UIT DE R.K. STAATSPARTIJ FEUILLETON DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN De door het Partijbestuur vastgestelde verzamellijsten KONING MANDRIJN ZATERDAG 2 MAART 1929 DERDE BLAD FAG'MA 2 GROEP DEN BOSCH ZEELAND. LIJST TILBURG. GROEP ARNHEM-NIJ MEGEN. GROEP AMSTERDAM-VGRAVENHAGE ROTTERDAM. GROEP HAARLEM-HELDER. GROEP LEID EN-DO RDRECHT. FRIESLAND-GRONÏNGEN. LIJST UTRECHT. GROEP ZWOLLE-ASSEN. LIJST LIMBURG. UIT DE R. K. STAATSPARTIJ IIET INTERN. EUCHARISTISCH CONGRES TE CARTHAGO. HET NOORDERLICHT WAARNEEMBAAR NIET MET ONTSLAG GEDREIGD Het bestuur der R. K. Staatspartij heeft inge volge de bepalingen van artikel 15 van het Kiesreglement de verzamellijsten vastgesteld van de aanwijzingen, sis candidaat voor de Tweede Kamer. Wij laten de lijsten hieronder volgen. P. achter een naam beteekent: wenscht slechts hls plaatsvervanger fn aanmerking te komen. Deskundigen op het gebied van Landbouw taken en het Landbouwvraagstuk: Beek, J. C. van. Deurne (P.), Fleskens, A. N.. Geldrop. Deskundige op bet gebied der Defensie: .Angenent. A. W., Den Helder (P.). Deckers, Kr. Dr. L. N., 'e Gravenhage; Schaepman, Th. F M-, 's Gravenhage (P.). Deskundige op het gebied van Middenstands- zaken en het Middenstands vraagstuk: Lam- bermont. J. A. M.. Middelburg (P.), Lockefeer, E Th., Hulst, Mes, G. M., Middelburg (P.), Meyring, Joe E. A. M„ 's Hertogenbosch (P.), Waesberghe, L. F, M. van, Hulst, (P.). Vrije plaatsen: Adriaa-nssens, G. J., Wals oorden (P.); Bilt. Ch. L. v. d„ Haarlem; Bon gaerts, Ir. M. C. E., 's Gravenhage; Bulten, G., Voorhout; Braken, H. J. W. v. d.. Utrecht; Deckers, Dr. Ir. J. H. F., 's Hertogenboscb Deelen, H. L. F. J., Amsterdam; Droog. Dr. E. A. M.. Heemstede; Engels, A. H. J-, Leiden; Guit, L. F., 'a Gravenhage: Hellenberg HubaT, Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk; Krijgsman. M., 's HertogenboechLaan, 'J. Tb. v. d.. Zuilen (P.); Mcviier, Dr. H. W. E., Tilburg; Nijkamp, H. C., Enschede (P.); Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht (P.): Poli, M. J. van, Helmond; Putt, X L. H. v. d„ Eindhoven (P.); Sassen, J. C. H. M. W., Geertruldenberg; Schroder, J. E. F. J Eindhoven; Smits van Oijen, F. J. M., Eind hoven; Steenberghe, Mr. M. P. L., Goirle; Teu- lings, Mr. F. G. C. J. M., 's Hertogenbosch; TJyen, F. Th. H., Eindhoven; Vienings, J. W„ Clinge; Voa, A. J. de. Oosterhout; Vos, Jac. Azn., Roosendaal; Wel, J. W. van. Helmond. Deskundige op het gebied der vraagstukken de Overzeeeche Gewesten betreffende. Feber, Ir. L. J. M., 's Gravenhage. Vriens, Dr. J. G. C., Utrecht (P.); Brox Dr. W„ Weltevreden (Ba tavia). Deskundige op het gebied van Arbeidszaken en het. Arbeidsvraagstuk: Kuiper, C. J., Utrecht; Meijs, A. van der, Utrecht; Valken burg, C. A. Roosendaal (P.), Vrije plaatsen: Aken, J. J. van, Zevenber gen: Bongaerts, Ir. M. C, E., 's Gravenhage; Braken, H. J. W. v. d.. Utrecht; Bulten, G., Voorhout; Deckers, D;. Ir. J. H. F., 's Her- togenboschDroog. Dr. E. A. M„ Heemstede; Engels, A. H. J., Leiden; Guit, L. F., 'e Graven hage; Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk: Laan. J. Th. v. d., Zuilen (P.); Mol itr. Dr. H. W. E., Tilburg; Nijkamp, H. C., Enschede (P.); Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht, (P.