■H mm Vrij ia? Februari ICk.9 Tweede Blad t DÊ ROMEiNSCHE KWESTIE OP3ELOST. HET PONTIFICAAT VAN PIUS XI EN HET FASCISTISCH REGIEM. r,, Allerlei geruchten over een mogelijke op lossing van, wat men de Romeinsche Kwes tie is gaan noemen, deden de laatste dagen de ronde. Wat men daarvan te houden had, tvas moeilijk te bepalen, maar gisteravond kvvam opeens het beslissend berichit binnen, dat de kwestie inderdaad opgelost was en dat de voorwaarden waaronder dit geschied- ia binnenkort zullen worden gepubliceerd. Hot kan goed zijn, een kort overzicht te geven van de geschiedenis der tijdelijke macht van den Pans. In het jaar 756 schonk de Frankische ko- hing Pepijn de Korte het terrein benoorden Home, dat hij op do Longobarden veroverd had, in eeuwig eigendom aan de opvolgers van Sint Petrus, die er van toen af sou- vereine macht over uitoefenden. Hie macht steeg en daalde raat de tijds omstandigheden: in de droeve zeventig jaar dat de Pausen in de Zuid-Fransclie stad Avignon woonden bijvoorbeeld, was hun zeg gingschap in Rome vrij gering. Toen de Pausen weer terug gekomen waren, steeg ook hun macht en bleef eeuwen door be staan totdat rond 1800, toen onder Napoleon zooveel grenswijzigingen plaats hadden, ook aan het duizendjarig Pauselijk erfgoed een eind scheen te zullen komen. He revolutie-legers van Frankrijk hadden in 1706 do Kerkelijke Staten al overwel digd en den ouden Paus Pius VI als balling naar Frankrijk gesleept. De Paus overleed te Valence en slechts onder bescher ming van. Frankrijk's vijanden, kon Pius' opvolger worden gekozen. Deze, Pius VII, geraakte in conflict mot Napoleon, die in middels keizer van Frankrijk was geworden. Napoleon liet in 1809 Rome bezetten en den Paus in ballingschap naar Parijs voeren. Pas, toen de volkerenslag bij Leipzig en de binnenstroomendo Europeesche legers de macht van Frankrijk geknakt hadden, kon de Paus terugkeeren en in 1814 werden zijn Staten hersteld. De groote Engelsche geschiedschrijver Ma caulay, die in 1838 Rome bezocht, schreel kort daarop zijn beroemd gebleven opstel over het Pausschap waarin hij verklaarde, dat „de meest trotsche koningshuizen als van gisteren waren, vergeleken met de rij Opperpriesters. De republiek Venetië, was de oudste Europeesch Staat maar zij was nog modern, vergeleken met het Paussschap en toen Venetië verdween (ingelijfd als het werd bij Oostenrijk) bleef «Ie Paus. Het Pausschap blijft niet in verval, niet als een antiquiteit, maar vol leven en jonge kracht". Irrtusschen stak bet nationalisme op in Duitschland, waar het in 1870 de eenheid zou smeden en in Italië, waar het, naar 't eerst scheen, den Paus aan het hoofd van 't ééne Italië wilde plaatsen. De algemeene revolutie in 1848 ging echter ook Rome niet voorbij: de pauselijke minister Rossi werd vermoord en Paus Pius IX zelf moest vluch ten naar Gaöta. „Het is een feit", sclu-eef toen de Lon- densche „Times", „dat zelfs in het uur van zijn vlucht en zijn val (als aardsch vorst) Pius IX meer Paus cn hoofd der Laitijnscho Kerk was dan menigeen, van zijn voor gangers temidden van al do schittering van het Lateraansch paleis". Nieuwe feiten namelijk hadden de inter nationale positie van den Paus zedelijk veel sterker gemaakt dan zij het ooit politiek kon wozen. Wat verloren was door de zoo genaamde Hervorming in Europa, werd te ruggewonnen door missionarissen in verre landen. Pins IX aanvaardde in 1849 Fransche hulp; zoo kon hij terugkeeren in Rome maar zoo ook kwam er een bondgenootschap tot stand tusschen hen die alleen Italiö's een heid wilden en degenen, die mikten op do Kerk zelf en op den Paus niet als vorst, maar als Opperpriester. 