DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN- 4të;ï$e J«Mg Zaterdag 31 October 1925. Sa. 4392 Bureau KOEMARKT 4 Telefoon Intercommunaal «5. Postbus 39. Abonnementen per 3 maanden f 2.70, per week 20 cent, franco per post/3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer met Officieel Kerkbeiicht 10 ets. Gratis-Ongevallenverzekering 506 bij levenslange geheeïe invaliditeitf 20® «Juirn: f 60 bij verlies van een wijsvinger; S 15 bij verlies van eiken anderen vinger. Dit nummer bestaat uit twee bladen ™eËDE BLAD. Binnen Und. Bezinning. Onlangs is in ons blad een stukje geciteerd uit de rede, uitgesproken bij de overdracht, van het rectoraat aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam door prof. O. Lanz. De aftredende rector-magnificus, zelf een sportbeoefenaar heeft zich in die rede zeer scherp uitgelaten over de sport-maniakken. In dit verband memoreerde spreker twee uitvoeringen, een van de tooneel- vereeniging en een van liet muziekgezelschap der Amsterdamsche studenten „Het is wel opmerkelijk, aldus de rector- magniiicus dat beide zoo geslaagde praesta- ties. tooneel zoowel als muziek, ons naar vroegere tijden terugvoerden, ons oude kunst te genieten gaven. Mag ik dit opvatten als een symphtoom, dat de jeugd, dat de jongste generatie,toch weer tot bezinning komt tot het besef, dat kakopho- nieën. dat fabriekssirenen niet in de concertzaal thuis behooren tot het besef, dat cubisten futuristen, expressionisten,extremisten en andere barbaren alles wat geïnspireerd is door be wegingsactie, snelheidswoede, door de razernij van motorrijders, automobilisten,kortom van een dolgeworden menschdom, toch niet het laatste woord der kunstiss I" BRUSSELSCHE KRONIEK. (Nadruk verboden.) (Van onzen correspondent). Het 1 eg.e r v r a a g s tuk. Brussel, 29 Oct. 1925. Een Veelomvattende kwestie hier is het. leger- vraagstuk. Nu de socialisten deelnemen aan de regeering en zekere hervormingen willen door drijven met het oog op de verkorting van den diensttijd is de kwestie moer dan ooit actueel. De bladen staan er geregeld Vol van en geven allerlei uiteenloopende meeningen ten beste die alleen een bewijs zijn van den chaotischen stand- Van zakèn. Die stand van zaken voor een oningewijde belichten is een lastige taak, want als er een poli tiek vraagstuk Verstrikt zit in allerlei moeilijk heden van gewoonten, slechten wil, nadeelige invloeden van kosten, e.d., dan is het wel dit. Het oorlogsgebeuren heeft in de geschiedenis van België een grootc rol gespeeld. Iedereen weet dat vóór den oorlog het internationaal statuut van België werd beheerscht door de gewaarborg de onzijdigheid;onder dc waarborgende mogend heden bevond zich ook het Duitsche rijk. De verraderlijke daad van 1914, door Bethman- Holweg in Augustus van het eerste oorlogsjaar ais trouweloos erkend, in een verklaring die dezer dagen nog door minister Vandervelde werd herinnerd, was het einde van die „gewaarborg de" neutraliteit. Sedert dit oogenblik werd het vraagstuk gesteld van het toekomstige statuut, dal na den oorlog werd opgelost door hef Voeren van een machtspolitiek, gesteund op een miliair bondgenootschap. (Nederland heeft, door het Belgisch annexionisme, kennis gemaakt met de overwinningsroes van na den wapenstilstand, en men zal best begrijpen hoe, in deze omstandig heden, zelfs de oplossing van een zelfstandige onzijdigheid zooals deze door Nederland tijdens den oorlog met zooveel succes is toegepast, niet eens onder oogen werd gezien. De wapenen had den beslist dat België een „macht" was gewor den en België zou bewijzen dat het de verworven reputatie geen oneer Zou aandoen De machtspolitieK die aldus werd ingeluid, stel de eischen en, waar het militair vraagstuk reeds voor den oorlog een twistpunt was van belang, stelde het zich alsdan meer dan ooit. België werd in den waren zin Van het woord een militaristisch land en met recht en reden mocht volksverte genwoordiger Mathieu toen schrijven „België is rijker aan bewapening dan Duifschland. Het voert een militaristische politiek die België sterker maakt dan een mogendheid met 65 millioen inwoners." Naar alles wat in politiek en ander opzicht een militaristisch georiënteerd land kenschetst zijn er echter in België nog andere oorzaken van ontevredenheid en heerschen er, wat de inrich ting van het leger zelf betreft alle principieele overwegingen ter zijde gelaten toestanden die aan scherpe kritiek worden onderworpen. In de eerste plaats is het evenwJ interessant na te gaan hoe het Belgisch legervraagstuk zich in internationaal opzicht stelt en welke aldus beschouwd, zijn kenmerkende eigenschappen zijn. Door de houding na den wapenstilstand, die ze'fs de ze'fstandige onzijdigheid prijs gaf, was de Be'gische regeering genoodzaakt een houding aan te nemen in de nieuwe constellatie der Eu- ropeesche verhoudingen. De Franschgezinde drijverijen hier konden niet anders dan het 'and in de armen Voeren van de Fransche Marianne. Het duurde dan ook niet lang of de bekende geheime Fransch - Belgische militaire overeen komst kwam tot stand. Deze overeenkomst waarvan de inhoud nog nooit is bekend gemaakt is zoogenaamd defensief en voorziet het geval van een niet uitgelokten Duitschen aanval. België, heeft, het recht in volle onafhankelijkheid te oordeelen of het voorziene geval zich waarlijk voordoet. Beide Staten hebben tenslotte - zoo althans werd medegedeeld de vrijheid wat betreft het scheppen Van lasten noodzakelijk om het nationaal gebied te Verdedigen. Deze overeenkomst heeft veel stof opgejaagd. In heel Vlaanderen werd er tegen een campagne gevoerd die in officieele kringen heel wat onrust heeft verwekt. Op het psychilogisch oogenblik zou de actie van de Vlaamschgezinden die in dit verbond een band te meer zien welke den Belgi schen Staat aan Frankrijk snoert, de gevolgen ervan wel eens nul kunnen maken. De frontpar tij heeft zich steeds radikaai tegen het militair akkoord verklaard terwijl de niet-nationalisti- sche Vlaamschgezinden er de grootste bezwaren Legen hebben. In Wallonië wordt het door de democratische kringen bovendien ook met een vijandig oog aangezien en onder de socialisten zijn er velen'die het hun toenmalige vertegen woordigers moeilijk kunnen vergeven, na de Advertentiin! 1—5 regel* 1.75, elk® r®g«l daarboven 35 nt, 3 maai plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden madsdtelingan 75 c per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven wordan op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Slj verlies van een hand, voet of oog I 200 b^f doodf 100 bij verlies van een vpi"?««llr*».nncr wordt, iïftwaaFbopffd door do N.HoU.AIgem.Verz. bank Schiedam _.jwii.uuiiwpiwiiai.Hiiiiaiiii.aiiiwaiapiiiiiiiiiiiiiiiiiaiwi"ili'"i"®®'®M"1wirmiiwnii iw~Tr—^iiiiriiiwp Een flinke inenting. De Haagsche briefschrijver van „de Tijd" schrijft in zijn blad Een gemoedelijk Kamerlid, die nooit rookte hield de sigaar daarom toch in hooge eere. Vol gens hem werkte zij ontsmettend of maakte immuun voor 'n gevaarlijk verkeer met tegen standers. In de Kamer kruipen wij, zoo vertelde hij, altijd bij elkaar naar de partijen, niet alleen in de vergaderzaal, maar in de koffiekamer bij ons twaalf uurtje. Doen wij dat, omdat wij het aangenamer vinden altijd onder ons cn onder de onzen te zijn Tien tegen een, dat er velen zijn, die, net als ik, in dc koffiekamer liever de tegenstanders eens uit hun tent zouden lokken. Neen de verklaring moet hierin zitten, dat wij etend cn werkend ons zelve bij tegenstanders niet vertrouwen. Alleen in de conversatiezaal, als cle sigaar aangaat, is het gevaar voorbij en zitten wij met elkaar aan. En daarom, hoe dik de rook is, ik klaag er niet over. Het is een verhaal uit een ver verleden, toen het getal partijen heel wat kleiner was dan thans cn het is mij gedaan door een liberaal. Later is mij gezegd door een nict-liberaal, dat het zelfs niet juist was, want dat, de leden