>; Poll» M. J. M. van, Helmond; Romme. Mr. C. P. M., Amsterdam; Sassen, J. C. H. M. W., Ce-rtruidenberg: Smits van Oyen, F. J. M., E ndaoven: Steenberghe, Mr. M. P. L., Goirle; SieeuhoCf-Smulders, mevr. Alb„ Baarn; Vos, A J. de, C'isterhout; Vos, J. (Ant. Zn.), Roo- Ken-l«al; Waszink, Mr. M. A. M., 's Graven- Deskundige op bet gebied van de Algemee- ne Onderwijs wetgeving: Charbo, W., Doetin- chem; Si jets, Mr. B. G. A., Nijmegen (P.); Wijnbergen, Mr. A. I. M. J. Baron van, Utrecht. Deskundige op het gebied der Teehnisch-Ju- ridieche vraagstukken in de wetgeving: Basten Batenburg, Mr. W. v., Zuüphen (P.); Nispen tot Sevenaer, Jbr. Mr. C. M. O. van, 's Hertogen bosch (P.); Scbaik, Mr. J. R. H. van 's Gra venhage; Velden, Mr. P. I. J- M. v. d., Nijme gen (P.). Vrije plaats: Blom, Mr. Drs. P. A. F„ Anger- lo; Bongaerts, Ir. M. E. C., 's Gravenhage; Bulten. G., Voorhout; Duikers, Dr. Ir. J. H. F., 's Hertogenbosch; Droog, Dr. E. A. M., Heem stede; Guit, L. F., 's Gravenhage; Hellenberg Hnbar, Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk; Kamp- scboer, G. W., Monster; Knigge, C., Wi'.nis; Krijgsman, M.. 's Hertogenbosch: Laan, J. Th. v. d„ Zuilen (P.)Oomen, Dr. A. J. B„ Utrecht (P.); Poll, M. J. M. v., Helmond; Ruij- ter, H., Arnbem (P.); Sand, H. G. J. v. d., Arnhem (P.); Smits van Oyen, F, J. M., Eind hoven: Steenberghe, Mr. P. L., Goirle; Steen- hoff-Smulders, m-ewr. A., Baarn; Voorst tot Voorst. L. F. J. M. Baron van, Twello; Vos, Jac Azn., Roosendaal; IJsselmuiden, J. J. W„ Arnhem; Zwart, J. A. de, Nijmegen (P.). Deskundige op het gebied van het Binnen- iandsoh Bestuur: Baars, Mr. W. F. C., Rotter dam (P.); Goseling, Mr. C. M. J. F„ Amsterdam (P.)Oever, Mr. D. J. I. v. d., Schevenineen (P.); Ruys de Beerenbrouck, Jhr. Mr. Ch. J. M., 's Gravenhage. Deskundige op het gebied van Arbeidszaken en het Arbeidsvraagstuk: Kuiper. C. J., Utrecht; Steinmetz, W., Amsterdam (P.). Vrije plaatsen: Angeren, Mi. J. R. M. van, 's Gravenhage; Angeren, Mr. J. M. J. F., 'e Gra venhage (P.): Bilt Ch. L. v. d„ Haarlem; Bongaerts, Ir. M.»C. E„'s Gravenhage; Bulten, G., Voorbout; Coebergb, Mej. D. M. J., Leiden (P.); Conijn, A. C., Doetinchem; Droog, Dr. E, A. M„ Heemstede; Engels. A. H. J., Leiden: Guit, L. F., '8 Gravenhage; Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk; Jong, Mr. H. W. J, M. de, Scheventngen; Kampschoer, G. W., Monster; Kok, J. D. de, Loosduinen: Kropman, Mr. G. C. J. D., Amsterdam; Laan. J. Tb. v. d. Zuilen (P.); Lambooy. J. M. J. H., s Graven hage; Molier, Dr. H, W. E., Tilburg; Nieu- wenhuis, W. J., Amsterdam; Nijkamp, H. C., Enschede (P.); Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht (P.); Poll, M. J. M. van. Helmond: Romme. Mr. C. P. M., Amsterdam; Rooyen, L. H. van, Amsterdam (P.); Rnssel, Mr. G. M. G, H., Am sterdam; Sand, H. G. J. v. d. Arnhem (P-): Steenberghe, Mr. M. P. L., Goirle; Steenhoff- Smulders, mevr. A., Baarn; Willemsen, P. A„ Rotterdam. Deskundige op het gebied van Handel, Nij verheid en Verkeer; Kamphuis, J., Zaandam; Kortenhorst, Dr. L. G., *s Gravenhage. Een persoon die geschikt is te beoordeelen de speciale positie der vrouwen in het maat schappelijk en staatkundig leven: Brouns-van Besouw, mevr. W.A., 's Hertogenhosch; Hut ten, mej. A., Utrecht (P.); Meijer, Mevr, J. A. J. M., Rotterdam; Post, mej. C. M., Delft. Vrije plaats: Bilt, Ch. L. van der, Haarlem; Brussel, F., 's Gravenhage (P.); Bulten, G., Voorhout; Droog, Dr. E. A. M., Heemstede: Groen, Jac. Az.. Zuid-Scharwoude (P.); Guit, L. F., 's Gravenhage; Hellenberg Hubar, Mr, J. A. G. M. van, Rijswijk; Kusters, Mr. H. A. J. M., Alkmaar (P.); Kampschoer, G. W., Mon ster; Laan, J. Th. v. d., Zuilen (P.); Leesberg, Mr. A. J. M., Alkmaar, (P.); Molier, Dr. H. W. E., Tilburg; Nnland, H.F. van, Schagen (P.); Nijssen, J. P., Santpoort (P.); Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht (P)Poli, M. J. M. van, Helmond; Romme, Mr. C. P. M., Amsterdam; Sand, H. G. J. v. d., Arnhem (P.)Straman, J. A., Ouder kerk a/d Amstel; Stumpel, E. J. M„ Hoorn (P.); Vos, Jac. A.zn., Roosendaal. Deskundige op het gebied der Staats-finan- ciën: Keestra, IJ., Culemborg (P.); Vuuren. A. C. A. van, 's Gravenhage. Deskundige op bet gebied van Arbeidszaken en het Arbeidsvraagstuk: Kuiper, C. J., Utrecht; Loerakker, A. J. Schoten; Visser, M. E., Leeuwarden (P.); Welie, F. van, Utrecht (P)- Vrije plaatsen: Berger, Mr. B„ Venlo (P); Borg, H. D. v. d., Groningen; Bulten, G„ Voor hout; Deerenberg, A. C. A., Schoonhoven; Droog, Dr. E. A. M., Heemstede; Gouverneur, J. P., Sassenheim; Guit, L. F„ 's Gravenhage; Hellenberg Hubar, Mr. J. G. A. M. van, Rijs wijk; Kampschoer, G. W., Monster; Kok, J. D. de. Loosduinen; Kropman, Mr. G. C. J. D„ Am sterdam; Laan, J. Th. v. d., Zuilen P.Nie- möller, Mr. L„ 's Gravenhage (P.); Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht (P.); Poli, M. J. M. van, Hel mond; Steenberghe, Mr. M. P. L„ Goirle; Steenhoff-Smulders, Mevr. A„ Boorn; Tepe, Mr. A, F. L. H., Leiden; Veelenturf, P. F., Hazers- woude; Winter, Dr. A., Dordrecht; Wubben, G. C., Rijswijk (Z.-H.). Deskundige op bet gebied van Lager Ouder wijs; Brand, F. A., Bunnik (P.); Bruir.sma, G., Utrecht (P.); Groeningen, P. J. van, Waver- veen (P.); Loon, L. W. van, Amersfoort (P.); Ortb, mej. M. J. E., Soest (P.): Ringelestein, D G. G„ Utrecht (P.); Suring, J. G., Maara- een. Vrije plaatsen: Beurden, A. F. van, Amers foort; Bongaerts, Ir. M. C. E., 's Gravenhage; Braken, H. J. W. van den. Utrecht; Doornik, 'N. G. van-, Baarn; Droog, Dr. E. A. M., Heem stede; Goeij, A. J. de, Montfoort (P.); Guit, L. F., 's Gravenhage; Hamers, Mr. J. M. M., Jut- phaas; Hazedonk, H. J. F. van. Schalkwijk; Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van, Rijs wijk; Jongerlus, J. A-, Maartensdijk; Kamp schoer, G. W., Monster; Kats, J. J. van, Ca- bauw; Knigge, C„ Wilnls; Laan. J. Th. van der. Zuilen (P.): Lucaesen. W., de Bilt; Oomen, Dr. A. J. B„ Utrecht (P.); Poll, M. J. M., Hel mond; Sasse van Ysselt, Jhr. Mr. C. A. J. van, Utrecht; Steenberghe, Mr. M. P. L„ Goirle: Voorst tot Voorst, L. F. J. M. Baron van, Twello. Deskundige op het gebied van de Sociaal- Economische vraagstukken in het algemeen, bijzonder daarbij inbegrepen de Volksgezond heid en Volkshuisvesting: Aalberse, Prof. Mr. P J. M„ 's Gravenhage; Brandsma, Mr. A. W. E., Zwolle (P.); Schneider, Mr. Dr. J. W., (P.); Schoemaker, A. J., Deventer (P.). Vrije plaats: Buiten, G.. Voorhout; Droog, Dr. E. A. M., Heemstede; Engels, A. II. J„ Leiden: Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van. Rijs wijk; Hemel, J. B„ Coevorden (P.); Nijkamp, H. C., Enschede (P); Oomen, Dr. A. J. B„ Utrecht (P); Poll, M. J. M„ Helmond; Rnyter, H., Arnhem (P.); Steenberghe, Mr. M. P. L„ Goirle; Voorst tot Voorst, L. F. J. M. Baron van, Twello; Wesselink, G. J-, Geesteren. Deskundige op bet gebied van de Internatio nale vraagstukken: Nolens, Mgr. Dr. W. H., 's Gravenhage; Regout, Mr. Dr. L. F. R„ Meers- sen (P.); Serrarens, P. J. S„ Blltheven (P.) Deskundige op het gebied van Arbeidszaken en het Arbeidsvraagstuk: Hermans, H. G. M., 'a Gravenhage; Kuiper, C. J., Utrecht; Maenen, J. H„ Heerlen (P). Deskundige op het gebied van Landbouwza ken en het Landbouwvraagstuk: Ament, J. J, C,. Roermond: Quaedvlleg, W. F. J., Kerkrade; Trienekens, H. H., Venlo (P.). Vrije plaatsen: Bongaerts, M. C. E., "s Gra venhage; Braken, H. J. W. v. d„ Utrecht; Bul