'De koning van Piemont stelde zich aan ,het hoofd der groot-Ral iaansche beweging; hij bereikte reeds veel in Noord-Italië, toon hij, dank zij de overwinningen der Fran schen op de Oostenrijkers in 1859, zijn ge bied al weer vergrooton kon. In 1861 riep hij zich zelf tot Koning van heel Italië uit, behalve over Venetië, dat toen nog Oostcn- rijksch was en over Rome dat, dank zij de steun van Napoleon II. nog aan den Paus behoorde. In 1866 werd Venetië ingelijfd; in September 1870 werd Rome, verlaten als hot was door Napoleon III, die toon oorlog voerde tegen Duitschland en verslagen werd, door Victor Emmanuel veroverd. In Decem ber werd hot hoofdstad van Italië en van dien tijd af was de Paus gevangene in het Vaiticaan. Zestig jaar heeft deze „abnormale toe stand" nu geduurd; hij zal nu beëindigd worden door een overeenkomst tussclien Italië en den H. Stoel. Zondag 1.1. heeft de Romeinsche professor O. Marucchi in een toespraak bij de cata comben op een spoedige oplossing gezin- speeldbeweerd werd, dat deze oplossing bekend gemaakt zou worden op 12 Februari s., den verjaardag van 's Pausen kroning. De Paus zou nipt alleen een vrij grond gebied krijgen rondom de St. Pioter maai bovendien twee milliard lire, zijnde een vergoeding voor de som, welke Italië \roe ger don Paus bad aangeboden maar die hooit werd aanvaard. Deze milliarden zou- 'len een fonds worden waaruit arme kerken in Rome van geld zouden worden voorzien. Beweerd wordt verder, dat de Italiaansche koning zelf een werkzaam aandeel heeft ge- ^ad 'm de oplossing; de vorst zou in den af- lc' u zomer de onderhandelingen eigen- jpend hebben in een' lang onderhoud -ó. Em. Piotro Kardinaal Maffi, den ge- k-crdèn aartsbisschop van Pisa. Lang hebben de autoriteiten het diepste stilzwijgen bewaard; zij wilden blijkbaar de tteiiigheid Paus Piu s Vf, roemrijk regeerenden Den Oden Februari verkoos het conclaaf tot Paus kardinaal Aöhille Ratti, die den naam Pius XI aannam. Enkele oogenblikkeu later verscheen de nieuwe Opperpriester op het buiteubahvón van (de portiek van St. Pieter om zijn eersten zegen aan de neergeknielde menigte te geven op de plaats, waar de Italiaansche troepen de wa penen .presenteerden. De ontroering was groot te Rome en in de geheel e wereld en enkelen trokken reeds de conclusie uit diit onverwachte gebaar, dat de Romeinsche kwestie opgelostwas. Plus XI had dit voorzien en, zoo-dra de poorten van het conclaaf geopend waren, deed mgr. Sincero, de secretaris van het H. College, die later kardi naal benoemd weid, aan het Stefanl-ageut- echap een nota toekomen, waarin gezegd werd, dat de nieuwe Paus door den zegen naar het Plein van den St. Bloter te geven een waar borg had willen schenken van Zijn verlangen naar een unlverseele pacificatie, maar dat Hij tevens hernieuwde „alle noodzakelijke voorbe houden wat betreft de onvervreemdbare rech ten van de Kerk en van den H. Stoel, welke Hij gezwoTen had te zullen handhaven en verdedi gen." Xiemand had 'bijgevolg het recht om zich te vergissen omtrent zijn gevoelens, toen Plus XI den volgenden Zondag opnieuw den zegen van het balkon van St. Pieter na de plechtig heid der kroning gaf. Hen mocht ook geen overdreven gevolgtrek kingen maken uit de wijze, waarop de Belgische vorsten den 28steu Maart op het Vaticaan door den H. VadeT werden ontvangen, onmiddellijk na hun aankomst te Rome. De koninklijke be zoekers hadden slechts even een kort beleefd heidsbezoek aan het Quirinaal gebracht en hun officieel bezoek aan het Italiaansche hof begon slechts na een receptie op het Belgische gezant schap bij den H. Stoel, waar de II. Vader door Zijn gevolmachtigden Zijn plaats als Souverein Innam. In den zomer vau 1922 werd te Rome liet 2fete Internationale Eucharistische Congres gehouden, dat bijzonder indrukwekkend was door de medewerking van de Italiaansche regeering. In dlenzelfden zomer hadden de plechtigheden van Loretto plaats; daar zat de kardiiiaai-staat-ssecrefcaris