WEEK-REVUE.
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM
DITJES EN DATJES.
49ste Jaargang.
Zaterdag 5 Juni 1926.
No. 14572
Gratis-Ongevallenverzekering 500 bij levenslange geheele invaliditeitf 200 bij verlies van een hand, voet of oogf 200 bij dood f 20O bij verlies van een
duim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; f 15 bij verlies van eiken anderen vinger. De verzekeringwordt gewaarborgd door deN.Holl.Algem.Verz.'bank Schiedam
Dit nummer bestaat uit 2 bladen
TWEEDE BLAD.
Gemengd Nieuws.
NIEUWE SCH ED
Bureau KOEMARKT,|4* fTelefoon Intercommunaal 68085 Postbus 39.
Abonnementen per 3 "maanden 2.70, per week 20 cent, franco per
post 3.— per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer
met Officieel Kerkbericht 10 ets.
A d v e r t e'r t i ë]n 15 regels 1.75 elke regel daarboven 35 cent, 3 maal
plaatsen wordt 2 maal berekend. Ingezonden mededeelingen 75 ct. per regel.
Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeren. Tarieven worden op aanvraag
toegezonden. Incassokosten worden berekend.
Binnenland.
Wéér heeft het Kanaal eenige slachtoffers
geëischt uit de vliegtuigen, die over haar heen
kruisen om de verbinding tusschen Engeland en
het vaste land te onderhonden. Ditmaal was het
een vliegtuig van Londen—Parijs, maar ook onze
K.L.M. heeft reeds haar offers aan de zee ge-
braci t.
Reeds meerdere malen schreven we over de
K.L.M. We houden niet van haar opgeschroefde
reclame men mag de vliegerij nog niek voorstel
len als een ongevaarlijk verkeer, want het geva
ren-risico is nog véél te groot om iemand te
bewegen, anders dan uit noodzaak, van een vlieg
tuig gebruik te maken. En het vliegen is ook nog
veel te duur de prijzen zijn nog aanmerkelijk
boven de le klasse spoortarieven en boven
dien moeten wij, belastingbetalers per reiziger
nog „zooveel" subsidie geven, 't Is wel goed om
de prestaties van de K.L.M. eens goed na te gaan
in verband met haar aanvrage om voor dejkomen-
de 8 jaren weer 4 millioen rijkssubsidie te geven.
Sinds haar oprichting heeft de K.L.M. reeds
2 millioen gulden aan den Staat gekost en een
groot bedrag aan particulier kapitaal verloren.
In haar jaarverslag over 1922 beweerde de
maatschappij
„Komt het 4-jarig contract met de regeering
tot stand, dan is de toekomst der Nederlandsche
luchtvaart verzekerd en in een tijd, waarin ons
nationaal bewustzijn zoo sterk ontwaakt, is de
veronderstelling van een tegenslag, die de Ne
derlandsche luchtvaart voor goed zou vernieti
gen, alleen mogelijk in het brein van een .Jan
Salie."
Dat is het 'm. De K.L.M. tracht een bravour-
geest bij het Nederlandsche publiek wakker te
houden. Maar voor zulk vertoon kan de Staat
maar geen millioenen blijven geven. Ofschoon de
K.L.M. in 1922 beweerde, dat ze er in 4 jaar zou
zijn, is de toestand niets veranderd op heden en
thans wordt weer 4 millioen gulden gevraagd met
de verzekering, dat het bedrijf zich over 8 jaar
zal kunnen bedruipen.
Sinds 1922 is de K.L.M. niet noemenswaard
vooruitgegaan. Met de 12 in gebruik zijnde toe
stellen worden gemiddeld per dag slechts 2 passa
giers vervoerd (betalende tenminste) meer
malen vertrekt een vliegtuig zonder een enkelen
passagier. Daarvoor is noodig een leger van
ruim 200 beambten en 12 automobielen zijn in
bedrijf om het beetje passagiers en vrachtgoed te
vervoeren. Het postvervoer is op niets uitge-
loopen.
Een goed zakenman zal trachten zijn bedrijf
steeds te laten aanpassen aan de vorderingen der
techniek de K.L.M. wil meer, zij streeft door
haar organisatie de techniek vooruit, wat een
zeer kostbare onderneming is, die al heel weinig
kans op succes biedt.
