Vrijdag 29 Maart 1929 Tweede Blad Pagina 1 t „EN ZIJ KRUISIGDEN HEM." UNIFORM- EN DIENSTKLEEDING ONS LAND IN 1928 WIJZIGING DER PENSIOENWET VAN RIJKSWEGE MOTORRIJDER TEGEN EEN BOOM GEREDEN AFNEMING DER WERKLOOSHEID VAN DE R. K. STAATSPARTIJ EEN TIENJARIGE IN HET HUIS VAN BEWARING DE MOORDZAAK TE WATERLANDKERKJE Wij hebben de laatste weken dikwijls het woord „echt" gebruiikt in verband met de öpenbaarmaking van zekere stukken. Hetzelfde woord wordt zoo dikwijls ge bruikt in verband met godsdienstige vraag stukken, vooral waar hot de evangelische .verhalen betreft. En hier is oppassen de boodschap. Als wij zoogenaamde „wijze" menschen tegenkomen die cms verteilen, dat zij wel ge- looven, dat er iets „echt" is in de evangelie verhalen, dan bedoelen zij gewoonlijk, dat. zij nog wel zoo verstandig zijn te gelooven, dat een Groote Leeraar negentien eeuwen ge leden in Palestina nobel leefde en tragisch stierf. Maar wij katholieken en veel andere belijdende Christenen gaan verder en houden vast aan de echtheid van al de fei ten die de evangeliën ons meedeelen. Wij gelooven aan een echt bestaan-heb ben van Maria en Jozef en de apostelen en van al degenen, die in het Evangelie worden genoemd. Wij gelooven net zoo stellig aan de echtheid van het feit, dat zij eens leefden, als dat wij nu gelooven aan het bestaan van Hindenburg of minister Kam. Net als wij ge looven, dat er gevochten wordt in Mexico, dat Foch dezer dagen begraven werd in parijs em dat in de Hamburgsche haven de „Europa" verbrandde, zoo gelooven wij ook, dat de Verlosser uit een Maagd werd gebo ren, dat Hij ongeveer 33 jaar leefde iin den tijd die naar Zijn komst gerekend wordt, dat Hij in het openbaar gedood werd, dat Hij uit eigen kracht verrees, de Kerk sticht te en daarna ten hemel opsteeg. Ons geloof is niet een of andere vage beaming in woorden zonder zin of samen hang, maar de aanvaarding van echtheid en die echtheid is het leven zelf van het apostolisch Christendom. De eerste katholieke predikatie werd door Petrus gehouden op den geboortedag der Kerk en Petrus deed niets anders dan fei ten meedeelen. En Simt Paulus preekte niet anders: als het fantasie is en geen feit, zoo schreef lrij aam de menschen te Corinthe, „dat Christus ,voor onze zonden stierf, begraven werd en .verrees", dan is het Christendom ijdel em heeft het geloof geen grondslag. In haar zuiver volgen van deze apos- telische overtuiging, heeft de Katholieke Kerk nimmer geaarzeld den nadruk te leg gen op de noodzakelijkheid te gelooven aan de feiten van het Evangelie. Alle oude dwalingen, die elk op eigen Wijze probeerden de feiten te loochenen, Werden veroordeeld. En in tpze dagen, hoe wel alle Bijbelonderzoek aanmoedigend, heeft zij opnieuw het overgeleverd geloof be schermd en de, haar door de apostelen over geleverde schatten, tegen ontkenningen ver dedigd en beveiligd. Voor katholieken is de kruisiging geen figuurlijk verhaal of schcone legende maar een feit zooals het feitelijk is neergeschreven Jn het Evangelie: „En zij kruisigden Hem". Als de Kerk ons jaarlijks op heel bijzon dere wijze herinnert aan de groote feiten Uit Chrisitus' leven, dan beteekent dit, dat Zij die als feiten beschouwt en als feiten be schouwd wil zien. In de eerste eeuwen van het Christendom kon de Christen heldhaftig getuigenis af leggen vam zijn geloof alleen door maar te weigeren een beetje wierook te branden yoor een afgodsbeeld. Hij kon martelaar Worden, door zijn verachtng uit te spreken ,voor afgoden als Jupitér en Venus. Die 'tijden zijn voorbij; het is heden moediger