WBEK-REVUB. Voor huis en hof. DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN L 49ste Jaargang. Zaterdag 11 December 1926. No. 14732 Bureau i K|0 E MARKT 4. Telefoon IniereommuBaal G8085 Postbus s 39. Abonnementen per 3 maanden f 2.70, per week 20 cent, franco per post 3,per kwartaal. Afzonderlijke nummers 4 cent. Zaterdagavondnummer met Officieel Kerkbeiicht 10 ets. Postclièquc- en girodienst No. 81440. Advert «ntilni 15 regeU f 1.75, #iks rsgel daarboven 2$ si, 3 sssêS piaataen wordt 2 maal berekend. Ingezonden medednelingsn 75 a per regel. Speciale conditiën voor herhaaldelijk adverteeran. Tarieven worden op aanvraag toegezonden. Incassokosten worden berekend. Gratis-Ongevallenverzekering f SDU bij levenslange geheele invaliditeit126$ daim; f 60 bij verlies van een wijsvinger; 115 bij verlies van eiken anderen vinger. bij verlies van een fesnd, voet of oog t 2P6 bij dood2100 bij verlies van een De verzekering wordt gewaarborgd doqy de N.gfsH.Aigem.Vera, bank Scbieds» TWEEDE BLAD. Binnenland. We hadden ze al vaak op de photo-pagina s gezien van de dagbladen. Dezer dagen echter wees men ons haar op straat aan een fikschc 17-jarige blonde bleek te zijn, op-en-top een kind nog, een reuke, onverschillige robbedoes, heelemaal geen dametje, maar zoo een, die nog mot sneeuwballen kogelen zou, als we onze goede ouderwetsche winters eens terugkregen, ccn, die niet tegen slootje-springen opziet, als ze op haar wandeling zoo'n natte versperring ont moet en die den slagersjongen een draai om zijn ooren zou toedienen, als hij ze „per ongeluk expres" aanreed. Dit gezonde Hollandsche kind had het onge luk een paar weken geleden te Brussel een we reldkampioenschap-zwemmen te behalen, door n.l. het bestaande record over zekeren afstand te breken. Arme kleine We kunnen ons zoo voorstellen, dat dit stevige meisje er verschrikkelijk veel plezier in moet hebben om in het water rond te spartelen, maar dat ze een beetje krachtiger slagen maakte dan een ander en daardoor wat sneller vooruit kwam, dreigt haar toch wel noodlottig te worden. Want.er zijn steeds vree.selijk veel dames en heeren in ons land, die zulke sportieve gebeur lijkheid jes rneenen te moeten aangrijpen om te „huldigen. Jammer toch, dat die dames en hoeren niets beters om handen hebben Ze hebben nu een „comité gevormd cn dezer da gen zal de door haar georganiseerde huldiging plaats hebben. Van allo sportorganisaties in den lande worden „afgevaardigden uitgenoodigd en degenen, die een „rede willen richten tot de kampioene, worden verzocht van dat voornemen vooraf kennis te geven aan den secretaris van het comité. Meisje, meisje, wat zal jij befuifd en over het paard getild worden. Wat zal jij je „groot" voelen met je 17 jaren En wat 'n dame zullen ze van je maken'! Neen, nu mag je niet meer zoo onverschillig over straat sjouwen, want straks kom je ze misschien tegen, die dames en hecren van stand en ontwikkeling, die men- schen met een titel of graad, die onder het uit spreken van een serieuse redevoering tot in het stof gebogen hebben uit eerbied voor je meisjes biceps. Arme kleine Je gaat nog op school, hé? Scheid maar uit met studeeren, kind. Niet noodig in de tegen woordige wereld. Biceps., peezen, spieren, daar komt het op aan. Wie op geestelijk of intellectueel gebied een record gebroken heeft en daaraan een heel leven van studie, hard werken cn opoffering wijdde, valt nog maar slechts zelden een spontane hul diging ten deel. Men klaagt wel eens óver, of neemt een loopje mét al die verrassende too- neeljubilea, die we tegenwoordig vierer, maar wie bekend is met bestaande toestanden op dat gebied, knijpt met pleizier een oogje dicht en helpt meejubelen. Onze beste artisten, die het tooneel steeds als een roeping