De K.L.M. bouwt te veelluchtkasteelen
De directie moet haar beide voeteir maar weer
eens op den bodem der werkelijkheid zetten. We
zouden het betreuren, als de Nederlandsche
luchtvaart stilgelegd werd, maar haar organisa
tie dient teruggebouwd te worden naar de wer
kelijke behoefte. Er kan voor den Staat geen
reden bestaan om weer nieuwe millioenen te
besteden aan een grootscheepsche organisatie
en de subsidieering van de enkelingen, die van
de K.L.M.-diensten gebruik maken, niet omdat
het noodig is, maar ze de sensatie van een lucht
vaart ook eens meegemaakt willen hebben.
Als er dan millioenen te veel in kas mochten
zijn, laten we die dan besteden aan de opruiming
van verkeersobstakels op den grond tollen
huizen of geboomte, die nabij ombewaakte over
wegen het uitzicht op de spoorbaan belemmeren.
Het laag-bij-den-grondsche verkeer valt nog zoo
te moderniseeren, alvorens we het in de lucht
gaan zoeken. Stoomtrams dienen zoo zoetjes aan
toch ook afgeschaft. Die dingen doen op onze
wegen dienst als rook-granaten. Met. het snelle
autoverkeer langs de tramlijnen leidt zulks Lot
ongelukken, als dat te Zeist.
Buitenland.
De buitenlandsehe geschiedenis uit de al'ge-
loopen weken staat onmiskenbaar in het teek en
(o, Gharivarius van de dictatuur. Niet alleen de
neiging om voor dictator te spelen ontwikkelt
zich bij „sterke mannen", maar evenzeer de lust
van het publiek om zich daarin gewillig t.e
schikken. In Roemenië heerscht de regeering
door een verkiezingsdictatuur in Portugal werd
de zooveelste revolutie op touw gezet en succes
vol ten einde gebracht, zonder dat een schot ge
lost behoefde te worden in Polen kwam maar
schalk Pilsoedski door geweld aan de macht,
hij dwong zijn verkiezing tot president af en toen
hij zijn zin gekregen had, zei hij nou neem ik
het niet aan, kiest maar een ander, wien kan me
niet schelen, want de macht houd ik toch aan
mij In Frankrijk stelde Briand een soort finan-
cieele dictatuur in hij liet zich daartoe door de
kamer „volmachten" verleenen om den sanee-
ringsarbeid van het betaalmiddel naar goedvin
den te regelen.
De dictatuur, in de verschillende landen nage
streefd, is van hetzelfde karakter als die,- welke
een Mussolini of Primo de Rivera uitoefenen,
maar de volgelingen van dezen trachten het
dictatuurswolfje een democratisch schapen
vachtje aan te doen. In Polen b.v. wordt na
drukkelijk verzekerd, dat Pilsoedski c.s. de
macht van het parlement wenschen te beknotten
ze willen het heelemaal naar huis zenden
om de democratie te beschermen, 't Is zeker
om die mooie praterij, dat de sociaal-democraten
ijverig helpen den dictator op het kussen te
bevestigen, hoewel alle teek enen er op wijzen,
dat ze bedrogen zullen uitkomen en Pilsoedsid
vast van plan lijkt om nou r's uitsluitend-enke 1
-en-alleen zijn eigen zin door te drijven.
Tot nog toe was het parlementarisme de be
lichaming van de democratie nu gaan ze de
„volksvertegenwoordigers naar huis sturen en
de autocratie instellen om de democratie
te redden, 't Is wel merkwaardig, hoe in een paar
jaar tijds het aanzien van de parlementen over
heel de wereld gedaald is en hoe eveneens overal
eene onverschilligheid van het publiek ten op
zichte van de parlementaire werkzaamheden
zich ontwikkeld heeft. Ook bij ons al zijn we
hier dan nog héél ver van de dictatuur af.
Nu de Riffi hun tegenstand hebben opgegeven
„dreigde" werkelijk een vreedzame geest zich
over de wereld te ontwikkelen.
Maar dan moesten er geen Chineezen meer zijn.
Het „Nationale Leger" is weer in actie ge
komen, nadat Feng in Moskou troost en geld is
wezen halen. En nu gaat het er weer lustig op
los. Er wordt zelfs gevreesd, dat Feng weer in
Rood e-p e r s-m a n i e r e n.
