UIT DE R.K. STAATSPARTIJ
FEUILLETON
DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN
De door het Partijbestuur vastgestelde verzamellijsten
KONING MANDRIJN
ZATERDAG 2 MAART 1929
DERDE BLAD
FAG'MA 2
GROEP DEN BOSCH ZEELAND.
LIJST TILBURG.
GROEP ARNHEM-NIJ MEGEN.
GROEP AMSTERDAM-VGRAVENHAGE
ROTTERDAM.
GROEP HAARLEM-HELDER.
GROEP LEID EN-DO RDRECHT.
FRIESLAND-GRONÏNGEN.
LIJST UTRECHT.
GROEP ZWOLLE-ASSEN.
LIJST LIMBURG.
UIT DE R. K. STAATSPARTIJ
IIET INTERN. EUCHARISTISCH CONGRES
TE CARTHAGO.
HET NOORDERLICHT
WAARNEEMBAAR
NIET MET ONTSLAG GEDREIGD
Het bestuur der R. K. Staatspartij heeft inge
volge de bepalingen van artikel 15 van het
Kiesreglement de verzamellijsten vastgesteld
van de aanwijzingen, sis candidaat voor de
Tweede Kamer.
Wij laten de lijsten hieronder volgen. P.
achter een naam beteekent: wenscht slechts
hls plaatsvervanger fn aanmerking te komen.
Deskundigen op het gebied van Landbouw
taken en het Landbouwvraagstuk: Beek, J. C.
van. Deurne (P.), Fleskens, A. N.. Geldrop.
Deskundige op bet gebied der Defensie:
.Angenent. A. W., Den Helder (P.). Deckers,
Kr. Dr. L. N., 'e Gravenhage; Schaepman, Th.
F M-, 's Gravenhage (P.).
Deskundige op het gebied van Middenstands-
zaken en het Middenstands vraagstuk: Lam-
bermont. J. A. M.. Middelburg (P.), Lockefeer,
E Th., Hulst, Mes, G. M., Middelburg (P.),
Meyring, Joe E. A. M„ 's Hertogenbosch (P.),
Waesberghe, L. F, M. van, Hulst, (P.).
Vrije plaatsen: Adriaa-nssens, G. J., Wals
oorden (P.); Bilt. Ch. L. v. d„ Haarlem; Bon
gaerts, Ir. M. C. E., 's Gravenhage; Bulten,
G., Voorhout; Braken, H. J. W. v. d.. Utrecht;
Deckers, Dr. Ir. J. H. F., 's Hertogenboscb
Deelen, H. L. F. J., Amsterdam; Droog. Dr. E.
A. M.. Heemstede; Engels, A. H. J-, Leiden;
Guit, L. F., 'a Gravenhage: Hellenberg HubaT,
Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk; Krijgsman. M.,
's HertogenboechLaan, 'J. Tb. v. d.. Zuilen
(P.); Mcviier, Dr. H. W. E., Tilburg; Nijkamp,
H. C., Enschede (P.); Oomen, Dr. A. J. B.,
Utrecht (P.): Poli, M. J. van, Helmond; Putt,
X L. H. v. d„ Eindhoven (P.); Sassen, J. C.
H. M. W., Geertruldenberg; Schroder, J. E. F.
J Eindhoven; Smits van Oijen, F. J. M., Eind
hoven; Steenberghe, Mr. M. P. L., Goirle; Teu-
lings, Mr. F. G. C. J. M., 's Hertogenbosch;
TJyen, F. Th. H., Eindhoven; Vienings, J. W„
Clinge; Voa, A. J. de. Oosterhout; Vos, Jac.
Azn., Roosendaal; Wel, J. W. van. Helmond.
Deskundige op het gebied der vraagstukken
de Overzeeeche Gewesten betreffende. Feber,
Ir. L. J. M., 's Gravenhage. Vriens, Dr. J. G. C.,
Utrecht (P.); Brox Dr. W„ Weltevreden (Ba
tavia).
Deskundige op het gebied van Arbeidszaken
en het. Arbeidsvraagstuk: Kuiper, C. J.,
Utrecht; Meijs, A. van der, Utrecht; Valken
burg, C. A. Roosendaal (P.),
Vrije plaatsen: Aken, J. J. van, Zevenber
gen: Bongaerts, Ir. M. C, E., 's Gravenhage;
Braken, H. J. W. v. d.. Utrecht; Bulten, G.,
Voorhout; Deckers, D;. Ir. J. H. F., 's Her-
togenboschDroog. Dr. E. A. M„ Heemstede;
Engels, A. H. J., Leiden; Guit, L. F., 'e Graven
hage; Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van,
Rijswijk: Laan. J. Th. v. d., Zuilen (P.); Mol
itr. Dr. H. W. E., Tilburg; Nijkamp, H. C.,
Enschede (P.); Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht,
(P.>; Poll» M. J. M. van, Helmond; Romme. Mr.
