BMMmum 1 mORSCHIEDA Jtf OMSTREKEN. FEUILLETON, VERST00TELINGE. 48ste Jaargang. fDonderdag 2 April 1825. No. 14215 Bureau j'KOEMARKT4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer met Officieel Kerkbericht 10 ets. Advertentiën: 1—5 regels 1.75elke regel daarboven 35 cent, 3 maal plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden beiekend. Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange gehcele invaliditeit200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood f 200 bij verlies van een Dit nummer bestaat uit twee bladen EERSTE BLAD. Sta ten-Generaal. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag1 April. De behandeling van het ontwerp tot wijziging- van de pensioenwet wordt voortgezet. Het amendement-van Braambeek (80 in plaats van 90 pet. korting bij overschrijding van de laatst genoten wedde door pensioen -|- nieuwe inkomsten) wordt verworpen met 42 tegen 19 stemmen. Artikel 31 wordt aangenomen met 50 tegen 10 stemmen. Mej. West-erman (V. B.) klaagt over den achterstand vij den pensioenraad. Het ge beurt, dat men na een pensioenaanvrage in maanden niets hoort. Minister C o 1 ij n zegt, dat vertraging vaak het gevolg is van niet op tijd inzenden van de noodige stukken. De heer Ji ter Laan (S. D.) en Kete laar (V. D.) betreuren liet vervallen van de herkeuring. Artikel 32 wordt aangenomen met 43 tegen 18 stemmen. De heer van Braambeek komt op tegen de bevoegdheid van den pensioenraad om de betrokkenen te doen opnemen in een inrichting tot observatie of-herstel. Minister C o 1 ij n wijst op simulatie, welke herhaaldelijk voorkomt. Aan gewetensbezwaren tegen geneeskundige behandeling wordt tegemoet gekomen. Bij art. 73 licht de heer Ketelaar (V. D.) een amendement toe om te bepalen, dat de ambtenaren bedoeld in art. 3 eerste lid dezer wet, (personen beneden ƒ400 salaris), die ambte naar willen blijven in den zin der wet, tenzij zij anders verklaren te willen. De wet eischt dat zij zullen verklaren het te willen blijven. De M i n i at e r neemt dit amendement over. Vervolgens verdedigt de heer S u r i n g een amendement om na artikel 76 in te voegen een nieuw artikel luidende Voor ambtenaren in dienst of op wachtgeld op 1 Juli 1925 en die op dien datum den leef tijd van 55 jaren hebben bereikt, blijft ten aanzien van een recht op pensioen als bedoeld in het eerste lid onder a en in het tweede lid van artikel 48 der Pensioenwet de in het vier de lid van dat artikel gestelde eisch van een diensttijd van ten minste, 10 jaren buiten toe passing, indien zij een diensttijd van ten minste 7 jaren vóór 1 Juli 1925 kunnen doen medetellen dit pensioen bedraagt voorts, behoudens in de in de artikel 64 en 65 der Pensioenwet bedoelde ge vallen, niet minder dan 30 pCt. van de middel som der pensioensgrondslagen, bedoeld in het tweede lid van artikel 64 der Pensioenwet. De Minister neemt dit amendement over. De vergadering wordt verdaagd tot heden één uur. Binnenland» Politieke Rede Baron van Wijnbergen. Voor de leden der R. K. Kiesvereeniging te Lichtenvoorde is Dinsdagavond als spreker opgetreden het Tweede Kamerlid mr. A. Baron van Wijnbergen. Aan zijn belangrijke rede ontleenen we het volgende Thans is het Politiek Advies verschenen. Er 7) Te halver hoogte van den berg zag Edmond een knaap bezig met kolen uit het puin te zoeken en ze daarna in een kleinen zak steken. Edmond trad naderbij en riep den knaap toe, die met den rug naar hem toegekeerd stond. „Kunt ge mij ook zeggen, kleine" vroeg de student, „hoe ik aan de kolonie kan