'n Jaar geleden was er nog heldenmoed voor
uoodig om de financieele politiek van minister
Colijn te verdedigennu wordt zijn groote
verdienste algemeen erkend. Is er iets wankeler
dan de publieke meening
'n Paar grootschreeuwers eenige sensatie-
artikelep, in een lichtzinnig geredigeerde pers
en het volk wijst vonnis met potsierlijke autori
teit.
Zeker de menigte is te verontschuldigen.
Die wordt misleid door een te groot vertrouwen
op haar aan- en woordvoerdersde menigte mist
het onderscheidingsvermogen, door gebrek aan
feitenkennis en logica maar hoe zullen, haar
valsche gidsen zich gevoelen
De roode demagogen hebben op vergaderin
gen en in hun bladen een vloedgolf van laster en
leugens op minister Colijn losgelaten.
Colijn, die de Nederlandsche gulden veilig
stelde, heette een aanbidder van het gouden
kalfzijn maatregelen om het land te redden van
geldelijken ondergang, verfde men dood, als
handelingen, die voortsproten uit den lust om
Wreed te zijn en indien ons volk zuidelijk bloed
in de aderen had, zouden de bedekte en open-
•ijke aanhitsingen, ongetwijfeld geleid hebben
tot een aanslag op het leven van den gehaat ge-
maakten man.
In 1925 was geen scheldwoord bij die heertjes
te grof voor Colijns .inflatie-bestrijding en in
1926 schrijven diezelfde nare, karaktcrlooze
creaturen, loftuitingen voor Belgische en Fran-
sche partijgenootjes, die met gelijke middelen als
Colijn, den franc in zijn val trachten te stuiten
in het jaar 1926 bepleitte op de economische
conferentie, de vertegenwoordiger van het Ne-
derl. Vakverbond, Jan Oudegeest, de stabiliteit
van het muntwezen, door de samenwerking tus
schen de centrale banken, onder controle der
regeeringen. Bah
staat zal zijn om Peking te hernemen en daar een
nieuwe regeering te vormen. Een nieuwe Eigen
lijk niet, want er is al lang géén regeering meer in
Peking De verbonden veroveraars vertrouwen
elkaar niet al te goed en daarom is- er van de
samenstelling eener nieuwe regeering nog niets
gekomen.
Een militairen gouverneur van Sjanghai begon
de zaak te vervelen en hij heeft, mét vijf om
liggende provincies, een nieuwen staat gesticht,
tot bij tijd en wijle de burgeroorlog in China
eens uitgevochten raakt en een krachtige regee
ring in Peking zal zetelen.
Gelijk heeft-ie
Stoet. Dit geschiedde in een van die Am-
sterdamsche buurten, waar de koele rust eener
bezadigde deftigheid tusschen de rijen afwijzende
ongenaakbare huizen heerscht, waar een zwerven
de hond een ding-van-hoogste-onvoegzaamheid
beteekent en een relletje een zaak is om jaren
over na Le praten.
In deze hooghartige stilte, vóór den middag
met zijn stijgend gedruisch, ontstapte een klein
en mager man eenen winkel, waar groenten
verkocht worden, in eene zijstraat, waar de
klare rust tot lieve verveling gestold was.
Hij hield in de eene hand een blik conserven,
in een krant gewikkeld, in de andere een lees
bibliotheekboek.
Hij had het schriel bovenlijf omnepen door
het prangend zwart van een dichtgeknoopt
zwaluwstaartje en uit den achterzak daarvan
stak, lijk de boogende staart van een trotschen
haan, een bos wortelenlof.
Wipperig deinde die groene staart mee op
het hippelend getippel van den kleinen heer.
Van de wortelen zelve waren drie, vier stuks
te zien, rood en frisch.
Wat dien heer bewoog, aldus de ingetogen
netheid van die buurt te profaneeren, weef ik
niet. Ik denk, dat hij een geleerde of een kun
stenaar was. Dergelijke lieden bekommeren zich
.om uiterlijkheden allerminst.
Hij las nu en dan tersluik in het grauwfrom-
melige boek, voortstappend en de staart wuifde
dwaas achter het zwart van zijn kleedij
Bij een zeer belangwekkende passage stond
hij stil en las met zijn neus op de bladzijde en
ingespannen gelijk van de fletsgrijze oogen.
Dit was zeer verkeerd.
Want zie, juist op die plek was een kleine
auto gestrand.
Er moest iets heel ernstigs mee gebeurd zijn,
want. er was een schonkig, oud en klein paardje
voor gespannen met behulp van een eind touw.