der rechterzijde nooit meer de afzondering zochten dan onder t rooken en hun rookkamertje voor andere dan leden der rechterzijde als verboden terrein golep Dat de zucht om zich af te scheiden, soort bij soort, altijd groot is geweest, behoeft men aan ons, leden van de Witte, trouwens niet tc zeggen. Wij zien 't niet alleen op den dag aan de lunch of 's middags aan het diner, maar zelfs des avonds bij het koutje na het eten en aan de biljarttafel. In den ouden tijd kon men alleen dr. Schaepman, 4ie niet op de Witte kwam, nog al eens samen grootc, slachting mee te hebben geholpen om het land aan nieuw oorlogsgevaar bloot te stellen door een overeenkomst waarbij het. door de onevenwichtige waarde der twee pa tijen, toch steeds het minste woorcl zal hebben te zeggen, en die bovendien in elk opzicht eenzijdig is. lnf usschen echter is de overeenkomst er en tot dusver werd nog geen ernstige poging gedaan om haar op te zeggen. Men kan zich afvragen of de Belgische regie ring het recht had een dergelijk accoord te slui ten. Inderdaad, ait recht heeft zij. Grondwette lijk is alles in orde. In dit opzicht heeft België de meest conservatieve grondwet van Europa. Slechts do0r middelen als ëen votum van wan trouwen in de regeering kan het sluiten der overeenkomst worden belet en dit middel is ongebruikt gelaten. Het pakt van den Statenbond voorziet dat alle overeenkomsten dienen geregistreerd te worden. Wij herinneren dus dat op een desbe treffende vraag van kamerlid J. van Severen jn September 1923 werd geantwoord door clen minister dat het accoord werd „medegedeeld" aan lu;t secretariaat- van den Statenbond en deze mededeeling" werd geregistreerd. Dus niet het accoord zelf. Hoe de Statenbond iets dergelijks hoeft ge daan 's wel eenigszins onbegrijpelijk. De Staten bond was toen erg jong en slechts een jaar latei- werd een juiste interpretatie van artikel 18 aan de hand gedaan. Welnu, volgens deze inter pretatie is dc registratie Van een mededeeling niet voldoende. De overeenkomst zelf moet dus worden geregistreerd en bij gevolg, zoolang dit niet heeft plaats gehad, mist het verdrag bin dende uitvoerende macht, zoowel tusschen partijen als tegenover derden, tenminste volken rechtelijk beschouwd. Int usschen blijft het echter te bezien of bij een gebeurlijk conflict het volkenrecht wel het laat ste woord zal spreken in dezen en staat het vast dat voor België ernstige verplichtingen voort vloeien uit het verdrag. Wat een „niet-uitgc- lokte aanval" is, is moeilijk te bepalen en alles wijst er op dat door deze overeenkomst het Be'gisch leger als de militaire reserve is van het Fransche. Het hoofd van den Belgischen gent- ralen staf heeft door zekere uitlatingen te ver staan gegeven dat België aan eischen, wat de iegersterkte e.d. dingen betreft, Verplichtingen heeft door het militair accoord. Dergelijk Ver dragen trouwens binden immer tot uitbreiding van bewapening, nooit tot ontwapening. België zit aan zoo'n „waarborg"-Verdrag vast. Het kinderlooze Frankrijk vindt zooiets wel de moeite waard. Het besluit van dit alles is dat België gebonden is tot het voldoen aan zekere militaire eischen Van bijzonderen aard, alvast door dit verdrag ingegeven door de na den oorlog ingenomen nieu - we interna tionalep ositie. Hetgevolgis dus eigen lijk een verscherping van de militaire lasten en het Fransch-Belgisch Roer-aVontuur beeft zulks bewezen beteèkent tevens liet vergioo- ten van de kansen op militaire avonturen. Het sluiten van dit accoord beïnvloedt logi scherwijze de oplossing die aan het militair Vraagstuk in binnenlandèch opzicht wordt ge zien met Van Houten bij Paulez, die ook al niet meer is. Of de afscheiding nóg zoo groot is, weet ik niet. In de Kamer zitten de partijen nog altijd ge scheiden van elkaar, k ts wat mos is in alle parle menten, al dwingt de macht van den een en de geringheid van de anderen tot afwijkingen. In 't algemeen is men in de nieuwe Kamer dit maal weer dichter bij