beschouwden en het op de eerste plaats dienden uit liefde tot de kunst, zij kunnen niet buiten die vierin gen, buiten die „jubeltochten die voor hen cn haar niet anders dan gecamocfleerde bedel tochten zijn. Ze hebben ze nóódig, omdat ze op hun of haar ouden dag allen tot de conclusie moeten komen, dat zij dc kunst wel dienden, maar omgekeerd, de kunst hun of haar niet ge diend heeft. Denken we aan de Bouwmeesters, Mevr. de Boer, de Vries e.a Maar, verrassend zijn ze soms toch wel, die feesten. Het vorig jaar vierde een der bedoelde artisten een gouden jubileum. Bij zoo'n gelegen heid moesten natuurlijk allerlei cómité's in 't geweer komen en 't werden feesten van belang we gunden de begaafde artiste de „gesloten enveloppen" van harte. Bladerende in een ouden jaargang kwamen we haar portret te gen in een rol, vervuld bij de viering van Vaar 40-jarig jubileum en toen bemerkten wij, dat er tusschen de viering van het eene feest en het andere juist 7 jaren lagen 't Schijnt dus, dat een artist vlugger leeft dan een ander mensch, misschien ook waren er „Indische jaren" bij en die teilen dubbel. Maar hoe dan ook misgunnen doet geen weldenkend mensch een voordeelige jubileumtournee aar de ove rigens zoo weinig beloonde tooneelkunstenaars, zelfs niet al blijken ze de tel kwijt te zijn, of al gaat de „herdenking" nog maar over een zoo luttel aantal jaren, als b.v. Annie van Ecs aan het tooneel verbonden was. Haar feestje is maar een koperen, doch we bejubelen deze artiste, niet om ze te danken voor het reeds gebodene, maar om ze te smeeken de kunst en haar publiek nog langer te dienen cn omdat ze zoo lief is eu zoo'n echt moedertje „Onze" tooneelartisten zijn een van de wei nige echte nationale bezittingen en we mogen ze daarom wel in cere houden, want lang niet alles, wat we het „onze" noemen onze in dustrie, onze scheepvaart, onze kunst, onze handel is van vreemde smetten vrij. In dat verband verwijzen we naar de jongste onthullingen in den Duitsehcn Rijksdag, ont hullingen, waarvan de juistheid achteraf is bevestigd. Toen de Duitschers volgens het Verdrag van Versailles geen vliegtuigen meer mochten ver vaardigen en geen oorlogsmateriaal, toen hebben „we" zoo geeft o.a. het „Berliner Tageblatt" toe verschillende industriën naar het buiten land overgebracht of aldaar gesticht. Zoo brach ten „wc" dc Duitschers en met medewerking van de Duitsche regecring de Fokkerfabrieken naar Holland over Die fabrieken zijn hier steeds geacht „onze nationale vliegtuig-industrie" te vormen en de directie dier fabrieken heeft meermalen weinig malsch geoordeeld over onze regecring, die „haar" eigen industrie niet meer ondersteunde. Achteraf echter blijkt Fokker hier de rot ver vuld te hebben van de „koekoek in het vreemde nest." De Hollandsche nationale gevoelens zijn bij den heer Fokker trouwens pas na den oorlog levendig geworden. Tijdens den oorlog had hij zijn fabrieken in Duitschland en toen hij voor den Hollandschen militairen dienst werd op geroepen, kon hij tot zijn spijt van de Duitsche regecring geen paspoort krijgen. Gedwongen werden de fabrieken uèi den oorlog naar hier overgebracht en zijn we met een eigen „natio nale" vliegtuigindustrie verrijkt. Echter, nu de Duitsche regecring tot vricndschappelijker en openhartiger betrekkingen met de vroegere vijanden gekomen is en Fokker's diensten niet meer wen»cht, heeft deze heer zijn matten hier weer opgerold en is hij het land van don dollar met een Amerikaansche, eigen, nationale indus trie gelukkig gaan maken. We bedoelen met dat alles niets onaange naams aan het adres van den heer Fokker, die een uiterst bekwaam technicus en goed koop man is. En een goede koopman heeft zijn vader land, waar hij het beste betaald wordt. Buitenland. De