HET FRANSCH-BELGISCH GEHEIM
MILITAIR VERDRAG.
Woensdag 27 Februari 1929
Tweede Blad
Pagina 1
Verklaringen van Minister Hymans in de
Belgische Kamer.
t DE STRIJD ROND
HET VERDRAG.
Beschouwingen der pers in Binnen- en Buitenland.
DE NED. GEZANT TE BRUSSEL BI.T
MINISTER HIJ MANS.
INTERPELLATIES IN HET
PARLEMENT VAN BELGIë
ONTKENNING DEK ENGELSCHE
KEGEERING
DE INDRUK IN BINNEN- EN
BUITENLAND.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
i
WONINGBOUW MET RIJKSSTEUN.
DE RIJKSWERF
TE HELLEVOETSLUIS 4
i' Zoowei de buitenlandaebe pers als de Bel
gischeregeering hebben zich uitgesproken
over den gepübliceorden tekst van het
Fransch-Belgisch verdrag. liet is buitenge
woon merkwaardig heit oordeel der ver
schillende bladen na te gaan.
7.do schrijft bijv. de „Echo de Paris",
een nationalistisch Franseh orgaan: „dat
ieder wist, dat de Frnnsche en Belgische
Generale Staven sedert 1920 een verdrag
hebben gesloten, waarvan de regeeringen te
Brussel en te Parijs kennis droegen. Het
spreek: vanzelf, dat een dergelijke overeen
komst uiteraard geheim moest blijven".
Neen, het spreekt heelemaal niet van zelf,
dat dergelijke verdragen geheim moesten
blijven. De geest van artikel 18 van het vol
kenbondsverdrag verzet rich zeker tegen
zulke geheime verdragen.
De ..Matin", een ander Franseh blad,
schrijft, dat de Fransch Belgische overeen
komst slechts voorziet in het geval van
niot-uitlokten aanval".
Prachtig, maar wat is een „niet-uitge-
loteto" aanval? Men weet zelfs nog niet
eens wat een aanval is!
De Franscho pers is werkelijk al even
onzeker als de Franscho regeering.
Merkwaardig is, dat de Italiaansche pers
heelemaal niet twijfelt aan de echtheid der
gepubliceerde documenten. Een Romeinsch
blad, de „Tribuna", meent, dat de gepubliceer
de documenten een lioogen graad van waar
schijnlijkheid bezatten. Geheime verdragen
worden niet. gesloten met de bedoeling ze
te onthullen. Onthullingen worden dus te
gengesproken en het. is duidelijk, dat men
de waarheid niet te weten zal kornon. Maar
in de meeste gevallen geldt niet de waar
heid, doch de waarschijnlijkheid.
En diie waarschijnlijkheid blijkt ook uit
de ongerustheid, die in breede politieke krin
gen in Engeland heerscht.
Niet minder dan vijf Lagerhuisleden wil
len de regeering ondervragen. Z-ij schijnen
dus de tegenspraken onvoldoende te vin
den en achten zelfs het bestaan van de be
weerde Belgisch-En gelsche overeenkomst
niet onmogelijk. Als er geen vormelijke
Fransch-Eugelsche overeenkomst bestaat,
dan is er toch wel een voortdurende samen
werking tusschen de hooge legeraanvoerders
van Engeland en Frankrijk.
De Belgische minister Jaspar heeft in
1923 verklaard, dat het doel was: een
Fransch-Engelsch-Belgisch bondgenootscha p.
Het Fransch-Belgisch bondgenootschap 13
tot stand gekomen (in 1920) ondanks Vlaam-
sche protesten; België werd er genadeloos
door overgeleverd aan Frankrijk.
Nu moet men wel onderscheiden tusschen
het eigenlijk verdrag en zijn uitleg. Dan kan
men de verklaringen, pas afgelegd in de Bel
gische Kamer, bcoordeelen.
De liberale minister Ilyinans, die vlak na
den oorlog Nederlandsch grondgebied wilde
•inl ij ven, verklaarde:
dat 't echt Fransch-Belgisch militair ver-
boud uitsluitend tot oogmerk heeft een
niet-uitgelokten aanval van Duitsche zijdo.
