Vrijdag 29 Maart 1929
Tweede Blad
Pagina 1
t „EN ZIJ KRUISIGDEN HEM."
UNIFORM- EN DIENSTKLEEDING
ONS LAND IN 1928
WIJZIGING DER PENSIOENWET
VAN RIJKSWEGE
MOTORRIJDER TEGEN EEN BOOM
GEREDEN
AFNEMING DER WERKLOOSHEID
VAN DE R. K. STAATSPARTIJ
EEN TIENJARIGE IN HET HUIS
VAN BEWARING
DE MOORDZAAK
TE WATERLANDKERKJE
Wij hebben de laatste weken dikwijls het
woord „echt" gebruiikt in verband met de
öpenbaarmaking van zekere stukken.
Hetzelfde woord wordt zoo dikwijls ge
bruikt in verband met godsdienstige vraag
stukken, vooral waar hot de evangelische
.verhalen betreft.
En hier is oppassen de boodschap.
Als wij zoogenaamde „wijze" menschen
tegenkomen die cms verteilen, dat zij wel ge-
looven, dat er iets „echt" is in de evangelie
verhalen, dan bedoelen zij gewoonlijk, dat. zij
nog wel zoo verstandig zijn te gelooven, dat
een Groote Leeraar negentien eeuwen ge
leden in Palestina nobel leefde en tragisch
stierf.
Maar wij katholieken en veel andere
belijdende Christenen gaan verder en
houden vast aan de echtheid van al de fei
ten die de evangeliën ons meedeelen.
Wij gelooven aan een echt bestaan-heb
ben van Maria en Jozef en de apostelen en
van al degenen, die in het Evangelie worden
genoemd. Wij gelooven net zoo stellig aan
de echtheid van het feit, dat zij eens leefden,
als dat wij nu gelooven aan het bestaan van
Hindenburg of minister Kam. Net als wij ge
looven, dat er gevochten wordt in Mexico,
dat Foch dezer dagen begraven werd in
parijs em dat in de Hamburgsche haven de
„Europa" verbrandde, zoo gelooven wij ook,
dat de Verlosser uit een Maagd werd gebo
ren, dat Hij ongeveer 33 jaar leefde iin den
tijd die naar Zijn komst gerekend wordt,
dat Hij in het openbaar gedood werd, dat
Hij uit eigen kracht verrees, de Kerk sticht
te en daarna ten hemel opsteeg.
Ons geloof is niet een of andere vage
beaming in woorden zonder zin of samen
hang, maar de aanvaarding van echtheid
en die echtheid is het leven zelf van het
apostolisch Christendom.
De eerste katholieke predikatie werd door
Petrus gehouden op den geboortedag der
Kerk en Petrus deed niets anders dan fei
ten meedeelen.
En Simt Paulus preekte niet anders: als
het fantasie is en geen feit, zoo schreef lrij
aam de menschen te Corinthe, „dat Christus
,voor onze zonden stierf, begraven werd en
.verrees", dan is het Christendom ijdel em
heeft het geloof geen grondslag.
In haar zuiver volgen van deze apos-
telische overtuiging, heeft de Katholieke
Kerk nimmer geaarzeld den nadruk te leg
gen op de noodzakelijkheid te gelooven aan
de feiten van het Evangelie.
Alle oude dwalingen, die elk op eigen
Wijze probeerden de feiten te loochenen,
Werden veroordeeld. En in tpze dagen, hoe
wel alle Bijbelonderzoek aanmoedigend,
heeft zij opnieuw het overgeleverd geloof be
schermd en de, haar door de apostelen over
geleverde schatten, tegen ontkenningen ver
dedigd en beveiligd.
Voor katholieken is de kruisiging geen
figuurlijk verhaal of schcone legende maar
een feit zooals het feitelijk is neergeschreven
Jn het Evangelie: „En zij kruisigden Hem".
Als de Kerk ons jaarlijks op heel bijzon
dere wijze herinnert aan de groote feiten
Uit Chrisitus' leven, dan beteekent dit, dat
Zij die als feiten beschouwt en als feiten be
schouwd wil zien.