ten, G., Voorhout; Droog, Dr. E. A. M., Heem stede; Engels, A. H. J., Leiden; Erkens, P. H. A., Geleen; Guit, L. F., 's Gravenhage; Haan, L. N. H., Nieuwstadt (P.); Habets, G. H. A., Kerkrade; Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk; Kneepkens, Mr. C. M. F., Maas tricht; Kranendonk Duffels, Dr. J. A. van Bre da; Laan, J. Th. v, d.. Zuilen (P.); Lambooy, J. M. J. H., 'e Gravenhage; Lokven, H. J. F., Venlo (P.); Moller, Dr. H. W. E., Tilburg; Nijkamp, H. C., Utrecht (P); Nijnatten, A. A. van, Maastricht; Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht (P.); Poll, M. J. M. van. Helmond; Ritzen, K. F., Heerlen; Ruttén, P. J., 's Gravenhage; Schoonbr-ood, J. M. H., Maastricht: Smits van Oyen, F. J. M., Eindhoven; Steenberghe, Mr. M. P. L., Goirle: Timgen, Mr. P. W. H„ Roer mond (P.); Ven, J. M. H. v. d Heerlen (P.); Vries, L. j. de, Heerlen, Waszink, Mr. M. A. M. 's Gravenhage; Zielemans, Chr., Brunssnm (P.). De kwestie-Veraart. Naar wij vefnemen, heeft het Partijbestuur der Kath. Staatspartij nog een correctie aan gebracht op de verzamellijstem van aanwij zingen als candidaat voor de Tweede Kamer, Daarbij is ook de heer Veraart onder de aan gewezenen voor een vrij en zetel opgenomen. De datum vastgesteld. De opening van het Internationaal Eucha ristisch Congres te Carthago in 1930 is vastge steld op 7 Mei. De sluitingsdag is 11 Mei. 'j „Boven een donkere wolkenbank was de hemel gelijkmatig verlicht" EEN INTERESSANT SCHOUWSPEL Men schrijft aan de „Leeuw. Crt.": Bijzonder duidelijk was W-oensdagavond tus- schen 8 en 9 uur het Noorderlicht waarneem baar. Boven een donkere wolkenbank was de hemel gelijkmatig verlicht, alsof de maan er achter te voorschijn zou komen. Hieruit schoten heldere stralenbundels, telkens wisselend om hoog, soms tot ongeveer 45 gr. boven den hori zon. De geheele Noordelijke hemel, van N.W. tot N.N.O. was verlicht. Later werden de stralen in het N.N.O. dof roodachtig getint, terwijl links daarnaast een groenige bundel, scherp af- geteekend, opschoot Nu eens waren de Ucht- schichten smal en hoog, dan weer breed en massief. Eindelijk verplaatste zich de roode lichtmassa langzaam naar links, intusschen overgaand in wit licht, tot ze eindelijk bijna werd geraakt (van detr41arlingerstraatweg go- zien) door de lichtarmen van den Brandaris. Een buitengewoon interessant schouwspel. Minister van der Vegte ontkent het bericht over de Louise-Groevc kwestie „HET BERUST OP FANTASIE" 1 Door den heer van Gijn was o.m. het volgen de gevraagd: Hebben de ministers kennis genomen van '1 bericht in de pers, dat de drie ingenieurs, die zich in November j.l. bij adres tot de Kamei richtten, om haar hun oorcfeel te doen kennen omtrent de wijze, waarop indertijd de Louise groeve werd geëxploiteerd en die kort daarop aan de Kam-r verzochten dit adies als niet- ingekomen te beschouwen, wegens den steun aan de Louise-groeve verleend, met ontslag zijn bedreigd in dien vorm. dat hun schriftelijk van Regeeringswege zoude zijn medegedeeld, dat een eventueele bemoeiing hunnerzijds met de zaak der Louisegroeve zoude worden be schouwd worden als een verzoek om eervol ont slag uit 's Rijfts dienst?" De minister van Waterstaat, de heer van der Vegte heeft hierop ontkennend geantwoord. Het bedoelde bericht berust op fantasie. VOORGESCHIEDENIS DEP» AEBEIDS-WETGKVING Opkomst der vakvereenlgingen in .Engeland Donderdagavond heeft oud-Minister pref. mr. P. J. M. Aaiiiberse voor de studenten deT R IC Handeishioogeseh-oo-l te Tilburg en voor belang stellenden een aca-de-m'i&ohe