komen De kleine staakte een oogenblik zijn werk en zag den vrager aan. „Daar is de schacht der mijn", zeide hij, ter wijl hij in die richting wees met zijn door de kolen zwart geworden rechterhand. „De hui zen liggen daarachterde weg loopt daar langs." „Als gij hier beneden bij mij wilt komen, dan krijgt gij dit nikkelstukje van mij' zei Edmond vriendelijk. ^Waarom vroeg de jongen verwonderd. „Voor uw vriendelijke aanwijzing." „Daarvoor neemt men toch geen geld aan doch gij kunt mij een dienst bewijzen met mij te zeggen, hoe laat het is, mijnheer de student." Edmónd haalde zijn horloge te voorschijn „Half-een." „Dan is het voor mij tijd en ik kan met u hangt veel van af, hoe er over wordt gesproken en geschreven en hoe de kiezers verder worden geleid. Deze taak rust op de pers en de kies- ve-reenigingen en niet op het Bondsbestuur. Wanneer 26 April de uitslag van de stem ming bekend wordt, mag niemand zijn thuis gebleven en thuisblijvers zullen nooit mogen mopperen over den uitslag. Welke leiding de pers heeft gegeven, zal spr. niet beoordeelen dezen avond, na over weging leek het Iiem beter, daar thans niet op in te gaan. Wat het Advies zelf betreft durft spr. als zijn beslisten raad te geven stemt allen op het Politiek Advies. Spr. durft dit aan te raden, omdat het advies door de kiezers is -gevraagd en niet is gegeven door een college, dat zich zoo maar eens had opgeworpen. Het advies is dus niet opgedrongen, het is gegeven op verzoek van de kiezers. Het advies is opgemaakt, nadat het Adv. College verschillende malen had vergaderd en verschillende personen en groepen waren ge hoord. De noodige tijd is er ook aan besteed. Vrijdagsavonds is er vergaderd van acht uur tot half één en Zaterdags van tien tot zeven uur. Vervolgens is het advies gegeven met op drie na algemeene stemmen. Door anderen zal er op worden gelet of er orde en discipline is in de partij of hef advies zal worden opgevolgd. Als spr. zelf het advies had moeten samen- stemmen, had het er anders uitgezien. Toch zal spr. het met klem verdedigen en legt hij er zich zonder voorbehoud bij neer. Van groot belang is ook, dat nog niemand in staat is gebleken een beter advies te geven. Degenen, die hebben gezegd, wie er in de Kamer moesten, hebben vergeten te zeggen, wie er uit moesten. Niemand heeft, zich gewaagd aan'het geven van een beter advies en zij, die bemerkin gen hadden op onderdeelen, hebben niet be toogd, dat deze veranderingen in het belang van de Katholieke Partij werden geëischt. Alle bemerkingen waren van persoonlijken aard. Juist omdat het zoo duidelijk merkbaar is dat walgelijk persoonlijk gewunn, is het zoo moei lijk tegenover anderen vol te houden dat onze katholieke politiek nog steeds zoo hoog staat. Waar de zaken zoo staan, zou spreker vragen stemt op het Politiek Advies en toont dat ge het Adviseeiend College blijft vertrouwen en breng .op 1 Juli a.s. uw stem uit op nr. 1 van de katholieke lijst, terwille van de discipline en uit hoogere beweegredenen. bpr. kan niet gelooven, dat degenen, die het niet met het Politiek Advies eens is, niet op de katholieke lijst zou stemmen. Spr. wijdde dan eenige aandacht aan de verhoudingen met de andere partijen en wees op het belang van het behoud der coalitie. We hebben de scheiding tusschen rechts en links vast te houden. Wij moeten voortgaan op den weg, waarop wij ons bevinden. Ook in Duitschland begrijpt men, dat de antithese er komen moet, met zijn zegenrijke gevolgen. Laten we er ons voor hoeden de principieele politiek niet prijs te