AVONDPRAATJE. - Willen we nog wat praten, Coba 't Is hier zoo gezellig op het balcon. Neem dat makkelijke sloeitje en sla wat warms om je heen. Dan doen we de lamp uit en We blijven nog wat zitten, eer wij naar bed gaan. Zit je zoo goed Kijk de maan komt juist te voorschijn van achter die zware wolk. 't Is met een avond, om uren lang te zitten mijmeren en niet naar bed te kunnen gaan. Zeg Coba, is er wat met je, je bent den heelen dag al zoo sLil en je kijkt zoo droomerig Wel neen, ik ben heel wel hoor en ik logeer hier erg naar mijn zin. Jelui doen allen je best om 't mij hier prettig te maken, ik zou'niet weten wat ik nog mèer zou verlangen. Cobaatje kind, er is iets en je verlangt wel degelijk naar iets. Heb je soms weer vlam gevat Dat zou niet voor de eerste maal zijn. Hé, hoe kom je daar bij Ik heb den heelen winter druk gewerkt en ik ben in 't geheel niet, uitgegaan, ik heb niemand ontmoet. Je denkt ook altijd 't ergste. Het ergste, Coba Vindt jij 't dan een nare gewaarwording om van iemand te gaan houden Lieve hemel 'L Is de beste, de heiligste stemming waarin een mensch komen kan, als men voelt misschien ooit iets te kunnen zijn voor een ander, te weten wat hij denkt, wat hij voelen moet, wal men zeggen moet om hem gelukkig te maken men voelt zich zeil goed worden in de groote, de beste beteekenis van 't woord. - Hoor eens Marie, als je mij niet honderd maal verteld hadt, dat je vissehenbloed in de aderen hebt en hoegenaamd niet verliefd van complexie bent, dan zou ik je vraag met een wedervraag willen beantwoorden en zeggen ,,Wie is de heer in quaestie Wat een gloeiend betoog, wat een vuur en wat een boel woorden, om te zeggen dat 't aardig is, zoo'n beetje van iemand te houden Zeg, willen we alle twee eens opbiechten. Toe ja, dat lijkt me erg grappig, vooral als jij aan de beurt bent, ik heb nog nooit zoo iets van je gehoord. Wie zal er beginnen Begin jij maar, ik wist wel, dat 't je op de tong brandde, ik heb de gansche week al eens naar een rustig oogenblikje gezocht om je eens onder vier oogen te spreken. Nu dan, maar je moet niet lachen hoor. Ik kan 't heusch niet helpen dat al de jongelui mij zoo aardig vinden. Ze zeggen dat ik flirt, maar dat is niet waar, want dan zou ik niet met iedereen, tot zelfs met 't onnoozelste „broekje" toe, gekheid maken. Nu om te beginnen, ver leden najaar was ik mee met de meisjes Jordens naar hun tennisclub en daar heb ik hem voo# 't eerst ontmoet. Hij heeft een donker uiterlijk en zulke mooie handen, o snoezige handen Toe Coba, ga nu door, zeg maar meteen wie 't is, ik ken hem misschien wel en dan kan ik je meteen zeggen, of 't een erge flirt is. - Een flirt Niet bizonder erg hoor. Ik ben met hem naar huis geloopen en we kwamen over. oogen te spreken. Hij hield 't meest van blauwe oogen en hij keek mij zoo aardig aan, neen, heusch niet aanstellerig, zoo maar door en door en, toen zei hij nog eens dat hij nu zeker wist, dat hij 't. meest van blauwe oogen hield. En wat antwoordde jij op die confidentie Zeg, als je zoo flauw bent, zeg ik niets meer. Waarom is dat nu maar dadelijk een confidentie. Ik zei natuurlijk, dat ik 't allermeest van donkere oogen hield en dat is ook zoo. En gisteren vond je Elize's oogen zoo prachtig en die zijn heel-lichtblauw Nu ja, die vind ik ook mooi, maar ik houd toch