FEUILLETON
NOG GEEN ZUCHT VAN
VERLICHTING
KONING M VNDRIJN
'1
I
WIFNSnAG 27 FEBRUARI 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
GERECHTVAARDIGDE VRÈES
IN DE POLDERLANDEN
MET EEN IJSBREKER ER OP UIT
j
i -
Is' iet te overzien zou het leed zijn, indien de
massa's ijs uit Duitschland en België
den weg versperd vonden
Liet heit zich Vrijdag en Zaterdag aanzien,
dat de dooi zou invallen, hetgeen velen reeds
een zucht van verlichting deed slaken, 't heeft
niet mogen zijn. De vorst is teruggekeerd en
blijft de rivieren gepleisterd houden, den men-
sehen-van-het-watcr belettend den handel van
dienst te zijn.
Doch daarenboven brengt zij vrees bij hen,
die langs de dijken en er vlak achter In de
polders wonen.
Want het staat vast, dat als de vorst heen
gaat en het ijs in de rivieren los komt, de
stuwing van boven oorzaak wordt, dat het gaat
kruien en daardoor groot gevaar oplevert voor
de dijken, die de rivier bedwingen moeten.
Geen wonder dus, dat thans allerwegen
maatregelen worden getroffen, om het ergste
te voorkomen en men er reeds toe is overge
gaan het ijs te breken en om het zoodoende ge
legenheid te geven naar zee af te drijven.
Want niet te overzien zou het leed zijn, in
dien de massa's van Duitschland en België den
weg zouden versperd vinden.
En gaarne geeft men om de veiligheid van
het geheele land het genot van een wandeling
over den bevroren rug der rivieren.
Op verschillende plaatsen is men Maandag
begonnen met het breken van het ijs.
De Rijkswaterstaat heeft er zich voorgespan
nen en aldus werd onder zijn leiding voor
gezamenlijke rekening met particulieren ook
©en aanvang gemaakt met het open maken van
de Nieuwe Maas, de Noord en de Dordtsche
Kil tot het Hollandsch Diep.
Maandag zijn een drietal ijsbrekers er op
uitgetrokken.
Om 5 uur iu den morgen voeren van de
Maaskade te Rotterdam weg de „van Hoogen-
dorp", de „IJsbreker no. 1" van de fa. Jos.
Roelofs en de „Spaarne" van den Ned. Stoom-
sleepdlenst v.b. P. Smit Jr.„ onderscheidenlijk
350, 225 en 150 P. K. sterk.
Tegen 6 uur bereikte men de ijsbarrière bij
den hoek van den Schaardijk, die al aan
stonds met succes „genomen" werd.
Do „van Hoogendorp" die juist de Zaan had
bewerkt em over zee naar Rotterdam was ge
komen, nam telkens den eersten stoot voor
«ijn rekening.
Er werd in "V-vorm gevaren, zoodat de „van
Hoogendorp" het ijs vaneen sneed, terwijl de
beide an.jere booten de schotsen verder kl0tn
maakten.
Om zeven uur was men tot het Kralingsehe
Veer gevorderd. Hier was het ijs soms méér
dan 56 c.M. dik, zoodat men slechts zeer lang
zaam vooruit kwam. Wanneer gesproken wordt
van ijs van 50 c.M., moet men bedenken, dat
de dikte bepaald wordt van den waterspiegel
af. Dus ijs, dat boven de oppervlakte uitsteekt
telt niet mede. Slechts met moeite kon het ijs
bij bet veer vergrnizcld worden, zoodat men
niet vreesde tijdens bet breken, over het pad
te blijven loopen.
Doch voorbij het veer, werd het karwei nog
zwaarder. Voortdurend moest met volle kracht
•worden gewerkt en verschillende malen ge
beurde bet, -uat de „van Hoogendorp" met den
neus tot aan het berghout onder het ijs „dool?*
om daarna terug geslooten te worden.
Langzaam ging men voort en te circa half
één was men zoover, dat tot aan Boele's
scheepswerven en machinefabriek te Bolnes
in de Nieuwe Maas een vaargeul was ge
maakt.
