DON DEP DAG 21 FEBRUARI 1S29 EERSTE BLAD PAGINA 2 PRO DEO BORGSTELLING EN ARBITRAGE REGELING Springende j Handen PfJRÖL Ruwe ITuid) door de koude. DE SUBSIDIE AAN HET BUREAU VOOR RECHTSBIJSTAND AAN ON- EN MINVERMOGENDEN- I-Ict strekt den Dietschen stam tot eer, dat Ju de beide Nederlanden reeds oude „Costuy- men ende Usantiën'' zorg droegen, dat ook de arme ran zijn recht geraakte. De gerechten en omdat zij geacht werden daarvan deel uit te maken ook de advocaten waren ver plicht „voor do arme ende miserable personen t' opineeren, t' adviseeren, de processen t' over sten ende t' Instrueeren, t' vonnis te resolvee- xen ende t' expedieeren om GodtBwille ende sondor eenighen loon daeraï te hebben ofte te verwachten." Zij moesten den arme niet alleeD „volkomen audiëntie geven, doch dienden hem hoven dien „te gherievea ende te ontcomme- ren voor den rijeke die naer comen sonde''. Dat dit pro-Deo-reeht, deze behandeling van de zaken der armen „om Godtswille'' nimmer in onbruik geraakt, maar integendeel zich diep had gegrift in het Nederiandsch rechtsbewustzijn, blijkt hieruit, dat men dit armen-recht ten tijde van de Fransche over- heersching, wier wetgeving het niet kende, noode heeft gemist. Immers een der eerste Besluiten die de Souv.ereine Vorst na het her stel van onze onafhankelijkheid nam, strekte tot weder-invoering der gratis-admissie. Het armen-recht heeft tot op den dag van heden, geen principieele wijziging ondergaan. Ook thans krijgen de advocaten personen toe gevoegd, wier zaken zij zonder eenige beloo- Hing van wio.n dan ook moeten voeren. De deurnaarder is dan eveneens verplicht zijn ministerie gratis te verleenen en zelfs het Rijk slooft zich ongelooflijk uit door vrijstelling van zegel- en griffierecht. Hoewel dus de balie wettelijk tot dezen vorm van armenzorg verplicht was, zoo placht zij toch terecht de armenpraktijk als een eer vol onderdeel van haar dagelijksche beslom mering te beschouwen. Want al maakte de wet liet nobele gebaar, zij deed dit geheel voor rekening van de balie, die zoo vrij was tegen over de van haar uitgaande opoffering de eer van de daad naar zich toe te rekenen. Xutusschen, al bleef het armen-recht in hoofdzaak .ongewijzigd, de tijd bracht zooveel verandering in de omstandigheden, waarop het moest worden toegepast, dat "het geheel van beteckenis veranderde. Vooral voor de balie die een zondvloed van gratis-procedures tegen zich zag opwassen. Die ongekende vermeerdering van prode- aner. ontsprong aan tweeërlei oorzaak. De eerste was, dat men niet alleen de onvermo- genden toeliet tot de geneugten van het armen- recht, maar ook de minvermogenden, die heo- lemaal niet arm, maar ook heelemaal niet in staat zijn de kosten van een proces te dragen. Voor deze categorie van justiciabelen heeft tot nog toe iedere regeling ontbroken Zoo dat het voor de hand lag ze bü de onvermogen- den in te deelen, al dreef een burgemeester van Rotterdam de liefdadigheid ten koste van de balie wei wat ver, toen hij een bewijs van onvermogen deed uitreiken aan een dame, waarvan hem bekend was, dat zij voor 40.000 in de vermogensbelasting was aangeslagen. D- tweede oorzaak van de schrikbarende overproductie van gratis-processen draagt een meer bedenkelijk karakter. Zij ligt namelijk in hst losser worden van den familieband in de lagere volksklasse. Dat manifesteert zich in de echtscheidings-epidemie, die ook daar heerscht en in het feit, dat steeds meer kin deren er feestelijk voor bedanken de moreele en wettelijke verplichting tot het verschaffen Van levensonderhoud aan hunne behoeftige ouders te vervullen. Er zullen natuurlijk altijd wel advocaten ge- we it zijn, die het liever aan de zon hadden Overgelaten om voor niets op te gaan. Maar met de vermeerdering van de