FEUILLETON NOG GEEN ZUCHT VAN VERLICHTING KONING M VNDRIJN '1 I WIFNSnAG 27 FEBRUARI 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 2 GERECHTVAARDIGDE VRÈES IN DE POLDERLANDEN MET EEN IJSBREKER ER OP UIT j i - Is' iet te overzien zou het leed zijn, indien de massa's ijs uit Duitschland en België den weg versperd vonden Liet heit zich Vrijdag en Zaterdag aanzien, dat de dooi zou invallen, hetgeen velen reeds een zucht van verlichting deed slaken, 't heeft niet mogen zijn. De vorst is teruggekeerd en blijft de rivieren gepleisterd houden, den men- sehen-van-het-watcr belettend den handel van dienst te zijn. Doch daarenboven brengt zij vrees bij hen, die langs de dijken en er vlak achter In de polders wonen. Want het staat vast, dat als de vorst heen gaat en het ijs in de rivieren los komt, de stuwing van boven oorzaak wordt, dat het gaat kruien en daardoor groot gevaar oplevert voor de dijken, die de rivier bedwingen moeten. Geen wonder dus, dat thans allerwegen maatregelen worden getroffen, om het ergste te voorkomen en men er reeds toe is overge gaan het ijs te breken en om het zoodoende ge legenheid te geven naar zee af te drijven. Want niet te overzien zou het leed zijn, in dien de massa's van Duitschland en België den weg zouden versperd vinden. En gaarne geeft men om de veiligheid van het geheele land het genot van een wandeling over den bevroren rug der rivieren. Op verschillende plaatsen is men Maandag begonnen met het breken van het ijs. De Rijkswaterstaat heeft er zich voorgespan nen en aldus werd onder zijn leiding voor gezamenlijke rekening met particulieren ook ©en aanvang gemaakt met het open maken van de Nieuwe Maas, de Noord en de Dordtsche Kil tot het Hollandsch Diep. Maandag zijn een drietal ijsbrekers er op uitgetrokken. Om 5 uur iu den morgen voeren van de Maaskade te Rotterdam weg de „van Hoogen- dorp", de „IJsbreker no. 1" van de fa. Jos. Roelofs en de „Spaarne" van den Ned. Stoom- sleepdlenst v.b. P. Smit Jr.„ onderscheidenlijk 350, 225 en 150 P. K. sterk. Tegen 6 uur bereikte men de ijsbarrière bij den hoek van den Schaardijk, die al aan stonds met succes „genomen" werd. Do „van Hoogendorp" die juist de Zaan had bewerkt em over zee naar Rotterdam was ge komen, nam telkens den eersten stoot voor «ijn rekening. Er werd in "V-vorm gevaren, zoodat de „van Hoogendorp" het ijs vaneen sneed, terwijl de beide an.jere booten de schotsen verder kl0tn maakten. Om zeven uur was men tot het Kralingsehe Veer gevorderd. Hier was het ijs soms méér dan 56 c.M. dik, zoodat men slechts zeer lang zaam vooruit kwam. Wanneer gesproken wordt van ijs van 50 c.M., moet men bedenken, dat de dikte bepaald wordt van den waterspiegel af. Dus ijs, dat boven de oppervlakte uitsteekt telt niet mede. Slechts met moeite kon het ijs bij bet veer vergrnizcld worden, zoodat men niet vreesde tijdens bet breken, over het pad te blijven loopen. Doch voorbij het veer, werd het karwei nog zwaarder. Voortdurend moest met volle kracht •worden gewerkt en verschillende malen ge beurde bet, -uat de „van Hoogendorp" met den neus tot aan het berghout onder het ijs „dool?* om daarna terug geslooten te worden. Langzaam ging men voort en te circa half één was men zoover, dat tot aan Boele's scheepswerven en machinefabriek te Bolnes in de Nieuwe Maas een vaargeul was ge maakt. Daar v itl. omdat de eb nu op het laagst w;i3, het breken gestaakt en aanvaardde het drietal den terugweg naar Rotterdam. En pas saat werd hst Zuidelijk gedeelte der rivier „klein gemaakt"* on werden de groote schotsen Een voorsjiei lot tic Franse'ie Revolutie. doer MAT WYNNE (Gwfutorisaerde vertaling) HOOFDSTUK I. Het Mr. cfc toffer van een corvee. 