opstand in Albanië, waarover we in een vorig overzicht schreven, schijnt voorloopig toch onderdrukt door de regecring. Verrassend was, dat de Albaneesche regeering, toon de opstand nog woedde, plots een Vriendschaps verdrag met Italië sloot, terwijl de revolutie zoo al niet door Italië verwekt of aangemoedigd, dan toch als zeer profijtelijk gewaardeerd werd. Toch is er geen tegenstelling tusschen de feiten. Het ge. loten Verdrag komt practisch neer op ccn protectoraat door Italië over Aiba ;ië. Het houdt immers in, dat Italië den status quo, dus de bestaande verhoudingen, in Albanië zich verplicht met andere staten geen verdragen aan tc gaan, die voor Italië onvoordeelig zijn. Zoo gauw nu een staat verplicht is om ij» zijn internationale betrekkingen rekening te houden met de belangen van een anderen staat, is het practisch onder voogdij gekomen. t Is duidelijk, dat het Verdrag van Italië een zet is tegen den invloed van Joego-Slavië (Servië) aan de Adriatische kust. Natuurlijk had de Albaneesche regeering niet veel zin om het Verdrag te aanvaarden, maar toen do opstand der Katholieke Mirdieten uitbrak, weike stam den steun van Ita,ië ge niet, is de Albaneesche regeering gedwongen geweest om Itauö's steun te koopen om daar mee de verpachting der Itaaaansche regeering te verwerven den status quo, dus ook de aan het bewind zijnde regeering, te heipeii hand haven In Joego-Sxavië is men over den loop der ge beurtenissen zeer ontstemd en zaï men ver moedelijk den Volkenbond in de zaak mengen. In China woedt het spook van den burger oorlog erger dan ooitnatuurrijk zijn de Euro- peesche mogendheden er sterk bij geintcressecrd, omdat de Zuid-revoxutionnairen China van aile Westersche banden willen bevrijden, maar tot eene interventie schijnt het niet te komen, vermoedelijk omdat ieder voor zich reeds handen te kort komt om dc moeilijkheden in eigen huis baas te blijven. De Kantonneezen (Zuid-Revolutionnairen) be- heersehen nu reeds een gebied van 200 millioen zielen. Wél handhaaft de dictator van Mand- sjoerije zich nog in Noord-China, maar hij is vrijwel tot machteloosheid gedoemd. Hij kan niet naar het Zuiden oprukken, omdat dez.g. christen-generaal Feng hem nog in het Noorden bindt met een niet onaanzienlijke troepenmacht en omdat tusschen Zuid- en Noord de altijd weifelende en onbetrouwbare Woe-pci-foe nog met zijn troepen huistWoe is altijd de bondge noot van den overwinnaar. Oorsprong en wezen der vetplanten. III. De op den bodem levende Cacti zijn alle sterk bewapend, voorzien van stevige, scherpe stekels, die vooral het hart der planten beschermen, op de groSttoppen, waar zij het dichtst opeen staan. Geen dier zal daaraan zijn bek wagen. Toch groeien er op den bodem wel enkele on gewapende CactussooRen, maar die zijn merk waardiger wijze, vergiftig, zooals o.a. met Echi- nocactus Williamsi het geval is. Is dit niet treffend Eenzelfde geval ontmoet men ook hij de Agave's. Deze bladen zijn alle van sterke, scherpe topstekels en bij vele ook van kromme randstek voorzien. Maar de stamvormende Agave stenuata is totaal weerloos, bezit top- noch randstekels, maar is weervergiftig Die bewapening en afweermiddelen der Cac tussen en van vele andere vetplanten zijn zeker hoogst merkwaardig en van de grootste betee- kenis in den evolutiegang dezer karakteristieke planten, want niet alleen toch had de planten wereld door de verandering van het bodem niveau te strijden tegen steeds ongunstiger wordende omstandigheden van bodem en kli maat, de door aanpassing en wijziging hunner organen zich handhavende typen hadden tevens een feilen strijd te voeren tegen andere gevaren, welke kwamen van de zijde der dierenwereld. Het laat zich toch denken, dat hij het dunner worden van den plantengroei en