Daar v itl. omdat de eb nu op het laagst
w;i3, het breken gestaakt en aanvaardde het
drietal den terugweg naar Rotterdam. En pas
saat werd hst Zuidelijk gedeelte der rivier
„klein gemaakt"* on werden de groote schotsen
Een voorsjiei lot tic Franse'ie Revolutie.
doer MAT WYNNE
(Gwfutorisaerde vertaling)
HOOFDSTUK I.
Het Mr. cfc toffer van een corvee.
1>-
Arme drommel!
Medelijden en minachting werden keurig iti
evenwicht gehouden door dezen uitroep. Raoul
de Pontenae bleef'even staan. Een hand hield
den teugel van zijn paard vaEt, dat hij zelf lei
den moest, daar het onderweg zijn poot ver
stuikt had. De zware laars van den rechte)1
voet porde zacht tegen een vuile menschen-
klcmp, die hem in den weg lag.
Ten slotte maar een doode boer. Een vogel
verschrikker in een blauwen kiel, met zjjn
«ene doode hand juist over den berm van den
wet.
at een tegenstelling tusscben dien armen,
ui ge mergelden doode, met de sporen van
voortdurende uitputting en ontbering op ge
laat en kleeren en den jongen man, die niet
verder kon, die bleef staan peinzen over Iets,
dat ook een wezen van vlee&ch en bloed ge
weest was als hij, dat ook outwaakt wa3 naar
het zonlicht, naar een lach en de tevredenheid
van een kalm, onbezorgd leven, en dat nu het
toonbeeld was van mcnschelijke aftakeling
zelfs na den dood.
Toch bleef het altijd nog de vraag of Raoul
de Pontenae op zijn twee cn dertigste nog jong
genoemd mocht worden. Vooral daar hij de
laatste tien jaren van zijn leven doorgebracht
tod aan het hof van zijne majesteit Lodewijk
XV van Frankrijk. Dat schitterend, losbandig
hofleven, eisehte heel wat van je uithoudings
vermogen op lichamelijk en zedelijk gebied.
Jongens werden er mannen en meisjes vrou
wen, voordat de frissche tinten van hun eer
ste jeugd voorbij waren.
Ei waren Jijuen in dat knappe, krachtige
gezicht, die de tijd er zelfs tien jaren later
Biet getrokken zou hebben en een hard wan
trouwen lag er In de scherpe biauwe oogen.
Men kon het den jongeman aanzien, dat hij
geleerd had de maatschappij als een tamelijk
zoo klein mogelijk gemalen, opdat zij geen ge
vaar meer voor de Maasbruggen zouden op
leveren.
Hedenmorgen om 6 uur zijn de booten we
derom uitgevaren om te trachten Dordrecht
te bereiken, teneinde daarna de Noord en de
Kil open te breken.
DE VORST DWINGT TOT OPGEVEN,
De stad lag nog in diepe rust toen we gister
morgen op stap gingen naar de Maaskade, waar
we de „Hoogendorp" en de ijsbreker der firma
Joseph Roelofs zonden vinden teneinde een dag
van strijd tegen de ijsmassa mede te maken.
Slechts een enkele electrische tram was het
teeken, dat de dag naderde, want de lucht was
nog zwart en de duizenden lichten der lantaarns
keken stil naar de rivier.
Toen» we afvoeren was de Maas geheel vrij
van drijfijs, zoodat de verwachting van den
heer Roelofs, diens kapiteins en den vertegen
woordiger van den Rijkswaterstaat, die geloof
den -gister 'n flink eind met 't openbreken
van de Nieuwe Maas en Noord te kunnen ko
men, niet ongegrond leek.
Doch die hoop werd reeds spoedig de bodem
ingeslagen, want zoodra het Kraiingscheveer
gepasseerd was, kwamen zij tot de onaangena
me ontdekking, dat het ijs wederom was gaan
„zitten" en opnieuw bewerking behoefde.
Een straffe Oostenwind had de schotsen tegen
elkaar gedreven, zoodat ze gemakkelijk vast
vroren, terwijl de vaargeul, die Maandag was
gemaakt, nagenoeg geheel wederom met ©en
laagje ijs ter dikte van 2 c.M. was bedekt.