gratis-processen verminderde toch algemeen het enthousiasme van de balie voor de armen-praktijk. Vooral de jongere leden zagen daarin een ongemoti veerde uitzond-erlngs-belasting Zij hadden twee argumenten aan hunne zijde: dat de ar menpraktijk geen armenpraktijk meer was, vermits zij .ook de minvermogenden, die toch wel in staat waren een deel der kosten te dra- gen. hielp en dat het offer aan tijd en ar beidskracht te zwaar was geworden. inmiddels stichtte de vereeniging „Centraal Bureau voor Sociale Adviezen." die eenige ja ren geleden ter ziele is gegaan, te Rotterdam het beroemde Bureau voor Rechtsbijstand aan On- en Minvermogenden. De bedoeling was om beide categorieën van justiciabelen met advie zen te gerieven en hoofdzakelijk voor die min vermogenden tc procedeeren, welke nog te ver mogend waren om een bewijs van onvermogen te kunnen bemachtigen. Dit laatste uiteraard tegen verminderde betaling. In de praktijk Is het Bureau echter gaan fitreven naar centralisatie van den gratis rechtsbijstand in het arrondissement Rotter dam. Het beoogt daarmede de ongekende ver scherping van wat men wei snoodelijk prode- anen-plaag heeft genoemd, aanmerkelijk te verzachten en daarvoor vooral een hetere be handeling der gratis processen dan onder de heerschende omstandigheden mogelijk zou Zijn, te waarborgen. Het Bureau beweert in dien opzet zoover te zijn gekomen, dat het 70 pet. van alle gratis processen voert. Dientengevolge bewegen de uitgaven van het bureau zich in stijgende lijn. Werden de bemoeiingen der aan het bureau verbonden ad vocaten in 1920 gehonoreerd met 10.125, in 1927 gaf men daarvoor 18.430 uit. De totale uitgaven kwamen van 17.826 in 1920 op 31.421 in 1927. De middelen worden hoofdzakelijk gevon den in subsidie van de gemeente. Ook het Rijk en de minvermogenden, die aan het Bureau nog al dun gezaaid schijnen te zijn, dragen iets bij. De juiste cijfers volgen hier. 1920, 1927 Gemeentesubsidie 11.625 26.922 Rijkssubsidie 2.900 1.933 Cliënten 2.357 2.566 Op de gemeentebegrootingen 1928 en 1929 was een subsidie uitgetrokken van 28.000. Het Bureau toonde zich hoogst dankbaar, doch alles behalve voldaan. Het had namelijk gerekend op een gemeentelijk subsidie van 35.294 en trad daarom in overleg met B. en "W. Dit had tot gevolg, dat B. en W. bereid wa ren een subsidieverhooging van 2.000 te be vorderen en thans een dienovereenkomstig voorstel aan den Raad doen; met de mededee- 31 ng echter, dat het hiermee dan o.ok uit moet zijn. Uit financieel oogpunt is deze geheele sub sidie voor de gemeente niet buitengewoon be langrijk. Niettemin rijst de vraag, of het juist is, dat de gemeente hier tot verlichting van d,en op de advocatenkantoren liggenden druk toegang tot haar kas verleent. "'Ook al zouden, volgens de veronderstelling van B. en W. eeni ge advocatenkantoren bereid -blijken hunner zijds een bedrag van 300 te fettrneeren. Wij zijn de eersten om te erkennen, dat de regeling van het armenrecht niet meer beant woordt aan de eischen des tijds. Er is dus alles voor te zeggen, dat het Rijk zijn wetgeving op dit punt wijzigt en vergoeding geeft voor de diensten, die thans gratis worden gepresteerd. Maar het wil er bij ons niet in, dat de gemeen te op dit onder de advocaten zelf nog omstre den punt het initiatief heeft te nemen. De subsidiepost is op de begroeting ge bracht onder het hoofdstuk „ondersteuning van behoeftigen". Maar nu willen wij er toch op wijzen, dat de „behoeftigen", die tot de cliënten van het Bureau behooTen, niet alleen in de gemeente Rotterdam, maar in het ge heele uitgestrekte arrondissement van -dien naam en zeifs daar buiten thuis koeren. En dat voor een zeer groot. deel. Dat men van de naburige gemeenten 300 hoopt los te krijgen, verheugt ons, maar