Vrouwenhanden DONDERDAG 24 JANUARI 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 2 UIT ROTTERDAM EMIEL HULLEBROECK DE A.S. ACCIJNSVERLAGING NED. BOND VAN R. K. KRAAM VERZORGSTERS VERGADERING VAN GEORGANISEERDE KOFFIEHUISHOUDERS EN SLIJTERS DE VLAAMSCHE BARD GEHULDIGD. „Zingende Mensehen: gelukkige Menschen Als aaar gewoonte vond Emiel Hullebroecs een volle groote Nntszaal met geestdriftige luisteraars naar dea Vlaamsehen liederen- zanger. Dat Hullebroeek vele van zijn meest populaire en meest geliefkoosde liederen zon zingen en laten zingen, wie zou van die ge woonte ook niet overtuigd zijn geweest. En toch voelde men. het: er hing iets ongewoons in de lucht. Want in wien klopte het hart enthousiaster en misschien ook meer „vol ver wachting" das In Emiel zelf? Hij, de onver moeide liederen-componist en -zanger jubelde het inzonderheid op dezen huldigingsavond zóó zeer op het klavier uit, dat zijn piano- accompagnement meestal zijn zingen verre „overdonderde". Zóó geestdriftig vertolkta Hullebroeek achter den vleugel de hegeleidin gen, dat zijn eigen klankrijke stem meermalen het muzikale onderspit moest delven. Het Nutspodium was fraai met palmen en groen versierd, toen de zilveren jubilaris met het Wilhelmus den feestelijken avond opende. Toen regende het weer den mllden regen van de echte Hullèbroeckjes: Marleentje, 't Mazeur- ken, Vlaamsche kermis, d Gilde viert, de Voorspelling, het Liedje van den Beiaardier Vroolijk moest het vooral dezen avond wezen, vrooiijk. Ernstige en treurige liedjes zouden alleen dan in aanmerking komen, wanneer er nadrukkelijk om gevraagd zou worden. De laatste fijne tonen van het klingelende Betaardiers-klokske waren amper weggestoven, of mevrouw M. C. Grimberg— Huyser betrad het podium, om den jubileerenden Emiel Hulle broeek als afgevaardigde van het Rotterdam* scbe Huldigings-comité toe te spreken. Mevrouw Grimberg offreerde dan een prachtige ets van den Rotterdamschen schil der Jan Sirks, alsmede een krans met linten In de Rotterdamsche. Nederlandsche en Bel gische kleuren. Spreekster besloot met den spontaan geulten wenseh, dat we Emiel Hullebroeek nog 25 jaren in ons midden mogen zien. Hij moest ons dan maar veel laten zingen en kon verzekerd zijn van ons aller warme sympathie. Tenslotte noodlgde mevrouw Grimberg alle aanwezigen uit, staande een driewerf „Hoera" op den feesteling uit te brengen, terwijl de toehoorders zelf reeds een „Lang zal bij leven aanhieven, Namens het Rotterdamseh Studenten-Gezel schap voerde het woord de heer D. A. van der Linden, die memoreerde, hoe Hullet) roeck'z populaire en niet te vergeten zijn studenten liederen, als een bezielend vuur in het studen ten-kamp weten te werken. De heer J. J. Hoogerwerff sprak namens het Nederlandsch-Indonesiscb Verbond. Ge hebt aldus spr. ons koele Noord-Nederlanders niet alleen zingen geleerd. Ge hebt door aw Bang en muziek de kroon op het leven gezet, Onder den indruk van zoovele huldebe tuigingen kwam thans Emiel Hullebroeek zelf aan het woord: Voor een kunstenaar ia het dB grootste vol doening te mogen ervaren, dat zijn arbeid op prijs wordt gesteld. Dat heb ik altijd ervaren in België zelf, maar ook in Nederland. En dat ontroert mij zeer diep; Rotterdam staat in appreciatie' dienaangaande aan da spits. Want hier heb ik niet alleen het meest gezongen, Snaai- kier heb ik ook de meeste sympathie. Tien-, twintigtallen malen ben Ik hier geweest. En nu breng- Ik mijnerzijds hier gaarne hulde aan de Rotterdammers. Want' inzonderheid zij hebben altijd getuigenis afgelegd het lied te kunnen begrijpen. Ik zing nu vijf-en-twintig jaren. Men noemt dat gewoonlijk een zilveren jubileum. Nu, dat „zilver" is den laatsten tijd wel zeer kwistig over mijn hoofd gestrooid Maar mijn hart is jóng en blijft jong „Zingende Menschen gelukkige Menschen!" 