Had men dus, zooals bij het vertrek gezegd
gemeend te kunnen volstaan met eens flink
door de reeds losgemaakte vlakte heen te
„rauschen", het bleek dat de elementen sterker
waren dan vermoed was. de stoere scheepslui
moesten zwichten voor de overmacht.
Tot aan de werf van van der Giesen ging
alles goed. De ijsschotsen werden gebroken en
fijn gemalen, de machines dreunden, de schroe
ven der booten drukten de spitse stalen punten
in de somwijlen meer dan een hal ven meter
dikke ijsklompen, zoodat de massieve blokken
van elkander Rcheurden, met donderend geraas
tegen het bootlichaam beukten en daarna kopje
onder duikelden om een eind verder weder bo
ven het zwarte water te komen.
Imposant was het te zien hoe duizenden
meeuwen, aalscholvers, waterhoentjes en een
den de booten vergezelden om aanstonds na het
maken van een geul in het vrije water te dui
ken om voedsel te bemachtigen of een vastge
vroren vischje van het ijs los te trekken en het
te verorberen.
Want de arme dieren zijn uitgehongerd. Op
vele schotsen zagen we de lijken van water
hoentjes, wier pootjes aan het ijs waren „vast
gegroeid", geheel uitgepikt door hun gevleugel
de kameraden.
Full speed ging het voorwaarts in den nu
lichtenden morgen; stokers en de machinisten
deden de zwarte pijpen rooken, dot het een lust
was, vroolijk wapperde de Nederlandsehe drie
kleur naar de werklieden der werven aan den
oever, en reeds was de plaats, waar Maandag
met breken was opgehouden in zicht, toen een
geweldige ijsschots het roer van den ijsbreker
no. 1 onklaar maakte. Hulpeloos dreef hij tus-
sehen de witte massa's rond en het eind was,
dat hij de hulp moest inroepen van de „Van
Hoogendorp" en de kleine pittige „Spaarne"
hem naar Rotterdam terug moest brengen ter
reparatie.
Daar bovendien reeds spoedig na het breken
de open plekken weer begonnen dicht te vrie
zen en het nutteloos werk scheen aan de nog
„onbewerkte" velden te beginnen, besloot men
zich te bepalen tot het ijsvrij maken van het
gedeelte der Nieuwe Maas van af Bolnes.
Achteraf bleek dit een zeer goede maatregel
te zijn. Want zoodra de eb het water naar de
zee trok. kwam er beweging in de bij de wer
ven Burgerhout en Feijenoord gelegen ijsvelden,
zoodat zij, wanneer ze niet kort en klein wer
den geslagen, groot gevaar zouden hebben opge
leverd voor de Rotterdamsche bruggen.
onbelangrijke verzameling vervelende wezens
te beschouwen. Ze werd licht geoordeeld en
vaak te licht bevonden. Hij had het ironische,
het spotzieke van zijn tijd, stond reeds boven
het leven, ofschoon hij naar zijn leeftijd eerst
bereid moest zijn om zich door het leven ge
heel in bezit te laten nemen.
Toch had de Pontenae, ondanks déze over
verzadiging van het leven, zijn tijd niet ver
spild door niet coquette dames over met
brocaat bekleede divans te hangen, en uren
zoek te brengen met ijdel woordenspel of
valseh pleizier in de telkens opduikende
schandaaltjes. Hij had er voor gepast om
door de tuinen en zalen van Versailles te slen
teren, om met veel belangstelling te luisteren
naar een afgeleefden graai, die een technische
uiteenzetting gaf van de meest economische
en sierlijke methode om snuif te nemen of be
wonderend mee te klappen, na de demonstra
ties van een nieuw menuet door enkele ver
wijfde jonge hovelingen.
De Pontenae was in krijgsdienst gegaan en
had lidteekens en roem verworven onder
Ridder Belle Isle, in 1747 vijf jaar voordat
dit verhaal een aanvang neemt, hij had mee
gevochten om de Oostenrijkers uit de Apennij
nen te verdrijven. Ook in Nederland had hij
zic^ bizondere onderscheidingen weten te
winnen van maarschalk Saxe die werkelijk ge
troffen was door den moed en de bescheiden
heid van dezen jongen luitenant.