ais legaat van den Paus, voor de eerste maal, met de vertegen- woord', gei» der Italiaansche regeering aan de zelfde tafel aau. Einde October marcheerden de fascisten naar Rome op en Mussolini maakte aich van de macht meetster. Dadelijk vermenigvuldigden zich de stappen der Italiaansche regeering en hot contact tusschen de beide machten werd' onderhandelingen öiot in de war gebracht zien door wilde schrijverij. Maar de geruchten der laatste-.dagen we zen er op, dat de oplossing zeer nabij was. Mussolini schijnt haast geliad te hebben. Hij kan tevreden zijn: zijn naam zal in (ls wereldgeschiedenissen blijven bestaan als van den man, die er in geslaagd is een der geweldigste vraagstukken te hebben opge lost. De Katholieke vÖFeld kun zich verheugen: er zal een golf van blijdschap stroomeii rond heel de aardbol en de milliocnen en millioenen van onder alle hemelstreken, die den blik wenden naar Rome, zullen God danken, dat deze moeilijke zaak is opge lost en'dat een keer te meer de Goddelijke atiohting van het Pausschap uitstraalt over een wereld, die gedacht had, vijftig jaai ge leden, dat zijn vernietiging voorbij was. De Pausen slervan niet; de belofte tan Jeaus Christus is wel 'oud, maar zij blijkt niet verouderd in onzen tijd. veelvul-dtger, hoewel het steeds officieus bleef. Dit verhinderde echter niet, dat Pius XI in Zijn eerste encycliek „Uhl arcano Del" van 23 December 1922 plechtig het protest van zijn Voorgangers, tegen de abnormale positie van den H. Stoel, dat Hij zelf op den dag van zijn vorklezing hernieuwd had, bevestigde. Deze passage van de Pauselijke encycliek moot in dit verhand onverkort weergegeven worden, omdat zij, uit de pen van de meest be voegde autoriteit, een volledig en volmaakt genuanceerd overzicht van de Romeinsche •kwestie geeft en de H. stoel er later voortdu rend hen naar verwezen ai-eèft, die het stand punt van den H. Stoel over deze kwestie wenseliten te vernemen. In de encycliek „Ubi areano Dei" consta teerde Plus XI, dat de meeste staten der we reld met den II. Stoel vriendschappelijke ver dragen sloten of hernieuwden en Hij voegde er aan toe: „Bij een dergelijkèn «taat van zaken is •het niet noodiig te zeggen, inet hoeveel woe- moed Wij onder 't zoo groote aantal volken welke met den H. Stoei door banden van vriendschap veree-nig-d zijn, Italië zien ont breken: Italië, Ons allerdierbaarst vader land, dat door God zelf, die l,n Zijne Voor zienigheid den loop dor dingen en tijden met orde beheert, uitgekozen om er don zetel van Zijn Plaatsbekteedor op aardie te vestigen, op dat deze verbeven stad, eenmaal de zetel plaats van een resvering wei van den groot sten luister, maar toch binnen bepaalde gren zen besloten, zou worden het hoofd van heel hst aardrijk, inderdaad omvat deze zetel van het goddelijk Oppergezag, dat overeenkomstig zijn karakter over de grenzen oiler volken en naties heen-reikt, «alle naties en volken. Maar dan vraagt ook, zoowel de oorsprong en het goddelijk karakter van dit Opperge zag, als ook het heilige recht van heol de Christenheid over de gansche aarde ver spreid, dat dit heilig© Oppergezag aan gie-en enkele menacholijk© macht, aan geen wetten (al beloven daze dan de vrijhed-d des Pausen onder bepaalde bescherming 0f waarborgen te bevestigen) onderworpen zij, maai', dat het volstrekt eigen recht én niaoht bezit en dat dit openlijk Miike. Die bescherming echter der vrijheid, waar door de Goddelijke 1 oorzieiiighead zelf, als Heer en Bestuurder der mensohelij-ke samen leving, het gezag vau den Paus van Rome had bevestigd, niet slechts niet tot nadeel, maar met groote winst voor Italië; die be scherming welke zooveel eeuwen lang zoo juist beantwoord bad aa.n het goddelijk plan om die vrijheid te beveiligen, terwijl noch dooT -de Goddelijke Voorzienigheid