Europa en Sint Liduina.
•1380
1377
HEILIGE LIDÜINA.
1399
1433
ENGELAND
Richard II
—-3- v 'T&—
1413
1422
WvoliCL.
1381 Opstand
Hendrik IV
Hendrik V
Hendrik VI
(1461)
1415
SI. bij Azinjcourt
(1339) 100-JARIGE OORLOG (1453)
14|20
Veridrag v.; Troyes Orleans ontzet
(1453)
1429
Jeanne d'Arc 1431 -f-
1380
1415 1422
FRANKRIJK
Karei VI
Karei: VII
(1461)
1407
Hertog v. Orleans, -f
1435!
Vrede v. Atreclit.
1420
Troyes
BOURGONDIË 1363 Filips de Stoute
1404 lil 9
Jan zonder Vrees
Filips de Goede
(1467)
PAUSEN.
1378
Het z.g. Schisma.
In de Bijbelsche geschiedenis hebben wij
allen het verhaal gelezen van de verwoesting
door vuur en zwavel van Sodoma en Gomorrha.
Waren er echter tien rechtvaardigen aanwezig
geweest, de Heer zou hen ter wille Zijn straffen
de hand teruggetrokken hebben. De deugden dier
weinigen hadden in zekeren zin even zwaar
gewogen als de zonden der overigen. Er bestaat
dus een balans of beter een wet van het even
wicht van goed en kwaad. Gods barmhartig
heid houdt dus Zijn Almacht als 't ware binnen
bepaalde perken. Daartoe moet de mensch
zelf bijdragen zoo wil Hij het Een machtelooze
verleent hulp Een schepsel doet de schaal door
slaan naar de goede zijde En hoe Gebeden,
verstervingen eisc.ht de Schepper om herstelling
te geven voor de misdaden onzer medemenschen.
Altijd de eeuwen door werden er heiligen gevon
den, die door geduldig verduren van hetgeen hun
vereischt werd, vele rampen hebben afgeweerd
Zij boetten niet hun eigen zonden zoozeer als wel
die van hun naasten. Zeker, ziekten en zeerten,
oorlogen en hongersnooden en nog veel meer be
daren ten deele Gods toorn. Maar ook andere
middelen staan Hem ten dienste en wel in de toe
wijding en opofferingsgezindheid Zijner lieve
lingen bij uitstek, Zijner uitverkorenen, onzer
heiligen, bekenden of onbekenden. Eén van hen
was Liduina uit liet stedeke Schiedam. Zij was ge
lukkig in en door haar lijden zelfs vroeg en ver
kreeg zij meer en steeds meer smarten tot ver
mindering of tegenhouding van de straffen der
ellendige wereld. De ellenden dier dagen Het
onderwerp van dit opstel. Geen praehtschiklerij
is het, dat ik U zal tonnen. Schrikt niet terug
Eén lichtpuntje Eén keurig tafereeltje slechts,
dat door de donkerte zooveel te schitterender
uitkomt een maagd in wapenrusting
In Europa dan waren moord en overspel sche
ring en inslag. Wij mogen en kunnen niet in bij
zonderheid treden. Ondoenlijk is het, van elk
potentaatje melding te maken. Voor één zoo een
weelderigen weekeling zij U met schromen
iets van diens wreedheid verhaald. Een staal
van monsterachtigheid. De wellusteling heet
Peter d.e Wreede. Zijn minnares was gestorven en
begraven. In een opwelling van waanzin laat
hij het lijk opgraven, op een troon plaatsen,
kleeden met koninklijk gewaad, kronen met een
diadeem. Dan dwingt hij alle hovelingen, beur
telings de koude kille hand te kussen van het
cadaver zijner geliefde. Men gruwt er van
Ook hier in Holland heerschten vreeselijke toe
standen. Het was de tijd der Hoeksche en Kabel-
jauwsche twisten. Ik wil er dit keer niet veel van
zeggen. Maar is het niet verschrikkelijk, iemand
opzettelijk, uit wraak levend te begraven Men
deed het toen bij Schoonhoven. Allairt Beilinc
was het slachtoffer (1425).
