FEUILLETON
BRAAT S STOKPAARDJE
NU DE ZON WEER WARMTE
BRENGT
TAND OM TAND
ZATERDAG 2 MAART 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
TOETREDING TOT HET
KELLQGGPACT
HATELIJK OPTREDEN VAN
JONGE BELASTING
AMBTENAREN?
Februari '29 sloeg alle
koude records.
HOE ERNSTIG DE GRIEP
HEERSCHT
I,
TWEEDE KAMER
ZIJN ZOMERTIJDHAAT
Stemplicht en stemdwang
Nadat de voorzitter mededeeling had ge
daan van het binnenkomen van het initiatief
voorstel van wet tot steun aan de suikerindus
trie hetgeen wij reeds Donderdagavond kon
den' melden, stemde de Kamer, zonder dat er
ook maar één woord over gezegd werd, het
initiatief-voorstel van den heer Braat tot af-
Bcliafflng van den zomertijd af. Alleen de voor
eteller zelf was er voor.
Wie verwacht mocht hebben, dat bet Kel-
logg-paet in verband met hetgeen velen In deze
dagen zoowel hier als inhet buitenland ver
vult, aanleiding zou hebben gegeven tot een
bespreking van die zaken, kwam bedrogen uit.
Slechts ln zeer verwijderd verband werd er
nu en dan een opmerking over gemaakt. De
Kamer behandelt evenals de regeering, al wat
Zich om het nu algemeen besproken Franscb
Belgisch geheim militair verdrag afspeelt,
met do grootste voorzichtigheid, Nederland
behandelt dergelijke zaken met groote kalmte.
Door den heer Vliegen werd het debat over
het. voorbehoud door de regeering gevraagd
om tot het verdrag toe te treden ingezet, door
nog eens na te gaan de totstandkoming ervan
uit het te hernieuwen vriendschapsverdrag
tnsschen Frankrijk en Amerika. AI is het
thans aan de Nederlandsche Staten-Generaal
voorgelegde verdrag niet van denzelfden geest
doortrokken als dat tusschen die twee lan
den, de bedoeling om den oorlog te vermijden
Is er wel en daarom kunnen we Kellogg nj,et
dankbaar genoeg zijn, dat hij het initiatief
heeft genomen het verdrag uit te ba-elden tot
alle Staten, die maar willen toetreden.
De Inhoud van het pact ls zeer zakelijk en
luidt:
..De hooge contracteerende partijen verkla
ren plechtig, tn naam van hnntne volken, dat
«ij het ten oorlog gaan om internationale ge
schillen op te lossen veroordeelen, en dat zij
van oorlog als Instrument van nationale poli
tiek In hun onderlinge betrekkingen afzien.
De hooge contracteerende partijen kernen
overeen, dat het uitmaken of oplossen van ge
schillen of conflicten, die tusschen hen zouden
kunnen rijzen, nooit, wat de aard of de oor-
eprong ook moge zijn, door Iets andera dan
door vreedzame middelen zal worden verwe
zenlijkt".
Volgens Mgr. Nolens ls 't verdrag 'n gez am en-
li: se verklaring, 'n mooi gebaar. Dat neemt
niet weg, dat het van groote zedelijke beteeke-
nis is en dat de geest die er uit spreekt door
de bnlp van allen zal moeten doorwerken in
de regeeringsbureaux en ook In die van de gene
rale staven, zooals bil er somler ophef aan toe
voegde.
Dat er geen sancties waren werd bestreden
door den heer Heemskerk die lich evenals
trouwens de heer Marchant er op beriep, dat
aan diengene der het verdrag sluitende staten
die ln den vervolge mocht trachten zijn natio
naal belang te dienen door tot oorlog over te
gaan, de voordeelen van het huidig Verdrag
moeten worden ontzegd.
