TjJIL d& in Pakjes Radio-omroep. Volgens de „Telegr." zal de radio-omroep in Nederland binnenkort, een rijksregeling onder gaan, ongeveer in den trant van het Engelsche broadcastingsysteem. Van de radio-liefhebbers zou een zeker bedrag geheven worden, dat ten goede komt aan een nationale omroep-maatschappijdie tie draad- looze voordrachten zal organiseeren. Deze maat schappij zou gevormd worden uit drie groepen van de bevolking, n.l. handel en pijverheid amateurs in engeren zin en een groep die het intellectueele deel van de natie zal omvatten. Onderscheiding. Ter gelegenheid van het bezoek van den Fran- schen minister van Arbeid, Godart, aan ons land heeft de Fransehe regeering minister Aalberse, de onderscheiding verleend van groot-officier in de orde van het Legioen van Eer. a De verhoogde tabaksaccijns. De wet van 20 December 1924, tot verhooging van den accijns op tabak is ingevolge een Kon. besluit van dien datum in werking getreden met ingang van 1 Januari j.l. R. K. Universiteit. De bibliotheek van de R. K. Universiteit te Nijmegen wordt heden in een gebouw aan de Snijderstraat geopend. Herplaatsing van gehuwde ambtenaressen. Het bestuur van den G.B. P.l.l. meldt: Door den directeur van heL telegraafkantoor te Rotterdam is aan.een aantal op 1 Maart 1924 ontslagen gehuwde ambtenaressen verzocht spoe dig te willen mededeelen, of zij voor een her benoeming in den rang van telefoniste in aan merking wenschen te komen. Bij niet aanvaarding van een herplaatsing vervalt het wachtgeld en pensioen. Deze terugroeping geschiedt in verhand met het bestaande tekort aan telefonisten, welk tekort tot nog toe werd aangevuld door vrouwe lijke kantoorbedienden en telegrafisten, bij den telefoondienst werkzaam gesteld. Door het bestuur van den C.B. P/I .T. is aan den Directeur-Generaal der Posterijen en Tele grafie verzocht te willen bepalen, dat bedoelde dames niet op te korten termijn worden her plaatst, aangezien zij veelal voorzieingen in de huidhouding hebben te treffen. Die dwang zou misschien nog gebillijkt kun nen worden, als de' Nederlandsche arbeider dan ook kans had op uitkeering ingeval van werk loosheid. Die kans heeft hij echter niet. Een Nederlandsche arbeider in Duitschland, die werkloos wordt, krijgt niets. Wordt, aan zijn lot overgelaten. HoeWel men hem te voren gedwongen heeft mede voor het werkloozenfonds te betalen: Zou er zoo vraagt het „Centrum" voor onze regeering en onze vakvereenigingen geen aanleiding zijn om te trachten aan dien onbil- 1 ijken toestandjgten spoedigste een einde te maken'? Stads- en Gewestelijk Nieuws. D. S. die een eigen nachtveiligheidsdienst heeft opgericht, in. de Schoonoordstraat alhiei inzie gekregen met den inspecteur I. E. W., van een concureerenden nachtveiligheidsdienst..De nacht waker presenteerde zijn gummistok,- dien de inspecteur hem tiachtte te ontrukken, waarop een vechtpartij volgde. Uit zelfverdediging heeft D. S. toen, naar hij zegt, zijn revolver genomen en daarmee vijf schoten gelosL, tengevolge waar van de inspecteur een schampschot aan het hoofd en een verwonding aan de linkerhand heeft gekregen. Deze verwondingen, die van geen beteekenis zijn, zijn in het, ziekenliu;s op den Bergweg verbonden. De nachtwaker heeft zich zelf op het politiebureau aari den Bergsingel gemeld, waar hij opgesloten is. De nachtwaker en de inspecteur zijn beiden gewezen politie beambten. Rijwiclmerken en vverkeloozen. De heer Hiemstra heeft aan den Minister van Financiën de volgende vragen gesteld 1. Is het den minister bekend, cat aan ar