Vervolledigd door de verdragen van Locw-
no. -raat het. in het kader van den Volken
bond. Dit is ten overvloede bewezen door
j een uitwisseling van brieven, waarvan de
inhoud door iedereen is gekend. Dat do
generale staven van belde landen elkaar
i hebben ontmoet, onj over uitvoerende
maatregelen overleg te plegen, is logisch,
i doch het zou ondenkbaar zijn dat deze
staven schikkingen zouden hebben getrof
fen die buiten het politiek element van
het verdrag zouden treden.
Bij deze verklaring dient opgemerkt:
le. dat men het oneens is over het. begrip
„niet-u it gelokt cn aanval";
2e. dat. de inhoud van het verdrag niet
bekend is gemaakt bij den Volkenbond;
3e. dat de „uitvoerende maatregelen" blijk
baar niet onmogelijk voorkomen aan de des
kundigen.
Het is trouwens klaar als glas, dat deze
uitvoerende maatregelen prachtig zijn: als
de heerc'ii uit Parijs en Brussel gauw in
het hart van het West-Duitschc industrie
gebied willen zitten, kunnen ze het niet be
ter doen dan volgens het nu gepubliceerde
plan.
Overigons, men kan Nederlanders niet
kwalijk nemen eenig wantrouwen te koeste
ren jegens den heer Hymans.
De soc.-dem. leider Vaadervelde verklaar
de in de Belgische Kamer, dat hij zelf in
1927, minister van bnitenlandsche zaken was
en dat hij zeker niet een oorlog tegen drie
landen tegelijk wilde voorbereiden. Als er
Jets echts in hot document zit, zoo ging hij
voort, kan alleen maar worden aangenomen,
dat er ergens in een departement een officier
©en fantastisch plan heeft opgemaakt en dit
zou zeker de belanghebbende regeeringen
niet, binden.
Maar op denzelfden dag schrijft de soc.-
dem. „Volksgazet" ,dat de generale staven
,van België en Frankrijk het over de uitvoe
ring van het gesloten verdrag eens kunnen
worden, „buiten de bemoeienis van de re
gieringen om".
Het kan dus best zijn, dat Vandervelde
e. a. kunnen beweren, dat zij niets weten
van den uitleg van het verdrag, dat altijd
geheim is gehouden, in strijd met art. 18 van
hot, Volkenbondsverdrag en juist onder
.voorwendsel, „dat de bijzonderheden van
zuiver-technischen aard waren".
Burgemeester van Cauwelaert. zei:
Geen enkel militair verdrag is aan liet
parlement, voorgelegd, doch wij kennen het
Onze correspondent te Brussel seint 26 Jan.:
Do Nederlandache gezant te Brussel, Jhr.
Mr. O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer heeft
hedenmorgen een bezoek gebracht aan het
Ministerie van Buitenlandsche Zaken ten einde-
een onderhoud te hebben met Minister Hij
mans.
Het onderhoud van onzen gezant met
Minister Hij mans
Een B. T. A.-telegram meldt ons uit Brussel
d.d. 26 dezer:
Bij het onderhoud, dat de Nederlandache
gezant te Brussel met minister Hijmans had
naar aanleiding van de publicatie van hat ver
drag, heeft minister Hijmans p.m. het volgende
verklaard:
„Ik heb tegenover don Nederlandsehen ge
zant opnieuw mijn dementi herhaald en ik heb
den geëerden diplomaat verwezen naar de ver
schillende publicaties en de parlementaire ver
klaringen. Ik heb tevens van deze gelegenheid
gebruik gemaakt, om de aandacht van den
Nederlandschen gezant te vestigen op do
vijandige campagne, welke sedert ©enigen tijd
In zekere Nederlandsehe kringen tegen België
worden gevoerd".
Geringe belangsteilng in de Kamer
Brussel, 26 Februari 1929.
Zooals wij reads in een kort telegram hebben
gemeld, heeft hedenmiddag de kamer uitspraak
gedaan inzake het door „Het Utrechtsen uag-
blad" gepubliceerd FransehBelgisch militair
verbond.
Hoogstens vijftig van de 186 loden waren
aanwezig bij dit debat, dat juist anderhalf uur
heeft geduurd en waarvoor ook de belangstel
ling van de zijde van bet publiek gering was.
Deze weinige Interesse is hieraan toe te schrij
ven, dat bijna niemand In België aan de echt
heid van hot gepubliceerd verdrag gelooft.
