Woensdag 27 Maart 1929Tweede Blad Pagina 1
f VAN MORAAL GESPROKEN.
SCHUTTEVAER
i
NA DEN STADHUISBRAND
TE LEIDEN
RIJKS-UNIVERSITEIT TE LEIDEN
de oorzaak van de ramp
HIJ GEEFT ZIJN REIS NOG NIET OP
MALVERSATIES
DOODSLAG IN EEN WOONWAGEN
KAMP
DE SUIKERINDUSTRIE
DE TOELATING VAN R. K. GEESTE
LIJKEN IN DE BATAKLANDEN EP
TAPANOELI
Indien de afgrond zou moeten worden
aangeduid tusschen de opvattingen over
tedelijhheid van katholieken en sociaal-de
mocraten, dan heeft mevrcuw Suze Groene
weg ons daartoe eenigsziis in staat gesteld.
In een meeting welke de sooiaal-demo-
craten te Amsterdam belegden, heeft deze
socialistische dame het voord gevoerd en
waar het over de „eenzijdige behande
ling" van de ziektewet ging, haar, in de
Kamer uitgesproken rede wat verduidelijkt.
Zij verklaarde namelijk volgens een ver
slag dat door de „Telvan haar rede
werd gegeven:
Wij hébben ook onze waard eering voor
het huwelijk en achten de beste kansen
voor het kind een goed ouderpaar. Al is
het buitenechtelijke kind een fout, wij
■wenscüen niet, dait de ongehuwde moe-
1 der buiten de zedelijke gemeenschap wordt
gestooten. Het zal voor de vrouw dan
moeilijk zijn, te kiezen of zij moedig het
leven zal aanvaarden, dan wel of zij een
poging zou doen, om de zwangerschap
door abortus te onderbreken. (Applaus)
j De heer Aalberse wilde, dat de regeering
i subsidie zou geven aan vereenigingen
voor ongehuwde moeders (gefluit). Maar
deze vereenigingen werken niet voor de
vrouwen, die in loondienst zijn. Prof. Bon-
ger heeft onlangs belangrijke cijfers ge
geven. Van de honderd eerst geborenen
waren er volgens statistiek van den Bur
gerlijken Stand 40 te haastig gebakerd
gelach). Hieruit blijkt, dat er geen
geringschatting behoeft te zijn voor de
i vrouwen, die te vroeg geleefd hebben
j met een man. Ails zij uit de buurt gaan
i wonen, kraalt er geen haan meer naar
(gelach).
In sommiige streken trouwt men overi
gens niet eerder, dan wanneer het noo-
diig is.
Men weet niet wat meer moet ontstellen:
deze toon van een ongehuwde vrouw of
den geest, die blijkbaar heersebte onder
haar gehoor.
Het is zoo klaar als glas, dat de spreek
ster geen rekening houdt met het zedelijk
element van de geweldige daad over welks
gevolgen zij met zulk een vervaarlijke grof
heid spreekt. Zij schijnt geen oogenblik te
denken aan het zedelijk-goede of slechte
van die daad; zij spreekt alleen over gevol
gen, precies als een misdadiger, die, zijn
slag willende slaan, eerst even nakijkt wat
het hem kosten zal als hij tegen de lamp
loopt.
Dajt mevrouw Groeneweg niet aan gedach
ten denkt ,is heelemaal duidelijk, maar het
is eenvoudig krankzinnig om zulke opvattin
gen als zij verkondigt, ook maar een oogen
blik te vergelijken met den zedelijken
standaard van het katholicisme, dat eenvou
dig den letter nemend van Christus woord,
de zonde reeds ziet in „het aanziien met in
wendig begoeren", en daarbij nog niet rept
van daad en gevolg!
