mm im sin 11 Wi. a W Am Wi ■smm. ff FEUILLETON VERDERFELIJKE BANDEN. AÉI^ fH SP* PP! !Hf W% mwj. y' xf' IÉL II 11 mhkm fa! wk mê WM s mwk. WM. m. wé Él Wk m lm lê w. wË>. mm.-mm «m MAANDAG 18 MAART 1929 DERDE BLAD PAGINA 4 SCHAAKRUBRIEK. WM §H m IWI wé WÉ. Wk DAMRUBRIEK WM z SI WW WA Redacteur: P. A. KOETSHEID, Singel 82c. Schiedam. Verzoeke alle mededeellngen betreffende deze ►ubriek aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM No. 4122. J. J. EBBEN, Helmond. Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. Mv/a Si WM. PROBLEEM No. 4123. J. H. B. FELDBRUGGE. Eerste plaatsing. Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4124. JOS. DRNEK HARAZDOVICE. Eerste plaatsing. Mat in drie zetten. PROBLEEM No. 4125. J. MAAS, Venlo. Eerste plaatsing. Mat in drie zetten. Oplossingen over di'ie weken. Deze worden bü ons ingewacht tot Dinsdag 2 April. GOEDE OPLOSSINGEN, J. H. B. Feldbrugge, Montfoort alle; H. y. Gaaien, Rotterdam alle; J. Maas, Venlo alle; J. Marcelis, Rotterdam no. 4107, no. 4109, no. 4110 en no. 4112; W. Roestenburg, Rotterdam no. 4110, no. 4111; H. W. G. Kortman, Rotter dam no. 4107, no. 4108, no. 4109; J. Smals, Nij megen idem; P. "Welting, Neerloon idem; H. S. Smeets en J. v. Geldorp, Roermond no. 4107, no. 4109i W. v. Veelen, Rotterdam idem; W. H. Haring, Kethel no. 4108; H. J. Vervoort, Olden- zaal no. 4107; D. v. Nlekerk Rtjsenburg idem. PROBLEEMOPLOSSINGEN No. 4107. 1. Dc5c6: enz. No. 4108. 1. Le6f7 enz. No. 4109. 1. Dg6h5 enz. No. 4110. 1. Ldlb3 dreiging; 2. Dg5e3f enz. 1. Te2 (Tf2), e7—e5, Lc8 (Ld7); 2. Pd5, Dg4:tt Pd3: enz. No. 4111. 1. Dg8c8 dreiging; 2. Dc8c5;tt 1. Dd4, Ld4; 2. a6, Dc.6 enz. No. 4112. 1. PgBf3 dreiging; 2. Pf3di-j- enz. 1Le5:, Pe5:, Pf4, de5;; 2. Lg4, d4, Lcl6:, Le5: enz. CORRESPONDENTIE. J. M: ie V. Voor uw nieuwe bijdrage har telijk dank. Een goede tweezet, waarbij de sleu- telzet een behoorlijk overleg vordert. W. R. te R. en W. v. V. te R. Uw vraag betreffende no. 4108, of 1. f2f4 niet onmid dellijk mat is, doet ons veronderstellen, dat U niet weet of er niet aan denkt dat 1. f2—f4 door e4f3: eri passant wordt weerlegd. Een van de regels bij het schaakspel is, dat wanneer een pion zijn oorspronkelijkeplaats verlaat, daarbij twee velden opspeelt, en een veld overschrijdt, bijv. (in. no, 4108 het veld f3) dat door een pion van de tegenpartij wordt belieerscht mag deze laatste den opgespeelden pion en passant slaan, doch dit moet hij dan direct doen, want wacht hij hiermede ook maar één zet dan is dit niet meer geoorloofd. In no. 4108 kan eerst door f2f4 mat gegeven worden als de zw. pion van e4 naar e3 gaat. H. J, V. te O. 1. Lrïfif neemt zwart met zijn looper in no. 4108. Het doet ons genoegen wanneer we de lijst van de oplossers zien uit breiden, omdat we daarin een bewijs meenen te vinden, dat de belangstelling voor de pro bleemrubriek groeit. Indien U problemen oplost tracht deze dan niet te bereiken door schaak geven of nemen van stukken bij den eersten zet, want dan zult U er gewoonlijk niet komen, of het moest zijn dat U een nevenoplossing vindt In no. 4110 faalt 1. Pd5 door 1. c6d5:. J. M. te R. Op 1. Lg8 volgt no. 4108. 