Openlijk zijm geloof te belijden in Thor en Wodan dan in Christus. Dait mirakel heeft het Christendom gewrocht. Maar onze moderne heidenen, die zieker Zijn dan' de oude in dezen zin, dat zij aan niets meer gelooven, spreiden rondom zich een sfeer van vervaging waarin zij de groote Christelijke feiten zouden willen Wegdoezelen. Indien men hun gelooven mag, zou het een ideale wereld zijn waarin niet meer aan Christus werd gedacht. De liberale „N. Rott. Crt." schreef dezer dagen, dat de' „afschaffing van de Stille Week" een wiiist beteekende. De geest die eruit spreekt, zegt voldoende hoever men hier al heeft afc rekond met het Christendom. De vaag heid bereikt zoo haar eind; ongemerkt hel- 'ion de menschen die meenden nog iets tc ezitten, alles verloren. Zij dachten met vaagheid klaar te komen, maar het geloof is -geen vaag gevoel doch echte werkelijk heid. En zooals het in de gedachte is, zoo ls het in de praetijk. Het geloof vraagt be- le\ hig in duidelijke daden en niet in dub belzinnige handelingen en knappe knoeie rijon. Het is niet enkel peftm-dragen of met knersen loopen in een processie, maar het moet zoo zijn, dat er van ons gezegd kan wo"don (als van Petrus in den hof): „die we - ook met Hem". Daar is geen Fariseïsme voor noodig. geen thaits op eigen braaf heid; wij behoeven ook niet allen even ge leerd te zijn of welsprekend, maar ieder van on- kan Christus, en dien gekruisd, rustig pi üken in alle echtheid voor de menschen ro. lom ons, door te leven als werkelijke led o van zijn geheimzinnig lichaam, dat de Kp k is. is geen beter middel om de wereld ie o\ tuigen van ons vast geloof aan de echt- Ju- I van de evangelische woorden: „En zij kruisigden Ilem". Want wij zullen, levend Jn de -voortdurende gedachte daaraan, veel Het onderzoek naar een meer economische wijze van vervaardiging, levering en verstrekking. HET VERSLAG DER KLEEDING- COMMISSIE. Verschenen is het verslag der Kleedingcom- missie, ingesteld bij beschikking van den minis ter van financiën van 11 Juli 1924 met de op dracht: te onderzoeken of een meer economi sche wijze van vervaardiging, levering en ver strekking van Rijkswege van alle uniform- en dienstkleeding mogelijk is, voorts hare aan dacht te wijden aan alle daarmee verband hou dende aangelegenheden. In totaal zijn er 16.333 ambtenaren, aan wie in uitgebreiden en beperkten zin van Rijkswege uniform en/of dienstkleeding wordt verstrekt. Hiervan zijn allen bij de P. en T. 11.820 ambte naren. In totaal bedragen de kosten der kleeding- voorziening 745.426,88, waarvan door inhou dingen 464.597 op de ambtenaren worden ver haald. Aan de Memorie van Toelichting, behoorende bij het ontwerp-Rijkskleedingbesluit wordt het volgende ontleend: Er zijn ongeveer 30 Rijksdiensten, welke tezamen ongeveer 16.000 personen onder hun ressort hebben, die in meerdere of mindere mate van Rijkswege van dienstkleeding worden voorzien. Daarbij zijn er geen twee diensten, welke wat de dlenstkleedlngvonrzienlng betreft, gelijk zijn, met het gevolg, dat de ambtenaren van verschillende diensten geheel verschillend worden behandeld, ook wat hun flnancieele be langen betreft. Bovendient hebben sommige diensten de neiging, de te verstrekken dienst kleeding steeds uit te breiden. Teneinde in dezen toestand regelmaat te scheppen en de aldus verkregen orde ook in dë toekomst in stand te doen blijven, stelt de commissie voor in een Kon. Besluit: lo. de voornaamste grondslagen van de dienstkleedingvoorziening vast te leggen; 2o. een permanente Rijkskleedingcommissie in te stellen, die op