Verklaring van Minister Hjjmaus
De minister van buitenlandsche zaken. Hij.
mans,, die het eerst hot woord voerde, begon
met plechtig te verklaren, dat 't echt Fransch-
Belgisch militair verbond uitsluitend tot oog
merk heeft een niet uitgelokten aanval van
Duitsche zijde. Vervolledigd door de verdra
gen van Locarno, staat het in het leader van
den Volkenbond.
Dit is ton overvloede bewezen door een uit
wisseling van brieven, waarvan de inhoud door
iedereen is gekend.
Dat de generale staven van belde landen el
kaar hebben ontmoet, om over uitvoerende
maatregelen overleg te plegen, Is logisch, doeh
het zou ondenkbaar zijn, dat deze staven schik
kingen zouden hebben getroffen die bulten het
politiek element van het verdrag zouden tre
den. Er is in het echt verdrag geen spraak,
en er zou ook geen spraak kunnen zijn, van
Nederland, Spanje, Engeland en Italië. De
Utrechtseh© publicatie is een weefsel van leu
gens en verzinsels. Het is een valaoh stuk van
ongehoorde brutaliteit. De tweede-rangs-krant,
die het afdrukte, beeft nooit blijken vau gene
genheid voor België gegeven.
In naam der Internationale eerlijkheid moet
geprotesteerd worden tegen deze publicatie, die
er uitsluitend op gericht is, om de atmosfeer
te vertroebelen en om*de kiemen van verden-
door de mededeelingen van d© regeerde gen.
Reeds bij de eerste lezing van de Utrecht-
ssche publicatie voelt men met een laster
lijk stuk te doen te hebben, dat bovendien
vol enormiteiten süaat. Een regeering die
een dergelijk verdrag zou hebben ondertee
kend, zoude misdadig zijn, en moeten ver
volgd worden.
Van Cauwelaert onderscheidt niet tus
schen verdrag en uitleg: zoo kan liij be
weren,, dat geen regeering het ooit zou slui
ten. Maar officieel weert de rogeering
niets van den uitleg zooals hat parlement
niets weet van het verdrag.
De bewering, dart de gepubliceerde docu
menten „vol enormiteiten" staan, is heele
maal niet bewezen. Integendeel, de hoofd-
kranit der Engelsche arbeiderspartij gelooft
„dat do documenten in hoofdzaak echt zijn".
Zij kloppen volkomen mot vroegere berich
ten over samenkomsten tusschen Belgische
en Franscho generaals: in Mei 1927 én in
September 1927 hadden zulken samenkom
sten te Brussel plaats. Men weot ook, dat
tegen de sluiting van het verdrag felle
tegenstand bij Vlamingen ia geweest; de
zaak is ook besproken op do bijeenkomst
die in Februari 1922 door sociaal-democra
ten gehouden werd.
De Belgisch tegenspraak vóldoot geens
zins; ook Vlamingen hebben dat gevoeld.
Wat Nederland mag eischen is: dat België
verklaart, wat dan wel is overeengekomen
met Frankrijk.
klagen te werpen op België, juist op 'n ©ogen
blik, dat dit laad mot Nederland goed© relaties
onderhoudt. Dat la eén miserabel procédé, lat
niet van dien aard Is, om hot internat tonaal
vredeswerk vau de pars te bevorderden
Het document ia vervaardigd door een mis
dadiger. -
Zekere activistische kringen gaan voort de
HollandBelgische relaties te vertroebelen,
om de onderhandelingen in d© war te sturen,
die ons nader tot elkaar moeten brengen. Ik
spreek den wenaoh uit, dat de Nederlandsehe
regeering, te zamen mot ons, d© bedoelde de
loyale manoeuvres zou schandvlekken en hun
opzet vernietigen. (Toejuichingen op alle ban
ken behalve bij de fronters en den commu
nist).
De debatten
Hierna sprak de Antwerpsehe frontafgevaar
digde VOS.
Ilijmans, zoo zei hij, j8 de man van het an-
nexiounisme, die toen ook alles gedementeerd
heeft. Hij goochelt met woorden. Delacroix,
Vandervelde, aspar en Ilijmans hebben nooit
anders gedaan. Wat Hijmans vandaag heeft
verklaard wisten wij reeds sedert lang. Wij
denkon aan een verraderlijk kluchtspel, waar
van do proloog voor het gordijn wordt gezegd,
maar waarop het gordijn nooit opengaat. Huys-
mans, van Cauwelaert en Poullet hebben dat
voldoende gevonden om daarmede hun ver
antwoordelijkheid te dekken, doch wij niet.