het sappiger worden der overblijvende plantentypen, de ze voohthoudende planten in de dorre, water- arme streken een begeerenswaardig voedsel vormden voor de plantenetende dieren, die op de vegetatie in die streken waren aangewezen. Deze planten hadden dan ook nimmer ktlnnen standhouden als niet tevens de immer scheppen de kracht der natuur uit haar typen had doen ontstaan, wier oappige lichamen beschermd wa ren door afweermiddelen, als stekels, doorns, bittere en vergiftige stoffen enz. Ook in dit opzicht konden alweder de best toegeruste typen den strijd Let beste volhouden. Zeer treffend zult ge zeggen maar hoe staat het nu met de kleine, sappige en weerlooze Mesembrysanthemums van Zuid-Afrika Die bezitten stekels noch vergift. Die zouden dus al spoedig ten prooi moeten vallen aan de plan tenetende dieren, volkomen weerloos als ze zijn Maar dat is niet zoo, want, zij hebben een ander middel ter beveiliging en dat is haar be schuttende vorm en k^gur, die ze sprekend doet gelijken op kleine steentjes, waardoor ze niet te onderscheiden zijn van de ronde en geslepen steenen waartusschen ze spontaan groeien. Alwin Berger, de vroegere bekwame Curator van „La Mortola" de beroemde tuinen van Lady Hanbury te Ventimigla in Italië, had er dikwijls schik in zijn bezoekers over een rotspartij te leiden, waarin zulke plantjes geplant waren en nimmer werden ze door die bezoekers opge merkt zoo sterk was hun „mimicry." Maar nu zijn er nog vetplanten, die niet ge wapend, niet vergiftig zijn en geen mimicry ver- toonen. Dit is o.a. het geval met vele Crassu- laceal. Hoe stellen die het dan met de haar omringende gevaren Ja, die kunnen zich slechts handhaven op plaatsen, waar zij onbereikbaar zijn, waar hun vijanden, waar de haar zoekende dieren niet kunnen komen. Die vinden haar beveiliging dus in ontoegankelijke plaatsen, maar per slot van rekening is dit toch dezelfde grondslag als in de andere genoemde gevallen. De gewapende, de vergiftige, de onzichtbare soorten werden niet als zoodanig met dit voor opgezette doel geschapen, neen, men moet het aldus opvatten, dat slechts de soorten, die van Moeder Natuur zulke beschermingsmiddelen meekregen, zich konden handhaven in den strijd om het bestaan, terwijl de minder goed toege ruste zusteren het onderspit dolven en ten onder gingen. Al die gevallen zijn dus tot een vorm van na tuurlijke selectie terug te brengen. Alleen die planten konden op de geleidelijke ontstaande droge en dorre hoogvlakten en bergen zich hand haven, die door verworming en wijziging van eigenschappen aan de veranderde omstandighe den het hoofd konden bieden, en van deze kon den de nieuwe omstandigheden het beste ge rust waren de minder goed bedeelden verdwe nen ten slotte na korteren of rangeren tijd weder. Zoo is het dus ook met de weerlooze Crassu- laceae. Zij blijven bestaan, evenals de andere planten door hare afweermiddelen, wapens, ver gift of mimicry, door hare onbereikbaarheid, of doordat ze toevallig op die plaaatsen geen vijand hebben. Dit is haar bescherming, want zoodra die plaat sen toegankelijk zouden worden, zoudexi ze ver dwijnen. De grondslag van de geheele levende natuur is de strijd om het bestaan, en alleen dio vormen bleven, die tegenover de zich steeds wijzigen de omstandigheden eigenschappen konden stel len, of in bijzondere omstandigheden verkeerden die haar in staat stelden zich te handhaven. Maar keeren we tot. het eigenlijk wezen der vetplanten, zooals zij ontstonden en thans zijn, terug. Dit wezen is in den grond voor alle vet planten, uit welke familie ook, hetclfde. Want hetzelfde wat wij meegedeeld hebben over de Cactaceae met de typische inkrimping en ver dwijning der bladeren, waarbij de takken ten slotte geheel de functie der bladeren