Woensdag 27 Maart 1929Tweede Blad Pagina 1 f VAN MORAAL GESPROKEN. SCHUTTEVAER i NA DEN STADHUISBRAND TE LEIDEN RIJKS-UNIVERSITEIT TE LEIDEN de oorzaak van de ramp HIJ GEEFT ZIJN REIS NOG NIET OP MALVERSATIES DOODSLAG IN EEN WOONWAGEN KAMP DE SUIKERINDUSTRIE DE TOELATING VAN R. K. GEESTE LIJKEN IN DE BATAKLANDEN EP TAPANOELI Indien de afgrond zou moeten worden aangeduid tusschen de opvattingen over tedelijhheid van katholieken en sociaal-de mocraten, dan heeft mevrcuw Suze Groene weg ons daartoe eenigsziis in staat gesteld. In een meeting welke de sooiaal-demo- craten te Amsterdam belegden, heeft deze socialistische dame het voord gevoerd en waar het over de „eenzijdige behande ling" van de ziektewet ging, haar, in de Kamer uitgesproken rede wat verduidelijkt. Zij verklaarde namelijk volgens een ver slag dat door de „Telvan haar rede werd gegeven: Wij hébben ook onze waard eering voor het huwelijk en achten de beste kansen voor het kind een goed ouderpaar. Al is het buitenechtelijke kind een fout, wij ■wenscüen niet, dait de ongehuwde moe- 1 der buiten de zedelijke gemeenschap wordt gestooten. Het zal voor de vrouw dan moeilijk zijn, te kiezen of zij moedig het leven zal aanvaarden, dan wel of zij een poging zou doen, om de zwangerschap door abortus te onderbreken. (Applaus) j De heer Aalberse wilde, dat de regeering i subsidie zou geven aan vereenigingen voor ongehuwde moeders (gefluit). Maar deze vereenigingen werken niet voor de vrouwen, die in loondienst zijn. Prof. Bon- ger heeft onlangs belangrijke cijfers ge geven. Van de honderd eerst geborenen waren er volgens statistiek van den Bur gerlijken Stand 40 te haastig gebakerd gelach). Hieruit blijkt, dat er geen geringschatting behoeft te zijn voor de i vrouwen, die te vroeg geleefd hebben j met een man. Ails zij uit de buurt gaan i wonen, kraalt er geen haan meer naar (gelach). In sommiige streken trouwt men overi gens niet eerder, dan wanneer het noo- diig is. Men weet niet wat meer moet ontstellen: deze toon van een ongehuwde vrouw of den geest, die blijkbaar heersebte onder haar gehoor. Het is zoo klaar als glas, dat de spreek ster geen rekening houdt met het zedelijk element van de geweldige daad over welks gevolgen zij met zulk een vervaarlijke grof heid spreekt. Zij schijnt geen oogenblik te denken aan het zedelijk-goede of slechte van die daad; zij spreekt alleen over gevol gen, precies als een misdadiger, die, zijn slag willende slaan, eerst even nakijkt wat het hem kosten zal als hij tegen de lamp loopt. Dajt mevrouw Groeneweg niet aan gedach ten denkt ,is heelemaal duidelijk, maar het is eenvoudig krankzinnig om zulke opvattin gen als zij verkondigt, ook maar een oogen blik te vergelijken met den zedelijken standaard van het katholicisme, dat eenvou dig den letter nemend van Christus woord, de zonde reeds ziet in „het aanziien met in wendig begoeren", en daarbij nog niet rept van daad en gevolg! Wie dit inziet, begrijpt ook direct, dat het laster is, aan de katholieken in de schoenen te schuiven, dat zij de ongehuwde moeder buiten de zedelijke gemeenschap sluiten. De -Kerk stelt zedelijk en onzedelijk niet gelijk; dèt is de zaak. En hoe meer haar zedelijke Idealen ingang vinden bij de menschen, hoe zeldzamer en hoe ondenkbaarder het zal zijn, dat men durft reppen van de moge lijkheid van kindermoord. Mejuffrouw Groeneweg heeft oud-minister Aalberse laten uitfluiten, maar ziij heeft zich wèl gewacht uiteen te vertellen, dat mr. Aalberse zich op zuivere rechtsgronden er tegen had verzet, dat meisjes zich zouden moeten verzekeren tegen zwangerschap. Het is ook veel gemakkelijker een tegenstander Ite laten uitfluiten door een bepaald soort menschen. Wat kunnen dit vqor dames