Het ls natuurlijk een opvatting, maar laten
wij toch van een dergelijk veTdrag niet meer
verwachten, dan zedelijk mogelijk ls. De be
handeling er van ln deze dagen in de Fransche
Kamer duidt er op. Waar behalve de heeren
Kersten en Zandt ln de Kamer geen tegen
standers waren van het verdrag omdat het wat
de gedachten aangaat geheel overeenstemt
met den geest van vrede en verdraagzaamheid
die hier te lande heerscht, daar waren vele
beschouwingen overbodig. Als de heer Knotten
belt kennis had genomen van hetgeen Kellogg
zelf over het recht van een verdediging tegen
een aanvaller had gezegd, zou zijn vraag daar
omtrent overbodig zijn geweest. De Amerikaan-
sche minister zeide op den wapenstilstandsdag:
,.Oe vraag ls opgeworpen, of het onderhavige
verdrag een staat verhinderen kan om zich ln
geval van een aanval te verdedigen. Het kwam
mij onbegrijpelijk voor dat een staat kon mee-
nen, dat een natie van baar wettig recht van
zelfverdediging beroofd kon worden. Geen natie
zou een verdrag onderteekenen waarin expres-
selijk of duidelijk een verplichting vervat was,
welk© bet recht ontkende om zich zelf te ver
dedigen. a's zij door een ander land aangevallen
werd. Ik verklaarde, dat dat een recht was.
Inherent aan eiken souverelnen staat, en dat
deze alleen bevoegd ls om uit te maken, of de
omstandigheden vereischen, dat men tot zelf
verdediging zijn toevlucht neemt. Indien het
een goede zaak is, zal de wereld haar toejui
chen en niet veroordeelen. Maar een natie zal
zich voor de rechtbank van de openbare mee
ning moeten verdedigen, of haar aanspraken
op het recht van zelfverdediging een afdoende
rechtvaardiging voor haar zijn om ten oorlog te
trekken."
Deze uitlating bewijst tevens de beteeikenis
die hij zelf er aan hecht en daardoor wordt de
kracht van de sanctie tot ongeveer niets terug
gebracht, omdat iedere staat rechter wordt
over de vraag of hij zelf een verdedigingsoorlog
voeren gaat of niet.
Nadat het verdrag was aangenomen, kon wor
den voortgegaan met de behandeling van de
motie-Zandt. Een oude kwestie is de stemplicht
en stemdwang. Reeds In 1S95 dienden Harte v
Teckelenburg en Bahlman er een amendement
voor in, óm het in de wet te krijgen en nu
het er in staat komt jaar ln jaar uit de actie
om het er uit te krijgen. Minister Ruijs de
Beerenbrouck heeft destijds een poging gedaan
om onder behoud van den stemdwang de
sanctie, dus de straf op de niet-vervulling uit
de wet te schrappen. Door een amendement van
de heeren van Sasse van Ysselt en Wintermans
bleef de wet echter ongewijzigd.
In plaats dat de Staatkundig Gereformeerde
Partij van Kersten nu een initiatief-ontwerp
indient, wat volgens den heer Beumer in vijf
minuten klaar ls, komen ze met een motie, die,
zooals hij aantoonde, nog revolntlonnair ls
bovendien. Wij zouden vragen aan deze staats
lieden wat doet ge in de kou.
In hun motte noodigen zij de regeering uit
de wet te herzien; dat kan niet volgens ons
staatsrecht, want de regeering kan slechts een
ontwerp indienen, dus een wetswijziging voor
stellen.
Jammer, dat de heer Beumer deze opmerking
niet bewaard heeft voor een verklaring voor
de stemming, dan had ieder er tegen knnnen
stemmen. Veel kans heeft de motie niet, want
de regeering denkt er niet aan er gevolg aan
te geven en wat een nieuw kabinet zal doen,
daarvan kan gezegd worden als van het wedea-,
het kan vriezen of het kan dooien.
DE VERBINDING VAN AMSTERDAM MET'
DEN BOVEN-RIJN.
Nog geen beslissing
Het „HbW." bevatte gisterochtend het vol
gende bericht:
„De minister Tan Waterstaat heeft aan het
dagelöksch bestuur dezer gemeente medege
deeld, dat hi) nu definitief heeft besloten het
Geldersche-vallelplan voor de verbinding van
Amsterdam met den Boven-Rljn de voorkeur
te geven.