elkaar geschoven dan in de oude. De socialisten hebben echter nog altijd den heer Braat op hun banken en de Vrijheids- bonders den heer de Visser, den communist. In de drie rijen, naast elkaar, die de socialisten en de Vrijzinnig-democraten vullen zitten in het midden de heeren Lingbeek en Arts. Dezelfde noodzaak zal mogelijk in de koffiekamer ook wel Veranderingen gebracht hebben. De inrichting daarvan is intusschen geheel gewijzigd in de latere jaren zonder dat ik gelegenheid had den neus door de deuren te steken, die toegang geven tot het hei'igdom, dat alleen is Voor de leden met zekerheid we.ët ik daarvan dus niets. Ik kan mij echter moei'ijk voorstellen, dat iedere partij nog haar eigen tafeltje heeft, Voor haar gereserveerd. Men zou dan wel wat erg veel kleine tafeltjes voor een- en tweelingen moeten hebben, maar ook te groote. Wat er echter van zij, de persoonlijke verhouding schijnt ondanks, misschien dank de scheiding altijd goed te zijn geweest. Een der nieuwe leden, die ik d,en eersten of tweeden dag al tegen het lijf liep en die dur den weg naar de Witte al heel spoedig had ge vonden, was dan ook een cn al geestdrift over de prettige en aangename verhouding juist met le den van andere groepen cn partijen. Oude leden hadden hem gegroet, nog voor hij zich had voor gesteld, vertelde hij en ik kon het hem aanzien, al zei hij het niet, dat hij bij de eerste ontmoeting geven. De betrachting is fataal haar te zoeken in een andere richting dan deze door de meerder heid der kiezers gewild, en zoo is het gebeurd dat, op aanstichting van de kliek die alleen door haar Franschgezindlvid uitblinkt, zelfs het koninklijk gezag in 't gedrang werd ge bracht cn men in October 1923 koning Albert een brief aan den minister van landsverdediging liet schrijven waarin verlenging van den dienst tijd werd aanbevolen. Tegen deze poging om druk uit te oefenen op de volksvertegenwoor diging werd terecht geprotesteerd. Aldus is België langzamerhand een militai- ristisch land geworden al dóet zich thans in zekeren mate een 'kentering voor. In België heerscht in zekere kringen machtswellust on veroveringszucht. Fascisme en annexionisme vinden hun vurigste aanhangers in het kader van het leger. Militair vertoon is aan de orde van, den dag. De machtspolitiek van de Belgische regeering van na den oorlog leidde dus tot militarisme. De legerpolitiek echter brengt, ook veel moei lijkheden mee. Noodzakelijkerwijze is het Belgi sche leger gevormd door Vlamingen c i M alen. Waar nu de Belgisistcn de „eenheid' d.i. de, centralisatie voorstaan, wordt ook de vorming- van een eenheiusleger nagestreeft, d.i. het, ge mengd stelsel. Het gevolg is dat een laming van Oostende op 150 K.M. van zijn geboortestad, b.v. in Aarlen of Luik in garnizoen ligt en om gekeerd met de Walen. De kommandotaal is het Fransch. I>e Vlaming is Verstoken in het Belgisch leger met Fransch alleen kan men-alk- rangen bekle'cden, van korporaal tot generaal, maar met Nederlandseh alleen zelfs niet den laagsten. Het gevolg is dat de lamingen in eik opzicht benadeeld zijn en de slechtste posten krijgen. Tijdens den oorlog waren, Volgens offi cieele bevestiging, 80 t. h. van de soldaten in de loopgrachten aan het front Vlamingen. De goede veilige posten werden door Walen of Brusselaars ingenomen. De onlusten die aan het front ge regeld uitbraken zijn voldoende bekend dan dat wij hierover nog zouden uitweiden. In geen enkel opzicht heefL de legeroplciding in België een op voedende waarde integendeel. Van kultureele wisselwerking tusschen overheid en minderen is geen sprake, daar, voor 60 t.h. elkander niet Ver staan. De Be'gische officier is trouwens over T a1- gemeen een wezen waarvan dc a'gemcen-ku'tu- ree'e waarde een zeer twijfe'achtig e'emenl, is van zijn persoonlijkheid. Beknopt is de toestand zoo dat, om er aan te ver he'pen van democratische en Van V'aamsche zijde, gestreefd wordt naar verkorting Van dienst tijd, door gewestelijke