Wie dit inziet, begrijpt ook direct, dat het
laster is, aan de katholieken in de schoenen
te schuiven, dat zij de ongehuwde moeder
buiten de zedelijke gemeenschap sluiten. De
-Kerk stelt zedelijk en onzedelijk niet gelijk;
dèt is de zaak. En hoe meer haar zedelijke
Idealen ingang vinden bij de menschen, hoe
zeldzamer en hoe ondenkbaarder het zal
zijn, dat men durft reppen van de moge
lijkheid van kindermoord.
Mejuffrouw Groeneweg heeft oud-minister
Aalberse laten uitfluiten, maar ziij heeft zich
wèl gewacht uiteen te vertellen, dat mr.
Aalberse zich op zuivere rechtsgronden er
tegen had verzet, dat meisjes zich zouden
moeten verzekeren tegen zwangerschap. Het
is ook veel gemakkelijker een tegenstander
Ite laten uitfluiten door een bepaald soort
menschen. Wat kunnen dit vqor dames en
heeren zijn geweest en in welke zedelijke
verwarring moeten zij leven, wanneer zij
lachen om het veelvuldig voorkomen van
een daad, die toch in strijd is met de beste
zedelijke idealen van de menschen?
En wat moet het Kamerlid totaal in de
war zijn, die meent, dat buitenechtelijk
verkeer niet zoo erg is omdat het veel voor
komt en voor wie het blijkbaar hoofdzaak
is, dat er geen haan naar kraait.
Zelfs de flauwste gedachte aan het be
staan van een alzienden God, die het goede
geboden heeft en het kwade strafbaar
stelde, schijnt niet op te komen bij mej.
Groeneweg en blijkt evenmin te leven bij
haar luisteraars.
DèAr ligt heel het verschil In zedelijke
opvattinpen tusschen hen en ons.
DE LEERSTOEL IN DE HUID- EN
GESLACHTSZIEKTEN.
Interpellatie in den Raad
In de Donderdagavond voortgezette vergade
ring van den gemeenteraad van Leiden heeft
de burgemeester, de verschillende sprekers,
die in de middagvergadering het woord had
den gevoerd naar aanleiding van de lnterpel-
latle-Sijtsma over den Stadhuisbrand In het
rapport van B. en W., beantwoord.
Mr. Van de Samde Bakhuyzen begon met op
te merken, dat het college het betreurde niet
in de vorige raadsvergadering op de vragen
van den heer Sijtsma te kunnen antwoorden.
Men moet bedenken, hoeveel moeite B. en W.
te overwinnen hadden om het rapport gereed
te krijgen. Spr. begrijpt dan ook niet de bedoe
ling van de interpellatie-Sijtsma. Was het de
bedoeling van den heer Sijtsma om tot spoed
aan te sporen, of om ongerustheid te stellen?
Achteraf kan men allerlei hypothesen opstellen
over de oorzaak van den brand. Dat is een
kwestie van persoonlijke appreciatie. Terecht
heeft de heer Meijnen opgemerkt, dat er bij
eiken brand in zekere mate»nal atiglieid in hét
spel kan zijn.
Dat het toezicht onvoldoende was,, ontkent
spr. Het college is er van overtuigd, dat de
brand niet is ontstaan door de brandende
kachels, maar door den schoorsteen. Als een
agent voor het toezicht onvoldoende was, hoe
veel agenten zouden dan wel voldoende zijn
geweest? Dat vulkachels blijven doorbranden,
is toch niets bijzonders, in hoeveel particuliere
hulzen gebeurt dat niet? Spr. vraagt zich af of
brand te voorkomen is door meerdere politie
agenten te laten surveilleeren. De commandant
van de brandweer heeft den betreffenden
schoorsteen zelf gebouwd; als B. en W. dus
zijn advies hadden gevraagd, zooals de heer
Sijtsma wenschite, dan zouden zeker geen bij
zondere maatregelen zijn genomen. B. en W.