meer van donkere. Dat was onze eerste kennismaking. Toen, na een week of wat, heb ik naast hem gezeten aan tafel hij de van Herpens. En toen hebben we over alles en nog wat gepraat en over den dood ook, heel ernstig en als hij zoo ernstig met je praat, dan heeft hij toch zoo'n lief gezicht en wij waren 't geheel eens en o 't was verrukkelijk. En toen Ja, nu komt 't leukste. Aan tafel zat ook die verwoede zeiler, mijnheer van Fits, je weet Wel, die met die roode bakkebaarden, 't Is wel een goede man, maar een beetje vervelend, hij doel, altijd verhalen over zeilen, schepen en vissclnn en zoo. Nu maar, hij vroeg mij of ik mee wou gaan zeilen op de Zuiderzee, den vol genden Zondag, met Emilie en de meisjes van Oyen en met nog een paar heeren. Nu, ik vond 't dol, en verheel je wat een gelukskind of ik toch ben aan do haven stond hij ook Hij had zoo'n pak aan zonder vest, je weet wel, met een sjerp om zijn middel en zoo'n losse matrozenboord en das om en een pet op zoo'n verschrikkelijk gezellige pet, dat ik niet laten kon, te zeggen „Wat ziet u er aardig uit meneer Zijn naam zeg ik je nog niet. En toen zei hij dadelijk „U ook juffrouw, dat rood staat u bizonder goed.' Nu., dat wist ik ook wel, maar ik vond 't toch prettig dat hij 't zag. Ik vind altijd, dat heeren die smaak hebben van dames-kleedjjrg, zoo huiselijk zijn, vin je ook niet Daar heb ik nooit over gedacht, 't lijkt mij een paradox toe, maar daar kunnen we later wel eens over redeneeren. Hoe ging 't toen verder op dien boottocht - O best, wij gingen natuurlijk eerst de sluizen door en kwamen toen in 't ruime sop. Eu 't woei zoo hard, dat ik blij was mijn kleinen hoed met je weet wel, die kleine veertjes, op te hebben gezet. En we zaten een heele poos allemaal sa- oren, hoven op, te kijken naar 't schuim, dat soms tot bij ons opspatte en wij lachten een beetje over van Fits, die in den stuurstoel zal en er zoo bruin en verbrand uitzag. En lang zamerhand gingen ze allen in de kajuit, omdat ze" '1 koud hadden, alleen hij en ik bleven zitten en toen praatten we' weer zoo heerlijk samen, over alles zie je, en ook over 't engagement van Cat en toen zei hij op eens 't lijkt wel of wij geënga geerd zijn, vindt u niet, we zitten heelemaal alleen, ze hebben ons aan ons lot overgelaten. Vindt u 't erg naar „Neen, niet erg", zei ik maar ik vond 't toch wel 'n beetje gek van hem en daarom ging ik er maar niet op door en vroeg hem liever naar zijn familie en of hij veelzusters had enz. Maar 't is zoo'n dwaze jongen, hij begon maar altijd weer over 't, zelfde, zijn eene zuster was getrouwd en die had al zoo dikwijls gezegd, dat hij ook trouwen moest, maar hij wist niet met wie en ook niet, of iemand hem wel hebben wou enz. enz. te lang om te herhalen. Maar 'L was ver rukkelijk en ik zal 't nooit vergeten. Zeg Marie, heb jij nu nooit eens zoo iets ondervonden Misschien wel, luidt Marie's droomerig antwoord. Ze heeft zitten luisteren, eerst omdat 't haar amuseerde, later omdat ze vreesde dat Coba's licht-ontvlambaar hart zich te snel ver raden zou hebben, dan, omdat ze plotseling begon te begrijpen, wie die perèêon was, over wien zoo bewonderend gesproken werd. Een zuster, die getrouwd was, een donker uiterlijk, groot gemak zich te uiten! O, (tod, 't kon niet anders, 't moest Willem van Haafte zijn, over