tot n.u toe iets weid aangewezen, noch door mensche- lijke vondsten iet© gel ij k waardigs werd uitge dacht, dat passend een dergelijke bescher ming vermocht te vervangen; deze bescher ming' door dat vijandig geweld vertrapt en nog steeds geschonden, hebben den Paus van Rome dezen levenstoestand bezorgd welke de Christenharten van heel de wereld voort durend met diepen wee-moed vervult. Daarom dan, als erfgenamen Onzer Voor gangers zoowel in opvattingen als in plich ten, dragend hetzelfde gezag, aan hetwelk het alleen toekomt over een zaak van zoo groot gewicht te beslissen, natuurlijk niet gedreven door eenfe© üdole wicht naar aard- ©che heerschappij. zol,dt'n Ons eenvoudig schamen ook nvaar in S> i Inge mate door zulk een motief geleid te worden, maar ge dachtig aan het ©hide van ons menaclielijk leven, denkend aan de alleigestrengste reken schap, welke Wij aan den Goddelijken Rechter zullen hebben af te leggen, in het heilig besef van Onzen plicht, hier ter plaatse dezelfde eisohen, welke ook Onze oorgangers gesteld hebben oim d-e rechten en de waardigheid van den AposboUseben Stoel te Verdedigen. Overigens zal Italië ikkxh eenig iianl-ee-l van den Apostolischen Stool te v- .,an hebben; want da Paus van Rome, w«. net- dan ook wezen moge, zal zeker steeds zóó zijn, dat Hij m&t toewijding *n praktijk b-r ïgt het woord van d-en Profeet: „Ik koes-ter gedach ten van vrede en niet van divctoniv van den waren vrede namelijk em daarom van ©enen die niet gescheiden Is wan rechtvaar- dlsfbeid, ziood-ait er terecht aan kan worden toegevoegd: „De reefbtvaardigheid en de vrede hebben elkander omhelsd". Het staat aan den ailmaöhtóigen en iharanlhartigen God dezen dag van groote blljeohap te do-en aanlichten; den diag welke vam alle goede het vruchtbaarst zij,n zal voor de welvaart zoowel van Italië ate van heel de werefld; en om dit niet te laten mislukken, mogen alle weidenkenden anet ijver hiertoe medewerken.''. Dit plechtig protest liet Pius XI weerklin ken, kort nadat de fascisten aan het bewind waren gekomen. En dit bewind was reeds begonnen met waarborgen te geven van een godsdienstige politiek, welke zoo welsprekend met de houding der vroegere regeeringen con trasteerde. Het zou ons te ver voeren hier op alle uitin gen van dezen nieuwen geest te wijzen, zooals het weder-lnvoeren van het kruis en den cate chismus in de scholen en de actieve medewer king van de regeering aan het succes van de groote godsdienstige plechtigheden van het Heilig Jaar en van het Franciscannscli eeuw feest. Ongetwijfeld werd deze houding aan het fas cistisch regiem door politieke overwegingen voorgeschreven. -En ook leidde het nastreven der politieke doeleinden enkele malen tot mis bruiken tegen .de werken der Katholieke Actie, zooals dat het geval was in 1927 en 1928, toen de fascistische regeering de organisaties der padvinders ophief, hetgeen tot ontroerende pro testen van dern Paus aanleiding gaf. Maar toch is het niet minder waar, dat deze politiek in Italië totaal de atmosfeer van uit gesproken vijandelijkheid wijzigde, welke zoo lang het conflict tusschen het Vaticaan en het Quirinaal verscherpt had. En wat het conflict zelf betreft, Mussolini zelf was besloten het uit den weg te ruimen. Hij gaf daarvan een eerste tastbaar bewijs, toen hij, In 1925, een hervorming der kerke lijke wetgeving poogde door te voeren. Zijn minister van justitie, Roceo, had zich daarvoor de officieuse hulp van Romeinsche prelaten verzekerd, wier medewerking tot resultaat had, dat de toekomstige wetgeving in overeenstem ming' met de eiachen van het kanonieke recht werd gebracht. Het was een werkelijk concor daat, maar toen deze arbeid beëindigd was, herinnerde de Paus er door Zijn brief van 18 Februari 1926 aan kardinaal Gasparri aan, dat een staat in kerkelijke