komt ons tevens onvol doende roor. "Wanneer de gemeenten zich met deze zaak willen blijven bemoeien, dan dient billijkheidshalve Iedere gemeente te betalen naar gelang van de door liaar uitgereikte be wijzen van onvermogen. Wat on3 verwondert, is dat B. en W. het do-en voorkomen, alsof het Bureau thans uit sluitend door vermeerdering van inkomsten haar begrooting tracht sluitend te maken. Wij meenen toch te weten, dat men ter bereiking van dat deej een der medewerkers (niet-advo- caat) die sinds 1922 aan het bureau was ver bonden, heeft ontslagen. Ook begrijpen wij de mededeeling van B. en W niet goed, dat de vermeerdering d-er aan gevraagde subsidie hoofdzakelijk moet dienen tot het toekennen van een vergoeding aan oe deurwaarders en dat deze hun arbeid tot nu toe geheel gratis hebben verricht. Indien dit laatste juist is dan wijst het op een mis stand bij het Bureau. Want het komt herhaaldelijk voor, dat de aan het Bureau verbonden advocaat, die een proces wint, de kosten hiefvan kan verhalen op de wederpartij. Dan is dat voor hem naast *%ijn Bureau-salaris een deuceurtje. Doch dan dient hij den deurwaarder ook volledig te be talen. Geschiedt dat niet, dan dient daarin te worden voorzien. Tot slot volgt bij ons het bezwaai, of de bt> langen der Katholieke cliënten wel veilig aan het Bureau kunnen worden toevertrouwd. Im mers van de 837 Rechtsprocedures, die 't Bu reau In 19,27 aanlegde, strekten er 468 tot echt scheiding van tafel en bed, 204 tot levenson derhoud. Deze laatste betreffen dus de verhou ding van ouders tot kinderen. Die belangrijke productie van echtschei dingsprocedures schijnt den toenmaligen lei der van het Bureau in 1920 naar het hoofd te zijn gestegen. Want in zijn verslag over dat jaar schrijft hij: „De praktijk van het Bureau voor Rechts bijstand voert den advocaat, hoe behoudend hij misschien ook van aanleg moge zijn, tot het op ervaring steunende inzicht dat er aan ons huwelijksrecht wat hapert cn dat de theorie „Wat God vereend heeft, zal de menseh niet scheiden", een fictie Is, die menscüen en ge zinnen moreel en economisch verwoest. Dat is natuurlijk een heel harde slag voor onze professoren ln de moraaltheologie. Niet temin zouden wij gaarne willen vernemen of ook de Katholieke cliënten volgens dit „op ervaring steunend inzicht" worden geadvi seerd. HET VERBOD TOT INSCHRIJVEN opgeschort tot i juni 1929 ■De Gemeente gaat mee Men schrijft ons: Overeenkomstig de met den Minister van Waterstaat overeengekomen regeling in zake de opschorting van het besluit tot invoering van Arbitrage in alle geschillen, hebben de Hoofdbesturen van de Aannemersbonden met het Gemeentebestuur van Rotterdam gecor respondeerd. Deze Hoofdbesturen mochten d.d. 1G Februari van B. en W. van Rotterdam onderstaand ant woord ontvangen: Naar aanleiding van uw schrijven van 13 dezer, betreffende nevenvermeld onderwerp (borgstelling en arbitrage) hebben wij de eer u te berichten, dat wij besloten hebben ten op zichte van de borgstelling geheel hetzelfde standpunt in te nemen als de Minister van Waterstaat. Met betrekking tot de arbitrage regeling .geven wij er althans voorloopis de voorkeur aan den uitslag van het overleg tus- schen den Mi uister en uwe Bonden af te wachten. Als gevolg van dit antwoord is' derhalve ook voor werken van de Gemeente Rotterdam het verbod tot inschrijven voor de leden der beide Bonden tot uiterlijk 1 Juni 1929 opgeschort. ln 'u schrijven aan -den Gemeenteraad, waar bij bet Gemeentebeheer van het bovenstaande kennis geeft, motiveeren B. en W. hun stand punt als volgt: „Onder deze omstandigheden verdient het naar onze meening alle aanbeveling, dat onze Gemeente zich met betrekking tot de borgstel ling geheel bij de regeling van het Rijk aan sluit. Bezwaar