kunnen overigens toch niet zelf alle kachels
naloopen. Dat er Iets te redden zou zijn ge
weest, ontkent spr. Hij is zelf te kwart voor
vijf in het stadhuis geweest en de toestand was
toen dusdanig, dat er niet aan te denken viel
om menschen in het gebouw te sturen. Be
strijding van den brand van af de Breestraat-
zijde was niet mogelijk door bevriezing van de
tweede motorspuit, die daarvoor was aange
wezen. Indien dit wel mogelijk was geweest,
dan nog zou uitbreiding van den brand niet
te voorkomen zijn geweest, daar de wind de
snelle uitbreiding veroorzaakte. Het gaat toch
niet aan allerlei hypothesen over den brand uit
te pluizen. Het verhaal van dein agent Pierik
was te precies om andere mogelijkheden open
te laten. Verschillende mogelijkheden zijn na
gegaan maar het onderzoek heeft tot niets
geleid. De leiding van het blusschingswerk be
rustte bij den brandweercommandant onder
oppertoezicht van spr. zelf. Niet alle wethou
ders zijn gewaarschuwd omdat hun aanwezig
heid niet noodig was. Voor zoover noodig, zijn
de ambtenaren gewaarschuwd. Schuldig voelen
Burg. en Weth. zich niet, er valt derhalve
niets te erkennen. Waardeeritig hebben B. en
W. zeer zeker voor hét .optreden van de tele
foniste en dit is den directeur-generaal der- P.
T. T. medegedeeld. Aan bet geyen van beloo
ningen valt echter niet te beginnen.
De gastoevoer is zoo spoedig mogelijk afge
sloten. In enkele deelen van het gebouw was
onmiddellijke afsluiting onmogelijk. De vrij
willige brandweer wordt steeds betaald, van te
kort aan vrijwillig personeel was geen sprake,
evenmin als van tekort aan politie.
De heer Ir. Bosman (V.B.) betoogt opnieuw,
dat verhitting van de schoovsteen niet de oor
zaak van den brand kan geweest zijn, aan de
hand van de ontbrandingstemperatuur van
hout, lood en rubber.
De wethouder, de heer Splinter (C.H.) deelt
mede, dat de schoorsteenen behoorlijk zijn ge
controleerd en in orde waren. De kast naast
den schoorsteen is door de langdurige verhit
ting gaan broeien. Het was een proces van
dagen, misschien van weken en er behoefde
slechts lucht bij te komen om de vlammen er
te doen uitslaan.
De heer Schuller (S.D.A.P.) blijft erbij, dat
het toezicht onvoldoende was. Meer politie
personeel zou de mogelijkheid geopend hebben,
meerdere documenten te redden, vooral in de
bureaux van den gemeente-ontvanger.
De heer Sijtsma (V.D.) zegt, dat de bedoe
ling van zijn interpellatie was een geruststel
lende verklaring van B. en W. te krijgen in
verband met de tallooze geruchten, die de
ronde deden. Ondanks al het gesprokene blijft
spr. er van overtuigd, dat de brand niet zou
zijn ontstaan, indien was vastgehouden aan dé
oude en beproefde methode om de kachels
's nachts te dooven. Spr. maakt den burgemees
ter geen verwijt van het besluit om de kachels
te laten branden, maar ware het niet beter
geweest, in een dergelijken maatregel ook de
wethouders te kennen en zouden de wethou
ders zonder meer toesteming hebben gegeven?
De voorzitter: Waarom heeft u al die wijs
heid niet vóór den brand verteld.
De heer Sijtsma (V.D.)Ik wist toch ook niet,
dat het stadhuis zou gaan branden.
De voorzitter zegt daarna niet te hebben ge
weten, dat in de bureaux van den gemeente
ontvanger belangrijke documenten waren, die
gered konden worden. Zoodra dit ter kennis
kwam, heeft spr. den gemeente-ontvanger la
ten opbellen. Spr. wil nader overwegen of een
Verscherpt toezicht in de stad, waarop de
heer Schuller heeft aangedrongen, mogelijk is.
Bij de tegenwoordige sterkte van het politie
korps lijkt hem dit echter onmogelijk. Ten
slotte wijst spr. nog eens met nadruk op de
zeer ongunstige omstandigheden, waaronder
het blusschingswerk moest geschieden.
