Verven JE PiiOENlX" Tel No. 68015. Stoom
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM OMSTREKEN.
De JSchat van Montcalm
E O 11ITO
48st® Jtaftrg&ng.
Donderdag 3 December 1925.
No. 14420
Gratis-Ongevallenverzekering f 500 bij levenslange geheele invaliditeiti 200 bij verlies van een hand, voet of oog f 200 bq dood f 200 bij verlies van een
duim; f 00 bij verlies van een wijsvinger; i 15 bij verlies van eiken anderen vinger, De verzekering wordt gewaarborgd door deN.Holl. Algem.Verz.bank Schiedam
Ü®!l©i^®es8»tfc Nieuws.
Tabletten,
groole doos 6> ets.
BC 3759 6
CH EDAMSCHE COURANT
BureauKOEMARKT 4, Telefoon Antereommunaal (>8083 Postbus 39.
Abonnementen per 3 maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post f 3.per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
Advertentiên: I5 regite 1.75«Ike regel daarboven 35 cant, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelmgen 75 ct. par regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden be ekend.
BSfeaa
DUITSCHLAND.
Het kabinet, Luther treedt af.
De onderhandelingen over de vorming van
een nieuw kabinet in Duitschland zijn in den
loop der laatste dagen tusschen de partijen her
vat.
Daar de Duitsche Volkspartij voorloopig de
deur voor een groote coalitie heeft dicht gesla
gen, schijnt zij te streven naar de vorming eener
minderheidsregeering, uit Centrum en democra
ten, waardoor zij in staat zou zijn, de verbinding
met de Duitsch-Nationalen niet geheel en al te
verbreken. Daarentegen hebben niet alleen de
democraten, maar ook het centrum besloten niet
deel te nemen aan een coalitie zonder de sociaal
democraten.
Op een heden in den Rijksdag gestelde vraag,
werd van regecringszijde medegedeeld, dat het
kabinet-Luther morgen zijn ontslag zal ne
men.
DE VOORMALIGE DUITSCHE VORSTEN.
Milliarden aan schadeloos
stelling.
De Duitsche Rijksdag heeft gister een aanvang
gemaakt met de behandeling van het initiatief
voorstel der democraten betreffende de schade
loosstellingsregeling met de voormalige Duitsche
vorstenhuizen.
De democratische afgevaardigde, Dietrich,
lichtte het ontwerp toe en betoogde, dat de ge
voerde processen tot onhoudbare toestanden
hebben geleid. Spreker beroept zich op Bismarck
in verband met de onteigening van het bezit der
Wellen (de voormalige koningen van Hannover)
ten gunste van Pruisen.
Vervolgens licht een communistische afge
vaardigde het initiatief-voorstel zijner partij
toe, waarin onteigening dér bezittingen van de
voormalige Duitsche vorstenhuizen zonder scha
deloosstelling wordt verlangd.
Spreker betoogt, dat in totaal aan de voor
malige vorstenhuizen voor een waarde van
twee en een half tgi drie milliard goudmark is
toegezegd, d.w.z., bijna driemaal zooveel als de,
uit de Dawesregeling voortvloeiende betalingen.
De sociaal-democraitsche afgevaardigde, Sehei-
demann, zegt, dat het Duitsche volk met rond
een half millioen werkioozen, eenige millioenen
arbeiders met verkorten arbeidstijd en meer dan
veertienhonderd faillissementen per maand geen
nieuwe honderden millioenen aan de vroegere
vorsten kan betalen.
DENEMARKEN.
Gedeeltelijke ontwapening.
De minister van Nationale'Verdediging heeft
heden in het Folketing een wetsontwerp inge-
iend in zake de reorganisatie van het leger en
van de marine tot een politieleger en een staats-
marine ter handhaving van de neutraliteit en
nakoming der verplichtingen, welke uit het
lidmaatschap van den Volkenbond voortvloeien.