Maar de vrede kwam en daarmede de beko
ring van het hofleven. Raoul de Pontenae
keerde nu terug van zijn bezittingen in Nor-
mandië, waar hij anderhalf jaar in balling
schap had gezucht. Hij was in ongenade geval
lea omdat hij den graaf d'Auriac in een duel
gedood had. En die graaf d'Auriac mocht zich
in de bizondere belangstelling van madame de
Pompadour verheugenl
Ja! Hij keerde weer terug en met groote
voldaanheid, want het leven op zijn eenzaam
kasteel in NormandiS had hem duchtig de
keel uitgehangen. Als een groote, een ridder,
een gebieder was hij zijn terugtocht naar de
hoofdstad begonnen. Kostbaar uitgedost op
een schitterenden hengst. Zijn knecht had hij
een dagreis vooruit gezonden, om telkens
voor hem waardig logies te zorgen.
Zou madame de Pompadour zich nog herin
neren, dat die doode d'Auriac haar vriend ge
weest was? Indien dit het -geval was, kon hij
al zijn hoop op een bevordering aan Versail
les wel goeden dag zeggen. Maar bed; was best
mogelijk, dat msdame's geweten niet zoo ver
reikte. Immers de doode vriend had een erg
onhandige streek uitgehaald. De overlevende
moordenaar was een man van een krachtig en
knap voorkomen, een scherpen geest en wei
nig eisehen.
En de „Van Hoogendorp" begon opnieuw den
strijd tegen den gevaarlijken vijand.
Er waren velden, die naar schatting een op
pervlakte besloegen van ruim 5000 M2„ .en wan
neer men de dikte en de hardheid van het ijs
kent, beseft men eerst, weik een geweldige
kracht deze gevaarten in zich dragen.
De stoker deed nog een schepje op de vuren
en de sterke schroef van de „Van Hoogendorp"
en de stuurmanskunst van den kranigen kapi
tein dreven de boot naar de „strategische" pun
ten.
„Volaan vooruit" was telkens het comman
do, doch het verzette zich tegen die voortdu
rende aanvallen en slechts langzaam gaf het
zich gewonnen. De ijsblokken rolden over el
kaar, trachtten den voorsteven te rammeien
maar bet staal was sterker. De velden werden
vaneen gereten, zij het na de grootste inspan
ning en men slaagde er in ze zoo klein te ma
ken, dat zij geen gevaar meer voor de pijlers
opleverden.
Het ,.pad van IJsselmonde", zooals de opva
renden liet met een asehlaag bedekte veld
noemden, bezorgde de „Van Hoogendorp" den
moesten last.
Men was het nog niet baas toen het tot aan
de Maasbrug te Rotterdam afgedreven was en
een uur van volhardend werken was noodïg,
vóórdat het zóó klein gemaakt was, dat de pij
lers konden gepasseerd worden.
Nadat dit groote werk met succes ten einde
was gebracht, werd nog een keer „naar boven"
gevaren, om. zooals de „ijsbrekersterm" luidt,
te zien of daar nog „wat dood was". En men
kwam tot de aangename ontdekking, dat de
M aas nu tot aan Bolnes geheel vrij was ge
maakt.
Daardoor is voor de Maasbruggen voorloo-
pig alle gevaar geweken. Want het is uitgeslo
ten, dat bij de thans heerscliende vorst het ijs
boven Bolnes zal losraken.
Veidere pogingen om het te breken zullen
waarschijnlijk eerst worden gedaan nadat de
dooi is ingevallen.
De besprekingen me't DuïtscMand.
Bij de bespreking Maandag te Nijmegen ge
bonden met Dnitsche waterstaats-autoriteiten
in verband met de ijsbezetting der rivieren
bleken de deskundigen van beide landen eens
gezind ten aanzien van het inzicht in den
toestand.
De diensten van beide landen zullen voort-
gaa op denzelfden voet als tot dusverre met
ijs-opruimingswerkzaamheden in hun gebied
dus voor wat Nederland betreft met ijsbrekers,
voor zooveel noodig gesteund door spring
middelen. teneinde tot wegruiming van het ijs
van het beneden-einde der rivieren uit, te
geraken.