Brandkast uit de puinhoopen te voorschijn
gehaald.
Een Duitscher nummer één.
Voor het professoraat in de huid- en ge
slachtsziekten aan de Rijksuniversiteit te
Leiden is naar we nader vernemen als num
mer één op de voordracht geplaatst prof. dr.
H. W. Siemens uit München.
De bedoeling van deze voordracht schijnt te
zijn met genoemden Duitschen medicus een
hier te lande nog niet bestaande school te
introduceeren.
Van bevoegde zijde werd ons meegedeeld,
dat als ernstigste Nederlandsche candidaat voor
dit professoraat in aanmerking was gekomen
dr. J. J. Bloemen, huidarts te Rotterdam,
Laatstgenoemde medicus Is bestuurslid der
Katholieke Artsenvereeniging.
DE AMERIKANEN MOETEN DE BOOT
ZIEN
Uit San Juan meldt Reuter, dat Sehutte-
vaer en zijn twee Hollandsche metgezellen
aldaar gisteren zijn aangekomen.
Schuttevaer is voornemen zijn; reis itaag
New-Yolrtk te vervolgens, daar hij er 4n 't
bijzonder op gesteld ls, dat de Amerikanen
zijn reddingsboot zien, waaraan hij, naar hij
verklaart, twintig jaar besteedde om ze tot
haar huidige inrichting te ontwikkelen.
Te Leiden
TWEE DIRECTEUREN AANGEHOUDEN
Oiuze oomreispondient te Deadon meilldt ons:
Bij een uitgeversfirma te Lelden zijn malver
saties aan het LLcfht gékomen, wélke, blijkbaar,
reeds geruitmen tijd achtereen zijn gepleegd
en een vrij aanzienlijk bedrag vertegenwoordi
gen.
In verband hiermede zijn de twee directeuren
ontslagen.
DE DADERES IS GEARRESTEERD
Dinsdagmorgen omstreeks half tien heeft in
het woonwagenkamp te Horst een vechtpartij
tusschen twee vrouwen plaats gehad, meldt
„de Limb. Koerier". De jonge gehuwde vrouw
Claassen werd met een stuk ijzer zoodanig ge
slagen dat ze onmiddellijk dood was.
Door een priester werd haar nog het H.
Oliesel toegediend. Dr. Meerendonek consta
teerde den dood.
De daderes ie gearresteerd.
DE MOORD TE GROOTEGAST.
Begin Mei komt de zaak voor de Rechtbank
Men meldt ons, dat de instructie tegen den
moordenaar Y. Wijkstra gesloten Is, zoodat de
zaak begin Mei zal worden behandeld voor de
Gronlngsche rechtbank.
DE CULEMBORGSCHE MOORDZAAK
Een der veroordeelden gaat in cassatie
Een der verdachten in de bekende Cutem-
borgsche moordzaak die wegens meineed door
■het Hof tot'zeé triaanden gevangenisstraf werd
iveroordeeld, n.l. A. Ooilé, heeft cassatie aange-
teekend
Onthulling van een gedenksteen
Naar wij vernemen zal Vrijdag a.s. de plech
tige onthulling plaats hebben van den gedenk
steen, welke in het raadhuis te Grootegast is
aangebracht ter nagedachtenis van dg vier ge
vallen veldwachters.
DOOD DOOR SCHULD
Een agent per fiets door een vrachtauto
gegrepen
Gisteren heeft voor de Utrechtsche rechtbank
terecht gestaan de 26-jarige bode W. J. H. te
Scherpenzeel, wegens het veroorzaken van dood
door schuld.
Hij had In den avond van 23 October op den
Zeisterstraatweg gereden met zijn vrachtauto.
Vooir hem reed een luxe, vóór dezen auto
de Zeistertram. De tram stopte en de luxe auto
reed voorbij. Ook de bode zou voorbijrijden,
doch greep daarbij een agent van politie, die op
zijn rijwiel geheel rechts van den weg reed.
