HET FRANSCH-BELGISCH GEHEIM MILITAIR VERDRAG. Woensdag 27 Februari 1929 Tweede Blad Pagina 1 Verklaringen van Minister Hymans in de Belgische Kamer. t DE STRIJD ROND HET VERDRAG. Beschouwingen der pers in Binnen- en Buitenland. DE NED. GEZANT TE BRUSSEL BI.T MINISTER HIJ MANS. INTERPELLATIES IN HET PARLEMENT VAN BELGIë ONTKENNING DEK ENGELSCHE KEGEERING DE INDRUK IN BINNEN- EN BUITENLAND. BINNENLAND. BUITENLAND. i WONINGBOUW MET RIJKSSTEUN. DE RIJKSWERF TE HELLEVOETSLUIS 4 i' Zoowei de buitenlandaebe pers als de Bel gischeregeering hebben zich uitgesproken over den gepübliceorden tekst van het Fransch-Belgisch verdrag. liet is buitenge woon merkwaardig heit oordeel der ver schillende bladen na te gaan. 7.do schrijft bijv. de „Echo de Paris", een nationalistisch Franseh orgaan: „dat ieder wist, dat de Frnnsche en Belgische Generale Staven sedert 1920 een verdrag hebben gesloten, waarvan de regeeringen te Brussel en te Parijs kennis droegen. Het spreek: vanzelf, dat een dergelijke overeen komst uiteraard geheim moest blijven". Neen, het spreekt heelemaal niet van zelf, dat dergelijke verdragen geheim moesten blijven. De geest van artikel 18 van het vol kenbondsverdrag verzet rich zeker tegen zulke geheime verdragen. De ..Matin", een ander Franseh blad, schrijft, dat de Fransch Belgische overeen komst slechts voorziet in het geval van niot-uitlokten aanval". Prachtig, maar wat is een „niet-uitge- loteto" aanval? Men weet zelfs nog niet eens wat een aanval is! De Franscho pers is werkelijk al even onzeker als de Franscho regeering. Merkwaardig is, dat de Italiaansche pers heelemaal niet twijfelt aan de echtheid der gepubliceerde documenten. Een Romeinsch blad, de „Tribuna", meent, dat de gepubliceer de documenten een lioogen graad van waar schijnlijkheid bezatten. Geheime verdragen worden niet. gesloten met de bedoeling ze te onthullen. Onthullingen worden dus te gengesproken en het. is duidelijk, dat men de waarheid niet te weten zal kornon. Maar in de meeste gevallen geldt niet de waar heid, doch de waarschijnlijkheid. En diie waarschijnlijkheid blijkt ook uit de ongerustheid, die in breede politieke krin gen in Engeland heerscht. Niet minder dan vijf Lagerhuisleden wil len de regeering ondervragen. Z-ij schijnen dus de tegenspraken onvoldoende te vin den en achten zelfs het bestaan van de be weerde Belgisch-En gelsche overeenkomst niet onmogelijk. Als er geen vormelijke Fransch-Eugelsche overeenkomst bestaat, dan is er toch wel een voortdurende samen werking tusschen de hooge legeraanvoerders van Engeland en Frankrijk. De Belgische minister Jaspar heeft in 1923 verklaard, dat het doel was: een Fransch-Engelsch-Belgisch bondgenootscha p. Het Fransch-Belgisch bondgenootschap 13 tot stand gekomen (in 1920) ondanks Vlaam- sche protesten; België werd er genadeloos door overgeleverd aan Frankrijk. Nu moet men wel onderscheiden tusschen het eigenlijk verdrag en zijn uitleg. Dan kan men de verklaringen, pas afgelegd in de Bel gische Kamer, bcoordeelen. De liberale minister Ilyinans, die vlak na den oorlog Nederlandsch grondgebied wilde •inl ij ven, verklaarde: dat 't echt Fransch-Belgisch militair ver- boud uitsluitend tot oogmerk heeft een niet-uitgelokten aanval van Duitsche zijdo. Vervolledigd door de verdragen van Locw- no. -raat het. in het kader van den Volken bond. Dit is ten overvloede bewezen door j een uitwisseling van brieven, waarvan de inhoud door iedereen is gekend. Dat do generale staven van belde landen elkaar i hebben ontmoet, onj over uitvoerende maatregelen overleg te plegen, is logisch, i doch het