voordracht ge houden over h-e-t onderwerp: Uit de voorge schiedenis van de Engelsche arbeidswetgeving. Na er op gewezen te hebben, dat ln Enge land en ootk in ons land de drang naar een arbeidswetgeving nie-t van de arbeiders is uit gegaan, maar van kringen balten de arbeid»- beweging staande, deelde s,pr. zijn stof In een viertal punten in, n.i. een bes-dhouwing van de economische ontwikkeling dor ind-ustrie in En-geland in de eerste helft der 19e eeuw; een bespreking van de destijds bestaande ar beidstoestanden. zoo-als deze uit gehouden enquetss zijn gebleken; hoe arbeiders en werk gevers o,p die toestanden reageerden en hoe tenslotte edel denk nde menschen en de wet gever regeleind zlj-n opgetreden. ln deze eerste les besprak Prof. Aal-bcrso meer in het bijzonder de opkomst van En-ge- land's industrie, die omstreeks 1800 onder sociaal en economisch opzicht o-p een keerpunt was gekomen. Van lan-doouwstaat was Engeland 'n industrieland geworden. Oo-k werd de snelle bevolkings-aanwas der steden besproken en de daaruit voortvloeiende ellendige woningtoestan den. De volksgezondheid kwam in gevaar. In de arbelderscentra woekerden vaak besmette lijke ziekten, hetgeen de oogen deed opengaan der regeering. Enquête's werden gehouden, waaruit de ellende van' een onbeteugeld ar- baid-s-systeem bleek. Een sabri-kbarende vrou wen- en kinder-exploitafie heersohte in de In dustrie; kinderen van 6, 7 en 8 jaar werkten geregeld in de fabrieken 12 en 14 uren per dag. Naciht- en Zondagsarbeid waren geen uit zondering, terwijl daarbij voeding en verzorging alles te wenschen overlieten. De toestand was onhoudbaar. Aanvankelijk wilde de Staat echter alles zelf regelen en verbood de vakvereenlgingen. In 182 i kwam daarin evenwel verandering, doordat bij verrassing een wet werd aange nomen, waardoor het verbod van de oprichting van vakvereenlgingen werd opgeheven. De nadien ontstane vakactie ging hoe langer hos meer den kant der revolutionnair politieke be weging uit ais een reactie der arbeiders op den druk van een afschuwelijk mercantilisme. Met de op-roer king dat de arbeidswetgeving in alle landen thans een geheel anderen toe stand heelt ge-bracht, eindigde spr. deze eerste voordracht. E< :i voorspel tot de Fran3che Revolutie, door MAY WYNNE (Geautoriseerde vertaling). 4.) Ondanks deze zuurzoete overwegingen klonk ?r spoedig een vroolijk lied door den middag, want kwam hier niet een banneling terug, reed hier niet een levenslustig jongeling naar een paleis vol genoegens? Zouden geen harte lijke vrienden hem welkom toe roepen, waren er geen oogen schuw als van gazellen, maar vol begeeren, die hem volgen zouden, indien hij schreed van zaal tot zaal, was hij geen zeer geziene gast in den hofkring van den meest verfijnden en verkwistenden koning, die ooit op Frankrijks troon had gezeten? HOOFDSTUK II. In de Sail de Ia Paix. Pardleu! Mademoiselle, meende u werke lijk, dat ik het zachte fluisteren dier onverge lijkelijke lippen niet zon vernemen en ont raadselen? Monsieur de Pontenac boog zeer diep met haast overdreven eerbied, terwijl hij zijn drie- kantigen hoed vol lenige waardigheid voor zich uit bewoog, om zijn hulde te brengen aan een jonge vrouw die in een vensterbank zat van een der ruime en kostelijke zalen van het paleis van Versailles. Een schitterende stoet edellieden ging hun telkens met hunne dames voorbij. Zij kwamen van of gingen naar de Salie de la Paix, waar koning Lodewijk op dit oogenblik statie hield Even vervelend als de recepties waren van da koningin, waar alleen de ernstigen