overnamen, vinden we bij de Euphorbiaceae, in welke familie we heel veel soorten aantreffen met gewone looi- blaren, maar toch ook een groot aantal, die slecht bij den nieuwen groei der stammen of takken, aan de groeitoppen kleine groene blaadjes ver- toonen, die, evenals bij de Opuntia's evenwel spoedig weer verdwijnen, waarna de plar.tcn geheel bladloos zijn. Maar evenals bij de Cactussen zijn de Lakken en stammen verdikt, groen van kleur, en aldus in staat de functie der bladeren over te nemen. ROMEINSCHE KRONIEK. R o m e, 6 December 1926. Dc dood van een verwoeden vijand der kerk. Onze Rom. correspondent schrijft ons De president der republiek Guatemala, José M. Orellana stierf plotseling tengevolge van een hartaandoening in den morgen van den 26sten September. Hij bazat reeds sinds 1921 dc opper ste uitvoerende macht in de republiek. Een zijner laatste regeeringshandelingen was de verdrijving van den aartsbisschop van Gua- tamala, Louis Munoz S. J. Aartsbisschop Munoz stamde uit een der aanzienlijkste families der republiek en was een door zielenijver en weten schap uitstekend bekend staand prelaat. Sinds dien tijd hield Orellana niet op de Kerk elke wijze te belagen. Hij volgde de voetstappen van Calles alhoe wel hij dan niet zulke gewelddadigif maatrege len nam. Hij verbood kloosterlingen het betreden van Guatamala, verdreef met weinig uitzonderingen alle priesters, die geen ingeborenen waren, kne velde de katholieke pers en zond een zwerm spionnen naar de predikaties in de kerken. Juist als Calles verbood en verhinderde hij op allo wijzen, dat zijn landgenooten naar het Eu charistische Congres van Chicago gingen. Zijn plolselingen dopd heeft den katholieken van Guatamala van een nauwelijks meer te verdragen druk bevrijd. Een liberale schrijver over de katholieke heiligen. Voor het eeuwfeest van den grooten Spaan- schen romanschrijver Juan Valera werden van zijne tot heden nog onuitgegeven brieven in het Octobernummer van de „Rivista de la Biblioteca" der stad Madrid gepubliceerd. Valera was een liberale schrijver, die veel met zijn pen tot de vrijdenkersbewegiag van de 19de eeuw in Spanje heeft bijgedragen. Destemeer mag de brief nr. 57 uit het jaar 1887 verrassen. Hij schrijft daarin aan een vriend „Mijn lieve Narcise Ik heb bij de lezing van het uittreksel uit den Flos Sanctorum gelachen. En toch moet ik u zeggen, hoe weinig ik ook van ccn katholiek in mij heb, dat ik de rationalisti sche gevolgtrekkingen, waarbij wij aangeland zijn, inderdaad verkeerd en bedroevend vind. Want dat is toch de absolute verloochening vah alle idealen, een grol' naturalisme, zoodat ik, hoewel ik er hartelijk om lachte, op een zeker oogenblik toch bij dieper nadenken geen lust meer bespeur om over het leven der heiligen te lachen of het in het belachelijke te trrekken. Ik geloof waarlijk dat ge dan. uw fijn en zeld zaam schrijftalent toch beter aan andere onder werpen beproeven kunt. Ik zou een slechte en oneerlijke vried zijn, wanneer ik u mijn meening niet openlijk zou zeggen." Een andermaal schrijft hij, wederom in het jaar 1887 „Ik ben een twijfelaar aan alles. Ik loochen dat niet, doch ik roem mij daarover ook i iet. Desalniettemin ben ik vol bewondering tegen over vele heilige mannen ca vrouwen en kan mij hierover niet lustig maken. IToemeer ik erover nadenk, destemeer vind ik dat de beste zonen en dochters van Spanje onder hare heiligen te zoeken zijn. Zij hebben werkelijk tot de grootheid van het land bijgedragen. Ik ga zelfs nog verder, al zoudt ge u ook aan mij s too ten. Wien denkt ge dat ik tegenover de drie mannen stellen zal die als de vaders der moderne kuituur beschouwd worden, tegenover Luther, NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1926 | | pagina 5