VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
PASCHEN.
FiUILLËTOsM.
VERST00TEUNGE.
48ste Jaargang.
Zaterdag 11 Apyil 1325
S«, 14223
T 4. Telefoon Intercommunaal 85. Pn*tl,..« a«
BureauKOEMARKT 4 Telefoon Intercommunaal 85. Postbus 39
I maanden ƒ2.70, pe, week 20 cc„l, franco' p,r
EtZSTKSSSL tó'U n,,mme" 4 Za^.B.v«ndnum^
A d v e r t e n t i 6 n r 1—5 regels 1.75, eJk® regel daarboven 35 cent 3 m»»!
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen /S ct l rS
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven lorden op aanvS
toegezonden. Incassokosten worden berekend. nvraag
liratls-tlnfjovnllATii/ffr/okoring f Kill) hÏÏlmnclaUüf m-li^l- I.. g8Z0Dden- IncassokosteP worden berekend.
15bH wl,„vaaUI,,, ..d,,,.. vin,,.. fM v^^To
Dit nummer bestaat uit twee bladen den duivel in zijn hnrtTet'vlekkéloos Lam nar 1 lllll'*«ij™||"iia«iiiiaMiBai PI III i|ai)a!iii|MiLiHLVw
EERSTE BLAD.
In jubelende accoorden golven weer de blijde
alleluia's langs de gewijde gewelven onzer tem
pels. In de trotsche kathedralen zoowel als in
de nederigste bedehuizen galmt het verloste
menschdom zijn vreugde uit. Welk een verschil
met enkele dagen geleden, toen onze tempels
in rouwgewaad en treurzangen de folterende
smarten herdachten van Dengene, die voor ons
heil en welzijn is gegaan in den dood. Thans
klinkt het' snerpen der wreede geesels ons niet
meer in de ooren, geen brekend oog staart ons
meer aan van af het bloedig kruis op Golgotha's
kruin. Neen, heerlijk, zegevierend cn met stralen
de wonden ontstijgt Christus zijn donker graf
en daarom heeft het roerend miserére plaats
gemaakt voor den blijden zegezang van den ver
rezen Christus, daarom jubelt het christenvolk
zijn vreugde uit, daarom zingen de beierende
klokken het overwinningslied ter eere van den
triomfeerenden Godmensch en luiden licht en
blijdschap in het liait van den geloovigen
christen.
Majestueus, als de overwinnaar van dood en
hel, ontstijgt Christus zijn graf, zegevierend
toont Hij ons zijne van licht glanzende wonden
en van af zijn goddelijk gelaat straalt ons tegen
de glans der onsterfelijkheid en-zijn koninklijke
macht en heerlijkheid.
Het ware te wenschen, dat allen zondei uit
zondering mochten deelen in de Paaschvreugde.
Doch helaas, de klokken luiden niet voor allen
vrede en zaligheid in de ziel van Christus'
vijanden storten zij ontroering en diepen wee
moed. In blinden overmoed meenden de Fari-
zeën Gods almacht te breidelen en een zware
steen wentelde men voor Christus' graf. Voor
altijd moest die steen Hem, die het Licht en
Leven is, van de hulpbehoevende menschheid
scheiden.
En ziet, juist die zware grafsteen wordt het
blijde teeken van Christus' zegepraal die graf-
stèèn'is geworden de grondsteen van ons geloof.
lj)e steen, welke Christus nederlaag moest ver
kondigen is- geworden de kansel, waarvan liet
teerst door den engel de verrijzenis is bekend
f, ge ma a kt.
Zoo werden de booze plannen van Gods vij
anden verijdeld en zij zijn geworden tot hun
■a eigen schande en onmacht. En nog niet geleerd
door dit wonderbare feit van Gods almacht geven
de vijanden der Kerk hun vermetel pogen nog
niet op..Zij wijden het Paaschlam hunne zangen
niet, maar wel hun woede en haat en zij ver-
smaden de erbarming en de genade van den voor
hen gemartelden Christus. Gelijk de trotsche
Farizeen verloochenen zij Hem en blijven met
hardnekkigheid Zijne verrijzenis ontkennen,
wel overtuigd, dat de erkentenis van dat glorie
vol feit een einde moet stellen aan hun zelf
zuchtig en zondig leven. Niet in geloovig ver-
I rouwen zien zij op naar het geopend graf des
Ifeeren, maar in hun blindheid zinnen zij op
middelen om de glorie van den verrezen Christus
te verbleeken. En geen wonder, door zijn dood
en glorievolle verrijzenis heeft de zegevierende
Christus den duivel overwonnen en deze Vorst
der duisternis, vol haat wegens zijn geleden
nederlaag zal zich tegen zijn glorievollen over
winnaar blijven verzetten en Hem afbreuk doen
zooveel hij kan. Hij zal Hem belagen en aan
Zijne vijanden overleveren; gelijk Judas met
15)
„Maar waarom hebt gij uw jas uitgetrokken
vroeg Lena glimlachend „gij wildet mij toch
palm afsnijden voor morgen."