1>- Arme drommel! Medelijden en minachting werden keurig iti evenwicht gehouden door dezen uitroep. Raoul de Pontenae bleef'even staan. Een hand hield den teugel van zijn paard vaEt, dat hij zelf lei den moest, daar het onderweg zijn poot ver stuikt had. De zware laars van den rechte)1 voet porde zacht tegen een vuile menschen- klcmp, die hem in den weg lag. Ten slotte maar een doode boer. Een vogel verschrikker in een blauwen kiel, met zjjn «ene doode hand juist over den berm van den wet. at een tegenstelling tusscben dien armen, ui ge mergelden doode, met de sporen van voortdurende uitputting en ontbering op ge laat en kleeren en den jongen man, die niet verder kon, die bleef staan peinzen over Iets, dat ook een wezen van vlee&ch en bloed ge weest was als hij, dat ook outwaakt wa3 naar het zonlicht, naar een lach en de tevredenheid van een kalm, onbezorgd leven, en dat nu het toonbeeld was van mcnschelijke aftakeling zelfs na den dood. Toch bleef het altijd nog de vraag of Raoul de Pontenae op zijn twee cn dertigste nog jong genoemd mocht worden. Vooral daar hij de laatste tien jaren van zijn leven doorgebracht tod aan het hof van zijne majesteit Lodewijk XV van Frankrijk. Dat schitterend, losbandig hofleven, eisehte heel wat van je uithoudings vermogen op lichamelijk en zedelijk gebied. Jongens werden er mannen en meisjes vrou wen, voordat de frissche tinten van hun eer ste jeugd voorbij waren. Ei waren Jijuen in dat knappe, krachtige gezicht, die de tijd er zelfs tien jaren later Biet getrokken zou hebben en een hard wan trouwen lag er In de scherpe biauwe oogen. Men kon het den jongeman aanzien, dat hij geleerd had de maatschappij als een tamelijk zoo klein mogelijk gemalen, opdat zij geen ge vaar meer voor de Maasbruggen zouden op leveren. Hedenmorgen om 6 uur zijn de booten we derom uitgevaren om te trachten Dordrecht te bereiken, teneinde daarna de Noord en de Kil open te breken. DE VORST DWINGT TOT OPGEVEN, De stad lag nog in diepe rust toen we gister morgen op stap gingen naar de Maaskade, waar we de „Hoogendorp" en de ijsbreker der firma Joseph Roelofs zonden vinden teneinde een dag van strijd tegen de ijsmassa mede te maken. Slechts een enkele electrische tram was het teeken, dat de dag naderde, want de lucht was nog zwart en de duizenden lichten der lantaarns keken stil naar de rivier. Toen» we afvoeren was de Maas geheel vrij van drijfijs, zoodat de verwachting van den heer Roelofs, diens kapiteins en den vertegen woordiger van den Rijkswaterstaat, die geloof den -gister 'n flink eind met 't openbreken van de Nieuwe Maas en Noord te kunnen ko men, niet ongegrond leek. Doch die hoop werd reeds spoedig de bodem ingeslagen, want zoodra het Kraiingscheveer gepasseerd was, kwamen zij tot de onaangena me ontdekking, dat het ijs wederom was gaan „zitten" en opnieuw bewerking behoefde. Een straffe Oostenwind had de schotsen tegen elkaar gedreven, zoodat ze gemakkelijk vast vroren, terwijl de vaargeul, die Maandag was gemaakt, nagenoeg geheel wederom met ©en laagje ijs ter dikte van 2 c.M. was bedekt. Had men dus, zooals bij het vertrek gezegd gemeend te kunnen volstaan met eens flink door de reeds losgemaakte vlakte heen te „rauschen", het bleek dat de elementen sterker waren dan vermoed was. de