Prinses Lolo.
DAGBLAD VOOR SCHIB0AM EN OMSTREKEN,
FEUILLETOW.
48ste Jaargang.
Vrijdao 14 Augustus 1925.
Nó. 14327
BureauKOEMARKT 4. Telefoon Intercommunaal 85 Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertentiën: 15 regelr f 1.75tlke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden be ekend.
Gratis-Ongevallenverzekering f 5Ü0 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bij dood f 200 bij verlies van een
duimjlf6(n)ijverIies^an^ei^vqsvingeF^yUbjjira^
Dit nummer bestaat uit twee bladen
TWEEDE BLAD.
Binnenland.
Stenhuis contra Vliegen.
De heer Stenhuis, voorzitter van het Ned.
Verbond van Vakvereenigingen, schrijft thans
in „Het Volk" dat de door hem voorgestane
partij van den arbeid slechts een vraagstuk van
organisatorischen (niet-principieelen) en ecun-
dairen aard betreft.
Ik vermag mij aldus schrijft hij niet
warm te maken over formalistisch-organisato-
rische vragen.
Ik vind de vorming van een Arbeiderspartij,
bestaande uit de Partij cn de Vakveweging, een
gelukkige oplossing van vraagstukken, die
m.i. moeten worden opgelost, maar ik zal geen
blijvende amokmakcr zijn, als aan een andere
oplossing de voorkeur wordt gegeven.
Maar te meenen, dat de vakbeweging viermaal
zoo sterk kan worden als ze voor den oorlog was,
en toch politiek dezelfde positie kan blijven
innemen, is iets, waar ik niet bij kan.
Te veronderstellen, dat in een periode van
sociale revolutie als wij 1918 zijn ingetreden,
de organisatie en het optreden van de arbeiders
beweging in haar economische en politieke uiring
onveranderd kan blijven, acht ik een utopie.
Deze aangelegenheid moet onder oogen wor
den gezien. Troelstra heeft daarvoor indertijd
het initiatief genomen, door het instellen eener
commissie voor het politiek systeem.
Deze commissie is practisch overleden ik
beoordeel nu niet waardoor. Zij zou in anderen
vorm kunnen herleven en een deugdelijke be
spreking in onze beweging van de a'gemeene
poht'eke en economische vragen en in verband
daarmee die van taktiek en organisatie kunnen
voorbereiden.
De pohtiek en de taktiek en de ro1 en inv'oed
van de Partij en van de Vakbeweging in den
algemeenen klassenstrijd zijn daarbij de voor
naamste. De vraag, in welken organisatorischen
vorm dat gegoten zal worden, is secundair, al
zou naar mijn meening de stichting eener Ar
beiderspartij de meest gelukkige zijn.
De heer Stenhuis betoogt verder, dat het ook
ging om de vraag, of de socialistische arbeiders
beweging het optreden van een conservatief
kabinet za' beantwoorden met een sterke, goed
georganiseerde actie in het 'and, of dat zij het
za' 'aten bij een par'ementair debat met ver
worpen moties.
Als sociaaldemocraat, a's 'id en vertrouwens
man van de Partij, wensch ik, gaat de heer
Stenhuis voort, deze uits'ujtend par'ementair
georiënteerde po'itiek niet.
ITet gaat trouwens niet op, om zonder de
Partij gehoord te hebben, zonder over de taktiek
een behoor'ijk voorbereid debat in de Partij
te hebben gehad, de Partij vast te 'eggen op
de uitsluitend parlementaire taktiek, waarbij
de demonstratie behoort als versierings- of
opluistcrings-act.
In een tijd, waarin in Engeland de economi
sche machtsformatie van het proletariaat de
politiek van het rijk in zoo sterke mate gaat
beheerschen, heeft een socialistische partij een
andere taak.
De socialistische arbeidersbeweging van dezen
tijd moet de vraag oplossen, hoe het proletariaat
de macht in handen moet krijgen. Tot nog toe
is het te veel de gewoonte om, als die vraag aan
de orde komt. democratische f ra zes te stamelen.