Ja zeker den palm zult gij hebben zei hij
,maar daarvoor is het nog tijd genoeg. Nog een
vraag, Lena Heeft de Pastoor u ook gezegd
hoe de Pater licet, die bij ons komt
„Ik geloof, dat hij hem pater Dominicus
noemde."
„Zoo, zoo Pater Dominicus Wat meent gij
wel, zou hij vanavond reeds preeken .i]{ pe_
doel". De oude kuchte eenigszins verlegen, „ik
meenals de Pater reeds dezen avond zou
preeken. en ik was. hum. niet in de
kerk geweest. dat zou hij spoedig bemerken,
wat voor een oude zondaar zijn gastheer is.
hm. meent gij ook niet, Lena
„Ja, dat is te begrijpen", zei de huishoudster,
genoegelijk glimlachend, deels van vreugde over
de opvallende verandering, die in zoo korten
tijd in den ouden lieer had plaats gegrepen, deels
ook om de grappige verlegenheid, waarin zijn
toestand hem bracht. „Nu daar is gemakkelijk
aan te ontkomen," ging zij op ernstigen toon
voort „wanneer gij aanstonds de eerste preek
den duivel in zijn hart het vlekkeloos Lam naai
de keel sprong en Hem in de handen steldeZijnei
hateren. En zoo bedient diezelfde vorst dei
duisternis zich nog van verschillende Judassen,
in wier harten hij de haat tot den verrezen Cliris-
rus aanwakkert om den overwinnaar van hel
en dood te bestrijden en zijn rijk te vernietigen.
Door den geest van den Satan beinvloed heelt
men den Zaligmaker het slijk der verguizing
nageworpen men heeft getracht Zijne leer tof
een fabel, een legende of mythe terug te brengen.
Men heeft zijne wonderen geloochend. Het won
der der verrijzenis heeft men getracht weg te
redeneeren. Men heeft de schijndoodhypotlu.se
uitgevonden; als zou Christus niet werkelijk
gestorven en slechts schijndood geweest zijn.
Anderen, de onhoudbaarheid dezer stelling in
ziende verkondigen de bedrog-hypothese, als
zouden de leerlingen het lichaam van hunnen
meester weggenomen en aldus een reusachtig
bedrog gepleegd hebben wederom anderen
namen hunne-toevlucht tot de visioen-hypothe
sen bewerende, dat de leerlingen niet wilden
bedriegen, maar zelf bedrogen zijn, daar Christus
hun niet werkelijk verschenen is, doch zij het
slachtoffer geweest zijn hunner persoonlijke
visioenen, zinsbegoochelingen en phantasie-becl-
den. Ja, de goddelooze Renan durfde zelfs be
weren, dat de leerlingen de gehecle geschiedenis
van Christus' verrijzenis maar verzonnen hebben
ter verheerlijking van hun geliefden meester.
Zoo botvieren de vijanden der Kerk hun haat.
tegen den verrezen Christus en in hun blindheid
komen zij tot de dwaaste stellingen, welke hen
belachelijk maken in het oog van ieder verstan
dig nrensch. En dergelijke dwaasheden noemt
men dan wetenschappelijke verklaringen van
het ontstaan der verrijzenis-legende en na der
gelijke dwaasheden, meestal in geleerde vormen
te hebben opgedischt durft men triomfantelijk
uitroepen „ziedaar hoe de wereld gekomen is
aan het geloof in den verrezen Godmensch."
Ja, die mannen moet de haat tot den verrezen
Christus wel diep in het bloed zitten, doch door
hunne toevlucht te nemen tot dergelijke klein
zielige bestrijding en dwaze ongerijmdheden
geven zij duidelijk hun onmacht te kennen en-
leveren zij zelfs een indirect bewijs voor de
waarachtigheid van Christus' verrijzenis. Zoo
dragen die dwazen in navolging der Farizeën
in hun oog zware grafsteenen aan om Christus
voor immer voor ons te verbergen, maar die
grafsteenen, in ons oog zoo nietig, verkondigen
ons luide hun schande en vermetel pogen' en
bevestigen ons juist in geloof aan Christus' glo
rievolle zegenpiaal.