1. ghO: J. S. te N. Ziehier eenige weerleggingen: No. 4110 1. De3t door 1Kf6 no. 4111 1. Dg2 door 1. De5. No. 4112 1. Ld6: door 1. LeB: P. W. te N. 1. d4 faalt In no. 4112, door 1d5 VIER EERSTE PLAATSINGEN. Door den steun van eenige enzer mede werkers zijn we andermaal in staat onze rubriek uitsluitend met eerste publicaties te vullen. Het zou ons zeer aangenaam zijn, indien dit goede voorbeeld tot gevolg had, dat de andere mede werkers ons met een of meer bijdragen kwamen verrassen. Onder no. 899 brengen we een partij gespeeld in den winterwedstrijd van de R.-K, Schaakclub „R. S. R." Het 1s een goed gespeelde partij. Zwart deed een combinatie die wit op voortref felijke wijze weerlegde en door een krachtig ge- voprden aanval spoedig zwart tot de overgave wist te dwingen. Deze gelegenheid grijpen we eens gaarne aan de aandacht van de R.-K. schaakspelers op de schaakclub „R. S. R." te vestigen. Zij die gere geld de sportverslagen lezen zullen de resul taten van de verschillende ronden uit den win terwedstrijd van genoemde club, doorgaans geestig gesteld wel hebben gelezen. De „R. S. R." viert dit jaar haar tienjarig be staan, men wil deze gebeurtenis op luisterrijke wijze vieren. Voor eenige maanden is reeds een feestcommissie gevormd. We zien daarom een reden te meer het lidmaatschap van deze veree- niging aan te bevelen. De club telt een dertigtal leden waaronder verschillende van niet te ver smaden kracht. Vrijdagavond vergadert de club. Secretaris is de heer S. Scheerder v. Hoonnaerdstraat 21b. Rotterdam. Het lidmaatschap bedraagt 6 per jaar. NIEUW UITGESCHREVEN PROBLEEM WEDSTRIJDEN. Nederlandsch-Indische Schaakbond. Twee en driezetten. Prijzen drlezetten: I 37, II 30, III 22, IV 15. Prijzen tweezetten: I 25, II 20, III 15, IV 10. Inzendingen aan: E. G. Schüller, Madjalenka Java. Zt) moeten dit adres bereikt hebben op 81 Juli 1929. Jury: Goethart en Weenink. Per componist maximaal 8 tweezetten en 3 drlezetten. Correcties van Inzendingen van den N. I. S. B. zijn niet toegelaten. N. S. B. Jubileum-wedstrijd van de schaakclub te Go thenburg. Gevraagd worden drlezetten, gezon den vöör 15 Augustus 1929 aan M. J. Frldllzlus, Aschebergsg 38 te Gothenburg Zweden. Prijzen; 100, 80, 60, 40 en 20 kronen. Jury: J. Moller en Jonsson. PARTIJ No. 899. Gespeeld In de winterwedstrtj van de R. S. R. te Rotterdam, 18 Januari 1929. Zwart; P. A. Koetsheid. Pg8—f6 d7d5 e7— e6 Pb8C7 c7c6 Lf8d6 Wit: A. H. M. Wap. 1. d2—d 4 2. Pgl—f3 3. c2—c4 4. Lelg5 5. Pblc3 6. e2e3 Gewoonlijk speelt men hier Da5. Zwart wil echter der Cambridge Springsvariant vermijden. 7. Ddlc2 0—0 8. Lfl-d3 h7h6 9. h2h4 Agressief gespeeld. Zwart kan dan Looper niet nemen wegens 10. hg5: Pe4; 11. Le4 de4:; 12. De4 en nu volgt op g.6t; 13. Dh4 met ondekbaar mat terwijl op f5 volgt De6:-j- en wint. Ock na 9. dc4: kan Zwart den Looper niet nemen, daar het P. dan op e4 ongedekt staat. 9Dd8— a5 10. 0—0—0 Ld 6b4 11. Lg5—f4 Nu kon zwart den L. nemen b.v.: 11. Th3, Lc3:12. bc3:, hg5:; 13. hg5:, Pe4; 14. Lei: de4:; 15. De4:, Dc3f roet eeuwig schaak. 11. Lb4 c3 12. b2 c3 d5 c4 13. Ld3 c4 Pd7b'6 14. Lc4b3 Pbfi—d5 15. Kei—b2 Noodzakelijk. 