beiders, aan wie een gratis rij'wiclmerk voor 1924 is uitgereikt, thans een zoodanig merk voor 1925 wordt geweigerd, op grond dat zij werkeloos zijn en op hen derhalve niet van toepassing is de bepaling, inhoudende dat, om vooi een gratis merk in aanmerking te komen, hun werkgever minstens een half uur gaans van hen moet af wonen 2. Zoo ja, is de minister dan bereid te bevor deren, dat ook aan werkeloozc arbeiders een gratis rijwielmerk voor 192o wordt verstrekt, indien hun voor 1924 een dergelijk merk is uit gereikt eri aan te nemen is dal de omstandig heden dezer arbeiders in 1925 niet zullen af wijken van die in 1924 Fabri-fonds. Onlangs meldden wij reeds, dat de C.H. raads fractie een voorstel had ingediend om de gelden van het Fabri-fonds nog weer op andere wijze te besteden, dan B. en W. van plan zijn. De officieele tekst van dit voorstel luidt als volgt Ondergeteekenden T. Slavenburg, Ir. J. Ingelse, J. v.d. Tempel en LI. v.d. Kraan alle leden van den Raad, hebben de eer in afwijking van het advies van B. en W., terzake van de verdeeling der rente van het zoogenaamd „Fabrifonds" het volgende voorstel bij Uwen Raad in te dienen Onder verwijzing naar en zich aansluitend bij het advies te dezer zake d.d. 22 April 1901 uitgebracht door een bijzondere Raadscom missie benoemd in de vergadering van den Ge meente-Raad van Schiedam d.d. 27 December 1900, alsmede van Administrateuren van liet fonds, herkomstig van het voormalig Oude Man huis te Schiedam, mede verwijzend naar het advies van het College van B. W. d.d. 5 October 1922 stellen zij voor le. Uwe goedkeurig te* hechten aan hun denkbeeld om het Oude Manhuis met het St. Jacobs Gasthuis te vereenigen tot een nieuwe instelling van weldadigheid 2e. Een gedeelte van het in overleg met de bevoegde Colleges alsdan samengevoegde bezit te bestemmen voor het stichten en -voor de exploitatie van een nieuw Tehuis voor ouden van dagen 3e. van het daarna overblijvende bezit voor zoover mogelijk de door het College van B. W. thans voorgestelde jaarlijksche uitkeeringen te doen plaats vinden, met dien verstande, dat met deze uitkeeringen eerst Januari 1926 zal worden aangevangen. Bij dit voorstel is een memorie van toelichting gevoegd, welke wij reeds in haar geheel publi ceerden. De Diaconieën der Ned. Herv. en Evangel. Luth. Gemeente en de Commissie voor huisbe zoek en armenzorg van de plaatsel. afd. van den Ned. Protestantenbond verzoeken eveneens den Raad het vooistel van B. en W. niet aan te ne men, maar een gedeelte van bedoeld kapitaal te bestemmen voor een nieuw tehuis voor ouden van dagen. Binnenkort zal nu deze kwestie door den Raad in behandeling worden genomen. plaats dient tot verantwoording van de door de gemeente gesloten geldleeningen en verder om aan te toonen het eigen-kapitaal met de be- standdeelen waaruit dat kapitaal bestaat, zal ik in zeer beknopten vorm de hier aangevochten balans weergeven verdeeld in twee groepen, waarvan de eerste betrekking heeft op de lee ningen met hare objecten en de tweede op het eigen-kapitaal met zijne bestanddeelen. Op het uittreksel der balans dat beriekking heeft op de leeninggroep komt aan de passief zijde voor Leeningsschuld met inbe grip van tijdelijke geldlee- ning, waarborgsommen, voorschotten voor woning bouw enz. 23.973.f89,121/2 Batig saldo 1922 165.420,65 af Nadeelig saldo 1923 22.070,40 143.350,25 j^OSSEM 24.116.539,37 85 15 INGEZONDEN. Pensioenregeling spoorwegpersoneel. De heer van Braambeek heeft aan den Minis ter van Waterstaat de volgende vraag gesteld Is de