DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN
mm
HET DRAMA BIJ HOEK VAN HOLLAND
51ste Jaargang
Vrijdag 18 Januari 1929
No. 15317
Dit nummer bestaat uit firie bladen
DE TOCHT VAN KAPITEIN
SLIS EN ZIJN DAPPEREN
Verkoop Banden,
0Siey Bensine
- GARAGE „UNIQUE" -
STADSNIEUWS
EEN ONDERHOUD MET DE SCHIPBREUKELINGEN
VAN DE „VALKA"
DE SLACHTOFFERS VAN
HOEK VAN HOLLAND.
WAT DE MAN HET ELLENDIGSTE VOND
EEN ONDERHOUD MET DEN
STUURMAN.
DE STUURINRICHTING VAN DE
REDDINGSBOOT ONKLAAR
OPRAAKT?
VOOR DE NAGELATEN
BETREKKINGEN.
DEELNEMING DER LETLANDSCHE
REGEERING.
BURGEMEESTER KNAPPERTLAAN 1
TELEFOON 68817.
hondenbelasting
f - v
BUREAU: KOEMARILT 4, SCHIEDAM. TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 68085
ABONNEMENTEN: per 3 maanden 3.25, per maand 1.10, per week 25 cent. Franco
per post 3.75 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 5 et. Postchèque en girodienst 81440
ADVERTENTIEN: 15 regels 1.55. Elke regel meer 30 ct. Reclames tusschen den tekst 60 ct.
Kabouter-advertenties 5 ren ties: 30 woorden 25 ct, elk wooird meer 5 ct. tot 'n max. van 50 woorden,
per regel. Kleine advertegels 0.50,10 regels 0.75,15 regels 1—Incassokosten worden berekend
r f raa bii OVerliiden door een ongeval; ƒ500 bij verlies van beide handen, voeten of oogen; ƒ250 bij verlies van één hand, één voet of één oog; ƒ150 bij verlies van een duim; ƒ75 bij ver-
b^tnXVw^nger50 twL voorste ledematen alle vingers van een hand; ƒ25 bij verlies van eiken anderen vinger. De Verzekering loopt op de voorwaarden als eenmaal per maand m dit blad worden afgedrukt.
Koek van Holland, 17 Januari 1929.
Acht gezinnen zonder vader en kostwinner
Wij, Hollanders, hebben niet het recht om
boos te zijn op de zee, die jaar in jaar uit onze
kusten bestormt met het wildste geweld, dat
zich door niets temmen laat dan door den
zonneschijn en een vriendelijken wind.
Gaf de zee ons niet de groote plaats, die wij
thans in de wereld innemen; is ons landje
niet een geschenk van haar on zorgde zij et
niet voor, dat onze handel en nijverheid ons
faam en een goeden naam bezorgden?
En toch, wanneer wij telkenjare de lange
lijsten zien van hen, die ten offer vallen aan
haar willekeur en haar brute niets ontziende
kracht, dan zouden wij er soms toe kunnen
komen de watervlakte met de witte koppen te
verwenschen.
Want, ofschoon wij het heden ten dage helaas
maar al te dikwijls moeten hooren, dat een
menschenleven niet meer telt, wij mogen met
vergeten, dat er geen mensch is, die althans
niet door iemand bemind wordt.
Wij hebben het recht niet, boos te zijn op de
zee. Want God is het, die haar als Zijn werk
tuig gebruikt en wanneer Hij wil, faalt der
menschen wil, zijn al zijn capaciteiten zonder
waarde.
En wij hebben het hoofd te buigen als sche
pen te pletter slaaji, de bemanning haar dood
vindt in de golven en de zee den nabestaanden
slechts teruggeeft een lichaam, ontzield en stijf.
De orkaan van den 25sten November bracht
ons naar „den Hoek" - versch liggen nog in
aller geheugen de ramp van de „Christian
Michelsen" en de heldendaad van de beman
ning der „President van Heel" de sneeuw
storm van Dinsdag noopte ons weer te gaan.