In dien auto zat, verwaten, alsof aanstonds
nederig gevolg van pluimstrijkende hovelingen
rondom het voertuig ging nederknielen, een
mollige en kortgebouwde vrouw, wier hoedje
met een groenen autosluier onder haar vette
dubbelkin was vastgebondeil, op de wijze van
een kapothoedje. Van een begeleider was niets
te zien.
Het paardje, vol ribbels van ribben, had honger
en zag aanstonds den staart van frisch, sappig
groen uit het lichaam van dien onvoorzichtigen
mensch steken. Hij beet er voorzichtig in. Beet
wat flinker. Vond het smakelijk. Kauwde prettig
aan een afgehapt lofflard. De dikke vrouw, loom
van warmte en wachten, dommelde een weinig
De lezende dwaas ging verder, lézend. Het paard,
niet van zins, dien overwachten buit prijs te
Mussolini, de Italiaansclie dictator, die aan
het schrikbewind der socialisten op een wel wat
hardhandige manier mogelijk kon het niet
anders een einde maakte, is sindsdien, ook
zonder zijn roetkleurig hemd, het zwarte beest,
van allen die bij Marx zweren. Dat is natuurlijk
hun recht, wat evenwel niet geval is met de ma
nier waarop zij over Mussolini wenschen inge
licht te worden.
Hoe de socialistische pers over berichtgeving
omtrent tegenstanders denkt, kwam eigenaardig
uit op het laatste Paaschcongres. Zooals men
zeker weten kan is de eerste innige vriendschap
tusschen S.D.A.P. en Sovjet-Rusland al lang
verdwenen,» en de officieele roode voormannen
haten zelfs hun ultra-roode broederen te Moskou.
Dies geeft de roode pers, die doodelijk bang is
voor de hooge oomes in de partij, allerlei nieuw
tjes over Rusland, die meer aan de fantasie dan
geven, volgde hem, op den voet, monkelend, kop-
schuddend.
Met veel ergerlijk gekwispel van zijn staart
betrad de heer het verhoogde voetpad. Het paard
volgde. Be auto bolderde schokkerig tegen den
trottoirband op en de korte dame schrikte tot
volkomen bewustzijn en ving aan, zich gevoerd
ziende langs wegen die de hare niet, waren, aller-
ijselijkst te gillen. Het paard, ontsteld en toornig,
keek haar streng aan, over zijn mageren schou
der. Een tweede, snerpende tooneelkrijsch deed
ook den lezer stilschokken en de toedracht aan
stonds begrijpen.
Glimlachend trok hij zijn staart uit, brak
het lof van de worselen, en wierp het aan het
dankbare paard voor, dat aanstonds begon te
peuzelen, terwijl het spon. >;Tel."
P u li a i s e s. De volgende vermakelijke
geschiedenis meldt men ons uit een garnizoen
plaats Korporaal Goossens voelde zwaar het
gewicht van zijn gele strepen voor het minste
vergrijp of verzuim „slingerde" lvij de jongens
„op de bon". Onder de soldaten had hij dan ook
geen vrienden. Recruut Jansen was vreeselijk
woest op hem. De korporaal stortterde en hoe
kwader, of hij zich maakte, hoe heviger hij stot
terde. Jansen had daar de vorige week om gelach
en hij kón niet anders, hoe hij ook getracht had
zich in te houden. Gevolg rapport en inhouden
van „24 uur" voor Jansen. Hij zon op wraak
Op zekeren 'avond na den dienst, juist toen
Jansen met zijn vriend de Jong de kazerne wil
den verlaten, hield korporaal Goossens hen aan.
Zeg, Jansen, weet jij ook w-w-waar ze hier
pu-pu-pu-punaices verkoopen
Nou, 'zegt Jansen, half onwillig ik weet
't niet zeker, korporaal, maar ik geloof bij Hen
driks op den hoek van de markt.
Meteen liep-ie door.
Onderweg kreeg hij een inval. Hij gaf zijn
vriend de Jong een fikschen slag op zijn schou
der en riep „Nou zullen we h'm hebben
Jansen en de Jong loopen haastig den winkel
van Hendriks binnen, waar ze door 'n aardig
juffie geholpen worden. Jansen doet 't woord.
Juf-juffrouw, hebt u ook pu-pu-pu-punaises
De juffrouw bedwing een opkomend lachje en
haalt een doosje punaises.