Het is mijn overtuiging dat, zoo daar niet
mee gebroken wordt, in de naaste toekomst
het bolsjewisme in Europa een nieuwe kans
krijgt, wat ik een ramp zou achten voor de
arbeidersklasse, maar het noodwendig resultaat
van de taktiek der sociaal-democratie.
Stads- en Gewestelp Nieuws.
Rotterdam en Schiedam.
Een der Rotterdamsche berichtgevers van
het „Alg. Handelsblad" schrijft
Vele lieden, die hier geboren en getogen zijn
en die hier hun zaken hebben prefereeren het
te Wassenaar of te Den Haag te wonen en
hier alleen voor werkzaamheden te vertoeven.
Naast- deze categorie der gaanden valt een
aantal komenden op te merken. Nu wij door
de ergste malaise heem zijn herleeft de trek
naar de grootc stad. Rotterdam heeft altijd
veel inwoners van buiten tot zich getrokken.
Door oorlog en na-oörlogsmisere is daarin stil
stand gekomen, maar thans herstelt zich die
beweging langzaam aan.
Elders in den lande ziet het er met detoe-
standen en verhoudingen evenmin bijzonder ge
zegend uit als bij ons en menigeen, die in eigen
omgeving den strijd des levens niel met succes
gestreden heeft, probeert het dan maar liever eens
in deze grootc stad, waar al menige ruwe werker
de boterham gevonden heeft, die hij zoek'. Het
onderscheid tusschen de komenden en de gaan
den is dat de eersten een leege portemonnaie
meebrengen, die gevuld moet worden met een
portie van ons gezamenlijk inkomen,dat daardoor
daalt en dat de laatstcn een vaak niet slecht
gevulden buidel bezitten, dien zij buiten bereik
van de belasting garende gemeente stellen. Naast,
deze twee groepen komende en gaande enkelin
gen bestaat er nog een groepje min of meer in den
knoei geraakte gemeenten, dat den grooteren
buurman zoo acht, dat het, eigen zelfstandigheid,
eigen bezit cn. eigen schulden er wel aan wil
geven om bij hem te kunnen inwonen.
Zoo heeft de gemeente Pernis, die geheel be
klemd geraakt tusschen de Rotterdamsche ha-,
vens, reeds geruimen tijd geleden met zoo goed
als algemeenc stemmen van haar rcgecrings-
moeden gemeenteraad om annexatie gevraagd.
In Hillegersberg is de quaestie 'eveneens aan
de orde geweest toen daar verleden jaar het
burgemeestersambt vaceerde. Onder de bevol
king, die voor een steeds grooter deel uit Rot
terdamsche forensen gaat bestaan, was een
sterke beweging gaande voor inlijving bij Rot
terdam. Het comité uit de inwoners, dat zich
tot Gedeputeerde Staten heeft gewend, heeft
geen direct succes op zijn pogen gezien, want
tegen zijn zin, is toch een burgemeester be
noemd, maar uit de wereld is de quaestie daar
mede niet en mettertijd komt zij wel weer ter
sprake. Naar verluidt hebben Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland niet de mogelijkheid
willen overwegen om de gemeente Schiobroek,
die door haar forensenindustrie, leelijk in 't
moeras is geraakt, bij Hillegersberg of Over-
schie te voegen omdat te eeniger tijd ook de
verhouding van de beide andere gemeenten tot
Rotterdam onder de oogen gezien zal moeten
worden en zij deze quaestie in 't geheel wenschen
te bezien.
Met de genoemde gemeente is het lijstje
nog niet uitgeput. Ook onze westelijke buur
man Schiedam komt volgens de meening van
sommige zijner eigen ingezetenen in aanmer-
8)
Hm ja, wij zijn allebei wel in staat
om óp den onschuldigsten werkdag onver
wacht in feesttooi te verschijnen, niet'?
Hij streelde haar hand.
Waarom zouden wij beiden dan ook geen
Zondagskinderen zijn
Zij knikte hem toe.
Ga nu maar eens eerst zitten en vertel
dan. Wat is er vandaag aan de hand
Audiëntie bij zijn doorluchtigheid ik
Was ontboden, verkondigde hij plechtig.
Prinses Sibylle hief als van schrik haar hog
fraaie, blanke handen op.