stoere scheepslui moesten zwichten voor de overmacht. Tot aan de werf van van der Giesen ging alles goed. De ijsschotsen werden gebroken en fijn gemalen, de machines dreunden, de schroe ven der booten drukten de spitse stalen punten in de somwijlen meer dan een hal ven meter dikke ijsklompen, zoodat de massieve blokken van elkander Rcheurden, met donderend geraas tegen het bootlichaam beukten en daarna kopje onder duikelden om een eind verder weder bo ven het zwarte water te komen. Imposant was het te zien hoe duizenden meeuwen, aalscholvers, waterhoentjes en een den de booten vergezelden om aanstonds na het maken van een geul in het vrije water te dui ken om voedsel te bemachtigen of een vastge vroren vischje van het ijs los te trekken en het te verorberen. Want de arme dieren zijn uitgehongerd. Op vele schotsen zagen we de lijken van water hoentjes, wier pootjes aan het ijs waren „vast gegroeid", geheel uitgepikt door hun gevleugel de kameraden. Full speed ging het voorwaarts in den nu lichtenden morgen; stokers en de machinisten deden de zwarte pijpen rooken, dot het een lust was, vroolijk wapperde de Nederlandsehe drie kleur naar de werklieden der werven aan den oever, en reeds was de plaats, waar Maandag met breken was opgehouden in zicht, toen een geweldige ijsschots het roer van den ijsbreker no. 1 onklaar maakte. Hulpeloos dreef hij tus- sehen de witte massa's rond en het eind was, dat hij de hulp moest inroepen van de „Van Hoogendorp" en de kleine pittige „Spaarne" hem naar Rotterdam terug moest brengen ter reparatie. Daar bovendien reeds spoedig na het breken de open plekken weer begonnen dicht te vrie zen en het nutteloos werk scheen aan de nog „onbewerkte" velden te beginnen, besloot men zich te bepalen tot het ijsvrij maken van het gedeelte der Nieuwe Maas van af Bolnes. Achteraf bleek dit een zeer goede maatregel te zijn. Want zoodra de eb het water naar de zee trok. kwam er beweging in de bij de wer ven Burgerhout en Feijenoord gelegen ijsvelden, zoodat zij, wanneer ze niet kort en klein wer den geslagen, groot gevaar zouden hebben opge leverd voor de Rotterdamsche bruggen. onbelangrijke verzameling vervelende wezens te beschouwen. Ze werd licht geoordeeld en vaak te licht bevonden. Hij had het ironische, het spotzieke van zijn tijd, stond reeds boven het leven, ofschoon hij naar zijn leeftijd eerst bereid moest zijn om zich door het leven ge heel in bezit te laten nemen. Toch had de Pontenae, ondanks déze over verzadiging van het leven, zijn tijd niet ver spild door niet coquette dames over met brocaat bekleede divans te hangen, en uren zoek te brengen met ijdel woordenspel of valseh pleizier in de telkens opduikende schandaaltjes. Hij had er voor gepast om door de tuinen en zalen van Versailles te slen teren, om met veel belangstelling te luisteren naar een afgeleefden graai, die een technische uiteenzetting gaf van de meest economische en sierlijke methode om snuif te nemen of be wonderend mee te klappen, na de demonstra ties van een nieuw menuet door enkele ver wijfde jonge hovelingen. De Pontenae was in krijgsdienst gegaan en had lidteekens en roem verworven onder Ridder Belle Isle, in 1747 vijf jaar voordat dit verhaal een aanvang neemt, hij had mee gevochten om de Oostenrijkers uit de Apennij nen te verdrijven. Ook in Nederland had hij zic^ bizondere onderscheidingen weten te winnen van maarschalk Saxe die werkelijk ge troffen was door den moed en de bescheiden heid van dezen jongen