■H
mm
Vrij ia? Februari ICk.9
Tweede Blad
t DÊ ROMEiNSCHE
KWESTIE OP3ELOST.
HET PONTIFICAAT VAN PIUS XI
EN HET FASCISTISCH REGIEM.
r,,
Allerlei geruchten over een mogelijke op
lossing van, wat men de Romeinsche Kwes
tie is gaan noemen, deden de laatste dagen
de ronde. Wat men daarvan te houden had,
tvas moeilijk te bepalen, maar gisteravond
kvvam opeens het beslissend berichit binnen,
dat de kwestie inderdaad opgelost was en
dat de voorwaarden waaronder dit geschied-
ia binnenkort zullen worden gepubliceerd.
Hot kan goed zijn, een kort overzicht te
geven van de geschiedenis der tijdelijke
macht van den Pans.
In het jaar 756 schonk de Frankische ko-
hing Pepijn de Korte het terrein benoorden
Home, dat hij op do Longobarden veroverd
had, in eeuwig eigendom aan de opvolgers
van Sint Petrus, die er van toen af sou-
vereine macht over uitoefenden.
Hie macht steeg en daalde raat de tijds
omstandigheden: in de droeve zeventig jaar
dat de Pausen in de Zuid-Fransclie stad
Avignon woonden bijvoorbeeld, was hun zeg
gingschap in Rome vrij gering. Toen de
Pausen weer terug gekomen waren, steeg
ook hun macht en bleef eeuwen door be
staan totdat rond 1800, toen onder Napoleon
zooveel grenswijzigingen plaats hadden, ook
aan het duizendjarig Pauselijk erfgoed een
eind scheen te zullen komen.
He revolutie-legers van Frankrijk hadden
in 1706 do Kerkelijke Staten al overwel
digd en den ouden Paus Pius VI als
balling naar Frankrijk gesleept. De Paus
overleed te Valence en slechts onder bescher
ming van. Frankrijk's vijanden, kon Pius'
opvolger worden gekozen. Deze, Pius VII,
geraakte in conflict mot Napoleon, die in
middels keizer van Frankrijk was geworden.
Napoleon liet in 1809 Rome bezetten en den
Paus in ballingschap naar Parijs voeren.
Pas, toen de volkerenslag bij Leipzig en de
binnenstroomendo Europeesche legers de
macht van Frankrijk geknakt hadden, kon
de Paus terugkeeren en in 1814 werden zijn
Staten hersteld.
De groote Engelsche geschiedschrijver Ma
caulay, die in 1838 Rome bezocht, schreel
kort daarop zijn beroemd gebleven opstel
over het Pausschap waarin hij verklaarde,
dat „de meest trotsche koningshuizen als
van gisteren waren, vergeleken met de rij
Opperpriesters. De republiek Venetië, was
de oudste Europeesch Staat maar zij was
nog modern, vergeleken met het Paussschap
en toen Venetië verdween (ingelijfd als het
werd bij Oostenrijk) bleef «Ie Paus. Het
Pausschap blijft niet in verval, niet als een
antiquiteit, maar vol leven en jonge kracht".
Irrtusschen stak bet nationalisme op in
Duitschland, waar het in 1870 de eenheid
zou smeden en in Italië, waar het, naar 't
eerst scheen, den Paus aan het hoofd van
't ééne Italië wilde plaatsen. De algemeene
revolutie in 1848 ging echter ook Rome niet
voorbij: de pauselijke minister Rossi werd
vermoord en Paus Pius IX zelf moest vluch
ten naar Gaöta.
„Het is een feit", sclu-eef toen de Lon-
densche „Times", „dat zelfs in het uur van
zijn vlucht en zijn val (als aardsch vorst)
Pius IX meer Paus cn hoofd der Laitijnscho
Kerk was dan menigeen, van zijn voor
gangers temidden van al do schittering van
het Lateraansch paleis".
