PUROL
Schrale Lippen
RuweViuid
rit bel meubelbedrijf.
De commissie van vertegenwoordigers van
werkgeversbondon in de meubelmakers-, stof
feerders- en aanverwante bedrijven heeft aan
de R. K. en Christ, werknemersorganisaties
meegedeeld, dat zij bereid is, aan de aangesloten
patroonsorganisaties te adviseeren, den duur
van de bestaande arbeidsovereenkomst met
één jaar te verlengen. De werkgeverscommissie
zal nog confereeren met de vertegenwoordigers
van den modernen meubelbewerkersbond, maar
heeft reeds vooraf meegedeeld, haar standpunt
ten opzichte van de handhaving van het loon-
c.ontract niet te kunnen wijzigen.
li. K. Centrale van burgerlijk
overheidspersoneel.
Eergisteren zijn de R. K. Centrale van bur
gerlijk overheidspersoneel en een afgevaardigde
van den Nederl. R. K. onderofficiersbond St.
Martinus door een commissie uit de R. K.
Kamerfractie, bestaande uit de heeren Suring
Van Rijzewijk, Van Sasse van Ysselt, Van
Schaik, Kuiper, Deckets, Van Wijnbergen en
Bongaerts, ontvangen ter bespreking van den
wcnsch, aan het rijkspersoneel eenige restitutie
te verleenen van de plaats gehad hebbende
zeer ingrijpende salariskortingen.
Zeer breedvoerige besprekingen leidden tot
de conclusie, dat om onmiddellijke hulp te
brengen, het noodzakelijk zal zijn, de bestaande
overgangsbepalingen te verzachten, in afwach
ting van een herziening van het Bezoldigings
besluit.
De delegatie uit de Kamerfractie zal het
besprokene rapporteeren aan de club, waarna
aan de Centrale mededeeling van het besluit
zal worden gedaan.
Zeer binnenkort zal de R. K. Centrale in
vergadering bijeenkomen, om haar verdere
houding te bepalen.
Stads- en Gew<föteli|k Nieuws.
Gemeenteraad.
De Gemeenteraad van Schiedam vergadert op
Vrijdag 27 Febr. a.s. 's nam. te 2 uur.
De agenda bevat o.m.
1. Voorstel van B. en W. om den heer A. de
Jong, onderwijzer aan School CII, gerekend
te zijn ingegaan 16 Februari 1925, over te plaat
sen naar School Fik
2. Voorstel van B. en W.
lo. om den heer L. Scheffers gerekend te zijn
i§gegaan 1 Januari 1925 te benoemen tot vak
onderwijzer in Handenarbeid aan de Centrale
School voor het 7e leerjaar
2o. om in verband met vorenstaande benoe
ming te besluiten tot aanvulling van de Ver
ordening regelende de bezoldiging van ambte
naren in dienst der Gemeente Schiedam.
3. Schrijven van B. en W. waarbij ter vast
stelling worden aangeboden twee ontwerp-
bésluiten tot wijziging van de gemeente-begroo
ting voor den diénst 1924, Model D. tot een
bedrag van resp.
1200.wegens kosten van inrichting van
een Politie-posthuis en 140.32 in verband met
de verdeeling van de post „Schrijf- en bureau
behoeften."
4. Voorstel van B. en W. om hun College te
machtigen tot onderhandsche verhuring op door
hen te stellen voorwaarden aan M. Blommestêijn
of anderen tegen een huurprijs van 19.per
week van de boerderij aan de Hoofdstraat 85.
5. Voorstel van B. eq W. om hun College te
machtigen iemand in tijdelijk dienstverband
te belasten met controlediensten voor de gemeen
te-belastingen en voor salarieering van deze
bijbetrekking een bedrag van IOOOjper jaar
beschikbaar te stellen,
6. Voorstel van B. en W. om te besluiten
lo. dat de Gemeente Schiedam met ingang
van 1 Februari 1925 zal toetreden tot de regeling
der gemeenschappelijke gemeentelijke bewaar-
school-akte-examens, zooals die is aangegaan
tu-schen de Gemeente Rotterdam, 's-Graven-
hage, Arnhem en Groningen
2u. tot intrekking van de Verordening rege
lende het examen tot het verkrijgen der akte
van hulponderwijzeres en van Hoofdonder
wijzeres in de Gemeente (Gemeenteblad np. 26
van 1905).