In Duitschland zullen voorshands geen
andere werkzaamheden dan van geheel plaatse
lijke beteefeenis worden uitgevoerd.
DE TOESTAND OP DE RIVIEREN EN
KANALEN.
De scheepvaart op het Noordzeekanaal.
Men meldt ons uit IJmuiden.;
Gisteren Is wederom een groote hoeveelheid
drijfijs vanuit het Noordzeekanaal naar zee
gespuid. De vaargeul -wordt dan ook steeds
beter, zoodat de scheepvaart ongestoord kan
doorgaan.
Op de Schelde.
Man meildt ons uit Hansweert:
Door den Noordoosten wind van d.e laatste
dagen is het ijs hier in de buitenhaven groo-
tendeels weggedreven. Buiten de haven op de
Schelde Is niet veel Ijs meer behalve op de
Platen. Hst kanaal zit nog dicht.
DE VERBINDING MET DE EILANDEN.
Een vlucht naar Schiermonnikoog.
De K.L.M. heeft gisteren 800 K.G. post en
een passagier naar Schiermonnikoog overge-
.Jk
Temidden dezer overwegingen was de Pon-
tenae's paard kreupel geworden en hij had zich
dus verplicht gezien af te stijgen en het dier
vertier te leide-n. Hij liep langs het verlaten
boschpad en vloekte en sohold op zijn pech.
Toen was hij ineens gestooten op den dooden
boer, die daar zoo maar dwars over het pad
lag en nu stond hij besluiteloos naar dat lijk
te zien, terwijl zijn gedachten niet aflieten van
het mysterie van den dood, maai- nog minder
van het mysterie der broederschap van allen,
die hier samenwonen om gelukkig te zijn.
Een heel vreemde houding voor dezen man,
want de Pontenae stond boven het doorsnee
type van een hoveling in krijgsdienst. Men
had slechts even te letten op dat krachtige,
vierkante gezicht, de scherpe lijnen, de vin
nig gesloten lippen en de heldere en sehitte
rende oogen om te weten, dat men te doen
had met een woelenden, meesterlijken geest,
die aan zich zelf genoeg had, die het tegen
allen dorst op te nemen, den hartstoehtelijken
man, die steeds behoefte had om te vechten,
zij het voor zich zelf of voor anderen, tegen
het geluk, tegen hindernissen of tegen zijn me
demenseben. Die de hitte van den strijd niet
missen kon.
En toch, ondanks deze barbaarsche trekken
bestond er een betere Raoul de Pontenae
voor hit gewone oog verborgen, maar die toch
telkens even aan het daglicht kwam. Zoo had
hij in Italië een vrouw met haar kind gered
met gevaar van zijn leven. Hij had ze verde
digd tegen de ruwe en dreigende houding van
zijn eigen commandant en voorgoed diens haat
afgeroepen.
Zoo kwam het, dat aan de verlaten kappel
letjes aan den rand van een blauw-groenen
heuvel vrouwen en kinderen neerknielden om
te bidden voor dien koenen Fransdhman met
de blauwe oogen. Tegelijkertijd zaten mooie
dames in de groote zalen van Versailles achter
haar waaieTs te ginnegappen cn soms een
beetje te beven, Indien zij elkander de groote
verhalen deden van zijn durf en verregaande
onbeschaamdheid.
De doode boer lag daar nog altijd in den
weg en waarschijnlijk zou de Pontenae ten
slotte zijn schouders hebben opgehaald, over
bet lijk zijn gestapt en zijn weg hebben ver
volgd, indien hij niet in het kreupelhout het
geluid van schuifelende voetstappen had ver
nomen.
In een oogwenk had hij Craisett's teugel los
gelaten. Toen verdween hij in het struikge
was en kwam er even later uit voorschijn met
een man, dien hij zonder vormen van proces
bij zijn kraag had gevat en nu voor zich uit
duwde, zonder acht te geven op hst gejammer
van zijn slachtoffer.
Het was een andere boer, veel ouder, dan
bracht en is teruggekeerd met 100 K.G. post
en 6 passagiers. Vermoedelijk wordt heden weer
een vlucht gemaakt.