Nieuwe feiten namelijk hadden de inter
nationale positie van den Paus zedelijk veel
sterker gemaakt dan zij het ooit politiek
kon wozen. Wat verloren was door de zoo
genaamde Hervorming in Europa, werd te
ruggewonnen door missionarissen in verre
landen.
Pins IX aanvaardde in 1849 Fransche
hulp; zoo kon hij terugkeeren in Rome maar
zoo ook kwam er een bondgenootschap tot
stand tusschen hen die alleen Italiö's een
heid wilden en degenen, die mikten op do
Kerk zelf en op den Paus niet als vorst,
maar als Opperpriester.
'De koning van Piemont stelde zich aan
,het hoofd der groot-Ral iaansche beweging;
hij bereikte reeds veel in Noord-Italië, toon
hij, dank zij de overwinningen der Fran
schen op de Oostenrijkers in 1859, zijn ge
bied al weer vergrooton kon. In 1861 riep
hij zich zelf tot Koning van heel Italië uit,
behalve over Venetië, dat toen nog Oostcn-
rijksch was en over Rome dat, dank zij de
steun van Napoleon II. nog aan den Paus
behoorde. In 1866 werd Venetië ingelijfd; in
September 1870 werd Rome, verlaten als
hot was door Napoleon III, die toon oorlog
voerde tegen Duitschland en verslagen werd,
door Victor Emmanuel veroverd. In Decem
ber werd hot hoofdstad van Italië en van
dien tijd af was de Paus gevangene in het
Vaiticaan.
Zestig jaar heeft deze „abnormale toe
stand" nu geduurd; hij zal nu beëindigd
worden door een overeenkomst tussclien
Italië en den H. Stoel.
Zondag 1.1. heeft de Romeinsche professor
O. Marucchi in een toespraak bij de cata
comben op een spoedige oplossing gezin-
speeldbeweerd werd, dat deze oplossing
bekend gemaakt zou worden op 12 Februari
s., den verjaardag van 's Pausen kroning.
De Paus zou nipt alleen een vrij grond
gebied krijgen rondom de St. Pioter maai
bovendien twee milliard lire, zijnde een
vergoeding voor de som, welke Italië \roe
ger don Paus bad aangeboden maar die
hooit werd aanvaard. Deze milliarden zou-
'len een fonds worden waaruit arme kerken
in Rome van geld zouden worden voorzien.
Beweerd wordt verder, dat de Italiaansche
koning zelf een werkzaam aandeel heeft ge-
^ad 'm de oplossing; de vorst zou in den af-
lc' u zomer de onderhandelingen eigen-
jpend hebben in een' lang onderhoud
-ó. Em. Piotro Kardinaal Maffi, den ge-
k-crdèn aartsbisschop van Pisa.
Lang hebben de autoriteiten het diepste
stilzwijgen bewaard; zij wilden blijkbaar de
tteiiigheid Paus Piu s Vf, roemrijk regeerenden
Den Oden Februari verkoos het conclaaf tot
Paus kardinaal Aöhille Ratti, die den naam
Pius XI aannam.
Enkele oogenblikkeu later verscheen de
nieuwe Opperpriester op het buiteubahvón van
(de portiek van St. Pieter om zijn eersten zegen
aan de neergeknielde menigte te geven op de
plaats, waar de Italiaansche troepen de wa
penen .presenteerden.