zou ondenkbaar zijn dat deze staven schikkingen zouden hebben getrof fen die buiten het politiek element van het verdrag zouden treden. Bij deze verklaring dient opgemerkt: le. dat men het oneens is over het. begrip „niet-u it gelokt cn aanval"; 2e. dat. de inhoud van het verdrag niet bekend is gemaakt bij den Volkenbond; 3e. dat de „uitvoerende maatregelen" blijk baar niet onmogelijk voorkomen aan de des kundigen. Het is trouwens klaar als glas, dat deze uitvoerende maatregelen prachtig zijn: als de heerc'ii uit Parijs en Brussel gauw in het hart van het West-Duitschc industrie gebied willen zitten, kunnen ze het niet be ter doen dan volgens het nu gepubliceerde plan. Overigons, men kan Nederlanders niet kwalijk nemen eenig wantrouwen te koeste ren jegens den heer Hymans. De soc.-dem. leider Vaadervelde verklaar de in de Belgische Kamer, dat hij zelf in 1927, minister van bnitenlandsche zaken was en dat hij zeker niet een oorlog tegen drie landen tegelijk wilde voorbereiden. Als er Jets echts in hot document zit, zoo ging hij voort, kan alleen maar worden aangenomen, dat er ergens in een departement een officier ©en fantastisch plan heeft opgemaakt en dit zou zeker de belanghebbende regeeringen niet, binden. Maar op denzelfden dag schrijft de soc.- dem. „Volksgazet" ,dat de generale staven ,van België en Frankrijk het over de uitvoe ring van het gesloten verdrag eens kunnen worden, „buiten de bemoeienis van de re gieringen om". Het kan dus best zijn, dat Vandervelde e. a. kunnen beweren, dat zij niets weten van den uitleg van het verdrag, dat altijd geheim is gehouden, in strijd met art. 18 van hot, Volkenbondsverdrag en juist onder .voorwendsel, „dat de bijzonderheden van zuiver-technischen aard waren". Burgemeester van Cauwelaert. zei: Geen enkel militair verdrag is aan liet parlement, voorgelegd, doch wij kennen het Onze correspondent te Brussel seint 26 Jan.: Do Nederlandache gezant te Brussel, Jhr. Mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer heeft hedenmorgen een bezoek gebracht aan het Ministerie van Buitenlandsche Zaken ten einde- een onderhoud te hebben met Minister Hij mans. Het onderhoud van onzen gezant met Minister Hij mans Een B. T. A.-telegram meldt ons uit Brussel d.d. 26 dezer: Bij het onderhoud, dat de Nederlandache gezant te Brussel met minister Hijmans had naar aanleiding van de publicatie van hat ver drag, heeft minister Hijmans p.m. het volgende verklaard: „Ik heb tegenover don Nederlandsehen ge zant opnieuw mijn dementi herhaald en ik heb den geëerden diplomaat verwezen naar de ver schillende publicaties en de parlementaire ver klaringen. Ik heb tevens van deze gelegenheid gebruik gemaakt, om de aandacht van den Nederlandschen gezant te vestigen op do vijandige campagne, welke sedert ©enigen tijd In zekere Nederlandsehe kringen tegen België worden gevoerd". Geringe belangsteilng in de Kamer Brussel, 26 Februari 1929. Zooals wij reads in een kort telegram hebben gemeld, heeft hedenmiddag de kamer uitspraak gedaan inzake het door „Het Utrechtsen uag- blad" gepubliceerd FransehBelgisch militair verbond. Hoogstens vijftig van de 186 loden waren aanwezig bij dit debat, dat juist anderhalf uur heeft geduurd en waarvoor ook de belangstel ling van de zijde van bet publiek gering was. Deze weinige Interesse is hieraan toe te schrij ven, dat bijna niemand In België aan de echt heid van hot gepubliceerd verdrag gelooft. Verklaring van Minister Hjjmaus De minister van buitenlandsche zaken. Hij. mans,, die het eerst hot woord voerde, begon met plechtig te verklaren, dat 't echt