Het zou te veel van Uw aandacht gevergd
zijn, de geschiedenis van geheel ons werelddeel
te behandelen, zij het ook beknopt. Twee rijken
stonden toen in nauwste betrekking tot, elkaar
n.l. Engeland en Frankrijk. Van vriendschappelij-
ken aard was de verhouding niet. Zij voerden
den meer dan honderdjarigen oorlog (1339—1453)
In Engeland werd de 10-jarige Richard II
het hoofd van den staat. Vroeger vooral kon
het „wee"geklaagd worden over het land welks
koning een kind was. Dan bestookten elkander
de hooge edelen, om meer macht en invloed
te gewinnen in of buiten het regentschap. Er
ontstonden partijen, die het belang des lands
achter stelden, bij hetgeen zij hun of haar be
lang dachten (1377). Toch profiteerde Frankrijk
niet van Engelands binnenlandschen toestand,
om den oorlog met kracht door te zetten. Ook
daar kwam in 1380 een jongeling op den troon,
Karei VI. Ook hier twist een tweedracht En
de Kerk kon haren vredestaak niet verrichten
Ongeveer 70 jaren stonden de pausen onder
Franschen invloed en zetelden zij niet te Rome.
Op aandrang van Catharina van Siena koos Gre-
gorius XI weer de eeuwige stad als residentie.
Een jaar later in 1378 stierf hij. Urbanus VI was
de nieuwe paus. Hij bleef te Rome. Dit was vele
Franschen niet naar den zin. Men opperde be
zwaren tegen de wettigheid der verkiezing. Een
tegenpaus was spoedig gevonden. Deze woonde
te Avignon, wel gebied der Kerk maar geheel om
ringd door Franschen grond. En dit volgde de
christenheid raakte verdeeld, niet in leer, maar
in gehoorzaamheid aan waren en die aan val-
schen paus De middelen van verkeer van ver-
1417
Martinus "V
binding waren gebrekkig Een slecht gerucht was
niet spoedig genoeg, of zelfs te laat weersproken.
Dit z.g. schisma duurde van 1378 tot 1417. Een
tijdje lang waren er drie pausen Eén van hen
slechts kon aanspraak maken op ritel en macht,
dat spreekt. Een groote verwarring kwam er
uit voort. Ook heiligen dwaalden te goeder trouw
wat betreft de gehoorzaamheid aan den paus.
Ware de Kerk een menschelijk maaksel, zij had
door zulke schokken en stooten opgehouden te
bestaan. Juist wat wij warboel weten, is het be
wijs, dat- de Kerk door God gegrondvest werd.
Is het wonder, dat er ketterijen ontstonden
In Engeland leeraarde Wycliffe tegen paus
dom, tegen het IJ. Sacrament des Altaars, „egen
dit leerstuk en dat dogma. Hij vermeerderde
de ontevredenheid op het gebied van den
godsdienst. Hij kon bogen op groot succes,
want men was al ontevreden over de regeering
van het regentschap, en de boeren waren niet
te spreken over hun heeren. Gewikste, gewet.en-
looze mannen hitsten de boeren op. Reeds in
1381 waren zulke volksleiders knap in 't uit
denken van leuzen tot aanzetting van den klas-
sestrijd. John Ball sprak „Wij stammen allen
af van éénen vader en ééne moeder. Zijn de
edelen meer dan wij
Toen Adam spitte en Eva span, (=spon)