zien wij daartegen niet, omdat de door ons in het bovenaangehaalde voorstel aangegeven oplossing slechts ln geringe mate afwijkt van de Rijksregeling. Deze laatste komt n.l. hierop neer, dat de borgstelling in het algemeen vervalt, evenwel met dien ver stande. dat de Minister, indien en voor zoover daartoe naar zijn oordeel aanleiding bestaat, bevoegd Is aan de gunning van het werk de voorwaarde te verbinden, dat de aannemer vooraf zekerheid stelt voor de nakoming van alle verplichtingen, welke ingevolge de bepa lingen van het bestek of de -overeenkomst op hem mochten komen te rusten. De Minister bepaalt tevens den vorm en het bedrag der zekerheid; dit bedrag zal 1/10 van de aanne- min-gssom niet overschrijden. Uiteraard is het -de bedoeling, dat van deze bevoegdheid slechts bij wijze van uitzondering gebruik zal worden gemaakt. In het vertrouwen, dat een d-grgalöke rege ling de Instemming ook van Uwe Vergadering zal hebben, meenen wij goed te doen in de aan hangige bestekken de bepaling in zake borgstel ling bereids te schrappen, Met betrekking tot de arbitrage-regeling ware voorts door de Gemeente in verband met boven staande mededeeling althans voorshands bet resultaat van het overleg tusohen den Minister en de aannemersbouden af te wachten". Reel. 25922 VM 7 SCHADELOOSSTELLING AAN PERSO NEEL VAN PLAATSELIJKE WERKEN. Bij intrekking' van de aanwijzing tot het verrichten van brandweerdienst. B. en W. schrijven aau den Raad: Sedert het voorstel tot afwijzlging van liet verzoek van de Afdeeling Rotterdam van het Nationaal Verbond van Gemeenteambtenaren in Nederland om aan verschillende ambtenaren en beambten van Plaatselijke Werken een scha deloosstelling toe te kennen voor de inkomsten, die zij moeten missen, doordat zij eerlang geen dienst meer bij de brandweer zullen behoeven te verrichten, is van deze afdeeling een nader adres ingekomen- De bezwaren daarin vervat betreffen mede- deelingen in zake het tijdelijk karakter van den brandweerdienst, de pensioenrechten van het personeel en de verleende vergoeding aan een ambtenaar bij de Bank van Leening. Dit nader adres heeft ons intusschen aanlei ding gegeven om deze aangelegenheid nog- 1 maals te bezien. Hoewel wij nog steeds bet standpunt huldigen, dat bij opheffing van bijbe trekkingen geen wachtgeld behoort te worden toegekend, bleek ons toch, dat deze opvatting in de practijk bezwaarlijk zal zijn door te voe ren. Bij de wijziging toch, welke in 1925 in de Pensioenwet 1922 is gebracht, is in een der overgangsbepalingen ten aanzien van de toeken ning van wachtgeld een regeling getroffen, wel ke, voor wat gemeenteambtenaren betreft, op het volgende neerkomt. Wanneer aan een amb tenaar, die wordt ontslagen op grond van opheffing van zijn betrekking, of op grond van een nieuwe organisatie van zijn dienstvak, geen wachtgeld wordt toegekend, kan betrokkene binnen een maand na het tijdstip, waarop het ontslag is ingegaan de beslissing van de Kroon inroepen. Beslist de Kroon, dat wachtgeld be hoort te worden toegekend, dan heeft de Ge meente zich naar die beslissing te gedragen en m-oet zij derhalve bet door de Kroon bepaalde wachtgeld uitbetalen. Wij achten nu de waar schijnlijkheid zeer groot, dat .indien in het onderhavige geval de betrokken ambtenaren van Plaatselijke Werken, zich tot de Kroon zouden wenden, de Gemeente tot toekenning van wachtgeld zou worden verplicht. Aangenomen mag worden, dat de Kroon deze vraag zal be- oordeelen aan de hand van de Rijksregeling. Aangezien de toekenning van wachtgeld in dit geval ook tot het verleenen van vergoeding bij eventueele opheffing Van andere gemeente lijke bijbetrekkingen zal moeten leiden, hebben wij nagegaan, welke consequenties van een der gelijk besluit het gevolg kunne., zijn. Het blijkt dat deze bijbetrekkingen te onderscheiden zijn in die, welke bekleed worden door personen, dl© lïun hoofdbetrekking buiten den gemeente dienst vinden, en die, welke door gemeente ambtenaren in of naast bun hoofdbetrekking worden waargenomen. 