Een vliegtuig op Terschelling.
Men meldt uit Terschelling
Gisterenmorgen kwart voor twaalf arriveerde
hier een vliegtuig der K.L.M. met 22 zakken
post. Om 12 uur vertrok het weer naar Amster
dam met 2 zakken post en 7 passagiers aan
boord.
De verbinding tusschen Terschelling en
Vlieland.
Men meldt ons uit Terschelling
Do sleepboot „De Volharding" heeft gisteren
middag e.n verbinding met Vlieland tot etand
gebracht en een partij vrachtgoed, levensmid
delen en post op Vlieland afgegeven.
„De Volharding" zal waarschijnlijk heden
trachten IJmuiden te bereiken om een lading
meel en andere levensmiddelen te halen. Ter
schelling heeft de laatste 14 dagen geen ver
binding door een boot met den vasten wal
gehad. Er begint meelgebrek en gebrek aan
andere levensmiddelen te komen, die niet vol
doende per vliegtuig kunnen worden aange
bracht.
HET IJS OP DE WADDEN GEVAARLIJK.
Van bevoegde zijde vestigt men de aandacht
er op, dat het maken van wandeltochten over
de Wadden, vooral op het oogenblik, zeer ge
vaarlijk is.
DE ACTIE VAN HET ROODE KRUIS.
Het Hoofdbestuur van het Nederlandsehe
Roode Kruis, Princessegracht 27 te 's-Graven-
hags ontving door telegrafische -overmaking
via de Javasche Bank een bedrag ad 620 voor
leniging van den nood door de koude, ingeza
meld in de Witte Sociëteit te Medan.
Verdere giften voor dit doel worden nog
gaarne per postwissel of giro (rekening No.
22120) onder het motto „Btrenge koude 1929"
ingewacht.
Het hoofdfoest uur van het Nederlandse ae
Roode Kruis verzond 25 dekens aan d,e ge
meente Rijswijk (Z.H.),, 40 dekens aan -oen
burgemeester van Rolde (Dr.), en 25 dekens
aan den burgemeester van Berke! en Roden
rijs (Z.-H.).
BOOTDIENSTEN OP DE WESTERSCHELDE
De b-ootdiensten op de Westerschelde hebben
vooral tijdens de duisternis nog altijd met het
drijfijs te kampen. Toch konden Dinsdag van
de 8 diensten VliesingenBreskeus v. v. er 6
worden volbracht. De eerste en de laatste dienst
moesten vervallen.
Op de lijn VlissingenTerneuzen werden 3 in
plaats van 4 reizen gemaakt, terwijl op de 'lijn
Neuzen—HoedekenskerkeHansweert de vroeg
diensten moesten uitvallen.
ZIEKE ViSSCHERS
Tengevolge van de strenge koude op zee ko
men de meeste stoomtrawlers met zieke opva
renden van de Noordzeevissckerij te IJmuiden
terug. Het is dan ook voor de reederijen moei
lijk de nood (ge bemanningen voor hare schepen
bijeen te krijgen, zoodat gisteren zelfs eenige
schepen in de haven aldaar moesten blijven
liggen.
NOG EEN SLACHTOFFER.
Jongen verdronken
Gisterenavond was de ,1'2-jarige II. C. Dol alt
de Burgsfceeg te Leiden door zijn ouders uitge
zonden om een boodschap te doen. Aangezien
hij na eenige uren nog niet was teruggekeerd,
maakten zij zich ongerust en waarschuwden de
politie.
Deze heeft gistermorgen zijn lijk uit het a's
hij de Vischbvug opgehaald.
het lijk dat daar naast een primitieve rust
bank lag. Raoul liet den tegenspartelenden
oude los. Deze bekommerde zich niet meer om
zijn harde behandeling en kroop op handen en
voeten naar den doode.
Hij sloeg zich herhaalde malen op de borst,
bukte zich toen over het doode lichaam kuste
de doode lippen, daarna de wangen, die zwart
gebrand waren door de zon en begon te
schreeuwen
Jean!.... Jean'.... Jean!