luitenant. Maar de vrede kwam en daarmede de beko ring van het hofleven. Raoul de Pontenae keerde nu terug van zijn bezittingen in Nor- mandië, waar hij anderhalf jaar in balling schap had gezucht. Hij was in ongenade geval lea omdat hij den graaf d'Auriac in een duel gedood had. En die graaf d'Auriac mocht zich in de bizondere belangstelling van madame de Pompadour verheugenl Ja! Hij keerde weer terug en met groote voldaanheid, want het leven op zijn eenzaam kasteel in NormandiS had hem duchtig de keel uitgehangen. Als een groote, een ridder, een gebieder was hij zijn terugtocht naar de hoofdstad begonnen. Kostbaar uitgedost op een schitterenden hengst. Zijn knecht had hij een dagreis vooruit gezonden, om telkens voor hem waardig logies te zorgen. Zou madame de Pompadour zich nog herin neren, dat die doode d'Auriac haar vriend ge weest was? Indien dit het -geval was, kon hij al zijn hoop op een bevordering aan Versail les wel goeden dag zeggen. Maar bed; was best mogelijk, dat msdame's geweten niet zoo ver reikte. Immers de doode vriend had een erg onhandige streek uitgehaald. De overlevende moordenaar was een man van een krachtig en knap voorkomen, een scherpen geest en wei nig eisehen. En de „Van Hoogendorp" begon opnieuw den strijd tegen den gevaarlijken vijand. Er waren velden, die naar schatting een op pervlakte besloegen van ruim 5000 M2„ .en wan neer men de dikte en de hardheid van het ijs kent, beseft men eerst, weik een geweldige kracht deze gevaarten in zich dragen. De stoker deed nog een schepje op de vuren en de sterke schroef van de „Van Hoogendorp" en de stuurmanskunst van den kranigen kapi tein dreven de boot naar de „strategische" pun ten. „Volaan vooruit" was telkens het comman do, doch het verzette zich tegen die voortdu rende aanvallen en slechts langzaam gaf het zich gewonnen. De ijsblokken rolden over el kaar, trachtten den voorsteven te rammeien maar bet staal was sterker. De velden werden vaneen gereten, zij het na de grootste inspan ning en men slaagde er in ze zoo klein te ma ken, dat zij geen gevaar meer voor de pijlers opleverden. Het ,.pad van IJsselmonde", zooals de opva renden liet met een asehlaag bedekte veld noemden, bezorgde de „Van Hoogendorp" den moesten last. Men was het nog niet baas toen het tot aan de Maasbrug te Rotterdam afgedreven was en een uur van volhardend werken was noodïg, vóórdat het zóó klein gemaakt was, dat de pij lers konden gepasseerd worden. Nadat dit groote werk met succes ten einde was gebracht, werd nog een keer „naar boven" gevaren, om. zooals de „ijsbrekersterm" luidt, te zien of daar nog „wat dood was". En men kwam tot de aangename ontdekking, dat de M aas nu tot aan Bolnes geheel vrij was ge maakt. Daardoor is voor de Maasbruggen voorloo- pig alle gevaar geweken. Want het is uitgeslo ten, dat bij de thans heerscliende vorst het ijs boven Bolnes zal losraken. Veidere pogingen om het te breken zullen waarschijnlijk eerst worden gedaan nadat de dooi is ingevallen. De besprekingen me't DuïtscMand. Bij de bespreking Maandag te Nijmegen ge bonden met Dnitsche waterstaats-autoriteiten in verband met de ijsbezetting der rivieren bleken de deskundigen van beide landen eens gezind ten aanzien van het inzicht in den toestand. De diensten van beide landen zullen voort- gaa op denzelfden voet als tot dusverre met ijs-opruimingswerkzaamheden in hun gebied dus voor wat Nederland betreft met ijsbrekers, voor zooveel noodig gesteund door spring middelen. teneinde