De ontroering was groot te Rome en in de
geheel e wereld en enkelen trokken reeds de
conclusie uit diit onverwachte gebaar, dat de
Romeinsche kwestie opgelostwas. Plus XI
had dit voorzien en, zoo-dra de poorten van het
conclaaf geopend waren, deed mgr. Sincero, de
secretaris van het H. College, die later kardi
naal benoemd weid, aan het Stefanl-ageut-
echap een nota toekomen, waarin gezegd werd,
dat de nieuwe Paus door den zegen naar het
Plein van den St. Bloter te geven een waar
borg had willen schenken van Zijn verlangen
naar een unlverseele pacificatie, maar dat Hij
tevens hernieuwde „alle noodzakelijke voorbe
houden wat betreft de onvervreemdbare rech
ten van de Kerk en van den H. Stoel, welke Hij
gezwoTen had te zullen handhaven en verdedi
gen." Xiemand had 'bijgevolg het recht om zich
te vergissen omtrent zijn gevoelens, toen Plus
XI den volgenden Zondag opnieuw den zegen
van het balkon van St. Pieter na de plechtig
heid der kroning gaf.
Hen mocht ook geen overdreven gevolgtrek
kingen maken uit de wijze, waarop de Belgische
vorsten den 28steu Maart op het Vaticaan door
den H. VadeT werden ontvangen, onmiddellijk
na hun aankomst te Rome. De koninklijke be
zoekers hadden slechts even een kort beleefd
heidsbezoek aan het Quirinaal gebracht en hun
officieel bezoek aan het Italiaansche hof begon
slechts na een receptie op het Belgische gezant
schap bij den H. Stoel, waar de II. Vader door
Zijn gevolmachtigden Zijn plaats als Souverein
Innam.
In den zomer vau 1922 werd te Rome liet
2fete Internationale Eucharistische Congres
gehouden, dat bijzonder indrukwekkend was
door de medewerking van de Italiaansche
regeering. In dlenzelfden zomer hadden de
plechtigheden van Loretto plaats; daar zat de
kardiiiaai-staat-ssecrefcaris ais legaat van den
Paus, voor de eerste maal, met de vertegen-
woord', gei» der Italiaansche regeering aan de
zelfde tafel aau.
Einde October marcheerden de fascisten naar
Rome op en Mussolini maakte aich van de
macht meetster. Dadelijk vermenigvuldigden
zich de stappen der Italiaansche regeering en
hot contact tusschen de beide machten werd'
onderhandelingen öiot in de war gebracht
zien door wilde schrijverij.
Maar de geruchten der laatste-.dagen we
zen er op, dat de oplossing zeer nabij was.
Mussolini schijnt haast geliad te hebben. Hij
kan tevreden zijn: zijn naam zal in (ls
wereldgeschiedenissen blijven bestaan als
van den man, die er in geslaagd is een der
geweldigste vraagstukken te hebben opge
lost.
De Katholieke vÖFeld kun zich verheugen:
er zal een golf van blijdschap stroomeii
rond heel de aardbol en de milliocnen en
millioenen van onder alle hemelstreken, die
den blik wenden naar Rome, zullen God
danken, dat deze moeilijke zaak is opge
lost en'dat een keer te meer de Goddelijke
atiohting van het Pausschap uitstraalt over
een wereld, die gedacht had, vijftig jaai ge
leden, dat zijn vernietiging voorbij was.
De Pausen slervan niet; de belofte tan
Jeaus Christus is wel 'oud, maar zij blijkt
niet verouderd in onzen tijd.
veelvul-dtger, hoewel het steeds officieus bleef.
Dit verhinderde echter niet, dat Pius XI in
Zijn eerste encycliek „Uhl arcano Del" van 23
December 1922 plechtig het protest van zijn
Voorgangers, tegen de abnormale positie van
den H. Stoel, dat Hij zelf op den dag van zijn
vorklezing hernieuwd had, bevestigde.
Deze passage van de Pauselijke encycliek
moot in dit verhand onverkort weergegeven
worden, omdat zij, uit de pen van de meest be
voegde autoriteit, een volledig en volmaakt
genuanceerd overzicht van de Romeinsche
•kwestie geeft en de H. stoel er later voortdu
rend hen naar verwezen ai-eèft, die het stand
punt van den H. Stoel over deze kwestie
wenseliten te vernemen.