1 Altijd zal Ik terugdenken aan het. lieve Rotter- damsche publiek, want er is ook hier geen gezin, waar mijn liedjes niet op de piano liggen. Deze avond, zoo besloot Emiel Hullebroeek, zal voor mij- zijn en blijven als een lichtende straal in mijn volgende artisten-jaren DE BORGSTELLING EN ARBITRAGE IN DE BESTEKKEN. Voorstel tot overleg met de aannemers organisaties. Het Raadslid van den Brule heeft het vol gende voorstel ingediend: „De Raad, van oordeel, dat het gewensoht is, alvorens een beslissing te nemen over het voorstel van B. en W. tot wijziging der bestek- bepalingen, met de betrokken organisaties In overleg te treden; noodlgt B. en W. uit hiertoe de nood,ge stap pen te doen, teneinde tc trachten in zake het vraagstuk van de afschaffing van borgstelling en uitbreiding van arbitrage zoo mogelijk naar een voor beide partijen bevredigende oplossing te streven en inmiddels de behandeling van het voorstel aan te houden. Eenige amendementen. De Raadsleden de Jonge, Kraayevauger en Verkool hebben op het voorstel de volgende amendementen. Ingediend: L Sub. Ie te doen vervallen: a. het woord „voorafgaande" tusschen „den elsch van" en „borgstelling"; en b. het laatste gedeelte, luidende: ,,en dat ons College in bepaalde gov. Hen achteraf nog „per- scoonlijke dan wel zakelijke zekerheidsstelling «al kunnen verlangen". IL Het door Burgemeester en Wethouders sub. 2e voorgestelde te vervangen door: ,rin de bestekken een bepaling op te nemen, krachtens welke alle geschillen door arbitrage „zullen worden beslecht, op de wij e, als in de statuten van den Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland Is bepaald". ZAKENVROUW. Hij lispelde: „Je oogen zijn als sterren in een maanlichten nacht. En weet je waar zij aan herinneren?" Zij argeloos: „Neen, misschien aan een paar diamanten in een platina ring." „Zij. die sterken drank verkoopen, moeten waken voor misbruik" Do afdeelingen Rotterdam van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders en Slijters, van den Nieuwen Ned. Bond van Koffiehuis- houders, van den Ned. Bond van Werkgevers in -Hotel-ReetauraaJiO-, Café- en aanverwante bedrijven, van den R. K. Nat. Bond van Hotel-, Café- en Restauranthouders en van dfe Rotter damsche Patroonsvereeniging Beider Belang, zijn gisterenmiddag op uitnoodiging van de besturen van bovengenoemde organisaties, op n buitengewone vergadering bijeengekomen, ter bespreking van de aanstaande accijnsverlaging. De Groote DoelezaaJ aan den Coolsingel was zoo goed als geheel bezet. De vergadering stond onder presidium van den heer D. van Leeuwen, die na een kort inleidend woord, namens de organisaties de twee sprekers van den middag, de heeren Abr. Staalman en P. P. J- Theunisse-n, die in kun kwaliteit ais leden van de Centrale Vereenigïng voor den Gediatilteerdhandel zouden spreken over de a.s. accijnsverlaging, hartelijk welkom heette. Als eerste spreker trad naar voren de heer Abr. Staalman. Spr. wees erop, dat het velen bevreemd heeft, dat de minister den accijns van 22 gulden per H.L. heeft gebracht op ISO gulden per H.L. Men moet er echter rekening mede houden, dat de accijns van 22 die accijns is, welke in 1860 werd vastgesteld. De accijns ia al'tijd een best middel geweest, cm de finan ciën van de schatkist weer op beter peil te brengen. Spr. ging na de verschillende accijns- verhoogingen, die in den loop der jaren wet zijn geworden. In 1883 werd de accijns per H.L. 35 gulden; in 1S65 50 gulden; in 1869 53 gulden; in 1877 57 gulden; In 1884 60 gulden; ie 1892 65 gulden. De verhoogingen waren telkens be trekkelijk klein. Van het publiek kon men het moeilijk terugvorderen. Tusschen kaakjes wees spr. er op, dat er tot 1892 nog geen sprake was van eenige organisatie op heit gebied van fcofïle- huiöhouders