minister bereid bij de Kamer een wets ontwerp in te dienen tot invoering \an een pen sioenregeling voor het spoorwegpersoneel en diens n; gelaten betrekkingen, op den voet van de thans geldende Pensioenwet 1922 voor de 'burgerlijke, ambtenaren, zooals door de directie der Nederlandsche spooiwegen hij haar brief van 24 December 1924 werd gevraagd Al te goed is buurmans gek. Dezer dagen is door de „Post van Holland" 'n boekje open gedaan van de wijze, waarop onze Ilollandsche arbeiders in Duitschland behandeld worden. Er zijn naar schatting 160.000 Nederlandsche arbeiders in Duitschland. Deze worden gedwongen een zeker percen tage van hunjloon voor de werkloosheidsverzeke ring af te staan. Verloting R.K. Vrouwenbond. Gister heeft de trekking der prijzen van ge noemde. verloting plaats gehad. Trekkingslijsten zijn te verkrijgen hij mevr. Zoetmulder-—Janssen, Hoogstraat 171. Aanbesteding. Wij verwijzen belanghebbenden naar de annonce in ons blad waarin B. en W. de aanbe steding bekendmaken .van de Noordvestgracht beschoeiing. Het schoone dier, dat blijkbaar reeds een scherpen rit achter zich had, maakte zulke dolle sprongen en toonde zulk een lust om er van door te gaan, dat er stellig een voor treffelijk ruiter noodig was om met hem klaar te komen. „Op een anderen keer mag mijnheer de graaf wel' zijn eigen rijknecht met. die lange heenen meebrengen, als hij op dit verwenschte dier komt," bromde de knecht en het was heel geen vriendelijke blik, dien hij daarbij op de 'sensleis der benedenverdieping van het heerenhuis wierp. „Wat die twee toch wel nu reeds langer dan een uur met elkaar te verhandelen inogen hebben Achter een der vensters zat namelijk de eigenaar van den zenuwachtigen hengst in druk gesprek met den heer Nicolaas Kruis- kamp en voor hem fonkelde donker pupe ren portwijn in de fijn geslepen glazen. Als Kruiskamp tegenover zijn vriend Armbreeht met zulk een nadruk van het aristocratisch air van graaf Ramin gewaagd had een blik op de uiterlijke verschijning van dezen laatste was voldoende om zich ervan te overtuigen dat hij daartoe inderdaad eenigermate gerechtigd ge weest was. Met zijn slanke, buigzame en och gespierde gestalte, met zijn breede schouders en sierlijke handen en voelen, met zijn scherp en fijn besneden eenigszins geelachtig gelaat, zijn Jubileum. Heden herdenkt L. Landman den dag waarop hij voor 25 jaar in dienst trad als grondwerker- steenzetter hij Gemeentewerken alhier. Door zijn chefs werd hij hedenrrfbrgen op het bureau van Gemeentewerken gecomplimen teerd. UIT ROTTERDAM. Onder ons. Gisternacht om half-één heeft de nachtwaker Mijnheer de Redaeteur, Het doel van dit schrijven is niet om te ant woorden op liet ingezonden stuk van den heer Montfoort, voorkomende in Uw blad van 5 dezer, daar uit de plaats gehad hebben discus sies blijkt dat deze opvattigen over het doel van een Gemeentebalans en de wijze waarop deze moet worden samengesteld zoo wijd uitéén loopen, dat van een voortzetten dier discussies toch geen overeenstemming kan worden ver wacht. Men bedenke alleen maar dat door den heer Montfoort betwist wordt, dat tegenover de leeningsschuld de objecten moeten worden opgenomen waarvoor die leeningsschuld is aangegaan als deze objecten bestaan uit straat werken, havenwerken, oeververdediging, brug gen enz., omdat deze bezittingen niet als reali seerbaar moeten worden beschouwd. Een balans volgens dit beginsel opgemaakt zal echter voor bijna alle gemeenten in den lande die leeningen te haren laste hebben een negatief kapitaal aanwijzen waaruit