1 rots alle aanvallen der moderne Christus
haters jubelen wij telken jare ons dankbaar
„credo" bij het geopend graf des Heeren. „Resur-
rexit, sicut dixit" Hij is verrezen, gelijk Hij
gezegd heeft dat ge'ooven en be'ij den wij, m
de volste overtuiging', dat dit geloof 111 den ver
rezen Godmensch ons tot heil en vrede strekt. In
Zijn glorievolle verrijzenis begroeten wij het
symbool en den grondslag Van onze eigen glorie
volle opstanding op den jongsten dag en daarom
juichen en jubelen wij, omdat, nu Christus ver
rezen is, ook wij eenmaal uit het donker graf
zullen opstaan en met onze verheerlijkte licha
men het rijk van Christus zullen binnengaan.
En het is daarom, dat de ongeloovige critici,
steeds hun scherpste pijlen op deze wonderbare
gebeurtenis gericht hebben, wel overtuigd, dat,
indien zij dit feit konden te niet doen, het chris
tendom met wortel en al zou zijn uitgegroeid.
De verrijzenis van Christus is en blijft het
groote levensfeit van liet christendom, welk feit
wij telken jare in dankbaren jubel herdenken en
al mogen wij met St. Thomas onze vingers niet
steken in Christus' verheerlijkte wonden cn
onze hand niet leggen in de wonde Zijner H.
Zijde, toch vallen wij met een levendig geloof
den verheerlijkten Meester te voet en stamelen
met blijdschap des harten en met dankbaie ziel
ons „Dominus mens et Deus meus".
Jubelt dan luide en dankbaar uw alleluia,
Surrcxit Christus, spes mea Christus, onze hoop
is opgestaan en wij met Hem uit het graf onzer
zonden en nu wij weer in het blanke genadekleed
en reine onschuld staan voor den driewerf H.
God, nu moeten wij er zorg voor dragen, dat
onze paaschjubel geen voorbijgaande vreugde zij.
Christus eenmaal gestorven, sterft niet meer.
Ziedaar ons voorbeeld. Niet meer sterven aan
de zonde, maar met Christus blijven leven en
smetteloos bewaren ons blank gewaad door
onschuld ten einde toe, opdat, als het bazuinge
schal der engelen ons uit den doodenslaap zal
opwekken, ook onze verrijzenis, gelijk die van
Christus, heerlijk moge zijn.
O. S.
Buitenlandse!! Nieuws,
FRANKRIJK.
Herriot.ge'v-allen,
Bij de behandeling gister in den Senaat van
een interpellatie jvan den oud-minister van
Financiën Marsal over definancieele politie!
der regeering, stelde Herriot de vertrouwens
kwestie. De motie van vertrouwen werd daaroj
met 156 tegen 132 stemmen Verworpen. Na de
verwerping van de motie van vertrouwen ham de
Senaat een motie van wantrouwen $an met 163
tegen 0 stemmen.
Daarop begaven de leden der regeering zich
naar het ministerie van Buitenlandsche Zaken,
ten einde een collectieven ontslagbrief op té
stellen. Het verzoek om ontslag werd onmiddel
lijk na dezen ministerraad aan den president dei-
republiek Doumergue overhandigd, die het
ontslag aanvaardde.
DUITSCHLAND.
De presidentsverkiezing.
Hindenburg heeft een telegram gezonden aan
Jarres, waarin hij het betreurt wegens de on
gunstige verkiezingsvooruitzichten van Jarres
tegen zijn wil de candidatuur te hebben moeten
aannemen. Hindenburg hoopt het vaderland,
indien gekozen, nlg vele diensten te mogen
bewijzen.
Dit telegram heeft groote verwarring en
ontzetting veroorzaakt in het rijksblok, wijl
het bewijst hoe slecht Hindenburg op politiek
gebied is ingelicht. Het Reichsblok verklaar
de nog denzelfden nacht dat in het telegram
een seinfout was geslopen
Het blijkt meer en meer dat de groot-industrie
ten zeerste ontstemd is over de candidatuur-
Hindenburg, aangezien de buitenlandsche poli
tiek in gevaar wordt gebracht.
bijwoont dan kunt gij er over medespreken.