C. P. M., Amsterdam; Sassen, J. C. H. M. W.,
Ce-rtruidenberg: Smits van Oyen, F. J. M.,
E ndaoven: Steenberghe, Mr. M. P. L., Goirle;
SieeuhoCf-Smulders, mevr. Alb„ Baarn; Vos,
A J. de, C'isterhout; Vos, J. (Ant. Zn.), Roo-
Ken-l«al; Waszink, Mr. M. A. M., 's Graven-
Deskundige op bet gebied van de Algemee-
ne Onderwijs wetgeving: Charbo, W., Doetin-
chem; Si jets, Mr. B. G. A., Nijmegen (P.);
Wijnbergen, Mr. A. I. M. J. Baron van, Utrecht.
Deskundige op het gebied der Teehnisch-Ju-
ridieche vraagstukken in de wetgeving: Basten
Batenburg, Mr. W. v., Zuüphen (P.); Nispen tot
Sevenaer, Jbr. Mr. C. M. O. van, 's Hertogen
bosch (P.); Scbaik, Mr. J. R. H. van 's Gra
venhage; Velden, Mr. P. I. J- M. v. d., Nijme
gen (P.).
Vrije plaats: Blom, Mr. Drs. P. A. F„ Anger-
lo; Bongaerts, Ir. M. E. C., 's Gravenhage;
Bulten. G., Voorhout; Duikers, Dr. Ir. J. H. F.,
's Hertogenbosch; Droog, Dr. E. A. M., Heem
stede; Guit, L. F., 's Gravenhage; Hellenberg
Hnbar, Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk; Kamp-
scboer, G. W., Monster; Knigge, C., Wi'.nis;
Krijgsman, M.. 's Hertogenbosch: Laan, J. Th.
v. d„ Zuilen (P.)Oomen, Dr. A. J. B„
Utrecht (P.); Poll, M. J. M. v., Helmond; Ruij-
ter, H., Arnbem (P.); Sand, H. G. J. v. d.,
Arnhem (P.); Smits van Oyen, F, J. M., Eind
hoven: Steenberghe, Mr. P. L., Goirle; Steen-
hoff-Smulders, m-ewr. A., Baarn; Voorst tot
Voorst. L. F. J. M. Baron van, Twello; Vos,
Jac Azn., Roosendaal; IJsselmuiden, J. J. W„
Arnhem; Zwart, J. A. de, Nijmegen (P.).
Deskundige op het gebied van het Binnen-
iandsoh Bestuur: Baars, Mr. W. F. C., Rotter
dam (P.); Goseling, Mr. C. M. J. F„ Amsterdam
(P.)Oever, Mr. D. J. I. v. d., Schevenineen
(P.); Ruys de Beerenbrouck, Jhr. Mr. Ch. J. M.,
's Gravenhage.
Deskundige op het gebied van Arbeidszaken
en het Arbeidsvraagstuk: Kuiper. C. J.,
Utrecht; Steinmetz, W., Amsterdam (P.).
Vrije plaatsen: Angeren, Mi. J. R. M. van,
's Gravenhage; Angeren, Mr. J. M. J. F., 'e Gra
venhage (P.): Bilt Ch. L. v. d„ Haarlem;
Bongaerts, Ir. M.»C. E„'s Gravenhage; Bulten,
G., Voorbout; Coebergb, Mej. D. M. J., Leiden
(P.); Conijn, A. C., Doetinchem; Droog, Dr.
E, A. M„ Heemstede; Engels. A. H. J., Leiden:
Guit, L. F., '8 Gravenhage; Hellenberg Hubar,
Mr. J. A. G. M. van, Rijswijk; Jong, Mr. H. W.
J, M. de, Scheventngen; Kampschoer, G. W.,
Monster; Kok, J. D. de, Loosduinen: Kropman,
Mr. G. C. J. D., Amsterdam; Laan. J. Tb. v. d.
Zuilen (P.); Lambooy. J. M. J. H., s Graven
hage; Molier, Dr. H, W. E., Tilburg; Nieu-
wenhuis, W. J., Amsterdam; Nijkamp, H. C.,
Enschede (P.); Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht
(P.); Poll, M. J. M. van. Helmond: Romme.
Mr. C. P. M., Amsterdam; Rooyen, L. H. van,
Amsterdam (P.); Rnssel, Mr. G. M. G, H., Am
sterdam; Sand, H. G. J. v. d. Arnhem (P-):
Steenberghe, Mr. M. P. L., Goirle; Steenhoff-
Smulders, mevr. A., Baarn; Willemsen, P. A„
Rotterdam.