DEBACKER (Fronter) interrumpeert: Van
Cauwelaert heeft zoojuist Hijmans weer toege
juicht.
HUYSMANS: De vaschheid van het stuk en
daar komt het Uier op aan blijkt, uit bet stuk
zelf.
Minister HIJMANS: Zoo is het.
VOS trekt dar een parallel met andere mili
taire plannen en accoorden, ondermeer het
plan-Schlieffen en het Franscb-Russisch ver
drag. Dan gaat hij voort: Ik oordeel niet over
do authenticiteit van het Ütrechtsch document,
doch ik weet, dat zij, het publiceerden de
zekerheid hadden, dat het echt was.
Minister LIPPENS: Hoe weet gij dat zoo
goed?
VOS: Het zal de moeilijk vallen de
atmosfeer be zuiveren. Men is gewoon geraakt
aan Engelsche, Fransche en Belgische dementi's.
Gij moot dus pertinenter zijn. Kan het memo-
randum-1927 niet afkomstig zijn van aantee-
keningen van een of ander generaal, die han
delde overeenkomstig uwe politieke inzichten.
Spreker eindigde met het Indienen van ©en
motie, waarin bevestigd wordt, dat het stuk,
zooals het gepubliceerd is geen tracht van
overeenkomst heeft,
Oud-Minister Vandervelde en van Cauwelaert
aan het woord
Dan sprak de socialistische OUD-MINISTER
VANDERVELDE. Hü noemde de Utrechtsche
publicatie een enorme voor den gek houderij.
Indien een regoering een dergelijk accoord had
durven onderteekenijp, clan zou zij voor een
special© rechtbank moeten gedaagd worden en
ik daarbij, want ik ken den inhoud van het
echte tractaat, doch bet is juist daarom, dat
ik er een gerust geweten in heb. Het echt
verdrag is een „casus focfleris-tractaat en het
kon niets anders zijn- 2ou idioot zijn, om
na Locarno aar anders over te beschikken. Ik
protesteer tegen de agressieve houding, die men
ons tenopzicht© van én ze noorderburen in de
schoenen sohuift.
I-IIJMANS: Eu wat öc-nkt gij van ons zooge
naamd opmarschplan door Hollandsch-Ltm-
burg.
VANDERVELDE: D;U zon een daad zijn,
dtc wij zelf het imperialistische Duitschland
hebben verweten. Kan men ©en regeering aan
sprakelijk stellen voor gelijk welk militair plan,
dat door een of ander officier-Kamer strateeg
zou kunnen ontworpen worden. Wij hebben
geen geheime inzichten tenopziehte van Hol
land, maar er zijn elementen, die vreezen, dat
vandaag of morgen Nederland en België In
volledige zelfstandigheid ten opzichte van hun
eigen belangen tot goede overeenkomsten zou
den geraken. Bovendien zijn er ook menseden,
die België in het oog van Europa hatelijk wil
len maken. Ik concludeer: Het gepubliceerde
document ls absoluut valsch. Geen enkele Bel
gische regooring zou ooit willen doen, wat men
ons daarin tenlaste legt (Toejuichingen).
Hierna sprak VAN' CAUWELAERT. Deze
zei: Geen enkel militair verdrag is aan het
parlement voorgelegd, doch wij kennen het door
do mededeelingen van de regeeringen. Sedert
Locarno zal hot Fransch-BelgiSCh accoord van
zijn belang verloren hebben. Reeds bij de eerst©
lezing van de Utiechtsche publicatie voelt men
mot een lasterlijk stuk te doen te hebben, dat
bovendien vol enormiteiten staat. Een regee
ring die een dergelijk verdrag zou hebben on
derteekend, zou misdadig zijn, en moeten ver
volgd worden. In gewon© omstandigheden zou
men met het regeeringsdementi van gisteren
kunnen volstaan, thans niet. Een ding spijt
mij, namelijk dat de Hollandsche pers zooveel
belang aan deze publicatie heeft gehecht.