O, wee en toen zat er wat voor je
op, niet
Dezen keer niet.
Zoo, zoo.
Neen, waarachtig niet, niet de kleinste
boetpredikatie.
Wat was er dan wel te doen
Hij zuchtte tragi-komisch.
- Ik moet aan de hofmakerij.
Zij sloeg de handen in een.
Lieve hemel en dat zoo maar onvoor
bereid.
Niet waar -'t is verschrikkelijk
king om opgeslokt te worden. Een dezer inge
zetenen, de heer Hijman acht het vraagstuk
van annexatie zelfs zoo urgent dat hij er een
brochure aan gewijd heeft.
Spoedige annexatie acht hij noodzake,ijk. De
bezwaren van tegenstanders, die vreezen dat
Schiedam wel eens den vuilnisbak van Rotter
dam kon worden, bestrijdt hij met de opmerking
dat integendeel het belang van Rotterdam
moet zijn om Schiedam „tot een fraaie parel
aan haar kroon te maken". Schiedam ligt tus
schen Hoek van Holland en Rotterdam en deze
laatste stad kan haar ideaal, de stad van Kra
lingen tot aan de Noordzee te worden, alleen
bereiken door een goede exploitatie van het ge
annexeerde Schiedam, zoodat ook Vlaardingen
en Maassluis er naar zullen verlangengeannexeerd
te worden.
Tot zoo ver deze ontboezemingen. Op mij
hebben zij allereerst deze uitwerking gehad dat
ik een ijverig lezer geworden ben van de ver
slagen van de vergaderingen van gemeenteraden
in den omtrek om bijtijds te vernemen wanneer
er uit X of uit IJ, waar de boel nietbijzonder
vlot loopt, offertes kunnen worden verwacht
neemt u het zaakje maar over. Het stimuleert
ons gevoel van eigenwaarde als wij een vreem
deling hooren beweren hoeveel beter zijn lot zal
worden als hij een eigen huishóuding kan opbre-
ken'en bij ons in pension gaan.Niettemin vermoed
ik dat het dagelijksch bestuur onzer gemeente
zich nog wel eens zal bedenken voor het zal
besluiten tot aankoop van de parel" die in
de brochure bovengenoemd wordt aangeboden.
Eerlijk gezegd lijkt het mij niet waarschijnlijk
dat onze gemeentebestuurders, sprekende van
Schiedam, ooit de gedachte aan een parel bij
zich hebben laten opkomen. De Rotterdamsche
kroon" waarin deze „parel" moet gezet wor
den, heeft, voor dit werk zijn beslag zal krij
gen, nog een aantal andere voorzieningen noo-
di«.' Er valt aan het ding nog heel wat te repa-
reerem, vooral in het midden en het lijkt mij wen-
schelijk dat eerst die reparaties worden verricht
voor wij er aan gaan denken den rand met nieuwe
edelgesteenten te bezetten.
Het lot van de parel in het Westen zelf zou
evenmin benijdenswaard zijn. In oud-Schiedam
is nog veel merkwaardigs te zien, al bestaat
dat merkwaardige dan ook in hooldzaak slech's
uit molens en pakhuizen. Niemand schijnt het
ooit op te merken en niemand gaat daar ooit
kijken, want Schiedam heeft nu eenmal den
naam van een vieze smerige stad te zijn, maar
niettemin is het er. Ik hou mijn hart al vast voor
het geval dat oud-Schiedam tot nieuwen bloei
zou ontwaken en het Rotterdamsche Timmerhuis
daar zijn plannen zou gaan uitwerken. De er
varing in eigen stad leert dat dan liet oudevei-
dwijnt en dat het nieuwe veelal blijft bestaan in
open plekken, die slechts voor zwijnen en ratten
iets aanlokkelijks kunnen hebben.
Urgent is het vraagstuk van de verhouding
van Rotterdam tot zijn buren intusschen wel.
Hat echter dat als maar weer een gemeente an-
nexeeren de oplossing kan bieden geloof ik
niet. De droom van een-Rotterdam vaq Kra
lingen tot aan de Noordzee heeft ietwat van
haar bekoring verloren sinds wij weten dat
Rotterdam daarmede toch de particuliere havens
langs den Waterweg niet in handen krijgt.