En we gingen met de pijnlijke zekerheid, dat
we kapitein v. d. Klooster, die ons toen in
opgewekte taal - want hij was thuis mogen
blijven vertelde van de nukken der zee en
zijn stoeren maat. Slis, een pluim op den zee
manshoed had gestoken, niet meer zouden
ontmoeten.
5 Men kent liet droeve verhaal van de „Prins
der Nederlanden". In onze kolommen hebben
wij uitvoerig medegedeeld hoe zij naar aanlei
ding van de door het stoomschip „Valka" uit
gezonden noodseinen uitvoer en omsloeg, daar
mede den 8 redders den dood in het ijskoude
water brengend.
ONZEKERHEID.
Er is niets vreeselijkers dan het in onzeker
heid verkeeren over 't lot van menschen, die
men lief heeft. En die onzekerheid wordt nog
pijnlijker, wanneer zij ontstaat onder een be-
volking van een zeemansdoTp, wier leven toch
al nooit rust kent, zoolang de masten van de
scheepjes niet bo'ven de havenkade uitsteken.
Dan rent alles naar het strand, naar de pier
of naar het havenhoofd, trachten de oogen ver
geefs de tranen in zich te houden en dwingt
men in zenuwmoordenide spanning elkaar e
bekentenis af, dat het zoo erg niet is, dat er
geen gevaar bestaat. Want niemand wil iets
gelooven, voordat de werkelijkheid in haar
naakte vormen voor hem ligt.
Zoo ook stonden Dinsdag de honderden op
den dijk hij de Hoeksche Berghaven.
Ze wisten, dat „de Prins" was omgeslagen,
het weder in aanmerking nemend kon het^erg-
ste gevreesd worden en tochzekerneid
was er niet.
En toen na 10 uur 's avonds de radio mee-
doogenloos de verpletterende tijding de wereld
inzond dat twee mannen waren gevonden, maai
de directie der Bergings Mij. nergens de be
vestiging der mededeeling kon krijgen, had
men nog hoop.
Want kapitein Slis was met een vlet uitge
gaan, bij bad een aantal van de dapperste man
nen bij zich, -hij was een man van kennis en
durfdus, zoolang bij niet terug was....
En men bleef hopen.
Uren en uren van vrees en hoop heeft de
onzekerheid hun gebracht, en daarna diepen
rouw toen Slis „n de zijnen terug kwamen tot
op de huid toe nat, doodmoe van inspanning
en doorstane ellende zonder hen, die voor an
deren uitgegaan waren.
En de hoofden bogen zich, handenwringend
en jammerend gingen de vrouwen met de
schreiende aan den rok hangende kinderen
haar huis, mannen, wier gemoed anders hard
is als heit staal, tipten met den zakdoek de
tranen weg, de vlaggeli werden aan het Ber-
gingshuis halfstok gebeschen en de hemel werd
donkerder dan voorheen
Acht mannen waren weer gebleven, acht ge-
2 i mi en zijn nu zonder vader en kostwinner....
WAT KAPITEIN SLIS VERTELDE.
Ontstemming over een Radio-bericht
We hebben kapitein Slis, dien we nog van
November kenden, in zijn nederige woning,
waarvan de blinden ten teeken van rouw ge
sloten waren, opgezocht en hem gevraagd ons
van den reddingstocht, dien hij zoo juist had
ondernomen, te verteilen.
Als 'n goede kennis werden we binnen gela
ten en ontvangen in de huiskamer.
Ik wist, aldus Slis, dat de „Prins der Ne
derlanden" er op uit was, 't was haar beurt.