Deskundige op het gebied van Handel, Nij
verheid en Verkeer; Kamphuis, J., Zaandam;
Kortenhorst, Dr. L. G., *s Gravenhage.
Een persoon die geschikt is te beoordeelen
de speciale positie der vrouwen in het maat
schappelijk en staatkundig leven: Brouns-van
Besouw, mevr. W.A., 's Hertogenhosch; Hut
ten, mej. A., Utrecht (P.); Meijer, Mevr, J. A.
J. M., Rotterdam; Post, mej. C. M., Delft.
Vrije plaats: Bilt, Ch. L. van der, Haarlem;
Brussel, F., 's Gravenhage (P.); Bulten, G.,
Voorhout; Droog, Dr. E. A. M., Heemstede:
Groen, Jac. Az.. Zuid-Scharwoude (P.); Guit,
L. F., 's Gravenhage; Hellenberg Hubar, Mr,
J. A. G. M. van, Rijswijk; Kusters, Mr. H. A.
J. M., Alkmaar (P.); Kampschoer, G. W., Mon
ster; Laan, J. Th. v. d., Zuilen (P.); Leesberg,
Mr. A. J. M., Alkmaar, (P.); Molier, Dr. H. W.
E., Tilburg; Nnland, H.F. van, Schagen (P.);
Nijssen, J. P., Santpoort (P.); Oomen, Dr. A.
J. B., Utrecht (P)Poli, M. J. M. van, Helmond;
Romme, Mr. C. P. M., Amsterdam; Sand, H. G.
J. v. d., Arnhem (P.)Straman, J. A., Ouder
kerk a/d Amstel; Stumpel, E. J. M„ Hoorn
(P.); Vos, Jac. A.zn., Roosendaal.
Deskundige op het gebied der Staats-finan-
ciën: Keestra, IJ., Culemborg (P.); Vuuren.
A. C. A. van, 's Gravenhage.
Deskundige op bet gebied van Arbeidszaken
en het Arbeidsvraagstuk: Kuiper, C. J.,
Utrecht; Loerakker, A. J. Schoten; Visser, M.
E., Leeuwarden (P.); Welie, F. van, Utrecht
(P)-
Vrije plaatsen: Berger, Mr. B„ Venlo (P);
Borg, H. D. v. d., Groningen; Bulten, G„ Voor
hout; Deerenberg, A. C. A., Schoonhoven;
Droog, Dr. E. A. M., Heemstede; Gouverneur,
J. P., Sassenheim; Guit, L. F„ 's Gravenhage;
Hellenberg Hubar, Mr. J. G. A. M. van, Rijs
wijk; Kampschoer, G. W., Monster; Kok, J. D.
de. Loosduinen; Kropman, Mr. G. C. J. D„ Am
sterdam; Laan, J. Th. v. d., Zuilen P.Nie-
möller, Mr. L„ 's Gravenhage (P.); Oomen, Dr.
A. J. B., Utrecht (P.); Poli, M. J. M. van, Hel
mond; Steenberghe, Mr. M. P. L„ Goirle;
Steenhoff-Smulders, Mevr. A„ Boorn; Tepe, Mr.
A, F. L. H., Leiden; Veelenturf, P. F., Hazers-
woude; Winter, Dr. A., Dordrecht; Wubben, G.
C., Rijswijk (Z.-H.).
Deskundige op bet gebied van Lager Ouder
wijs; Brand, F. A., Bunnik (P.); Bruir.sma, G.,
Utrecht (P.); Groeningen, P. J. van, Waver-
veen (P.); Loon, L. W. van, Amersfoort (P.);
Ortb, mej. M. J. E., Soest (P.): Ringelestein,
D G. G„ Utrecht (P.); Suring, J. G., Maara-
een.
Vrije plaatsen: Beurden, A. F. van, Amers
foort; Bongaerts, Ir. M. C. E., 's Gravenhage;
Braken, H. J. W. van den. Utrecht; Doornik, 'N.
G. van-, Baarn; Droog, Dr. E. A. M., Heem
stede; Goeij, A. J. de, Montfoort (P.); Guit, L.
F., 's Gravenhage; Hamers, Mr. J. M. M., Jut-
phaas; Hazedonk, H. J. F. van. Schalkwijk;
Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van, Rijs
wijk; Jongerlus, J. A-, Maartensdijk; Kamp
schoer, G. W., Monster; Kats, J. J. van, Ca-
bauw; Knigge, C„ Wilnls; Laan. J. Th. van der.