B. en W. zullen thans spoedig een desbetref
fende nota bij den Raad indienen".
Op bet departement van Waterstaat, waar
toe wij ons om Inlichtingen terzake wendden,
deelde men ons fntusschen mede. dat de minis
ter nog geen beslissing had genomen en dat
de correspondentie over deze kwestie mot het
Amsterdamsch gemeentebestuur nog voort
duurde.
BESTRIJDING DER WRATZIEKTE.
BIJ AARDAPPELEN
Gemeentelijk verbod voor den verbouw?
In de vergadering van den gemeenteraad van
Anna Poulowna werden uitvoerige besprekin
gen gehouden, naar aanleiding van een adres
van de Zaaizaadvereeniglng, waarin gewezen
wordt op bet gevaar, dat de wratziekte ten aan
zien van de teelt van pootaardappelen oplevert
en ook voor de bloembollencultuur en - waarin
wordt gevraagd een verbod te willen uitvaar
digen van den verbouw van de meeste soor
ten, als Bravo, Kampioen, De Wet en Beentjes
Besloten werd, dat B. en W. een onderhoud zul
len aanvragen bij bet Ministerie, om de moge
lijkheid van uitvoering van een eventueel be
sluit te onderzoeken.
KIND VERBRAND.
Te Breda had het 5-jarig zoontje van een
bewoner op het Nonnenveld het ongeluk zich
zóó ernstig aan de kachel te branden, dat het,
naar het St. Ignatiusgesticht overgebracht, al-
den.
BELASTINGONTDUIKING TE
HELLEV OETSLUIS.
Vragen van Braat beantwoord
Door den heer Braat waren aan den Minister
van Financiën de volgende vragen gesteld:
Is den Minister bekend:
dat in de streek, vallende onder de inspectie
der belastingen te Hellevoetsluis, een groote
haat ontstaan is door het optreden van den
inspecteur en den adjunct-inspecteur aldaar,
doordat zij bijna eiken belastingplichtige te
hunnen kantore ontbieden om op de vraag te
antwoorden: „Hebt gij alles aangegeven wat
gij hebt?" of: „Op welk bank doet gij uw
zaken?", iets, dat evengoed schriftelijk gevraagd
en beantwoord kan worden;
dat het aantal personen, dat daar verplicht
wordt om te verschijnen, varieert van 5 tot 14
per dag;
dat de inspectie daarna bijna alle aanslagen
hooger stelt dan uit de later blijkende resul
taten werkelijk noodig is;
dat daaruit noodeiooze moeilijkheden voor
de aangeslagenen en den Raad van Beroep
voortspruiten?
Is de Minister niet van oordeel:
dat deze inspecteur en adjunct-inspecteur,
wegens hun leeftijd en het gemis van tact en
van algemeene, practische kennis van men-
schen en zaken, nog niet geschikt zijn, de be
langrijke funetlën, waartoe zij zijn geroepen,
te vervullen;
dat een meer bezadigd en ervaren man hier
aan h'et hoofd der inspectie moeet staan
Is de Minister bereid te bevorderen:
dat dit noodeiooze persoonlijk verschijnen
van zoovelen worde vervangen door een schrif
telijke beantwoording der vragen;
dat aan het hoofd dezer inspectie een ge
schikt ambtenaar worde geplaatst, opdat worde
voorkomen een noodzakelijk geworden geza
menlijk optreden van de opgeroepenen, door
bun oproepingskaart voor kennisgeving aan te
nemen en ter zijde te leggen?
Hierop heeft Minister de Geer als volgt
geantwoord:
Vraag I. Ter beantwoording van deze vraag
zij medegedeeld, dat de daarin gegeven voor
stelling van zaken niet ia overeenstemming is
met de werkelijkheid.
Het ls onjuist, dat bijna elke belastingplich
tige ter inspectie wordt ontboden.
Het totaal aantal belastingplichtigen, waarvan
do aanslagen worden vastgesteld ter inspectie
der directe belastingen te Hellevoetsluis, be
draagt meer dan 15.000, terwijl ln de jaren
1927 en 1928 gemiddeld per dag niet meer dan
3 of 4 personen, aangevers of reclamanten, zijn
opgeroepen.
Aangezien bij het optreden van den tegen-
woordigen inspecteur te Hellevoetsluis enkele
gevallen van schromelijke belastingontduiking
aan het licht waren gekomen, werd een grondig
onderzoek naar de juistheid van verscheidene
aangiften noodig geoordeeld. Dit onderzoek
vangt in den regel afm met het stellen van
schriftelijke vragen en wordt c.q. gevolgd door
een mondelinge behandeling ter Inspectie.
Het hierboven bedoelde onderzoek heeft tot
Tesultaat gehad, dat in ruim anderhalf jaar
tljds 300 gevallen van belasting-ontduiking
aan 't licht zijn gekomen, met een gezamenlijk
bedrag aan verzwegen roerend kapitaal van tfc
6.000.000. Het bedrag aan bijbetaalde ontdoken
belasting ls tot beden voor de inspectie Helle
voetsluis ongeveer 600.000.
Dat bij sommige belastingontduikers oen baat
ls ontstaan tegen den Inspecteur en den
adjunct-Inspecteur te Hellevoetsluis, is niet uit
gesloten. Bij het weldenkende deel der be
volking en bij personen, die op verantwoorde
lijke posten in de gemeenten staan, bestaat
echter, naar den ondergeteekende gebleken is,
groote voldoening over bet optreden van dezen
inspecteur en adjunct-inePecteur-
Ook de belde laatste onderdeelen van deze
vraag worden ontkennend beantwoord.
Vraag II. Ondergeteekende ls van oordeel,
dat meergenoemde Inspecteur en adjunct-inspec
teur bij hun uitstek moeilijke taak met den
noodigen tact en bezadigd verrichten en dat
zij voor hun functiën ten volle geschikt zijn.
Hij acht het dan -ook niet noodig, een anderen
ambtenaar aan het hoofd van de inspectie te
Hellevoetsluis te plaatsen.
Vraag III. Verwezen moge worden naar de
beantwoording der voorafgaande vragen.
Tot een gezamenlijk optreden van de opgeroe-
1
Blijkens het voorloopig overzicht van het
K.N.M.I. over het weer in Februari was do
temperatuur over de vijf hoofdstations gemid
deld 8.9 gr. C. te laag. Zij was in alle dekaden
5<A, 13% en7 graad. Er was geen enkele dag
met een twnperatuurs-af wijking boven normaal.
De grootste afwijking kwam voor op den 14den
en bedroeg 18 graden.
De gemiddelde maximum-te peratuur was
6% graad, de gemiddelde minimum tempera
tuur 8 A gr. beneden normaal.
Behalve op den 24sten was op alle dagen de
minimum temperatuur beneden bet vriespunt.
De periode van 11 tot 15 Februari was te De
Bilt do koudste sinds het begin der waarne
mingen In 1849. De afgeloopen maand was de
koudste wintermaand op één na. Het gemiddel
de der temperatuurs-waarnemingen (4.5 gr.
C.) weid n.l. overtroffen door Februari 1855
met 5.3 gr. C. De regenval was over het geheele
land belangrijk beneden normaal.
Over het algemeen viel slechts 10 tot 20 pet.
van de normale hoeveelheid behalve in Fries
land, Groningen en Zeeland, waar respeotiev
lijk 30, 30 en 35 pet. van de normale hoevee.-
heid viel.
Te De Bilt weiden 111 uren zonneschijn
waargenomen tegen 86 normaal.
Het filiaal van het K. N. M. I. te Amsterdam
deelt ons het volgende mede:
Sinds de waarnemingen te Amsterdam ln
1886 zijn begonnen is Februari 1929 de koudste
maand geweest met een gemiddelde negatieve
afwijking van de oehtendtemperatuur van 8.3
gr. C. Van de 672 uren, die de maand telde,
vroor het gedurende 526 uur; het vroor 279 uur
onafgebroken. Het aantal vorstdagen (dagen
met minimum temperatuur onder nul) was 27,
alleen 23 Februari viel uit; het aantal ijsdagen
(dagen met maximum-temperatuur onder nul)
was 17.
De neerslag was buitengewoon klein, namelijk
5.6 m.M„ tegen 43 gemiddeld; het aantal uren
geregistreerde zonneschijn 115 tegen ongeveeT
63 normaal.
Alle hier gegeven getallen werden tot nu toe
niet bereikt.
De vooruitzichten geven intusschen thans
hoop op hoogere temperatuur.
DE TOESTAND OP RIVIEREN EN
KANALEN.
De val der rivieren zet nog door, al noteer
de Keulen gistermorgen slechts 1 c.M.. Lobith
meldde nog 20 en Nijmegen 2 c.M. val. De Rijn
ta Arnhem was 2 c.M. gestegen. Van den IJssel
werd uit Westervoort 2 c.M. val en uit Deven
ter 7 c.M. was gemeld. Wat tenslotte de Maas
betreft. Maastricht, Venlo en Grave seinden alle
val namelijk resp. 17, 54 en 18 c.M.
De Rijn voerde gistermorgen te Keulen eenig
drljfljs evenals de Maas ln Maastricht, ln Venlo
besloeg het de helft der rivierbreedte.
Het jjs OP de Maas.
De Maas bij Roermond gaat weer met drijfijs.
De Roer is dichtgevroren.
De veerdienst DordrechtZwijndrecht.
Gisterenmiddag is het gelukt om met de veer
pont aan den Zwijndrechtschen wal aan te leg
gen, nadat eerst sieepbooten het water voor den
aanlegponton zooveel mogelijk ijsvrij hadden
gemaakt.
DE VERBINDING MET DE EILANDEN.
Postvluchten.
Gistermorgen precies om 10 uur is 'tK.L.M.-
vllegtuig, PHADX, bestuurd door den neer
Sillevis. van Schiphol gestart naar Schiermon
nikoog en Terschellling, om 824 K.G. post te
brengen. Er bevonden zich geen passagiers aan
boord. Later zou nog een tweede vlucht worden
ondernomen met bestemming naar Terschelling
en Vlieland.
penen, als in deze vraag bedoeld, bestaat niet
de minste aanleiding. Mocht het door verkeer
de voorlichting daartoe komen, dat zou dit
slechts tot moeilijkheden voor de opgeroepenen
leiden
PER AUTO OVER HET IJS AAR LEMMER
Een oorkonde gemaakt j
Men meldt uit Lemmer:
Gisterenmiddag zijn om 2,39 uur alhier ge
arriveerd de heeren Job. de Goeien en AJb.
Hagens, redacteur van de Arnbemsche Crt.,
uit Arnhem, die gisterenmorgen om 10 uur
per auto van Kampen via Schokland over het
ijs naar Urk en vandaar naar Lemmer waren
gegaan. Zij meldden zich bij den havenmeester
en door den burgemeester van Lemsterlaud
werd een oorkonde ter herinnering aan den
tocht opgemaakt. Het was de eerste auto, die
in de haven van Lemmer arriveerde.
PER AR NAAR URR.
Gistermorgen te ongeveer half 12 zijn op
Urk drie arresieden uit Lemmer aangekomen.
In iedere slede zaten vier personen.
In 1890 is ook eenmaal "en dergelijke toent
gemaakt.
VOORBEELD TER NAVOLGING.
Dubbel weekloon
In verband met de aanhoudende hevige koude,
heeft de N.V. Hollandscb Zwitsersche Chocola
defabriek te Amsterdam besloten, haar geheele
personeel deze week een dubbel weekloon uit te
betalen.
PATER SILVERIUS BRETDVELDT O.F.M. t
Te Weert overleed gisterenmorgen plotseling
da zeereerw. Pater fr. Silverfus Breidfelt. Met
Pater Breidfeldt verliest de katholieke kerk een
van haar heilige priesters en de Nederlandsch»
Provincie der Minderbroeders een van haar
voorbeeldigste leden.
DE GEFINGEERDE BEROOVING TE
DEVENTER. |j
Broer van den „beroofde" op vrije voeten
De broer van den kantoorbediende S., da
18-jarige H. J. A. S-, die wegens medeplichtig
heid aan de gefingeerde beroovlng Zaterdag J.L
was gearresteerd en enkele dagen tater naar
Zutphen overgebracht, is weer op vrtJe voeten
gesteld. Zooals we reeds meldden, hebben da
gebroeders S. bekend. De personen D. en van 3.
blijven hardnekkig ontkennen, lets met de zaait
te maken te hebben.
1
4000 GEVALLEN TE DEVENTER. i
Te Deventer zijn alle gemeentescholen voor
loopig drie dagen gesloten wegens het heer-
schen der griep. Er komen daar plm. 4000
griepgevallen voor. Enkele personen, btJ w1a
deze ziekte gepaard ging met longontsteking
zijn gestorven.
GESPRONGEN GASBUIS BEDWELMT |i
EEN GEZIN V
Gelukkig tijdig ontdekt
Gisterenmorgen te ongeveer 9 uur ontdekten
buren dat er iets niet ln orde was tn hot ga.
zin van M. Zuidema in de Barest raat te Gro
ningen. Toen men de woning binnenkwam,
vond men den man bewusteloos op den grond
liggen, terwijl de vrouw en 2 kinderen even
eens bewusteloos In bed werden aangetroffen.
Het bleek, dat heit geziD door gas bedwelmd
was, dat uit een lek, in een buitenleiding, ont
snapt was. Het ls den ln allerijl ontboden ge
neesheer gelukt, allen weer bij te brengen.
LANDBOUWSCHUUR EEN PROOI DER
VLAMMEN
Vee omgekomen
Te Mariaparochle ls de landbouwschuur van
het erve Klein Robberhaar, toebehoorende aan
den heer E. ten Cate en bewoond door den land
bouwer J. Muller, geheel afgebrand. Drie pin
ken kwamen ln de vlammen om, terwijl een
drietal varkens moest worden afgemaakt. De
brandweer wist bet woonhuis te behouden.
Naar het Engelsch
door
P. A. SHEEHAN
Vertaling
van
JAC. J. SCHOON
30)
De hoofdman is maar al te zeker van zijn
zaak, gaf O'Warn ten antwoord. Deze weg loopt
recht naar het park van den lord!
Maar dat ls gewoonweg vreeselljk, zuchtte
Tomy. O, als ik alles te voren geweten had!
Onder moordenaars kan lk niet leven!
Stilte, beval Gaspard nu: daar komt hij
aan!
De maan trad van achter de wolken te voor
schijn. Twee ruiters kwamen aandraven; nu
waren ziji nog slechts enkele passen verwijderd
en koe men zeer duidelijk den landlord en zijn
Tij'-uecht herkennen.
Plotseling klonken twee schoten door de
nacht en de paarden stortten neer. Hun berij
ders wilden naar de pistolen grijpen, maar zij
werden fluks door gespierde vuisten aange
grepen. In weerwil van hun tegenstand werden
zij naar een open plek ln het diepst van het
bosch gesleept; hier hield men halt. Men stopte
den knecht een prop In den mond en bond hem
aan een boom.
Gaspard keek den landlord aan, gelijk een
wild beest zijn ptrooi, die hem niet meer kan
ontsnappen, aanstaart.
Lord Sultan was van nature dapper, maar
toen hij weerloos tegenover deze vergadering,
met haar dreigende houding stond, begreep hij,
dat hij in een val was gelokt, waaruit hij niet
meer levend zou te voorschijn komen.
Wat wilt gij? vroeg hij. Weet gij niet, wie
ik ben?
Dat weten wij maar al te goed, gaf Gas
pard spottend ten antwoord. De Ieren,'die het
ongeluk hebben, in dit land te moeten leven,
kennen den hooghartlgen lord Sultan zeer wel.
Waarom overvalt gij mij? Mijn beurs kunt
gij krijgen. Geef mij de vrijheid.
Wij verlangen Uw goud niet! Uw leven is
lu onze tend. Gij staat voor uw rechters en
zult U over Uw misdaden moeten verantwoor
den.
De edelman rilde maar hij behield zijn fiere
houding.
Wie geeft U het recht, mij te vonnissen,
gij, die zelve door de Justitie zijtt veroordeeld?
De daad, welke gij voornemens zijt te plegen,
zal de allerverschrikkelijkste gevolgen na zich
slepen. Bedenk dat wel!
Die bedreigingen jagen mij geen vrees aan,
lord Sultan. Het lot der Ieren kan niet erger
worden. Vervloekte tiran! Gij hebt de tranen
Uwer slachtoffers bij stroomen vergoten; gij
hebt gelachen om hun zuchten, hun klagen,
hun doodsangst. Gij hebt hen zonder medelijden
overgeleverd aan hongersnood en dood, en hun
bezittingen bij Uw eigendom getrokken. Wat
hebben de Ieren, die gij hebt verdreven, U
gedaan? Wat hadden die menschen U gedaan,
dia door Uw gerechtsdienaars vermoord wer
den? En die oude vrouw, die door de constabels
voor haar brandende hut vermoord werd, wat
had zij U gedaan?
Ik heb zulke bevelen niet gegeven! ant
woordde de landlord.
Gij zijit verantwoordelijk voor de daden
Uwer ondergeschikten. Gij zljt do hoogste rech
ter Jn den lande, en wij hebben nooit verno
men, dat dergelijke uitspattingen van Uw lieden
door U zijn gestraft.
Ik wist er in 't geheel niets van. Ik zal
een onderzoek instellen en beloof U, die aldus
gehandeld hebben, streng te straffen.
Gij zult niemand meer straffen, lord Sul-
ton-; de maat Uwer misdaden is boordevol.
Thans bevindt gij U lajnün
Wie zijt gij dan, als ik vragen mag?
Wie ik ben? Zie mij aan! Gaspard plaatste
zich vlak voor den gevangene.
Ik ben Gaspard, ging hij voort, de struik-
roover, dien Uw politie ai sinds vijftien jaar
zoekt en wiens hoofd op honderd pond is ge
schat. Herinnert gij U mijner niet meer, lord
8ult«n?-
Ik herinner mij Uwer, zeide de Engelsch-
man, en werd bleek. Gaspard, lk heb ongelijk
gehad; ik zal het onrecht, dat U wedervaren is.
weer goed maken.
Kunt gij mijn vrouw en kind teruggeven,
die door U ellendig zijn omgekomen?
Vergiffenis Gaspard! mompelde de lord.
Er bestaat geen vergiffenis voor UI riep
de bandiet ijskoud en meed oogenloos. Vijftien
jaar heb lk gewacht op het uur der vergelding.
Nu ia het oogenblik van afrekenen aangebro
ken. Er bestaat geen genade voor hem, die nooit
ln zijn leven genade beoefend heeft.
En nu begonnen de kameraden van den hoofd
man Gaspard den lord te verwijten, wat elk
hunner aan ongerechtigheid had verduurd.
De landlord, neergedrukt door de beschuldi
gingen, welker waarheid bij niet betwisten kon,
had zijn zelfbewustzijn verloren. Hij stond daar
als een overtuigd misdadiger. Een enkele man
had nog niets gezegd: Clary. Hij had niet min
der geleden dan de anderen, en zijin haat tegen
den bewerker van zijn ellende zou evenzeer ge
grond zijn geweest, maar in de van den
jongen man was het ongeluk niet in staat ge
weest, alle gevoel uit te dooven.
Clary sprak op ontróerenden toon:
Ik kan een overwonnen vijand niet den
laatsten stoot toebrengen. Ik ben bereid, den
vijand van mijn volk op het slagveld met de
wapens in de hand te bestrijden; maar ik ver
oordeel het vermoorden van een weerloos
menscb bier ln 't bosch, en ln het donker van
den nacht.
De landlord hief zijn blik op naar den spre
ker. Op het zien van dezen jóngen man met die
edele houding, daalde er een straaltje van hoop
In zijn gemoed.
Wie zljt gij? vroeg hij. Uw gezicht schijnt
mij bekend.
Ik bon de laatste der O'Warn's, zeide
Clary.
Lord Sulton herinnerde zich deze familie zeer
goed, wier vroegere eigendommen grootendeels
ln zijn bezit waren.
Ilt weet, ook gij hebt U over mij te bekla
gen, zeide bij. Gij zijt de edele spruit van een
waardige stam. De Engelschen zouden beter ge
daan hebben, de Ieren tot zich te trekken,
inplaats van hen te vervolgen; dat was een
fout welk diepen haat beeft gewekt. Ik zal voor
taan aan dat werk des vredes arbeiden; ik zal
de constabels wegzenden, en de ongerechtighe
den, die er zijn gepleegd, weer trachten goéd te
maken. Ik zweer U, dat er voor het land een
nieuw leven zal beginnen. Gij zult mij daarbij
helpen, O'Wam, want Uw grootmoedigheid
heeft meer invloed op mij, dan alle dreigemen
ten van deze misleide menschen.
De taal van den lord klonk oprecht, en een
onwillekeurige ontroering bij de bergbewoners
deed zien, dat zij indruk gemaakt had. Indien
de lord zijn belofte gestand deed, dan was
het voor hem een.kleinigheid, aan alle ballingen
gratie te schenken, en hun de middelen tot een
vreedzaam leven te werschaffen. Clary wilde
van de gelegenheid partij trekken.
Vrienden, begon" hij weer, mij dukt, wij
moesten den lord in staat stellen zijn beloften
te volvoeren. Wanneer wij van hem een recht
vaardig bestuur verkrijgen, dan bewijzen wij
daardoor heel het graafschap een onschatbaren
dienst, terwijl daarentegen een misdaad, bet
lijden van de bevolking nog slechts kan ver
zwaren. Myloird moet zich verplichten, ons allen
de vrijheid, en de middelen tot een fatsoenlijk
bestaan te verschaffen. Houdt hij echter zijn
belofte niet, dan
Verwijder je, O'Warn, jij hebt bier niets
te bevelen! schreeuwde heit opperhoofd ln woede
ontstoken. Jij bezit een lafhartig gemoed, den
naam, dien je draagt, onwaardig. Treed terug,
of lk vermeng het bloed van den ontaarden Ier
met dat van den vervloekten Engelschman.
En Clary werd ruw achteruit gedrongen.
Lord Sulton, begon Gaspard, U heeft de
tegen U uitgebrachte beschuldigingen verno
men! En nu volgt Uw vonnis: Lord Sulton, gij
hebt den dood verdiend. Bid God om genade
en bereid U voor te sterven.
Genade! mompelde de ongelukkige edel
man.
Genade herhaalden ook Clary en Tomy.
Op een teelten van Gaspard wierpen twee
bergbewoners zich op de beide jongelieden om
hen iedere verdere Inmenging te beletten.
Nu verborg de maan zich achter zwarte
wolken en hulde de aarde in diepe duisternis,
"'aar aan den horizont, welke men door een
gaping in het bosch kon zien, steeg plotseling
een heldere gloed omhoog; deze werd al grooter
en zond vuurzuilen ten hemel. Verwijderd ge
schreeuw was duidelijk hoorbaar en de wol
ken werden rood gekleurd.
Gaspard keek met wilde opgetogenheid naar
dat schouwspel.
Zie, lord Sulton, riep hij lachend uit, wat
een moois illuminatie; het is Uw kasteel dat
brandt! Nu is de beurt aan U!
(Wordt vervolgd), J