geven, daarvoor bestaat gevaar, dat inhaerent is met de evenredige vertegenwoordiging en de voor sommige min der gunstig economische toestanden. Men wil het „Onze Vader" omkeeren zooals spr. in een vasten-meditatie hoorde ook in de politiek en het matereele boven het ideëele stellen. Er is één groep, n.l. de onder wijzers bij het bijzonder onderwijs, die veel stoffelijk belang heeft gehad bij de rechtsche medegaan en.u den weg wijzen." „Doe dat, kleine, dan verdient gij ook het nikkel stukje." De knaap gaf geen antwoord, doch haalde een stuklouw voor den dag, bond daarmede den zak dicht en liet hem langs de glooiing naar be neden glijden. Toen hij zelf ook beneden was gekomen, klopte de kleine kolenzoeker met de handen broek en kousen af en wischte met, de mouw het zweet van 't gelaat. Daardoor werd het lieve gezicht van den kleine nog wat don kerder gekleurd dan het reeds bij zijn zwarten arbeid was. „Maar, nu zijt ge juist een kleine neger ge worden," schertste Edmond. De kleine scheen echter niet tot scherts geneigd. Niettegenstaande de roetkleur zag Edmond, hoe een donkere schaamteblos zijn gelaat kleurde. nik gelooi, dat gij ook zwart zoudt zijn, als gij kolen moest rapen", zei hij en Edmond m.een- de daarin- een verwijt te hooren weerklinken. „Heb ik u leed gedaan, mijn 'jongen Ik heb het wezenlijk, niet kwaad bedoeld. Hier is uw geldstukje." De knaap strekte echter zijn hand niet uit, om hef aan te nemen, doch wendde zich af en laadde zijn zak met kolen op het handkarretje, dat aan den voet van den puinhoop stónd. „Geld neem ik niet aan",^zei hij daarop, ter wijl hij zijn klein voertuig naar den wegschoof en Edmond hem weder het geldstuk toestak. samenwerking. Temeer betreurt spr. dan ook de uiLingen van sommigen onder hen, die niet getuigen van al te groote dankbaarheid. Nooit genoeg kan hulde worden gebracht aan het werken van de bijzondere onderwijzers vóór de gelijkstelling. De grondwet heeft aan dien toestand gelukkig een einde gemaakt en de bijzondere onderwijzers zijn hier in betere positie gekomen als ergens ter wereld. Wat de coalitie heeft opgeleverd voor stof- gelijk voordeel, is moeilijk onder cijfers te bren gen, maar spr. heeft slechts dit eene als voor beeld en argument willen noemen. Blijven we ook in hef openbare leven voort gaan met voor alles het koninkrijk Gods te zoe ken. Onze politiek moet zoo worden gevoerd .dat Christus in het openbaar wordt beleden en geëerd. Geschiedt dit, dan zijn orde en rust ver zekerd, en kan ook voor de sociale wetgeving- de christelijke grondslagen worden bewaard. Met aandrang, Vroeg spr. tenslotte de gebeden van priesters en leeken voor de Kamerleden en niet het minst voor de a.s. verkiezingen, opdat God geve dat het resultaat vruchtbaar moge zijn voor het dierbaar vaderland. (Langdurig applaus) Eervol ontslagen. Bij Kon. besluit is aan jhr. S. van Citters, commissaris der Koningin in de provincie Gel derland, en aan mr. A. F. L. graaf van Rechteren Limpurg Almelo, commissaris der Koningin in de provincie Overijssel, op hun verzoek onder scheidenlijk met ingang van 16 April en van 1 Mei op de meest eervolle wijze uit hun ambt ontslag verleend, met, dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten door hen aan den lande bewezen. Artikel 4(L Bezoldigingsbesluit. 