Da Antwerpsehe lib©racl' JORIS: Ja, dut is
werkelijk onbegrijpelijk-
HUYSMANS: Dat is fle voortzetting yan.de
campagne. r,
JORIS: Dat komt van Rotterdam.
VAN CAUWELAERT gaat voort: De hoofd
redacteur van de onbelangrijk© krant in kwestis
is een bekend anti-Be'!?. Als morgen de Hol
landsche pers na onze verklaringen hier den
aftocht zal blazon, zal toch nog niet alles be
reikt zijn. Daarom moet voor den triomf der
waarheid en voor het prestige der regeering
deze het offensief nemen en overgaan tot een
grondige enquête. Nog e°ns liet is penibel, dat
do doorgaans zoo bezonken Hollandsche pers
dit geval zoo tragisch opneemt. Ter eere van
de Belgische bladen moet gezegd worden, dat
neze de laatste paar jaren geen woord meer
hebben geschreven, waardoor de Nederlandsehe
opinie tegen België kon worden opgehitst. Deze
houding begon haar goeden invloed uit te
oefenen op onze relaties. Men heeft deze thans
willen vertroebelen en om erger te voorkomen
moet het volle licht schijnen. Daarom zonden
de Belgische en de Fransche regeeringen de
Nederlandsehe moe ben verzoeken een streng
onderzoek in te stellen om de waarheid te doen
zegevieren (instemmende toejuichingen).
Tenslotte sprak nog de communist JACQUE-
MOTTE, om te zeggen, dat de kapitalistische
landen voortdurend valsche documenten tegen
de Sovjets publlceeren en om aan te dringen
op afschaffing der geheime diplomatie, in welk
verband hij een motie indiende.
De moties Vos en Jacquemotte kwamen echter
niet in aanmerking, omdat tevoren bij staan
en zitten 'n motte van de oudminister Van de
Vijvere (Katholiek), Vandervelde (Socialist),
en Masson (Liberaal) werd aangenomen, waar
bij al de aanwezige leden mét uitzondering van
de Fronters en den communist zich aansloten.
Bij de verklaringen der regeering, en bij de
daarin uitgesproken protesten, eindigde dit
debat.
Git Londen wordt het volgende gemeld:
Het Engelsche ministerie van bnitenlandsche
zaken Iaat officieel verklaren, dat aan het
ministerie niets -bekend is van de aan Engeland
In <!a Nederlandsehe publicaties toegedichte
over een komst.
Vragen in het Engelsche Lagerhuis
Reuter seint ons uit Londen dd. 26 dezer:
Ben vijftal leden van het Lagerhuis hebbeu
het voornemen te kennen gegeven, dat zij
morgen aan Chamberlain vragen zullen -stellen
in verband met het gepubliceevde verdrag.
De Engelsche gezant te Berlijn weet van niets
Men seint -ons u:lt Berlijn d.d. 26 Februari:
Van welingelichte zijde wordt medegedeeld,
dat door de Engelsche ambassade te Berlijn
een verklaring Ls gegeven, waarin gezegd
wordt, dat er In 1927 geen EngelschBelgische
overeenkomst ls tot stand gekomen. Evenmin
hebben er besprekingen tusschen de generale
staven van -belde landen plaats gehad.
Interpellatie in den Duitschen Rijksdag
Het Wolffbure.au seint cms nit Berlijn d.d. 26
dezer:
Door de Duitsch-nationale Rijksdagfraetie is
een interpellatie ingediend, waarbij de volgen
de vragen zijn gesteld: Is de regeering bereid
aan de Engelsche, Fransche en Belgische re
geeringen Inlichtingen te verzoeken omtrent
de juistheid van het gepubliceerde verdrag. Is
zij in leder geval bereid t© eisehen, dat de mi
litaire overeenkomst van 7 September 1920
en die van 1927 openbaar gemaakt wordt.
Is de minister van buitenlandsche zaken De-
sloten om niet eerder aan de bijeenkomsten
van den Raad van den Volkenbond deel te ne
men, vooraleer er volledige opheldering in deze
zaak is gekomen?
De regceringsverklaringen.