wiens liefde zij zich illusies had ge maakt.. Hoe heet hij eigenlijk klonk 't zoo onverschillig mogelijk, perwij] een pijnlijk rood tot aan de haarwortels opsteeg. Maar ze zat niet, in 't licht der maart en Coba zou niet op haar stem letten, vervuld als ze was met eigen her inneringen. Wie is 't? Ken ik hem Ja, je moet hem nog al goed kennen, ik sprak over je en hij zeide, dat hij je wel eens ontmoet had, maar daL nu dat komt er ook niet op aan. Maar wat vond hij zeg 't maargerust. Marie zal in elkaar gedoken in 't donkerste hoekje van 't balcon en wachtte haar vonnis af. Wat had hij van haar, gevonden Ze had dik wijls hem ontmoet, veel met hem en de broers gewandeld, geroeid, gereden en veel met hem geredeneerd, veel intieme zaken met hem be- sprok en omdat ze wist, dat ze va'n hem hield en hij ook van baar tot nu toe, had ze dit heilig gedacht en zelfs gemeend, dat er geen woorden lusschen hen meer noodig waren om hun ver bond te bekrachtigen. „Ook hij dacht ze mot bitterheid, „laat hij mij ook in den steek ik arme dwaas, die mij zoo veilig waande enzeker van zijn liefde" Wat zei hij van me? Vroeg ze nog eens, scherper, haastiger, als wilde ze geen oógenblik langer wachten, eer 'L vlijmend weer haar over stelpen zou, vol namelooze smart. Och, niets bizonders, ik kan 't je wel zeggen ook hij vond, wat iedere heer van je vindt, dat je wel aardig was om mee te proten, omdat je zooveel wist, maar dat je toch eigenlijk een beetje te knap en te degelijk was voor een jong meisje. Je weet nu wel, wien ik meen hè Van Haafte heet hij, dat dacht je zeker al lang. Zeg Marie, hoe heet hij hij zijn voornaam Willem, Willem van Haafte. Hemel, kind, wat zeg je dat plechtig, 't is oi' er een doodsxlok luidt. Toe Marie, nu je toch alles weet, wil je mij nu een heel groot plezier doen? Jelui kent hem zoo goed, hè, kunnen jelui hem niet eens ten eten vragen terwijl ik hier ben, zoo heel eenvoudig weg maar. En dan mag ik naast hem aan tafel zitten Zeg Marie- tje, vindt je mij erg flauw? Maar ik ben heusch dit keer echt verliefd, op zijn oogen, op zijn handen, o, heelemaal, geloof ik. O, 't is een snoes van een jongen. Hoe vindt jij hem eigenlijk Och, 'L gaat nog al. Zoo, dat valt mij moe, ik dacht, dat je hem erg jongensachtig zoudt vinden. Hij is zes-en- twintig jaar, dat heeft hij mij verteld en. ik hen net twintig. Juist goed, vin je niet O en Marie ik weet zeker dat hij mij vragen zal, hij moest wachten op een betrekking, zei hij, maar ik heb in de courant gezien dat hij benoemd is en dus Nu wat dan Wel, hij vertelde mij, dat hij, zoodra hij een betrekking had, gaarne trouwen wilde met een meisje met helderblauwe oogen en dat hij zeker gelooide, dat t gauw gebeuren zou. Maar zie je, hij weet niet, dat ik hier logeer en nu had ikge- hoopt dal ik hem hier toevallig zien zou.Komt hij niet dikwijls bij jelui? 