In de encycliek „Ubi areano Dei" consta
teerde Plus XI, dat de meeste staten der we
reld met den II. Stoel vriendschappelijke ver
dragen sloten of hernieuwden en Hij voegde
er aan toe:
„Bij een dergelijkèn «taat van zaken is
•het niet noodiig te zeggen, inet hoeveel woe-
moed Wij onder 't zoo groote aantal volken
welke met den H. Stoei door banden van
vriendschap veree-nig-d zijn, Italië zien ont
breken: Italië, Ons allerdierbaarst vader
land, dat door God zelf, die l,n Zijne Voor
zienigheid den loop dor dingen en tijden met
orde beheert, uitgekozen om er don zetel van
Zijn Plaatsbekteedor op aardie te vestigen, op
dat deze verbeven stad, eenmaal de zetel
plaats van een resvering wei van den groot
sten luister, maar toch binnen bepaalde gren
zen besloten, zou worden het hoofd van heel
hst aardrijk, inderdaad omvat deze zetel van
het goddelijk Oppergezag, dat overeenkomstig
zijn karakter over de grenzen oiler volken
en naties heen-reikt, «alle naties en volken.
Maar dan vraagt ook, zoowel de oorsprong
en het goddelijk karakter van dit Opperge
zag, als ook het heilige recht van heol de
Christenheid over de gansche aarde ver
spreid, dat dit heilig© Oppergezag aan gie-en
enkele menacholijk© macht, aan geen wetten
(al beloven daze dan de vrijhed-d des Pausen
onder bepaalde bescherming 0f waarborgen
te bevestigen) onderworpen zij, maai', dat
het volstrekt eigen recht én niaoht bezit en
dat dit openlijk Miike.
Die bescherming echter der vrijheid, waar
door de Goddelijke 1 oorzieiiighead zelf, als
Heer en Bestuurder der mensohelij-ke samen
leving, het gezag vau den Paus van Rome
had bevestigd, niet slechts niet tot nadeel,
maar met groote winst voor Italië; die be
scherming welke zooveel eeuwen lang zoo
juist beantwoord bad aa.n het goddelijk plan
om die vrijheid te beveiligen, terwijl noch
dooT -de Goddelijke Voorzienigheid tot n.u toe
iets weid aangewezen, noch door mensche-
lijke vondsten iet© gel ij k waardigs werd uitge
dacht, dat passend een dergelijke bescher
ming vermocht te vervangen; deze bescher
ming' door dat vijandig geweld vertrapt en
nog steeds geschonden, hebben den Paus van
Rome dezen levenstoestand bezorgd welke de
Christenharten van heel de wereld voort
durend met diepen wee-moed vervult.
Daarom dan, als erfgenamen Onzer Voor
gangers zoowel in opvattingen als in plich
ten, dragend hetzelfde gezag, aan hetwelk
het alleen toekomt over een zaak van zoo
groot gewicht te beslissen, natuurlijk niet
gedreven door eenfe© üdole wicht naar aard-
©che heerschappij. zol,dt'n Ons eenvoudig
schamen ook nvaar in S> i Inge mate door zulk
een motief geleid te worden, maar ge
dachtig aan het ©hide van ons menaclielijk
leven, denkend aan de alleigestrengste reken
schap, welke Wij aan den Goddelijken Rechter
zullen hebben af te leggen, in het heilig besef
van Onzen plicht, hier ter plaatse dezelfde
eisohen, welke ook Onze oorgangers gesteld
hebben oim d-e rechten en de waardigheid van
den AposboUseben Stoel te Verdedigen.
