Allerlei. Woensdag 27 Maart 1929 Derde Blad nagina 1 Een uit velen. Nog aan wennen tt— VE BEWONERS lAiV MONTMARTRE, eon der meest bekende en oudste Parijsclie Stads kwartieren. leven er eenvoudig als de boeren op het platteland. In slechts weinig woningen men waterleiding: de huisvrouw ziet zich dan ook gedwongen, de wasch aan de straatpomp te verzorgen. HOE DE STERKSTE MAN TAN DE WERELD ZIJN KRACHT DEMONSTREERDE. Max Rasenstock, die er groot op gaat de eerste Joodsche vliegenier te zijn en de sterkste man van de wereld, plaatste zich, om zijn kracht te toonen, tussdhon twee vliegtuigen, die hij in bedwang hield, ofsdhoon de motoren met volle kracht draaiden. Dat huis mijnheer"? Dat hol mag ik wel zeggen! Dut is het eenige vertrek, wat we hebben, we eten en slapen hier. Hot gangportaaltje wordt voor keuken ge bruikt. liet is niet om uit te houden als de achterdeur open gaat. Een sloot, waarin van alles wordt geworpen, loopt er in dood. Hebt u geen moeite gedaan iets anders op te zoeken? Ik begrijp nog niet hoe u het hier eenige jtiren hebt kunnen uithouden. Iets anders, iets anders, waar moet je hier heen? Er is geen huis voor mij te krijgen. En als er wat open is, dain is de huur veel te hoog. En met verstikkende stem ging hij ver der: Ja, als ik méér had verdiend, dan zou ik mijn goeie vrouw eerst wel meer ver sterkende middelen hebben gegeven, want die had ze vroeger al noodig. Maar als je het niet hebt, wat dan? Hier iin X. is ook voor zoover ik weet een goed comité van Herwonnen Levens kracht. Heeft dat ook wat voor u gedaan Dat comité mijnheer, heeft gedaan wat het kon. Een jaar lang kreeg mijn vrouw dage lijks een kan melk en don laatsten tijd twee kan. Meór kon niet. Want er was niet veel in kas. De menschen schenen er mee verlegen te zijn, dat mijn vrouw niet naar het sana torium kan, omdat er zooveel vóór haar op de wachtlijst stonden. Het viel mij ook wel verschrikkelijk tegen! Als je altijd trouw lid vaai je organisatie bent geweest, je hebt altijd je contributie betaald, je hebt hulp noodig voor je vrouw en ze zeggen dan tegen je, dat je nog maar een paar jaar moet wachten, dat is erg, mijnheer heel erg. Maar dat baat allemaal toch niet meer En alsof hij diep in gedachten was verzonken, bleef hij -voor zich uitstaren. Zijn dochtertje was intusschen naar hem toegegaan cn leunde vleiend tegen hem aan, intuïtief gevoelend, dat vader thans voor liaar ook de rol van moeder zou vervullen. Ik gevoelde dat ik wat moest zeggen, over dat niet-uiizenden van zijn vrouw, maar in eens, terwijl hij langzaam naar mij opkeek begon hij weer: Gaat het nou wat vlugger, nu ze extra-contrilmtie betalen? want ook zij moet weg, dat weet u misschien wel en als het met haar niet zoo moet gaan als met mijn vrouw, dan.en hij drukte zijn kind. vaster tegen zich aan, terwijl do tranen uit zijn pogen sprongen. Wat zal ik u zeggen, antwoordde ik het .gaat wel. We mogen niet ontevreden zijn, het wordt elke maand heter. De in druk is, dat als die menschen goed" over tuigd werden van de beteekenis van die vrijwillige contributie bijv. als ze uw geval konden meemaken, konden zien, .dan zou het meerendeo/l, ja bijna allen, niet aarzelen hun steun te goven. Ik zei dat met klem, want ik wa3 er hardgrondig van overtuigd! Had ik alie georganiseerderr, die niet uit geldgebrek maar uit anderen hoofde ons hun stuivertje nog onthielden, daar kunnen hebben. Ik had het laken opgetild en hun dat gooie gelaat getoond van die moeder, die zich afgetobd en afgesloofd had