zware staatszaken kwamen bespreken, waar philo- sopbie en letterkunde ernstige punten van be spreking uitmaakten, even zorgeloos en uiter lijk prettig waren die uren In den kring van haar koninklijken gemaal. Achter haar waaiers fluisterden de schoone dames elkander de laatste pikante nieuwtjes toe en hoe stoutmoediger de schandalen waren, hoe meer men er in opging. Vooral de omrin gende edellieden waren de graag geziene jclaqeurs, zoover het hun eigen persoon niet betrof en het werd een vernuftige kunst om juist een der omstanders te betrekken ln een schandaal, dat voorloopig als publiek geheim moest worden bewaard. Het was een echt too- neel om een cynicus aan het moraliseeren te brengen en de deugdzamen te doen weenen, maar toch ontbrak het niet aan een verfijnds charme. De geest vierde er zijn triomfen en telkens vonkten flitsen van lichte ironie of direct ge plaatst sarcasme door dien kring van deca dente levensgenieters. Voor de niet geïnteres seerde toeschouwers viel er voldoende te ge nieten, aan lang overwogen en schitterend ge slaagde kleurensamenstellingen, aan een per fectie van bewegingen, die geen hooger punt meer wist te bereiken. Berst, indien men door de bekoring heen is, die de danser van Wat- teau heeft weten uit te oefenen, kan de psy choloog wellicht aan het peinzen slaan over het einde dezer beschaving, over het ziellooze dezer levensvirtuositeit. Maar zeker is, dat dit gezelschap hem heel spoedig verdreven zou hebben met enkele even fraai als stevig ge bouwde zinnen, even luchthartig als cynisch, even heidensch als geestig! Al kunnen bepoederde wangen moeilijk meer blozen, toch zagen de dames er niet minder be vallig uit. Indien haar oogen geen kans zagen om de verliefde blikken van haar cavaliers met een gnifigen oogopslag te beautwoorden, wa3 haar middag dermate bedorven, dat ze al spoe dig verveeld zaten te kijken, de mooie oogle den neer lieten over hun kijkvensters en met de deftige habitué's van het andere hof in dommelden. Raoul de Pontenac stond nu met zijn rug naar 't kluwen hovelingen en scheen voor het moment door niets anders in beslag genomen te worden dan door de tegenwoordigheid van de vriendelijke mademoiselle de Didereau, wier bevelen hij als een slaaf zou aanvaarden en uitvoeren. Maar ze stond nog schalks over hem te lachen, toen ze haar waaier naast zich legde en uit haar haarzak een schitterend gesneden ivoren doos opdiepte. Monsieur de Pontenac, sprak ze eindelijk, U bent nog even hoffelijk als steeds. Ik kan u wel zeggen, dat ik nu het middel gevonden heb, om verjongd aan het hof te kunnen ver schijnen indien het voortschrijden ven den tijd zich al te duidelijk zou laten gevoelen. En zou ik me mogen verrijken met de kennis van dit geheim? O, voorzeker, lachte mademoiselle Bide- rau vroolijk op. Gij immers hebt het me ont sluierd, maar hebt als Venus een spiegel noo- dig, om uw eigen schoonheid te zien ont vouwd. Mademoiselle, mijn zware lichaam volgt maar traag de vlucht van uwen geest. Wat is het middel om verjongd aan het hof te ver schijnen? Een jaar in bullinSscb-aP verdwijnen, antwoordde ze snel en gevat. Even stond de Pontenac getroffen. Maar hoe bescheiden ook zijn woorden hadden getuigd van zijn onvermogen een gesprek met deze bekoorlijke hovelinge op het booge peil gehou den, zijn antwoord getuigde van de routine, die hij allengs had verworven om zijn manne tje te staan in het hooge steekspel, der acht tiende eeuwsche conversatie. Dat is niet mogelijk, mademoiselle Hebe, daar de godin der jeugd niet meer behoeft te winnen