15Da5 c3t De zwarte stelling was in de laatste zetten aan zienlijk vrijer geworden. Zwart maakt nu een combinatie, welke hem het kleine materiéele voordeel oplevert van 1 Toren -j- 2 pionnen tegen 2 Paarden. Daar echter na dezen ruil wit beter ontwikkeld is blijkt dit voordeel niet tegen de stelling op te wegen. 16. Dc2 c3 Pd5 c3 17. Kb2 c3 Pf6—e4f 18. Kc3—b2 Pe4 f2 19. Pf3e5! Wit gaat terecht zijn eigen weg en sluit de zw. stelling in. 19Pf2 hl Gezien den 21en zet van wit was het beter om den anderen Toren te slaan: de tekstzet lag ech ter voor de hand. 20. Tdl hl Tf8d8 De beste manier om den L. in beweging te krijgen. 21. Thlh311 Goed. Dit is de meest doelmatige voortzet ting van den aanval. Beter dan g4. 21. Lc8d7 22. Th3-g3 Kg8—f8 Er dreigde Lh6: 23. Fe5c4! Ld7e8 24. Lf4—d6f Kf8—g8 25. Ld6e5 g7—g6 26. Le5—f6 Td8—d7 Hier was beter Td5; dan kon op Pe5 volgen Tb5. Wit houdt echter toch de beste stelling. 27. Pc4—e5 Td7—c7 28. h4—h5! Wit wint nu altijd een pion. 28g6—g5 29. Pe5—g4 c6—c5 Een doorbraakpoging, die te laat komt. 30. Pg4—h6f! Dwingend. Kg8—h7 Kh7 h6 Kh6g7 Ldlj Kg6; 34. LdSf en wit is een stuk tegen pion voor. Na dén tekstzet loopt zwart echter mat. 33. h5—h6f Kg7—f8 34. h6—h7 Geeft op (Aanteekeningen van den witspeler). Alle correspondentie te richten aan den dam- redacteur dezer courant. No. 56 (17 Maart 1929). 30. 31. Lb3—c2-f! 32. Lf6 g5*j* Op Kh5: volgt OPLOSSINGEN. Probleem no. 109. (W. J. v. d. Voort.) Zwart: 9, 12/4, 16, 18, 21, 34 en 35. Wit: 27, 29, 32, 37, 40, 42, 44, 45 en 47. Wit: 47—41, 44—39, 32—28 (zwart 33 31) en 37 10. Probleem no. 110. (dezelfde.) Zwart: 3, 7/10. 12, 14. 18 en 27. Wit: 21, 24, 26, 29, 32, 33, 41, 42 en 47. Wit: 21—16, 29—23 (zwart 18 of 38 20) 41—37, 16—11, 26—21, 37—32, 42 2. Probleem no. 111. (dezelfde.) Zwart: 6, 8. 9, 13, 18, 19, 24, dam op 15. Wit: 16, 21, 28, 30, 33, 37, 38 en 44. Wit: 38—32, 2822 (zwart 15 28 over de schij ven 33, 37, 21 en 22) 32 23. Goede oplossingen ontvangen van: A G. L. Oerlemans, Utrecht; B. J- Smits, Groningen, (no. 107 en 108), Joh. Lodewijkx; C. v. d. S.; H. H. W. Borghardt; P. M. S.: J- p- H-. allen Rotterdam. CORRESPONDENTIE. J. D. te N. Uw eerste probleem heeft een nevenoplossing met 1813. al.k tSL PROBLEEM No. 114. ij RENé ORTIGé, Tonnay Charente. Yjf Zwart: wM/y ZJ/y/yZ MM/ émw. Wit: Zwart: 3, 5, 9, 12, 13, 18, 22, 23, 27, 2S. Wit: 25, 29, 31, 33, 34, 36. 39, 41, 43 en 49. PROBLEEM No. 115. J. BOELENS, Nieuweschans. Zwart: Wit: Zwart: 3, 12, 13, 18, 19, 22, 23, 25, 26 en 31. Wit: 16, 24, 29, 33, 34, 38, 39, 42, 47/9. De volgende partij werd door den redacteur gespeeld 1. 32—28 2. 37—32 3. 41—37 4. 31—27 5. 35—30 Een afruil met meer na- 5. 6. 28—23 7. 33 15 8. 38—33 Niet 3933, dan wit 1420. 8. 9. 43—38 Logischer is 42—38. 9. 10. 49—43 11. 33—29 Naar 28 Is sterker. 11. 12. 47—41 13. 29—24 Wit werkt zijn schijven te 13 . 14. 34 25 15. 39—34 16. 27—21 17. 32 21 Op 18—22 wit 44—39. 18. 43—39 19. 38—33 Zwart de afgeloopen week (met zwart). 20—24 17—21 21—26 15—20 dan voordeel. 24 35 18 29 12—18 7—12 19—23 14—19 1— 7 10—14 veel naar den rand. 19 80 5—10 11—17 16 27 14—19 10—14 G—II Wit: 20. 21—16 21. 37—31 22. 