7oor zoover op het oogenblik valt te beoordeë-len, is het niet te voorzien, dat binnen afzienbaren tijd in betee- kenende mate tot opheffing van bijbetrekkin gen zal moeten worden overgegaan, zoodat de financieele gevolgen van het gewijzigde stand punt niet overwegend zullen zijn B. en W. stellen ten slotte i afwijking van hun vroegere praeadvies voor, te besluiten tot toekenning aan de ambtenaren van Plaatselijke Werken, die ten gevolge van de reorganisatie van den Brandweerdienst hun bijbetrekking bij de Brandweer verliezen, va., een vergoeding op den voet van de wachtgeldregeling voor de Bur gerlijke Rijksambtenaren. Deze regeling komt in liet algemeen hierop neer. dat betrokkenen gedurende drie maanden na hun ontslag in het genot blijven van de laatstelijk genoten wedde en daarna nog zekeren tijd, afhangende van de omstandigheid of zij al of niet kostwinner zijn, 70 pet. daarvan ontvangen. HINDERWET. Ter visie zijn gelegd: lo. het van de vereischte bijlagen voorziene verzoek van a© Bataafsche Import Mij. om ver gunning tot het bergen van 240 L. benzine in een kluis achter het pand aan de Persoonshaven no, 133: 2o. alsvoren van de Bataafsche Import Mij. om vergunning tot het bergen van GOOO L. benzine in een ondergrondschen ketel in hèt pand aan de Hartmansstraat no. 13: So. alsvoren van de Bataafsche Import Mij. om vergunning tot het uitbreiden van haar in stallatie aan de Tweestedenstraat no. 31 met C electromotoren resp. van 1E- J1- 4. 2, 2 en 2 p.k„ alsmede met een opslag van 6000 L. benzine; 4o. alsvoren van de N. V. „Het Notarishuis" om vergunning tot het plaatsen van een electro motor van 4p,k. in het pand aan de Winstraat no. 35, hoek Zwarte Hondstraat en Koningsteeg; 5o. alsvoren van de heeren D. H. Horstmans- hoff Co. om vergunning tot het oprichten van een steenhouwerij in een loods op het Handels terrein aan de Roses traat no. 5; 6o. alsvoren van den heer L. J. Bovens om vergunning tot het oprichten van een banket bakkerij mot een electromotor van 1 p.k. Jn het pand aan de Willem Buytewechtstraat no. 165; 7o. alsvoren van den heer W. A. Schillemans om vergunning tot het oprichten van een hout- bewerkingsinriehting met een electromotor van ten hoogste 6 pk. in het pand aan de Rechter Rottekade nos. 7375 8o. alsvoren van den lieer J. Bosma om ver gunning tot het uitbreidien van de smederij in het pand aan de Boomstraat no. 74, met een electrmotor van 1 P-k. 9p. alsvoren van den heer A. C. H. fle Jong om vergunning tot het uitbreiden vain de inrichting tot het malen van zaagsel in bet pand aan de Baan no. 108/1 met 2 electromotoren desp van ■40 en 11 p.k.: 10. alsvoren van de Clichéfabriek Rotterdam om vergunning tot het uitbreiden van de fabriek in het pand aan de Heemsteestraat no 3 met het pand Heemsteestraat no. 1, hoek Noordsingel no. 198. alsmede roet 0 electromotoren, gezamen lijk van tén hoogste 7y, p.k. Een spiegelruit van den winkel van A. M. aan den Nieuwen Binnenweg is gisteren door koude gesprongen. DE DiriTSCIÏE ATLANTISCHE EXPEDITIE 1925—1927. Een voordracht van den commandant van het onderzoekin gs vaa rt ui g. In een der zalen dor „Deutsche Scbule" aan de Ged. Vest, heeft Dinsdagavond de kapi tein der Duiteche Marine, dr. F. Spiess, des tijds commandant van de onderzoekingstooot „Meteor", welke boot in de jaren 19241927 een wetenschappelijke expeditie heeft gemaakt in hot Zuidelijk deel van den Atlantischen Oceaan, oen voordracht met lichtbeelden ge houden, over deze niet alleen hoogst weten schappelijke