1' De C. B. P. T. f. heeft op advies van Mr.H. P. Marchant besloten zoo spoedig mogelijk appèl aan te teekenen tegen de uitspraak van de Haagsche rechtbank inzake de intrekking van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit 1920 en de door genoemden bond op naam van A. J. M. van der Wielen te Amsterdam ingestelde vordering tot uitbetaling van hetgeen aan sa laris is gekort beneden het bedrag van het tracte- ment op 1 Juli 1922. De Barmat-affaire. Naar „De Amstelbode" verneemt, is op last van den rechter-eommissaris te Amsterdam het leidend personeel van de Amsterdamsche Ex en Import Mij. (Amexima), zooals bekend'de Holl. afdeeling van het Barmat-concern, ge dagvaard, teneinde door den officier van justi tie in verhoor te worden genomen. Dividend- en tantiemebelasting. Naar de „Res.bode" verneemt, zal de gewijzig de dividend- en tantiemebelasting 1 Mei van kracht worden. Zij zal buiten toepassing blijven voor de heffing van de belasting terzake van uitdedingen en salarissen, betrekking hebbende op een boekjaar, dat vóór dien dag is geëindigd. Ziekteverzekering. Het bestuur van het R. K. Werkliedenverbond zond aan de R. K. Fractie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal onderstaand schrij ven Bij de Tweede Kamer is nog aanhangig het ontwerp-Ziekte- en Ongevallenwet, ingediend bij Koninklijke Boodschap dd. 5 Februari 1925. Dat het totstandkomen van een wettelijke regeling der ziekteverzekering voor de arbeiders i,Waarom dan niet kleine Zijt ge nog immer kwaad om wille van den neger vroeg Edmond, vriendelijk lachend. Een oogenblik keek de jon gen den student vorschend aan dan sprak hij „Zwart ben ik in 't gezicht en aan mijn handen, dat weet ik, maar ik ben toch geen bedeljongen en daarom neem ik geen geld aan. Maar zóó hebt gij het ook niet gemeend, dat zie ik nu," voegde hij er trouwhartig als ter verontschuldi ging bij. „Zeer zeker heb ik het niet kwaad bedoeld, kleine, maar waaruit ziet gij dat „Nu, dat lees ik op uw gezicht, gij bezit niet die inbeelding, als die andere met de bonte studentenmuts op het hoofd, zooals gij er ook een draagt, en gij houdt mij ook niet voor een bedeljongen, wijl ik hier kolen zoek." „Maar kleine, hoe zou ik dat ook kunnen Gij raapt zeker kolen voor uw moeder, om daarop het eten vuur U to koken en opdat zij aldus de dure kolen niet behoeft te koopen. Dat is een eerlijke rechtschapen'arbeid en dien moet toch een ieder, die een weinig nadenkt, lo\en. Daarenboven is bet toch beter, dat de kolen uit de steenén gehaald en gebruikt worden, dan dat z.e vergaan, later onder den druk der steenen gaan broeien en door de uitstroomende gassen de lucht in den omtrek bederven." „Dat is waar", zei de knaap, terwijl een vrien delijke trek óver zijn door kolen zwart geworden gelaat kwam „daaraan heb ik tot heden nog Van het hoogste belang is, behoeft ongetwijfeld voor U H.E.G. geen betoog. Evenmin zijn vele woorden noodig om dc urgentie dezer regeling aan te toonen, nu reads ongeveer 20 jaren pogingen zijn aangewend om het tot eene wettelijke regeling te brengen, wat tengevolge van politieke omstandigheden nog steeds niet is gelukt. Zijn wij goed ingelicht, dan dreigt deze Re- geeringsperiode weer te eindigen zonder dat deze dringende aangelegenheid zal zijn afgedaan. Dit zou voor de arbeiders een ontzettende teleurstelling zijn. Wij meenen daarom verplicht te zijn de aan dacht Uwer Fractie op de zaak te vestigen en verzoeken met den meest mogelijken aandrang al datgene te doen, wat een spoedige totstand koming der wettelijke regeling kan bevorderen. Stads- es Gewestelijk Nieuws. De nieuwe Carmel. Welwillend door den zeereerw. Rector daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben wij gister den nieuw-bouw van het Theresianen-klooster