In de eerste eeuwen van het Christendom
kon de Christen heldhaftig getuigenis af
leggen vam zijn geloof alleen door maar
te weigeren een beetje wierook te branden
yoor een afgodsbeeld. Hij kon martelaar
Worden, door zijn verachtng uit te spreken
,voor afgoden als Jupitér en Venus. Die
'tijden zijn voorbij; het is heden moediger
Openlijk zijm geloof te belijden in Thor en
Wodan dan in Christus. Dait mirakel heeft
het Christendom gewrocht.
Maar onze moderne heidenen, die zieker
Zijn dan' de oude in dezen zin, dat zij aan
niets meer gelooven, spreiden rondom zich
een sfeer van vervaging waarin zij de
groote Christelijke feiten zouden willen
Wegdoezelen.
Indien men hun gelooven mag, zou het
een ideale wereld zijn waarin niet meer
aan Christus werd gedacht. De liberale
„N. Rott. Crt." schreef dezer dagen, dat
de' „afschaffing van de Stille Week" een
wiiist beteekende. De geest die eruit spreekt,
zegt voldoende hoever men hier al heeft
afc rekond met het Christendom. De vaag
heid bereikt zoo haar eind; ongemerkt
hel- 'ion de menschen die meenden nog iets
tc ezitten, alles verloren. Zij dachten met
vaagheid klaar te komen, maar het geloof
is -geen vaag gevoel doch echte werkelijk
heid. En zooals het in de gedachte is, zoo
ls het in de praetijk. Het geloof vraagt be-
le\ hig in duidelijke daden en niet in dub
belzinnige handelingen en knappe knoeie
rijon.
Het is niet enkel peftm-dragen of met
knersen loopen in een processie, maar het
moet zoo zijn, dat er van ons gezegd kan
wo"don (als van Petrus in den hof): „die
we - ook met Hem". Daar is geen Fariseïsme
voor noodig. geen thaits op eigen braaf
heid; wij behoeven ook niet allen even ge
leerd te zijn of welsprekend, maar ieder van
on- kan Christus, en dien gekruisd, rustig
pi üken in alle echtheid voor de menschen
ro. lom ons, door te leven als werkelijke
led o van zijn geheimzinnig lichaam, dat de
Kp k is.
is geen beter middel om de wereld ie
o\ tuigen van ons vast geloof aan de echt-
Ju- I van de evangelische woorden: „En zij
kruisigden Ilem". Want wij zullen, levend
Jn de -voortdurende gedachte daaraan, veel
Het onderzoek naar een meer economische
wijze van vervaardiging, levering en
verstrekking.
HET VERSLAG DER KLEEDING-
COMMISSIE.
Verschenen is het verslag der Kleedingcom-
missie, ingesteld bij beschikking van den minis
ter van financiën van 11 Juli 1924 met de op
dracht: te onderzoeken of een meer economi
sche wijze van vervaardiging, levering en ver
strekking van Rijkswege van alle uniform- en
dienstkleeding mogelijk is, voorts hare aan
dacht te wijden aan alle daarmee verband hou
dende aangelegenheden.
In totaal zijn er 16.333 ambtenaren, aan wie
in uitgebreiden en beperkten zin van Rijkswege
uniform en/of dienstkleeding wordt verstrekt.
Hiervan zijn allen bij de P. en T. 11.820 ambte
naren.
In totaal bedragen de kosten der kleeding-
voorziening 745.426,88, waarvan door inhou
dingen 464.597 op de ambtenaren worden ver
haald.
Aan de Memorie van Toelichting, behoorende
bij het ontwerp-Rijkskleedingbesluit wordt het
volgende ontleend:
Er zijn ongeveer 30 Rijksdiensten, welke
tezamen ongeveer 16.000 personen onder hun
ressort hebben, die in meerdere of mindere
mate van Rijkswege van dienstkleeding worden
voorzien. Daarbij zijn er geen twee diensten,
welke wat de dlenstkleedlngvonrzienlng betreft,
gelijk zijn, met het gevolg, dat de ambtenaren
van verschillende diensten geheel verschillend
worden behandeld, ook wat hun flnancieele be
langen betreft. Bovendient hebben sommige
diensten de neiging, de te verstrekken dienst
kleeding steeds uit te breiden.