W-wi-wilt u die nou even d-d-d-d- d'r uit
halen
De juffrouw doet verwonderd, maar ledigt
den inhoud van het doosje op de toonbank.
Z-z-zet u die pu-pu-pu-punaises r's onderste
b-b-bóven
De juffrow doet het gevraagde, meer en meer
verbaasd.
D-d-die óók
Weer voldoet de juffrouw aan den wenk van
den zonderlingen klant maar als ze eindelijk 'n
stuk of tien punaices met de punten naar boven
op de toonbank heeft moeten zetten, vraagt ze
wrevelig
Maar wat wilt u toch eigenlijk, mijnheer
O, juf-juf-juffrouw, ik w-w-w-wou u juist
vr-vr-vr-vragen of u n-nou zoo g-g-g-goed wil
z-z-z-zijn om hier even b-b-b-boven op te gaan
z-z-z-zitten
Proestend verlaten ze den winkel de lieflijke
woorden die de juffrouw en haar toegeschoten
papa, ze nog naroepen, hooren ze niet meer.
Vijf minuten later stapt korperaal Goossens
met een gewichtig gezicht zwaar onder den in
druk van zijn gele strepen, den winkel binnen.
Juf-juffrouw, hebt u ook pu-pu-punaises.
aan de waarheid verwant zijn en toen de Russi
sche correspondent van het Volk brieven schreef
die men te voordeelig voor de Sovjets achtte,
wierp de redactie deze eenvoudig in de prullen
mand. Op het Paaschcongres, werd de redactie
daarover hevig aangevallen door aanhangers
van FJmmen en Stenhuis, die nu juist niet vies
van bolsjewisme zijn.
Ankersmit, de hoofdredacteur van het Volk,
lachte echter zijn belagers vierkant in 't gezicht
uit, hij bespotte hun waarheidsliefde, omdat die
toch niet gemeend was, „want", zoo riep deze
geestelijke leidsman uit, „als jullie zoo waar-
heidslievend bent, waarom verlangen jullie
dan geen ware berichten over het fascisme
Kon het onoprechte der roode journalistiek
ooit beter geteekend worden, dan door die woor
den van Ankersmit. Men verlangt geen objectie
ve berichten over tegenstanders. Men is beducht
voor de waarheid en aan die duisterlingen-nei-
ging geeft de roode redactie grif toe en dat durft
dan nog te zedemeesteren over collega's of
minachtend te spreken over het. donkere Zuiden.
Wc hoorden dikwijls rare geruchten gaan over
toestanden die bij deuoode pers moesten lieer-
schen. Voorzichtigheid hield ons er steeds van
terug, ze te publiceeren
Zoolang bij beweringen geen bewijs geleverd
wordt en men ze niet zelf controleeren kan
wordt het gevaarlijk ze verder te vertellen.
Nu echter ecu redacteur van „het Volk" zelf,
uit -de school geklapt heeft, kunnen wij die
reserves wel opgeven.
Lees slechts hoe deze man in „De Notenkraker'
het Amsterdamsehe redactiebureau beschrijft
„Het tooneel stelt voor de redaktie binnen
land-kamer van een' zeker sociaal-demokratisch
orgaan, dat te Amsterdam verschijnt. De be
zoeker komt binnen door een deur, die vol zit
met drukinktvingerafdrukken van zetters. Aan
de achterzijde .van het tooneel bevinden zich
twee ramen, waardoor men met eenige moeite
de 17e eeuwsche schoonheid van de Keizers
gracht kan ontwaren. Die „eenige moeite" wordt
veroorzaakt door de ongewasschen ruiten en
rook, welke rijkelijk opstijgt van het Lransp'rce-
rende hoofd van den chefbinnenland en uit de
veelvuldige Karei Clay's der redactie-employé s.
Het stinkt er en het is er warm en benauwd.
De grond is bedekt met zeil, maar daar van
ziet men niets, doordat de twaalf of dertien edi
ties van „Het Volk", de talrijke exemplarenvan
tegenstandersbladen en de afgekeurde ongezon
de stukken over de geheele Bühne versprei
Aan bureaux werken menschcn als Ix'eston.
Veel zwijgende figuren in blauwe wei *pa
Veel brieven. Veel binnens- en
buitensmondsch
g Tragisch is het beeld niet dat deze redacteur
van zijn bureau schetst, maar het verklaart wel
veel van de rarigheden die dit bureau de wereld
inzendt. Maaslandus.