42 31 23. 33 24 17—22 26 37 23—29! 19 30 Nu komt wit'B zwakke stelling sterk uit. Alle schijven op den rechtervleugel zijn buiteQ spel. 81—26 11—17 24. 25. 41—37 26. 46—41 27. 26 17 28. 48—43 29. 43—38 30. 16 7 31. 38—33 Er dreigt 37—33. 32. 34—29? Wit meende schijf 30 te kunnen maar verliest nu. De beste zet was 37 dit had toch een schijf gekost. 32. 33. 25 34 34. 36 27 35. 29 18 36. 34—29 37. 29—23 Op 47—37 wit 42—48. 37. 22—27 17—21 12 21 21—26 7—11 2 11 8—12 veroveren. —32, maajj 38. 41—37 39. 33—29 40. 39—34 Na eenige zetten door wit opgegeven Eindspel C. BLANKENAAR. Zwart. 31—36 42 31 3C—41 41—46 V/,/'/ «WW, v /Wyé. 36— 4a) 4—36b) 36— 4c) 4—36d) 36— 4e) 4—36f) 36— 4g) 4 15 W i t: Zwart 26, dam op 36. Wit drie mammen op 6, 11 en 47 Eerste variant: 1. 47—38 2. 11—44 3. 44—33 4. 38—49 5. 33—15 6. 1547 7. 49—32 8. 32—10 9. 633 en wint. a) Op 26—31 volgt 11—17 en wit wint. J b) Op 4—15. Zie variairt II. c) Op 26—31, wit 6—28, zwart 31—37, wit 28 41, 33—15 en wint of zoo zwart 36—47 wit 28—46, zwart 47—36, wit 4741 en 83—15. d) Op 4—15. Zie variant III, op 26—31, wit 622 en wint. e) Op 26—31, wit 6—28. (Zwart 31—37( 28 41 en 4938. f) Op 2631, wit 622 en wint. g) Op 26—31, wit 47—15 en wint Tweede variant: 1. 47—38 36— 4 2. 11—44 26—31 3. 4449 415gedw, 4. 38—47 31—36 5. 493S 15 42 6. 47 15 3641 7. 6—28 41—46 8. 286 en wint. 7. 8. 28—33 en wint. Derde variant: 1. 47—38 2. 11—44 3. 44—33 4. 3S—49 5. 41—47 36— 4 4—15 154gedw, 4—15 4-8# Zie variant I 15— 4 4—3Gh zwart 3137, wit 33—47 6. 49—32 7. 6—33 wint. Op 26—31 volgt 47—38, 32 41, 33—15 en wint. Op 36—31 volgt 47—36 en 32—27 of 37. Op 3618. 13, 9 of 4 geeft wit dam 32 af en wint. h) Op 26—31, wit 32—10, 6—33 en wint, op 4—31, wit 47—36 wint. Een erfenis, die steeds j grooter wordt. Gloria Caruso, het dochtertje van den groo- ten Napolitaanschen tenor, heeft tot dusver twee miliiioen gulden uitgekeerd gekregen als auteursrechten op de gramofoonplaten, dl® haars vaders stem voor het nageslacht be waren. En voorloopig blijven die auteursrechten nog voortduren, zoodat de kleine Gloria voor d® toekomst niet bezorgd hoeft te zijn. Haar vader zorgt ook na zijn dood er voor, dat ze geen gebrek zal behoeven te lijdenK NAAR HET FRANSCH door JEAN THIERY 4) Te midden van haar zenuwachtige bewegin gen om haar grijzende haren ee® gunstig voor komen te geven, vroeg ze Jeanne of het mis schien maar niet beter was dien mijnheer niet te ontvangen, maar de dienstbode, zeker een tikje meer avontuurlijk of romantisch aange legd, zei kort en bondig: Maar juffrouw bent U nog niet klaar? Jeanne zou het niet beter zijln Neem me niet kwalijk juffrouw, maar U bent nog langer bezig dan 's Zondags. Wat moet die mijnheer wel denken van dat, lange wachten Dat is waar ook, hij wacht op ons Gaat. hem maar halen, Jeanne. Nauwelijks was deze de kamer uit of ze werd teruggeroepen. Als die mijnheer nou eens hier wil eten vanmiddag? Dan zullen we voor hem dekken... en ik beloof u dat hij zich onze tafel zal herinneren. Maar laat ik hem nu gauw binnen laten. Weer trippelde ze den tuin door, keek eerst nog eens door het luikje om te zien of de graaf er nog was en liet