en heeren zijn geweest en in welke zedelijke verwarring moeten zij leven, wanneer zij lachen om het veelvuldig voorkomen van een daad, die toch in strijd is met de beste zedelijke idealen van de menschen? En wat moet het Kamerlid totaal in de war zijn, die meent, dat buitenechtelijk verkeer niet zoo erg is omdat het veel voor komt en voor wie het blijkbaar hoofdzaak is, dat er geen haan naar kraait. Zelfs de flauwste gedachte aan het be staan van een alzienden God, die het goede geboden heeft en het kwade strafbaar stelde, schijnt niet op te komen bij mej. Groeneweg en blijkt evenmin te leven bij haar luisteraars. DèAr ligt heel het verschil In zedelijke opvattinpen tusschen hen en ons. DE LEERSTOEL IN DE HUID- EN GESLACHTSZIEKTEN. Interpellatie in den Raad In de Donderdagavond voortgezette vergade ring van den gemeenteraad van Leiden heeft de burgemeester, de verschillende sprekers, die in de middagvergadering het woord had den gevoerd naar aanleiding van de lnterpel- latle-Sijtsma over den Stadhuisbrand In het rapport van B. en W., beantwoord. Mr. Van de Samde Bakhuyzen begon met op te merken, dat het college het betreurde niet in de vorige raadsvergadering op de vragen van den heer Sijtsma te kunnen antwoorden. Men moet bedenken, hoeveel moeite B. en W. te overwinnen hadden om het rapport gereed te krijgen. Spr. begrijpt dan ook niet de bedoe ling van de interpellatie-Sijtsma. Was het de bedoeling van den heer Sijtsma om tot spoed aan te sporen, of om ongerustheid te stellen? Achteraf kan men allerlei hypothesen opstellen over de oorzaak van den brand. Dat is een kwestie van persoonlijke appreciatie. Terecht heeft de heer Meijnen opgemerkt, dat er bij eiken brand in zekere mate»nal atiglieid in hét spel kan zijn. Dat het toezicht onvoldoende was,, ontkent spr. Het college is er van overtuigd, dat de brand niet is ontstaan door de brandende kachels, maar door den schoorsteen. Als een agent voor het toezicht onvoldoende was, hoe veel agenten zouden dan wel voldoende zijn geweest? Dat vulkachels blijven doorbranden, is toch niets bijzonders, in hoeveel particuliere hulzen gebeurt dat niet? Spr. vraagt zich af of brand te voorkomen is door meerdere politie agenten te laten surveilleeren. De commandant van de brandweer heeft den betreffenden schoorsteen zelf gebouwd; als B. en W. dus zijn advies hadden gevraagd, zooals de heer Sijtsma wenschite, dan zouden zeker geen bij zondere maatregelen zijn genomen. B. en W. kunnen overigens toch niet zelf alle kachels naloopen. Dat er Iets te redden zou zijn ge weest, ontkent spr. Hij is zelf te kwart voor vijf in het stadhuis geweest en de toestand was toen dusdanig, dat er niet aan te denken viel om menschen in het gebouw te sturen. Be strijding van den brand van af de Breestraat- zijde was niet mogelijk door bevriezing van de tweede motorspuit, die daarvoor was aange wezen. Indien dit wel mogelijk was geweest, dan nog zou uitbreiding van den brand niet te voorkomen zijn geweest, daar de wind de snelle uitbreiding veroorzaakte. Het gaat toch niet aan allerlei hypothesen over den brand uit te pluizen. Het verhaal van dein agent Pierik was te precies om andere mogelijkheden open te laten. Verschillende mogelijkheden zijn na gegaan maar het onderzoek heeft tot niets geleid. De leiding van het blusschingswerk be rustte bij den brandweercommandant onder oppertoezicht van spr. zelf. Niet alle wethou ders zijn gewaarschuwd omdat hun aanwezig heid niet noodig was. Voor zoover noodig, zijn de ambtenaren gewaarschuwd. Schuldig voelen Burg. en Weth. zich niet, er valt derhalve niets te erkennen. Waardeeritig hebben B. en W. zeer zeker voor hét .optreden van de tele foniste en dit is den directeur-generaal