Zuilen (P.): Lucaesen. W., de Bilt; Oomen,
Dr. A. J. B„ Utrecht (P.); Poll, M. J. M., Hel
mond; Sasse van Ysselt, Jhr. Mr. C. A. J. van,
Utrecht; Steenberghe, Mr. M. P. L„ Goirle:
Voorst tot Voorst, L. F. J. M. Baron van,
Twello.
Deskundige op het gebied van de Sociaal-
Economische vraagstukken in het algemeen,
bijzonder daarbij inbegrepen de Volksgezond
heid en Volkshuisvesting: Aalberse, Prof. Mr.
P J. M„ 's Gravenhage; Brandsma, Mr. A.
W. E., Zwolle (P.); Schneider, Mr. Dr. J. W.,
(P.); Schoemaker, A. J., Deventer (P.).
Vrije plaats: Buiten, G.. Voorhout; Droog, Dr.
E. A. M., Heemstede; Engels, A. II. J„ Leiden:
Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M. van. Rijs
wijk; Hemel, J. B„ Coevorden (P.); Nijkamp,
H. C., Enschede (P); Oomen, Dr. A. J. B„
Utrecht (P); Poll, M. J. M„ Helmond; Rnyter,
H., Arnhem (P.); Steenberghe, Mr. M. P. L„
Goirle; Voorst tot Voorst, L. F. J. M. Baron
van, Twello; Wesselink, G. J-, Geesteren.
Deskundige op bet gebied van de Internatio
nale vraagstukken: Nolens, Mgr. Dr. W. H.,
's Gravenhage; Regout, Mr. Dr. L. F. R„ Meers-
sen (P.); Serrarens, P. J. S„ Blltheven (P.)
Deskundige op het gebied van Arbeidszaken
en het Arbeidsvraagstuk: Hermans, H. G. M.,
'a Gravenhage; Kuiper, C. J., Utrecht; Maenen,
J. H„ Heerlen (P).
Deskundige op het gebied van Landbouwza
ken en het Landbouwvraagstuk: Ament, J. J,
C,. Roermond: Quaedvlleg, W. F. J., Kerkrade;
Trienekens, H. H., Venlo (P.).
Vrije plaatsen: Bongaerts, M. C. E., "s Gra
venhage; Braken, H. J. W. v. d„ Utrecht; Bul
ten, G., Voorhout; Droog, Dr. E. A. M., Heem
stede; Engels, A. H. J., Leiden; Erkens, P. H.
A., Geleen; Guit, L. F., 's Gravenhage; Haan,
L. N. H., Nieuwstadt (P.); Habets, G. H. A.,
Kerkrade; Hellenberg Hubar, Mr. J. A. G. M.
van, Rijswijk; Kneepkens, Mr. C. M. F., Maas
tricht; Kranendonk Duffels, Dr. J. A. van Bre
da; Laan, J. Th. v, d.. Zuilen (P.); Lambooy,
J. M. J. H., 'e Gravenhage; Lokven, H. J. F.,
Venlo (P.); Moller, Dr. H. W. E., Tilburg;
Nijkamp, H. C., Utrecht (P); Nijnatten, A. A.
van, Maastricht; Oomen, Dr. A. J. B., Utrecht
(P.); Poll, M. J. M. van. Helmond; Ritzen, K.
F., Heerlen; Ruttén, P. J., 's Gravenhage;
Schoonbr-ood, J. M. H., Maastricht: Smits van
Oyen, F. J. M., Eindhoven; Steenberghe, Mr.
M. P. L., Goirle: Timgen, Mr. P. W. H„ Roer
mond (P.); Ven, J. M. H. v. d Heerlen (P.);
Vries, L. j. de, Heerlen, Waszink, Mr. M. A. M.
's Gravenhage; Zielemans, Chr., Brunssnm (P.).
De kwestie-Veraart.
Naar wij vefnemen, heeft het Partijbestuur
der Kath. Staatspartij nog een correctie aan
gebracht op de verzamellijstem van aanwij
zingen als candidaat voor de Tweede Kamer,
Daarbij is ook de heer Veraart onder de aan
gewezenen voor een vrij en zetel opgenomen.
De datum vastgesteld.
De opening van het Internationaal Eucha
ristisch Congres te Carthago in 1930 is vastge
steld op 7 Mei. De sluitingsdag is 11 Mei.