maar ook zeer interessante reis. Onder de velen die naai' het reisverhaal zijn komen luisteren, bevonden zich o.m. de Duit sche gezant, graaf Zecli, de Duitsche consul hier ter stede dr. Setbe, de voorzitter van do Kamer van Koophandel de lieer J. C. Veder, de rijkshavenmeester, de heer R. T-. Muschart, do onderhavenmeester de heer Kortland, kolo nel O-el© van de Mariniers, dr. van Riel, die binnenkort met de Willebrord Snellius naar Indië zal vertrekken voor een soortgelijke onderzoeking en verder vele dames en .heeren leden van de Duitsche kolonie. Dr. Spiess, die na een kort inleidend woord van den vice-voorzittar der Deutschen Sckul- verein, den beer Nieden, zijn voordracht begon, hoeft op «ear prettige en aangename wijze in enkele uurtjeB, een duidelijk overzicht gegeven van het wetenseliappe!ijke werk, dat door de kanonneerboot „Mei ir" in twee en een half jaar tijds, op den Zuid Atlantischen Oceaan is tot stand gebracht. Deze wetenschappelijke ex peditie werd voorbereid én door de wetenschap én door de marine van het Duitsche Rijk. Het is juist deze nauwe samenwerking geweest, die de expeditie heeft doen slagen. Bij den aanvang van zijn voordracht wijdde spr. een eerbiedig in memoriam aan de na gedachtenis van prof. Alfred Merz, die de expe ditie had voorbereid en ook de leiding op zich had genomen. De reis had een droevig begin, want In Buenos Aires moest die leider wegens ziekte aan wal worden gebracht, waar hij na twee maanden is overleden. De commandant van de „Meteor" dr. Spiess was toen genood zaakt- ook de wetenschappelijke leiding op zich te nemen. Aan de hand van een keurige collectie lan taarnplaatjes heeft kapitein Spiess laten zien hoe de „Meteor" in twee en een half jaar tijds veertien maal den Oceaan heeft doorkruist, bij weer en wind, bij dag en naoht en dat terwijl het vaartuig metende 1200 ton slechts was uit gerust met een oude machine, die neg geen negen mijl per uur liep. Maar desniettegen staande werd door de „Meteor" circa 67.000 mijl afgelegd. Gedurende die twee en een half jaar heeft men op 300 waarnemingsstations stil gelegen om aldaar telkens gedurende tien uren de onderzoekingen te verrichten, die men zich had voorgesteld te doen. Zoo gebeurde het dat midden op den Oceaan moest geankerd worden op een diepte van circa 6000 meter. Dit was echter niet zoo bezwaarlijk, daar men een ankertros had laten vervaardigen van 8 K.M. lengte. Als curiositeit vertelde spr. nog, dat de expeditie op den Zuid-Atlantischen Oceaan gedurende anderhalf jaar geen enkel eéhip was tegengekomen. De bemanning van de „Met-eor" bestond uit 134 man, die ieder hun eigen taak hadden te verrichten. Er waren aan boord geologen, oceanografen, Chemici, meteorologen enz., ter wijl de officieren zich belastten met nautisch- technische opdrachten. De geleerden die aan de expeditie deelnamen hadden vooral tot taak gesteld de studie van de beweging van het water in den geheelen Atlantischen Oceaan; verder de studie van de samenstelling en den vorm van den zeebodem. Ooit de chemische eigenschappen van liet water werden nagegaan en tenslotte werden do verschillende luöbtstroo- mlngen gecontroleerd. Spr. vertelde van de zwijgende pracht van Vuurland, met zijn altijd groene wouden en geweldige gletsehers, liet foto's zien van Kaap Hoorn, van de geweldige ijsbergen, die de expeditie is tegengekomen enz. In het tweede deel van zijn voor-dracht schotste kapitein Spiess de instrumenten, waarmede de verschillende onderzoekingen werden verricht. Aan de hand van eenige kaar ten, als dieptekaarten, stroomkaarten. wolken- kaarten liet spr. eenige bereikte resultaten zien. Het spreekt vanzelf, dat er nog jaren zullen noodig zijn om alle gegevens die de expeditie heeft opgedaan, te verwerken. Tenslotte zeid-e spr. dat deze expeditie niet alleen op wetenschappelijk gebied zeer veel goed-s heeft tot stuud gebracht, maar dat ook het politiek resultaat zeer bevredigend mag worden genoemd. Want overal is de bemanning met de grootste hartelijkheid ontvangen, waar door de banden tusschen vele Duitscher3. die reeds jaren hun vaderland hadden verlaten, met hun landgenoote-n weer nauwer werden aange haald. De heer G. Voorhoeve van de Ned.