of te herkrijgen, doch slechts te geven heeft. Ik zweer u dat het gewicht van mijn ballingschap geheel van mij afviel, toen ik den goddelijken glimlach rond uw fijn gesneden lippen zag opkomen, als een lentezon op een voorjaarsveld. Hij keek werkelijk met de oogen van een kenner naar dien glimlach en zij spreidde hem gul en lang ten toon, met het verfijnde van een coquette. Wat een gloed lag er in haar zwarte oogen, toen ze die telkens en telkens op de zijne richtte. Doch eindelijk spitsten haar roze lippen zich in een spottende prqutschheid toe. La, la, ik ben de wanhoop nabij. Mada me de Rénouille kwam zoo jui3t voorbij met den graaf d'Orguiet als een slaaf in haar na bijheid. Maar u had eens moeten zien, welk een toorn er in haar oogen lag, monsieur, toen zij bemerkte, wlen ik tot aangenaam gezel schap had gekregen. Ik kan u de verzekering geven, dat die arme graaf best wat opgekik kerd mag worden, a!s bij straks van haar ge zelschap is verlost! Hij zit heel diep in den put, door zijn voortdurende vrees, dat andere tongen aan het onthullen zullen gaan tegen over den echtgenoot van zü'n name, terwijl hij van haar kant moet lijden onder de pijn van haar scherpe tong. Als Ik er maar wat drage lijker uitzag, zou ik me haasten om hem te gaan troosten. Mademoiselle, n zult toch niet zoo wreed zijn om mij weer aan hst wanhopen te bren gen, nadat u me eerst ontboden hebt om van uw tegenwoordigheid te genieten? Ze betastte glimlachend haar ivoren doosje do „kleine Didereau" zooals ze door een do zijn om het hardst verliefde cavaliers schert send werd genoemd. Welaan, antwoordde zs ten slotte, nadat ze den armen jongeling wel vijf seconden ln onzekerheid had gelaten en tot het uiterste had gedreven door het ragfijne tasten van haar vingers In het snijwerk van haar poeder doosje. Ik wensch te weten of gij nog even be kwaam zijt in het plaatsen van een moesje, als vroeger. We hebben uw tegenwoordigheid reeds daarom ten zeerste ontbeerd. Toen ik dan ook vernam, dat u vanavond hier zou zijn, wilde ik niet eens, dat Legros ze voor mij zou maken. Zij opeude de doos, doch Borgde er wel voor, dat er zooveel tijd met deze handeling verlo ren ging, dat de toeschouwer overtuigd moest zijn van 't feit, dat ze de fijnst gevormde han den van geheel Frankrijk bezat. Immers had Lodewijk-de-Zeer-Beminde haar dit zelt niet verklaard, nadat hii ze ontwijd had met een vetten kus? Kijk eens, riep ze ten slotte uit iu ai of niet geveinsde voorpret van wat komen ging. U zoekt weer uit en ik zal er mijn goedkeuring aan hechten als vroeger. Weer werd de blik van bewondering beant woord door een vol behaagzucht. Louise de Di- derau leunde een weinig voor over. De Pon tenac was reeds op een knie gezonken en schonk lang zijn aandacht aan bet bewonde rend bestudeeren van het wonderlijk zuiver ge vormde ovale gelaat, dat delicaat den lof vroeg van het bescheiden aangewende roze. Nu waren de bleeke wangen juist mat genoeg om de lauwe gemoedsstemming van de „kleine Di- derau" te vertolken. Dat roze trad tevens naar voren als de heraut van pret en behaagzucht, die om gelegenheid vroegen om in volle kracht op te bloeien. Een prachtige witte haarlok, die door Legros zelf A la Frivolitë was ge kruld. In de zwarte oogen, had moeder natuur de kwaliteiten gelegd van schoonheid, schalks heid. Een meer waren ze van raadselen, die de Pontenac trachtte op te halen in dien lan gen verstandelijken blik op het schoone ge laat van de „kleine Didereau". Doch plotseling scheen Versailles weg te vallen. Vol schrik ontwaardde de