1 egenwoordig niet zoo veel meer. Zoo, hè dat spijl me, Mu Marie, toe, wees nu eens een goede fee voor je Zondagskind. Ik ben altijd een lievenheershaantje geweest en ik zal 't wel blijven ook. Vraag je hem eens ten eten Ja Coba-lief, ik zal hem vragen en ik zal 't wel zoo aanleggen, dat hij komt. Maar beloof me èèn ding als 't er door is, ga dan dadelijk naar li'uis. Papa houdt uiet van geëngageerde menschen om zich heen, zie je. Dat is de reden. En nu, goede nacht en slaap lekker. Ik ben moe en ga naar bed. En jou geheimen dan, hoor ik daar nu niets van Op een anderen keer, als ik eens iets vroo- lijks aan mijn luchthartig, lief vriendinnetje te vertellen heb. Maar nu niet, ik heb wat hoofdpijn heusch, geloof me, ik heb niets te vertellen. lag mei het postrijtnig geheel omver op de rails, terwijl de goederenwagen en het eerste personenrijtuig schuin met de koppen in elkaar geschoven tot over de sloot langs den enkele meters hoogen spoordijk lagen. Tal van menschen liepen reeds langs den trein naar de verongelukte wagons, waaruit voortdurend jammerende kreten om hulp op stegen, terwijl ook van alle kanten uit den omtrek menschen kwamen toesnellen. Doordat de sloot lusschen het land en den spoordijk was, konden wij niet bij den trein komen, dan door den bagagewagen, waarvan een gedeelte was afgerukt Met een pater, die terstond ter plaatse was, wrongen wij ons tusschen de rijwielen en overige bagage, welke hopeloos door elkander geslingerd waren, en kwamen zoo op de plaats van de ramp. Daar was men reeds bezig met het dooven van de vuren in de locomotief door middel van zand, om zoodoende brand le voorkomen. De stoker en het lijk van den werkmeester werden juist met brandwonden overdekt uit de machi ne te voorschijn gehaald. Bij het personenrijtuig was men ook reeds druk doende om de reizigers uit hun benarde positie Le verlossen. Daar de portieren meestal verwrongen waren, moest de redding geschieden door de raampjes. Daardoor moest men de vreeselijk verminkte lijken en de gewonden naar buiten halen. In allerijl werden ook de kussens uit de coupé's gehaald om hen daarop langs den spoorbaan voorloopig neer le leggen. Eenige dokters uit den omtrek, die ook na enkele minuten reeds ter plaatse waren, verleenden hier de eerste hulp, terwijl ook de bovengenoemde pater waar noodig geestelijken bijstand verleende. Een auto van „de Faam", welke juist in de nabijheid was, werd beschikbaar gesteld voor het vervoeren der slachtoffers naar Leiden, evenals een auto van den Geneeskundigen dienst, terwijl in den omtrek vrachtauto's werden gereqnireerd om bij dit vervoer behulp zaam te zijn. Onmiddelijk werd ook een groot aantal dekens aangebracht voor de gewonden. Het meeste scheen echter gebrek te zijn aan spalken, daarom werd althans herhaaldelijk door de doktoren om geroepen. En telkens weer werd met de eenige brancard, welke aanwezig was, een nieuwe gewonde aangebracht en op de kussens neergelegd om te wachten tot ook hij kon worden verzorgd en vervoerd naar liet ziekenhuis. Ontdaan door het zien van al die ellende ^spoedden wij ons dan naar den Deyl, om in de garage aldaar te vragen onmiddellijk met Vrachtauto's hulp te gaan verleenen. Het verhaal van een stadgenoot. Hedenmiddag hadden wij het genoegen den heer A. S., van hier, die, als medereiziger de ramp heeft bijgewoond, op ons bureau, te ont vangen. Hij had in den eersten wagon plaats genomen en is, zooals hij verklaarde, wonder boven wonder aan den dood ontsnaptslechts enkele schram men had hij bekomen, terwijl zijn hoed en jas op de plaats van de ramp zijn verloren geraakt. Hij vertelde o.a., dat vele reizigers verwonderd waren over de houding van een dokter en van een verpleegster, die eveneens in den trein aanwezig waren, doch lum hulp niet hebben aangeboden. De dokter is vertrokken, terwijl de verpleegster weigerde eenige hulp te verleenen. Later vernam de heer S. ook nog, dat wel dege lijk het gebod was gegeven, op de plaats, waar de trein ontspoorde, langzaam te rijden hieraan is blijkbaar geen gevolg gegeven. Wisselkoersen te Rotterdam. 