der- P. T. T. medegedeeld. Aan bet geyen van beloo ningen valt echter niet te beginnen. De gastoevoer is zoo spoedig mogelijk afge sloten. In enkele deelen van het gebouw was onmiddellijke afsluiting onmogelijk. De vrij willige brandweer wordt steeds betaald, van te kort aan vrijwillig personeel was geen sprake, evenmin als van tekort aan politie. De heer Ir. Bosman (V.B.) betoogt opnieuw, dat verhitting van de schoovsteen niet de oor zaak van den brand kan geweest zijn, aan de hand van de ontbrandingstemperatuur van hout, lood en rubber. De wethouder, de heer Splinter (C.H.) deelt mede, dat de schoorsteenen behoorlijk zijn ge controleerd en in orde waren. De kast naast den schoorsteen is door de langdurige verhit ting gaan broeien. Het was een proces van dagen, misschien van weken en er behoefde slechts lucht bij te komen om de vlammen er te doen uitslaan. De heer Schuller (S.D.A.P.) blijft erbij, dat het toezicht onvoldoende was. Meer politie personeel zou de mogelijkheid geopend hebben, meerdere documenten te redden, vooral in de bureaux van den gemeente-ontvanger. De heer Sijtsma (V.D.) zegt, dat de bedoe ling van zijn interpellatie was een geruststel lende verklaring van B. en W. te krijgen in verband met de tallooze geruchten, die de ronde deden. Ondanks al het gesprokene blijft spr. er van overtuigd, dat de brand niet zou zijn ontstaan, indien was vastgehouden aan dé oude en beproefde methode om de kachels 's nachts te dooven. Spr. maakt den burgemees ter geen verwijt van het besluit om de kachels te laten branden, maar ware het niet beter geweest, in een dergelijken maatregel ook de wethouders te kennen en zouden de wethou ders zonder meer toesteming hebben gegeven? De voorzitter: Waarom heeft u al die wijs heid niet vóór den brand verteld. De heer Sijtsma (V.D.)Ik wist toch ook niet, dat het stadhuis zou gaan branden. De voorzitter zegt daarna niet te hebben ge weten, dat in de bureaux van den gemeente ontvanger belangrijke documenten waren, die gered konden worden. Zoodra dit ter kennis kwam, heeft spr. den gemeente-ontvanger la ten opbellen. Spr. wil nader overwegen of een Verscherpt toezicht in de stad, waarop de heer Schuller heeft aangedrongen, mogelijk is. Bij de tegenwoordige sterkte van het politie korps lijkt hem dit echter onmogelijk. Ten slotte wijst spr. nog eens met nadruk op de zeer ongunstige omstandigheden, waaronder het blusschingswerk moest geschieden. Brandkast uit de puinhoopen te voorschijn gehaald. Een Duitscher nummer één. Voor het professoraat in de huid- en ge slachtsziekten aan de Rijksuniversiteit te Leiden is naar we nader vernemen als num mer één op de voordracht geplaatst prof. dr. H. W. Siemens uit München. De bedoeling van deze voordracht schijnt te zijn met genoemden Duitschen medicus een hier te lande nog niet bestaande school te introduceeren. Van bevoegde zijde werd ons meegedeeld, dat als ernstigste Nederlandsche candidaat voor dit professoraat in aanmerking was gekomen dr. J. J. Bloemen, huidarts te Rotterdam, Laatstgenoemde medicus Is bestuurslid der Katholieke Artsenvereeniging. DE AMERIKANEN MOETEN DE BOOT ZIEN Uit San Juan meldt Reuter, dat Sehutte- vaer en zijn twee Hollandsche metgezellen aldaar gisteren zijn aangekomen. Schuttevaer is voornemen zijn; reis itaag New-Yolrtk te vervolgens, daar hij er 4n 't bijzonder op gesteld ls, dat de Amerikanen zijn reddingsboot zien, waaraan hij, naar hij verklaart, twintig jaar besteedde om ze tot haar huidige inrichting te ontwikkelen. Te Leiden TWEE DIRECTEUREN AANGEHOUDEN Oiuze oomreispondient te Deadon meilldt ons: Bij een uitgeversfirma te Lelden zijn malver saties aan het LLcfht gékomen, wélke, blijkbaar, reeds geruitmen tijd achtereen