besluit is, met ingang Van 1 Januari
a.s,, het centraal bureau der directe belastingen
te 's-Gravenhage opgeheven.
De snlarisrcgeliug.
Door den lieer Bomans is den minister van
Binnenl. Zaken en Landbouw de volgende
vraag gesteld
Is Uwe Excellentie niet van oordeel, dat,
gelet op de beraadslagingen in de Tweede
Kamer d.d. II December over de salarissen
dier ambtenaren, die buiten het Bezoldigings
besluit vallen, de billijkheid medebrengt, dat
ook voor de overige ambtenaren de toestand van
1 October 1924, althans voorloopig, bestendigd
blijft?
De It.K. Vrouwenbond en de politiek.
Naar wij vernemen, is vanwege de commissie
voor politieke voorlichting Van den R. IC. Vrou
wenbond in het Bosdorn Haarlem een circulaire
uitgevaardigd aan de afdeelingen, waarin de
wenschelijkheid te kennen wordt gegeven, dat
de Rooinsche vrouwen, voor zoover dit nog niet
geschied is, trachten zitting te krijgen in de be
sturen der R.K. Kiesvereeniging. Verder wordt
in de circulaire er de aandacht op. gevestigddat
de kiesvereenigingen vanwege den R.K. Vrou
wenbond adressen van spreeksters kunnen krij
gen, met het oog op de politieke voorlichting
der Roomsche vrouwen.
Uitbreiding Politietroepen.
Nader vernemen wij nog aangaande de uit
breiding van het korps politietroepen, dat deze
maatregel een gevolg is van de reorganisatie
van het korps in Mei 1922, waarbij werd bepgald
dat voortaan de belangrijkste groepen poliiie-
soldaten onder commando van een sergeant-
majoor zouden worden gesteld.
Tot heden zijn slechts nog maar 4 sergeanten
aangesteld tot sergeant-majoorinstructeur.
Aangezien echter verscheidene sergeanten
zich hebben bekwaamd voor den rang van serge
ant-majoor-instructeur, ligt het in het voornemen
deze sergeanten begin Januari te bevorderen
tot sergeant-majoor-instructeur.
„Resb."
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Concert.
We hebben gisteravond in Musis" eens van
een concert kunnen genieten, dat in z'n soort
en beteekenis helaas zoo zelden in Schiedam
voorkomt. In den regel moeten wij ons hier met
dilettantenwerk tevreden stellen, al geven we
direct toe, dat dit gelukkig dikwijls nog geen
prulwerk bcteekent maar gisteravond was
den geheelen tijd ,,'t woord" aan volmaakt
geschoolde krachten de Dordtsche sopraan
Mevr. B. Mak v.. WaaijDooremans en de Schie-
damsche piano-leerares Mej. Coba Rijneke, die
beide zeer hoog te waardceren blijken van haar
kunnen hebben gegeven en hiermee haar gehoor
een paar kostelijke uurtjes in 't land van rein
genot hebben doen verwijlen.
Van Mevr. Mak v. Waaij, hier overigens geen
onbekende meer, hebben wij weer eens zingen
gehoord, dat om z'n gaafheid in techniek en
expressie, een ieder tot enthousiasme moet ver
rukken. Wel had ze aanvankelijk eenige moeite,
om geheel op dreef te komen, wat er toe leidde,
dat ze 'teerste nummer in 'tvloeiendeltaliaansch:
Hasse's „Ritonnerai fra poco" eenigszins door
ongepaste nasaal-klanken bedierf, de techniek
en voordracht echter waren hier. overigens frap
pant voortreffelijk en niet minder, zelfs nog
steigende in de overige liederen, welke de be
gaafde zangeres voor haar repertoire had uit
gekozen. 't Toppunt bereikte zij in „Invitation
au voyage" van Duparc en „Toujours" van den
nog pas overleden Fransclien meester Fauré.
In beide nummers was ze waarlijk onovertref
baar een méér-sprekender woord kunnen wij
er niet voor vinden. Behalve nog Düitsche zong
mevr. Mak v. Waaij, tot slot ook een tweetal
Hollandsche liederen 'L teedere „Slaaplied" van
Jef v. Hoof, op woorden van Gezelle en 't lieve
„Madonnakindje" van onze grootste liederen-
componiste Cath. v. Rennes.