hem toen binnen. Er rees echter een moeilijkheid. De graat kon zijn auto niet op den weg laten staan. Was het niet mogelijk het hek geheel te openen om den wagen in de® tuin te rijden? Jawelmaar ik hen niet sterk genoeg om de andere deur te openen. Die is in geen jaren oipen geweest, opperde Jeanne. Als dat het eemdge bezwaar is, Is 't niets! En terwijl hij zich verontschuldigde over de stoornis die hij veroorzaakte, zette de graaf den schouder tegen de deur die weldra open vloog. En de auto werd in veiligheid gebracht. De spraakzame graaf hernam op zijn ge- roeenzamen, vriendelilken toon: Deze weg wordt genoemd de weg „van Parijs naar Spanje" nietwaar? Ja, mijnheer. Uw huis ligt aan de grens van het stadje hé? Aan dezen kant ja, maar aan den anderen kant hebben we een straat, U hebt dus twee ingangen? Zooals bijna alle huizen langs dezen weg. Hebt u ook buren? Niet veel en bijna den heeien dag zijn ze op het veld aan 't werk. Zoodat u hier eigenlijk maar eenzaam woont. Ja, nogal... Gaat Uw gang mijnbeer. Daar is de deur. Juffrouw Grapin js gewaarschuwd. Ik zal ondertand den tuin sluiten. Graaf Ollero bedankte en ging naar binnen. Jeanne keek bewonderend naar den auto. Ze raakte de kussens aan, lichtte ze op en zag in een holte daaronder een aantal gereedschap pen netjes gerangschikt, zooals de schaar, het naaldekokertje, de vingerhoed enz. in het naal- tafeltje van juffrouw Grapin. Weldra werd haar Inspectie onderbroken. De graaf kwam terug, beweerde dat hij Iets ver geten had. Hij liep om den wagen, maakte los, maakte vast en ging weer heen. Jeanne wilde baair onderzoek voortzetten, maar de kussens waren niet meer van hun plaats te krijgen. Ivijk, alles zit nou vast! zei ze bij zich zelf. En zonder daar verder aan te denken, ging zij naar haar'werk in de keuken. Juffrouw Grapin en de graaf waren reeds in druk gesprek. Jeanne begreep wel dat ze voor drie perso nen, te koken had dien morgen. De toren van Ledon had al twaalf slagen over het rustige stadje laten klinken en het mid dagmaal liet nog op zich wachten. Maar juf frouw Grapin beklaagde zich daarover niet. Nooit had de goede vrouw, die nimmer rijk of mooi was geweest, zooveel vriendelijkheid ge noten van een manspersoon als van dezen knappen jongeman. Als de gewoonste zaak ter wereld bleef de graaf dineeren, daartoe natuurlijk uitgenoo- dlgd door juffrouw Grapin. En het maal werd door den gast geprezen als „het heerlijkste dat hij ooit geproefd had". Na de gebruikelijke koffie en likeuren e® de graaf kreeg ook permissie om te rooken zochten de dischgenooten een rustig zitje in een hok van den tuin waar het gesprek werd voortgezet. Boven den tuinmuur stak een silhouet van de oude kathedraal die, naar mate de dag haar einde naderde, steeds verder haar schaduw uitstrekte in den tuin. Cesar Ollero bewonderde met half dicht ge knepen oogen het prachtige, middeleeuwsche monument met zijn twee breede, zware torens. Jearone bracht de kranten. Dat is 'n goed idéé, zei de graaf, al drie dagen heb ik Parijs verlaten en rij ik langs velden en wegen in m'n auto, zonder iets te weten van hetgeen er op Gods aardbol gebeurt. Vindt U goed dat