9 Sept. 10 Sept. Londen 12.11 12.11 Berlijn - - 59.39 59.39 Parijs - 7.17 V* - 7 16 België - 6.821/, - 6 801/. Zwitserland - 48.19 - 48 19 Amerika - 2.494/lg -2.49'/ia Weenen- 35.20 - 35.20 jg Kopenhagen- 66.22V 2 - 66 22 Va Stockholm- 66.70 - 66 711/2 Oslo - 54.671 a - 54.69 Madrid - 39.95j^j -36 571/, Milaan8 90' - 8.921/a Telegrammen. MUITERIJ IN ATHENE. ATHENE, 10 Sept. (draadloos) Op liet gerucht dat de republikeinsche garde voorne mens was, een Directorium uit te roepen, liet Kondillis gistermorgen de kazerne, waarin zich twee bataljons der republikeinsche garde be vonden, omsingelen. De soldaten der republikeinsche garde on dernamen echter plotseling een poging om naar het centrum der stad op te rukken, waar bij zij op de regeeringstroepen schoten, die het vuur beantwoorden, terwijl ook de op de hoogten rondom de stad opgestelde regeerings- batterijen het vuur op de republikeinsche garde openden. Intusschen werd door een tweetal pantser auto's der republikeinsche garde een uitval ver richt. In snel tempo reden zij door de hoofd straten der stad, links en rechts vurend, waar door een groot aantal burgers werden gewond. Op het Grondwetsplein in het midden der stad aangekomen, trachtten zij de ministeries te bezetten, doch de opstandelingen werden door de regeeringstroepen teruggeslagen. Een der beide pantserwagens, en wel die gene waarop zich Dertilles bevond, die voorne mens was het telegraafbureau te bezetten, werd door de regeeringstroepen veroverd. Dertilles en de bezetting van den pantserauto werden gevangengenomen de andere auto vloog in de lucht. Het gevecht tusschen de republikeinsche garde en de regeeringstroepen duurde drie uur. Ver scheidene duizenden schoten Werden door de tegenstanders gewisseld. De muiterij der republikeinsche garde werd door de communisten ondersteund. LONDEN, 10 Sept. (draadloos) „Daily News" meldt uit Athene dat het aantal dooden, tengevolge van de straatgevechten 40 bedraagt. Eenige honderden personen werden gewond Volgens hetzelfde blad zou. Piastiras aan het hoofd van een troepenmacht naar Athene op rukken. De manschappen van een gepantserde Garde-auto trachtten de regeeringsgebouwen te bezetten. De regeeringstroepen wisten echter den aanval af te slaan. EEN TYPHI S EPIDEMIE. HANNOVER, 10 Sept. (draadloos) Volgens een officieele mededeeiing zijn de laatste dagen alhier 80 typhusgevallen geconstateerd 2 per sonen zijn tot dusver overleden. EEN GEWONNEN STAKING. KATTOWITZ, 10 Sept. (draadloos) Het loonconflict in de mijn-industrie is bijgelegd de mijnwerkers krijgen 8 loonsverhooging. SPANJE EN DE VOLKENBOND. PARIJS, 10 Sept. (draadloos) Uit Genèie ontvangen telegrammen bevestigen dat Chamberlain en Briand opnieuw een telegram gezonden hebben aan Primo de Rivera, waarin zij de vraag stellen of Spanje bereid is in den Volkenbond Le blijven, indien niet algemeene stemmen besloten zal worden, dit land opnieuw een niet-permanenten zetel toe Le kennen. DE DUITSCHE DELEGATIE DOET HAAR INTREDE. GENEVE, 10 