7. Voorstel van B. en W. om aan de weduwe
P. Schrootcn, voormalige werkster aan de open
bare lagere school aan de Lange Nieuwstraat,
tot wederopzegging een uitkeering te verleenen
van 350.berekend naar een jaar.
8. Voorstel van B. en W. om een crediet
vap 825.toe te staan voor de aanschaffing
van 33 schoolbanken voor het schoolgebouw aan
he Edisonplein.
9. Voorstel van B. en W. tot het verleenen
van een crediet van 38.500.voor ophooging
en straata anleg op perceel XXI van het Grond
bedrijf.
10. V oorstel van B. en W. tot vaststelling
van een nieuwe Verordening regelende de samen
stelling en den werkkring van de Schoonheids
commissie voor dè Gemeente Schiedam.
11. Schrijven van de Commissie voor de
Strafverordeningen betreffende de vaststelling
vair een Verordening op de monumenten in de
Gemeente Schiedam.
12. Voorstel van dc Commissie voor de Straf
verordeningen tot wijziging van de Verordening
op de tapperijen, logementen, openbare ver
mak hjkheden en den handel in gebruikte roe
reinl goederen te Schiedam.
13. Voorstel van de Commissie voor de
Strafverordeningen tot wijziging der Verorde
ning ter handhaving van de openbare orde en op
dc openbare reinheid en gezondheid te Schiedam.
14. .Voorstel van B. en W. tot vaststelling
Van et Reglement voor de Schoolvergaderingen
aan de openbare lagere scholen te Schiedam.
Belastingen.
Het Gemeentebestuur van Schiedam heeft
een adres tot de Tweede Kamer gericht, inzake
de jongste belastingvoorstellen der Regeering.
In het adres wordt er op gewezen, dat de dooi
de Regeering voorgestelde wijziging van de
Rijksinkomstenbelasting waar-voor de Regeering
15 millioen uittrekt, niet het aangewezen middel
is, om, wat de Regeering beoogt, den druk der
inkomstenbelasting te verlichten „voor de kleine
inkomens, waaruit vaak betrekkelijk veel moet
worden bijgedragen tot de accijnzen en andere
indirecte belastingen."
Het adres wijst er op, dat, althans in dc
meeste stedelijke gemeenten het niet de Rijks
inkomstenbelasting is, die den last der inkom
stenbelasting voor de lagere en de middelmatige
inkomens zoo ondragelijk zwaar maakt doch wel
de gemeentelijke inkomstenbelasting. Dit wordt
met verschillende cijfers toegelicht.
Bovendien wordt betoogd, dat ook, nadat
het Rijk het terrein der accijnzen welke vóór
de Gemeentewet zulk een belangrijke plaats in
de financiën der steden innamen geheel tot
zich trok, de gemeentelijke inkomstenbelastin
gen, die toen als sluitposten moesten gaan
dienen, steads zooveel mogelijk gericht moesten
blijven op de lagen der bevolking, die jn de
accijnzen betrekkelijk veel bijdragen.
Dit is volgens het adres niet het geval met
de Rijksinkomstenbelasting met haar sterke
progressie die bijv. maakt, dat, ondanks haar
hoogere belasting van de hoogere inkomens, zij
in 1921/22 in Schiedam nog niet de helft opbracht
van de Gemeentelijke inkomstenbelasting.
Het adres concludeert dat, zoowel om op zich
zelf in den zwaren druk der inkomstenbelasting
voor de lagere en middelmatige inkomens ver
lichting te brengen de voorgestelde verlaging
der Verdedigingsbelasting II zal dit doen voor
de hoogere inkomens alsook om als compen
satie te dienen voor het betrekkelijk vele, dat
deze groepen in de accijnzen en andere indirecte
belastingen moeten bijdragen, een verlaging
niet van de Rijksinkomstenbelasting, maar van
de gemeentelijke inkomstenbelasting aangewe
zen is.
Het adres wijst er op, dat het tevens een eisch
van billijkheid is, dat de Gemeenten door het
Rijk in staat worden gesteld hun inkomsten
belasting te verlagen. Immers de uitkeering
volgens de wet van '97, die toch reeds onvoldoen
de is geworden, is, ondanks de daling van de
koopkracht van het geld, op haar oude bedrag
per inwoner blijven staan, wat wel een unicum is.