hoofsche jongeling niets meer van zijde en fluweel, geen gepoederde pruiken zag hij meer en het ijle geluld der gesprekken kwam niet tot hem door. Niets anders was' er nog voor hem, daar tusschen het overschoone gelaat van de klei ne Diderau" en zijn oogen, niets anders dan het verwrongen doodenmasker vati 41en ellen dig om het leven gekomen boer. Hoe was het mogelijk, vroeg hij zich af, dat hij toe kon ge ven aan dit schrikbeeld, dat zich opdringerig stellen kwam voor het allcrlieflijkste gezicht aller hofdames. Wat had het aanbrengen van enkele moesjes op het gezicht der kleine Dide reau te maken met zijn ontmoeting, op 'n ver loren boschpad van Fontainebleau? Hij wilde wegdwingen uit zijn herinnering, dat beeld van dien man, die daar veel te jong was gestorven door ontbering, die zijn vrouw en kind was gevolgd ia de laatste hoop dier ellendigen: zoo spoedig mogelijk te mogen sterven. Bah het was verschrikkelijk dat andere ge ziekt en de waarheid, die het aan den dag had gebracht was nog vreeselijker. De waar heid, dat een gedeelte van Frankrijk van uit putting omkwam, de kreet, die rauw en heeseh tot hem was doorgedrongen, en nu nog hem achtervolgde, en hem niet losliet, toen hij meende in het aangenaam gezelschap van de kleine Didereau en de hoogstbelangrijke be zigheid van het aanbrengen van enkele moes jes alle zorgen, alle narigheid te vergeten. De kreet van het uitgeteerde volk van Frankrijk, die bier nn ketste tegen de muren van dit paleis, waar de weelde niets meer wist uit te denken om nog verfijnder en decaden- ter aan den dag te treden. Hij lachte eens har telijk om het schrikbeeld en zocht toen met volle concentratie van gedachtein een klein hartvormig moesje uit in de ivoren doos, dia hij van zijn dame had overgenomen, met trager bewegingen, dan noodig was geweest voor het overreiken alleen. Laat eens zien, of ik de kunst nog niet verleerd ben, riep hij uitgelaten. Een vlak bij je oog voor de passiouata? Maar die oogen hebben eigenlijk niets meer noodig om de aan dacht te trekken. Het is de onbestreden schoon heid slechts beleedigen. Wacht hier op de lip pen van de „coquette"? Maar ik wil me niet verlagen tot de lichtgeloovigen, die het gerucht als waarheid hebben opgevangen en doorge zonden. Nu een streekje rood op de onderlip voor de „discretia" maar komt de verveling niet over u door de gedachte alleen, dat we ons aan die saaie deugd zouden toewijden? Wat een verveling en melancholie klinken met dit woord samen» maar hier in den hoek van uw mond, een p'ekje voor den zoen, waar naar ik sinds mijn vertrek uit Versailles hon gerend verlangd heb. Met groote bekwaamheid had hij de mutsjes op haar wangen geverfd. Nu boog hij zich wat dichter naar haar over om klaarblijkelijk zijn belooning in ontvangst te nemen. Mademoisel le lachte, protesteerde en onderwierp zich. toen met de roecst.jnogcUjke schalksheid, vast van plan hem daarna een uitbrander te geven, toen ze haar keurige doos sloot en weei- op borg. Fi, monsieur, meent ge dat ik een van uw Normandische boerenmeisjes ben, die maar naar hartelust gezoend kunnen worden? En dan nog zoo in het openbaar. Ik kan u de ver zekering geven, dat ik luid om hulp zou heb ben geroepen, indien niet op het zelfde oogen blik madame de Rénouille was voorbijgeko men. Mijn bloed stond stil van den verschrik- kelijken blik, dien zij me toewierp. Indien ze op haar beurt een vervanger voor de kunst van monsieur Legros behoeft, moogt gij u zeker niet aan haar bede onttrekken. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 10