Wie was er t.oen een edelman
Een ander, Jack Straw, gaf als het eenige mid
del aan, om de sociale kwestie op te lossen
alle rijken van kant te maken. De boeren kwa
men tot opstand. Als voorloopig doel werd aan-
gepredikt, Londen te vermeesteren. Richard II
was toen 16 jaar, maar meer moed betoonde hij
dan zijn ministers. De jongeling trad de menigte
tegemoet, was kwistig met beloftenenoverreedde
de massa, huiswaarts te gaan. Niet allen lieten
zich zoo ompraten. Een zekere Watt, Tyler leidde
hen. Nu of nooit Richard II stemde toe in een
onderhoud met Watt Tyler. Hun redelijke ver-
S. LYDTWINa vrnae ^CHIEDAMKNSIS.
(XzJ/pf •■■■fijjf.l-riari niji ju Cruis ^Dni nrj J,rju C:v
Oud prentje van St. Liduina,
gereproduceerd uit het proces der
heiligverklaring,
I Dat is het groot geheim van 't hart j
j Dat door de liefde lijdt
j Het vindt in pijnen en in smart
Zijn kracht en heerlijkheid.
Het leeft er door, schiet uit en groeit, i
De Rozelaar spruit op
j En straks als bloedend 't hart.vervloeit j
En sterft, van liefde en smart vermoeid,
j Staat 's harten Rozelaar volbloei cl
Al bloem uit iedren knop. j
I In liefde en lijden wonderbaar
Ontroerend- teere Maagd,
I Liduina, zelf de Rozelaar,
Dien Ge in visioenen zaagt,
j Geur uit Uw zoetheid van geduld
In 's levens droefenis
En word aan d'armen mensch, vol schuld
Van haat en bitterheid vervuld,
j In U weer 't Kruisgeheim onthuld
Hoe lijden schoonheid is I
j A. M. J. I. Binnewiertz.
j pr.
langens werden ingewilligd. Een der hovelingen
had het ongeluk zich te laten ontvallen, dat Ty
ler een dief was. De beleedigde trok zijn dolk om
hem te doorsteken. De tegenpartij had hulp bij
de hand en zoo werd in een wilde worsteling Ty
ler doodelijk gewond. Om der boeren wraak te
weerhouden, rijdt Richard naar hen toe en roept
„Ik wil uw aanvoerder zijn. Gaat mee naar de
velden, en gij zult hebben, wat gij vraagt."
Die tegenwoordigheid van geest gaf aan 's ko-
nings soldaten den tijd de bende te omsingelen,
te ontwapenen en uiteen te drijven. De gepleegde
gewelddaden werden door de overwinnaars met
wreedheid gewroken. De voornaamste leiders
werden gevat en ter dood gebracht. Het parle
ment achtte de koninklijke beloften van nul en
geener waarde. Kort daarna huwde Richard en
gebruikte deze gelegenheid, om een algemeen
pardon uit te vaardigen en zoo veler ongerustheid
weg te nemen. De edelen waardeerden niet de be
doelingen van den koning en omgekeerd. Weduw
naar geworden hertrouwde hij met een Fransche
prinses, een kind van pas zeven jaar. Aanleiding
genoeg, om hem verdacht te maken. Richard
werd achterdochtig, meende zijn leven in gevaar,
zag in den geest samenspanningen en ging over
tot arrestaties. Het gerecht dwong hij door twee
duizend gewapenden, zijn zin te doen en vonnis
te vellen. Nu voelde hij zich vrij en veilig men
vreesde nu voor zijn macht. In dit bewustzijn
ondernam de koning een tocht naar Ierland om
dit tot volledige onderwerping te brengen. Een
gevluchte neef, Hendrik van Lancaster nam deze
gelegenheid te baat, in Engeland te landen en
zijn verloren goederen te heroveren. Zijn aan
hang groeide dagelijks aan, grooter gewerden
toen ook zijn aanspraken. Eerst eischte hij zijn
verbeurd verklaarde landen terug, ten langen
laatste wilde hij koning zijn. Toen Richard te
rugkeerde, verliep zijn leger om dat van Hendrik
te versterken. Er schoot hem niets anders over,
dan zich gevangen te geven. Hij werd vervallen
verklaard en de vacature bezel, door Flendrik
IV (1399). De weinige getrouwen, die nog overig
waren, zagen zich titels en goederen ontnomen.