zijn gepleegd en een vrij aanzienlijk bedrag vertegenwoordi gen. In verband hiermede zijn de twee directeuren ontslagen. DE DADERES IS GEARRESTEERD Dinsdagmorgen omstreeks half tien heeft in het woonwagenkamp te Horst een vechtpartij tusschen twee vrouwen plaats gehad, meldt „de Limb. Koerier". De jonge gehuwde vrouw Claassen werd met een stuk ijzer zoodanig ge slagen dat ze onmiddellijk dood was. Door een priester werd haar nog het H. Oliesel toegediend. Dr. Meerendonek consta teerde den dood. De daderes ie gearresteerd. DE MOORD TE GROOTEGAST. Begin Mei komt de zaak voor de Rechtbank Men meldt ons, dat de instructie tegen den moordenaar Y. Wijkstra gesloten Is, zoodat de zaak begin Mei zal worden behandeld voor de Gronlngsche rechtbank. DE CULEMBORGSCHE MOORDZAAK Een der veroordeelden gaat in cassatie Een der verdachten in de bekende Cutem- borgsche moordzaak die wegens meineed door ■het Hof tot'zeé triaanden gevangenisstraf werd iveroordeeld, n.l. A. Ooilé, heeft cassatie aange- teekend Onthulling van een gedenksteen Naar wij vernemen zal Vrijdag a.s. de plech tige onthulling plaats hebben van den gedenk steen, welke in het raadhuis te Grootegast is aangebracht ter nagedachtenis van dg vier ge vallen veldwachters. DOOD DOOR SCHULD Een agent per fiets door een vrachtauto gegrepen Gisteren heeft voor de Utrechtsche rechtbank terecht gestaan de 26-jarige bode W. J. H. te Scherpenzeel, wegens het veroorzaken van dood door schuld. Hij had In den avond van 23 October op den Zeisterstraatweg gereden met zijn vrachtauto. Vooir hem reed een luxe, vóór dezen auto de Zeistertram. De tram stopte en de luxe auto reed voorbij. Ook de bode zou voorbijrijden, doch greep daarbij een agent van politie, die op zijn rijwiel geheel rechts van den weg reed. De agent geraakte onder den vrachtauto en werd zóó zwaar gewond, dat hij tien dagen later in het ziekenhuis te Zeist overleed. Verdachte kon het ongeval niet verklaren. Het O.M. was van oordeel, dat de verdachte door zijn schuld den agent zwaar heeft ver wond, wat den dood tengevolge heeft gehad. Eisch: twee maanden gevangenisstraf. EEN NOODTOESTAND ERNSTIG ZEDENMISDRIJF AANGEBRANDE GOUDEN TIENTJES EN VERKOOLDE PAPIEREN. Uit de puinhoopen van het afgebrande Leid- sche stadhuis is thans te voorschijn gehaald de brandkast van gemeentewerken, waarin zich 1500.bevond. Zij 13 overgebracht naar het politiebureau, waar de inhoud zal worden on derzocht. De brandkast van den dienst van gemeente werken, welke uit de puinhoopen van het af gebrande Leldsche stadhuis was te voorschijn gehaald, is gisterenmiddag in tegenwoordig heid van twee experts van de Nederl. Bank en van gemeentelijke en politioneele autoriteiten geopend. Van den Inhoud, welke bestond uit 1300 aan bankpapier, 200 gulden aan specie en een Een nran aangehouden Door de politie te Bussum werd wegens een ernstig zedenmisdrijf ©en 56 jarige man aange houden, ter beschikking van de justitie gesteld en in het Huis van bewaring te Amsterdam in gesloten. EEN EIGENAARDIGE GEWOONTE De justitie ging ei niet mee accoord De rechtbank te Middelburg heeft L. v. A., vrouw van J. P. de R-, 46 jaar, zonder beroep te St. Jansteen, tegon wie wegens het een ge woonte maken van goederen te koopen om die zonder volledige betaling in haar bezit te krij gen, een maand gevangenisstraf was geëischt, voorwaardelijk met 6 jaar proeftijd en de be- pialing, dat zij 3 maanden na de beteekening van het vonnis de goederen moet hebben betaald. aantal contracten en garantiebewijzen, bleken het bankpapier en de andere papieren geheel te zijn verkoold. Naar men ons mededeelde was echter aan het bankpapier nog duidelijk te zien, dat het bankbiljetten geweest zijn, zoodat vermoedelijk