De agent geraakte onder den vrachtauto en
werd zóó zwaar gewond, dat hij tien dagen
later in het ziekenhuis te Zeist overleed.
Verdachte kon het ongeval niet verklaren.
Het O.M. was van oordeel, dat de verdachte
door zijn schuld den agent zwaar heeft ver
wond, wat den dood tengevolge heeft gehad.
Eisch: twee maanden gevangenisstraf.
EEN NOODTOESTAND
ERNSTIG ZEDENMISDRIJF
AANGEBRANDE GOUDEN TIENTJES EN
VERKOOLDE PAPIEREN.
Uit de puinhoopen van het afgebrande Leid-
sche stadhuis is thans te voorschijn gehaald de
brandkast van gemeentewerken, waarin zich
1500.bevond. Zij 13 overgebracht naar het
politiebureau, waar de inhoud zal worden on
derzocht.
De brandkast van den dienst van gemeente
werken, welke uit de puinhoopen van het af
gebrande Leldsche stadhuis was te voorschijn
gehaald, is gisterenmiddag in tegenwoordig
heid van twee experts van de Nederl. Bank en
van gemeentelijke en politioneele autoriteiten
geopend.
Van den Inhoud, welke bestond uit 1300
aan bankpapier, 200 gulden aan specie en een
Een nran aangehouden
Door de politie te Bussum werd wegens een
ernstig zedenmisdrijf ©en 56 jarige man aange
houden, ter beschikking van de justitie gesteld
en in het Huis van bewaring te Amsterdam in
gesloten.
EEN EIGENAARDIGE GEWOONTE
De justitie ging ei niet mee accoord
De rechtbank te Middelburg heeft L. v. A.,
vrouw van J. P. de R-, 46 jaar, zonder beroep te
St. Jansteen, tegon wie wegens het een ge
woonte maken van goederen te koopen om die
zonder volledige betaling in haar bezit te krij
gen, een maand gevangenisstraf was geëischt,
voorwaardelijk met 6 jaar proeftijd en de be-
pialing, dat zij 3 maanden na de beteekening van
het vonnis de goederen moet hebben betaald.
aantal contracten en garantiebewijzen, bleken
het bankpapier en de andere papieren geheel
te zijn verkoold.
Naar men ons mededeelde was echter aan
het bankpapier nog duidelijk te zien, dat het
bankbiljetten geweest zijn, zoodat vermoedelijk
de Nederl. Bank ze wel zal verzilveren.
Het geld, gouden tientjes enz., was eenigs-
zlns „aangebrand". De brandkast Is in 1913
aangeschaft naar aanleiding van een inbraak
destijds in het stadhuis gepleegd en is vervaar
digd op de Ambachtsschool te Leiden. Bij de
vervaardiging was de constructie alleen be
rekend op inbraak, niet echter op brand.
Do Noord-Brabantsche Mij. van Landbouw en
het initiatief-voorstel v. d. Heuvel c.s.
Maandag hield te Zevenbergen in hotel „De
Beurs" de Noord-Brabantsche Maatschappij
van Landbouw een druk bezochte algemeene
Vergadering. In deze vergadering trad als spre
ker op de heer J. M. van Bommel van Vloten
te Goes, penningmeester der Coöp. Suiker
fabriek en Raffinaderij „DInteloord" te Stam
persgat met als onderwerp: „De suikercrisis
en liet initiatief-wetsvoorstel van den heer van
den Heuvel c.s. tot het verleenen van tijdelijken
steun aan de beetwortelsuikerindustrie hier te
lande". In een goed gedocumenteerde rede
zette deze spreker den thans heerschenden
noodtoestand in de suikerindustrie uiteen en
kwam daarbij ten slotte tot de conclusie dat
aanneming van het wetsvoorstel van den Heu
vel c.6. voor deze streken dringend noodzake
lijk is op grond van door hem aangetoonde
wel zeer bijzonders omstandigheden. Spreker
vond algemeene Instemming hij de vergade
ring. Deze nam dan ook met algemeene stem
men de volgende motie aan
Da Noord-Brabantsche Maatschappij van
Landbouw enz.