Fransch- Belgisch militair verbond uitsluitend tot oog merk heeft een niet uitgelokten aanval van Duitsche zijde. Vervolledigd door de verdra gen van Locarno, staat het in het leader van den Volkenbond. Dit is ton overvloede bewezen door een uit wisseling van brieven, waarvan de inhoud door iedereen is gekend. Dat de generale staven van belde landen el kaar hebben ontmoet, om over uitvoerende maatregelen overleg te plegen, Is logisch, doeh het zou ondenkbaar zijn, dat deze staven schik kingen zouden hebben getroffen die bulten het politiek element van het verdrag zouden tre den. Er is in het echt verdrag geen spraak, en er zou ook geen spraak kunnen zijn, van Nederland, Spanje, Engeland en Italië. De Utrechtseh© publicatie is een weefsel van leu gens en verzinsels. Het is een valaoh stuk van ongehoorde brutaliteit. De tweede-rangs-krant, die het afdrukte, beeft nooit blijken vau gene genheid voor België gegeven. In naam der Internationale eerlijkheid moet geprotesteerd worden tegen deze publicatie, die er uitsluitend op gericht is, om de atmosfeer te vertroebelen en om*de kiemen van verden- door de mededeelingen van d© regeerde gen. Reeds bij de eerste lezing van de Utrecht- ssche publicatie voelt men met een laster lijk stuk te doen te hebben, dat bovendien vol enormiteiten süaat. Een regeering die een dergelijk verdrag zou hebben ondertee kend, zoude misdadig zijn, en moeten ver volgd worden. Van Cauwelaert onderscheidt niet tus schen verdrag en uitleg: zoo kan liij be weren,, dat geen regeering het ooit zou slui ten. Maar officieel weert de rogeering niets van den uitleg zooals hat parlement niets weet van het verdrag. De bewering, dart de gepubliceerde docu menten „vol enormiteiten" staan, is heele maal niet bewezen. Integendeel, de hoofd- kranit der Engelsche arbeiderspartij gelooft „dat do documenten in hoofdzaak echt zijn". Zij kloppen volkomen mot vroegere berich ten over samenkomsten tusschen Belgische en Franscho generaals: in Mei 1927 én in September 1927 hadden zulken samenkom sten te Brussel plaats. Men weot ook, dat tegen de sluiting van het verdrag felle tegenstand bij Vlamingen ia geweest; de zaak is ook besproken op do bijeenkomst die in Februari 1922 door sociaal-democra ten gehouden werd. De Belgisch tegenspraak vóldoot geens zins; ook Vlamingen hebben dat gevoeld. Wat Nederland mag eischen is: dat België verklaart, wat dan wel is overeengekomen met Frankrijk. klagen te werpen op België, juist op 'n ©ogen blik, dat dit laad mot Nederland goed© relaties onderhoudt. Dat la eén miserabel procédé, lat niet van dien aard Is, om hot internat tonaal vredeswerk vau de pars te bevorderden Het document ia vervaardigd door een mis dadiger. - Zekere activistische kringen gaan voort de HollandBelgische relaties te vertroebelen, om de onderhandelingen in d© war te sturen, die ons nader tot elkaar moeten brengen. Ik spreek den wenaoh uit, dat de Nederlandsehe regeering, te zamen mot ons, d© bedoelde de loyale manoeuvres zou schandvlekken en hun opzet vernietigen. (Toejuichingen op alle ban ken behalve bij de fronters en den commu nist). De debatten Hierna sprak de Antwerpsehe frontafgevaar digde VOS. Ilijmans, zoo zei hij, j8 de man van het an- nexiounisme, die toen ook alles gedementeerd heeft. Hij goochelt met woorden. Delacroix, Vandervelde, aspar en Ilijmans hebben nooit anders gedaan. Wat Hijmans vandaag heeft verklaard wisten wij reeds sedert lang. Wij denkon aan een verraderlijk kluchtspel, waar van do proloog voor het gordijn wordt gezegd, maar waarop het gordijn nooit opengaat. Huys- mans, van Cauwelaert