Plotseling veranderde hij van houding Zich
weer terugtrekkend van het lijk en steunend
op zijn hielen, richtte hij het hoofd op. Hij
ging te keer als een bezetene en begon te vloe
ken tegen hen, aan wier deur zijn oudste zoon
bezweken was.
Raoul bleef staan luisteren, want het mede
lijden werd nu sterker dan de minachting. Hij
bemerkte niet eens, dat er nog twee andere
personen naderden een dorpspastoor die er
haveloos en mager uitzag, en naast een ver
bazend stevigen kerel stapte.
Beiden waren ten zeerste verrast toen zij
dien deftigen ridder zagen staan als de blijk
baar koele getuige van dit hartverscheurend
tooneel. Achteloos leunde Raoul weer tegen
Croisette den teugel in de hand terwijl zijn
rechterarm over hals en manen van het edele
dier lag, als wilde hij het beschermen tegen
al dit onwaardige gedoe van 'n huile-balkenden
boer. Het scheen een nieuw interessant geval
voor hem; die oude vader, die in zijn aan- I
klachten tegen de moordenaars van zijn zoon,
al de kracht van zijn longen combineerde aan
verontwaardiging en droefheid.
De pastoor stapte het eerst naar voren. Hij
legde zijn magere hand op de dunne schouders
van den jammerenden grijsaard.
Vrede, mijn zoon, zei hij zacht. Zullen al
die VTeeselijbe woorden den doode weer tot
leven brengen? Brengen zij eerder de levenden
niet in doodsgevaar?
Aller oogen richtten zich bij deze beteekenis-
volle woorden op Raonl, die, daar deze on
vriendelijke aandacht hem niet ontging, zijn
hoed afnam, cn voor den priester een buiging
maakte
Ik vraag u wel vergeving voor uw on
juist vermoeden, mijnheer, zei hij rustig. Ik
was niet van plan me verder in te laten met
het geklaag van dezen armen kerel. Een uur
geleden werd mijn paard kreupel aan zijn
rechterpoot en terwijl ik het dus langs dit
pad leidde, stiet ik plotseling op een even
vervelende als onwelkome hindernis. Ik
stond me juist af te vragen, hoe hij hier aan
zijn eind was gekomen, toen die oude op het
tooneel verscheen.
Ook de priester boog nu even het hoofd.
Het was een mager man, wien het verstorven
HET BENZINESCHIP TE GORINCHEM i
Geen direct gevaar
Om alle geruchten omtrent het schip met
benzine, die in Gorinchem en -omstreken de
ronde doen, uit de wereld te helpen, is aldaar
het volgende gepubliceerd:
De burgemeester deelt ter geruststelling
mede, dat het tankschip, beladen met benzine
en gelegen buiten de Waterpoort, zoolang de
luiken gesloten blijven, geen enkei gevaar voor
de stad oplevert De burgemeester heeft zich
in verbinding gesteld met verschillende autori
teiten ten einde maal regelen te treffen bij dool-
weer. Het G-orcumsefie publiek kan meewerken
door met vuur uit de nabijheid van het schip
ïe blijven."
PATER J. PLÜYM C.ss.R. f
Hef bericht iu osis blad van gisteren
omtrent het -overlijden van d-en Zeereerw.
Pater J. Pluym behoeft in zooverre verbetering,
dat de thans overledene niet behoorde tot de
Orde dor Carmolieten, doch tot de Congre
gatie van -dein Allerheiligst-en Verlosser.
Pater Pèuya» was geboren op 17 November
1S68. Hij werd geprofest 29 September 18-S9
en pries tergewijd te Wittem op 15 October 1394.
In zijn priester-loopbaan gaf Pater Pluym
zeer vele missies en retraiten. Van zijn hand
verschenen talrijke geschriften, o.m. ©en aoek
over liturgie -en verscheidene devotie-boekjes.
NAAR DE MISSIE.
Heden v-vertrokken naar de Missie in Argen
tinië de Zsereerw. Pater G. van Ham S.S S„
geb. in Borkel en Schaft en de Eerw. Broeder
Teotimus, geb. te Baarle Nassau.
Pater van Ham vertrok voot de tweed©
maal naar deze Missie.