Wie, als wij, bet authentieke stuk met eigen
oogen gezien heeft, haalt de schouders op
over elke mogelijke ontstemming, zegt het
ütrechtsch Dagblad. Het neemt de
verschillend© regeeringsverklaringen onder de
loupe en levert den volgenden commentaar:
Eerst dan de Belgische. Et worden mede
deelingen In gedaan, die ieder wist. Herinne
ringen aan verklaringen, die Belgische mi
nisters hebben gegeven. Omtrent de inter
pretaties, waar de eigenlijke bedreigingen ln
voorkomen, wordt alleen gezegd, dat ze
„uiteraard geheim zijn". Ja, maar nu zijn ze
niet meer geheim, gelukkig voor Nederland.
Een formeel démenti, dat uiteraard in om
standigheden als deze reeds wantrouwen
wekt, kon niet wankeler zijn geredigeerd
dan hetgeen ons van officleele Belgische zijde
bereikt.
In de Fransche verklaring wordt niet van
„valsch© documenten" gesproken, maar alleen
van documenten die „apocrief" zouden zijn,
hetgeen de mogelijkheid van echtheid insluit.
Het Fransche démenti is niet eens lcatego-
risch, laat mogelijkheden open. Verder wordt
er ln gezegd, dat het geheim militair verdrag
slechts voor het geval van een geprovoceer-
den oorlog ls gesloten, hetgeen natuurlijk
niets zegt, want iedere oorlog kan als gepro
voceerd worden beschouwd. Terwijl, ten slotte,
verklaard wordt dat sedert 1920 geen andere
geheim© overeenkomst tusschen Frankrijk en
.België is gesloten. Wij zouden haast zeggen:
dat moest er hog bij komen. Maar wij heb
ben alleen van de overeenkomst, van '20 ge
sproken. De Fransche Regeering zegt het
zelfde als wij. Maar de Fransche regeering
zwijgt over.... de zaak waar het op aan
komt. de interpretaties.
Ten slotte: de Britsclie regeering. Zij laat
officieel verklaren, dat in het Ministerie
niets bekend is van d© aan Engeland in de
Nederlandsehe publicaties, toegedichte over
eenkomsten. Zooals uit onze publicatie blijkt
is er geen sprake van overeenkomsten van
Engeland, maar van een© overeenkomst
vermeid In art. I en art. V van de interpre
tatie, die van 7 Juli 1927, die, naar wij weten,
nog niet door Engeland is geratificeerd.
Klopt dus de Briteche verklaring eenerzijds
niet met onze publicatie, anderzijds is het
slechts zijdelings betrokken zijn van Enge
land Ih de quaestl© aan ons bekend.
De waterwegen en 't uitlokken
van een aanval
Dat er een FransehBelgische overeenkomst
bestond, was bekend, alleen de inhoud ervan
is geheim gehouden. Maar het bestaan van een
BelgischEngalsoh tractaat ls nieuw en de
gevolgtrekkingen, welke de generale staven
©ruit getrokken hebben, bevatten voor ons, al
dus de Gelderlander zacht gesproken,
zeer onaangename verrassingen. Daarop ver
volgt het Nijmcegscbe orgaan;
Wat echter een nabije dreiging schijnt, is
de meening der militaire heeren, dat de
onderhandelingen tusschen Nederland en
België maatregelen op het gebied dor water
wegen zouden kunnen uitlokken, welke bon
den beschouwd worden als een agressie.
Hier moot vooral gelet worden op het
feit, dat dit een meening is van de generale
staven, waardoor do Regeeringen niet aan
sprakelijk mogen gestold worden.
Wat bedoelt men met maatregelen op het
gebied van waterwegen, well:©.als een agres
sie konden worden beschouwd
Ilier is een veld van veronderstellingen
hetwelk gevaarlijk i som te betreden.
Ecu mededecling van ,,De Soir"
Een B. T, A.-telegram uit Brussel meldt d.d.
26 deezr;
De „Soir" veronderstelt, dat de gepubliceerd©
tekst dezelfde is als die, welke haar een jaar
geleden wend aangeboden en door haar toen
gewelgeid is. Het document zou volgens het
blad verkocht zijn aan een rijk© invloedrijk©
Hollandsche groep, welke het voor veririeringa-
doeleInden wild© gebruiken. De bezitter van
het document was een bekende fronter, di« tel
kens tusschen België en Nederland op en neer
reist, hetgeen niet onopgemerkt ls gebleven.
De Fransche Pets.