voor hen dio zij liefhad, met dezelfde liefde waarmee alie andere brave moe ders, beminden. Van die moeder, die meer leed door de gedachte dat zij van haar kinderen moest scheiden, dan door haar ziekte, die haar doodde. Van die moeder, wie de glimlach van geluk en de kans op beterschap werd onthouden, omdat liefhebbende kinderen van andere brave moeders die glimlach en die kans op verbetering te hoog be taald vonden met 5 cent per week, omdat het niet voor hun eigen moeder was, eri omdat zij groote egoïsten waren. Maar dat kon nu eenmaal niet en ik ging door 't Is daarom noodig dat we goede propagandisten krijgen, die voor de zaak voelen en anderen weten te over tuigen. Er moet veel meer contributie in komen! Dan zal de uitzending vlugger gaan. misschien al direct na de ontdek king van de ziekte. Velen hebben niet zoo'n langen ver- pleegtijd noodig en daardoor kunnen dan meerderen weg. Maar om op uw dochtertje terug te komen, ik kwam eigenlijk hief- om eens t-e zien wat ik voor haar kan doen. U weet dat H. L. haar voorloopig niot kan uitzenden omdat zij als no 312 op de wachtlijst staat. Ik heb een plan en dat zal ik u vertellen als ik in 't dorp eerst een paar visites heb afgelegd, dan weet ik meer. Het weer was nog niets veranderd, want ik moest mij eenvoudig een weg banen door regen en wind om het huis van den voorzitter van het comité te be reiken. Gelukkig trof ik den man thuis. Hij was natuurlijk mot don toestand op de hoogte en voelde onmiddellijk veel voor mijn voorstel een fancy-fair te organd- seeren om het noodige verpleeggeld voor 't meisje bijeen te brengen. Hij kon mij tevens al vooruit de mede werking verzekeren van de andere comité- leden. Ook de kapelaan, dien wij samen even opzochten de geestelijke adviseur, zou zeker van de partij zzijn. En als die zich ergens voorspan-le, dan was het pleit al half gewonnen. En zoo kon ik van Velsen gaan vertellen, dat binnen 1-4 dagen de fancy-fair zou ge houden worden, die de beslissing kon geven Het was een paar woken later op Zondag, dat in een zaal van liet Patronaatsgebouw het geklikklak van het rad van avontuur, het gillend geschreeuw van een afgedankte claxon, pianomuziek afgewisseld door een harmonie en geroezemoes van opgewekte stemmen cn lachers tot een gezellig fancy- fair-lawaai samensterndon. En waarom ook niet. De bezoekers amuseerden zich cn wisten voor het meerendeel het was een pu bliek geheim dat het voor een goed doel was, voor een arme familie, aan wia het gegund en goed besteed was. Een paac dubbeltjes meer of minder maakten niets uit, maar het plaatselijk comité wist, dat vele kleintjes een groote maakten en waren tevreden over den gang van zaken. Die goeiers, hun goheelcn vrijen Zondag gaven zij voor het schoone doel! De kapelaan kwam telkens als hij even gelegenheid had, en liet niet na, Jan, Piet of Klaas, die goed in de slappe was zat, met een grapje aan te sporen, eens mede te gooien of te draaien. En 's avonds bij de voorlaopige winstbe rekening bleek al. dat het doel was bereikt. Van Velsen moest den volgenden dag bij het comité komen om do tijding te ver nemen, dat zijn Marictje uitgezonden was naar hot Sanatorium Berg en Bosch Hij wist van dankbaarheid geen woorden te vinden cn toen de eerste emotie eenigszins was gaan liggen, zeide hij het comité dat hij ook wat doen wou voor II. L. Misschien zou het coraitébestuur goed vinden, dat hij betalers van de vrijwll'ige contributie ging aamverven en voor geregelde inning zorgon Betalende zieltjes winnen, riep