'j
„Boven een donkere wolkenbank was de hemel
gelijkmatig verlicht"
EEN INTERESSANT SCHOUWSPEL
Men schrijft aan de „Leeuw. Crt.":
Bijzonder duidelijk was W-oensdagavond tus-
schen 8 en 9 uur het Noorderlicht waarneem
baar. Boven een donkere wolkenbank was de
hemel gelijkmatig verlicht, alsof de maan er
achter te voorschijn zou komen. Hieruit schoten
heldere stralenbundels, telkens wisselend om
hoog, soms tot ongeveer 45 gr. boven den hori
zon. De geheele Noordelijke hemel, van N.W.
tot N.N.O. was verlicht. Later werden de stralen
in het N.N.O. dof roodachtig getint, terwijl
links daarnaast een groenige bundel, scherp af-
geteekend, opschoot Nu eens waren de Ucht-
schichten smal en hoog, dan weer breed en
massief. Eindelijk verplaatste zich de roode
lichtmassa langzaam naar links, intusschen
overgaand in wit licht, tot ze eindelijk bijna
werd geraakt (van detr41arlingerstraatweg go-
zien) door de lichtarmen van den Brandaris.
Een buitengewoon interessant schouwspel.
Minister van der Vegte ontkent het bericht
over de Louise-Groevc kwestie
„HET BERUST OP FANTASIE" 1
Door den heer van Gijn was o.m. het volgen
de gevraagd:
Hebben de ministers kennis genomen van '1
bericht in de pers, dat de drie ingenieurs, die
zich in November j.l. bij adres tot de Kamei
richtten, om haar hun oorcfeel te doen kennen
omtrent de wijze, waarop indertijd de Louise
groeve werd geëxploiteerd en die kort daarop
aan de Kam-r verzochten dit adies als niet-
ingekomen te beschouwen, wegens den steun
aan de Louise-groeve verleend, met ontslag
zijn bedreigd in dien vorm. dat hun schriftelijk
van Regeeringswege zoude zijn medegedeeld,
dat een eventueele bemoeiing hunnerzijds met
de zaak der Louisegroeve zoude worden be
schouwd worden als een verzoek om eervol ont
slag uit 's Rijfts dienst?"
De minister van Waterstaat, de heer van der
Vegte heeft hierop ontkennend geantwoord.
Het bedoelde bericht berust op fantasie.
VOORGESCHIEDENIS DEP»
AEBEIDS-WETGKVING
Opkomst der vakvereenlgingen in .Engeland
Donderdagavond heeft oud-Minister pref. mr.
P. J. M. Aaiiiberse voor de studenten deT R IC
Handeishioogeseh-oo-l te Tilburg en voor belang
stellenden een aca-de-m'i&ohe voordracht ge
houden over h-e-t onderwerp: Uit de voorge
schiedenis van de Engelsche arbeidswetgeving.
Na er op gewezen te hebben, dat ln Enge
land en ootk in ons land de drang naar een
arbeidswetgeving nie-t van de arbeiders is uit
gegaan, maar van kringen balten de arbeid»-
beweging staande, deelde s,pr. zijn stof In een
viertal punten in, n.i. een bes-dhouwing van de
economische ontwikkeling dor ind-ustrie in
En-geland in de eerste helft der 19e eeuw;
een bespreking van de destijds bestaande ar
beidstoestanden. zoo-als deze uit gehouden
enquetss zijn gebleken; hoe arbeiders en werk
gevers o,p die toestanden reageerden en hoe
tenslotte edel denk nde menschen en de wet
gever regeleind zlj-n opgetreden.
ln deze eerste les besprak Prof. Aal-bcrso
meer in het bijzonder de opkomst van En-ge-
land's industrie, die omstreeks 1800 onder
sociaal en economisch opzicht o-p een keerpunt
was gekomen. Van lan-doouwstaat was Engeland
'n industrieland geworden. Oo-k werd de snelle
bevolkings-aanwas der steden besproken en de
daaruit voortvloeiende ellendige woningtoestan
den. De volksgezondheid kwam in gevaar. In
de arbelderscentra woekerden vaak besmette
lijke ziekten, hetgeen de oogen deed opengaan
der regeering. Enquête's werden gehouden,
waaruit de ellende van' een onbeteugeld ar-
baid-s-systeem bleek. Een sabri-kbarende vrou
wen- en kinder-exploitafie heersohte in de In
dustrie; kinderen van 6, 7 en 8 jaar werkten
geregeld in de fabrieken 12 en 14 uren per
dag. Naciht- en Zondagsarbeid waren geen uit
zondering, terwijl daarbij voeding en verzorging
alles te wenschen overlieten. De toestand was
onhoudbaar.
Aanvankelijk wilde de Staat echter alles
zelf regelen en verbood de vakvereenlgingen.
In 182 i kwam daarin evenwel verandering,
doordat bij verrassing een wet werd aange
nomen, waardoor het verbod van de oprichting
van vakvereenlgingen werd opgeheven. De
nadien ontstane vakactie ging hoe langer hos
meer den kant der revolutionnair politieke be
weging uit ais een reactie der arbeiders op
den druk van een afschuwelijk mercantilisme.
Met de op-roer king dat de arbeidswetgeving
in alle landen thans een geheel anderen toe
stand heelt ge-bracht, eindigde spr. deze eerste
voordracht.
