Voor onze jeu^d k T P I o. o, Alle eentjes zwemmen in het water "A due schoentjes Een prijsrebus ÓÓO 09 o p ■p O, f f O OOo O O O', 4* O O O O O O O O O O O O O' O O O O O O O O O O O O O O OÖO O O DE ERFENIS VAN OOME JOB EN TANTE JOL :cccccccc*: door g. d. hoogendoorn :*:ccccccc*: ïi'E DERDE BLAD CDe gefopte gierigaard f'4 Legpuzzle as\ "n int rf '-*c rt r?? p vr»?^r*en. Op de school van meester Jansen Was het weer eens overgang. W e zou er nu blijven zitten? Luie Klaas werd o, zoo bang! Want met lezen en met schrijven Was ons Klarsje vrees'lijk dom; Uren! ar zat hij te denken Aan een heel gewone som. Ook de taalles en de landkaart Kende hij heusch niet te best, En de geschiedenis en teek'nen Was al net zoo als de rest. Toen nu op een goeden morgen Meester met de boekjes kwam, Kun je zeker wel begrijpen. Dat d e Klaas de beenen nam. Maar toen Kaasje weer terug was, Keek de meester lang niet pluis: „Klaas, hier heb jij je rapport-boek. Neem liet maar eens mee naar huis." Streks op straat zou hij dan kijken, Welke cijfers hij wel had. Klaasie kon nu haast wel huilen Als hij dacht aan vaders lat. Even in z'n boekje kijken, Lieve help, wat zag hij daar, 't Waren groote, dikke eenen, Jeminee, wat was dat naar! „Maar ik ga iets slims bedenken: Straks bij 't kleine vijvertje Gaat het boek ie hun er in, en Vader ziet gèèn cijfertje 's Middags ze de meester tot hem: „Kom eens hier, mi.in luie Klaas, En neem ook je boekje mede. Ik moet met jou praten, baas Klaasje was toen heel verlegen. Plukte even ran z'n mouw. Meester werd toen ongeduldig, ..Zeg eens jong. hoe zit dat nou?" „Meester." snikte toen ons Kaasje Met een triller om z'n mond. „In dien kleinen mooien vijver Zwemmen alle eentjes rond!" GUUS door Litia Tervooren moeder? O, wat 'n honnepon, woor- „Is ze klaar grfcomen, Heusch héélemaal klaar! dot, wat 'n snoes, wat 'n wat 'n beeldje!" „Zün er nog meer dergelijke den?" lachte moeder. Gerda viel haar onstuimig om den, hals. „In elk geval zijn er nooit woonden Benpea om te zeggen, wat voor 'n lieve lieve, lieve schat u bent! O moesje, ik ben dol op u!" Moeder moest weer lachen. ••En op de nieuwe Jurk zeker ook? Kom. kleed Je nu maar gauw aan." Toen stond Gerda zichzelf te bewon deren voor den spiegel. „Zou je niet zeggen, moeder, dat 't een heel dure jurk was? Net 'n eohte Liberty-jurk met al dat handwerk eooals Emmy ze altijd heeft en die zijn Peperduur!" „Als die schoentjes maar beter wa- fen," zei moeder, met 'n zorgeljjken trek °P het zooeven nog stralende lieve ge- Toen stond Gerda zich zelf te bewon deren. Mcht. „ik had je zoo graag nieuwr scboanties willen geven, maar 't kar hmogelijk deze maand." "O moesje, deze zijn Immers n-g ,est[" verzekerde Gerda. „Je kan hee- 6n»aal niet zier,, dat er stukjes op ge- Plakt zijn en ze kleuren precies bij m'r ®'ge kousen moes, en dat de zolen uk zijn, daar zie je immers mets van! zal wel 'n beetie oppassen niet et m'n beenen over elkaar gaan zit- en zoo ,,'t is gelukkig droog weer," troostte u ook moeder zich zelve. En ze genoo! eer van dsn aanblik van haar meisje at er zoo lief uitzag in haar stralende blijdschap. Ze t unde Gerda zoo gaarne dit pret- v H eerste na ^en dood van haar ^er> die ook op financieel gebied ,n Broote verandering had gebracht haav leven. „J.1 ejUlk was er in dat leven niet veel o'. Gerda was op'de dure school die ze tot dusver had bezocht eduwe was met haar dochtertje wonen in het groove deftige huis. het kind