Uit dien hoofde alleen reeds behoorde zij met
minstens 75 te worden verhoogd.
Bovendien wordt er op gewezen, dat element
van de uitkeering volgens die. wet was een tege
moetkoming voor het feit, dat het Rijk de Ge
meenten de accijnsheffing had ontnomen. Waar
nu de accijnzen, evenals de invoerrechten, zoo
zeer zijn verhoogd en uitgebreid, daar is het
zeker billijk, meent het adjres, daarvan een ge
deelte aan de Gemeenten ten goede te doen ko
men, die, zooals werd betoogd, zooveel belas
ting moeten halen uit de groepen der bevolking,
die reeds zoo betrekkelijk veel in deze indirecte
belastingen moeten bijdragen. Daardoor worden
dan die groepen verlicht. Er wordt op gewezen,
dat de raming voor 1924 van de gezamenlijke
directe belastingen van het Rijk was 196.7 mil
lioen, van de accijnzen 149.6 millioen en van deze
met de invoerrechten samen 185.6 millioen,
terwijl de laatste bedragen door de nieuwe
en verhoogde heffingen nog aanmerkelijk zullen
stijgen. Het adres wijst er op, dat in 1921 en
1922 in afwachtingyan een spoedig teondernemen
definitieve herziening der uitkeering een voor-
loopige verhooging daarvan plaats had, die ge
schiedde naar behoefte en die kon gaan tot 100
van de vaste uitkeering. Herziening zoowel als
bestendiging van de voorloopige verhooging
bleven daarna echter achterwege. De. verhooging
heeft in 1921 en 1922 resp. 10.2 millioen en 13.8
millioen gekost. Het adres wijst er op, dat met
een gedeelte van het bedrag, dat de Regeering
voor verlichting van de inkomstenbelasting
voor de lagere inkomens uittrekt, op dit gebied
dus wel iets is te bereiken.
In het adres wordt er op gewezen, dat, mocht
men meenen, dat de Gemeenten niet de noodige
zuinigheid betrachten wat wordt' ontkend
volgens het adres zijn de Gemeenten in de hoog
conjunctuur veel minder ver gegaan met het
opvoeren der uitgaven dan het Rijk, zoodat er
voor haar ook geen aanleiding bestond voor-zoo
plotselinge sterke bezuiniging men in die rich
ting voorwaarden kan stellen. Met name zou
het adres het geen onbillijken eisch achten, dat
wanverhoudingen tusschen de salarissen van de
Gemeenten cn die van het Rijk, waar zij bestaan,
worden opgeruimd,daar dit een onhoudbare toe
stand is. Er wordt op gewezen, dat dit reeds
lang voorwaarde was ten aanzien van de door het
Bijk gesubsidueerde gemeente-onderwijsinrich
tingen, al was daarvan in vele gemeenten jaren
het omgekeerde het gevolg, n.l. dat de salarissen
van het personeel aan deze inrichtingen aanmer
kelijk hooger waren dan die van het andere ge
meente-personeel. Behalve voor verhooging van
de uitkeering betoogt het adres, dat een gedeelte
der bovenbedoelde gelden naar billijkheid ook
ware aan te wenden vopr verschillende maatrege
len waarin de gemeenten van de zijde van het Rijk
zijn te kort gekomen. Dit wordt in het adres
nader toegelicht.
De conclusie van het adres is, dat de Kamer
wordt verzocht drang op de Regeering te willen
pi toefenen in deze richting
le. dat de gelden die de Regeering wil be
steden voor het bovengenoemde doel n.l. ver
mindering van den druk der inkomstenbelasting,
gedeeltelijk worden bestomd tot verlichting van
de gemeentelijke inkomstenbelasting door
a. verhooging van de Rijksuitkeering aan
de Gemeenten krachtens de wet van 1897
b, opheffing van de voor de Gemeenten n®.