en Poullet hebben dat voldoende gevonden om daarmede hun ver antwoordelijkheid te dekken, doch wij niet. DEBACKER (Fronter) interrumpeert: Van Cauwelaert heeft zoojuist Hijmans weer toege juicht. HUYSMANS: De vaschheid van het stuk en daar komt het Uier op aan blijkt, uit bet stuk zelf. Minister HIJMANS: Zoo is het. VOS trekt dar een parallel met andere mili taire plannen en accoorden, ondermeer het plan-Schlieffen en het Franscb-Russisch ver drag. Dan gaat hij voort: Ik oordeel niet over do authenticiteit van het Ütrechtsch document, doch ik weet, dat zij, het publiceerden de zekerheid hadden, dat het echt was. Minister LIPPENS: Hoe weet gij dat zoo goed? VOS: Het zal de moeilijk vallen de atmosfeer be zuiveren. Men is gewoon geraakt aan Engelsche, Fransche en Belgische dementi's. Gij moot dus pertinenter zijn. Kan het memo- randum-1927 niet afkomstig zijn van aantee- keningen van een of ander generaal, die han delde overeenkomstig uwe politieke inzichten. Spreker eindigde met het Indienen van ©en motie, waarin bevestigd wordt, dat het stuk, zooals het gepubliceerd is geen tracht van overeenkomst heeft, Oud-Minister Vandervelde en van Cauwelaert aan het woord Dan sprak de socialistische OUD-MINISTER VANDERVELDE. Hü noemde de Utrechtsche publicatie een enorme voor den gek houderij. Indien een regoering een dergelijk accoord had durven onderteekenijp, clan zou zij voor een special© rechtbank moeten gedaagd worden en ik daarbij, want ik ken den inhoud van het echte tractaat, doch bet is juist daarom, dat ik er een gerust geweten in heb. Het echt verdrag is een „casus focfleris-tractaat en het kon niets anders zijn- 2ou idioot zijn, om na Locarno aar anders over te beschikken. Ik protesteer tegen de agressieve houding, die men ons tenopzicht© van én ze noorderburen in de schoenen sohuift. I-IIJMANS: Eu wat öc-nkt gij van ons zooge naamd opmarschplan door Hollandsch-Ltm- burg. VANDERVELDE: D;U zon een daad zijn, dtc wij zelf het imperialistische Duitschland hebben verweten. Kan men ©en regeering aan sprakelijk stellen voor gelijk welk militair plan, dat door een of ander officier-Kamer strateeg zou kunnen ontworpen worden. Wij hebben geen geheime inzichten tenopziehte van Hol land, maar er zijn elementen, die vreezen, dat vandaag of morgen Nederland en België In volledige zelfstandigheid ten opzichte van hun eigen belangen tot goede overeenkomsten zou den geraken. Bovendien zijn er ook menseden, die België in het oog van Europa hatelijk wil len maken. Ik concludeer: Het gepubliceerde document ls absoluut valsch. Geen enkele Bel gische regooring zou ooit willen doen, wat men ons daarin tenlaste legt (Toejuichingen). Hierna sprak VAN' CAUWELAERT. Deze zei: Geen enkel militair verdrag is aan het parlement voorgelegd, doch wij kennen het door do mededeelingen van de regeeringen. Sedert Locarno zal hot Fransch-BelgiSCh accoord van zijn belang verloren hebben. Reeds bij de eerst© lezing van de Utiechtsche publicatie voelt men mot een lasterlijk stuk te doen te hebben, dat bovendien vol enormiteiten staat. Een regee ring die een dergelijk verdrag zou hebben on derteekend, zou misdadig zijn, en moeten ver volgd worden. In gewon© omstandigheden zou men met het regeeringsdementi van gisteren kunnen volstaan, thans niet. Een ding spijt mij, namelijk dat de Hollandsche pers zooveel belang aan deze publicatie heeft gehecht. Da Antwerpsehe lib©racl' JORIS: Ja, dut is werkelijk onbegrijpelijk- HUYSMANS: Dat is fle voortzetting yan.de campagne. r, JORIS: Dat komt van Rotterdam. VAN CAUWELAERT gaat voort: De hoofd redacteur