geboren was. Maar het gedeelte van dat huis was nu d aan vreemdelingen en slechts i na vaders dood gemakkelijk te ver mijden gewees Het sprak immers van zelf. dat ze toen niet uitgingen. Maar later werd het moeilijker, toen Gerda telkens weer, door vriendinnen van school, op het een of andere partijtje werd ultgenoodigd. ,Je kan geen ultnoodigingen aanne men, omdat we niet meer in de gelegen heid zijn ons te revancheeren." had moeder gezegd. En bovendien vond Ger da zelve ook, dat ze toch niet in 'n ge wone schooljurk naar 'n fee-st kon gaan „Ik vind 't eigenlijk niet erg," zei moeder nog. „dat je niet kan meedoen aan allerlei pretjes. De kinderen gaan tegenwoordig veel te veel uit. Je klaag er nu al over. dat je zoo veel huiswerk hebt op de H. B. S. Dat moet met a! d.e uitgangetjes, soms tot 'savond3 laat. natuurlijk in 'D gedrang komen. En je weet, Gerda, we kunnen ons niet de weelde veroorloven, je twee jaar te la ten doen over een klas. En ik wil ze ker niet. dat Je je daarvoor zou moeten overwerken!" Deze redeneering gaf het meisje een geschikte reden voor haar weigeringen: want voor niets ter wereld zou ze heb ben willen bekennen, dat ze uit ai-moe de niet komen kon. „Mijn moeder wil niet, dat ik uitga, zoo lang Ik nog op sohcol ben," zei ze dan. „Moeder vindt, dat ik daar niet tegen kan." En omdat Gerda er nog al„ tenger uit zag, werd de reden aanvaard, al von den de meeste meisjes haar moeder dan ook overdreven streng. Gerda had al die partijtjes ook niet zoo bijzonder gemist, ze had nu altijd voldoende tijd gehad voor haar hu's- werk en als ze daarmee wat vroeg klaar was, was 't heerlijk om, met moeder samen, 'n mooi boek te lezen, of wat te handwerken en te babbelen. Maar nu, nu moeder na lang wikken en wegen, eindelijk eens een uitzonde ring had gemaakt, nu Ze de uitnoodi- ging voor de verjaarspartij van Emmy Venemans had mogen aannemen, nu was dit voor haar ook een gebeurtenis van beiang! Vooreerst was 't nu vacantie, had moeder overv- gen," dan was Emmy Ve nemans een meisje, met wie ze haar dochtertje gaarne zag omgaan en ten slotte was mevrouw Venemans zelf bij haar gekomen, om haar tot toestem ming over te hef^n. En zoo kreeg Ger da dan, na bijna twee jaren tij-cis, weer eens 'n „uitje." Toen ze al in de gang was om heen te gaan, kwam ze nog even terug, om nog eens haar moeder om den hals te vallen. „Als ik groot ben,, moes, en geld ver dien, dan koop ik alles voor u, wat u maar hebben wilt!" Wat 'n heerlijk gevoel gaf dat toch, als je 'n nieuwe jurk aan had, over peinsde Gerda op straat. Ze zou vast geen ziertje afsteken bij de andere meisjès misschien zouden er nog wel heel wat minder leuke jurken zijn dan die van haar! Als ze vroegen, of 't 'n Liberty-jurk was, zou ze maar net doen alsof nee, niet er om jokken, na tuurlijk maar zoo even de schouders op halen, alsof 't er Immens niet op aan kwam, wat zoo'n jurk wel kostte. O, die meisjes moesten eens weten, hoe goed koop deze jurk was! Ongelooflijk haast, zoo weinig als dat rose lapje had ge kost en zoo beeldig als moeder de jurk had gemaakt! Die moes leek wel te kunnen tooveren! Maar ze had er ook halve nachten op zitten werken, dal had Berda best gemerkt! Die lieve, lieve, lieve moeder! Gerda genoot bij Venemans. Me vrouw was zoo aardig en Emmy was een snoes misschien wel het liefste meisje van de heele school. Och, eigen lijk waren hier alle meisjes aardig zoo leuk en zoo vroolijk. Enkel mis schien Riet Heugers