Het wetsontwerp is zoo opgesteld, dat ook de
liberalen er voor kunnen stemmen. Het is ech
ter zeer de vraag, of het een meerderheid zal
krijgen.
IERLAND.
Directe overeenkomsten.
In de lersche grenskwestie is rfa de langdurige
besprekingen een compromis tot stand gekomen.
Heden verklaarde Baldwin in het Lagerhuis, dat
de grenscommissie zich op verzoek van de, regee
ringen van Engeland, Ulster en den Ierschen Vrij-
't Ziet er wel verschrikkelijk uit,maar we zul
len toch doen, wat wij kunnen."
„Een smerig zaakje", sprak Themistoclos.
„Bah Vooruit met de hulp van d>- genade!"
De twee mannen schoten snel als de wind
vooruit.
„Moed, vriend", schreeuwde Valvert, „daar
komen hulptroepen aan. Buk u Maar buk
dan toch voor den drommel
De pelsjager gehoorzaamde.
Een geweerschot weerklonk en een der Rood
huiden rolde op den grond zijn borst was door
den kogel van den markies doorschoten.
Bij deze onverwachte versterking uitten de
Indianen een kreet van woede en wierpen zich
op Raoul, die op de plaats van het gevecht aan
gekomen zich aan de zijde van den jager geplaatst
had.
Het gevecht werd toen algemeen.
Rug tegen rug geplaatst, streden debeide blan
ken tegen hun vijanden, wier getal tien malen
grooter was zij bedienden zich van hun kara
bijnen als van knodsen en trokken rondom zich
een ondoordringbaren cirkel. Elk hunner slagen
kostte een vijand het leven. Hoe groot evenwel
staat bereid heeft verklaard, voorloopig debekend
making van zijn uitspraak uit te stellen. Deze
werd, zooals bekend, door beide partijen voor
onaannemelijk gehouden. Hiermede wordt de
noodige tijd gewonnen, om de te Londen ge
troffen herzieningen van zekere punten van de
uitspraak door onmiddellijke overeenkomsten
tusschen Noord- en Zuid-Ierland door te voeren.
FRANKRIJK.
Het ontwerp van Loncheur.
Briand werd gistermiddag bij zijn terugkeer uit
Londen aan het Noorderstation door een talrijke
menigte opgewacht, die hem levendig toejuichte.
Om kwart over 4 uur, was hij in de kamer
om de regeeringsverklaring voor te lezen, die
onder diepe stilte werd aangehoord. De stilte
werd slechts onderbroken bij de passage over
de onderteekening van het pact van Locarno,
bij welke passage aan Briand een langdurige
ovatie werd gebracht.
De regeeringsverklaring was zeer kort. Er
wordt in gezegd, dat de voornaamste taak der
regeering de oplossing' van het linancieele vraag
stuk is.
Loucheur diende daarop de regeeringsvoor-
stellen tot reorganisatie van de financiën in,
waarin een nieuw voorschot van 6 milliard van
de bank van Frankrijk wordt vérlangd.
Tevens worden in het ontwerp de maat
regelen vermeld, waardoor dekking voor de
nieuwe inflatie moet worden gevonden. Daar
toe worden voorgesteld 50 opcenten op de
belasting van onbebouwd grondbezit, 50 op
centen op de industrieele en handelsbelas
tingen,100 opcenLen op het recht van de mijnen,
en 20 opcenten op de algemeene inkomstenbe
lasting.
De Kamercommissie voor financiën heeft het
financieel ontwerp ongewijzigd aangenomen
't wordt heden bij de kamer ingediend.
HET GRIEKSCH-BULGAARSCH GESCHIL.
Griekenland beboet.
Een telegram aan de „Morning Post" uit Athe
ne meldt dat de VolkenbondscomiriLoie rap
porteert, dat het onmogelijk is, de Verantwoor
delijkheid voor het Grieksch-Bulgaarsche grens
incident vast te stellen. De commissie legt echter
aan Griekenland een boete op van tien millioen
leva wegens het binnendringen op Bulgarscü
grondgebied zonder de interventie van den Vol
kenbond in te roepen, en bepaald de aan Bulga
rije te betalen schadevergoeding op 20 millioen
leva.