tot wegruiming van het ijs van het beneden-einde der rivieren uit, te geraken. In Duitschland zullen voorshands geen andere werkzaamheden dan van geheel plaatse lijke beteefeenis worden uitgevoerd. DE TOESTAND OP DE RIVIEREN EN KANALEN. De scheepvaart op het Noordzeekanaal. Men meldt ons uit IJmuiden.; Gisteren Is wederom een groote hoeveelheid drijfijs vanuit het Noordzeekanaal naar zee gespuid. De vaargeul -wordt dan ook steeds beter, zoodat de scheepvaart ongestoord kan doorgaan. Op de Schelde. Man meildt ons uit Hansweert: Door den Noordoosten wind van d.e laatste dagen is het ijs hier in de buitenhaven groo- tendeels weggedreven. Buiten de haven op de Schelde Is niet veel Ijs meer behalve op de Platen. Hst kanaal zit nog dicht. DE VERBINDING MET DE EILANDEN. Een vlucht naar Schiermonnikoog. De K.L.M. heeft gisteren 800 K.G. post en een passagier naar Schiermonnikoog overge- .Jk Temidden dezer overwegingen was de Pon- tenae's paard kreupel geworden en hij had zich dus verplicht gezien af te stijgen en het dier vertier te leide-n. Hij liep langs het verlaten boschpad en vloekte en sohold op zijn pech. Toen was hij ineens gestooten op den dooden boer, die daar zoo maar dwars over het pad lag en nu stond hij besluiteloos naar dat lijk te zien, terwijl zijn gedachten niet aflieten van het mysterie van den dood, maai- nog minder van het mysterie der broederschap van allen, die hier samenwonen om gelukkig te zijn. Een heel vreemde houding voor dezen man, want de Pontenae stond boven het doorsnee type van een hoveling in krijgsdienst. Men had slechts even te letten op dat krachtige, vierkante gezicht, de scherpe lijnen, de vin nig gesloten lippen en de heldere en sehitte rende oogen om te weten, dat men te doen had met een woelenden, meesterlijken geest, die aan zich zelf genoeg had, die het tegen allen dorst op te nemen, den hartstoehtelijken man, die steeds behoefte had om te vechten, zij het voor zich zelf of voor anderen, tegen het geluk, tegen hindernissen of tegen zijn me demenseben. Die de hitte van den strijd niet missen kon. En toch, ondanks deze barbaarsche trekken bestond er een betere Raoul de Pontenae voor hit gewone oog verborgen, maar die toch telkens even aan het daglicht kwam. Zoo had hij in Italië een vrouw met haar kind gered met gevaar van zijn leven. Hij had ze verde digd tegen de ruwe en dreigende houding van zijn eigen commandant en voorgoed diens haat afgeroepen. Zoo kwam het, dat aan de verlaten kappel letjes aan den rand van een blauw-groenen heuvel vrouwen en kinderen neerknielden om te bidden voor dien koenen Fransdhman met de blauwe oogen. Tegelijkertijd zaten mooie dames in de groote zalen van Versailles achter haar waaieTs te ginnegappen cn soms een beetje te beven, Indien zij elkander de groote verhalen deden van zijn durf en verregaande onbeschaamdheid. De doode boer lag daar nog altijd in den weg en waarschijnlijk zou de Pontenae ten slotte zijn schouders hebben opgehaald, over bet lijk zijn gestapt en zijn weg hebben ver volgd, indien hij niet in het kreupelhout het geluid van schuifelende voetstappen had ver nomen. In een oogwenk had hij Craisett's teugel los gelaten. Toen verdween hij in het struikge was en kwam er even later uit voorschijn met een man, dien hij zonder vormen van proces bij zijn kraag had gevat en nu voor zich uit duwde, zonder acht te geven op hst gejammer van zijn slachtoffer. Het was een andere boer, veel ouder, dan bracht en is teruggekeerd