BE STAKING AAN „DE BIESBOSCH"
Weer opgeheven
De Maandag uitgebroken wilde staking aan
de Machinefabriek „De Biesboseb" te Dordrecht
is weer opgeheven, nadat in 'n Maandagmid
dag geitenden vergadering de directie over
weging toezegde, am de arbeidstijd de volgen
de week te verlengen. Al bet personeel is
hedenmorgen weer aan het werk gegaan.
UIT DE STEEN-INDUSTRIE. 3-1
Onderhandelingen over het collectief contract
Te Nijmegen en Arnhem werden Maandag
groote diatri-atsvergaderingen gehouden ma
den R. K. Steenfabrt-eksarh-i/d-eTsbond St.
Stephanas.
Besloten werd de leiding vrij te toten in
de onderhandelingen voor bet oolleetief ar-
b ód-soootract en de doel treffandate maat
regelen te. treffen in zake bestrijding van d-ö
gevolgen der felle koude en werkloosheid.
DE STAKING BIJ V. D. TE ALKMAAR
Twee-derde van het personeel erbij betrokken
De aangekondigde staking van de meisjes
op het atelier van V. D. te Alkmaar is inge
gaan. Van de 60 zijn er ongeveer -40 meisjes
niet aan het werk gegaan. De firma, die aan
neemt dat deze meisjes haar ontsiag genomen
hebben, tracht nieuw personeel te krijgen.
leven op het gezicht stond te lezen. Daarin
lagen een paar vurige oogen, die rusteloos uit
zagen, steeds schenen te loeren langs den
scherpen neus. De zinnelijke mond was in
scherpe tegenstelling met bet geheele uiterlijk
van dien man, dat een leven van boete en in
getogenheid verried. Was hij tevens niet zijn
wapenschild van doorzettingsvermogen en
trouw aan de drie beloften, ondanks de inge
boren neigingen van zijn landelijke natuur?
Hij was zeker nog te jong in zijn dienst om
de waarde der bescheidenheid te hebben leeren
waardeeren, vooral waar het ©en machtige van
het hof betro-f. Maar was hij niet een zoon van
dit vertrapte volk? Was er geen onoverbrug
bare kloof tusschen zijn hart en eerlijk be
staan en het luie, gemakkelijke leven dat een
deel der priesterschap zich had aangewend on
der den verderflijken invloed van Versailles?
Hij zou zelfs niet hebben willen aanzitten aan
de overdadige feestmaaltijden, die de hoog©
prelaten elkander en de ridderschap aanboden
ten koste van bet valk.
Hoe die man aan dat verschrikkelijk
einde kwam, monsieur? klonk het in scherpe
tonen door de verlatenheid van dit boscn. Dat
zal ik je wel even vertellen, als n er belang
in stelt. Gebrek en moord hebben Jean Mois-
■set het leven benomen Verlangt u nog meer
bizonderbeden? U zult ze duizend malen hoo-
ren herhalen door geheel Frankrijk want het
is de geschiedenis van zijn derden stand, van
zijn ploeterend volk, dat uitgezogen wordt door
de groote heeren, dat zweten en werken moet,
om hen te laten feesten en luilakken. Jean was
een eerlijke, goedhartige kcr-eU te goeder
trouw en tevreden met het kleine stukje grond,
dat hij met veel vlijt bebouwde en zijn eigen-
aom mocht noemen. In de goede dagen, die
nou in het verleden iiggen, was dat nog moge
lijk, ofschoon er een derde naar den koning
moest, een derde naar de kerk en uit de rest
de onkosten moesten worden bestreden. Maar
toch, ln die goede flag an kon hij met zijn wei
nige behoeften dus gemakkelijk rond komen.
Zoo gelukkig voelde hij zich, dat hij de dwaas
heid beging te trouwen. Hij had al jaren zjjn
lieve Marie in stilte bemind maar weik
recht had een boer om vrij te beminnen ent
zuiver te trouwen? Jean vergat zich reken
schap te geven van dit -onreeht och je ver
geet wei meer als je tot over je ooien verliefd
bent. Maai1 toen kwam er 'n slecht jaar. Zul
ke tegenslagen troffén hen, dat Jean en zijn
vrouw geen kans zagen hun belasting te
betalen.
(Wordt vervolgd).