en slijters. In 1909 werd weer een accijns verhoog log ln het uitzicht geeteld. Het bestuur der organisatie heeft toen met den minister een onderhoud gehad en kern erop gewezen, dat deze belasting op het publiek moest worden verhaald. Daarnaar werd het oor geleend. Het ging van 63 op 90: en de prijs per glas werd met één cent verhoogd. In 1914 werd de accijns gebracht op ƒ99; Gedurende den oorlog Is dit zoo gebleven. In 1920, den tijd van Minister de Vries, werd het voorstei gedaan om den accijns van 150 gulden ineens te brengen op 330 gulden. Van alle kanten is de minister toen gewaarschuwd. Een dusdanige drastische verhooging zon immers het smok kelen in de hand werken. Smokkelde men in 1920 nog zoo goed als niet, kort nadat de accijns op 330 gulden per H.L. was gebracht, kwaan de fraude voor den dag. Een dergelijke verhooging heeft eohter ook aan den Staat groot nadeel gebracht. In I860 was de opbrengst van den accijns op gedistilleerd voor den Staat 5^4, mll'l. gulden. In 1913 bedroeg do accijns V» van" de geheele Staatsinkomsten. In 1920 ws het 57% millloen gulden. Zou het gebruik, nadat de accijns op 330 gulden was bepaald, gelijk gebleven zijn, dan had de op brengst voor den Staat moeten worden 100 mill, gulden. Het eerste jaar was de opbrengst echter 67 mill, gulden. Dat in het afgeloopen jaar de accijns op gedistilleerd nog niet de 45 mill, guidon in de schatkist heeft gebracht, is wel het beste bewijs hoe de fraude zich ontwikkeld heeft. Maar bovendien moest worden geconstateerd, dat ook de bona-fide-handel er groote schade van had, om dan nog maar niet te spreken van het nadeel, dat werd berokkend aan de morali teit. Spr. ging na de verschillende pogingen die zijn. aangewend om den minister te bewegen, den accijns te verlagen. He* wilde echter niet lukken daar men bang was voor een ander kwaad, n.l. drankmisbruik. In 1927 is do zaak echter weer opnieuw op het tapijt gekomen en het wetsontwerp ligt thans klaar. De geschie denis, aldus spr., werpt een Hokt op de actie, die thans moet gevoerd wonden. Zij, die sterken drank verkoopen, moeten waken voor drank misbruik; zij moeten stille en gezonde drank bestrijders zijn. Door ons optreden moeten wij den drankwet-inspecteur de verzekering geven, dat accijnsverlaging geen drankmisbruik in de hand zal werken, want anders zal het niet uitblijven, dat het gekeele bedrijf dooi- Rijk on Gemeente wordt geboeid. Met een aansporing om allen achter het be stuur te gaan staan, eindigde spr. zijn inieiding. Hierna werd het woord gevoerd door den heer P. P. J. Theumissen. Tot nu toe, aldus spr., hebben wij het steeds gehad over verhooging, nn hebben wij een3 een verlaging. Men moet echter dubbel voorzichtig zijn. Want wij moeten eischen een goed georganiseerde verlaging. Spr. wees op het waarschuwend woord van den minister: „Als ket blijkt, dat ik mis getzden heb. dan zal ik niet aarzelen den accijns weer te verhoogen". Spr. is ervan overtuigd, dat dan de wanorde in het bedrijf niet meer tie herstel len is. Zal de accijns weer worden verhoogd, dan zal men aan handen en voeten gebonden zijn. Spr. gaf eenige cijfers van het gebruik van gedistilleerd per hoofd in ons land. In I860 7.72 L.; in 1920 5.16 L.; in 1923 2.46 L. Derge lijke cijfer.