„Ja, maar wat zullen de menschen wel zeggen
Zij zullen mij met den vinger nawijzen, meenl gil
ook met, Lena b J
„Een goede mensch zal zich er over verheugen
en wat anderen denken, dat moet u onverschillig
zijn mijnheer Seeber heeft zich toch immer
bitter weinig om het praten der menschen be
kommerd, dat zal hij toch zeker op zijn ouden
dag ook niet doen Overigens heeft ieder in de
dagen der missie genoeg met zich zeiven te doen
om anderen behoeft hij zich niet te bekommeren.''
„Lena gij zijt toch wezenlijk slim en gij draagt
de kap waarachtig niet tevergeefs."
De oude man begon dus reeds meer te schert
sen dat was een goed teeken, want sinds lange
jaren was hem dit niet ingevallen.
„Ik geloof, dat we gewonnen spel hebben"
dacht Lena, doch zij was slim genoeg om het
met openlijk te laten blijken. In zulke gewichtige
omstandigheden moet men immers steeds met
omzichtigheid te werk gaan
In groote scharen stroomden de geloovigen
naar het kerkgebouw, waar dezen avond de
I. Missie zou geopend worden. De oude Seeber
was een der eersten, die de kerk betraden. In dc
nabijheid van den preekstoel zocht hij zich een
geschikt plaatsje, uit, eenigszins verscholen
achter een pilaar, waar hij beveiligd zat tegen
de nieuwsgierige blikken der menigte. De on-
JAPAN EN RUSLAND,
De Japansche minister van buitenlandsche
zaken Shidehara heeft door bemiddeling van
den Japanschen gezant in Parijs, graaf Ishi
een verklaring over het op 20 Januari j.I. geslo
ten Russisch-Japansche verdrag, hetwelk de
betrekkingen tusschen beide staten regelt, doen
toekomen.
Deze verklaring is bedoeld als een poging
om de allerwege in de pers opduikende geruch
ten, dat Japan een zeer nauw politiek verband
niet Rusland gesloten heeft, te weerleggen.
PALESTINA.
Naar uit nadere berichten blijkt, zijn de on
lusten, welke na Balfours aankomst in Da
mascus als gevolg van de anti-Zionistische
stemming onder de bevolking zijn uitgebroken,,
niet zoo onbloedig verloopen als de eerste
telegrammen deden vermoeden. Bij de botsing
n.I. tusschen de gendarmerie en de bevolking
zijn twee demonstranten gedood, terwijl drie
gendarmes gewond werden.
Nader verluidt Balfour is naar Beiroet
vertrokken, waar hij zich aan boord van een
stoomschip begaf.
i "etMkIel°e aantal slachtoffers der onlusten,
dat oflicieel geregistreerd is, is geenszins een
aanwijzing omtrent den waren aard der onlusten
Dat er niemand gedood werd, is uitsluitend
te danken aan de dapperheid en de koelbloe-
dightid der Fransclie politie, die nimmer haar
tegenwoordigheid van geest verloor.
Binnenland.
I)e Rotterdanische Bank,
Het Iweede Kamerlid Schaper heeft de vol
gende vragen gesteld aan den minister van
financiën
Is de minister bekend met het feit, dat de
gedelegeerde commissaris der Rotterdanische
Bankvereeniging, die in de algemeene vergade-
ring van .aandeelhouders dier instelling op
2b October a.l. als zoodanig is benoemd om
inzonderheid voor de belangen van de Rotter-
damsche Bankvereeniging te waken, een reinu-
neratie van 150,000 geniet
Is het den minister bekend, dat tegen het
bedrag dezer remuneratie door commissarissen
der Rotterdanische Bankvereeniging bezwaar
is gemaakt, doch dat zij onder pressie van de
directie der Nederlandsche Bank voor de eischen
van den nieuwen functionaris zijn gezwicht
Nederland en Belgie.
Ter gelegenheid van dc onderteckening van
het Nederlandsch-Belgischc verdrag is aan
jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck, voorzitter
van den Nedertundschen ministerraad, en jhr
van Karnëbeek, minister van buitenlandsche
zaken, liet grootkruis van dc Leopoldorde
verleend. Aan jhr van Vredenburgh, gezant
van Nederland te Brussel, is het grootkruis van
de Kroonorde verleend.
rust der laatste dagen had zich in de horst van
den grijsaard opgekropt tot een hem onverklaar
baar gevoel van spanning; hij kon liet zich niet
verhelen, dat hij voor een keerpunt stond in
zijn leven. Hoop en vrees deelen zijn polsen
sneller kloppen en toch kon hij niet zeggen
Wat hij eigenlijk hoopte en vreesde.