dus geconcludeerd kan wor den dat al die gemeenten feitelijk in staat van faillissement verkeeren, daar die balansen dan zouden aangeven dat het bedrag van haar schul den dat barer bezittingen te boven gaat. Door mij wordt daarentegen de stelling verdedigd dat tegenover de leeningsschuld, de objecten waai- voor de leeningsschuld werd aangegaan, voor hun aanschaffingswaarde moeten worden opge nomen en dat daarop dan successievelijk een afschrijving moet plaats hebben gelijk aan de aflossing op de leeningen. Zoodra een leening dus is afgelost zijn de betreffende objecten geheel afgeschreven. Bovendien zou ik toch reeds van verdere re pliek afzien om de wijze waarop de heer Mont foort sommige beweringen van mij veikeerd voorstelt of uit haar verband gerukt weergeeft. De aandachtige lezer die in deze zaak belang stelt zal bij vei gelijking van beide ingezonden stukken dit zeei zeker hebben opgemerkt. Zooals ik reeds zeide komt een verdere dis cussie met den heer Montfoort mij onvruchtbaar voor. Ik wensch echter alleen nog aan te toonen wat de heer Wethouder van Financiën bedoelde niet zijn bewering dat de fictieve posten „Nog af te schrijven leeningsschuld" met inbegrip van het Crisisfonds niet in het berekende zuiver Tegenover deze schulden komen aan de actiel- zijde voor Leeningsobjecten, opgeno men voor dc daarop nog rustende leeningsschuld 22.814.401; Fictieve posten, met inbe grip der vordering op het crisisfonds, ontstaan ten ge volge van het tenietgaan van .de betreffende objec- ten, voordat de daarop nog rustende leeningsschuld was afgeschreven - 580.1 /O,lb /a Vorderingen wegens voor schotten aan den nieuwen diénst en een gedeelte van het kassaldo - 721.968,3 Diverse bezittingen als ha- ven- en straatwerken, brug gen, sluizen, enz, waarop geen leeningsschuld meer rust en dientengevolge ge heel zijn afgeschreven - Memorie 24.116.539,37 V2 1-Iet uittreksel der balans, hetwelk de kapitaal- groep betreft bevat aan de passiefzijde Kapitaal-rekening f 1.458.352,41 Reserve-rekening 3.768,301,411 2 5.226.653,82V* waartegen als vermogensbestanddeelen worden genoemd Diverse bezittingen als ge bouwen, gronden, enz. wel ke realiseerbaar zijn en waarop geen leeningsschuld meer rust 502.348,94 Diverse vorderingen, we gens geldverstrekking, op bedrijven, fondsen, of instel lingen, waarvan de gelden niet uit leening zijn verkre gen^ 758.422,53 Kassaldo (dienst 1923) restant 197.580,94 Reserves aanwezig bij de bedrijven, fondsen en in- stellingen 3.768.301,41 /2 5.226653,82Vj vermogen zijn begrepen. Daar een gemeente-balans zooals ik in mijn eerste schrijven reeds betoogde, in de eerste schitterende zwarte oogen en donkere, goed onderhouden lokken was .de graaf zonder twijfel een schoone en voorname verschijning te noemen. De kort toegespitste Volle baard omgaf een mond van bijna Vrouwelijke fijnheid en de woorden die met een geenszins onaangenaam Slavisch accent over zijn donkerroode lippen kwamen, hadden een buitengewoon weeken, Vleienden klank. Van de wijn, die \oor hem stond, had de bezoeker nog nauwelijks even genipt, terwijl zijn gastheer reeds aan zijn vierde glas was. Zij hadden eerst over alledaagsche dingen gesproken, maar toen waren zij op een aangelegenheid van zakelijken aard gekomen en de. eigenaar van Bollnow draaide juist een lang werpig papier, dat de graaf hem had overgereikt, tusschen zijn plompe.' handen heen en weer. „Een chèque op de Engelsche Bank ten be drage van achttien honderd pond," mompelde hij. „Hm, dat is een belangrijke som. U zult dit geld naar