niet. Die kon altijd zoo aanstellerig doen. Verbeeld je, toen er gebakjes rondgingen bij de limonade, vroeg ze of er geen sigaretten gepresen teerd werden! Ze was dol op sigaretten. Eigenlijk niets geen vriendin voor Emmy, die Riet, vond Gerda. Maar ja, meneer Venemans en meneer Heugers waren compagnons. Daarom werd Riet hier natuurlijk altijd gevraagd. Om met moeder samen een mooi boek te lezen. Opeens was er een verrassing. Twee groote jan-pleziers stonden voor het huis en de meisjes werden ui genoo- digd om in te stappen. Langs een om weg zouden ze naar Emmy's peettante rijden, die op haar buiten Emmy en haar gasten onthalen zou. 'n Gelach, 'n gejoel, 'n gebabbel van je welste, eer al de meisjes gezeten wa ren en iedereen op den weg had schik in den joligen inhoud van de twee groo te wagens. Alleen de zon, die tot dus ver zoo stralend warm geschenen had, scheen er nu opeens genoeg van te krij gen. Ze trok zich terug ach! er groote wolken, die al maar donkerder dreig den en plotseling was er een felle blik semstraal. en een dof gerommel gromde boven de heldere meisjesstemmen uit Toen begon het te regenen. Eerst wat dikke druppels, die slechts hier en daar schenen neer te petsen en toen was het, of de hemel vol gaten geslagen werd waardoor het water uit volle bakken naar beneden gutste. Verschrikt, met kleine gilletjes van pret en half van angst, schoven de naar het midden toe. De koetsiers leg den de zweep over de paarden en het was op den stillen landweg, of er op de heele wereld niets anders meer bestond dan die twee groote wagens met er omheen een reuzengordijn van enkel water water water Emmy's tante stond met twee dienst boden, in de groote vestibule de meis jes op te'" wachten. En met meewarig beklag werden ze allen spoedig bevrijd van natte mantels. „En ik had nogal buiten op 't gras veld voor jullie laten dekken," klaagde de gastvrouw. „Nu hebben we alles, holderdebolder, weer binnen moeten ha len!" „O tante, wat zonde!" vond Emmy. ,,'t Is juist zoo zalig om buiten te eten! Maar misschien knapt 't aanstonds weer op. Kijk, daar heb je de zon al weer." En toen cfe zon werkelijk doorbrak, zóó vroolijk en stralend, alsof ze niet van plan was, zich nog ooit door Oon- kere wolken te laten verdringen, "oen liet tante zich overhalen »m toch maar weer bulten te laten dekken voor de thee. „A 9 jullie maar geen natte voeten krijgen!" „O weineen," protesteerde de heele troep. ,En anders zullen ze wel gauw weer droog worden ook! 't Is zoo lek ker warm!" Na de thee werden er op het groote grasveld allerlei spelletjes gedaan. Gerda genoot. Ze zou later alles pre cies aan moeder vertellen en moes zou wat 'n schik hebben, als ze hoorde, dat 't hier zoo prettig was geweest. „O Gerda, kijk eens naar je schoe nen!" klonk opeens 'n schelle stem. Gerda werd vuurrood. Haar schoe nen! Daar had ze heelemaal niet meer aan gedacht! En dat natte gTas hier! Angstig keek ze omlaag. O, het was nog veel erger dan ze had gevreesd. De opgeplakte stukjes op zij hadden los gela.en. Een ervan wapperde nog naast het schoentje, het andere was heelemaal verdwenen en door de ontstane opening was 'n stukje van haar gestopte kous te zien. Gerda durfde nauwelijks meer op te zien. Er werd .gelachen hier en daar. nu aller oogen op de armzalige schoen tjes gericht waren, en 't was, of al die achjes gloeiend heet in haar gezicht stroomden. „Wat ben jU 'n sloddervos!" klonk 'n hooge stem. Gerda herademde. Goed, ze