Als een berg drukte het hem neder duizen
derlei gedachten kwamen hem bestormen hij
gevoelde zich vreemd in het huis Gods en toch
was het voor hem geen onbekende, maar veel
eer was hij zelf hier een vreemde, een onbekende
geworden. En toch sprak een inwendige stem
hem toe, dat hij moest voortzetten, wat hij thans
begonnen was. Innerlijk was hij toch blij dien
stap te hebben gezet. Een oogenblik wist hij
niet, wat aan te vangen. .het duizelde hem voor
oogen hij hield' zich aan den rand der bank
vast.
„Heer, help mij, of ik verga", welde het zach-
kens als een diepe zucht uit zijn ziel. Dat was
de eerste angstroep eener lang ingeslapen ziel
lot haar schepper Gods genade had haar aan
geraakt.
Daar weerklonk het geklingel der bel op het
priesterkoor een hooge, ranke gestalte, in het
lange bruine gewaad de-zonen van Sint Francis-
cus met den witten cingel om de lendenen, trad
uit de sacristie voor het aldaar, bleef ccnige
oogenblikken nedergeknield en schreed dan door
Bedevaarl-treiuen bij de
Ned. Spoorwegen.
i de besturen der processies naar Kevelaar
van O denzaal, Denekamp, Enschedé, .Leiden.
Rotterdam Hatert, Maastricht, Breda, Veghel,
Leeuwen Hel, Etten (G.), Amsterdam (2),
Zwolle, feneek, Groningen, Didam, Limburg,
s-Bosch RJburg (4 proc.), Bokhoven, Gouda,
Utrecht, Schiedam, Kaatsheuvel, Rijnland (2),
'|01,. (^en cn Almelo is een schrijven
gein 1,0, te directie der Ned. spoorwegen van
den volgenden inhoud
liet zal uwe directie evenals ons niet Onbekend
zijn, dat de jaarlijkse,hè processies natir Kevc.Iaar
niet meer dat getal pelgrims tellen als vroeger,
dat ook verschillende processies niet kunnen
vertrekken, wijl er te weinig deelnemers zijn.
Do oorzaak wijten de processiebesluren aan
de dure prijzen der spoorwegen. Als voorbeeld
wordt aangehaald dat in 1924 voor de Olden-
zaalsche processie (traject OldenzaalGroes-
beek) een minimumopbrengst geëischt werd
van 1285, hetgeen een minimum getal pel
grims vertegenwoordigt van 200. Voor 200
pelgrims kan er dus een extra trein loopen.De
de dicht opeengepakte menigte naar den kansel.
Een oogenblik liet de Missionaris zijn blik
met welgevallen weiden over de breedc schare
en oe oude Seeber meende, dat zijn oog op
hem bleef rusten. Zonderling gevoelde hij zich
daarbij te moede. Dat edel gelaai, die diepblauwe
oogen, dat hooggewelfd voorhoofd meende
hij in zijn leven meer gezien te hebben. Doch
hij vond den tijd niet daarover langer na te den
ken, want reeds klonk het op welluidendcn toon
door de stilte der kerk „Heden, wanneer gij
mijn stem verneemt, wilt dan uwe gemoederen
niet verharden
Seeber voelde een rilling door zijn leden varen
die stem hwam hem, eenigszins bekend voor.
Doch thans vloeide een treffende predikatie
over dc lippen des redenaars, die hem geheel
medesleopte. Hij schilderde in gevoelvolle
woorden de dagen der genade, die voor allen
thans waren aangebroken,voor jongelingen, man
nen cn grijsaards, -voor Vrouwen en maagden.
Allen noodigdc hij in den naam des Allerhoog
st™ uit om met ijver gebruik te maken van d> zen
heiligen tijd, die voor de parochie thans was aan
gebroken. Inzonderheid smeekte de redenaar met
aandrang degenen, die wellicht reeds jaren lang
ronddwaalden als Verloren schapen in de woe
stijn der zonde en godvergetenheid: „Hed n,
als gij mijn stem vernc- mt, wilt dan uw gemoe
deren niet verharden (Wordt vervolgd)
NIEUWE SCHÏEDA
COURAN