de Nederl. Bank ze wel zal verzilveren. Het geld, gouden tientjes enz., was eenigs- zlns „aangebrand". De brandkast Is in 1913 aangeschaft naar aanleiding van een inbraak destijds in het stadhuis gepleegd en is vervaar digd op de Ambachtsschool te Leiden. Bij de vervaardiging was de constructie alleen be rekend op inbraak, niet echter op brand. Do Noord-Brabantsche Mij. van Landbouw en het initiatief-voorstel v. d. Heuvel c.s. Maandag hield te Zevenbergen in hotel „De Beurs" de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw een druk bezochte algemeene Vergadering. In deze vergadering trad als spre ker op de heer J. M. van Bommel van Vloten te Goes, penningmeester der Coöp. Suiker fabriek en Raffinaderij „DInteloord" te Stam persgat met als onderwerp: „De suikercrisis en liet initiatief-wetsvoorstel van den heer van den Heuvel c.s. tot het verleenen van tijdelijken steun aan de beetwortelsuikerindustrie hier te lande". In een goed gedocumenteerde rede zette deze spreker den thans heerschenden noodtoestand in de suikerindustrie uiteen en kwam daarbij ten slotte tot de conclusie dat aanneming van het wetsvoorstel van den Heu vel c.6. voor deze streken dringend noodzake lijk is op grond van door hem aangetoonde wel zeer bijzonders omstandigheden. Spreker vond algemeene Instemming hij de vergade ring. Deze nam dan ook met algemeene stem men de volgende motie aan Da Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw enz. oyerwegende, dat de suikerbietenteelt en suikerindustrie In zeer moeilijke omstandig heden verkeert, dat deze toestand is ontstaan ten gevolge van maatregelen genomen door de regeeringen van alle bleten- en rietsuiker produceerende landen, met uitzondering van Nederland en zijn koloniën, dat in de eerste plaats de coöperatieve sui kerfabrieken zullen ondergaan door deze maat regelen, daar de Nederlandsche speculatieve suikerfabrieken, vereenigd in een internatio nale maatschappij, door dezelfde maatregelen in het buitenland extra-winsten behalen, van meening dat onze regeering niet lijdelijk mag aanzien, dat zoo'n voorname bron van volksbestaan, vooral voor de landbouwbevol king van een groot gedeelte van ons land door genoemde maatregelen dreigt onder te gaan, besluit de belde Kamers der Staten-Generaal te verzoeken het Initiatief-voorstel van wet tot steun aan de suikerindustrie, ingediend hij de Tweede Kamer door de heeren v. d. Heuvel c.s., aan te nemen. Bede van het Tweede Kamerlid Jac. Vos. Voor de R. K. Kiesvereeniging te Steenber gen trad als spreker op de heer Jac. Vos, lid vam de Tweede Kamer, met het onderwerp: do Crisis in de Suiker-industrie. De bietencultuur, aldus spr., Is van hare geboorte af een voorwerp van vele zorgen ge weest voor verschillende regeeringen in Europa. Kunnen wij zeggen, dat in 't algemeen de productie steeg wegens de hooge prijzen en om dat de voorraden in den oorlog uitgeput war ren, in 't bijzonder kreeg de productie van rietsuiker in den oorlog een buitengewone kans om zich te ontwikkelen. Veel noodlottlger voor de Nederlandsche sui kerindustrie werd het echter, dat alle andere landen weer krachtig hun industrie gingen beschermen en Nederland alleen daarop een uit zondering maakte. Daardoor zijn die landen in staat de blnnen- landsche prijzen hoog te houden en hum over schotten tegen een zeer lagen prijs in 't buiten land op de markt te werpen. Het ia duidelijk, dat afdoende en volledige verbetering van den toestand alleen kan komen van een Internationale overeenkomst. Het stil leggen van den bietenteelt zou in ge- heele streken een zeer nadeeligen invloed heb ben op den algemeenen welstand en dat niet alleen in 't Zuiden, maar ook in 't Noorden. Toch is de regeering tot nu