Mej. Coba Rijneke, die telkens op haar post
moest zijn, om de sopraan te begeleiden, van wel
ke taak zij zich voortreffelijk heeft gekweten,
gaf tevens nog een vijftal vleugel-solo-nummers
ten beste, voor welker verklanking zij eveneens
grooten lof verdient. Op de eerste plaats geldt
dit voor Liszt's Rhapsodie No. 13 en Country
Gardens van Percy Grainger, waarin zij zich
als kunstenares in optima forma toonde. De
Sonate pathétique van Beethoven speelde zij,
wat 't grave-, allegro- en rondo-gedeelte betreft,
ook zeer prijzenswaardig, in 't adagio cantabile,
dat schoonste, reinste, subtielste misschien van
alle adagio's, die er ooit zijn gewrocht, was ze er
grootelideels spijtig naast, wijl ze dat over 't
algemeen veel te zwaar, te hard ten gehoore
bracht, waardoor 't veel van z'n eigenlijke be
koring verloor. Ook in de Ballade van Debussy
hadden wij de pianiste hier en daar wat fijner in
uitbeelding gewenscht, met meer ritardando
was 't effect in sommige passages zeker tref
fender geweest. Overigens, we herhalen 't, ziin we
vol respect voor haar meesterlijk spel en heeft
ook zij in ruime mate tot een genotvollen avond
meegewerkt? Zij kon er zelfs niet vrij van komen,
nog pen toegift te schenken.
t Gulle applaus en de schoone bloemen heb
ben beide solisten dan ook rijkelijk verdiend.
De Schiedammers hebben gelukkig ook door
hun talrijke opkomst 't mooie concert weten te
apprecieeren. Laat dit voor de solisten een door
slaand motief voor een herhaling van haar op
treden zijn.
Volksbadbuis.
In de week van 743 Dec. werden genomen
443 baden.
Lste Klasse kuipbaden 34, regenbaden 58.
2de Klasse kuipbaden 41, regenbaden 299,
kinderbaden, II.
Orpheus "-concert.
De Kón. Zangvereeniging Schiedams Mannen
koor Orpheus hoopt haar winterconcert te geven
pp 7 Januari a.s. Op het programma komen voor
twee Werken, die nog nimmer in Schiedam wer
den uitgevoerd. Liet zijn „Dit zijn de stemmen
die klagen" van Fred. J. Roeske en „Sehlaf-
wandel" van Fr. Hegar.
Een groot mannenkoorwerk met begeleiding
naar Schönheide kan gaan om daar een rijtuig
te halen," opperde zij, „Ik had inij zelf wel op
weg begeven, als ik het over mij had kurmen ver
krijgen om mijn arme hulpelooze nicht zoo lang
aan zichzell over te laten."
„Daar zal wel raad op te vinden zijn," ant
woordde hij na een korte overweging. „Voor
echter het rijtuig hier zijn kan, gaat er een
geruiinen tijd voorbij, want de straatweg maakt,
in deze moerassige streek een geweldig groote
bocht. Zoolang kan de gekwetste jongedame
onmogelijk op haar lastige zitplaats in het natte
gras blijven en u zult mij moeten veroorloven
u voor een korte poos de gastvrijheid van mijn
bescheiden vrijgezellenwoning aan te bieden."
Hertha weifelde en zou dat aanbod waarschijn
lijk afgeslagen hebben, wanneer het om haar zelf
te doen geweest was. Zij zag echter wel in, dat
Helene's toestand werkelijk een zeer onbehaag
lijke was en in den kalmen, eenvoudigen aard
van den jongen man was zooveel vertrouwen
wekkends, dat haar het waagstuk niet al te groot
leek.
„Er blijft ons wel niets anders over dan uw
aanbod dankbaar aan te nemen," sprak zij.
„Veroorloof mij dus u met mijne nicht bekend
te maken."
Zij gingen terug naar de plaats waar Helene
met doodsbleek gelaat en vochtig glanzende
oogen zat, terwijl zij blijkbaar nog slechts met
is eveneensJ:er uitvoering gekozen, nl. „Johanna
van Orleans". Als solisten zullen daarbij mede
werken mevrouw Sophie Both-Haös en de heer
Jan van Rijsselberg. De begeleiding zal in han
den zijn van onze stadgenoote mejCoba Rijneke
welke ook dien avond als soliste hoopt op te
treden.