En daar krijg ik plots van den Commissaris de
opdracht: „Je moet uitvaren, de boot is omge
slagen." 'k Zeg: „Dat kan niet, want zoo'n
zwaar weer is 't niet en de boot is goed k Wou
het niet gelooven. Mijn boot lag nog op de
helling, U weet ze is in reparatie en komt van
de week klaar, zoodat er niets anders op zat
dan met een reddingsvlet te gaan. Om half drie
vertrokken we achter het motorvlet van den
heer v. d. Plas. We wilden den kortst mogelijken
weg nemen en gingen dus binnendoor, door de
schutsluis naar Oostvoorne en vandaar tot 't
eind van de pnnt van ,,'t Breed", 't Was koud,
er stond veel wind, zoodat 't oppassen was,
want 'n vlet is maar 'n klein scheepje We
hebben daar gekeken of we niets zagen, maai
er kwam zoo'n sneeuwstorm opzetten dat 't
onmogelijk was iets te zien. We zijn daarom
naar Oostvoorne terug gevaren en hebben daar
bet vlet vastgelegd, 't Was inmiddels donker
geworden, zoodat we te voet er op uit zijn
getrokken. Met z'n vieren zijn we met 'n lan
taarn in de hand het strand gaan afzoeken, we
hebben het afgeloopen van Oostvoorne tot aan
Rockanje toe. Alleen een fleschje vonden we.
Bij onze terugkomst in Oostvoorne zei de
politie ons, dat de lijken van v. d. Klooster
en den machinist moesten zijn aangespoeld op
de door ons afgezochte strook. Ik zeg: Dat kan
niet, we zijn tot bij paal 9 geweest, ik heb
goed gekeken en als ik wat doe, doe ik 't goed.
Direct heb ik den Commissaris opgebeld, die
zeide van. niets te weten.
Ik vind 't treurig onderbrak Slis een wei
nig verontwaardigd z'n verhaal dat zoo'n
onwaar bericht per radio wordt rondgezonden.
Ik zou wel eens willen weten wie het gedaan
heeft! Hoe komen ze er aan?
Den heelen nacht door, vervolgde hij, hebben
we gezocht, 't was snerpend koud en we dro
pen van het water, doch vergeefs. Vanmorgen
wilden we met 't vlet weer weggaan, doch het
sloeg kapot tegen de steenen glooiing. We zijn
opnieuw 't strand afgegaan en toen hij Roc
kanje:
Vondt u de lijken? vroegen wij.
Dat moet u maar aan den Commissaris
vragen, was Slis' ontwijkend antwoord Doch
uit den toon waarop hij sprak konden wij op
maken, dat hij zijn eigen maat en kameraden
gevonden had.
Ik heb den machinist achtergelaten, en
fin om kwart over tienen vanmorgen waren
we thuis, nat en met de kramp in de beenen;
tot aan ons middel hebben we in 't water ge
staan.
't Ellendigste was wel dat ik de rampzalige
tijding aan de verschillende moeders moest
mededeelen. 't Is ook treurig, meneer. Ik zal nu
nooit meer met m'n maat kunnen praten; we
waren zoo'n goeie vrienden. Zouden we zelf nooit
een beurt krijgen? Doch daar moet je maar
niet aan aenken.
't Is anders wel om bang te worden.
Bang? Nooit meneer, als ik maar vrijge
zel was. Zenuwachtig? heelemaal niet. Maar
je moot aan je vrouw en je kinderen denken,
't Is 'n hard stukje brood, dat we verdienen.
Kijk nu eens drie van m'n makkers, de Grood,
Verwey en v. Asperen, die mee zijn geweest-
naar de Christian Michelsen, zijn ook weg nu.
Ik zal maar weer nieuwe mannen zien te
krijgen.
DE OORZAAK VAN DE RAMP.
Is u ook van meening, vroegen wij, dat
de boot tengevolge van een grondzee is om
geslagen?
Uc kan het niet gelooven, zei de kapitein.
Ik kan zelfs niet hegrijpen hoe het mogelijk
is, dat „de Prins" is omgeslagen. Want 't was
lang zoo slecht niet als toen Zondagsavond^
't was wel buiig, doch geen noodweer. Ilr
houd Klooster voor zoo'n goed schipper, dat
ik niet kan aannemen, dat de zee hem mees
ter was. Er moet een buis gesprongen of Iets
gebroken zijn,
Misschien 't roer? was onze vraag.
't Roer. Dat geeft niets. Al zou 't er af
vallen. Als de machine maar draait, dan kun
nen de reddingbooten overal tegen, zelfs te
gen de zwaarste zeeën. Ze zeggen wel eens,
dat onze booten niet deugen, doch het is mijn
stelligste overtuiging, dat ze uitstekend zijn.