mochten haar voor slordig houden. Dat was niet zóó erg. Ze hief haar hoofd op en trachtte te glimlachen. „Nou ja „Mijn moeder zou me zóó niefc laten loopen!" Gerda voelde weer haar wangen bran den. Haar moeder. Toen hoorde ze Riet lachen. „Och, die moderne moeders! Denk je, dat die tijd hebben om naar öc schoenen van haar kinderen te kijken?" Met een ruk ging Gerda's kopje om hoog. „Die moderne moeders!" En d'at uitgesproken op zulk een toon en in verband gebracht met haar moeder, met haar eigen lief moedertje? Dat kon niet, dat mocht niet! Even vocht ze nog met haar trots. Ze had bet altijd zoo'n geluk gevonden, dat de vriendinnen nooit iets vermoed had den van de armoede bij haar thuis. „Ik dacht juist, dat jouw moeder zoo precies was," hoorde ze nu weer. Toen wierp ze haar hoofd naar ach teren. „Mijn moeder is een engel! Maar nu vader gestorven is, zijn we arm. Moe der heeft zelf deze jurk voor me ge maakt heelemaal alleen maar voor nieuwe schoentjes was er geen geld meer en en daarom kon ik ook nooit naar partijen gaan en en: Even was het doodstil. Onthutst en verschrikt om deze on- Ieder van onze lezertjes, die eene goede oplossing van bovenstaanden rebus voor 15 Januari a s. inzendt aan „Peijnenburg's Koekfabrieken" te Gel drop (op de enveloppe vermelden Prijs rebus, loot mede naar de volgende mooie j kleurde knikkers. 20 honingkoeken. en aardige prijzen, die voor hen be schikbaar worden gesteld. 10 mooie jongens- of meisjesleesboe ken. 20 zakken, elk inhoudend 1000 ge- Toen stapte mevrouw Venemans op haar toe. „Je bent 'n flink meisje, Gerda," zei ze. „Zoo'n ongeluk kan ieder kind over komen en het is te hopen, dat ze he allemaal zóó moedig dragen als jij." „Zoo'n lieve moeder hakkelde Gerda, vechtend met haar tranen. „Ja kind, en dat ze zoo'n lieve moe der mogen hebben." „Gerda," zei toen Emmy, den arm om haar middel slaande, wil jij voortaan miin vriendin wezen?" En opeens zag Gerda om zidh heen niets dan lieve vriendelijke gezichten, hoorde ze woordjes van sympathie, voelde ze, hoe haar handen werden ge drukt. Wat had ze dan verwacht? Dat ze haar allemaal nu opeens den rug zou den toekeeren? Even snikte ze het uit Toen lachte ze haar tranen weg. En de winst van dezen d'ag bleef: Ze had een trouwe oprechte vriendin ge vonden voor heel haar volgend leven Jansen was 'n gierigaard van 't eerste water. 1 Als 'n ander tracteerde, was ie er al tijd bij als de kippen. HU rookte ander mans sigaren de zijne had ie altijd „vergeten" dronk heel graag mee. als een der vrinden 'n rondje gaf. maar hield zelf z'n portemonnaie altijd angst vallig gesloten. Doch z'n medeleden van de kegelclub begon dit danig te vervelen en ze beslo ten dien gierigen Jansen d'r eens fijn tusschen te nemen. Op den eerstvol^enden kegelavond stel de de voorzitter voor om dezen keer eens UI aifgöU, ÖU-UUVeil UCj ""WV cil VWObHimi; - meisjes, die bU de open buitenkanten j verwachte bekentenis, keken de andere van de wagens zaten, zoo veel mogelijk meisjes Gerda aan. niet ieder z'n eigen vertering te laten betalen, doch er op een of andere ma nier om te loten. Jansen stond dit wel aan. Nou heb ik redeneerde ie bij z'n eigen 19 kan sen tegen 1 dat ik vanavond m'n paar pot jes bier voor niks drink (de club be stond n.l. precies uit 20 leden). Op verzoek van den voorzitter gingen ze met z'n allen om de groote ronde stamtafel zitten om af te wachten, wat er sou gebeuren. Er zou nj. telkens tot 7 geteld worden en de