de naleving van het K. B. toezicht houdt; 3e een Rijksldeedingbureau in te stellen, dat centraal de aan de dienstkleedingvoorziening verbonden administratie voort, zoomede als uitvoerend orgaan de Rijkskleedingcommissie behulpzaam is in haar taak. Van een en ander is ook een niet onbelang rijk geldelijk voordeel voor het Rijk te ver wachten. Volgens de kleedingconimissie zou-len de totale kosten der kleedingvoorziening kunnen worden geraamd op 875.000, waarvan de amb tenaren 465.000 betalen, zoodat het Rijk er f 410.000 op toelegt. De aauschaffingsfkosten zouden tot ongeveer 600.000 kunnen worden teruggebracht, de besparing voor het Rijk zou dan ongeveer 2 ton per jaar bedragen. Voor het dragen van uniform komen in aan merking: 1. ambtenaren, die een zeker gezag moeten uitoefenen; 2. ambtenaren, die voor het publiek duidelijk kenbaar moeten zijn; 3. ambtenaren voor wie genoemde eischen niet gelden, docih voor wie het dragen van uni formen gewenscht ls ter verhooging van het aanzien van den dienst waartoe zij behooren. Voor de verstrekking van werkkleeding ko men in aanmerking ambtenaren, die zoodanigen arbeid verrichten, dat de aard daarvan dan wel d-e omstandigheden, waaro-nder die arbeid wordt verricht, van de normale burgeirkleeding afwijkende eischen stellen. Onderkleeran 'en schoenen worden niet verstrekt. De commissie heeft het aantal uniformdra- gende ambtenaren niet uitgebreid, behoudens eenige categorieën van ambtenaren der direc te belastingen enz., welke ambtenaren thans dienst doen in burgerkleedtng. De inhouding op de salarissen behoort bij K. B. te geschieden. De nieuw Ingestelde Rijkskleedingcommissie i3 bestemd ervoor te waken, dat de eenmaal verworven voordeelen van de centralisatie en normalisatie bewaard blijven. De commissie heeft om veoiscihiiilil-emde redenen vastgehouden aan de samenstelling der stof fen uit zuivere wol en aan de vrij algemeen ge bruikelijke donkerblauwe kleur van het lakeu. Als pet is gekozen de nieuw model marine-pet. Voor de gewone uniformjas is de tuniek geko zen, voor hen, die op vaartuigen of bij da wa terwegen hun dienst verrichten, de colbert. Omtrent aanschaffing van grondstoffen en confectie beveelt de commissie aan „centrali satie van het snijden der uniformen. Uitgifte van de confectie aan particulieren, behoudens voorkeur voor gevangenisarbeid". Het maatnemen, het snijden, bijrichten, even tueel passen, afleveren geheel voor confectie gereed aan de confectionneurs, terugontvangst der gereed gemaakte uniformen, keuren, distri butie aan de diensten zou geheel aan den ge- vangeulsarbsid kunnen komen. In het slot van haar verslag merkt de com missie op, dat een volledige doorvoering van al haar voorstellen eenige jaren zal vorderen en deze invoering geleidelijk zal dienen plaats te vinden. Een ongeluk met doodelijk gevo.g Op den straatweg tusschen Marsum en Beetgum ls de 22-jarige motorrijder W. B. van Marsum iu volle vaart tegen een boom op den wieg gereden. B. werd met een schedel breuk opgenomen eu U korten tijd daarna overleden. W. F, C. MARGADANT. f Op 62-jarigen leeftijd is Donderdag te 'e-Gra- venhage overleden de heer W. F. C. Margadant laatstelijk notaris te Palemibang en daarvoor chef van Pandel und Stiehaue Nachfolger han delskantoor te Weltevreden. heter beseffen wat eigenlijk de bedoeling van het leven is. En hoe beter wij dat be grijpen, hoe vruchtbaarder het zal zijn. DE ALGEMEENE TOESTAND WAS NIET ONGUNSTIG De economische en sociale Kroniek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, welke zoo wel Nederland