Teneinde in dezen toestand regelmaat te
scheppen en de aldus verkregen orde ook in
dë toekomst in stand te doen blijven, stelt de
commissie voor in een Kon. Besluit:
lo. de voornaamste grondslagen van de
dienstkleedingvoorziening vast te leggen;
2o. een permanente Rijkskleedingcommissie
in te stellen, die op de naleving van het K. B.
toezicht houdt;
3e een Rijksldeedingbureau in te stellen, dat
centraal de aan de dienstkleedingvoorziening
verbonden administratie voort, zoomede als
uitvoerend orgaan de Rijkskleedingcommissie
behulpzaam is in haar taak.
Van een en ander is ook een niet onbelang
rijk geldelijk voordeel voor het Rijk te ver
wachten. Volgens de kleedingconimissie zou-len
de totale kosten der kleedingvoorziening kunnen
worden geraamd op 875.000, waarvan de amb
tenaren 465.000 betalen, zoodat het Rijk er
f 410.000 op toelegt. De aauschaffingsfkosten
zouden tot ongeveer 600.000 kunnen worden
teruggebracht, de besparing voor het Rijk zou
dan ongeveer 2 ton per jaar bedragen.
Voor het dragen van uniform komen in aan
merking:
1. ambtenaren, die een zeker gezag moeten
uitoefenen;
2. ambtenaren, die voor het publiek duidelijk
kenbaar moeten zijn;
3. ambtenaren voor wie genoemde eischen
niet gelden, docih voor wie het dragen van uni
formen gewenscht ls ter verhooging van het
aanzien van den dienst waartoe zij behooren.
Voor de verstrekking van werkkleeding ko
men in aanmerking ambtenaren, die zoodanigen
arbeid verrichten, dat de aard daarvan dan
wel d-e omstandigheden, waaro-nder die arbeid
wordt verricht, van de normale burgeirkleeding
afwijkende eischen stellen. Onderkleeran 'en
schoenen worden niet verstrekt.
De commissie heeft het aantal uniformdra-
gende ambtenaren niet uitgebreid, behoudens
eenige categorieën van ambtenaren der direc
te belastingen enz., welke ambtenaren thans
dienst doen in burgerkleedtng.
De inhouding op de salarissen behoort bij K.
B. te geschieden.
De nieuw Ingestelde Rijkskleedingcommissie
i3 bestemd ervoor te waken, dat de eenmaal
verworven voordeelen van de centralisatie en
normalisatie bewaard blijven.
De commissie heeft om veoiscihiiilil-emde redenen
vastgehouden aan de samenstelling der stof
fen uit zuivere wol en aan de vrij algemeen ge
bruikelijke donkerblauwe kleur van het lakeu.
Als pet is gekozen de nieuw model marine-pet.
Voor de gewone uniformjas is de tuniek geko
zen, voor hen, die op vaartuigen of bij da wa
terwegen hun dienst verrichten, de colbert.
Omtrent aanschaffing van grondstoffen en
confectie beveelt de commissie aan „centrali
satie van het snijden der uniformen. Uitgifte
van de confectie aan particulieren, behoudens
voorkeur voor gevangenisarbeid".
Het maatnemen, het snijden, bijrichten, even
tueel passen, afleveren geheel voor confectie
gereed aan de confectionneurs, terugontvangst
der gereed gemaakte uniformen, keuren, distri
butie aan de diensten zou geheel aan den ge-
vangeulsarbsid kunnen komen.
In het slot van haar verslag merkt de com
missie op, dat een volledige doorvoering van
al haar voorstellen eenige jaren zal vorderen
en deze invoering geleidelijk zal dienen plaats
te vinden.