-, geven te denken. Het smokkelen nam steeds toe. Nu de accijns is verlaagd, zal hot aan de caféhouders etc. liggen, waaneer de drankwet zoo soepel mogelijk wordt gehou den. Spr. hoopte op steun van de verlof houders. Zijn er onwillige distillateurs, dan zullen wij de verlof houders trachten te bewerken, oim van diergelijke distillateurs niet meer te lcoopem. Bang voor te lage prijzen behoeft men niet te wezen. De prijzen zijn bepaald. Voor een volkszaak 16 ets. per glas van 40 gram d. i. 25 glazen in één Liter; 20 ets. per glas voor een 2de klas zaak; 25 ets. per glas voor een late kilas zaak. De minimum sterkte moet zijn 35 pCt. Na den aanwezigen te hebben gewezen op hun plicht van niet te koopen bij die distil lateurs, die niet meegaan met de prijsverla ging, heeft spr. het contract voorgelezen, dat ter onderteekeuing den aanwezigen werd aan geboden. In grooto lijn komt het hierop neer, dat men zich hij het verkoopen van dranken, aan alle besluiten van de Centrale vereenigïng zal- hou den; dat 100 gulden boete moet worden be taald, wanneer do onderteekenaara de voor schriften niet naleven en dat men alle moge lijke inlichtingen, zal verstrekken aan dia per- welke door huishoudelijken arbeid ruw, rood of beschadigd zijn, worden weder gaaf, zacht en blank door Doos 30 en 60; tube 80 ct. PUROL Reel, 25712 VM 8 sonen, die door de Centrale Vereeniging ter contróle worden uitgezonden. Het contract blijft van kracht tot 31 December 1930. Spr. adviseerde ten slotte voorloopig tot 1 Maart geen groote voorraden gedistilleerd te houden; de voorraad van minder dan 20 pCt. zoo spoedig mogelijk t® liquideeren; vervoer- biiljetten goed te bewaren en voorraden bene den het kwantum 25 Liter te combineeren. Van uit de vergadering werd gevraagd welke voordeelen er nu vast zitten aan het teekenen van bovengenoemd contract. De heer A. Staal man heeft daar nog eens kort op geantwoord. Teekenen wij, aldus spr., dan krijgen wij een geregelden toestand met een beschermden prijs, of anders komt er met 1 Maart een vrije con currentie. Het is in het voordeel van alle distil lateurs Indien zij zich verbinden. Elf hebben het contract nog niet So,teekend. Twee van hen zijn wel van beteekenis. Die elf krijgen wij aan het meedoen, wanneer de vergadering veel handteekeningen oplevert. In Amsterdam, Lelden, Assen en Groningen zijn heel wat hand teekeningen geplaatst. Ten slotte werd nog mededeeling gedaan, dat voor slijters de prijs per Liter jenever 35 pCt. was vastgesteld op 2.70 en voor bran dewijn op 2:80, ROTTERDAMSCHE KUNSTKRING. Liederenavond Charles Panzcra. Bij de „Pelléas et Mélisande''-opvoeringan door de Amsterdamsche Wagner-vereeniging, eenigen tijd geleden, heeft deze Fransche baritonzanger veel van zich doen spreken. De verwachtingen voor zijn liederenavond in den Rotterdamschen Kunstkring waren zoodoende nog al hoog gespannen. In menig opzicht heeft Charges Panzera aan die verwachtingen gunstig beantwoord. Niet in alle. Zoo heeft de bariton gisterenavond.in zeer vele gevallen sterk detoneerende klank-inzetten gedaan. Dan is voorts het stem-apparaat ook niet. van een bijzondere fraaiheid. We kunnen on3 ten minste levendig voorsteilen, hoe enkele klan ken, in de hooge ligging vooral, vroeger een aanzienlijker fraaiheid moeten hebben oe- zeten. Toch gaat er van Charles Pauzera'e- zin gen veelszins een groote charme uit. Dat komt, omdat hij met een goed begrepen voor dracht, met Intelligentie zingt. Even hebben we aan die intelligentie m zeker opzicht moeten twijfelen. Want het s den Franschman toch moeilijk te vergeven, hoe hij zóó willekeurig die drie fragmenten uit Berlioz' „Damnation de Fauat" heeft samengelezen. Voor het overige nochtans heeft de litteraire intelligentie van Charles Panzera gezegevierd over zijn zuivere muzikale praestaties. En dat maakte het luisteren naar de oude meesters Monteverdi, Handel, Gluck, Durante en Mozart veelszins tot een dichter lijke genieting. Mozart in het Italiaansch hooren we eigenlijk ook liever, uit den mond van een Italiaan. Maar deze Fransehman aed de champagne-aria nit „Don Juan" rhythmi3ch toch alle eer aan. Strikt genomen zonden deze oude meesters er ook veel bij gewonnen heb ben, wanneer Magd'eleiue Panzera de instru mentale partij op 'n claveeim had vertolkt. Nu moesten we dikwijls getuigen zijn van vele