oyerwegende, dat de suikerbietenteelt en
suikerindustrie In zeer moeilijke omstandig
heden verkeert,
dat deze toestand is ontstaan ten gevolge
van maatregelen genomen door de regeeringen
van alle bleten- en rietsuiker produceerende
landen, met uitzondering van Nederland en zijn
koloniën,
dat in de eerste plaats de coöperatieve sui
kerfabrieken zullen ondergaan door deze maat
regelen, daar de Nederlandsche speculatieve
suikerfabrieken, vereenigd in een internatio
nale maatschappij, door dezelfde maatregelen
in het buitenland extra-winsten behalen,
van meening dat onze regeering niet lijdelijk
mag aanzien, dat zoo'n voorname bron van
volksbestaan, vooral voor de landbouwbevol
king van een groot gedeelte van ons land door
genoemde maatregelen dreigt onder te gaan,
besluit de belde Kamers der Staten-Generaal
te verzoeken het Initiatief-voorstel van wet tot
steun aan de suikerindustrie, ingediend hij
de Tweede Kamer door de heeren v. d. Heuvel
c.s., aan te nemen.
Bede van het Tweede Kamerlid Jac. Vos.
Voor de R. K. Kiesvereeniging te Steenber
gen trad als spreker op de heer Jac. Vos, lid vam
de Tweede Kamer, met het onderwerp: do
Crisis in de Suiker-industrie.
De bietencultuur, aldus spr., Is van hare
geboorte af een voorwerp van vele zorgen ge
weest voor verschillende regeeringen in
Europa.
Kunnen wij zeggen, dat in 't algemeen de
productie steeg wegens de hooge prijzen en om
dat de voorraden in den oorlog uitgeput war
ren, in 't bijzonder kreeg de productie van
rietsuiker in den oorlog een buitengewone kans
om zich te ontwikkelen.
Veel noodlottlger voor de Nederlandsche sui
kerindustrie werd het echter, dat alle andere
landen weer krachtig hun industrie gingen
beschermen en Nederland alleen daarop een uit
zondering maakte.
Daardoor zijn die landen in staat de blnnen-
landsche prijzen hoog te houden en hum over
schotten tegen een zeer lagen prijs in 't buiten
land op de markt te werpen.
Het ia duidelijk, dat afdoende en volledige
verbetering van den toestand alleen kan komen
van een Internationale overeenkomst.
Het stil leggen van den bietenteelt zou in ge-
heele streken een zeer nadeeligen invloed heb
ben op den algemeenen welstand en dat niet
alleen in 't Zuiden, maar ook in 't Noorden.
Toch is de regeering tot nu toe werkloos blij
ven toezien bij de ramp, die dreigt. Na de inter
pellatie van Van den Heuvel en na de vragen
van dit Kamerlid voelt de regeering nog steeds
geen behoefte, onmiddellijk In te grijpen.
De regeering geeft steun tot bestrijding
der werkloosheid; hier heeft nu de regeering
een gelegenheid, door een kleinen steun te voor
komen, dat ze later ontzaglijke sommen aan
steun zal moeten geven. Niemand zal wel be
weren, dat daarmede geen algemeen belang is
gediend.
Natuurlijk verwachten wij ook alleen blij
vend heil van een Internationale regeling en
zoo spoedig wij onder gelijke voorwaarden aan
een eerlijke concurrentie kunnen deelnemen
wenschen wij geen steun meer, maar zoolang
de zaken zoo verwrongen staan, als op 't oogen
blik, is een tijdelijke steun noodzakelijk, aldus
besloot spr. zijn rede.
Daarna werd van de gelegenheid gebruik
gemaakt, om den heer Vos vragen te stellen.