E< :i voorspel tot de Fran3che Revolutie,
door MAY WYNNE
(Geautoriseerde vertaling).
4.)
Ondanks deze zuurzoete overwegingen klonk
?r spoedig een vroolijk lied door den middag,
want kwam hier niet een banneling terug,
reed hier niet een levenslustig jongeling naar
een paleis vol genoegens? Zouden geen harte
lijke vrienden hem welkom toe roepen, waren
er geen oogen schuw als van gazellen, maar
vol begeeren, die hem volgen zouden, indien
hij schreed van zaal tot zaal, was hij geen
zeer geziene gast in den hofkring van den
meest verfijnden en verkwistenden koning, die
ooit op Frankrijks troon had gezeten?
HOOFDSTUK II.
In de Sail de Ia Paix.
Pardleu! Mademoiselle, meende u werke
lijk, dat ik het zachte fluisteren dier onverge
lijkelijke lippen niet zon vernemen en ont
raadselen?
Monsieur de Pontenac boog zeer diep met
haast overdreven eerbied, terwijl hij zijn drie-
kantigen hoed vol lenige waardigheid voor
zich uit bewoog, om zijn hulde te brengen aan
een jonge vrouw die in een vensterbank zat
van een der ruime en kostelijke zalen van het
paleis van Versailles.
Een schitterende stoet edellieden ging hun
telkens met hunne dames voorbij. Zij kwamen
van of gingen naar de Salie de la Paix, waar
koning Lodewijk op dit oogenblik statie hield
Even vervelend als de recepties waren van
da koningin, waar alleen de ernstigen zware
staatszaken kwamen bespreken, waar philo-
sopbie en letterkunde ernstige punten van be
spreking uitmaakten, even zorgeloos en uiter
lijk prettig waren die uren In den kring van
haar koninklijken gemaal.
Achter haar waaiers fluisterden de schoone
dames elkander de laatste pikante nieuwtjes
toe en hoe stoutmoediger de schandalen waren,
hoe meer men er in opging. Vooral de omrin
gende edellieden waren de graag geziene
jclaqeurs, zoover het hun eigen persoon niet
betrof en het werd een vernuftige kunst om
juist een der omstanders te betrekken ln een
schandaal, dat voorloopig als publiek geheim
moest worden bewaard. Het was een echt too-
neel om een cynicus aan het moraliseeren te
brengen en de deugdzamen te doen weenen,
maar toch ontbrak het niet aan een verfijnds
charme.
De geest vierde er zijn triomfen en telkens
vonkten flitsen van lichte ironie of direct ge
plaatst sarcasme door dien kring van deca
dente levensgenieters. Voor de niet geïnteres
seerde toeschouwers viel er voldoende te ge
nieten, aan lang overwogen en schitterend ge
slaagde kleurensamenstellingen, aan een per
fectie van bewegingen, die geen hooger punt
meer wist te bereiken. Berst, indien men door
de bekoring heen is, die de danser van Wat-
teau heeft weten uit te oefenen, kan de psy
choloog wellicht aan het peinzen slaan over
het einde dezer beschaving, over het ziellooze
dezer levensvirtuositeit. Maar zeker is, dat
dit gezelschap hem heel spoedig verdreven zou
hebben met enkele even fraai als stevig ge
bouwde zinnen, even luchthartig als cynisch,
even heidensch als geestig!
Al kunnen bepoederde wangen moeilijk meer
blozen, toch zagen de dames er niet minder be
vallig uit. Indien haar oogen geen kans zagen
om de verliefde blikken van haar cavaliers met
een gnifigen oogopslag te beautwoorden, wa3
haar middag dermate bedorven, dat ze al spoe
dig verveeld zaten te kijken, de mooie oogle
den neer lieten over hun kijkvensters en met
de deftige habitué's van het andere hof in
dommelden.
Raoul de Pontenac stond nu met zijn rug
naar 't kluwen hovelingen en scheen voor het
moment door niets anders in beslag genomen
te worden dan door de tegenwoordigheid van
de vriendelijke mademoiselle de Didereau,
wier bevelen hij als een slaaf zou aanvaarden
en uitvoeren.
Maar ze stond nog schalks over hem te
lachen, toen ze haar waaier naast zich legde
en uit haar haarzak een schitterend gesneden
ivoren doos opdiepte.
Monsieur de Pontenac, sprak ze eindelijk,
U bent nog even hoffelijk als steeds. Ik kan
u wel zeggen, dat ik nu het middel gevonden
heb, om verjongd aan het hof te kunnen ver
schijnen indien het voortschrijden ven den tijd
zich al te duidelijk zou laten gevoelen.