indeeling (vorfbiog van Vlaainsche cn Waalsehe „eenheden"), zuivering van het kader door strengere wervingsvoorwaar- den, uitbreiding Van de „gewapende natie", afschaffing, in vredestijd van de bevoorradings- di'ensten van het leger en industrialisatie hier van, Vermeerdering en Verbetering van het materieel. jfcAis men hier in zekere kringen van Verkorten diensttijd spreekt, schreeuwt men moord en brand. (Thans wordt over 't algemeen 12 maan den gediend. Een ontwerp tot verminderingvan een paar maanden is in v oorbereiding). zijn politieke tegenstanders nog aardiger had gevonden dan zijn politieke medestanders. In zich zelf is een dergelijke aangename en prettige persoonlijke verhouding altijd gcwensclit zeer in 't bijzonder in colleges, waar men prin cipieel nog al eens fel tegenover elkaar heeft te staan en welke zoo Vaak en zoo lang vergaderen. Op toon en omgang kunnen goede persoonlijke verhoudingen dan niets anders dan een goeden invloed uitoefenen. Een al te goedig mcnsch Kan zich echter ook alleen door zoo'n omgang en verkeer van de wijs laten brengen en daaruit gevo'gtrekkingen maken, die onjuist zijn. Het is daarom uit een psychologisch oogpunt niet kwaad dat de nieuwe leden kennis maken niet alleen met al de charmes van een aangenaam onderling verkeer, maar daarnaast ook met de scherpte van den strijd. Het moet gezegd, dat het, ontgroenen van hen ditmaal spoedig cn volledig is geweest. De leden der rechterzijde, die door den vriendelijken toon mochten zijn gaan, twijfelen aan dc echtheid der principieele tegen stelling, zijn gauw uit hun dommeling gewekt door de behandeling der bioscoopwet. Aan goe den toon heeft het daarbij altijd voor zoo verre daarvan kan sprake zijn bij een college, dat. nooit en nergens een toonbeeld is Van goede manieren over 't algemeen niet ontbroken. Minister de Geer deelde, waar dit een paar keer het geval was, een paar geduchte en rake vinger- tikken uit doch in wezen kon nooit beter en scherper zijn uitgekomen, hoe op de gebieden, dief het godsdienstig en zedelijk leven betreffen, de tegenstanders ons niet begrijpen en niet verstaan en ons nooit Verstaan en nooit- ont moeten kunnen. De nieuwe leden, die de anti these niet zagen, hebben daartegen bij deze ge legenheid, 't hoefd zoo geduchte gestooten, dat zij een volgend keer hun oogen beter den kost zullen geven. De eenheid der rechterzijde van toen is dan ook niet alleen 'n verblijdend iets op zich zelf, maar tegelijkertijd een demonstratie van de kracht, die van die eenheid uitgaat. De felheid van den strijd der tegenstellingen heeft niet minder sterk gesproken zij lun in andere richting bij het salaris-debat Over den loop daarvan heeft de regeering met te klagen. Als het vricndebjkheid was geweest van den interpcllant in p'aats van onhandigheid, dan zou zii den heer Ter Laan'dankbaar kunnen zijn,Hu heeft den heer Colijn een gelegenheid geboden die hij anders niet zoo gemakkelijk had gevonden nm nubliek cn uitvoerig zijn lezing tegenover die van anderen te stellen Het debat, heeft echter tegelijkertijd laten zien aan de nieuwe leden, speciaal aan die der rechterzijde, met welke felheid men zich gereed maakt den strijd te voe ren tegen haar regeering, de regeering, die uit haar midden is voortgekomen na overleg met haar en daarmede dus tegen de rechterzijde zelve De rechterzijde heeft, daarin ccn kostbare waarschuwing om, al spaart men critick niet een regeeringspartij heeft ook tc cril isccren als het noodig is op haar hoede te zijn..In zooverre kan mischdien d<- onbesuisde aanvalvan den heer Marchant op den persoon van den Minister van Financiën geen kwaad. Hij is op zichzelf, komende van een oud lid een kostbare les, waarmede men zijn voordeel kon doen. De nieuwe Kamer is dan ook ditmaal bijzonder goed ingeënt tegen kwalen en besmette lijke ziekten, waartegen men in s lands verga derzaal op zijn hoede moet zijn. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1925 | | pagina 5