Schietvereeniging „De Roos."
Hoewel in de wintermaanden natuurlijk niet
op de banen van den Kethehyeg kon worden
geschoten', houdt de vereeniging toch-ook in
dit jaargetijde de leden bezig.
Gedurende de maanden December en Januari
is een wedstrijd uitgeschreven waaraan al haar
leden vrij kunnen deelnemen.
Deze wedstrijd over 5 series loopende, waar
van» de eerste op 12 December reeds geschoten
werd wordt gehouden met marga in den Doele.
De prijsuitreiking za! geschieden na afloop
der jaarlijksche algeineene vergadering vermoe
delijk zal dit einde-Januari 1925 zijn. Het een
jarig bestaan van „De Roos" zal dan tevens
«worden herdacht met een gezelligen avond.
D oor den Commissaris der K o-
ningin is in de plaats van wijlen den heef Th. A.
J. Zoetmulder, tot lid van het College van Zetters
benoemd de heer C. H. Scheffers.
St. c r t. 2 4 4 bevat wijzigingen
in de statuten der naamlooze vennootschappen
Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende
Goederen „Prudentia",alhier en de Maatschappij
tot Exploitatie van onroerende goederen „Schie
dam's Noorderkwartier", alhier.
Onze stadgenoot de heer de
Bruyn, behaalde Zondag in een te Breda ge
houden wedstrijd voor solo's en duetten, een
eerste prijs.
L ij s t v a n onbestelbare b r i e-
ven en briefkaarten, van welke de afzenders
onbekend zijn.
Terugontvangen in de le helft der inaand
December 1924.
Brieven binnenland. Minister van
Financiën, 's-GraVenhag'e Th. Geerdlz, Rotter
dam Kamer van Koophandel en Fabrieken
v. d. Beneden-Maas, Vlaardingen.
Briefkaarten binnenland. MejJ
v. Wijk,
Brieven buitenland. Loey Williams,
Freetown N. Meerhof, New Castle.
Briefkaarten p u i t e n 1 a n Dr.
Wilhelm Dorner, Frankfurt a. .Main W. Nieu-
wehuizen, fry New-York.
UIT ROTTERDAM.
Een boks verbod
Bij het begrootiugsdebat in den Rotterdam-
schen raad bracht het raadslid Mr. J. de Visser,
die zoo men weet subsi, officier bij de rechtbank
is, het boksverbod ter sprake. Spr. zeide, dat
hij eens een bokswedstrijd had bijgewoond,
omdat bij hem de vraag gerezen was of een
bokswedstrijd niet strafbaar was ml. of een boks
wedstrijd niet was te beschouwen 'als een twee
gevecht krachtens art 152 W. v. S. of als mis
handeling krachtens art. 300 W. v. S. De mi
nister van justitie was het met spr. in dit op
zicht echter niet eens geweest en van meening,
dat deze kwestie plaatselijk geregeld moest
worden De heer De Visser gaf daarom den bur
gemeester in overweging in het vervolg geen
vergunning meer te vcrleenen voor bokswed
strijden, die spr. schetste als walgingwekkende
en misselijke vertooningen, waarin het sportieve
element in het algemeen ver te zoeken is
Benaderd vleesck.
De Rotterdamsche vereeniging van grossiers
in rund- en kalfsvleesch besluit in te schrijven
naar het benaderde vee, dat thans uit het geheéle
land aan één Rotterdamsche grossier, volgens
contract wordt geleverd, die daarvoor inkoopt
voor prijzen lager dan op de vrije markt worden
behandeld en de andere grossiers en slagers
sterke concurrentie aandoet.
groote moeite haar standvastigheid bewaarde.
Bij het zien van den jongen man kwam er een
trek van onzekerheid doch onmiddellijk daarop
eene van verrassing over haar gelaat, en vóór
Hertha haar nicht had kunnen voorstellen,
hadden de beide jongelieden elkaar reeds dé
hand gedrukt.
„Helene!" „Gerhard," klonk het gelijk-
t ij dig op den toon der meest blijde verrassing.