Een ongeluk met doodelijk gevo.g
Op den straatweg tusschen Marsum en
Beetgum ls de 22-jarige motorrijder W. B.
van Marsum iu volle vaart tegen een boom
op den wieg gereden. B. werd met een schedel
breuk opgenomen eu U korten tijd daarna
overleden.
W. F, C. MARGADANT. f
Op 62-jarigen leeftijd is Donderdag te 'e-Gra-
venhage overleden de heer W. F. C. Margadant
laatstelijk notaris te Palemibang en daarvoor
chef van Pandel und Stiehaue Nachfolger han
delskantoor te Weltevreden.
heter beseffen wat eigenlijk de bedoeling
van het leven is. En hoe beter wij dat be
grijpen, hoe vruchtbaarder het zal zijn.
DE ALGEMEENE TOESTAND
WAS NIET ONGUNSTIG
De economische en sociale Kroniek van het
Centraal Bureau voor de Statistiek, welke zoo
wel Nederland en de Overzeesche Gewesten als
bet buitenland behandelt, begint, voor zoo-veel
Nederland betreft, met een overzicht van den
algemeenen toestand over 1928.
DE WERKLOOSHEID
was in ons land voor alle bedrijfsgroepen lager
dan in 1927, yoor enkele, zooals voor de dia
mant-, metaal- en de tabaksindustrie, zelfs be
langrijk lager. Gedurende het gëlieelo jaar
werden acties voor loonsverhooging gevoerd;
het niet overgroote aantal stakingen had ook
ongeveer een derde gedeelte loonsverhooging
tot doel. Hoewel hier en daar wel resultaten
door de arbeiders werden verkregen, zijn over
het geheel de arbeldersvoorwaarden in het
afgeloopen jaar weinig veranderd. De kosten
van levensonderhoud waren vergelirfken bij
1927 Iets hooger.
Uit een aantal gegevens over
VOORTBRENGING EN VERBRUIK
blijkt o.a., dat voor 1928 zoowel voor den land
bouw, de visscherij en den mijnbouw als voor
een aantal takken van Industrie de productie
bijna steeds grooter was dan in 1927 en In som
mige opzichten, b. v. voor steenkolen, elec-
triischen stroom hooger dan ooit te voren. De
handelsbeweging In 1928 overtrof haar gewicht
en waarde die van het voorafgaande Jaar. Het
invoersaldo, is evenwel 48 millioen gulden hoo
ger geworden.
De toeneming van den uitvoer was vooral te
danken aan den vermeerderden uitvoer van
fabrikaten, met uitzondering van de voedings
middelen en dirankeu, waarvan de uitvoer
afnam. Aan de vermeerdering van den Invoer
hadden de grondstoffen en halffabrikaten van
de nijverheid een belangrijk aandeel.
,De uitkomsten van den goederenhandel
loopen in 1928 zeer uiteen. Minder gunstig was
over het algemeein het verloop der markten voor
rubber, rijst, suiker, tabak, cacao, copra en
dierlijke vetten. De handel in tuinbouwproduc
ten en eveneens die in geïmporteerde versche
en gedroogde vruchten, specerijen, coca, kapok,
vlas, ruwe batoen en plantaardige oliën had
over het algemeen een min of meer bevredi
gend verloop. Voor den theehandel bracht 1928
verbetering, de koffiemarkt was onzeker. On
danks de dalende graanprijzen nam de betee-
kenis van de tarwemarkt wellicht nog toe.
Over het algemeen bleef in vergelijking met
1927 het algemeen prijsniveau van den groot
handel onveranderd.
In
DE VRACHTVAART
kwam in 't tweede deel van 1928 eenige ver
betering, Van de lijnbedrijven konden die op
Ncdevilandach-IndJe en Groot Brittannië op een
bevredigend verkeer wijzen. Het verroer over
de Nederlandsche havens ondervond ln toene
mende mate den nadeeligen invloed van de
tarievenpolitiek der Duitsche Rijksspoorwegen.