aan slaghardheden op een Plöyel-vleugel. Want Magdeleine Panzera heeft heel dikwijls met minder groote soepelheid den vleugel gehan teerd. Even scheen de zon van dichterlijkheid ,n het spel van de Falla's „Nana Dat was zelfs zeer fijn piano-spel. Doch belaas had de zan ger zelf daar weer zoo vele tc lage intonaties L. boeken. Ook ln de balde andere de Falla- li ede ren. Gelijk gezegd. Berlioz behoorde ot Panzera'a gunstigste momenten. Ook Chausson's „La Caravane", dat geheel Francbsch gecom poneerd 18 en Dupare's „l'Invitattón au Voyage" werden met fijn vernuft ten gehoore gebracht1. De groote Nntszaal was voor de helft ge vuld met erkentelijke Kunstkringleden, die van den bariton nog een. toegift mochten ver krijgen SOLISTEN-CON CERT Max Orobio do Casta'o speelde de cellosonate in G. van Bréval hier reeds meermalen. Maar Dinsdagavond heeft de speler er bij zijn voor dracht een geheel bijzondere ziel in gelegd. Die voordracht droeg, vooral in het Andante een apart meditatief karakter. En Orobio had dezen keer In Hans Schouwman niet George van Renesse begeleidde —al een zeer even waar- digen gevoelskan sten aar gevonden, die de diep- artistieke intenties van den cello-speler ver mocht te peilen. Cello en klavier gingen geheel in elkanders bedoelingen op. Zelfs in de Vir tuoos-leege Variations Symphoniques van Boëllmann, die door Max Orobio de Castro èn door Hans Schouwman als tot een waardevol kunstwerk werden opgeheven. Sehouwman's taak strekte zich ook uit tot de hegeleiding van. de zangers Lena Hartog-Hor- neman. Het Ia jaren geleden dat zij hier een liederen-avond gaf. Welke belangwekkendheid hierin was gelegen, dat zij haar auditorium in kennis wenschte te brengen met een groot aantal weinig of onbekende zang-composities Met hare stemmiddelen hoeft mevrouw Hartog ook dezen keer geen al te krachtigen indruk gemaakt, aangezien die middelen andermaal van een niet al te uitmuntend karakter bleken. Maar er stroomt opera-bloed door hare aderen en deze zijde, van haar zingen maakt Lena Hartog-Horneman vooralsnog voorbestemd voor het opera-terrein En daarom maakten een aria uit Verdi's „Aïda" en Rossini's „Barbiêre" den meesten en kra.chtigsten indruk, wijl zij met een geprononceerde dramatische actie wer den voorgedragen. In 'n Aïda en Cavalleria-duet O.-, tbrak.cn het plastische en ook het vocale evenwicht, omdat Lena Ilartog's vocale partner, de bariton Anton de Leeuw, in zijn zingen zich niet met het ge luld der sopraan kon paren en bovendien niet die levendigheid verkreeg, welke een uitbeel ding van zulke opera-fragmenten behoeft. Lie deren van Schubert, Strauss, Grieg en Wein- gartner droeg de Leeuw correct en grootelijks met fraai orgaan timbre voor, doch de vitali teit van dictie had ook hier aanmerkelijk groo- ter mogen zijn. HERDENKING VAN DE UNIE VAN UTRECHT. Te Rotterdam opgericht In liet gebouw van het Centraal Bureau der R. IC Kraamverzorging te Rotterdam is Woensdagmiddag een bijeenkomst gehouden van Katholieke kraamverzorgsters om te komen tot de oprichting van een landelijke organisatie. Ruim vijftig dames uit verschil lende deelen dee lands hadden aan den oproep van de Ver. R. K. Kraamverzorging te .-Rotterdam, welke het Initiatief hiertoe nam. gevolg gegeven. Verder waren aanwezig het bestuur van de R. K. Kraamverzorging en de doktoren M. A. van Bouwdijk Bastiaanse. dr. D. van Vugt en dï\ W. B. Huddleston Slater. Pater Th. Roorda O.F.M. leidde deze biieen komst C7i zette in zijn openingswoord het doel van deze samenkomst uiteen. Kraam verzorging, aldus spr. Is iets van den laatsten tijd. Vroeger kende men alleen kraamver pleegsters en bakers. De eerste waren voor velen te duur, de tweede minder bekwaam Er lag een terrein braak, ten nadeele vau de moeders uit den midden-, burger- en arbeidersstand. Uit dien nood is de kraam verzorging geboren De kraamverzorgsters zijn gekomen en deze boden zich, aan ais bekwame krachten en niet te duur. llaar scholing, leiding en opleiding werd door de medici ter hand genomen Evenwél werd ingezien, dat die stoomcursussen niet vol doende- waren. Toen is de Staat gekomen, die de zaak in handen, stelde eener commissie, welke een program voor de opleiding heeft ontworpen. 