gebruik ikafHjd
deelige wijzigingen van de subsidieregelingen
voor de Gymnasia en de verpleging van arme
krankzinnigen
c. Invoering van een subsidieregeling voor
het voorbereidend onderwijs, waarbij de gemeen
ten behoorlijk worden tegemoetgekomen
d. maatregelen te nemen tot het vermindèfen
der huren van met rijksgeld gebouwde woningen
waarvan de kosten door Rijk en Gemeente samen
in de gewone verhouding worden gedragen
2e. dat niet wordt overgegaan tot het invoe
ren van een nieuw stelsel voor dé Forensenbelas
ting, waardoor de centra vari handel en bedrijf,
die daarvoor op zware lasten zitten, zich een
aanzienlijk bedrag aan belasting van de meest-
draagkrachtigen, die in de gelegenheid zijn daar
hun fortuin te zoeken, zullen zien ontgaan
dat geen verandering wordt gebracht ten na
deel® van de Gemeenten in de regeling der uit
keering van de door het Rijk geïnde gemeentelij
ke inkomstenbelasting, althans, dat deze niet-
ongunstiger zal worden gemaakt dan dat het
Rijk ruim uitkeert wat het bij behoorlijke in
vordering zelf kan ontvangen.
Zilveren Jubileum O. B. K.
De Receptie.
Grandioos kan de belangstelling worden ge
noemd, welke het Harmonie-gezelschap O.B.K.
gister bij de offieieele viering van zijn 25-jarig
bestaan heeft ondervonden.
Van alle kanten stroomden gelukwenschen en
hulde-blijken binnen, als evenzoovele bewijzen
van sympathie v;oor het kranige corps, z'n werk
zaam bestuur en z'n eminenten directeur, den
heer H. v. Gent.
Ter receptie, gistermiddag van half drie tot
half vijf gehouden,, in de gehoorzaal van den
R.K. Volksbond, waar 't O.B.K.-bestuur tus
schen bloemen en palmen achter de groene tafel
troonde, verschenen allereerst de leden van het
eere-coinité, met aan hun hoofd de edelachtb.
heer burgemeester onzer stad. Met een kort maar
krachtig woord, kwam de heer Gijsen namens 't
eere-comité en ook namens 't gemeentebestuur
de jubileerende vereeniging. complimenteeren.
Spr. zeide een feest als een rustpunt te> beschou
wen, vanwaar men dan eens op den afgelegden
weg terugblikt. En O.B.K. kan z.i. dit met. trots
doen. In de 25 jaren, dat 't gezelschap bestaat,
he.eft het lauweren en successen behaald, als
weinig andere 't vaandel, vol met eereteekencn,
kan dat getuigen. Daarom brengt spr. hulde en
dank en biedt als stoffelijk blijk daarvan een
prachtig bloemstuk van het eere-comité aan.
't Gemeentebestuur besloot spr., wil ook niet
achterblijven en schenkt u twee medailles voor
uw concours van dezen zomer.Moge O.B.K.steeds
in bloei nog toenemen en dit nog vele jaren.
De voorzitter van O.B.K., de heer Straatman,
toonde zich zeer getroffen door de gebrachte wel
gemeende hulde, dankte voor de bloemen en me
dailles en verwachtte de leden van het eere-comi
té ook op het feestconcert, dat gisteravond werd
gegeven.
De burgemeester zeioe de uitnoodiging gaarne
te zullen aanvaarden.
De tweede, die naar voren trad, jvas de heer
W. v.d. Toorn, die O.B.K. gelukwenschte namens
„Orpheus" en „Perosi" Niet uit dwang van eti
quette deed hij dat, zeide spr. maar van harte
gaarne,omdat O.B.K. zoo'n bijzonder sympathie
ke vereeniging is, wat zij te danken heeft aan de
wijze, waarop zij steeds heeft gewerkt. Haar
streven was niet, maar muziek te maken en te
blazen op trompetten zonder meer, maar zij heeft
altijd daarbij de zedelijke opheffing van den
arbeider voor oogen gehad en dit op schitterende
wijze bereikt. Ook iets bijzonders in O.B.K. is,
dat drie bestuursleden vanaf de oprichting
drie bestuursleden vanaf de oprichting in dezelfde
functie werkzaam zijn gebleven qn dat zij 25
jaren lang denzelfden kranigen dirigent heeft
weten te behouden. Dit diene als voorbeeld voor
andere vereenigingen. Moge het O.B.K. gegeven
zijn, besloot, spr., tot nog grooteren bloei te
geraken in eendrachtig samenwerken. Is inner
lijk bij een vereeniging de zaak in orde, dan komt
men ook naar buiten goed voor den dag Namens
Oipheus overhandigde spr. hierop een zilveren
lauwerkrans voor 't a.s. concours, dat hem, of
schoon geen principieel voorstander van wed
strijden om prijzen, toch sympathiek was, om
dat 't werd gegeven in 't verhand van de Nederl.