van de onbelangrijk© krant in kwestis is een bekend anti-Be'!?. Als morgen de Hol landsche pers na onze verklaringen hier den aftocht zal blazon, zal toch nog niet alles be reikt zijn. Daarom moet voor den triomf der waarheid en voor het prestige der regeering deze het offensief nemen en overgaan tot een grondige enquête. Nog e°ns liet is penibel, dat do doorgaans zoo bezonken Hollandsche pers dit geval zoo tragisch opneemt. Ter eere van de Belgische bladen moet gezegd worden, dat neze de laatste paar jaren geen woord meer hebben geschreven, waardoor de Nederlandsehe opinie tegen België kon worden opgehitst. Deze houding begon haar goeden invloed uit te oefenen op onze relaties. Men heeft deze thans willen vertroebelen en om erger te voorkomen moet het volle licht schijnen. Daarom zonden de Belgische en de Fransche regeeringen de Nederlandsehe moe ben verzoeken een streng onderzoek in te stellen om de waarheid te doen zegevieren (instemmende toejuichingen). Tenslotte sprak nog de communist JACQUE- MOTTE, om te zeggen, dat de kapitalistische landen voortdurend valsche documenten tegen de Sovjets publlceeren en om aan te dringen op afschaffing der geheime diplomatie, in welk verband hij een motie indiende. De moties Vos en Jacquemotte kwamen echter niet in aanmerking, omdat tevoren bij staan en zitten 'n motte van de oudminister Van de Vijvere (Katholiek), Vandervelde (Socialist), en Masson (Liberaal) werd aangenomen, waar bij al de aanwezige leden mét uitzondering van de Fronters en den communist zich aansloten. Bij de verklaringen der regeering, en bij de daarin uitgesproken protesten, eindigde dit debat. Git Londen wordt het volgende gemeld: Het Engelsche ministerie van bnitenlandsche zaken Iaat officieel verklaren, dat aan het ministerie niets -bekend is van de aan Engeland In <!a Nederlandsehe publicaties toegedichte over een komst. Vragen in het Engelsche Lagerhuis Reuter seint ons uit Londen dd. 26 dezer: Ben vijftal leden van het Lagerhuis hebbeu het voornemen te kennen gegeven, dat zij morgen aan Chamberlain vragen zullen -stellen in verband met het gepubliceevde verdrag. De Engelsche gezant te Berlijn weet van niets Men seint -ons u:lt Berlijn d.d. 26 Februari: Van welingelichte zijde wordt medegedeeld, dat door de Engelsche ambassade te Berlijn een verklaring Ls gegeven, waarin gezegd wordt, dat er In 1927 geen EngelschBelgische overeenkomst ls tot stand gekomen. Evenmin hebben er besprekingen tusschen de generale staven van -belde landen plaats gehad. Interpellatie in den Duitschen Rijksdag Het Wolffbure.au seint cms nit Berlijn d.d. 26 dezer: Door de Duitsch-nationale Rijksdagfraetie is een interpellatie ingediend, waarbij de volgen de vragen zijn gesteld: Is de regeering bereid aan de Engelsche, Fransche en Belgische re geeringen Inlichtingen te verzoeken omtrent de juistheid van het gepubliceerde verdrag. Is zij in leder geval bereid t© eisehen, dat de mi litaire overeenkomst van 7 September 1920 en die van 1927 openbaar gemaakt wordt. Is de minister van buitenlandsche zaken De- sloten om niet eerder aan de bijeenkomsten van den Raad van den Volkenbond deel te ne men, vooraleer er volledige opheldering in deze zaak is gekomen? De regceringsverklaringen. Wie, als wij, bet authentieke stuk met eigen oogen gezien heeft, haalt de schouders op over elke mogelijke ontstemming, zegt het ütrechtsch Dagblad. Het neemt de verschillend© regeeringsverklaringen onder de loupe en levert den volgenden commentaar: Eerst dan de Belgische. Et worden mede deelingen In gedaan, die ieder wist. Herinne ringen aan