De cijfers betreffende het havenverkeer en het
aantal binnengekomen schepen In de voor
naamste haven doen zien, dat de Amsterdam-
sche havens zich in 1928 door opbloei geken
merkt heeft in tegenstelling met de Maasha
vens, waai- zich eenige teruggang voordeed. De
Rijnvaart was minder levendig. De binnen
scheepvaart vertoonde over het algemeen tee
kenen van geleidelijke toeneming en opleving,
hoewel nog steeds de ongunstige invloed onder
vonden werd van het teveel aan scheepsruimte,
grootendeels een gevolg van de sterke toene
ming van het aantal motorvaartuigen.
DE GELDMARKT
bleef in het afgeloopen jaar nog ruim. De be
schikbare middelen verminderden wel eenigs-
zins, maar toe hl neztoorg! -etaoslhrdleeeeee
zins, maar toch niet zoo sterk als de einde
1928 ste<k oploopende geldkoersen zouden doen
vermoeden.
De emisslemarkt was zeer levendig.
DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN.
Gekozen verklaarde candidaten.
Uit de indertijd door ons gepubliceerde ver-
zamellijsten van de aanwijzigingen als candi-
daat voor de Tweede Kamer, door het Partij
bestuur vastgesteld, bleek reeds dat voor de
kwaliteitszetels 11 candidaten hij enkele can-
didaatstelling voor een vaste plaats waren ge
kozen en wel Mgr. Nolens, prof. Aalberse, Su-
ring, van Vuuren, Kuiper, Jhr. Ruys de Boe
renbrouck, mr. van Schaik, ir. Feber, Locke-
feer, dr. Deckers en Fleskens.
Ditzelfde was het geval met de plaatsver
vangers van Beek (landbouw), Keestra (finan
ciën) Steinmetz (arbeidszaken) en dr. Vrien3
(koloniën).
De heer Kuiper kwam als deskundige voor
arbeidszaken, behalve in de groep der groote
steden, in die kwaliteit nog voor op de lijsten
Tilburg, groep LeidenDordrechtFriesland—
Groningen en Limburg.
Naar wij vernemen, heeft, nu de heer Kuiper
in de groote stedengroep gekozen verklaard is,
het Partijbestuur beslist, dat zijn naam op do
andere groepen komt te vervallen. Het gevolg
hiervan is, dat nu ook bij enkele candidaat-
stelling als kamercandidaat zijn aangewezen de
heeren Hermans jfLlmburg), Loerakker (groep
LeidenDordrechtFrieslandGroningen)©n
v. d. Meys (Tilburg). En als plaatsvervanger
de heeren Maenen (Limburg) en Valkenburg
(Tilburg)
GESTRAFTE SNOEVERIJ.
R'evolver in beslag genomen.
De politie te Sappenneer hoorde den 29-
jarigen weduwnaar v. d. L. in een cafétje, naaT
aanleiding van het drama te Grootegast, erover
opsnijden, dat ook hij een revolver had, die
hij desnoods tegen de politie zou trekken. Bij
een later ingesteld onderzoek te zijnen huize
kwam werkelijk een revolver met 13 scherpe
patronen voor den dag, die ln beslag werden
genomen.
Voor personen in dienst van het
Nijverheidsonderwijs,
EEN WETSONTWERP BIJ DE
TWEEDE KAMER INGEDIEND,
Bij de Tweede Kamer is. een wetsontwerp in
gediend tot wijziging van enkele artikelen der
Pensioenwet 1922 en van artikel LXXXIV der
wet van 28 Mei 1925.
De regeering stelt voor aan het stelsel in art.
4 eerste lid, onder e der Pensioenwet be
lichaamd, uitbreiding te geven in dien zin, dat
daaronder zullen vallen alle personen in dienst
van ingevolge de Nijverheidsonderwijswet door
het Rijk gesubsidieerde Instellingen en veree-
nigingen, wier scholen of cursussen voldoen
aan de voorwaarden, krachtens deze wet voor
ihat genieten van subsidie gesteld
Verder wordt voorgesteld, om de kindertoe
lage bij toepassing van art 67 buiten beschou
wing te laten
Een andere wijziging geeft ambtenaren, die
zich destijds voor hun na te laten betrekkingen
aan de werking der Pensioenwet hebben ont
trokken, gelegenheid om hun daartoe strek,
kende verklaring te herroepen
UIT HET REEDERIJBEDRIJF
Staking te Amsterdam
Gistar ts bij van der Schuijt'-s stoomboot-
reederij te Amsterdam staking uitgebroken.