met 100 K.G. post en 6 passagiers. Vermoedelijk wordt heden weer een vlucht gemaakt. Een vliegtuig op Terschelling. Men meldt uit Terschelling Gisterenmorgen kwart voor twaalf arriveerde hier een vliegtuig der K.L.M. met 22 zakken post. Om 12 uur vertrok het weer naar Amster dam met 2 zakken post en 7 passagiers aan boord. De verbinding tusschen Terschelling en Vlieland. Men meldt ons uit Terschelling Do sleepboot „De Volharding" heeft gisteren middag e.n verbinding met Vlieland tot etand gebracht en een partij vrachtgoed, levensmid delen en post op Vlieland afgegeven. „De Volharding" zal waarschijnlijk heden trachten IJmuiden te bereiken om een lading meel en andere levensmiddelen te halen. Ter schelling heeft de laatste 14 dagen geen ver binding door een boot met den vasten wal gehad. Er begint meelgebrek en gebrek aan andere levensmiddelen te komen, die niet vol doende per vliegtuig kunnen worden aange bracht. HET IJS OP DE WADDEN GEVAARLIJK. Van bevoegde zijde vestigt men de aandacht er op, dat het maken van wandeltochten over de Wadden, vooral op het oogenblik, zeer ge vaarlijk is. DE ACTIE VAN HET ROODE KRUIS. Het Hoofdbestuur van het Nederlandsehe Roode Kruis, Princessegracht 27 te 's-Graven- hags ontving door telegrafische -overmaking via de Javasche Bank een bedrag ad 620 voor leniging van den nood door de koude, ingeza meld in de Witte Sociëteit te Medan. Verdere giften voor dit doel worden nog gaarne per postwissel of giro (rekening No. 22120) onder het motto „Btrenge koude 1929" ingewacht. Het hoofdfoest uur van het Nederlandse ae Roode Kruis verzond 25 dekens aan d,e ge meente Rijswijk (Z.H.),, 40 dekens aan -oen burgemeester van Rolde (Dr.), en 25 dekens aan den burgemeester van Berke! en Roden rijs (Z.-H.). BOOTDIENSTEN OP DE WESTERSCHELDE De b-ootdiensten op de Westerschelde hebben vooral tijdens de duisternis nog altijd met het drijfijs te kampen. Toch konden Dinsdag van de 8 diensten VliesingenBreskeus v. v. er 6 worden volbracht. De eerste en de laatste dienst moesten vervallen. Op de lijn VlissingenTerneuzen werden 3 in plaats van 4 reizen gemaakt, terwijl op de 'lijn Neuzen—HoedekenskerkeHansweert de vroeg diensten moesten uitvallen. ZIEKE ViSSCHERS Tengevolge van de strenge koude op zee ko men de meeste stoomtrawlers met zieke opva renden van de Noordzeevissckerij te IJmuiden terug. Het is dan ook voor de reederijen moei lijk de nood (ge bemanningen voor hare schepen bijeen te krijgen, zoodat gisteren zelfs eenige schepen in de haven aldaar moesten blijven liggen. NOG EEN SLACHTOFFER. Jongen verdronken Gisterenavond was de ,1'2-jarige II. C. Dol alt de Burgsfceeg te Leiden door zijn ouders uitge zonden om een boodschap te doen. Aangezien hij na eenige uren nog niet was teruggekeerd, maakten zij zich ongerust en waarschuwden de politie. Deze heeft gistermorgen zijn lijk uit het a's hij de Vischbvug opgehaald. het lijk dat daar naast een primitieve rust bank lag. Raoul liet den tegenspartelenden oude los. Deze bekommerde zich niet meer om zijn harde behandeling en kroop op handen en voeten naar den doode. Hij sloeg zich herhaalde malen op de borst, bukte zich toen over het doode lichaam kuste de doode lippen, daarna de wangen, die zwart gebrand waren door de zon en begon te schreeuwen Jean!.... Jean'.... Jean! Plotseling veranderde hij van houding Zich weer terugtrekkend van het lijk en steunend op zijn hielen, richtte hij het hoofd op. Hij ging te keer als een bezetene en begon te