He gedachte van het havenschap, de inste'-
'ing die voor een bepaald gebied, hier dan den
Nieuwen Waterweg, het beheer over de havens
voert die den laatsten tijd gepropageerd wordt
biedt zonder annexatie een oplossing ten aan-
Jij en trouwen dat gaat toch he'elemaal
niet
En waarom niet
Duizend spotlichtjes fonkelden in haar oagen.
Och, loop, zoo'n wildzang als jij. Maar
vertel nu eindelijk eens op.
Joachim zette een geheimzinnig, gewichtig
gezicht.
Staatsgeheimen, fluisterde hij, groote oogen
opzettend.
Beide lachten.
Och, loop ons vorstendommetje zal
niet dadelijk op zijn grondvesten wankelen, als
zoo'n prinsje uit vrijen gestuurd wordt. Men zal
toch wel mogen weten aan wie het hooge gelui'
beschoren is, prinses Joachim te mogen worden,
zeide de prinses een weinig spottend.
Zeg houdt u 't soms voor een ongeluk,
als iemand mijn gemalin «wordt vroeg hij,
schijnbaar beleedigd.
Zij trok bedenkelijk de wenkbrauwen op.
Daar zal ik liever nog geen beslissends oor-
dee' overuitspreken. A's jij „haar" graag mag cn
„zij" jou dan is 't een ge'uk. Maar is 't zoo
niet, och neen, dat willen we ons liever niet al
van de voren gaan voorstellen. Dus is 'twaarlijk
ernst
Zeer zeker.
Maar hoe komt dat dan ineens zoo gauw
Men heeft er toch nog geen woord van hooren
zeggen, dat er ineens zoo'n haast bij je hwelijk
was. En bovendien komt het er ge'uklrig voor
jou niet zoo nauw op aan, wanneer je trouwt.
Prins Joachim zuchtte.
Dat had ik ze'f ook a'tijd gedacht. Maar
ik moet toch we' een persoon van gewicht zijn,
meer dan ik in mijn bescheidenheid heb kunnen
droomen. Het komt er nu juist heel erg op aan.
Och, loop en zet toch niet zoo'n geheim
zinnig en gewichtig gezicht. Je maakt toch maar
grapjes, niet
Ernstiger wordend schudde de prins het
hoofd.
Helaas niet, tante Sibylle. Het is werkelijk
ernst.
Zij streelde zijn hand en zag er zeer bezorgd
uit.
Dus ernst echte ernst
Nu lachte hij al weder, om haar zorgen te
verjagen.
Wordt maar niet vast bij voorbaat boos,
tantetje. Zoo heel erg zal het wel niet afloopen.
En bovendien waarom zou ik iets op Alexan
der voor moeten hebben Die arme kerel is
bovendien toch al met een toekomstigen vor
stentroon bezwaard. En Theodora Nu, ziet
u erger zal ik het met mijn aanstaande toch
wel niet kunnen treffen.
Prinses Sibylle werd al weder levendiger en
hoopvol.
Zeg eens Theodora is nog zoo kwaad
niet alleen nu en dan wat vervelend Een
houten Klaas zal je vader to h wel niet vooi je
uitgezocht hebben 1
zien van de haven-exploitatie. Hoewel dit laat
ste een punt van groot belang is is het toch
niet het eenige dat een regeling urgent maakt.
Rotterdam heeft op den rechter-Maasoever
overal de grenzen van zijn gebied bereikt met
zijn bebouwing. Ook aan den kant van Schie
dam is|dat het geval. Als Schiedam geannexeerd
werd en Rotterdam in den omtrek van die ge
meente de handen vrij kreeg zou men zich ten
opzichte van Vlaardingen hetzelfde zien herha
len dat wij nu met betrekking Lot Schiedam zien.