ALLERLEI.
Uit Londen. Van groot belang voor Ruslands
oriënteering naar het Westen is het feit, dat
Kamenef in een rede te Rostof heeft verklaard,
dat tusschen Trotski (een der warmste voorstan
ders van een accoord met Engeland) en de ove.ige
leden der centrale regeering in Moskou een vol
ledige Verzoening heeft plaats gevonden en dat
hij, Kamenef, op de aanstaande partijconferentie
zal opkomen voor het wedei opnemen van Trotski
in het cent rale comité en in het pol'tieke bureau.
U>t Manilla. Drie Amerikaansche torpedo
jagers zijn van hier naar Sjanghai Vertrokken
in verband met den dreigenden toestand in
China.
|Lit Londen. In het Lagerhuis werd heden
medegedeeld, dat de Admiraliteit besloten heeft,
onmiddellijk drie kruisers, vijf depotschepen,
achttien torpedobootvernielers, zeven onderzee-
ers en vier andere oorlogsvaartuigen te schrappen
Uit Brussel. De Belgische minister van
Justitie Tschoffen, heeft aan den koning ontslag
verzocht. De premier Poullet zal de portefeuille
van Justitie overnemen en waarschijnlijk zal het
Waalsclie parlementslid De Liedekerke den
minister van Economische Zaken worden.
Uit Londen. De besturen van den Britschen
mijnwerkersbond, de Labour Partij en het Trade
Unions Congress hebben geconfereerd ten einde
d voorstellen van den mijnwerkersbond te be
spreken in zake de nationalisatie der mijnen. Dez
conferentie heeft niet- tot een resultaat geleid,
daar de vertegenwoordigers der mijnwerkers
zich verzetten tegen het beginsel van vergoeding
aan de mijneigenaars.
W u a m n is u <4
De kabinetscrisis.
De brief van Marchant.
De correspondentie van mr. Marchant, on
langs gericht aan Mgr. Nolens in Verband met
zijn pogingen om een kabinet tc vormen luidt
Geachte collega,
Hare Majesteit de Koningin heeft mij opge
dragen een parlementair kabinet te vormen. Ik
heb de aanvaarding dezer opdracht in beraad
gehouden.
Naar mijn oordeel zal deze formatie slechts
kunnen ge ukken indien zoodanig kabmet m
zijn bele'd zal Verzekerd zijn Van den steun der
kathobeke, socmal-democraUsche en vrijzmmg-
dsmocratUche fract'es der Tweede Kamer.
De besl'ssmg omtrent de aanvaarding der
opdracht is derhalve afhankelijk van de vraag,
of die steun zal worden toegezegd.
Ik moge enkele opmerkingen maken ter
rechtvaardiging Van mijne verwachting, dat de
door u geleide fractie aanleiding zou kunnen
vinden om hare medewerking te Verleenen tot
het Volbrengen van de mij opgedragen taak.
In uwe parlementaire redevoering van 19
November 1924 bij de algemeene beschouwingen,
welke als de Voorbereiding kunnen gelden voor
de komende verkiezingen, hebt gij wel als eerst
na te streven doel gesteld de handhaving van
de meerderheidsvorming dm rechterzijde, doch,
Voor het geval deze onmogelijk mocht blijken,
voor uwe fractie de medewerking tot een
meerderheidsvorming in ander verband ge
reserveerd.
Die onmogelijkheid heeft zich thans voor
gedaan.
Ik kan niet aannemen, dat onder deze om
standigheden uwe fractie zich zou wenschen te
isoleeren. Immers de constitutie van eenig
parlementair kabinet zou daardoor onmogelijk,
worden, en uwe fractie zou zich begeven in de
4213 6
hun moed en hun kracht ook mochten zijn, zulk
een ongelijke strijd kon niet lang duren. De jager,
door een pijlschot aan den arm en in de zijde
gekwetst, voelde zijn krachten verminderen
en reeds zag hij het oogenblik naderen, waarop
zijn wapen voor zijn verzwakten arm te zwaar
zou worden.