'Een staatsdiploma werd Ingesteld voor de kraamverzorgsters. En zoo werd een. waarborg voor goed geschoolde krachten verkregen. Dit ls een hee-la sprong vooruit geweest. Aan de organisatie der' kraamver zorgsters ontbreekt. echter nog veel. Ei- is heel wat rumor tn casa geweest over de vraag of de kraamverzorgsters al of niat lid zouden kunnen worden van de verpleeg sters-or.ganisatle. Het antwoord ia in nega tieven zin uitgevallen en daardoor is de kwestie van de aaneensluiting der kraam verzorgsters weeT urgent. Hier in Rotterdam hebben wij gemeend het initiatief daartoe te moeten hemen en hebben de verstrooide kraamverzorgsters hierheen geroepen om haar de vraag voor te leggen of zij; niet tut een organisatie willen geraken. Die vraag werd allereerst aan de vergade ring voorgelegd. Hieromtrent was men het spoedig eens, zoodat in principe tot de oprichting van een bond werd besloten Vervolgens deed Pater Roorda voorlezing van een schema voor de statuten van ©en dergelijkcn bond. Deze zo-u dan heetea: Nederlandsche Bond van R. IC. Kraamver zorgsters en tut döel hebben de bevordering van kraamverzorging door R. K. kraam verzorgsters en van de geestelijke' en sloffe, lijk© belangen van de R. K kraamverzorg sters. Middelen zijn o.m. opleiding van. R. K. gediplomeerde kraamverzorgsters, vestiging van K. K. kraamverzorgsters als wijkkraam- verzorgefers en de oprichting van plaatsings- bureaux. Leden zullen zijn gediplomeerde R. K. kraamverzorgsters en R. K. leerling-kraam verzorgsters eener door den Staat erkende opleidingsschool. Voorzitter van bet bestuur zal bij voor keur een R. Iv. geneesheer moeten zijn Na dtze uiteenzetting ontstond er een, levendig debat over' dé vraag of de gediplo meerde bakers hospitant-leden van den nieuwen hond zullen kunnen zijn. Uit d* vergadering gingen meerdere stemmen od om in eens uit to spreken, dat dè bond uit sluitend uit kraamverzorgsters zal worden samengesteld Het besluit; van den verpleeg- stevshond Week aan dit streven niet vreemd Er werd anderzijds op gewezen, dat in het belang van de. kraamverzorging samen werking tusschen verpleegsters, verzorgsters en bakers zeer gewenseht is. Ook voor betere verhoudingen en voor stoffelijke en- geestelijke belangen. Overwogen moet worden op welke basis samenwerking, zij het dan in federatievou zin. mogelijk zal zijn. Besloten werd. hieromtrent nog geen be slissing te nemen en de kwestie te bewaren tot een volgende bijeenkomst. In bet voorloopig bestuur werden dan be noemd tot voorzitter dr. van Bouwdijk Bastiaanse; en verder mej. L. Bender (secre tariaat. Steiger 12. Rotterdam», zuster Hansen (dir. Bur. Roomsch K'ath. Kraamverzorging Rotterdam), mej. van Aalst Breda j, mej Hagenaars (Oosterhout) en mevr. Schilie— Marisseu (presidente van de Ver. R IC. Kraamverzorging te Rotterdam), terwijl Pater Th. Roorda zijn verdere medewerking aan bood. Mevr. SchilteMarissen deed hierna voor lezing van het Rijksregiement voor de Plaat- i singsbureaux voor erkende kraamverzorg sters enlof bakers. Besproken werd nog do kwestie van het insigne, terwijl mede reeds eenige onder werpen voor een actie van den Bond werden aangeroerd; Uit de vergadering werd Pater Roorda hulde gebracht voor het initiatief, dat van Rotterdam is uitgegaan. Besloten werd de nieer directe voorbe reiding van den Bond terstond tor hand te nemen, om daarna, waarschijnlijk in do