Liet jonge meisje vergat voor een oogenblik
haar pijn, want haar glimlach was vroolijk als
de helderste zonneschijn en Gerhard Freising,
die nog pas tegenover de zooveel schoonere
Hertha zooveel kalme onbevangenheid getoond
had, hield als uit verlegenheid de aangeboden
kleine hand ongewoon lang in de zijne.
Hertha's stem was het, wier heldere klank
beiden uit hun zelfvergetelheid deed opschrikken.
„Zoo, zijn de jongelui oude kennissen," sprak
zij. „Dan zullen wij ten slotte het toeval nog
dankbaar moeten zijn voor zijn kleine plagerij."
Freising was eenigszins in elkaar gedoken
als iemand, die uit een aangenamen droom
gewekt wordt. Terwijl hij Helene's hand losliet,
werd zijn houding plotseling weer ernstig en
terughoudend zooals die voorheen geweest was.
Wordl vervolgd).
1) Moor beteekent in het oorspronkelijke
moeras.
Rondom haar heerschte de grootste stilte
wijn en zijd was niets Van een rncnschdijkwezen
to bespeuren en de vrees lag voor de hand, dat
er een zeer lange tijd zou voorbijgaan, vóór zij
ccn toovalligeu voorbijganger op hun verlegen
heid optriërkiaain zouden kunnen maken. Toen
heriniu ide Hertha zich het huis, waarvan zij
het dak bovgn de boomtoppen gezien had, en
snelbeslö'teh wendde zij zich in die richting.
Het Werd haar bespaard lang naar een le
vend Wezen te moeten omzien. Zij had nau
welijks don broeden Straatweg bereikt, die iangs
de kastanjeboomen liep, toen zij de hoogc ge
stalte van een jongen man daaronder te voor
schijn komen zag. Ondanks den eenvoud van
zijn uit giij/M wollen stof vervaardigde kleeding,
was zij'rt verschijning niet zonder een zekere
fijnli.-id cfi tóen hij korter bij kwam, ontwaarde
Hertha, dat de breedgerande stroohoed een
aantrekkelijk mannelijk gelaat met een open,
aangename uitdrukking beschaduwde.
Hóé zeker en zichzelf bewust de dooi haar
o mg', ving zeer yerwende jongedame anders
ook zijn. mocht, nu klopte haar hart toch van
enige bevangenheid, dat zij den wildvreemden
man om zijn bijstand verzoeken moest. (Hij zag
or echti r nii t als een gewoon boer uit en daar
zij bovendien de eigenlijke oorzaak van het
g hcele ongeval was, moest zij ook de onaange
name gevolgen moedig op zich nemen.
„Ik vraag u excuus, mijnheer," sprak zij
spoedig besloten, „maar daar ik veronderstel
dat u tot de bewoners van dat huis behoort, moet
ik mij in mijn pijnlijke verlegenheid wel op uwe
/grootmoedigheid beroepen."
Hij stond nu vlak voor haar en terwijl hij
beleefd den hoed afnam, sprak hij om zich voor
te stellen met diepe klankrijke stem „Ik bén
Gerhard Freising, de bezitter van den Moorhof,
die u daar ziet, freule. 1) Ik ben natuurlijk met
alles wat ik vermag volkomen tot uwen dienst."
„Mijn nichL heeft het ongeluk gehad bij een
wandeling over liet weiland den voet te Ver
stuiken. Zij zit daarginder op den grenssteen en
kan van pijn niet verder. Misschien heeft u eeri
rijtuigje, dat ons naar het slot Schönheide, de
bezitting mijns vaders kan terugbrengen."
„Het is jammer dat ik deze Vraag niet be
vestigend kan beantwoorden', freule. Mijn beide
paarden zijn ginder ver weg op het veld en de
eenige voertuigen, die ik tot, mijn beschikking
heb, zijn vrachtwagens, die weinig geschikt zijn
om jonge dames te vervoeren."
Ofschoon hij niet veel woorden gebruikte
om zijn spijt over dit alles te kennen te geven,
stond het leedwezen toch zoo duidelijk op zijn
eerlijk, door de zon verbrand gelaat te lezen,
dat Hertha er diep van overtuigd was dat hij
gaarne had willen helpen.
„Misschien kunt u dan een bode vinden, die
,1659 9