de secretaris hem opgewekt toe. Neen maar, daarover behoeven we geloof ik niet lang te praten heeren. Die kunnen we gebruiken En zoo werd van Velsen ijveraar voor H. Len is het tot nu toe gebleven, een ernstig werker, als man van onder vinding ten voorbeeld van velen. Zonnebloemen. „Ik lioor dat u met uw man een reis maakt naar Australië. Dat is ver, en een van dia landen, waar 't nacht Is, als wij hieir dag heb ben, en weer dag als wij hier nacht hebben." „Ja"', zei de dame, „dat zal heel vreemd zijn, ik denk niet, dat ik in 't begin daar gauw aaa wennen zal." Waar voor z'n geld Twee Schotten waren samen in Londen ea gingen 's avonds naar een schouwburg, waar een stuk werd gespeeld, waarvan de een noch de ander een woord van begrepen. Maar de een zat aldoor luid te lachen bij elk woord en bij elke gelegenheid. „Maar, waar moet jij nu toch zoo om lachen?" vroeg de ander ten hoogste verbaasd. „Laat me," antwoordde de eerste, „ik wil toch pleizler hebben van m'n geld". POPplmST pff^JAARLUKS, TE JAPAN UET "^AMATSÜRA" D.I. HET Onza waaraan door alle groote en kleine meisjes wordt deelgenomen. Onze foto geeft eon idee van de viering van zulk een poppenfeest in een der voornaamst» Japansche families. (Deze brief is, behoudens enkele wegla tingen, woordelijk overgenomen). Wie zou het willen betwisten, dat dit schrijven niet gewichtig genoeg was om er onmiddellijk gevolg aan te geven in ieder geval direct in te grijpen om te trachten den toestand zooveel mogelijk tep verzachten. Vast stond, dat II. L. hoe graag ook, on mogelijk nu al bet meisje kon uitzenden. Daar zou misschien wel anderhalf k twee jaar overheen gaan. H. L. had gedaan en deed nog wat het kon, om de wachtlijst, die steeds maar aan groeide te verminderen. Doch indien er 400 aanvragen voor opname werden ingediend en men kon zoo'n jaar uit gebrek aan mid delen niet meer dan 150 patiënten uitzen don, dan is het begrijpelijk dat het aantal wachtenden spoedig talrijk werd En zoo stonden de zaken thans ook. Nog 320 patiënten moestu.i worden uit gezonden voor het meisje aan de beurt zou komen. Aan den anderen kant kan van langer wachten geen sprake zijn, in verband met het lichamelijken toestand en het milieu waarin zij verkeerde. En toch moest er wat gedaan worden. De toestand was te erg, de bede te drin gend om het op beloop te laten. Spoedig was ik teT bestemder plaatse en nauwelijks voor de buitendeur gekomen, werd deze al geopend door een meisje, waarschijnlijk degene, waarover geschre ven was, dat mij droevig toeknikte. In kon mijn oogen wiet gelooven toen de deur was opengegaan. Ik ben wel eens meer in armoedige en kleine huisjes ge weest en ik heb den kommer wel eens meer van nabij gezien, maar toen ik in dit kleine vertrekje trad, stand ik toch eenigszins verbaasd. Een ruimte van misschien dertien vierkante meters. In het midden een pot kachel, gloeiend rood, die een ondragelijke hitte verspreidde in het kamertje, tegen één muur een bed, waarin een oude kindsche vrouw, van misschien 80 jaar, allerlei klak ken lag uit te stooten en haaksch daarop tegen een andere muur nog een bed, waar over ik bijna zeker, onmiddellijk het lijk der tuberculeuze moeder dacht. Men was juist aan het koffiedrinken, tenminste op een gebrekkige tafel zander eenige bedekking, bevonden zich eenige kommen zonder schotel, koffiepot melkkan, suikerpot, stukken brood, boter op een schoteltje, lepeltjes cn kruimels en nog meer andere voorwerpen kris kras door elkaar. Nadat ik mij aan den vader die aan