helft van dit jaar, de derinltieve oprichtingsver gadering te kunnen houden. R. K. SCHOOL RAUWENHOFST-AAT. Bij den raad kwam in van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen een af schrift van het Koninklijk besluit van 4 Januari J.l. no. 6, houdende ongegrondverlda- ring van 't door eenige ingezetenen dezer ge meente ingestelde beroep tegen het besluit van de Gedeputeerde Staten dezer provincie tot ongegrondverklaring van het beroet van appellanten tegen het Raadsbesluit, tot bet ve"- leenen van medewerking aan de Rotterdam sche Vereeniging voor Katholiek Onderwijs tot de stichting van een bijzondere school voor g.l.o. in het gebouw Rauwenhoffstraat no. 32b. VAN EEN WAGEN GEVALLEN Do 13-jarige L. v. d. W. wonend aan den Katendrecktseihe Lagelijk is toen bij op oen wagen wilde klimmen, daarvan afgevallen, doordat het paard plotseling begon te trekken. De knaap kreeg twee wielen over rechterarm en been. Dr. Jansse behandelde W. voorloopig, die per particulieren auto daarna naar zijn woning werd vervoerd. Door het Alg. Net!. Verbond In de aula van de Nederlandsche Ilandels- Hoogeschool heeft Dinsdagavond de afdeel ing; Rotterdam van het Algemeen Nederlandsch Verbond met een rede van dr. N. Ja pile se,, directeur van bet Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage, het feit, dat 350 jaren geleden de Unie van Utrecht wern gesloten, herdacht Herdacht en nieit gevfeTd. zooals de voorzit ter, prof. dr. Z. W. Sneller in zijn inleidend woord nadrukkelijk verklaarde. Welke bezwa ren van Dietsche en Katholieke zijde togen de Unie bestaan, tegen een herdenking zal, zoo zeide spr., niemand bezwaar hebben, omdat het feitelijr belang der unie niet zal wordea ontkend. Dr. Japikse ving hierna zijn voordracht aan en behandelde allereerst de wordingsgeschie denis van de Unie. In den tijd, dat men over de unie onderhandelde, droeg ze een anderen naam dan de unie van Utrecht. Men sprak toen van de ..nadere" unie in tegenstelling met dé „generale" unie, bijna alle 17 provinciën om vattend in ceffl Bourgondisch Oostenrijkschen Staat, die nader begrensde unie. beeft de Spaan* sche macht duurzaam "kunnen tegenhouden en is onder invloed van verschillende factoren zelfs tot het offensief kunnen overgaan Sur. ging dan na, welke, invloeden kunnen gewerkt hebben op deze groepeering van Nederlands-he gewesten, waarvan te voren geen sprake is Tegenover de Staten, door Oranje bewust naar voren gebracht, vertegenwoordigend een populair element in den strijd, op de eerste plaats aangewezen om op te komen voor de afzonderlijke vrijheden en privilegiën, tegen over den Calvinistisehen staatsvorm met zijQ zware bedreigina van de jonge Nederlandsche eenheid, stond Willem van Oranje, als vertegen woordiger van de eenheidsgedachte, wel Calvi nist, maar zoer verdraagzaam, met het ideaal van de bevrijding van alle Nederlanden voor oogen, maar niet zooveel assimilatievermogen en staatsmanhlik, zooals dr. Japikse het noem de; om té buigen om politieke redehen, voor den wil der Staten, we'ke den Katho.ieken godsdienst, wilden verbieden. Als zoodanig prees dr. Japikse hem als een „prartisch" staatsman. Na de verschillende pogingen tot aansluiting te hebben besproken en er op te hébben gewe zen, hoe Oranje steeds bleef aandringen op aansluiting van Brabant, Vlaanderen, wees spr. op de invloeden van de Spaansohe sol datesk a tot stand gekomen verzetsbeweging op katholieken grondslag in Brabant, Vlaan deren en Henegouwen. De in 1576 tot stand gekomen Unie van Brussel draagt de onder* teekening van haast alle 17 Nederlandsche ge- westen. Dat was Groot-Nederland ln de lriern. Maar o zoo zwak In '77 en '78 raakt die boven bouw van de centrale regeering aan het schud den, alle moeiten van Oranje ten spijt om de Katholieken en Calvinisten tot