Sept. (draadloos). Precies 10.30 kwam hedenmorgen de Volkenbondsvergadering bijeen daarna trad de Duitsche delegatie om 10.40 de zaal binnen. De vergadering rees van haar zetels en bracht den Duitschers een lang durige ovatie. Streseman nam plaats Le midden van Dr. Gans en Schubert. De president hield daarop een rede, welke door Streseman met een groote rede werd beantwoord, meermalen door luid applaus onderbroken. Kerknieuws. Liturgische dag. De Liturgische dag voor het bisdom Haarlem, zal dit jaar t.e Goes worden gehouden eu wel op 29 Sept. a.s. De Liturgische vereenigiug in het bisdon Haarlem zal evenals de vorige jaren, gesteund door een uitvoerènd comité, voor een onberispe lijke regeling zorg dragen. Moge de deelneming groot zijn De Kruisheeren te Zoeterwoude. Gistermorgen heeft op plechtige wijze de in wijding plaats gehad van het nieuwe klooster der Paters Kruisheeren aan den Vrouweweg te Zoeterwoude. De plechtige inzegening van het prachtige gebouw vond plaats door den Algemeen Overste der Kruisheeren Orde, Mgr. H. Hollmann. Burgerlijke Stand. Geboren: Sept. 7. Franciscus Maria, z.v. F. M. van Hassel en E. J. Goudswaard, v. Leen- wenhoeckstraat. 8. Pieler, z. v. P. Jongste en G. Huijzer, Wattstraat. •- Geertruida Elisabeth Cornelia, d.v. C. J. van Etten en II. J. L. van SLijn, Huismanstraat. 9. Geerdina Johanna, d.v. J. H. Dirven en A. Pover, Fabriplein. Gehuwd. Sept. 9. A. J. Rijneveen 23 j. en A. C. ileggelman 22 j. A. G. Bierhuizen 22 j. en A. M. Coster 22 j. G. M. F. Rietstap 33 j. en H. R. M. Elgers.31 j. P. Ouwendijk 23 j. en H. van der Hoeven 21 j. W. S. J. van de Werken 27 j. en A. van Unen 26 j. C. Verbiest 23 j. en E. Bouwer 18 j. S. Otten 22 j. en D. Bouthoorn 22 j. M. Bierhuijs 28 j. en W. de Koning 24 j. B. C. Nicolaij 27 j. en J. P. Scheuerman 20 j. Ondertrouwd: Sept. 9. H. A. Bakker 24 jen JMIvoole 20 jAJanssen 28 jen MG. Janssen 27 jG. Wvan Gelderen 26 jen N. Maan 23 j. M. Bleecke 19 j. en L. Schenk 20 j. W. van Eijk 22 j. en A. van Wassenaar 19 j. C. H. Krui- nes 27 j. en E. Wagner 20 j. J. Menke 23 j. en C. Meijer 20 j. Overleden: Sept. 8. T. Heezen, oud 67 j„ Archimedesstraat Scheepvaart. Hoog ivi*ter te Hoek van Holland. 10 Sept. v.tn. 4.57 n.m. 5.20. 11 Sept. v.rn. 5.32 n.m. 5.53. 12 Sept. v.m. 6.01 a.m. 6.22. 13 Sept. v.m. 6.37 n.m. 6 57. Gem. Hoogwater 87 e.M. 4- N.A.P. Gem. Laagwater 77 c.M. N.A.P. SCHIEDAM, 9 Sept. Aangekomen Deenseh s.s. Vibeke Maerks, ledig van Newhaven. Deenseh s.s. Rita Maerks, ledig van Londen. - s.s. Christales, van Hull. s.s. Pagila, van Londen, allen om hier kolen Le bunkeren in de Wilhelminahaven. SCHIEDAM, 9 Sept. Vertrokken Eng. s.s. Audacity, ledig naar Harburg. Eng. s.s. Elpenor, met stukgoederen naar Hamburg. PERIM, 6 Sept. Gepasseerd s.s. Genu.na, van OosL-Azië met olie naa'r Schiedam. Handelsberichten. Beurs van Schiedam. Moutwijn. SCHIEDAM, 10 Sept. Officieele noteering van de Commissie uit de Kamer van Koophandel. Moutwijn 46 14.—. Namens de commissie voor de noteermg. H. J. JANSEN. Spiritus. SCHIEDAM, 10 Sept. Men noteert voor Spiritus 100 21. Spoeling. Noteering van de Coöp. Vereen. „Schied Speelingvereeniging". Heden f 1,80 per ketel Kleine Advertentien. STRIJKSTERS gevraagd. Wasscherij „DE DUH Korte Haven 3.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1926 | | pagina 3