aangelegenheden geen wetten kan geven zonder de medewerking van den H, Stoel. „Geen passende onderhandeling, geen recht vaardige overeenkomst, voegde Pius XI er aan toe, heeft plaats gegrepen, en kon ook niet plaats grijpen en zal niet kunnen plaats grijpen, zoolang de onrechtvaardige positie, waarin de H. Stoel en het Pausschap gebracht zijn, voort duurt". De Italiaansche regeering werd aldus tot de prealabele kwestie, d,w.z. tot de Romeinsche kwestie teruggebracht: zij moest eerst het pro bleem van de juridische positie van den H. Stoel oplossen; de rest zou dan vanzelf volgen. Dit, doel bleef de regéerlng van Mussolini dan ook nastreven door een actie, welke, o-m kans van slag-on te hebben, zich natuurlijk in bet geheim moest ontwikkeien. Van -tijd tot tijd echter bracht een incident of een polemiek de belde partijen er toe haar posities in bet debat te preciseeren. De interessantste van deze gedachten wisse lingen bad in den herfst van 1927 tusschen de „Osservatore Romano" en de „Popoio d'Italia" van Arnaldo Mussolini, den broeder van den „d-uoe" plaats. Er werd toen door -beide partijen enkend, dat de kwestie uitsluitend moest opgelost worden tusschen den Paus en Italië, zonder vreemde inmenging. Als hoofd van een Kerk, welke haar geloovigen onder alle naties telt, merkte de „Osservatore" den 14den October op, moet de Paus rekening houden roet de gerechtvaardigde eischen van de Katholieken dor geheeie wereld, -maar Hij blijft de eenige rechter over de wijze, waarop daaraan voldoening moet worden ge geven. Het orgaan van den H. Stoel herinnerde aan de -yerftlaringen, wellce in 1915 door kardi naal Gasparri waren afgelegd en welke wij reeds hebben aangehaald on voegde er aan toe: ,)D© bulfcenlandscrhe mogendheden behoeven slechts acte t© nemen, in de gebruikelijke vor men, van hetgeen Italië in overeenstemming met den H. Stoei zal gedaan hebben". Maar de „Osservatore" herir.uPrde er ook aan, dat de H. Stoel het noodzakelijk achtte, dat men hem de onafhankelijke souverelniteit zou toekennen over het gebied, waar de handelin gen voltrokken werden, noodig voor het be stuur der Kerk. Hoe gematigd ook de eisch van den H. Stoel was, hij stuitte af op een categoriscb-principiee- len tegenstand der woordvoerders van het officieele Italië. Don 203ten Octobei .-192Ï' maakte het „Fóglio d'ordini", het offiie|i^5e bulletin der fascisten- partij, een einde aiw. d'e polemiek door te ,ier- klarén.'flat„buiten' alle discussie voor hot fas cistisch Italië' stond „een herstel, zelfs in den RM&WwIMMIRIMi MussoUnjj, die t en deel van cle oplossing der hivestie voor zich hun opcischen, naar de schilderij van v. JFelie, hui utnaal Gasparri, 's Pausen scaius.,t re- taris, die uiteraard een zeer belangrijke rol speelde bij de onderhandelingen. meeat beperkten omvang, van de tijdelijke macht". Het maximum, waarin men toen van Italiaansche zijde toestemde, was de toekenning aan (len Paus van liet bezit van het Vaticaan, (loch elk denkbeeld van territoriale fxmvereini- teit werd verworpen. Men was dus minder ver dan in 1921 en er was zelfs geen sprake meer van den fameusen „vierkanten centimeter'' van toen. Men was' zelfs minder ver dan 1S70 en de „Osservatore Romano" deed dit den lOden Februari 1928 aan de „Popoio d'Italia" opmerken, dat de be- spreldng van de Romeinsche kwestie had willen hervatten en verklaard had. dat de oplossing van dit probleem dringend was. Het blad van den broeder vail Mussolini had een aceoord, onlangs gesloten tusschen den II. Stoei en Tsjecho-Slowakië, tot voorwendsel ge kozen om te zeggen, dat „zich houden in Italië aan de positie van 1870 beteekent, gelooven naar de letter en niet rekening houden met den geest". Op dit laatste gezegde antwoordde de „Os servatore" door de vergeten feiten in herinne ring te brengen