ik hoop toch niet dadelijk noodig hebben „Ik moet bekennen, dat ik er op gerekend had het geld nog heden van u te ontvangen, mijnheer Kruiskamp. Als het er mij niet om te doen geweest was alle tijdverlies te vermijden, had ik mij niet eerst op uw vriendschap behoeven te beroepen. Elke bankier in de hoofdstad zou mij op deze aanwijzing die som zonder verwijl uitbetalen." „Hm, U is er dus van verzekerd, mijnheer de graaf, dat deze chèqué nauwkeurig is opgesteld," vroeg Kruiskamp. „Ik verklaar u openhartig, dat ik een soortgelijke zaak nooit bij de hand heb gehad." In de zwarte oogen van den Vreemdeling blonk een straal van vreugde, doch de toon zijner stem was zeer gelijkmoedig toen hij antwoordde „Als u ook slechts het geringste wantrouwen koestert, mijn waaide, is de zaak afgedaan. Laten wij er niet meer over spreken." Hij strekte de sierlijke, met verscheidene schitterende ringen getooide hand oVer de tafel heen, alsof hij de cheque weer in ontvangst wilde nemen. De heer Kruiskamp maakte echter een afwerende beweging. „Toch nietU heeft mijn Vraag verkeeid Verstaan. Ik denk er volstrekt niet aan u te wantrouwen en had slechts een mogelijke fout in den vorm op het oog. Uwe eenvoudige ver zekering echter is mij voldoende, waarde graal. Ik vrees alleen, dat het mij moeilijk zal vallen zulk een belangrijke som vandaag nog los te maken." „Het doet mij leed, dat ik daaraan vast moet houden. Het zal echter uwe bedenkingen mis schien verminderen als ik u zeg,.dat liet. hij mij er niet op aan komt een klein verlies te lijden. Is hel geld vóór morgenochtend in mijn bezit, dan kunt ge mijnentwege duizend gulden van Onder bovengenoemde vermogensbestanddee len komen dus geen fictieve posten voor maar uitsluitend realiseerbare bezittingen waarop geen schuld meer rust. Op grond van dit feit deelde de heer Boddefts mede, dat in het bedrag van het zuiver vermogen geen fictieve posten waren begrepen. Hoewel deze posten dus niet in het berekende vermogen zijn begrepen, herhaal ik nogmaals dat zij in mindering van het kapitaal zouden zijn gebracht en dus op den leeningsstaat daar tegenover géén posten waren voorgekomen het bedrag voor uwe bemoeiingen in deze af trekken." „Duizend gulden, hm U zult mij wel wi.len gelóoven, dat ik niet voornemens ben woeker winst te nemen. Als ik het geld zelf tot mijn beschikking had zou van eenigen aftrek natuur lijk heel geen sprake zijn. Ik deed het dan een voudig uit vriendschap en wij behoefden geen woord" over die zaak te verliezen. Ik hen echter helaas niet in het bezit van aanzienlijke sommen, ik zal mij tot mijn handelsvrienden moeten wenden en daarom weet ik inderdaad niet of een aftrek van duizend gulden in dezen tijd van geldschaarschte als een Voldoende schadeloos stelling zal beschouwd worden 'voor Graaf Ramin onderbrak hem met een onna volgbaar voorname beweging der hand. „Laat het mijnentwege vijftien honderd of zelfs twee duizend gulden zijn. WaL bekom mer ik mij over zulk een bagatél Kruiskamp knikte bevestigend. „U heeft gelijk. Waartoe zullen wij er verder over spreken U laat het aan mij over u het geld tot eiken prijs heden nog te verschaffen en u kunt er zich op verlaten, dat ik daarbij uw voor deel evengoed in het oog zal houden alsof ht t mijn eigen za,ak was. Maar u drinkt niet, nijn- heer de graaf. Op uwe gezondheid!" (Wordt vervolgd). (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Van ingezonden stukken ook al worden ze niet geplaatst wordt de kopy n i e t teruggegeven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 2