„Hier ben ik, meester," riep eensklaps een
rauwe stem.
Themistocles was door zijn buffelhuid, die
door den wind opgeblazen was, tegengehouden,
maar nu verscheen hij op het tooneel van den
strijd. Met gebogen hoofd en met de onstuimig
heid van een waterval wierp hij zich in het strijd
gewoel. Op het zien van dit zwarte wezen met
zijn fantastisch gewaad, dat uit de aarde scheen
op te rijzen, stieten de Indianen een kreet van
schrik uit.
„De geest van het Roode veld," riepen zij
met alle teekenen van ontzetting op het gelaat.
Zoo spoedig als zij konden, maakten zij allen
een draaisprong, vlogen, als hadden zij vleugels
aan de voeten den heuvel af en waren weldra
uit het gezicht verdwenen.
De pelsjager en zijn beide bevrijders waren
meester van het slagveld gebleven.
II.
Dc woning van een wondlooper.
„Oef", zei de markies, toen de laatste Indiaan
verdwenen was, het is er warmpjes toegegaan.
„Zijt gij gewond, mijnheer
„Een simpele prik. Ik heb bloed verloren.
Binnen eenige dagen is er niets dan de her
innering van overgebleven."
Terwijl hij deze woorden uitsprak, plukte de
jager een handvol groene grashalmen, welke hij
vervolgens met behulp van Themistocles op zijn
wonden legde.
Toen het verbinden der wonden afgeloopen
was,zeide hij :,,Mijne heeren, denk er aan dat ik
van dit oogenblik af u met ziel en lichaam toe
behoor mijn hart en mijn karabijn zijn tot uw
dienst en zij hebben nog nooit geaarzeld."
Uit den grond mijns harten en ook uit naam
van mijn gezel neem ik uw aanbod aan", zei
de markies, „maar waarlijk de sop was de kobl
niet waard. Iedereen zou in onze plaats immers
evenzoo gehandeld hebben."
„Wat zegt ge,"riep de delsjager,terwijl hij den
jonkman met verbazing aanzag. „Loopt ge reeds
sedert langen tijd in deze wildernis rond
„Nauwelijks zes maanden."
„Ik bemerk dat gij nog zeer weinig ondervin
ding hebt opgedaan daarenboven kwam zij mij
heden uitstekend te stade. Doch weet, mijnheer,
dat het „ieder voor zich" de wet is van deze land
streken en dat de man, die zijn evenmensch uit
de klauwen van de Roodhuiden getrokken heeft,
vroeg of laat gevaar loopt zijn leven te moeten
geven voor dat hetwelk hij gered helft."
positie, door de sociaal-democratische ingenomen
in 1913 welke destijds zoo scherp door wijlen
Mr. Loeff is veroordeeld.
In elke andere formatie van groepen tot
steun van een parlementair kabinet zou uwe
fractie stuiten op moeilijkheden als zich thans
hebben voorgedaan. Zij, die ter linkerzijde
hunne stem ga\ en aan het amendement-Kersten,
zullen juist zoo staan tegenover elk kabinet,
dat voortzet het zoogenaamde beleid-Colijn,
hoe dit kabinet ook moge worden genoemd
minderheidskabinet, zakenkabinet of nationaal
kabinet.
Vrijwel algemeen Wordt erkend, dat de door
mij voorgestane meerderheidsformatie komen
moet, volgens veler meening echter is de vrucht
.nog niet rijp. Ik deel die meening niet en ik zie
als gevolg van het wachten op het rijpen van
de vrucht slechts een reeks,van conflicten en
crisis. Dit acht ik niet in het landsbelang.