De grens van de bebouwing van Schiedam en
Vlaardingen ligt maar een half uur uit elkaar
Een uur voorbij Vlaardingen ligt weer Maassluis
en ten Noorden van deze gemeente liggen weer
kleinere plattelandsgemeenten als Overschie,
Kethel, Vlaardinger-ambacht en Maasland, waar
van de twee eerste nu reeds hun best doen foren
sen te lokken en die, kwam het tot annexatie,
mee geannexeerd zouden moeten worden
De vraag dringt zich op of niet veeleer dan
annexatie een rationeele en systematische in
deeling van het gebied ten Noorden en Westen
van onze stad door middel van een gewestelijk
plan hier uitkomst zal kunnen bieden.
Zoo ergens in ons land een streek in aan
merking komt voor een gewestelijk plan dan
zijn het wel de gemeenten langs den Waterweg
en die ten Noorden van onze stad.
Uit dit alles meenen wij de conclusie temogen
trekken, dat de Handelsblad-berichtgever 't met
ons erover °ms is, dat annexatie niet geforceerd
moet worden, maar eventueel geleidelijk zijn
gang moet gaan en dus van den anderen kant
niet op onredelijke wijze mag worden tegenge
werkt.
(Red.)
Gemeenteraad.
■V
(Slot.)
Agenda
,j,l. Aanbeveling van de commissie van toe
zicht op het Lager Onderwijs ter benoeming
van een lid van haar Commissie- groep ouders
der in de gemeente op een bijzondere lagere
school ingeschreven leerlingen ter voorziening
in de vacature, ontstaan door het aan den heer
R. TI. M. Geerdes als zoodanig verleend eervol
ontslag.
Aanbevolen worden 1. de heer F. D. H.
van der Vaart2. de heer H. J. 'van Noort.
Benoemd wordt de heer v.d. Vaart.
2. Aanbeveling van Curatoren van het Gym
nasium om den heer J. Hingman, wederom,
thans voor den cursus 1925/1926, te benoemen
tot leeraar in teekenen aan het Gymnasium.
De heer Hingman wordt als zoodanig herbe
noemd.
3. Voorstel van B. en W. tot overplaatsing
van de onderwijzeres, mej. J. P. van Berkel,
van school G1 naar school K.
^Hiertoe wordt besloten.
De heer v. Dorp komt ter zitting).
4. Voorstel van B. en W. tot herbenoeming
voor den tijd van een jaar van het personeel
aan den Gemeentelijken Cursus tot opleiding
van Bewaarschoolonderwijzeressen, t.w. mej.
Th. C. van Rhijn en-de heeren J. A. Boer, K.
Lub, J. van Meurs, C. Scherpenisse en J. G. van
Vlaardingen en tot benoeming voor gelijken
tijd aan mej. T. van de Stadt als onderwijzeres
aan genoemden cursus, zulks in plaats van mevr.
A. Douw-G'ille.
Overeenkomstig het voorstel heeft de benoe
ming plaats.
Prins Joachim haalde de schouders op.
Wie weet
Neen dat moet ik bepaald verzoeken
breng mij ten minste een vrouw, die levendig
is Zen ze zal toch wel kunnen lachen Maar
zeg nu eindelijk eens, wie de uitverkorene is.
Zou ik haar kennen
Dat geloof ik met, tante Sibylle. Het is
een prinses Lokandia Wengerstein.
Neen die ken ik niet. Lokandia wat
'n naam, zeg
Zij moet nog erg jong zijn. Overigens
wordt zij steeds „Lolo" genoemd.
Hm. Dat begint me al beter te bevallen.
Dus Lolo Wengerstein Natuurlijk ik
heb aan het hof van Liebenau eens 'n vorst
Wengerstein leeren kennen, toen ik daar jaren
geleden eens met mijn man op bezoek was. Een
mooie, interessante man, maar niet erg beleefd
of beminnelijk. Er schiet mij al meer te binnen.
Men vertelde toen, dat hij een tweede huwelijk
gesloten had met een verarmde jonkvrouwe, die
echter zeer schoon en aanvallig moest zijn. Dit
huwelijk gaf een zekere interessante stof tot
gesprek in de Liebenauer kringen. Ik geloof, dat
er nog een dochter uit het eerste huwelijk van
den vorst bestond, die de jonge vorstin hétleven
recht zwaar heette te maken. Mijn hemel als
dat maar niet je aanstaande is
(Wordt vervolgd)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT