DE OPLOSSING DER ROMEINSCHE KWESTIE FEUILLETON DE STEMPLICHT KONING MANDRUN WOENSDAG 6 MAART 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 2 EEN HERDENKING VANWEGE DE NIJMEEGSCHE UNIVERSITEIT. NU DE DOOI INVALT. Onze R. K. Universiteit te-Nijmegen is een der eerste katholieke instellingen geweest, die de oplossing van hot Romeinsehe vraag stuk op plechtige wijze hehhen herdacht. In de aula minor van het universiteitsge bouw aan het Keizer Karelplein gaven giste renmiddag prof. dr. W. Mulder S.J. en prof. nvr. P. Reliefroid een uiteenzetting over de Ibeteekenis van de kwestie bezien uit historisch en volkenrechtelijk oogpunt. Deze uiteenzetting werd aanhoord door de professoren en studenten der Universiteit, ter- •wijl naast wie seculiere en reguliere geeste lijken nog aanwezig waren: mr. P. van der Velden, secretaris der R. K. Universiteitsver» eeniging en voorzitter der R. K. Raadsfractie der stad Nijmegen, mr. Smeets, directeur der tuchtschool, dr. Jos. van Gils, als vertegen woordiger van het diocesaan St. Radiboud- comité tn het bisdom Roermond, dr. R. Bahl- mann, president van den Academischen Kring, alsmede directeur en enkele leeraren van de Rijks H.B.S. REDE PROF. MULDER. Nadat de eivitas Leomina dooT Italiaansche militairen bezet en bij het Koninkrijk Italië Ingelijfd was (fen Piemonteezen optrokken om ook het laatste stuk van den Pauselijken Staat te veroveren, trok de Pans zich in het Vaticaan terug. Een geweldige spanning maak te zich van de geheele wereld meester en deze Weef tot de afkondiging der "Waarborgenwet van 1871. Daar deze wet in geenen deele een Pause lijke eouvereiniteit over Zijn Tijk erkende en den Paus wel souverein In doch niet van het Vaticaan maakte, wensohte de H. Vader haar niet te aanvaarden. De vraag naar de middelen ter beëindiging van dien oorlogstoestand tusschen Vatioaan en Quirinaal noemt men de Romeinse he kwestie. Italië deed aanvankelijk, zooals spr. uit vele citaten bewees, alsof er geen kwestie meeT be stond sinds de waarborgenwet was afgekon digd. Doch juist door die voortdurende ontkennin gen, meende spT., werd het bestaan erkend. Toen de Paus volhardde in zijn weigering, om den bestaanden toestand te erkennen, be gonnen ook in Italië stamanen te klinken, die vun het bestaan van een Italiaansche kwestie gewaagden. En toen men in dit land toonde er niet ge heel zeker van te zijn dat het spook bezwo ren was, zag men hel In het buitenland steeds duidelijker over Ro rue's muren rondwaren. Want ln Europa was er nauwelijks iemand van zneening, dat de waarborgenwet een aanneme lijke oplossing had geboden. Allerlei plannen weTden dan ook ingesteld ter regeling van het geschil. Na het uitbreken van den wereldoorlog trad dan ook allerduidelijkst aan het licht, dat de Romeinse he kwestie nog lang niet vergeten was. In het begin van den' oorlog kondigde Kardinaal Gasparri reeds aan, dat het Vati caan meer van de overwinning van den recht vaardigheidszin van het Italiaansche volk dan van de gunst der eventueele overwinnaars ver wachtte. Doch niet alleen in Vaticaansche kringen maar ook in Italië zelf werd de neiging om tot een oplossing te komen grooter. Want de waar borgenwet bleek in den wereldoorlog onhoud baar. En toen nu Italië als overwinnaar uit den oorlog kwam, stonden eigenlijk Vaticaan en Quirinaal reeds op hetzelfde standpunt: rechtstreeksohe onderhandelingen.In dien geest werden weer verschillende voorstellen ge formuleerd, waarhij echter altijd een klein grondgebied voor den Paus werd geëischt. En in dien geest is de oplossing van dl Fe bruari gevonden, een oplossing, die eer doet aan de grootmoedigheid van den Paus en die van Italië door de aanvaarding van het con cordaat, de meest Christelijke natie maakt. In zijn peroratie zeide spr. dat de wegen der Voorzienigheid vaak onnaspeurlijk zijn en dat in het verloop der kwestie duidelijk de godde lijke leiding valt waar te nemen. Hij bracht dank aan God voor diens hulp en besloot met het uitspreken van den wensch, dat onze tijd zich spiegelen moge aan het door den Paus gegeven voorbeeld en de wereld luisteren zal naar Hem, die offers weet te brengen. REDE PROF. BELLEFROID. Prof. Belleflroiid beiieihtte het RomiainBche vraagstuk van volkenrechtelijk standpunt. H.ij weus-cfhite de volgende vragen be beantwoorden: Welke was de positie, die vóór het Lateraan- sehe verdrag door den Paus in het internatio naal verkeer werd ingenomen Weike verandering is daarin door het verdrag gebracht Welke zijn de gevolgen, die uit den gewijzig- den toestand kunnen voortvloeien Als zichtbaar Hoofd der Katholieke Kerk treedt de Paus regelend en gebiedend op, niet alleen in zuiver geestelijke aangelegenheden, maar ook in gemengde zaken, zoo als in zaken van huwelijk, onderwijs, missiën en beheer van kerkelijke goederen, waarbij ook de staten be trokken zijn. Daarom kan geen staat toelaten, dat de H. Stoel van een anderen staat zou afhangen. Immers een staat, die gezag heeft over den Paus, zon het bestuur der Kerk kunnen beïnvloeden en aldus ook binnenlandsche aan gelegenheden van andere staten in zijn machts- sfeer betrekken. Vandaar de volkenrechtelijke regel, door gebruik bevestigd, dat het Hoofd der Katholieke Kerk een souvereine mogend heid behoort te zijn. Vóór 1870 was de Paus èn hoofd der Katho lieke Kerk èn hoofd van den Pauselijken staat. In deze dubbele hoedanigheid nam hij als sou verein aa.: het verkeer tusschen de staten deel door het sluiten van verdragen, het hebben van vaste gezantschappen en het aanstellen van nuntii en Internuntii. De jaren 1870 tot 1928 zijn voor den H. Stoel- geweest een tijdperk van groote beproeving, maar ook van ongemeenen luister. Al dien tijd hebben te Rome twee souverelnen geregeerd, die met elkaar in vijandschap verkeerden. Juist deze tegenstelling heeft bet aanzien van den H. Stoel doen stijgen en het vertrouwen der staten in zijn onpartijdigheid versterkt, zoodat na 1870 de Paus door verschillende staten als bemiddelaar en scheidsrechter werd gekozen, dat het aantal concordaten toeneemt, dat de pauselijke nuntius rechtens deken blijft van hot corps diplomatique en dat het aantal ge zanten bij den H. Stoel met de helft is ver meerderd. Niettemin zijn vele leeraren van het volken recht tot het besluit gekomen dat de H. Stoel sedert 1870 geen internationaal rechtspersoon meer Is, omdat alleen staten rechtspersoonlijk heid zonden kunnen genieten. Deze leer Is met de werkelijkheid in strijd. Heit ls een feit dat die staten ook na 1S70 den H. Stoel als gelijkgerechtigde mogendheid heb ben beschouwd en zelfs meer nog dan vroeger internationale betrekkingen met Hem hebben onderhouden. Trouwens de stelling, dat alleen staten Internationaal rechtspersoon kunnen zijn is op den duur onhoudbaar gebleken. Is in de laatste jaren de volkenbond, een nieuwe mogendheid zonder grondgebied, niet gaan deel- neme aan het volkenrechtelijk verkeer? Eigenlijk heeft de Paus nooit opgehouden staatshoofd te zijn. Weliswaar kent de Waar borgenwet slechts het genot toe van de Vati caansche paleizen en hun omgeving, doch in lijving van grondgebied kan onmogelijk vol gen uit een eenzijdige wilsverklaring. Souverein is hij, die de souvereiniteit zelfstandig uit oefent. Nu heeft Italië nooit bezit genooqjen van het Vaticaansche grondgebied, terwijl alleen de Paus er zijn hoogheidsrechten uitge oefend heeft zonder vreemde inmenging te dulden. De Paus is dus op Zijn verkleind grond gebied wereldlijk souverein gebleven. Niet terwille van 's Pausen wereldlijke macht is dit feit van groote beteekenis, maar terwille van Zijn geestelijk koningschap. De Paus vind# thans in Zijn onbestreden wereld lijke souvereiniteit zij het dan ook op een beperkt grondgebied de algeheele onaf hankelijkheid, die Hem als hoofd der Kerk in het verkeer met de' andere staten toekomt. De omvang van den Pauselijken staat Is daarbij van ondergeschikt belang. De Paus is van oordeel, dat het verdrag Hem op passende wijze datgene waarborgt, wat Hij noodig heeft om Zijn souvereiniteit uit te oefenen met de vrijheid en de onafhankelijk heid, die onontbeerlijk zijn voor de Katholieke Kerk in Italië en ln de geheele wereld. Hier mede is alles gezegd. Dat het herstel van den Pauselijken staat met zijn oude grenzen steeds tot de politieke mogelijkheden behoord heeft, hlijkt wel duide lijk uit het feit, dat de Italiaansche regeering alles in het werk gesteld heeft om den H. Stoel van de internationale conferenties te weren. Italië heeft thans niet meer te duchten aan den H. Stoel te moeten teruggeven, wat het hem in 1870 heeft afgenomen. Na 59 jaar is de vrede tusschen Vaticaan en Quirinaal getee- kend. Het Romeinsehe vraagstuk is opgelost. De H. Stoel erkent het koninkrijk Italië met Rome als hoofdstad, terwijl Italië op zijn beurt de Vaticaansche stad onder de souvereiniteit van den Paus erkent. Indien de voorteekenen niet bedriegen, ie ook de onafhankelijkheid van den Pauselijken staat duurzaam gevestigd. Een feitelijke waarborg ligt juist in de be perktheid van het Pauselijk grondgebied, waar nu niets meer af kan, dat de begeerlijkheid van een anderen staat kan opwekken. Na dit op 11 Februari te Rome gesloten verdrag is een merkwaardig concordaat tot stand gekomen, dat tot de beste der thans be staande concordaten kan gerekend worden. Dit concordaat verklaart en rechtvaardigt de groote toegeeflijkheid, die de H. Stoel hij de be paling zijner landgrenzen aan den dag gelegd beeft. Het is voor de Kerk de eerste vrucht der politieke toenadering tusschen Paus en Quiri naal. Toon het bestaan van den Pauselijken staat door 't Luteraansche verdrag gevestigd was, is dadelijk de vraag geregen: zal de Paus nu lid worden van den Volkenbond? Alleen de H. Stoel heeft te beoordeelen of het met de hoogere be langen van de Kerk is overeen te brengen, dat Hij zich voor het lidmaatschap van den Vol kenhond beschikbaar stelt. En wat den Volken bond betreft: misschien zal de Volkenbond zelf, wanneer het uur daartoe geslagen zal zijn, zich gelukkig achten den Paus te mogen uitnnodigen ais lid toe te treden. Wanneer de mensch da beteekenis van een groot historisch feit, zoo als de verzoening tusschen Paus en Quirinaal heeft aanvaard, wordt hij ongeduldig om ook de gevolgen van dat feit te kunnen afmeten. Die gevolgen komen evenwei niet vanzelf, zij ontwikkelen zich geleidelijk, temidden van nieu wen strijd en nieuwe zorgen, onder de bestie ring der Goddelijke Voorzienigheid. DE TOESTAND OP DE RIVIEREN. Evenals Maandag vertoonde zich gister op den Rijn hij Keulen nog eenig drijfijs. Te Lobith en Arnhem blijft het ijs in de rivier nog vast zitten. Ook in den toestand van het ijs op de Waal is nog geen verandering gekomen. Duizenden verkeeren er dagelijks aan de Waal te Nijmegen om te zien of zij niet gaat kruien. Er is, zooals gezegd geen beweging in te zien. Grave, St. Andries, Hedel en Heusden meld den eveneens: ijs vast. De Maas is ook grillig als zij in het ijs zit. Bij Graven liep men gisteren nog over het ijs. Bij Well onder Bergen was de Maas open. De vier- dienst Well-Venray werd gewoon in dienst ge houden. Aan den Moerdijk is het Hollandsch Diep over do halve rivierbreedte met drijfijs be dekt. Bij Hellevoetsluis is blank water. Omtrent den toestand hij de rivierovergangen werd gisteren nog het volgende gemeld: Grave: overtocht voor voetgangers en wiel rijders. Hedel: overtocht hij dag per veerpont. Keizersveer: overtocht per roeiboot voor voetgangers en rijwielen door geul. Moerdijk: veerdienst ongeregeld. Nijmegen: veerdienst geheel gestremd. Zaltbommel: overtocht uitsluitend voor voet gangers. Gorcum-Sleeuwijk: overtocht per schouw, geen rijwielen. Dordrecht-Zwijndrecht: overtocht regelmatig met stoom,pont. Arnhem: overtocht voor alle verkeer. Kuilenburg: overtocht alleen voor voetgan gers. Vreeswijk: overtocht over het ijs voor licht rij verkeer en voetgangers. Doesburg: overtocht per motorboot van 5.45 u. v.m. tot middernacht. Katerveer: overtocht door geul; 's nachts ge stremd. Het Merwedekanaal open. Men is er gisteren in geslaagd het geheele Merwedekanaal open te breken. In verband hiermede zal het mogelijk zijn met ingang van heden de vaart op dit kanaal te heropenen. Het verkeer met Dordrecht. Hoopten velen al dat met het openbreken van de Dordtsche Kil, de Noord en Merwede vóór Dordt, de ellende met de veren zou zijn geëindigd, zij moesten gisteren wel consta- teeren dat die hoop ijdel is gebleken. De ijsbrekers België, Spaarne en Dagmar zijn namelijk begonnen met het vrij maken van de beneden Merwede in de richting Sliedrecht. De groote massa ijs, die daardoor vrij komt wordt door de eb langs Dordrecht gestuurd en zoo moest gisterenmorgen te ongeveer half 12 de veerdienst naar Papendrecht worden stopge zet. De Dagmar bleef daarom voor de stad krui sen om de afkomende ijsschotsen zoo noodig stuk te varen. DE VERBINDING MET DE EILANDEN. Terschelling heeft weer een geregelden postdienst. Gistermorgen heeft men van Terschelling uit getracht met een ijsvlet bij den veronge lukten auto te komen, die Zondag bij de Friesche kust door bet ijs was gezakt en waar bij een persoon is verdronken. Men heeft het lijk niet uit den auto kunnen krijgen en men zal thans moeten wachten tot de auto gelicht kan worden. Men heeft hem thans met een anker vastgelegd. De radio bracht uitkomst. Zooals wij gisteren meldden, had de inge nieur der telegrafie te Groningen de radio te hulp geroepen, bij de poglngSh om de tele- EEN VERWORPEN MOTIE In de gister gehouden zitting van de Tweede Kamer had de stemming plaats van de motie- Zandt en Kersten inzake de opheffing van den stemplicht. De motie werd verworpen met 40 tegen 30 stemmen. DE RIJKSBEGROOTING JUSTITIE Memorie van antwoord der Eerste Kamer Verschenen is de Memorie van Antwoord inzake de Justitiehegrooting voor 1929. Hieraan wordt het vagende ontleend. Het wetsontwerp tot wijziging van het huwelijks» goederenrecht zal ook betrekking hebben op de handeUipgtteveegdihieid der getrouwde vrouw. Wat de bestrijding van den woeker betreft, wordt opgemerkt, dat de uitleening tegen rente een ln het Burgerl. Wetb. geregelde overeen komst is, hetgeen niet uitsluit, dat hij ge meenteverordening niet voorschriften kun nen worden gegoven, betreffende hef beroep of bedrijf van geldschieter. Het denkbeeld om bij de wet maatregelen te treffen naar het voorbeeld van de als crisis instellingen weer opgeheven huuroomm 1 ssiea lokt den minister weinig aan. Het ondervragen van kinderen als getuigen, bij sexueele delicten moet, ook naar bet oor deel van den minister, met groote omzichtig heid geschieden. De minister stelt zich voor, deze aange legenheid, die meerdere zijden heeft o.m. moet ook het strafrechtelijk belang van een ondervraging terstond door den opeporings» armbtenaar hl geval van ontdekking op hee- terdaad niet uit uit het oog worden verloren nader in studie te nemen. De minister heeft niet den indruk, dat de toegevoegde advocaten in strafzaken bun taak over het algemeen niet naar behooren zou den vervullen. Van een niet ingrijpen door de justitie naar aanleiding van ernstige onregelmatigheden, die zouden gepleegd zijn ten nadeele van de Hollandsche Bank voor Ziuid-Amerika, is den minister niets bekend, Hij zal zich ter zake op de hoogte stellen. Van e<wi roekeloos overleveren van men- echenlevens aan het optreden van politiebe ambten is bij de bestaande voorschriften waarlijk geen sprake. Wel wil de minister de opmerking maken, dat hij het beoordeelen van het optreden van de politie wel eens uit het oog wordt verloren aan welke gevaren bet menschenleven van den politieman blootstaat* op welke gevaren neg kortelings op zoo droe vige wijze een waarschuwend licht is geval len. Reeds ln de Memorie van Antwoord op het Voorioopig Verslag der Tweede Kamer en dua vóór de openbare behandelingvan de straf zaak tegen den gevangenbewaarder bij de bij zondere strafgevangenis te Scheveningen, heeft de-minister doen blijken, dat de toestand in die gevangenis naar zijn oordeel niet bevre digend kan werden geacht. In tusschen aanvaarde men wat daarom trent door gevangenen of ontslagen gevan genen ter terechtzitting is verklaard, niet zonder groote reserve. fonische en telegrafische verbinding met Schiermonnikoog te herstellen. Naar ons thans wordt gemeld, heeft deze poging succes ge had. Postvlucht naar Urk. Een vliegtuig der K. L. M, is gisteren morgen om 10 uur op Urk geland met 16 zakken post, wegende 300 K.G. en 2 passagiers. Het vliegtuig vertrok weer om 10.20 uur met 3 zakken post en 1 passagier. Een voorspel tot de Fransche Revolutie. door MAY WYNNE (Geautoriseerde vertaling). 7.) Zeker. Ik meende een romance te bele ven. Nu wordt bet waarschijnlijk een drama. Verandering van spijs doet eten. Scherts niet, Raoul. Geenszins. Maar wie de spijs te dicht bij het vuur houdt, moet gebrande korstjes eten. Hou je gezicht en luister. Jeannette is de schuld. Cherchez la femme. De Pompadour had dus gelijk. Gelijk en niet. Ze is al lang aan het hof en verstaat de kunst om dubbelzinnig te spreken. Ja. maar ik ben hier nog te kort om me met jullie listige streken bezig te honden. Ik zal je in het kort vertellen, wat er aan de hand is en vraag om je steun. Als die alleen in goeden raad bestaat met genoegen, de financieele is zoo goed als leeg geplunderd door madame de Rénouille en ma demoiselle de Didereau. Nu luister. Jeanne is de dochter van Ceorges Benoit, den kok. Ik heb haar sinds drie weken leeren kennen. Genoeg om er aan ten onder te gaan, merkte Raoul op, die grooten lust had, om zijn verwenschingen van den vorigen avond nog wat te versterken. Ik sprak haar dikwijls en eergisteren had ik een rendez-vous in het derde tuinhuisje van links. Je preciesheid dient geprezen. Haar vader had argwaan gekregen en was ons gevolgd. Toen ik me de vrijheid veroor loofd had om het lieve ki*d te zoeaen, werd de deur geopend en Jeanne vluchtte verschrikt ln het donker, waar haar vader haar met al lerlei dreigementen ontving. Ik wilde me niet piet een kok van mijn koning inlaten en ging beiden hooghartig voorbij, ik meende dat het incident hiermede gesloten was, totdat lk i daarstraks de fatale gevolgen van mijn mis stap zou hebben moeten ondervinden, Indien Jouw sterke arm me niet had gered van dien doodelijken steek. Je was in ieder geval die arme Jeannette weer spoedig vergeten Jonge vriend. Ik ver oorloof me even als oudere makker te waar schuwen voor madame de Vibronne. Ze is even charmant als gevaarlijk voor jongelui. Indien je wanhoop dus een gevolg is van je bekeering ten opzichte van dat arme koksmeisje kan ik je slechts geluk wpnschen met je komst. Neen dat is het niet, riep de- Moulins, die vergeefs optornde tegen de cynische zetten van zijn ouderen vriend. Des te erger, ik moet dus concludeeren dat de enkele maanden aan het hof hun fu- nesten invloed niet hebben gemist. Och, je laat me niet uitspreken Plet is niet bij dien moordaanslag gebleven. Toen ze dien Benoit los gelaten hebben, omdat ze toch niet wisten waarom hij nog langer vastgehou den moest worden en een mislukte moordaan slag van te weinig belang is, dan dat de bank zich daar mee zou vermoeien, heeft de kerel in wanhoop een eind aan zijn leven gemaakt. Hij schreeuwde dat er niets meer voor hem overbleef nu zijn Jeannette was onteerd. Maar het is een verschrikkelijk misverstand. Hij heeft zeker niet naar reden willen hooren en zijn dochter geen gelegenheid gegeven de zaak precies uit te leggen. Haha, die is kostelijk, riep de Po-ntenac uit in een hardnekkig weigeren om de zaak tragisch op te vatten. Jij bent werkelijk het toppunt van naieveteit. Dat zoent de dochter van een eerbaar koningsdienaar in het donker en vindt het dan nog heel wenschelijk, dat die arme vader zijn meisje op den schoot neemt, haar vriendelijk verzoekt zich toch zooveel mogelijk te willen verontschuldigen en dan zich tot den idealen vrijer wendt met een lof- zeng op diens ongerepte ridderlijke bedoelin gen. Die Benoit is in zooverre redelijk geweest, dat hij van een ontmoeting van zijn mooie dochter met een hoveling niets anders dan het ergste heeft verwacht. Zou jij dan? begon de Moulins ongeloovig. Docb de ander sneed hem alle veronderstel lingen op de oude tradities van wat men eens adel noemde af. met de even ware als moorden de verklaring: Wat ik zou, dat doet hier weinig ter zake. Sinds aan het hof onderscheid wordt gemaakt tusschen de rechten van geestelijken en ridder schap en de rechten vaa het overgroote deel van het Fransche volk, sinds aan het hof het onrecht van dat volk niet wordt aanvaard, hun lijden wordt verzwegen, hun honger wordt veronachtzaamd, lijkt het mij niet dan zeer logisch, dait de in het onrecht gestelde zijn eigen rechter speelt Het is voorioopig een hachelijk ondernemen, dat geef ik toe en niet altijd vindt men nog jonge ridders die den dood van hun zijdeimgeche slachtoffers betreuren. Wat zal mijn moeder wel zeggen, huilde de jonge de Moulins als een kostschoolknaap. Ik weet nog hoe ze me in dien heerlijken lente morgen uitgeleide deed tot aan de poort van ons heerlijk kasteel in Bretagne. Ze omhelsde me voor het laatst en drukte me een medaille van de H. Moeder Anna in de handen. Mijn kind, zei ze, nu ik er niet meer ben, hoop ik dat de patrones van je geboortestreek je zal be schermen. Blijf trouw aan de goede zeden van de voorouders, wees de vertegenwoordiger van dat Bretagne, dat in Frankrijk altijd de kern geweest is van het zuiver bewaarde geloof. Die woorden zijn me dikwijls tot steun geweest en daardoor heb ik me ook tegenover Jeannette behoorlijk gedragen. De geruchten zullen na tuurlijk ook tot haar doordringen. Ik heb haar reeds een uitvoerigen brief gescheven en haar verzocht voor de arme Jeannette een plaats op haar kasteel vrij te maken, opdat het kind niet ouderloos blijve rondzwerven. Een voorbeeldige oplossing van een jeugd- romance, sneerde de Pontenac. Heeft je moeder een groot kasteel? Waarom? Om aan de herbaalde verzoeken van haar onschuidigen zoon te kunnen voldoen. Het moet een troost en trots zijn voor die goede dame, om tegen haar vriendinnen te kunnen zeggen; Ja, mijn jongen is ook aan het hof. Maar hij gedraagt zich heel netjes. Hij kust de meisjes alleen maar, en indien hun vaders zich dan van wanhoop om hals brengen, stuurt hij die lieve kinderen naar zijn geliefd Bretagne, waar ze met mij iederen avond bidden, dat de H. Moe der Anna hem moge beschermen voor de geva ren van het hof. Raoul, je spot. Hebben jullie dat niet meer gedaan dan ik. Omdat ik met wat sarcasme de gruwelijke on rechtvaardigheden die hier dagelijks plaats vin den aan de kaak stel, noem je me een spotter. Laat liever al die grootspraak, die schijnheilige zelfverdediging varen. Als je romantisch ver liefd wil zijn, zoek dan een Madame de Vibron ne om samen naar de maan te gaan kijken. Dat kan je hoogstens op een duel met haar edelen echtgenoot komen te staan. Laat de meisjes van het volk met hun soort vrijen en Jok ze zeker niet in het derde tuinhuisje van links om haar een onschuldig zoentje te geven. Het is laf, heel laf, om met Je zijde, wat dukaten en Je hooge afkomst een gansje van de wijs te brengen. Laat het Je een les zijn om wat flinker voor den dag te treden. Ik kan Je niet zeggen, hoe dankbaar ik je ben, dat je dien doodelijken uitval hebt afge weerd, riep Gaspard de Moulins pathetisch uit. De man had beter moeten richten, liet de Pontenac zich ontvallen en toen zijn jongeren vriend hem verbaasd aankeek, voegde hij de welnoodzakelijke verklaring van zijn gedachten- gang er aan toe met de volgende woorden:. Ais je een mistoestand uit wil roeien, moet je te ruggaan naar de eerste oorzaak der ellende. Hoe kan een jong en bruisend hoveling staan de blijven, indien zijn koning hem voorgaat in ontucht, lafheid en vraatzucht? Raoul, riep Gapard onthutst uit, pas toch op je woorden. Die majesteitsschennis kent maar één straf. Een majesteit, die echter zijn majesteit verloren heeft door wangedrag, kan moeilijk aanspraken maken op deze beleediging. Door de zonde tot openbare uitspatting en vermaak te verheffen, door onderdrukking als staatszaak op te vatten, door onrecht te verheffen tot ko ninklijke kwaliteiten, kan men wel het uiterlijk veranderen, in wezen blijven het menschen-on- waardige daden. Maar genoeg. Jij bent in ieder geval van een lastig vervolger verlost. Gaspard de -Moulins was geen lafaard, maar alleen de herinnering aan dien dolk, vlak voor zijn gezicht, deed hem nog een rilling krijgen, Monsieur de Pontenac, verklaarde hij even sentimenteel als Finot enkele dagen geleden. Monsieur de Pontenac ik, Gaspard de Moulins, verklaar hier plechtig bij de H. Anna, de pa trones van Bretagne, dat ik tot aan mijn dood uw verknochte dienaar en vriend zal blijven. Gaspard de Moulins! Met een verbluffende zelfbewustheid kon hij dien naam uitspreken. Trots, fierheid, moed, waren de emblemen waarmede zijn voorvaderen dien naam hadden gesierd. Gaspard was vast besloten hen in dit voetspoor te volgen en daar om vreesde hij nu zoozeer, dat door dit overi gens zeer alledaagsche gevalletje die naam, die groote Bretonsche naam zou zijn besmet. Met blufferige taal trachtte hij zijn blazoen weer schoon te wasschen. Hij putte zich uit in een opsomming van de opofferingen, waartoe hij bereid zou zijn, om zijn belofte gestand te doen. Totdat de Pontenac er genoeg van kreeg en weer naar de luit greep. Even voegde hij den ander nog glim lachend toe: Ik dank u voor deze betuigingen van aan hankelijkheid uw geslacht waardig en die mij werkelijk te veel eer zijn. Ik kan je echter wel gerust stellen. Vrees niet, dat deze gebeurtenis langer dan vier en twintig uur in de leege her sens dezer hovelingen zal blijven hangen. Na tuurlijk zal je goede moeder er zeker niets van vernemen, tenzij de brief haar door een al te vlugge bode werd overhandigd. Zou je denken, dat het heter is niet te schrijven? vroeg de Moulins aarzelend. De Pontenac had goed gezien. De zwetsende Bretagner had natuurlijk geen brief geschre ven, had zich van die arme Jeannette niets meer aangetrokken en viel nu leelijk door de mand. Ik zou Jeannette in staat stellen dë edel moedigheid van een Bretonsch edelman te lee ren waardeeren, en in het vervolg wat omzich tiger te werk gaan, merkte hij droog op. Voor het laatst jongeman, ik zou mijn kussen maar laten opbloeien in den tuin van Versailles zelf. Daar wandelen voldoende nymphen, die zich graag laten bepoederen door een eleganten Jon geman. De meisjes en vrouwen der Parijze- die wat feller op hun punt van eer staan, dan de groote heeren van koning Lodewijk. De Moulins, die versch van Bretagne was ge komen, keek hem met ongeloovige oogen en een beetje minachting aan. Voor hem was het hof van Versailles nog het toonbeeld van schoon heid en deugd. De Pontenac was ouder. HOOFDSTUK IV. EEN AVOND VOL TRAGEDIE. Het roffelen der dobbelsteenen. Rinkelen van geld. Zuchten. Nijdige blikken. De Pontenac geeuwde. Hij scheen niet gelukkig te zijn vanavond. O? liever sinds zijn komst te Versailles. Graaf de Fréseines stapelde met onverholen genoegen de goudstukken ln hoopjes van tien. De oude markies de Grémont stond op en keek aandachtig in een spiegel. Wat zal die kleine mademoiselle Yvonne wel zeggen van mijn nieuwe ,,duivestaart" pruik, die ik te harer gelegenheid heb gekocht? Wacht, links mogen die krulletjes nog wel iets lager vallen, dan komt dat rimpeltje onder da witte haren, die zoo symbolisch mijn zacht ka rakter vertolken en mijn jonge hart. Weer had de Pontenac de steenen opgeno men. Ze rolden even onverschillig als steeds over het groene laken en wezen toen met huu koele oogen aan dat de Fréseines had gewon nen. Die nam het resultaat met een fijn glim lachje op. Hij was aardig op weg om een fori tuintje lo3 te maken van dezen knappen losbol, wiens vierkanten kop een stoicynsche uitdruki king had aangenomen. De graaf vermoedde niet, dat achter dat masker een vulkaan op uitbar sten lag te wachten. Anders zou hij zijn win sten wel op minder stootende en onhebbelijk# wijze hebben aanvaard. (Wordt vervolgd.) 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6