De medewerking tot de parlementaire meerder
heidsvorming beoog ik van uwe fractie als
geheel. Gelijk ik heb betoogd in de Tweede
Kamer op 6 November 1.1. (Handelingen blz.
194) geloof ik niet m „d'e gevreesde verl'cale
sche'dmg" der paitijen aan de rechterzijde.
„Wel geloof >k, dat een regeering, steunende op
een andere meerderheid (de door mij bedoelde),
zóó sterk zou staan, dat partijen, die daarm
n;et zouden zijn vertegenwoordigd, bmten de
mogelijkheid zouden zijn om daartegen een
scherpe oppositie te voeren Ter wille juist van
eigen eenheid zouden zij het vermijden"
De partij, die zich een „Volkspartij" noemt,
wijl zij elementen omvat van elke sociale politie
en van Verscheiden sociaal inzicht, zal Verplicht
zijn om, als eenheid, naar de omstandigheden
haar gewicht te verplaatsen, aldus telkens de
verschillende groepen in haai' midden meer of
min -'er bevredigende
Gelijk U bekend zal zijn, heb ik een program
gepubliceerd, dat naar mijn oordeel als grondslag
zou kunnen diehen voor een in te leiden overleg
met de bovengenoemde fracties Het is geen
vrijzinnig-democratisch program, noch een ka
tholiek, noch een sociaal-democratisch p ogram.
Het is een proeve van een compromis. Ik ver
oorloof mij, een afschrift hierbij in te sluiten.
Ik moge een enkel woord van toelichting
geven bij punt 7, luidende „Het gezantschap
bij den Pauselijken Stoel wordt gehandhaafd",
welk punt tot kwaadwillige commentaren heeft
aanleiding gegeven.
Gij zult U herinneren, dat ik in den aanvang
van de nieuwe zitting der Kamer zoowel in de
afdeeling als aan U persoonlijk, gelijk mede
aan den voorzitter van den ministerraad als
mijn meening heb te kennen gegeven, dat van de
oppositie niet langer kon worden verwacht, dat
zij voor de rechterzijde de inwendige moeilijk
heden zou uit den weg ruimen en aldus het
pad effenen voor het continueeren van een beleid,
dat naai' hare meening was tot schade van het
land.
De opmerking is in het voorloopig Verslag
opgenomen.
De eerste moeilijkheid van dien aard rees
door de indiening van het amendement-Kersten.
Blijkens de motiveering van onze stem vóór
het amendement zijn de gevolgen, welke zich
thans hebben voorgedaan, voorzien.
Ik moge uwe aandacht vestigen op de volgende
overwegingen
1. De vraag, of het gezantschap moest
„Kom, kom, tot op dit oogenblik hebben wij,
mijn reisgezel en ik, alle hinderpalen nog uit den
w eg kunnen ruimen. Ik hoop dat de Hemel ons in
de toekomst niet verlaten zal."
„Hm", liet de jager met een beweging vol twij
fel hooren. „Kom, kom, ik zal waken voor drie
Indien er nu geen onbescheidenheid in mijn
vraag ligt opgesloten, zou ik zeer gaarne de
namen van mijn edelmoedige bevrijders wenschen
te weten."
„Raoul de Valvert", sprak de markies met
een buiging.
„Themistocles", zei de neger, terwijl hij, bij wij
ze van groet, de drie kalkoenveeren bewoog,
welke zijn hoofd versierden.
„Vertrouwen voor vertrouwen", zei toen Raoul
„Neen", antwoordde de jager, terwijl hij lichte
lijk zijn wenkbrauwen fronste „waartoe zou het
dienen u den naam te noemen, dien ik ondér
mijn landgenooten droeg Ik heb reeds zoolang
geleden het besschaafde leven vaarwel gezegd,
dat die naam bijna geheel uit mijn geheugen
is gewischt. Bovendien zoudt ge er niets wijzer
door worden. Ik geloof dat het beter is. u den
naam te noemen, welken de Indianen mij geven."
„Zooals ge wilt, mijnheer."
(Wordt vervolgd)