in de Warande bezichtigd, welke z'n voltooiing met rasse schreden nadert en reeds Dinsdag na Paschen door den Hoogeerw. Deken Schraag plechtigd zal worden ingezegend. Met groot genoegen zullen onze lezers voor al vanuit de Nassaustraat had men er een goed gezicht op den bouw gevolgd hebben, die waarlijk als een sieraad voor den omtrek en dc geheele stad daar in prachtige lijnen en i'ris- sche, rustige tinten verrees Men denke echter niet, dat hiermee het nieuwe klooster klaar zou zijn, in de verste verte niet. Een derde gedeelte staaf er nu pas nog eenzelfde vleugel, bestemd voor 't noviciaat, komt er bij, verder nog aan de Nassaustraat-zijde een over dekte gang, zoodat men tenslotte een zuiver carré van gangen zal krijgen, omsluitend een binnenplein en dan wordt aan de Warande-kant, bij dit alles, dwars, naar voren aansluitend, een nieuwe kapel gebouwd, met ruimen ingang voor aan de straatTusschen deze kapel en den thans reeds gebouwden vleugel komt het z.g. koor, van waaruit de eerw. Zusters geheel vrij op het hoofdaltaar kunnen zien, zonder door de geloo- vigen in de kapel opgemerkt te worden, 't Aspect daar zal dus geheel veranderen en een grootschen vorm krijgen. Van den tuin blijft dan natuurlijk niet veel meer over, terwijl het gebouw, nu nog voor klooster gebruikt, waar schijnlijk later als RecLor-woning zal worden in gericht. Voor zoover 't nieuwe Ziister-convict er thans reeds staat, ontvangt men reeds een goeden in druk, van wat 't in den loop van den tijd in z'n volle uitgebreidheid belooft te worden. Treedt men de huidige sacristie-spreekkamer binnen, en men loopt dan naar het vertrek,rechts daarvan, dan schouwt men ineens in rechte ver binding in een der nieuwe kloostergangen, 't vierde gedeelte van het schoon-geprojecteerde carré. 't. Eerste vertrek dan rechts is een spreek kamer, waar aan de dwarszijde jn den muur een groote betraliede opening is aangebracht, de gelegenheid voor de Slot-zusters, om zich met haar bezoek te onderhouden. Scherpe punten pieken op dat traliewerk, door de Zusters „de doornen der wereld" genoemd. Naast dit ontvang-venster is een dicht, draaibaar loket aangebracht. Nog zullen later een tweetal kleine spreekkamers op deze hoogte worden ingericht. In de eerste dwarsgang, juist tegenover de trap naar boven, prijkt in een ovale nis in den muur een prachtige buste van niet eens gedacht." „Ziet ge wel Ge verricht met uwe kleine han den een nuttig werk en ge behoeft u om uw zwaï f gezicht zeker niet te schamen. Intusschen waren beiden thans bij een bocht van den grooten weg gekomen en sloegen hier een straat in die aan weerszijden kleine, ar moedig uitziende huizen van gelijken bouwtrant vertoonde. Zij stonden als soldaten in rij en gelid naast elkaar. Woont gij hier in de kolonie, kleine vroeg Edmond. „Ja, daar ginds in op één na het laatste huis." „Dan kent ge zeker ook de weduwe Volmer wel Plotseling bleef de knaap staan de kleine handkar ontschoot aan zijn handen. „Wilt gij naar. naar de weduwe Volmer vroeg hij .verbaasd, en zag daarbij den student met wijdgeopende oogen aan. „Inderdaad, ik wenschte haar te bezoeken, doch waarom schrikt gij zoo Is zij misschien ziek of van hier vertrokken. „Neen, zij is niet ziek én ook niet van hier vertrokken, maar zij is mijn moeder. Ik heet Bernard Volmer.En gij zijt Edmond Seeber. „Ja, Bernard daar zijn we nu reeds een kwar tier lang te zamen en kennen elkander nog niet eens Kom, geef mij uw hand, neefje (Wordt vervolgd) NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 1