Uit Parijs worden de volgende persstemmen
geméld
De Echo de Paris verklaart, dat ieder
monsc-h wist, dat de Fransche en Belgische
Generale Staven sedert 1920 een definitief ver
drag hebben gesloten, waarvan de regeeringen,
te Brussel en te Parijs kennis droegen. Het
spreekt vanzelf dat een dergelijke overeen
komst uiteraard geheim moest blijven. Van tijd
tot tijd overlegden de Fransche en Belgische
staven, hoe de overeenkom,**, van 1920 uitge
voerd diende te worden.
I)e Duitsche pers.
Alle Berlijnsohe bladen wijden groote aan
dacht aan de publicatie van het „U. D."', Het
Wolff-bureau geeft de volgende persstemmen:
De Germania vraagt of het verdrag soms
een onderdeel is van do Franscho militaire po
litiek met zijn gevolgstaten Polen, Roemenië,
Zuid-Slavië en Tsjecho-Slowakië. Hoe het ook
zij, wij zien in de herhaalde reizen van Fran
sche generaals als Lerond, naar Oostelijke
landen, uit de reorganisatie der legers daar,
dat de Parijsche generale staf een gevaarlijke
bedrijvigheid ontwikkelt.
Do Vorwarts zegt, dat het onmogelijk zoo
door kan gaan dat Frankrijk en België met
de eene hand Duitschland vriendschappelijk
de hand schudden, doch met de andere hand
een revolver richten tegen hetzelfde Dnitsch-
lamd.
HET BELGISCH KROONPRINSELIJK j
ECHTPAAR IN INDIë
Uit Brussel wordt gemeld:
De „Etoüo Beige" meent te weten, dat de
reis van den Belgischen kroonprins en prinses
Astrid in Nederlandsch-Inddë, in verband met
de „hatalijke" campagne tegen België, zal
worden verkort.
Wat bedoelt de model-verordening?
VRAGEN AAN DEN MINISTER
VAN ARBEID
Door den heer van den Bergh was gevraagd
aan den minister van Arbeid H. en N., of deze
kon mededeelen tot welke resultaten het door
hem ln de vergadering van de Tweede Kamer
op 23 November j.l. toegezegde onderzoek heeft
geleid, betreffende de vraag, in hoeverre tekst
en geschiedenis van art. 38, lid 4, van de Wo.
ningwet aantoonen, dat de bekende, bij de „AI-
gemeene Voorwaarden betreffende den bouw
van woningen met Rijkssteun" gevoegde model
verordening, als in strijd met de wet moet
worden beschouwd
Minister Slotemaker de Bruine heeft hierop
als volgt geantwoord:
Art. 38, 4de lid, regelt een speciaal geval, n.I.
dat de gemeente niet voldoende in staat is de
volkshuisvesting ter plaatse behoorlijk te ver
zorgen. Blijkens de toelichting was vooral go-
dacht aan kleine gemeenten in een snel op
bloeiende Industriestreek. Het Rijk kan alsdan,
bij zijn geldelijken steun, ln afwijking van den
regel, de gemeente voorbijgaan; ln verband
daarmede wordt bepaald, dat bepalingen ln da
gemeentelijke bouwverordening, die met ge
steunde plannen in strijd zijn, met betrekking
tot die plannen als niet geschreven behooren
te worden beschouwd.
Geheel anders ligt echter het geval, waarop
de model-verordening doelt. Immers, er zal dan
gebouwd worden volgens een door den raad
vastgestelde en door Gedeputeerde Staten goed
gekeurde verordening. Van afwijking van de
•geldende plaatselijke verordening ls dus geen
sprake en een vergelijking met het bepaalde
bij artikel 38, 4de lid, der Woningwet gaat
derhalve niet op.
De ondergeteekende heeft dan ook geen
strijd met die wetsbepaling kunnen ontdekken.
EEN NADER ONDERZOEK WORDT
INGESTELD
De Tweed© Kamer heeft met 37 tegen 2ü
stemmen aangonomen de motle-Hiematra strek
kende tot het Instellen van een nader onder*
zoek ta.v. de opheffing van de werf te Helle-
Toetsluis. Tegen stemden do Katholieken, be
halve de heer v, d. Bilt en de Vrijz.-Demo-
craton.
ONTROUWE POSTBEAMBTE.
Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch veroor
deelde den besteller II. H. T. te Belfeld, wegens
verduistering van ƒ89.35, tot 1 Jaar gevangenis
straf voorwaardelijk.