tafèl zat, had bekend gemaakt en hot doel mij ner komst had medegedeeld, werd mij een stoel aangeboden. Ja, ja, mijnheer, begoii- hij droevig, wij zend op het ledikant, waarin het lijk zijner vrouw lag, het is met, mijn goede vrouw gebeurd. Vanmorgen om zes- uur. Wie had gedacht dat ik haar zoo gauw kwijt kon zijn. Is uw vrouw lang ziek geweest? vroeg ik belangstellend. Zoovvat twee jaar mijnheer. Maar ze was nooit erg sterk. Sinds moeder hier, die al kindsch was, een beroerte kreeg, is zij teveel van haar krachten gaan vergen. Overdag hard werken en 's nachts er dik wijls uit, dat gaat niet in je kleeren zitten. Het komt me voor, dat uw woning ook niet erg tot de gezondheid van uw vrouw heeft bijgedragen. Tenminste Hot was najaar. De wind sloeg bij vlagen kletterend de regenstroomen tegen de mi- jan en boog de kruinen van de bijna ont redderde boomon naar beneden, als wilde bij met krachtige hand de laatste stuiptrek kingen van den nazomer onderdrukken, om den winter des te gemakkelijker over het land te laten uitspreiden. Zware pakwolkan joegen door 't lucht ruim. voortgedreven door diezelfde kracht, waarvan de dwarrelende uitloopers de losse bladeren verzamelden om ze telkens weer opnieuw op te nemen en dan weer Onverschillig te verspreiden. Kortom, het was triestig en wild weer en wie er niet noodzakelijk door moest, bleef liever thuis. In de kraag van mijn jas gedoken, me zooveel mogelijk beschermend tegen de Wilde aanvallen van weer en wind, stapte Ik den landweg af die naar het dorpje X. toegang gaf. Ik was op pad, om een opdracht te vol voeren, waarvoor men geen mooien zonni- gen dag mocht afwachten want directe hulp js meestal beste hulp. En zoo dachten wij er ook nu over. Gisteren had het bestuur van II. L. van een kapelaan een schrijven ontvangen van den volgenden inhoud: Mijnheer. Ddwerd bericht, dat Marietje van Velsen in aanmerking kan komen voor be handeling in 't Sanatorium voor Herwon nen Levenskracht. Er waren toen nog driehonderd vóór. Maar zijn de volgende omstandig niet BOO dringend dat u tot. een voorrang zoudt kunnen besluiten? Do moeder ligt mèt zware tuberculose, is ^ogenschijnlijk in haar laatste stadium. De bij haar inwonende moeder, tachtig laar oud, ligt getroffen door een beroerte. I>0 dokiter zeide me: Mijnheer, dat kind Baoet weg, anders wordt het niets meer. De omgeving is allerellendigst. De wijkverpleegster zeide me gisteren. Set kind gaat eiken dag terug. Daarenboven staat het huisje zeer leeg jpn vochtig op een meter afstands van een Heer kwalijk riekende gracht. Een gezond mensch wordt er ziek van (Woningnood en armoede beletten 'n an- ftere woning te vinden. Dan nog dit. Het huisgezin staat als be- pmet bekend, men kan daardoor geen be hoorlijke huishoudster krijgen. Een onge lovige vrouw uit het minste milieu, die al Verschillende malen dronken is, aangetrof fen, moet alles regeeren, n.l. twee zieke Wouwen, drie kinderen en de huishouding pe brave menschen moeten zwijgen want Wemand helpt hen. Ach, zondt ge hierin geen reden;vinden Van voorkeur? Het kleinste kindje hoop ik te kunnen plaatsen bij een boer: de moeder zelf vroeg pafj er om, omdat, zegt ze, ook dit kind in pulk een omgeving besmet zal worden. Eenigen tijd terug lag het doodziek. Ja, kortom, alle narigheden bijeen. Ik doe Vaarom een dringend beroep op uw liefda- plgheidszin, diie, hoop ik, in zulke omstan digheden wél een „reden" van voorkeur fal „vinden". I j Met ware hoogachthing,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 9