Dat hebben ze lang genoeg bewezen. Ik vaar
nu al 7 jaar, dus ik geloof wel, dat ik het
weten kan. Neen, e-- moet iets gebeurd zijn.
Als „de Prins" vlot is en ze stellen een onder
zoek in, zal dat misschien wel blijken.
Van achter klonk de stem van Slis' vrouw:
er waswéér bezoek.
We namen afscheid en uitten den hardgron-
digen wensch, dat we elkaar nooit meer hoop
ten terug te zien dan onder andere, meer tot
blijdschap stemmende omstandigheden.
Wachten op den lijkenauto
Buiten stonden honderden op den witten,
besneeuwden dijk, wachtend op den auto, die
het stoffelijk overschot van de omgekomenen
brengen zou op de plaats, waar zij de vorige
week nog met vrouw en kinderen gelukkig
samen waren.
Rouwbeklag in de getroffen gezinnen
Gisterenmiddag legde de burgemeester van
Rotterdam, mr. P. Droogleever Fortuyn, éen
bezoek van rouwbeklag af aan de door de
ramp getroffen gezinnen.
DE „VALKA" DOOR ALLEN VERLATEN
De kapitein en de marconist hebben, naar
wij later vernamen, de „Valka" verlaten en zijn
te Stellendam geland. Thans bevindt zich dus
niemand meer aan boord.
Het was verschrikkelijk, de mannen te zien
verdrinken
Toen ons gisterenavond de mededeeling ge-
werdt dat de bemanning van de „Valka"
welk scbip thans een kilometer hoop op bet
strand voor Rockanje zit en wiens leden door
het heldhaftig optreden van de mannen van
de Reddingboot „Koningin Wilhelmina", van
een wissen dood zijn gered van Stellendam
naar Rotterdam zouden afreizen, zijn wij de
schipbreukelingen tegemoet gegaan, teneinde
beter in de gelegenheid te zijn, iets meer van
hun wee dei' laatste dagen te vernemen.
Te Middelharnis-haven troffen wij echter
slechts een gedeelte van de bemanning van
de „Valka", onder hen waren ook de drie
vrouwelijke personen. Kapitein Krath, om
wien het ons voornamelijk te doen was, bevond
zich niet onder hen. Hij was met den marco
nist en den eersten machinist een uur van te
voren naar Hellevoetsluis vertrokken, om van
daar uit zoo spoedig mogelijk weer terug te
gaan naar de „Valka".
Wij hebben ons toen gewend tot den stuur
man Kreichsmann, dien wij vroegen ons het
een en ander te vertellen. Aan boord van het
ss. „Minister Ph. W. van de Sleijder", die de
schipbreukelingen zou brengen van Middol-
harnishaven naar Hellevoetsluis, beeft ge
noemde stuurman ons in den tijd van een
goed half uur de vreeselijke ramp in korte
trekken weergegeven.
Wij vertrokken met de „Valka" aldus stuur
man Kreichsmann, Dinsdagmorgen om circa
half zeven van Waalhaven met bestemming
Heisingfors. Wij hadden een 2000 ton cokes
aan boord. Van te voren waren wij in Antwer
pen geweest. Het weer was niet bijzonder, maar
toch niet zoo slecht, dat uitgaan onverantwoor
delijk was. Maar toen wij buiten kwamen, was
het er reeds danig aan het spoken. Felle
sneeuwstormen teisterden ons schip. De storm
was N.W. en er kwam veel water over. Langen
tijd hebben wij getracht door te stoomeu, tot
dat plotseling onze roerketting brak en wij
aan de ruwe golven waren overgeleverd met
het bekende gevolg, -Jat wij vastliepen. Het zal
toen zoo ongeveer half negen geweest zijn.
Alle logies liepen tegelijk y0i water. Ook tot
de machinekamer drong het water door. De
kapitein gaf toen order het S.O.S. sein uit te
zenden, daar de positie zeer hachelijk werd.