-Duitsche Vereeniging heeft kapitein Spiess dank gezegd voer zijn interessante voordracht. ONGEVALLEN. De 5-jarige F. C. uit de Wamoezierstraat ia o-p den Goudsche Rijweg door een auto aan gereden. Het ventje brak zijn rechterbeen en werd naai' het ziekenhuis aan den Coalsinge! overgebracht. De 65-jarige mej. T. C. S. M. wonende in de Crispijnlaan is in de Aert van Nesstraat door een auto aangereden. Zij brak beide beeneu en werd in zorgwekkenden toestand in het ziekenhuis aan den Coolsingel opgeno men. De 12-jarige A. B. uit de Sophiastraat is op het ijs van den Boezemsingel uitgegleden. Door een lid van de E. H. B. O. werd hij naar huis gebracht, waar een beenbreuk werd ge constateerd, zoodat overbrenging naar het ziekenhuis aau den Bergweg noodzakelijk bleek. BRANDJES. Onder leiding van hoofdman Driebeek heb ben gasten van spuit 26 gisterenavond een kamerbrand gebluscht ten huize van den heer Boutsma in de Witte de Wit-hstraat 68. De kamer brandde gedeeltelijk uit. De spuiten 27, 21, 23, 25 en 24 kwamen ter plaatse. Gisterenavond laat hebben gasten van spuit 23 een straatbrandje gebluecht dat in een aantal zakken meel opgeslagen op den wal van de Scheepmakershaven door onbekende oorzaak ontstaan was. OVER GRAMOFOONMUZIEK Causerie Charles Wolff Diasdagavond heeft de heer Charles Wolff nit Parijs voor leden van den Rotterdamschsn Kring een causerie gehouden over gramo- phoon-muziek en daarbij een aantal deel3 zeer merkwaardige platen uit nagenoeg alle doelen der wereld laten afdraaien. De heer Wolff betoogde, dat de moderne techniek de gramophoon vrijwel vervolmaakt heeft, zoodat zij een reproductie-middel hij uitnemendheid is gewoi-den uit folkloristisch oogpunt. 'De moderne literatuur begeeft zich veelal bulten de landsgrenzen, de gramo- phoonplaat kan geheel authentiek zijn en brengt ons het specifieke van vreemde landen en volken op een buitengewoon gemakkelijke wijze- De gramophoon is voorts van uit nemende waarde voor bet weer hooren van beroemde d-ooden en Is in geen enkel opzicht meer verachtelijk, daar de goede gramophoon- plaat veel juister en zuiverder bet eigene der muziek en van het gesproken woord in alle deelen van de wereld vermag weer te geven, dan welk ander middel ook. Met de goede folkloristische film is de gramophaonpiaat mits niet in 'n studio ver vaardigd, het voortreffelijkste middel om ons buiten de landsgrenzen te voeren. Hierna deed de heer Wolff eenige hoogst interessante negerplaten hooren uit het Zui den van Noord-Amertka en voorts gezongen door de beroemde Fisk Jubilee Singers. Een carnevalsdan® uit Trinid-ad verrukte door rhythme en geestigheid. .Subliem waren de platen uit Catelonië, waar in nog veel van de mlddeleeuwsche melodieën bewaard is gebleven. Ook eenige Romaansch Zwitsersche platen vermochten te boeien, terwijl een Boheemsehe Tziganendans eveneens zeer merkwaardig bleek. Al gerij nsclie en an dere Mohamiuedaansciie muziek, een Mexicaansck orkest, Chineesche en Japansche platen, dit alles werd achtereen volgens afgedraaid, zoodat de toehoorders, ge lukkig telkens- -even kort en duidelijk inge leid, inderdaad zig-zag door de wereld reisden en moeite hadden zich telkens weer te com on troeren. Eenige droefgeestige Maoi'i-liederen en tot slot de weemoed van Hawaii vormden het slot van dezen stellig hoogst