Overigens zal Italië ikkxh eenig iianl-ee-l van
den Apostolischen Stool te v- .,an hebben;
want da Paus van Rome, w«. net- dan ook
wezen moge, zal zeker steeds zóó zijn, dat
Hij m&t toewijding *n praktijk b-r ïgt het
woord van d-en Profeet: „Ik koes-ter gedach
ten van vrede en niet van divctoniv van
den waren vrede namelijk em daarom van
©enen die niet gescheiden Is wan rechtvaar-
dlsfbeid, ziood-ait er terecht aan kan worden
toegevoegd: „De reefbtvaardigheid en de vrede
hebben elkander omhelsd". Het staat aan den
ailmaöhtóigen en iharanlhartigen God dezen dag
van groote blljeohap te do-en aanlichten; den
diag welke vam alle goede het vruchtbaarst
zij,n zal voor de welvaart zoowel van Italië
ate van heel de werefld; en om dit niet te
laten mislukken, mogen alle weidenkenden
anet ijver hiertoe medewerken.''.
Dit plechtig protest liet Pius XI weerklin
ken, kort nadat de fascisten aan het bewind
waren gekomen. En dit bewind was reeds
begonnen met waarborgen te geven van een
godsdienstige politiek, welke zoo welsprekend
met de houding der vroegere regeeringen con
trasteerde.
Het zou ons te ver voeren hier op alle uitin
gen van dezen nieuwen geest te wijzen, zooals
het weder-lnvoeren van het kruis en den cate
chismus in de scholen en de actieve medewer
king van de regeering aan het succes van de
groote godsdienstige plechtigheden van het
Heilig Jaar en van het Franciscannscli eeuw
feest.
Ongetwijfeld werd deze houding aan het fas
cistisch regiem door politieke overwegingen
voorgeschreven. -En ook leidde het nastreven
der politieke doeleinden enkele malen tot mis
bruiken tegen .de werken der Katholieke Actie,
zooals dat het geval was in 1927 en 1928, toen
de fascistische regeering de organisaties der
padvinders ophief, hetgeen tot ontroerende pro
testen van dern Paus aanleiding gaf.
Maar toch is het niet minder waar, dat deze
politiek in Italië totaal de atmosfeer van uit
gesproken vijandelijkheid wijzigde, welke zoo
lang het conflict tusschen het Vaticaan en het
Quirinaal verscherpt had.
En wat het conflict zelf betreft, Mussolini
zelf was besloten het uit den weg te ruimen.
Hij gaf daarvan een eerste tastbaar bewijs,
toen hij, In 1925, een hervorming der kerke
lijke wetgeving poogde door te voeren. Zijn
minister van justitie, Roceo, had zich daarvoor
de officieuse hulp van Romeinsche prelaten
verzekerd, wier medewerking tot resultaat had,
dat de toekomstige wetgeving in overeenstem
ming' met de eiachen van het kanonieke recht
werd gebracht. Het was een werkelijk concor
daat, maar toen deze arbeid beëindigd was,
herinnerde de Paus er door Zijn brief van 18
Februari 1926 aan kardinaal Gasparri aan,
dat een staat in kerkelijke aangelegenheden
geen wetten kan geven zonder de medewerking
van den H, Stoel.
„Geen passende onderhandeling, geen recht
vaardige overeenkomst, voegde Pius XI er aan
toe, heeft plaats gegrepen, en kon ook niet
plaats grijpen en zal niet kunnen plaats grijpen,
zoolang de onrechtvaardige positie, waarin de
H. Stoel en het Pausschap gebracht zijn, voort
duurt".
De Italiaansche regeering werd aldus tot de
prealabele kwestie, d,w.z. tot de Romeinsche
kwestie teruggebracht: zij moest eerst het pro
bleem van de juridische positie van den H.
Stoel oplossen; de rest zou dan vanzelf volgen.
Dit, doel bleef de regéerlng van Mussolini
dan ook nastreven door een actie, welke, o-m
kans van slag-on te hebben, zich natuurlijk in
bet geheim moest ontwikkeien.
Van -tijd tot tijd echter bracht een incident
of een polemiek de belde partijen er toe haar
posities in bet debat te preciseeren.