eendrach :if„« samenwerking aan te sparen. In die omstandigheden bloeide voor goed de gedachte aan een „nadere" samenwerking van enkele gewesten op. Hoe zwakker de generale unie werd, boe meer kans op nauwere aanslui ting van bepaalde gewesten. HTet Noordelijke vereen igingsplan, werd door Willen; vau Oranje echter gedacht als een deel vau een grooter geheel. Spr. schetste de propaganda van den heftig-calvinisfischen broeder van Oranje. Jan van Nassau in het Katholieke Gelderland. Voor de unie van Utrecht is een grond* ontwerp geweest van mr. Floris Tin, een trouw medewerker van Oranje. Oranje's <1 enk- beeld en vindt men er in. 't Was In hoofdzaak een defensief verbond, maar toch met vetdern strekking, en een opvatting van gelijk)>erech- tig'dheid der beide belijdenissen in den geest van Oranje. Dat eerste unie-ontwerp onderging echter nog verschillende wijzigingen voor het den vorm kreeg van het Arnhemsche project, waar in het artiKel over den godsdienst b.v. totaal givvijzigd werd en de gelijkheid del1 leden geheel werd verbroken. In November en December van '78 kwam men over die Unie te Utrecht bijeen. Van de Oostelijke gewesten, zijn nu eens dit, dan dait gewest afwezig Oranje's amendementen op het tractaat i.z. den Kath godsdienst vonden geen gunstig onthaal. En zoo kwam men op 28 Januari tot de oüderteelcening. Wanneer wij het erigineele tractaai met d» vele doorhalingen, vergelijken met den eersten druk, blijken vrij belangrijke veranderingen in de onderteekeningen. Spr. houdt het er voor dat het verongelukte exemplaar, waarschijnlijk op 29 Januari moet worden gedateerd. Onder wijl was Jan van Nassau naar Arnhem geweest en dit verklaart do onderteekenlng van Gel derland op dit tweede stuk. In den beginne kreeg het stuk lang niet alle gewesten als onderteekenanrs. Docih allengs» kens is het door alle gebieden boven don Moer dijk got. eelt end. uitgezonderd Groningen dat echter te voren adhaesie aan het project van Arnhem had betuigd. Dan volgden Gent-, Brugge en Yperetn en het Vrije van Brugge, Breda» Lier en Antwerpen. Brussel en Mechelen niet. Die uitbreiding in de jaren 1579 en 15S0 kan men verklaren uit de dreigende ontbinding vau de Generale Unie en het agressief optreden van Parma De Unie is in hoofdzaak gemaakt door van buiten komende krachten. Al heeft Jan van Nassau nog zoo'n grcuït aandeel gehad in het tot standUomen van 'Ho Unie, de vader er van blijft de Prins van Oranje, Het is daarom niet te verwonderen, dat Oranje ten slotte een acte van adhaesie heeft gegeven. Schelding in de 17 provinciën is er bet go- volg van geweest. Sommigen treuren daar over. Doch men heeft zich af te vragen, hoe ar,dor» de strijd zou kunnen zijn volgehouden. Do saamhoorigheid tusschen dé gewesten wa ge ring, alleen in Holland en Zeeland wat die groot en had succes. Men. heeft verder te bedenken, dat geer dar staatslieden zich bewust was een nieuwen staat te stichten. Steeds betuigen zij nog adhaesie aan de Pacificatie van Gent. Toch is de Unio het fundament van den nieuwen staat ga- worden. In dien staat was het Calvinisme do overheerschende godsdienst, doch het alga- moene cultureele leven droeg tot in de 17a eeuw toe nog een sterk katholieken inslag, Ten slotte zeide spr. niet te kunnen treuren, over de Unie. welke volgens zijn meening niet alleen voor Holland; maar ver daarbuiten vau grooten invloed is geweest om de verbreiding* van do moderne denkbeelden over staat eu godsdienst over heel de wereld. Uit deze laatste beschouvriug van dr Japiksé blijkt wel, in welk licht hij zijn waardeoring van de Unie van Utrecht heeft bepaald Da „herdenking" (we plaatsen hier ecu paar aauhalingsteekens om) werd- besloten im t he£ zingen vau twee strophen vau het WHUelnnufc

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6