Interessanten avond, waarvoor Jhr. de Jonge van Ellemeet den heer Wölff op hartelijke wijze dank zegde. Mogen do vele interessante en dikwijls schoon© platen spoedig in ons land te ver krijgen zijn. KON. NED- AARDR. GENOOTSCHAP. Voordracht van den heer R. Schuiling over Centraal Frankrijk. Dinsdagavond heeft de heer R. Schuiling, uit Deventer, voor de leden van het Kon. Ned. Aard. Genootschap een voordracht gehouden over Centraal Frankrijk, in het bijzonder les Causses. Na een kort mieidingswoord van prof. W. E. Boerman, ving de heer Schuiling zijn lezing aan. Het centraal Plateau van Frankrijk, aan de Noordgrens leunend tegen het Bekken van Parijs, in het Westen begrensd door het Saöne-Rhóne bekken, bestaat grootendeels uit graniet en zijn verwanten. De Z. O. rand, waar van het voornaamste gedeelte bekend staat als de Cevennes, verloopt, opgestuwd door de Py- renëen, Jura en Alpen, regelmatig. Het land schap vertoond het aspect van een terre plaine. Men treft er verschillende kolengebieden aan, zsoals bij St, Etienne en le Creusot, in den ré gel langs de breuklijnen, waaraan het Plateau zeer rijk is. Vanuit Thiers, waar de messen-industrie die van Sheffield naar de kroon steekt, heeft men een verrassend mooi uitzicht over de vlakte en op de Puy de Dome, den bij toeristen welbe kende vulkaan. Van Clermont gaat een vulka nische as naar het Zuiden en een andere naar het Z.-Oosten. In deze vulkanenrij, door de Franschea „chaine de Puy" genoemd, ligt het merkwaardige stadje Le Puy. In de chaine de Puy zie men kraters in overvloed, vooral bij de Puy de D6me. Meertjes ontbreken er ooit niet, waaronder het schilderachtige Lac d'Aydat. Het basaltgesteente vertoont hier en daar de duidelijke basaltzuilen. De heer Schuiling kwam dan tot de bespre king van het bijzondere gebied: les Cansses, dat tot het Juragebied hoort. Het is een hack- landschap, hoewel men er naast veel kach, ook dolomiet aantreft. Aan den Oostkant van het Cansses, aanschouwt men de prachtige ontwik keling van eon onbegrensd dal. Het voornaamste van de Causses is wel dat de waterbeweging geheel ondergronds plaats heeft. Spreker weidde uit over de korstver- sehijnselen, waarin hij tot In details afdaalde. Vervolgens behandelde hij de voornaamste gedeelten van de Causses, nil. de Causses SauvetoiiTes, de Causse de Méjean, de Causae noir en de Causse du Larzac, ieder afzonder lijk. Lichtbeelden verduidelijkten bet gesproken, woord. DE REPRODUCTIE-COMPAGNIE. Bestaat een kwart eeuw Bij gelegenheid van het vijf en twintig jarig bestaan van de Reproductie Compagnie op Vrijdag 22 Februari a.s. is een goed verzorgd gedenkboekje uitgegeven, door den heer J. A. van Wagtendonck, opgedragen aan zijn com pagnon den heer K. Stas. Op 22 Februari van het jaar 1904 werd la de oude Prinsenstraat door den keer K. Sta? een ckemi-gTafiscb bedrijf gevestigd, in samem werking met den reproductie fotograef A. Ni© rop. Daar in die oud© Prinsenstraat op twee bescheiden etage-woningen werd de grondslag gelegd van wat nu, na 25 jaar, is geworden Df Reproduoüe-Compagnie aan de Teilinger straat 81. Ongeveer 2'4 jaar na de oprichting had d( associatie plaats met den huidigen compagnoï den heer J. A. van Wagtendonck. Om het bei drijf op peil te houden werden steeds nieuw/ bronnen aangeboord, teneinde in de behoeft? aan werk te voorzien. In den loop van de afge sloten 25 jaar heeft de Reproductie Compagnie zich een goede reputatie weten te verwerven. Het gedenkboekje, dat beknopt de geschie< denis weergeeft van genoemd bedrijf, is ver lucht met een aantal fraaie foto's. Vrijdag 22 Februari a.s. zullen de jubileerea de firmanten van 2 tot 4 uur reclpteeren Ij Hotel „Centraal" aan de Kruiskade 32.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 2