Om half tien werd aan Scheveningen Haven
hulp gevraagd en om half vier, hetgeen te
wijten moet zijn geweest aan de sleohte weers
gesteldheid werd de eerste reddingsboot ge-
aien. De „Prins der Nederlanden" trachtte
dicht onze boot te naderen, maar het was niet
doenlijk vanwege de ontzettend hooge zeeën.
Het omslaan van dezo reddingboot was op de
„Valka" duidelijk zichtbaar geweest. Voor ons
die op de „Valka" waren, was het verschrikke
lijk de mannen, die ons het leven wilden red
den, te zien verdrinken. Wij zagen nog hoe
twee mannen zich aan de omgeslagen boot
vasthielden. Maar bij de ijzige koude was het
natuurlijk onmogelijk, dat zij dat lang konden
uithouden. Een paar anderen zagen wij nog
probeeren al zwemmende hot hoofd hoven wa
ter te houden, maar de huizen-hoog© golven
stortten zich op hen neer en een voor een ver
dwenen zij in de diepte.
Wij konden niet helpen, wij konden geen
hand uitsteken en dat is in zulke oogenblikken
verschrikkelijk. Het was hartverscheurend zoo
hen te moeten zien verdrinken, die getracht
hadden ons het leven te redden.
Toen wij den stuurman vroegen, waaraan hij
het toeschreef, dat de reddingsboot was omge
slagen, antwoordde hij ons, dat de „Prins der
Nederlanden" gedraaid, moet zijn in een breker.
op bijna een kwart mijl van het schip. Z.i. had
de reddingboot minstens een mijl van de
„Valka" verwijderd moeten zijn, om goed te
draaien. Volgens den stuurman was bet dan ook
heel goed mogelijk, dat de stuurinrichting van
de reddingboot onklaar is geraakt.
Op onze vraag hoe de bemanning zich aan
boord van de „Valka" had gedragen, antwoord
de hij ons „dapper". Werkende hebben wij ge
geten en niemand was onwillig en dat is heel
wat waard, wanneer de zee zoo onstuimig is en
er zoo'n gestadige wind waait. Feitelijk heb
ben wij niets anders gedaan dan den gebeelen
■nacht door op allerlei manieren dringend om
hulp geseind. Wij gaven lichtsignalen met lam
pen of staken vuurpijlen af, en verder stonden
wij machteloos, overgeleverd aan de harde ruw
heid van het weer.
En nu zitten wij rustig hier dank zij het
optreden van de reddingboot „Koningin Wilhel
mina". Eerst zijn 23 man van boord gehaald,
onder wie ook de drie vrouwelijke personen,
later konden de kapitein met den marconist
er pas toe over gaan, ons schip te verlaten.
Wij waren intusschen te Hellevoetsluis
aangekomen en namen dus afscheid van den
stuurman en de verdere bemanning, die den
nacht in Hotel van Engelen te Hellevoetsluis
zouden doorbrengen, om vandaag onderdak te
vinden in 't Zeemanshuis Rotterdam, totdat de
Valka weer zeewaardig zijn zal.
Vandaag zou Smit Co.'s Internationale
sleepdienst de „Valka" trachten vlot te sleepen,
teneinde haar klaar te maken voor een degelijke
reparatie. Toen wij gisterenavond Hellevoetsluis
verlieten gewerd ons de mededeeling, dat de
„Prins der Nederlanden", de omgeslagen red
dingboot, in de haven van Hellevoetssluis, tegen
7 uur gisterenavond door de bergingsvaartuigen
de „Meermin" en de „Kijkduin" was binnenge
sleept.
In verband met de ramp van de reddingboot
.Prins der Nederlanden" wordt de aandacht
erop gevestigd, dat de nagelaten betrekkingen
van de omgekomen bemanning ingevolge de
zeeongevallenwet 1919 aanspraak kunnen ma
ken op een blijvende uitkeering.
Bovendien beeft, naar wij vernemen het Na
tionaal Steuncomité Stormramp 1927 reeds een
bedrag van 10.000 ter beschikking van den
minister van Waterstaat gesteld, teneinde dit
aan de nagelaten betrekkingen van genoemde
bemanning ten goede te doen komen.