vloe ken tegen hen, aan wier deur zijn oudste zoon bezweken was. Raoul bleef staan luisteren, want het mede lijden werd nu sterker dan de minachting. Hij bemerkte niet eens, dat er nog twee andere personen naderden een dorpspastoor die er haveloos en mager uitzag, en naast een ver bazend stevigen kerel stapte. Beiden waren ten zeerste verrast toen zij dien deftigen ridder zagen staan als de blijk baar koele getuige van dit hartverscheurend tooneel. Achteloos leunde Raoul weer tegen Croisette den teugel in de hand terwijl zijn rechterarm over hals en manen van het edele dier lag, als wilde hij het beschermen tegen al dit onwaardige gedoe van 'n huile-balkenden boer. Het scheen een nieuw interessant geval voor hem; die oude vader, die in zijn aan- I klachten tegen de moordenaars van zijn zoon, al de kracht van zijn longen combineerde aan verontwaardiging en droefheid. De pastoor stapte het eerst naar voren. Hij legde zijn magere hand op de dunne schouders van den jammerenden grijsaard. Vrede, mijn zoon, zei hij zacht. Zullen al die VTeeselijbe woorden den doode weer tot leven brengen? Brengen zij eerder de levenden niet in doodsgevaar? Aller oogen richtten zich bij deze beteekenis- volle woorden op Raonl, die, daar deze on vriendelijke aandacht hem niet ontging, zijn hoed afnam, cn voor den priester een buiging maakte Ik vraag u wel vergeving voor uw on juist vermoeden, mijnheer, zei hij rustig. Ik was niet van plan me verder in te laten met het geklaag van dezen armen kerel. Een uur geleden werd mijn paard kreupel aan zijn rechterpoot en terwijl ik het dus langs dit pad leidde, stiet ik plotseling op een even vervelende als onwelkome hindernis. Ik stond me juist af te vragen, hoe hij hier aan zijn eind was gekomen, toen die oude op het tooneel verscheen. Ook de priester boog nu even het hoofd. Het was een mager man, wien het verstorven HET BENZINESCHIP TE GORINCHEM i Geen direct gevaar Om alle geruchten omtrent het schip met benzine, die in Gorinchem en -omstreken de ronde doen, uit de wereld te helpen, is aldaar het volgende gepubliceerd: De burgemeester deelt ter geruststelling mede, dat het tankschip, beladen met benzine en gelegen buiten de Waterpoort, zoolang de luiken gesloten blijven, geen enkei gevaar voor de stad oplevert De burgemeester heeft zich in verbinding gesteld met verschillende autori teiten ten einde maal regelen te treffen bij dool- weer. Het G-orcumsefie publiek kan meewerken door met vuur uit de nabijheid van het schip ïe blijven." PATER J. PLÜYM C.ss.R. f Hef bericht iu osis blad van gisteren omtrent het -overlijden van d-en Zeereerw. Pater J. Pluym behoeft in zooverre verbetering, dat de thans overledene niet behoorde tot de Orde dor Carmolieten, doch tot de Congre gatie van -dein Allerheiligst-en Verlosser. Pater Pèuya» was geboren op 17 November 1S68. Hij werd geprofest 29 September 18-S9 en pries tergewijd te Wittem op 15 October 1394. In zijn priester-loopbaan gaf Pater Pluym zeer vele missies en retraiten. Van zijn hand verschenen talrijke geschriften, o.m. ©en aoek over liturgie -en verscheidene devotie-boekjes. NAAR DE MISSIE. Heden v-vertrokken naar de Missie in Argen tinië de Zsereerw. Pater G. van Ham S.S S„ geb. in Borkel en Schaft en de Eerw. Broeder Teotimus, geb. te Baarle Nassau. Pater van Ham vertrok voot de tweed© maal naar deze Missie. BE STAKING AAN „DE BIESBOSCH" Weer opgeheven De Maandag uitgebroken wilde staking aan de Machinefabriek „De Biesboseb" te Dordrecht is weer opgeheven, nadat in 'n Maandagmid dag geitenden vergadering de directie over weging toezegde, am de arbeidstijd de volgen de week te verlengen. Al bet personeel is hedenmorgen weer aan het werk gegaan. UIT DE STEEN-INDUSTRIE. 