toe werkloos blij ven toezien bij de ramp, die dreigt. Na de inter pellatie van Van den Heuvel en na de vragen van dit Kamerlid voelt de regeering nog steeds geen behoefte, onmiddellijk In te grijpen. De regeering geeft steun tot bestrijding der werkloosheid; hier heeft nu de regeering een gelegenheid, door een kleinen steun te voor komen, dat ze later ontzaglijke sommen aan steun zal moeten geven. Niemand zal wel be weren, dat daarmede geen algemeen belang is gediend. Natuurlijk verwachten wij ook alleen blij vend heil van een Internationale regeling en zoo spoedig wij onder gelijke voorwaarden aan een eerlijke concurrentie kunnen deelnemen wenschen wij geen steun meer, maar zoolang de zaken zoo verwrongen staan, als op 't oogen blik, is een tijdelijke steun noodzakelijk, aldus besloot spr. zijn rede. Daarna werd van de gelegenheid gebruik gemaakt, om den heer Vos vragen te stellen. HET VEEN BEDRIJF Regeling van den arbeidstijd De min. van Arbeid H. en N., heeft voor veen derijen, gelegen in Noord-Brabant, Limburg, Overijsel, Friesland, Groningen en Drenthe, van 2 April tot en met 31 Juli a.s. in afwijking van art. 24 der Arbeidswet een regeling der arbeids tijden vastgesteld, nader omschreven in zijn be schikking van 26 Maart j.l. UIT DE STEENINDUSTRIE Besprekingen in verband met een dreigend conflict Naar de Volkskrant verneemt, heeft de rijks- bemiddelaar, de heer Van IJsselsteijn, partijen betrokken bij het dreigend conflict in de steen- industrie aan de groote rivieren, bijeengeroe pen tot een conferentie in Den Haag. De vorige week waren hij de vierde confe rentie van partijen de onderhandelingen afge broken. Antwoord op de vragen van dr. Mollcr DE VREES VOOR VERSTORING VAN Dl OPENBARE ORDE EN RUST Door den heer Koningsberger, Minister van Koloniën, is op de vragen van den heer Mol- ler betreffende het onverwijld nemen van maatregelen tot inwilliging der gedane verzoo- ken om toelating van en het maken van dienst reizen door R. K. geestelijken In de Bataklan. den en In het gewest Tapanoeli het volgende geantwoord Ad. 1. Het is mij bekend, dat sedert 1922 door Inlanders uit de Bataklanden eenige ma len verzoeken zijn gericht tot de kerkelijke overheid niet tot de Regeering om ves tiging aldaar van Katholieke geestelijken en oprichting van Katholieke scholen en dat, mede op grond daarvan, van Roomscih-Katho- lieke kerkelijke zijde is verzocht om toelating van Katholieke geestelijken in de Bataklan den en uitbreiding van het aan die geestelij ken toegestane aantal dienstreizen op 's Lands kosten. Op deze tot haar gerichte verzoeken is door dé Indische Regeering afwijzend be schikt, omdat de toelating van Roomsch-Ka- tholieke geestelijken in genoemde streek het arbeidsveld van de Rijnsche zending gevaarlijk wordt geacht voor verstoring van de openbare orde en rust. Ad 2. Het is mij eveneens bekend, dat sedert 1925 door de kerkelijke overheid verlof is ge vraagd tot vestiging van een Katholiek gees telijke ta Sibolga voor de zielszorg van de Ka tholieke Europeanen aldaar en in het gewest Tapanoeli en dat de Indische Regeering tot voor korten tijd dat verlof heeft geweigerd, Dit laatste geschiedde, omdat het aantal in ge noemde plaats woonachtige Roomisch Katho lieken, in totaal een 39-tal, niet van dien aard was, dat, naar de tot dusver door de Regeering aangenomen gedragslijn, de plaatsing van een, geestelijke aldaar zou zijn gerechtvaardigd en overigens in de toelating van zoodanig geeste lijke binnen Sibolga een belangrijk centrum ran de Rijnsche zending, vanwaar zeer drukke verbindingen bestaan met de Christengemeen ten in de Bataklanden eveneens een gevaar werd gezien voor verstoring van do openbare orde en rust. Inmiddels heeft