federatie van muziekcorpsen. Voor Perosi presen
teerde spr. eenbloemenmand en directeur van
Gent mocht nog als extra huldeblijk van Orpheus
een krans in ontvangst nemen.
De voorzitter van O.B.K. dankte wederom
ontroerd voor al het gebodene.
Vervolgens naderde een lange rij van deputa
ties de bestuurstafel, die alltn bij monde van
haar voorzitter warme woorden van hujde uit
spraken voor vereeniging en dirigent en bloemen
of andere blijken van waardeering aanboden.
Dc heer Creteer voerde 't woord namens de
Geheelonthouderszangver., de heer Berck na
mens Polyhymnia, dc heer Vrauwdeunt voor de
zusterver. Gusto", de heer Mouwens voor de
afd. van den R. K. Volksbond, die reeds zoo
dikwijls de gastvrouw van O.B.K. mocht zijn,
de heer Heilker namens het Stedel. Muziekcorps,
de heer K. v. Pelt namens de Schied. Tooneelver.
„Onderling Belang", de heer v. Driel in naarti van
de Federatie van muziekcorpsen in Z. Holland
en tevens van het corps „Voorwaarts" de heer
E. A. Rissema voor de gem. zangver. „Fidelio",
de heer W. v. Oostrum voor de R.K. muziekver.
„SI. Ambrosius de heer de Graaft' naméns de
gom. zangver. „Zanglust", de lieer J.. Feelders
namens de R.K. Mannenzangver. „St. Caecilia",
de heer J. Schellenbach voor 't Mandoline-gezel
schap „Euphonia", de heer J. den Draak, voor
de gem. zangver. „Eurerpc", de heer v. YVoerkom
in naam van de gymnastiekver. „Thor", de liter
Rakkert voor de Mandoline-club „O.N.l." en de
heer M. v. Gerven voor de Mondharmonica ver.
„Symphonia.".
Van al deze genoemde schonken „Onderling
Belang" een vijftal muzieknummers, Euterpe"
pen medaille, „Thor" een lauwerkrans, „O.N.l."
een medaille, „Symphonia" een plaquette en de
overigen bloemen, terwijl „Gusto" nog een con-
coursprijs toezegde.
De heer J. Krabbendam voelde zich ook ver
plicht, uit zuivere sympathie voor O.B.K. en
haar dirigent een hartelijke speech af te steken,
welke bij bekroonde met de aanbieding van
een prachtigen seringen-boom,c'en O.B.K.-boom,
zou hij hem willen noemen, uit zijn magazijn
„Rosa".
Als oud-voorzitter van „Apollo", „Kunstmin"
en „St. Ambrosius wijdde ook de heer Wiele-
mans nog welgemeende woorden van hulde en
dank aan de naar zoo n schoon ideaai strevende
vereeniging, als O.B.K. er een is. Rij. noemde
O.B.K. een der beste corpsen van ons land en
een voorbeeld voor anderen een sieraad van
Schiedam.
De heer W. Keereweer, voorzitter der Ned.
Federatie van Harmonie- en Fanfare-gezelschap-
pen, kon, al zou hij in den avond meer zeggen,
toch ook nu niet nalaten, een kort woord uit
te spreken, 't Beste bewijs, zeide hij, van de
achting, die men algemeen O.B.K. toedraagt,
is c|e ontvangen schat bloemen en kunstvoor
werpen. Dit zegt alles.
Hiermee was de rij van deputaties en sprekers
ten einde en O.B.K. s voorzitter dankte nogmaals
allen, die hun belangstelling op het feest hadden
getoond, en den dag voor O.B.K. onvergetelijk
hadden gemaakt.
Intusschen was er gelegenheid om een kop
thee te gebruiken, welke gratis door de fa. v.