De interessantste van deze gedachten wisse
lingen bad in den herfst van 1927 tusschen de
„Osservatore Romano" en de „Popoio d'Italia"
van Arnaldo Mussolini, den broeder van den
„d-uoe" plaats.
Er werd toen door -beide partijen enkend, dat
de kwestie uitsluitend moest opgelost worden
tusschen den Paus en Italië, zonder vreemde
inmenging. Als hoofd van een Kerk, welke haar
geloovigen onder alle naties telt, merkte de
„Osservatore" den 14den October op, moet de
Paus rekening houden roet de gerechtvaardigde
eischen van de Katholieken dor geheeie wereld,
-maar Hij blijft de eenige rechter over de wijze,
waarop daaraan voldoening moet worden ge
geven. Het orgaan van den H. Stoel herinnerde
aan de -yerftlaringen, wellce in 1915 door kardi
naal Gasparri waren afgelegd en welke wij
reeds hebben aangehaald on voegde er aan toe:
,)D© bulfcenlandscrhe mogendheden behoeven
slechts acte t© nemen, in de gebruikelijke vor
men, van hetgeen Italië in overeenstemming
met den H. Stoei zal gedaan hebben".
Maar de „Osservatore" herir.uPrde er ook
aan, dat de H. Stoel het noodzakelijk achtte, dat
men hem de onafhankelijke souverelniteit zou
toekennen over het gebied, waar de handelin
gen voltrokken werden, noodig voor het be
stuur der Kerk.
Hoe gematigd ook de eisch van den H. Stoel
was, hij stuitte af op een categoriscb-principiee-
len tegenstand der woordvoerders van het
officieele Italië.
Don 203ten Octobei .-192Ï' maakte het „Fóglio
d'ordini", het offiie|i^5e bulletin der fascisten-
partij, een einde aiw. d'e polemiek door te ,ier-
klarén.'flat„buiten' alle discussie voor hot fas
cistisch Italië' stond „een herstel, zelfs in den
RM&WwIMMIRIMi
MussoUnjj, die t en deel van cle oplossing
der hivestie voor zich hun opcischen, naar
de schilderij van v. JFelie,
hui utnaal Gasparri, 's Pausen scaius.,t re-
taris, die uiteraard een zeer belangrijke
rol speelde bij de onderhandelingen.
meeat beperkten omvang, van de tijdelijke
macht". Het maximum, waarin men toen van
Italiaansche zijde toestemde, was de toekenning
aan (len Paus van liet bezit van het Vaticaan,
(loch elk denkbeeld van territoriale fxmvereini-
teit werd verworpen.
Men was dus minder ver dan in 1921 en er
was zelfs geen sprake meer van den fameusen
„vierkanten centimeter'' van toen. Men was'
zelfs minder ver dan 1S70 en de „Osservatore
Romano" deed dit den lOden Februari 1928
aan de „Popoio d'Italia" opmerken, dat de be-
spreldng van de Romeinsche kwestie had willen
hervatten en verklaard had. dat de oplossing
van dit probleem dringend was.
Het blad van den broeder vail Mussolini had
een aceoord, onlangs gesloten tusschen den II.
Stoei en Tsjecho-Slowakië, tot voorwendsel ge
kozen om te zeggen, dat „zich houden in Italië
aan de positie van 1870 beteekent, gelooven
naar de letter en niet rekening houden met den
geest".
Op dit laatste gezegde antwoordde de „Os
servatore" door de vergeten feiten in herinne
ring te brengen en dit scheen toen meer dan
een polemisch argument.
Zooals de „Osservatore" immers in herinne
ring bracht, had de Italiaansche staat door den
befaamdon brief van Victor Emmanuel II aan
Paus Pius IX „aan liet hoofd der Katholieke
gemeenschap, geëerbiedigd door de Italiaansche
bevolking, een roemrijken en van alle men-
schelijke souvoreiniteit onafhankelijken zetel''
verzekerd.