HET VEEN BEDRIJF
Regeling van den arbeidstijd
De min. van Arbeid H. en N., heeft voor veen
derijen, gelegen in Noord-Brabant, Limburg,
Overijsel, Friesland, Groningen en Drenthe, van
2 April tot en met 31 Juli a.s. in afwijking van
art. 24 der Arbeidswet een regeling der arbeids
tijden vastgesteld, nader omschreven in zijn be
schikking van 26 Maart j.l.
UIT DE STEENINDUSTRIE
Besprekingen in verband met een
dreigend conflict
Naar de Volkskrant verneemt, heeft de rijks-
bemiddelaar, de heer Van IJsselsteijn, partijen
betrokken bij het dreigend conflict in de steen-
industrie aan de groote rivieren, bijeengeroe
pen tot een conferentie in Den Haag.
De vorige week waren hij de vierde confe
rentie van partijen de onderhandelingen afge
broken.
Antwoord op de vragen van dr. Mollcr
DE VREES VOOR VERSTORING VAN Dl
OPENBARE ORDE EN RUST
Door den heer Koningsberger, Minister van
Koloniën, is op de vragen van den heer Mol-
ler betreffende het onverwijld nemen van
maatregelen tot inwilliging der gedane verzoo-
ken om toelating van en het maken van dienst
reizen door R. K. geestelijken In de Bataklan.
den en In het gewest Tapanoeli het volgende
geantwoord
Ad. 1. Het is mij bekend, dat sedert 1922
door Inlanders uit de Bataklanden eenige ma
len verzoeken zijn gericht tot de kerkelijke
overheid niet tot de Regeering om ves
tiging aldaar van Katholieke geestelijken en
oprichting van Katholieke scholen en dat,
mede op grond daarvan, van Roomscih-Katho-
lieke kerkelijke zijde is verzocht om toelating
van Katholieke geestelijken in de Bataklan
den en uitbreiding van het aan die geestelij
ken toegestane aantal dienstreizen op 's Lands
kosten. Op deze tot haar gerichte verzoeken
is door dé Indische Regeering afwijzend be
schikt, omdat de toelating van Roomsch-Ka-
tholieke geestelijken in genoemde streek
het arbeidsveld van de Rijnsche zending
gevaarlijk wordt geacht voor verstoring van
de openbare orde en rust.
Ad 2. Het is mij eveneens bekend, dat sedert
1925 door de kerkelijke overheid verlof is ge
vraagd tot vestiging van een Katholiek gees
telijke ta Sibolga voor de zielszorg van de Ka
tholieke Europeanen aldaar en in het gewest
Tapanoeli en dat de Indische Regeering tot
voor korten tijd dat verlof heeft geweigerd, Dit
laatste geschiedde, omdat het aantal in ge
noemde plaats woonachtige Roomisch Katho
lieken, in totaal een 39-tal, niet van dien aard
was, dat, naar de tot dusver door de Regeering
aangenomen gedragslijn, de plaatsing van een,
geestelijke aldaar zou zijn gerechtvaardigd en
overigens in de toelating van zoodanig geeste
lijke binnen Sibolga een belangrijk centrum
ran de Rijnsche zending, vanwaar zeer drukke
verbindingen bestaan met de Christengemeen
ten in de Bataklanden eveneens een gevaar
werd gezien voor verstoring van do openbare
orde en rust. Inmiddels heeft een nieuwe over
weging van deze aangelegenheid den Gouver
neur-Generaal geleid tot het besluit, dat van de
toelating van een Roomsch-Katholiek geeste
lijke In de hoofdplaats Sibolga thans niet meer
een zoodanige bedreiging van orde en rust is
te duchten, dat het bestuur met de ter beschik
king staande machtsmiddelen den toestand
niet voldoende zou kunnen beheerschen. Van
dit besluit is aan de kerkelijke overheid mede-
deellng gedaan.