Reeds van 6 Januari af worden onderhan
delingen gevoerd tusschen de directie en de
transportarbeidersfederatie over een loonkwes-
tie. Tenslotte is door de federatie een ultima
tum gesteld om antwoord in deze kwestie. Er
is van de zijde der directie geen antwoord ge
geven en daarom is gistermorgen 't werk op
de schepen neergelegd. De staking omvat op
bet oogenblik 45 k 50 man. Het getal breidt
zich langzamerhand uit, naarmate de schepen
binnenkomen.
Van werkgeverszijde deelt men aan het
„Hbld." het volgende mede omtrent de staking
bij v. d. Scliuyt's Stoombootreederij te Amster
dam:
Zoowel de Centrale Bond als de Christ, en
R. K. organisaties van transportarbeiders sanc-
tionneeren deze staking niet. Het varend per
soneel neemt aan de door de „Federatie" op
touw gezette „wilde" staking, welke zich be
perkt tot een twintig man, van wie de meesten
losse werkkrachten, dan ook niet deel.
De noodige politiemaatregelen zijn getroffen
om het werk gewoon te doen doorgaan enz.;
verder heeft men een ploeg arbeiders uit Rot
terdam doen overkomen. De goederendienst
van de reederij vindt zoo normaal plaats en op
geen der andere stations zijn onregelmatighe
den voorgevallen.
Wat de „Federatie" en haar eischen aan
gaat: deze wordt op grond van opgedane er
varingen niet erkend als partij, met welke het
voeren van onderhandelingen over arbeidsvoor
waarden mogelijk is. Dit standpunt wordt ook
ingenomen o.a. door de Vereeniging van Werk
gevers in de Binnenvaart.
UIT DE SIGARENINDUSTRIE.
Producticuitbreiding te Eindhoven
De Forum Sigarenfabrieken N.V. B. van der
Tak Co., gevestigd te 's Gravenhage en Eind
hoven hebben reeds geruimen tijd uitgezien
naar een gelegenheid om uitbreiding aan hare
productie te geven.
Aangezien het reeds uit de onderhandelingen
met de Warfdiedenorganisaties duidelijk was
geworden, dat er ln afzienbaren tijd niet op te
rekenen is, dat er een gelijkstelling van de
.plaatsklassen zal plaats vinden en men in de
gelegenlheld was om aan het gebouwencomplex
in den Haag een andere bestemming te geven,
heeft men thans de hand weten te leggen op
een bijzonder geschikt en groot fabriekspand
in CulemboTg, dat ln de 3e plaatsklasse is in
gedeeld.
Het bestaande bedrijf in Eindhoven zal o,p
denzelfden voet worden voortgezet.
„De plaatsing wel zeer aan den
bedenkelijken kant"
VAN EEN TEKORTKOMING ZOU GEEN
SPRAKE ZIJN
Qp de vragen van den heer L. L. H. do
Visser betreffende de opsluiting van een tien-
jarigen jongen in-het huis van bewaring to
Almelo -heeft' de heer Donn-er, Minister ran
Justitie o.m. het volgende geantwoord:
Inderdaadis iu Februari 1928 een tien
jarige jongen, d.ie zioli aan een reeks vau
winkeldiefstallen had schuldig gemaakt en in
een ongunstig milieu verkeerde, in de
vrauwanafdeeling van het huis van bewaring
te Almelo gedurende zes dagen ln voor
arrest gehouden. Uit de verstrekte gegevens
is hem gebleken, dat het voornoemde een
uitzonderingsgeval geweest is.