De Biljartvereeniging 't Zuid heeft besloten
een onderlingen wedstrijd in baar clublokaal
te Rotterdam te houden, die van Zaterdag a.s.
tot 31 dezer zal duren en waarvan de geheele
opbrengst ten bate van de nagelaten betrekkin
gen van de slachtoffers bij de ramp aan den
Hoek van Holland zal komen.
De gezant van Letland heeft aan de Neder-
landsche regeering telegrafisch de deelneming
zijner regeering betuigd naar aanleiding van
het omkomen der bemanning van de Nederland-
sche reddingboot Prins der Nederlanden", bij
hare heldhaftige poging tot redding van de
"schipbreukelingen van het bij den Hoek van
Holland gestrande Letlandsche stoomschip
„Valka" en tevens verzocht deze deelneming
aan de nagelaten betrekkingen over te brengen.
OPROEP VAN HET ROODE KRUIS.
In overleg met de Zuid-Hollandsche Maat
schappij tot Redding van schipbreukelingen
doet het hoofdbestuur van bet Nederlandschn
Roode Kruis, Princ isegracht 27 te 's-Gravcn-
bage, een warm beroep op liefdadig Neder
land ten behoeve van de nagelaten betrekkin
gen der heldhaftige bemanning van de redding
boot „Prins der Nederlanden".
Giften per postwissel of giro (no. 22120)!
worden voor dit doel gaarne in ontvangst ga-
nomen onder het motto „Prins der Neder»
landen".
„MERCURIUS"-DIPLOMA
De heer J. Verhaar, alhier, slaagde voor het
„Mercurius"-diploma boekhouden.
Voor hetzelfde diploma slaagde eveneens de
heer A. den Brinkier, leerling van den teer
H. M. den Brinker.
Nu de aangifte-biljetten voor de hondenbe
lasting wederom moeten worden ingevuld en
ingeleverd komt het menigmaal voor, dat op
vraag 6 wordt geantwoord „een waakhond".
Tot goed begrip van ieder diiene, dat vol
gens artikel 2 der verordening onder waak
hond moet worden volstaan een hond, uitslui
tend gehouden wordende tot bewaking van ge
houwen, erven of vaartuigen, waaronder alleen
begrepen die, welke het gebouw
erf of vaartuig niet ver-
laten.
Ben hond diie op straat losloopt, wordt dus
niet als waakhond aangemerkt.
TOONEELVEREENIGING
„VRIENDENKRING"
De Tooneelveireemgiing „V^rtendeuknng,,
heeft tegen Maandagavond 21 Januari 8 uur
in Musis Sacrum een feestavond belegd, waar
aan behalve door de leden der vereeniging zeil
zal medegewerkt worden door het strijk-orkestj
„Onder Ons".
Opgevoerd zal worden de klucht in drie he.
drijven van Otito Harting „Willy's Trouwdag"
terwijl „Onder Ons" ten gehoore zal brengen
de volgende nummers:
Mein Regiment, Marsoh H. L. Blankenburg
Miinehner Kimdl', Wals A. Konizak
Humoreske A. Dvorak
HeinzeümaneikensWachtparacle K. Noach
Traumadeale, Wals J. Fucih
Onder Ons, Marsch D. A. Voorliuyzen
R. K. BOND VAN P.TT.-PERSONEEL
„ST. PETRUS"
De R. K. Bond van P. T. T.-personeel „St.
Petrus" zal op Dinsdag 2 2Januari, des avonds
te half negen, In bet patronaatsgebouw aan
de Emmastraat een ledenvergadering houden,
SNEEUWRUIMEN
In verhand met de gevallen sneeuw werden!
door den directeur van den Gemeentelijken
Reinigingsdienst nog 93 arbeiders aangenomen,
zoodat in totaal thans 200 werklieden bezig
zijn de stad van het gevallen vuil te bevrijden.
DE BEGRAFENIS VA-V BURGEMEESTER A. J. GIJ SEN. De tea- aa: debestalling op £s§
R K. Kerkhof aan den Vlaardingschedijk. _1