zevende man mocht opslaan en behoefde al vast niet te betalen. Met dit verhaal begin je je kunststukje en legt onderwijl negentien centen en één kwartje (Jansen) in een kring op tafel. In onderstaand teekeningetje be- teekent het zwarte cirkeltje de gierige Jansen en de andere kringejes z'n ne gentien vrinden. De kegelclub-voorzitter begint te tel len (zelf begin je daarmee 2 plaatsen vóór het kwartje) en ieder der omstan ders is nieuwsgierig) hoe dat af zal loo pen. En jawel hoor, Jansen ('t kwartje) blijft alleen over en is dus de sigaar. Je huisgenooten zullen d'r eigenlijk versteld van staan, vooral wanneer Je net doet, of je maar met 'n willekeurig geld stuk bent begonnen. Op het eerste teekeningetje heb lk met een pijltje de tel-richtlng aangegeven. Maar je verhaal is nog niet uit. Op den volgenden kegelavond verlangt Jansen natuurlijk revanche. De onkosten van al die biertjes der vorige week zit ten hem nog zoo dwars in z'n maag. dat ie nu ook wel eens op andermans drin ken wil. Natuurlijk vinden de anderen dat niet meer dan billijk. Een der heeren is ech ter afwezig, zoodat ze met z'n negentie nen weer om de ronde tafel gaan zitten. Weer leg je je geldstukken in een kring op tafel, nu dus 18 centen en 1 kwartje. Je begint weer te tellen (vier plaatsen na Jansen) en warempel hij zit er weer voor de heele vertering aan. Je huisgenooten trekken een nog meer verwonderd gezicht. Ondertusschen waren nog drie andere heeren binnengekomen en deze vonden die t- ling zóó amusant, dat ze voorstel den het nog eens te doen om een extra rondje. Ze vonden het allemaal uitstekend Jansen zelfs ook natuurlijk op hoop van zegen. En ook dezen keer moest Jan sen betalen. J hebt weer de geld stukken ln een kring op tafel gelegd (21 cent en 1 kwar tje) en je begint, om succes te hebben, nu te tellen op de zesde cent achter het kwartje (zie fig. III). l'erar Keblc en c blyVt *aar Brooi verh; ?el uiterste zuinigheid konden moa- h dochter leven. Allerlei dingen. (en (one? -E'er vanzelf sprekend leken, wa- verboden luxe geworden. Geen -ti, geen schouwburgbezoeken *®re- er meer Rijtjes meer u T''as dit alles, in den eersten tijd voor de moeder, voor Ge: da geen En Job die holde naar de zee En vond daar, bij een klip, De stukken zeildoek wapperen Van een gezonken schip. Dit doek nu sleepte hij naar 't land, En sjouwde wat hij kon, „Want van dat doek," zoo Juichte hl), „Maak ik een luchtballon." En zie, mijn goeie, brave oom Die naaide er op los. Want ook vond hij tot zijn geluk Een groote garen-klos. „Ja, als maar 't werk eerst is voltooid, Begint het ware pas, En dan," zoo lachte Joppie schalks, „Vul ik hem vol met gas." Rn toen 't karweitje was gedaan, Nam hy een groote slang, En stopte die den krater in, Waar 't siste van belang. En nu was t zaakje gauw gepiept: Zoo goed als het maar kon, Want suizend blies het heete gas, In Job z'n luchtballon. 'n Heel aardige puzzle is de volgende: Van 'n stukje wit karton maak je 'n vierkant van 18 x 18 c.M. Wat is nu de kwestie. Jullie moeten nu allemaal eens probee- ren op dit kartonnetje met zyn 36 hok jes achttien centen of knoopen zóó te leggen, dat er in iedere horizontale en verticale rij steeds drie geldstukken of knoopen liggen. 't Lijkt ditmaal heel eenvoudig, maar 't zal je nog niet meevallen, denk ik. Daarom den moed niet te gauw op geven en net zoolang probeeren, tot je de oplossing hebt gevonden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 11