En zou ik me mogen verrijken met de
kennis van dit geheim?
O, voorzeker, lachte mademoiselle Bide-
rau vroolijk op. Gij immers hebt het me ont
sluierd, maar hebt als Venus een spiegel noo-
dig, om uw eigen schoonheid te zien ont
vouwd.
Mademoiselle, mijn zware lichaam volgt
maar traag de vlucht van uwen geest. Wat is
het middel om verjongd aan het hof te ver
schijnen?
Een jaar in bullinSscb-aP verdwijnen,
antwoordde ze snel en gevat.
Even stond de Pontenac getroffen. Maar hoe
bescheiden ook zijn woorden hadden getuigd
van zijn onvermogen een gesprek met deze
bekoorlijke hovelinge op het booge peil gehou
den, zijn antwoord getuigde van de routine,
die hij allengs had verworven om zijn manne
tje te staan in het hooge steekspel, der acht
tiende eeuwsche conversatie.
Dat is niet mogelijk, mademoiselle Hebe,
daar de godin der jeugd niet meer behoeft te
winnen of te herkrijgen, doch slechts te geven
heeft. Ik zweer u dat het gewicht van mijn
ballingschap geheel van mij afviel, toen ik den
goddelijken glimlach rond uw fijn gesneden
lippen zag opkomen, als een lentezon op een
voorjaarsveld.
Hij keek werkelijk met de oogen van een
kenner naar dien glimlach en zij spreidde hem
gul en lang ten toon, met het verfijnde van
een coquette. Wat een gloed lag er in haar
zwarte oogen, toen ze die telkens en telkens
op de zijne richtte. Doch eindelijk spitsten
haar roze lippen zich in een spottende
prqutschheid toe.
La, la, ik ben de wanhoop nabij. Mada
me de Rénouille kwam zoo jui3t voorbij met
den graaf d'Orguiet als een slaaf in haar na
bijheid. Maar u had eens moeten zien, welk
een toorn er in haar oogen lag, monsieur, toen
zij bemerkte, wlen ik tot aangenaam gezel
schap had gekregen. Ik kan u de verzekering
geven, dat die arme graaf best wat opgekik
kerd mag worden, a!s bij straks van haar ge
zelschap is verlost! Hij zit heel diep in den
put, door zijn voortdurende vrees, dat andere
tongen aan het onthullen zullen gaan tegen
over den echtgenoot van zü'n name, terwijl hij
van haar kant moet lijden onder de pijn van
haar scherpe tong. Als Ik er maar wat drage
lijker uitzag, zou ik me haasten om hem te
gaan troosten.
Mademoiselle, n zult toch niet zoo wreed
zijn om mij weer aan hst wanhopen te bren
gen, nadat u me eerst ontboden hebt om van
uw tegenwoordigheid te genieten?
Ze betastte glimlachend haar ivoren doosje
do „kleine Didereau" zooals ze door een do
zijn om het hardst verliefde cavaliers schert
send werd genoemd.
Welaan, antwoordde zs ten slotte, nadat
ze den armen jongeling wel vijf seconden ln
onzekerheid had gelaten en tot het uiterste
had gedreven door het ragfijne tasten van
haar vingers In het snijwerk van haar poeder
doosje. Ik wensch te weten of gij nog even be
kwaam zijt in het plaatsen van een moesje,
als vroeger. We hebben uw tegenwoordigheid
reeds daarom ten zeerste ontbeerd. Toen ik
dan ook vernam, dat u vanavond hier zou zijn,
wilde ik niet eens, dat Legros ze voor mij zou
maken.
Zij opeude de doos, doch Borgde er wel voor,
dat er zooveel tijd met deze handeling verlo
ren ging, dat de toeschouwer overtuigd moest
zijn van 't feit, dat ze de fijnst gevormde han
den van geheel Frankrijk bezat. Immers had
Lodewijk-de-Zeer-Beminde haar dit zelt niet
verklaard, nadat hii ze ontwijd had met een
vetten kus?
Kijk eens, riep ze ten slotte uit iu ai of
niet geveinsde voorpret van wat komen ging.
U zoekt weer uit en ik zal er mijn goedkeuring
aan hechten als vroeger.
Weer werd de blik van bewondering beant
woord door een vol behaagzucht. Louise de Di-
derau leunde een weinig voor over. De Pon
tenac was reeds op een knie gezonken en
schonk lang zijn aandacht aan bet bewonde
rend bestudeeren van het wonderlijk zuiver ge
vormde ovale gelaat, dat delicaat den lof
vroeg van het bescheiden aangewende roze. Nu
waren de bleeke wangen juist mat genoeg om
de lauwe gemoedsstemming van de „kleine Di-
derau" te vertolken. Dat roze trad tevens naar
voren als de heraut van pret en behaagzucht,
die om gelegenheid vroegen om in volle kracht
op te bloeien. Een prachtige witte haarlok,
die door Legros zelf A la Frivolitë was ge
kruld. In de zwarte oogen, had moeder natuur
de kwaliteiten gelegd van schoonheid, schalks
heid. Een meer waren ze van raadselen, die
de Pontenac trachtte op te halen in dien lan
gen verstandelijken blik op het schoone ge
laat van de „kleine Didereau".