Ad 3. Naar mijn meening is door hoógerbe-
doelde weigeringen geen inbreuk gemaakt op
de godsdienstvrijheid, aan allen gewaarborgd
bij art. 173 van de Indische Staatsregeling,
doch is daarbij slechts gehandeld in overeen
stemming met art. 177 dier Staatsregeling.
Ad 4. Ik vind geen aanleiding om te bevor
deren, dat In het ten deze door den Gouver
neur-Generaal ingenomen standpunt wijziging
worde gebracht.
DE SPOORWEGEN EN DE VORST
EEN GRATIFICATIE VOOR HET
PERSONEEL
De directie der Ned. Spoorwegen heeft een
dienstorder uitgevaardigd, waarin zij o.a. zegt:
De achter ons liggend© weken hebben door
de felle vorst, de vele zie/ken en het drukke
goederenvervoer, van een groot deel van het
personeel, zoowel hoog- als laaggeplaatsten,
extra-inspanning en meer werk gevorderd. Men
heeft zich dl© over b©t algemeen niet steehta
getroost, doch met ijver en toewijding zijp
zwaardere taak verricht eu daaraan danken wij
bet, dat de dienst nog uitgevoerd is kunnen
warden op da wijze, waarop dit ls geschied.
Wij stelten er prijs op, daarover onze waar-
deering uit te spreken.
Aan het personeel dat in het tijdvak van H
Februari tot en met 10 Maart 1929 onder
R.D.V.-verband werkzaam was en door genoem
de omstandigheden meer werkzaamheden heeft
verricht, zal e©n gratificatie worden uitge
keerd, varieerend tusschen 1 en 4 dagen loon,
OP DEN OVERWEG
EEN AANRIJDING ZONDER
ONGELUKKEN
Te Zijpe (N.H.) is op den onbewaakten over
weg, aan de Groote Sloot, een wagen met stroo
beladen en bespannen met 2 paarden door den
trein aangereden. De wagen werd erg bescha
digd doch wonder boven wonder bleven de be
stuurder en de paarden ongedeerd. Er is proces
verbaal opgemaakt.
DE APELDOORNSCHE INBREKER
IS AANGEHOUDEN
LOONEN VAN RIJKSWERKLÏEDEN.
In de eerstvolgende Legerorders is opge
nomen een ministerieele kennisgeving omtrent
de loonen van Rijkswerklieden.
Te rekenen van 1 November 1928 wordt wij
ziging gebracht in de loonregeling, geldende
voor de werklieden, op wie het Arbeidsregle
ment Rijkswerklieden van toepassing is. Mede
is een nieuwe indeeling van de gemeenten in
klassen opgenomen.
De uitkeering van hetgeen den betrokken
werklieden sedert 1 (November 1928, op grond
van de gewijzigde lolontabellen toekomt, moet
zoo spoedig mogelijk geschieden»
Meer tijd in de gevangenis dan in dc
vrije lucht doorgebracht
De inbreker die Zondagmiddag te Apel
doorn op zoo brutale wijze wist te opereeren,
Is te Heerlen aangehouden. Het is de 28-jarigs
M. H. L.
Hij werd in het bezit gevonden van ven
schillende ontvreemde voorwerpen.
De arrestatie werd, naar de politie aan
„De Courant" mededeelde, vergemak kei ij kl
'door de uitvoerige gegevens die per oircu
laire en door de pers waren verspreid. D<
verdachte droeg den verrekijker nog bij zich,
L. schijnt heel w,at inbraken op zijn gewei
ten te hebben. Te Rotterdam moet hij nog
drie jaar in de gevangenis verblijven voel
soortgelijke gevallen als te Apeldoorn en ooi),
bij de Nijmoegsche politie is bij een goedjj
bekende. Van de laatste negen jaar heeft bljj
meer tijd in de gevangenis doorgebracht dafl)
in de vrije lucht. Bovendien was hij andeasj
half jaar opgenomen in het doorgangshui^
Oud Veldzicht te Apeldoorn en een jaar iï)
het tuchthuis te Haren.