ik eens even 'n blad inkijk? En met opgewekte haast spreidde hij een krant open. Juffrouw Gxapin aam de andere en begon te lezen DU de rubriek „Allerlei", zooals dat haar gewoonte was. Die lezing ging dan alüjd gepaard met eenige uitdrukkingen van haar gewaarwordingen, naai- gelang de feiten. Oh vreeselijfk, weer een vrouw in stukken gesneden! Heeremetijd, vijf grondwerkers levend begraven! Wat... Schande! Een aantal gewijde vaten gestolen uit een kerkhoe is het mogelijk dat iemand tot zóó'n heilig schennis komt. Zoo? Is er in een kerk ingebroken? her haalde graaf Ollero schijnbaar zonder veel aandacht te hechten aan het feit. Ja de schui-ken werden gestoord door den koster en om zich te wreken hehben ze verscheidene schoten op hem gelost. Dood hé? Ze dachten dat hij dood was, maar ze schij nen zich vergist te hebben. De zon die door de wingerdbladeren speelde, scheen den graaf te hinderen, want hij zette zijn pet op en beveiligde zoo zijn oogen tegen het licht. Juffi-ouw Grappin vervolgde met de voldoe ning welk ieder rechtgeaard hart ondervindt, wanneer het kwaad gestraft wordt en de deugd beloond: Maar men heeft het signalement van den schuldige. Een man met een grijzen vilthoed heeft op den. koster geschoten. De graaf lichtte de klep van z'n pet wat op en begon eens hartelijk te lachen. 'n Man met een grijzen vilthoed dat is me een signalement! En de politie Is daar rijk mee... och, och! Ey staat dat ze op het spoor is van de daders. Binnen eenige dagen zullen de schul digen wel achter slot en grendel zitten. Achter slot en grendel, met een vilten hoed; ha! ha! Lees maar: over een paar dagen zal het weer eens blijken dat de politie om den tuin geleid is. Hebt u zoo'n lagen dunk van de politie? Ik heb al zoo vaak gezien dat ze onmach tig Is tegenover gevaarlijke schurkenant woordde hij geërgerd. Dan werd zijn toon weer minzaam. Terwijl hij nog eens met schuin opgeheven hoofd en schijnbaar met kennersblik naar de eerbied waardige torens staarde, zei hij tamelijk onver schillig: In die kerk zouden ze hun slag hebben kunnen slaan. Hemel Ja! Ik moet er niet aan denken. De schatten van onze kathedraal zijn wereldbe roemd. Hebt u ze gezien? Ja zeker. Er zijn o.a. kostbare relieken, vooral van de H. Gudula die alleen reeds een kapitaal vertegenwoordigen door het groot aan tal kostbare steenen, verder kelken en andere gewijde vaten, kostbare gewaden en uiterst fijn linneü. Het museum van Cluny had er graag wat van gehad, maar de inwoners van Ledon willen daar niets van weten. Ze zouden zoch doodvechten om die schatten te verde digen Hoe hebben ze die schatten tijdens de revolutie kunnen bewaren?... vroeg de graat die z'n pet weer voor de oogen had getrokken, Dat hehben ze alleen te danken aan die fameuze trap Een trap zegt U? Ja, hebt U daar nooit van gehoord! 't Staat toch in alle reisgidsen. Door op een knopje te drukken komt er een veer in werking die de trap doet draaien. Wiaar eerst de trap was kun je dan een diepe put zien, een soort onder- aardschen kerker. En de kerksieraden woTden door de trap als door een muur beschermd, (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 12