Ze lieten het er niet bij, zonnen op wraak, zou
den Hendrik vermoorden en Richard bevrijden,
maarverraad belette hun toeleg. Hendrik
van Lancaster wilde den ex-koning nu niet langer
laten leven. Een weinig daarna verspreidde zich
het gerucht, dat de afgezette koning voedsel
weigerde en den hongerdood gestorven was.
Veel verdriet, weinig genot gaf de hooge waar
digheid aan Hendrik IV. Menigeen bleef een
overweldiger in hem zien. Vandaar dat hij te
kampen had met opstandige edelen, die zich niet
voldoende beloond gevoelden voor hun aan
sluiting bij het huis Lancaster. Pas acht jaren
later kreeg de vorst de handen vrij, om zich met
de Fransche zaken te bemoeien. Daar was de
12-jarige Karei VI in 1380 zijn vader opgevolgd.
Ook hier dus speelden de ooms de baas, ook hier
regeerden laster, leugen en list. Te feller en ge-
ineen-lager kuipte men, omdat de jongeling, die
koning heette, aan vlagen van krankzinnigheid
leed. De inzet was dus, in zijn plaats het hoogste
gezag uit te oefenen. Filips de Stoute, hertog-
van Bourgondië en oom van Karei VI, stelde zic-h
zoozeer op den voorgrond, dat zijn woord alleen
ingang vond bij het koninkje. Dit huwde een
bruid door Filips uitverkoren. Koningin Isabella
was niet de zon, die de duisternis van 's konings
verstand verlichtte. Liefde en als-teri-leven-op-
wekkende blijheid konden denkelijk kracht geven
aan den willoozen Karei. Maar verdriet en on
trouw bezorgde hem Isabella. De hertog van
Orleans, broeder van den ongelukkigen vorst,
treft in dezen veel schuld. Na het afsterven van
Filips had hij den machtigsten invloed door de
gunst der koningin (1404Jan zonder Vrees, zoon
van Filips den Stouten, verdroot dit. Op een
donkeren avond van het jaar 1407 werd Orleans
aangevallen en vermoord. Neef Jan was ook op
de begrafenis en treurde tot tranens toe over het
verlies in de familie. Een schrale troost, maar een
voldoening als het ware, werd de tijding, dat
het hof een onderzoek zou instellen naar de
aanrichters van de misdaad. Tot een oom zei
Jan „JA- heb dit alles gedaan, de duivel verleid
de me." En vlug ontvluchtte hij Parijs. De bur
geroorlog begon. De partij van Orleans had een
aanvoerder in Bernard d'Armagnac. Armagnacs
en Bourguignons wapenden zich.
Hendrik IV van Engeland meende hieruit
munt te slaan, door nu eens die dan weer de
andere partij van dienst te zijn en zoo doende
Frankrijkst krachten te verzwakken. Doch Hen
drik was op zijn veertigste jaar al een gebroken
man. Een beslissing van den oorlog was van hem
niet te verwachten. Daarbij vervulde het gedrag
van d.en kroonprins hem met droefheid. De zelf
zuchtige zoon zocht zijns vaders ziekte tebenutten
om de macht in handen te krijgen. Niets ware
hem liever dan zoo spoedig mogelijk als Hendrik
V op te treden. In 1413 stierf vader en zoonlief
had zijn zin. Een echt soldaten-koning Uit
was het met dat slappe gedoe, met moed her
vatte hij den oorlog. Hij wist dat de Bourguig
nons neutraal zouden blijven. Met een gedeelte
van het vijandelijk leger kreeg hij het dus te
kampen. Driemaal stak de koning het Kanaal
over, en evenveel keer had hij geluk. De eerste
tocht geschiedde in 1415.
De Engelsehen landden bij IJarfleur, welke
vesting vermeesterd wercl. De overwinnaars
hadden evenwel veel verliezen geleden. Hun
direct doel was nu, Galais te bereiken. Deze
plaats was n.l. al vroeger veroverd. Daar vond
men alles om het leger te herstellen desnoods
kon men vandaar terugkeeren.
De koning koos den kortsten weg over een
doorwaadbaar gedeelte van de Beneden-Somme.