verklaringen, die Belgische mi nisters hebben gegeven. Omtrent de inter pretaties, waar de eigenlijke bedreigingen ln voorkomen, wordt alleen gezegd, dat ze „uiteraard geheim zijn". Ja, maar nu zijn ze niet meer geheim, gelukkig voor Nederland. Een formeel démenti, dat uiteraard in om standigheden als deze reeds wantrouwen wekt, kon niet wankeler zijn geredigeerd dan hetgeen ons van officleele Belgische zijde bereikt. In de Fransche verklaring wordt niet van „valsch© documenten" gesproken, maar alleen van documenten die „apocrief" zouden zijn, hetgeen de mogelijkheid van echtheid insluit. Het Fransche démenti is niet eens lcatego- risch, laat mogelijkheden open. Verder wordt er ln gezegd, dat het geheim militair verdrag slechts voor het geval van een geprovoceer- den oorlog ls gesloten, hetgeen natuurlijk niets zegt, want iedere oorlog kan als gepro voceerd worden beschouwd. Terwijl, ten slotte, verklaard wordt dat sedert 1920 geen andere geheim© overeenkomst tusschen Frankrijk en .België is gesloten. Wij zouden haast zeggen: dat moest er hog bij komen. Maar wij heb ben alleen van de overeenkomst, van '20 ge sproken. De Fransche Regeering zegt het zelfde als wij. Maar de Fransche regeering zwijgt over.... de zaak waar het op aan komt. de interpretaties. Ten slotte: de Britsclie regeering. Zij laat officieel verklaren, dat in het Ministerie niets bekend is van d© aan Engeland in de Nederlandsehe publicaties, toegedichte over eenkomsten. Zooals uit onze publicatie blijkt is er geen sprake van overeenkomsten van Engeland, maar van een© overeenkomst vermeid In art. I en art. V van de interpre tatie, die van 7 Juli 1927, die, naar wij weten, nog niet door Engeland is geratificeerd. Klopt dus de Briteche verklaring eenerzijds niet met onze publicatie, anderzijds is het slechts zijdelings betrokken zijn van Enge land Ih de quaestl© aan ons bekend. De waterwegen en 't uitlokken van een aanval Dat er een FransehBelgische overeenkomst bestond, was bekend, alleen de inhoud ervan is geheim gehouden. Maar het bestaan van een BelgischEngalsoh tractaat ls nieuw en de gevolgtrekkingen, welke de generale staven ©ruit getrokken hebben, bevatten voor ons, al dus de Gelderlander zacht gesproken, zeer onaangename verrassingen. Daarop ver volgt het Nijmcegscbe orgaan; Wat echter een nabije dreiging schijnt, is de meening der militaire heeren, dat de onderhandelingen tusschen Nederland en België maatregelen op het gebied dor water wegen zouden kunnen uitlokken, welke bon den beschouwd worden als een agressie. Hier moot vooral gelet worden op het feit, dat dit een meening is van de generale staven, waardoor do Regeeringen niet aan sprakelijk mogen gestold worden. Wat bedoelt men met maatregelen op het gebied van waterwegen, well:©.als een agres sie konden worden beschouwd Ilier is een veld van veronderstellingen hetwelk gevaarlijk i som te betreden. Ecu mededecling van ,,De Soir" Een B. T, A.-telegram uit Brussel meldt d.d. 26 deezr; De „Soir" veronderstelt, dat de gepubliceerd© tekst dezelfde is als die, welke haar een jaar geleden wend aangeboden en door haar toen gewelgeid is. Het document zou volgens het blad verkocht zijn aan een rijk© invloedrijk© Hollandsche groep, welke het voor veririeringa- doeleInden wild© gebruiken. De bezitter van het document was een bekende fronter, di« tel kens tusschen België en Nederland op en neer reist, hetgeen niet onopgemerkt ls gebleven. De Fransche Pets. Uit Parijs worden de volgende persstemmen geméld De Echo de Paris verklaart, dat ieder monsc-h wist, dat de Fransche en Belgische Generale Staven