3-1 Onderhandelingen over het collectief contract Te Nijmegen en Arnhem werden Maandag groote diatri-atsvergaderingen gehouden ma den R. K. Steenfabrt-eksarh-i/d-eTsbond St. Stephanas. Besloten werd de leiding vrij te toten in de onderhandelingen voor bet oolleetief ar- b ód-soootract en de doel treffandate maat regelen te. treffen in zake bestrijding van d-ö gevolgen der felle koude en werkloosheid. DE STAKING BIJ V. D. TE ALKMAAR Twee-derde van het personeel erbij betrokken De aangekondigde staking van de meisjes op het atelier van V. D. te Alkmaar is inge gaan. Van de 60 zijn er ongeveer -40 meisjes niet aan het werk gegaan. De firma, die aan neemt dat deze meisjes haar ontsiag genomen hebben, tracht nieuw personeel te krijgen. leven op het gezicht stond te lezen. Daarin lagen een paar vurige oogen, die rusteloos uit zagen, steeds schenen te loeren langs den scherpen neus. De zinnelijke mond was in scherpe tegenstelling met bet geheele uiterlijk van dien man, dat een leven van boete en in getogenheid verried. Was hij tevens niet zijn wapenschild van doorzettingsvermogen en trouw aan de drie beloften, ondanks de inge boren neigingen van zijn landelijke natuur? Hij was zeker nog te jong in zijn dienst om de waarde der bescheidenheid te hebben leeren waardeeren, vooral waar het ©en machtige van het hof betro-f. Maar was hij niet een zoon van dit vertrapte volk? Was er geen onoverbrug bare kloof tusschen zijn hart en eerlijk be staan en het luie, gemakkelijke leven dat een deel der priesterschap zich had aangewend on der den verderflijken invloed van Versailles? Hij zou zelfs niet hebben willen aanzitten aan de overdadige feestmaaltijden, die de hoog© prelaten elkander en de ridderschap aanboden ten koste van bet valk. Hoe die man aan dat verschrikkelijk einde kwam, monsieur? klonk het in scherpe tonen door de verlatenheid van dit boscn. Dat zal ik je wel even vertellen, als n er belang in stelt. Gebrek en moord hebben Jean Mois- ■set het leven benomen Verlangt u nog meer bizonderbeden? U zult ze duizend malen hoo- ren herhalen door geheel Frankrijk want het is de geschiedenis van zijn derden stand, van zijn ploeterend volk, dat uitgezogen wordt door de groote heeren, dat zweten en werken moet, om hen te laten feesten en luilakken. Jean was een eerlijke, goedhartige kcr-eU te goeder trouw en tevreden met het kleine stukje grond, dat hij met veel vlijt bebouwde en zijn eigen- aom mocht noemen. In de goede dagen, die nou in het verleden iiggen, was dat nog moge lijk, ofschoon er een derde naar den koning moest, een derde naar de kerk en uit de rest de onkosten moesten worden bestreden. Maar toch, ln die goede flag an kon hij met zijn wei nige behoeften dus gemakkelijk rond komen. Zoo gelukkig voelde hij zich, dat hij de dwaas heid beging te trouwen. Hij had al jaren zjjn lieve Marie in stilte bemind maar weik recht had een boer om vrij te beminnen ent zuiver te trouwen? Jean vergat zich reken schap te geven van dit -onreeht och je ver geet wei meer als je tot over je ooien verliefd bent. Maai1 toen kwam er 'n slecht jaar. Zul ke tegenslagen troffén hen, dat Jean en zijn vrouw geen kans zagen hun belasting te betalen. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6