In het algemeen acht de ondergeteekenda
verblijf van strafrechtelijk minderjarigen in
een huis van bewaring niet gelukkig en
tracht hij zulks, voor zoover hij daarover
te beslissen heeft, zooveel mogelijk te be
perken. De absolute uitspraak echter, dat
zoo iets onder geen enkele omstandigheid
geoorloofd behoort te zijn. kan slechts worden
onderschreven door wie deze zaak louter
theoretisch beziet, met veronachtzaming der
werkelijkheid. Elk geval behoort op zich zelf
beoordeeld te worden, waarbij rekening is to
houden met alle terzake van belang zijnde
omstandigheden.
Uiteraard ls daarbij de leeftijd van veel
beteekenis en; onder dat gezichtspunt be
schouwd, is, hoe gunstig met het oog op de
gesteldheid van het nieuwe huls van be
waring te Almelo de omstandigheden ln
ander opzicht waren, de onderhavige plaat
sing inderdaad wel zeer aan den bedenkelijkea
kant. Trouwens de rechterlijke autoriteiten
hebben dit zelf gevoeld en zijn dan ook aan
stands met de secretaresse van den Voogdij
raad over een andere plaatsing in overleg
getreden; dat dit echter eerst na zes dagen
tot beëindiging heeft geleld, valt te betreuren,
doch ls wellicht hieraan te wijten, dat men
is gaan zoeken naar een zoogenaamd „obser
vatiegezin" en daarbij heeft voorbijgezien,
dat het naaste doel, de tijdelijke onderbren
ging van den jongen, op eenvoudiger wijze
ware te bereiken.
Op rechterlijke bevelen tot insluiting in een
huis van bewaring, gelijk het hier betrof,
komt den ondergeteekende geen Invloed toe.
Een dwingend wettelijk voorschrift, strekkend
tot een absoluut verbod ten aanzien van
plaatsing van minderjarigen In een hulj
van bewaring kan door hem niet worden
bevorderd.
Wat betreft de tot den ondergeteekende
gerichte vraag, of het hem bekend ls, waarom
de rechter, die hiervoor verantwoordelijk ls,
niet ter verantwoording is geroepen, kan de
ondergeteekende te dezen aanzien, niet met
zekerheid zich uitspreken, doch wel met een
aan zekerheid grenzende, waarschijnlijkheid,
en dan ln dezer voege: omdat van een der
tekortkomingen, in de wet genoemd, in casu
geen sprake is geweest.
DE DOODSLAG IN HET
WOONWAGENKAMP
De verdachte naar het Huis van Bewaring
De verdachte van den doodslag op vrouw
W. in het woonwagenkamp te Horst, de
21-jarige M. E., is naar het Huis van
Bewaring te Roermond overgebracht en ter
beschikking van de Justitie gesteld.
Hooger beroep van beide partijen
In de bekende moordzaak te Waterland-
kerkje hebben de verdachte en de officier
van Justitie hooger beroep aangetee-kend.
Zooals men zich herinnert werd J. de R.
veroordeeld tot twaalf jaar gevangenlssti af
wegens het met een scheermes vermoorden
van de 18-jarige A. H„ wier lijk hij in een
sloot zou hebben geworpen.
LIJK AANGESPOELD
Te Westkapelle is een lijk aangespoeld, ver
moedelijk van een schippersvrouw.
DE MODERNE MOTOR-ZAND-BLA AS-INSTALLATIE. Hef blikken van scheepshuiden in de
havens gaat meer en meer overbodig wenk worden voor de arbeiders, nu de moderne zand-
blaas-inata,Uatie ook voor dit dooleinde in gebruik is gekomen, waardoor het werk vee*
vlugger en goedkooper zal kunnen gebeuren dan vroeger. Het hoofd van den man, die zu
een installatie bedient, is verdwenen in een tot over de schouders afhangende kap, waarin
ter hoogte van de oogen een langwerpig „venster" is aangebracht. In zn handen heeit da
man een slang, waarvan het uiteinde uit een ijzeren buisje bestaat, Waaruit met enoime
kracht een fijne zandstraal tegen de huid van bet te bewerken schip spuit. Onze foto aa
een en ander duidelijk zien.