Hij vond den toegang terdege versterkt. Langs
den linkeroever dezer rivier marcheerden de
troepen langs Amiens, staken boven Péronne de
Somme over en gingen den weg naar Galais op.
Ze waren halverwege, juist op 't smalste gedeelte
tusschen twee dorpen, toen zij een Fransch leger
tegenover zich zagen. De dorpen, waarvan Azin-
court het voornaamste was, waren door heggen
omgeven, dus óf terug óf voorwaarts. Hier be
haalden de Engelsche boogschutters de overwin
ning op de zwaargewapende Fransche ruiterij,
dank zij den doorweekten grond. In den regen
had Hendrik dus een ongedachten bondgenoot.
Nu bereikte men gemakkelijk Galais (1415)
Benut werd de overwinning verder niet. De
tweede expeditie had plaats in 1417. Geheel
Normandië kwam in Engelsche handen. Alleen
de stad Rouen bood ernst.igen tegenstand, en
wel een half jaar lang. Bij gebrek aan beter at
men hondenvleesch een muis stond in waarde
gelijk met 8 francs. De honger noopte dan ook
tot overgave.
Terwijl woedden de binnenlandsche twisten.
Jan zonder Vrees probeerde om in Parijs te
komen en er de lakens uit te deelen. Liet gelukte
niel. Hij stelde zich dan maar tevreden met de
ontvoering van de koningin om in haar plaats,
uit haar naam, zoogenaamd te regeeren. Dat
ging wél door. Karei VI, die zoo nu en dan helde
re oogenblikken had, was nog steeds in Parijs.
Er bestonden dus twee gouvernementen. De
hoofdstad moest Jan in bezit nemen, om de volle
macht te genieten. Geld en verraad openden
hem.een poort. De kroonprins kon bijtijds weg
komen 19 jaar achtereen zou hij geen voeL in
zijn hoofdstad zetten Begrijpelijkisdevoorspoed
der Engelschen. Éénheid ware het wachtwoord.
En waarlijk wendden beide partijen pogingen
aan om daartoe te geraken. De onderhandelingen
verliepen vlot en de zaak was zoo goed als be
klonken, toen alles weer vertroebeld werd dooi
den geheimzinniger. Bourgondiër. Nog eenmaal
trad de kroonprins op tot. behoud of beter tot
verkrijging van den binnenlandschen vrede. Een
samenkomst van hem met den hertog kon veel
uitwerken. Kareis volgelingen grepen gehe< 1
onverwachts Jan Zonder Vrees en vermoord
den hem op een brug over de Yonne (1419). Het
spreekt dat diens zoon, Filips de Goede, de En
gelsche zijde koos. blij sloot zelfs een verdrag met
den vijand des lands (1420). Een duivelsch ver
drag lo.Hendrik V zou huwen met de dochter
van den krankzinnigen Karei, zijn vijand. 2o.
Hendrik V bekwam het regentschap tot 's ko
nings dood, dan zou hij ook koning worden.
3o. De echtgenoote van Karei V liet zich de
verplichting opleggen, haar man tot goedkeuring
van deze overeenkomst te bewegen.
En werkelijk wachtte zij op een oogenblik, dal
des 'konings geesteskracht weer verdwenen was,
op een oogenblik waarop hij weerloos zijn gema
lin volgde, ook in het ongeluk. Het verdrag van
Troyes in 1420 werd a'dus een feit. Er lag in
opgesloten, dat de kroonprins van Frankrijk
werd onterfd en dat door toedoen zijner eigen
ouders. Juist dit is het schandelijke Maar toch....
menig Franschman juichte Hendrik V toe als
zijn toekomsligen koning, toen deze in 1422 voor
de derde maal geland was. Wel een bewijs van
de verdeeldheid welke heerschte onder het Fran
sche volk. Hendrik V zou evenwel niet de vreug
de smaken, drager van twee kronen te zijn nog
in 1422 eindigde zijn aardsch bestaan. Kort
daarna stierf ook zijn tegenstander Karei VI.
(TUtV