en dit scheen toen meer dan een polemisch argument. Zooals de „Osservatore" immers in herinne ring bracht, had de Italiaansche staat door den befaamdon brief van Victor Emmanuel II aan Paus Pius IX „aan liet hoofd der Katholieke gemeenschap, geëerbiedigd door de Italiaansche bevolking, een roemrijken en van alle men- schelijke souvoreiniteit onafhankelijken zetel'' verzekerd. Eenige dagen later gaf de koning van Italië bevel de Leontijnsche stad te bezetten, die, be halve het Vaticaan, heel den Borgo omvat. Deze stad word, inderdaad, uitgezonderd bij de conventie van 20 September voor de over gave van Rome. Maar den 21sten, des avonds, overrompelden gewapende benden den Borgo en na de Serristori-kazerue geplunderd te heb ben, vielen zij den rechtervleugel van de por tiek van St. Pieter aan, die ais kazerne werd ingericht. Kardinaal Antonelli, de staatssecretaris des Pausen, waarschuwde den commandant der Italiaansche troepen, voor het gevaar, dat de persoon des Pausen kon loopen en toen ge schiedde het, dat een bataljon de Leontijnsche stad binnendrong en op het St. Pieterplein kwam kampeeren, zoodat enkel het Vaticaan ter beschikking van den Paus bleef. Den 22sten September verklaarde 'n depêche van den ministerraad „expliciet, dat de troepen Uit de Leontijnsche stad zouden worden terug getrokken, op dezelfde aanvraag, als waarop ze er waren heengezonden''. Zoodanig was dus de situatie op 22 Septem ber 1870, volgens de bewoordingen zelf van een officieel Italiaansch document. Italië ldeld er echter geenszins rekening mede, toen het. een weinig t.ijds later, pretendeerde, door een ple bisciet de bezetting van Rome en voorts de pre tenties der politici en der juristen van Italië te doen wettigen. Zoo werd de vorm van het pro bleem geheel gewijzigd. Dit belet niet, dat men, bij het in herinne ring brengen van deze feiten door de „Osserva tore", den indruk kreeg, dat een terugkeer tot den toestand van 21 September 1S70, of naar een cvenwaardigen toestand, lieel goed de es- sentieele elementen voor de oplossing zou kun nen verschaffen. Do woorden van liet orgaan van den II. Stoel schenen ongemerkt langs de pers en langs het publiek heen te gaan, maar zij, die er op gelet hadden, waren niet al te erg verrast, toen in da maand December van hetzelfde jaar 1928 de eerste sentationeele geruchten de ronde deden over de territoriale basis van een accoord tus schen den H. Stoel en Italië. Al bleven ze zich nog afvragen, of het fas cistisch Italië wel besloen was, den beslissenden stap te doen, door er in toe te stemmen, aan den H. Stoel een territoriale souvereiniteit toe te kennen, zij zagen toch reeds, wat heel na tuurlijk is, den Pauselijken staat van 1929, met dien verstande, dat die staat ongeveer zou be grensd worden volgens het plan der Leontijn sche stad, aangeduid in de capitulatie-acte. in den morgen van 20 September onderteekend door generaal Kanzier namens Pius IX en door generaal Cadorua namens koning Victor Em manuel. Deze staat scheen zelfs een verwezenlijking van een denkbeeld van Paus Pius IX toe aan degenen, die zekere woorden kenden, door den van zijn staten beroofden Paus gesprokén tot „Do souverelniteit is niet te zoeken in lij den ais deze, ik weet het beter dan iemand. Alles, wat ik verlang, zou e#n klein stukje grond zijn, waar ik meester zou zijn. Het is er niet zoo mee gesteld, dkt ik als men mij aanbood, mij mijn staten terug te geven, zou weigeren, maar zoo lang lk dit klein stukje grond niet bezit, zal ik mijn geestelijke functies niet in haar volheid kun nen uitoefenen". Een „klein stukje grond" voor de uitoefe ning der geestelijke functies van den Room- schen Opperpriester! Die dag mag men nu als aangebroken be schouwen. ',v: K°ME, 15. DEVOGHEL, j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5