Rossem werd verstrekt.
Vele particulieren kwamen tenslotte nog
't bestuur complimenteeren,terwijl ook een heele
stapel van schriftelijke gelukwenschen was bin
nengekomen, o.m.vanGemengdKoor en deSchied.
Accordion-ver. „Kunst door oefening", welke
deze van bloemen vergezeld deden gaan, en van
den heer Meyer een wensch in verzen.
Het F eestconcert.
Gisteravond gaf 't Harmoniegezelschap „Oe
fening Baart Kunst" zijn feestconcert.
De Volksbondzaal was overvol.
De Eere-voorzitter, de edelachtbare heer bur
gemeester A Gijsen, het Eere-Comité en talrijke
genoodigden hadden gehoor gegeven aan den
oproep van de jubileerende vereeniging. Met 't
uitgelezen programma en de medewerking van
enkel Schiedamsche toonkunstenaars werd mooi
op tijd begonnen. Met een kort woord, eenvoudig
zooais we dat van hem verwachtten, Opende de
voorzitter 't prachtig concert, het aan den
feestredenaar overlatend, het kunstlievend pu
bliek nog wat anders dan muziek en zang te
doen liooren Allereerst liet O.B.K. zich hooren
met1. Staedfast and True (marsch) van C.
Feike en 2. Raymond ou le Secret de la Reine
(ouverture) A. Thomas arr L. Mayerer, De toch
al hoog gespannen verwachting werd bij de uit
voering dezer twee zware nummers nog over
troffen. Het is moeilijk te zeggen, wat het meest-
opmerkenswaardig is maar voor alles moet de
juiste vertolking geroemd worden vooral het
tweede nummer met zijn mooie piano's, crescen
do's en weder gelijkelijk afnemen -vond veel
bijval.
De feestrede, door den heer W. Keereweer,
Hoofdbestuurder van de Nederlandsche Federa
tie van Harmonie- en Fanfaregezelschappen,
was eenvoudig van toon, maar daardoor zooveel
meer te genieten. Allereerst gaf de feestredenaar
de geschiedenis van O.B.K. Bij wijze van uit
zondering memomeerde hij ook de aanleiding
tot het oprichten van O.B.K. Muziek of uiting
van muziek is des menschen aangeboren aard en
zelfs vanaf de vroegste tijden is muziek voorden
mensch onontbeerlijk geweest. Met een drietal
voorbeelden toonde spreker dit aan,
Als een militair na een vermoeienden en lan
gen dagmarsch zijn garnizoensplaats nadert en
met muziek wordt afgehaald, dan is bij de aller
eerste tonen zijn vermoeidheid verdwenen of
gevoelt hij die niet, want frisch en fier marcheert
hij voort.
Een ambachtsman, na zwaren dagtaak op
weg naar zijn huis ergens muziek hoorend,
blijft aandachtig luisterend stilstaan en gaat
eindelijk met vergenoegd gezicht verder. Een
zakenman, het hoofd voi zorgen van zijn kantoor
komend, voelt alle muizenesten wegvluchten als
hij bij het binnentreden zijne kinderen aan ae
piano hoort musiceeren. Ook in dioevige om
standigheden, zegt spreker, speelt muziek een
groote rol, doch daarover wil hij thans liever
niets zegen. Tot de geschiedenis dan van O.B.K.
terugkomend, zegt de feestredenaar, dat in
1899 vier kunstlievende glasblazers plannen
beraamden, om een fanfare gezelschap op te
richten. Vooral ook door den milden steun van
den WelEdelen heer J. C. van Deventer, werden
deze plannen ten uitvoer gebracht en toen 15
Maart 1900 de muzieKinstrumenten waren aan
gekomen, begonnen onder de bekwame leiding
van den heer IJ. v. Gent de repetities, die echter
nog"niet het verwachte succes hadden, doordat
eenige leden alras het korps veilieten.
Het plan, het gezelschap uit arbeiders van
het glasbedrijf te doen bestaan werd opzijgezel,
en toen buiten dat bedrijf leden waren aange
worven, ging het alras beter. In 1900 verleende
O.B.K. zijn zeer gewaardeerde medewerking bij
het 3-Oetoberfeest te Leiden.