een nieuwe over weging van deze aangelegenheid den Gouver neur-Generaal geleid tot het besluit, dat van de toelating van een Roomsch-Katholiek geeste lijke In de hoofdplaats Sibolga thans niet meer een zoodanige bedreiging van orde en rust is te duchten, dat het bestuur met de ter beschik king staande machtsmiddelen den toestand niet voldoende zou kunnen beheerschen. Van dit besluit is aan de kerkelijke overheid mede- deellng gedaan. Ad 3. Naar mijn meening is door hoógerbe- doelde weigeringen geen inbreuk gemaakt op de godsdienstvrijheid, aan allen gewaarborgd bij art. 173 van de Indische Staatsregeling, doch is daarbij slechts gehandeld in overeen stemming met art. 177 dier Staatsregeling. Ad 4. Ik vind geen aanleiding om te bevor deren, dat In het ten deze door den Gouver neur-Generaal ingenomen standpunt wijziging worde gebracht. DE SPOORWEGEN EN DE VORST EEN GRATIFICATIE VOOR HET PERSONEEL De directie der Ned. Spoorwegen heeft een dienstorder uitgevaardigd, waarin zij o.a. zegt: De achter ons liggend© weken hebben door de felle vorst, de vele zie/ken en het drukke goederenvervoer, van een groot deel van het personeel, zoowel hoog- als laaggeplaatsten, extra-inspanning en meer werk gevorderd. Men heeft zich dl© over b©t algemeen niet steehta getroost, doch met ijver en toewijding zijp zwaardere taak verricht eu daaraan danken wij bet, dat de dienst nog uitgevoerd is kunnen warden op da wijze, waarop dit ls geschied. Wij stelten er prijs op, daarover onze waar- deering uit te spreken. Aan het personeel dat in het tijdvak van H Februari tot en met 10 Maart 1929 onder R.D.V.-verband werkzaam was en door genoem de omstandigheden meer werkzaamheden heeft verricht, zal e©n gratificatie worden uitge keerd, varieerend tusschen 1 en 4 dagen loon, OP DEN OVERWEG EEN AANRIJDING ZONDER ONGELUKKEN Te Zijpe (N.H.) is op den onbewaakten over weg, aan de Groote Sloot, een wagen met stroo beladen en bespannen met 2 paarden door den trein aangereden. De wagen werd erg bescha digd doch wonder boven wonder bleven de be stuurder en de paarden ongedeerd. Er is proces verbaal opgemaakt. DE APELDOORNSCHE INBREKER IS AANGEHOUDEN LOONEN VAN RIJKSWERKLÏEDEN. In de eerstvolgende Legerorders is opge nomen een ministerieele kennisgeving omtrent de loonen van Rijkswerklieden. Te rekenen van 1 November 1928 wordt wij ziging gebracht in de loonregeling, geldende voor de werklieden, op wie het Arbeidsregle ment Rijkswerklieden van toepassing is. Mede is een nieuwe indeeling van de gemeenten in klassen opgenomen. De uitkeering van hetgeen den betrokken werklieden sedert 1 (November 1928, op grond van de gewijzigde lolontabellen toekomt, moet zoo spoedig mogelijk geschieden» Meer tijd in de gevangenis dan in dc vrije lucht doorgebracht De inbreker die Zondagmiddag te Apel doorn op zoo brutale wijze wist te opereeren, Is te Heerlen aangehouden. Het is de 28-jarigs M. H. L. Hij werd in het bezit gevonden van ven schillende ontvreemde voorwerpen. De arrestatie werd, naar de politie aan „De Courant" mededeelde, vergemak kei ij kl 'door de uitvoerige gegevens die per oircu laire en door de pers waren verspreid. D< verdachte droeg den verrekijker nog bij zich, L. schijnt heel w,at inbraken op zijn gewei ten te hebben. Te Rotterdam moet hij nog drie jaar in de gevangenis verblijven voel soortgelijke gevallen als te Apeldoorn en ooi), bij de Nijmoegsche politie is bij een goedjj bekende. Van de laatste negen jaar heeft bljj meer tijd in de gevangenis doorgebracht dafl) in de vrije lucht. Bovendien was hij andeasj half jaar opgenomen in het doorgangshui^ Oud Veldzicht te Apeldoorn en een jaar iï) het tuchthuis te Haren.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5