sedert 1920 een definitief ver drag hebben gesloten, waarvan de regeeringen, te Brussel en te Parijs kennis droegen. Het spreekt vanzelf dat een dergelijke overeen komst uiteraard geheim moest blijven. Van tijd tot tijd overlegden de Fransche en Belgische staven, hoe de overeenkom,**, van 1920 uitge voerd diende te worden. I)e Duitsche pers. Alle Berlijnsohe bladen wijden groote aan dacht aan de publicatie van het „U. D."', Het Wolff-bureau geeft de volgende persstemmen: De Germania vraagt of het verdrag soms een onderdeel is van do Franscho militaire po litiek met zijn gevolgstaten Polen, Roemenië, Zuid-Slavië en Tsjecho-Slowakië. Hoe het ook zij, wij zien in de herhaalde reizen van Fran sche generaals als Lerond, naar Oostelijke landen, uit de reorganisatie der legers daar, dat de Parijsche generale staf een gevaarlijke bedrijvigheid ontwikkelt. Do Vorwarts zegt, dat het onmogelijk zoo door kan gaan dat Frankrijk en België met de eene hand Duitschland vriendschappelijk de hand schudden, doch met de andere hand een revolver richten tegen hetzelfde Dnitsch- lamd. HET BELGISCH KROONPRINSELIJK j ECHTPAAR IN INDIë Uit Brussel wordt gemeld: De „Etoüo Beige" meent te weten, dat de reis van den Belgischen kroonprins en prinses Astrid in Nederlandsch-Inddë, in verband met de „hatalijke" campagne tegen België, zal worden verkort. Wat bedoelt de model-verordening? VRAGEN AAN DEN MINISTER VAN ARBEID Door den heer van den Bergh was gevraagd aan den minister van Arbeid H. en N., of deze kon mededeelen tot welke resultaten het door hem ln de vergadering van de Tweede Kamer op 23 November j.l. toegezegde onderzoek heeft geleid, betreffende de vraag, in hoeverre tekst en geschiedenis van art. 38, lid 4, van de Wo. ningwet aantoonen, dat de bekende, bij de „AI- gemeene Voorwaarden betreffende den bouw van woningen met Rijkssteun" gevoegde model verordening, als in strijd met de wet moet worden beschouwd Minister Slotemaker de Bruine heeft hierop als volgt geantwoord: Art. 38, 4de lid, regelt een speciaal geval, n.I. dat de gemeente niet voldoende in staat is de volkshuisvesting ter plaatse behoorlijk te ver zorgen. Blijkens de toelichting was vooral go- dacht aan kleine gemeenten in een snel op bloeiende Industriestreek. Het Rijk kan alsdan, bij zijn geldelijken steun, ln afwijking van den regel, de gemeente voorbijgaan; ln verband daarmede wordt bepaald, dat bepalingen ln da gemeentelijke bouwverordening, die met ge steunde plannen in strijd zijn, met betrekking tot die plannen als niet geschreven behooren te worden beschouwd. Geheel anders ligt echter het geval, waarop de model-verordening doelt. Immers, er zal dan gebouwd worden volgens een door den raad vastgestelde en door Gedeputeerde Staten goed gekeurde verordening. Van afwijking van de •geldende plaatselijke verordening ls dus geen sprake en een vergelijking met het bepaalde bij artikel 38, 4de lid, der Woningwet gaat derhalve niet op. De ondergeteekende heeft dan ook geen strijd met die wetsbepaling kunnen ontdekken. EEN NADER ONDERZOEK WORDT INGESTELD De Tweed© Kamer heeft met 37 tegen 2ü stemmen aangonomen de motle-Hiematra strek kende tot het Instellen van een nader onder* zoek ta.v. de opheffing van de werf te Helle- Toetsluis. Tegen stemden do Katholieken, be halve de heer v, d. Bilt en de Vrijz.-Demo- craton. ONTROUWE POSTBEAMBTE. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroor deelde den besteller II. H. T. te Belfeld, wegens verduistering van ƒ89.35, tot 1 Jaar gevangenis straf voorwaardelijk.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5