Doch plotseling scheen Versailles weg te
vallen. Vol schrik ontwaardde de hoofsche
jongeling niets meer van zijde en fluweel,
geen gepoederde pruiken zag hij meer en het
ijle geluld der gesprekken kwam niet tot hem
door. Niets anders was' er nog voor hem, daar
tusschen het overschoone gelaat van de klei
ne Diderau" en zijn oogen, niets anders dan
het verwrongen doodenmasker vati 41en ellen
dig om het leven gekomen boer. Hoe was het
mogelijk, vroeg hij zich af, dat hij toe kon ge
ven aan dit schrikbeeld, dat zich opdringerig
stellen kwam voor het allcrlieflijkste gezicht
aller hofdames. Wat had het aanbrengen van
enkele moesjes op het gezicht der kleine Dide
reau te maken met zijn ontmoeting, op 'n ver
loren boschpad van Fontainebleau? Hij wilde
wegdwingen uit zijn herinnering, dat beeld van
dien man, die daar veel te jong was gestorven
door ontbering, die zijn vrouw en kind was
gevolgd ia de laatste hoop dier ellendigen:
zoo spoedig mogelijk te mogen sterven. Bah
het was verschrikkelijk dat andere ge
ziekt en de waarheid, die het aan den dag
had gebracht was nog vreeselijker. De waar
heid, dat een gedeelte van Frankrijk van uit
putting omkwam, de kreet, die rauw en heeseh
tot hem was doorgedrongen, en nu nog hem
achtervolgde, en hem niet losliet, toen hij
meende in het aangenaam gezelschap van de
kleine Didereau en de hoogstbelangrijke be
zigheid van het aanbrengen van enkele moes
jes alle zorgen, alle narigheid te vergeten.
De kreet van het uitgeteerde volk van
Frankrijk, die bier nn ketste tegen de muren
van dit paleis, waar de weelde niets meer wist
uit te denken om nog verfijnder en decaden-
ter aan den dag te treden. Hij lachte eens har
telijk om het schrikbeeld en zocht toen met
volle concentratie van gedachtein een klein
hartvormig moesje uit in de ivoren doos, dia
hij van zijn dame had overgenomen, met trager
bewegingen, dan noodig was geweest voor het
overreiken alleen.
Laat eens zien, of ik de kunst nog niet
verleerd ben, riep hij uitgelaten. Een vlak
bij je oog voor de passiouata? Maar die oogen
hebben eigenlijk niets meer noodig om de aan
dacht te trekken. Het is de onbestreden schoon
heid slechts beleedigen. Wacht hier op de lip
pen van de „coquette"? Maar ik wil me niet
verlagen tot de lichtgeloovigen, die het gerucht
als waarheid hebben opgevangen en doorge
zonden. Nu een streekje rood op de onderlip
voor de „discretia" maar komt de verveling
niet over u door de gedachte alleen, dat we
ons aan die saaie deugd zouden toewijden?
Wat een verveling en melancholie klinken met
dit woord samen» maar hier in den hoek
van uw mond, een p'ekje voor den zoen, waar
naar ik sinds mijn vertrek uit Versailles hon
gerend verlangd heb.
Met groote bekwaamheid had hij de mutsjes
op haar wangen geverfd. Nu boog hij zich wat
dichter naar haar over om klaarblijkelijk zijn
belooning in ontvangst te nemen. Mademoisel
le lachte, protesteerde en onderwierp zich.
toen met de roecst.jnogcUjke schalksheid, vast
van plan hem daarna een uitbrander te geven,
toen ze haar keurige doos sloot en weei- op
borg.
Fi, monsieur, meent ge dat ik een van
uw Normandische boerenmeisjes ben, die maar
naar hartelust gezoend kunnen worden? En
dan nog zoo in het openbaar. Ik kan u de ver
zekering geven, dat ik luid om hulp zou heb
ben geroepen, indien niet op het zelfde oogen
blik madame de Rénouille was voorbijgeko
men. Mijn bloed stond stil van den verschrik-
kelijken blik, dien zij me toewierp. Indien ze
op haar beurt een vervanger voor de kunst
van monsieur Legros behoeft, moogt gij u
zeker niet aan haar bede onttrekken.
(Wordt vervolgd).