Eenige dagen later gaf de koning van Italië
bevel de Leontijnsche stad te bezetten, die, be
halve het Vaticaan, heel den Borgo omvat.
Deze stad word, inderdaad, uitgezonderd bij
de conventie van 20 September voor de over
gave van Rome. Maar den 21sten, des avonds,
overrompelden gewapende benden den Borgo
en na de Serristori-kazerue geplunderd te heb
ben, vielen zij den rechtervleugel van de por
tiek van St. Pieter aan, die ais kazerne werd
ingericht.
Kardinaal Antonelli, de staatssecretaris des
Pausen, waarschuwde den commandant der
Italiaansche troepen, voor het gevaar, dat de
persoon des Pausen kon loopen en toen ge
schiedde het, dat een bataljon de Leontijnsche
stad binnendrong en op het St. Pieterplein
kwam kampeeren, zoodat enkel het Vaticaan ter
beschikking van den Paus bleef.
Den 22sten September verklaarde 'n depêche
van den ministerraad „expliciet, dat de troepen
Uit de Leontijnsche stad zouden worden terug
getrokken, op dezelfde aanvraag, als waarop ze
er waren heengezonden''.
Zoodanig was dus de situatie op 22 Septem
ber 1870, volgens de bewoordingen zelf van een
officieel Italiaansch document. Italië ldeld er
echter geenszins rekening mede, toen het. een
weinig t.ijds later, pretendeerde, door een ple
bisciet de bezetting van Rome en voorts de pre
tenties der politici en der juristen van Italië te
doen wettigen. Zoo werd de vorm van het pro
bleem geheel gewijzigd.
Dit belet niet, dat men, bij het in herinne
ring brengen van deze feiten door de „Osserva
tore", den indruk kreeg, dat een terugkeer tot
den toestand van 21 September 1S70, of naar
een cvenwaardigen toestand, lieel goed de es-
sentieele elementen voor de oplossing zou kun
nen verschaffen.
Do woorden van liet orgaan van den II. Stoel
schenen ongemerkt langs de pers en langs het
publiek heen te gaan, maar zij, die er op gelet
hadden, waren niet al te erg verrast, toen in
da maand December van hetzelfde jaar 1928 de
eerste sentationeele geruchten de ronde deden
over de territoriale basis van een accoord tus
schen den H. Stoel en Italië.
Al bleven ze zich nog afvragen, of het fas
cistisch Italië wel besloen was, den beslissenden
stap te doen, door er in toe te stemmen, aan
den H. Stoel een territoriale souvereiniteit toe
te kennen, zij zagen toch reeds, wat heel na
tuurlijk is, den Pauselijken staat van 1929, met
dien verstande, dat die staat ongeveer zou be
grensd worden volgens het plan der Leontijn
sche stad, aangeduid in de capitulatie-acte. in
den morgen van 20 September onderteekend
door generaal Kanzier namens Pius IX en door
generaal Cadorua namens koning Victor Em
manuel.
Deze staat scheen zelfs een verwezenlijking
van een denkbeeld van Paus Pius IX toe aan
degenen, die zekere woorden kenden, door den
van zijn staten beroofden Paus gesprokén tot
„Do souverelniteit is niet te zoeken in lij
den ais deze, ik weet het beter dan iemand.
Alles, wat ik verlang, zou e#n klein stukje
grond zijn, waar ik meester zou zijn.
Het is er niet zoo mee gesteld, dkt ik als
men mij aanbood, mij mijn staten terug te
geven, zou weigeren, maar zoo lang lk dit
klein stukje grond niet bezit, zal ik mijn
geestelijke functies niet in haar volheid kun
nen uitoefenen".
Een „klein stukje grond" voor de uitoefe
ning der geestelijke functies van den Room-
schen Opperpriester!
Die dag mag men nu als aangebroken be
schouwen. ',v:
K°ME, 15. DEVOGHEL, j