en de Overzeesche Gewesten als bet buitenland behandelt, begint, voor zoo-veel Nederland betreft, met een overzicht van den algemeenen toestand over 1928. DE WERKLOOSHEID was in ons land voor alle bedrijfsgroepen lager dan in 1927, yoor enkele, zooals voor de dia mant-, metaal- en de tabaksindustrie, zelfs be langrijk lager. Gedurende het gëlieelo jaar werden acties voor loonsverhooging gevoerd; het niet overgroote aantal stakingen had ook ongeveer een derde gedeelte loonsverhooging tot doel. Hoewel hier en daar wel resultaten door de arbeiders werden verkregen, zijn over het geheel de arbeldersvoorwaarden in het afgeloopen jaar weinig veranderd. De kosten van levensonderhoud waren vergelirfken bij 1927 Iets hooger. Uit een aantal gegevens over VOORTBRENGING EN VERBRUIK blijkt o.a., dat voor 1928 zoowel voor den land bouw, de visscherij en den mijnbouw als voor een aantal takken van Industrie de productie bijna steeds grooter was dan in 1927 en In som mige opzichten, b. v. voor steenkolen, elec- triischen stroom hooger dan ooit te voren. De handelsbeweging In 1928 overtrof haar gewicht en waarde die van het voorafgaande Jaar. Het invoersaldo, is evenwel 48 millioen gulden hoo ger geworden. De toeneming van den uitvoer was vooral te danken aan den vermeerderden uitvoer van fabrikaten, met uitzondering van de voedings middelen en dirankeu, waarvan de uitvoer afnam. Aan de vermeerdering van den Invoer hadden de grondstoffen en halffabrikaten van de nijverheid een belangrijk aandeel. ,De uitkomsten van den goederenhandel loopen in 1928 zeer uiteen. Minder gunstig was over het algemeein het verloop der markten voor rubber, rijst, suiker, tabak, cacao, copra en dierlijke vetten. De handel in tuinbouwproduc ten en eveneens die in geïmporteerde versche en gedroogde vruchten, specerijen, coca, kapok, vlas, ruwe batoen en plantaardige oliën had over het algemeen een min of meer bevredi gend verloop. Voor den theehandel bracht 1928 verbetering, de koffiemarkt was onzeker. On danks de dalende graanprijzen nam de betee- kenis van de tarwemarkt wellicht nog toe. Over het algemeen bleef in vergelijking met 1927 het algemeen prijsniveau van den groot handel onveranderd. In DE VRACHTVAART kwam in 't tweede deel van 1928 eenige ver betering, Van de lijnbedrijven konden die op Ncdevilandach-IndJe en Groot Brittannië op een bevredigend verkeer wijzen. Het verroer over de Nederlandsche havens ondervond ln toene mende mate den nadeeligen invloed van de tarievenpolitiek der Duitsche Rijksspoorwegen. De cijfers betreffende het havenverkeer en het aantal binnengekomen schepen In de voor naamste haven doen zien, dat de Amsterdam- sche havens zich in 1928 door opbloei geken merkt heeft in tegenstelling met de Maasha vens, waai- zich eenige teruggang voordeed. De Rijnvaart was minder levendig. De binnen scheepvaart vertoonde over het algemeen tee kenen van geleidelijke toeneming en opleving, hoewel nog steeds de ongunstige invloed onder vonden werd van het teveel aan scheepsruimte, grootendeels een gevolg van de sterke toene ming van het aantal motorvaartuigen. DE GELDMARKT bleef in het afgeloopen jaar nog ruim. De be schikbare middelen verminderden wel eenigs- zins, maar toe hl neztoorg! -etaoslhrdleeeeee zins, maar toch niet zoo sterk als de einde 1928 ste<k oploopende geldkoersen zouden doen vermoeden. De emisslemarkt was zeer levendig. DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN. Gekozen verklaarde candidaten. Uit de indertijd door ons gepubliceerde ver- zamellijsten van de aanwijzigingen als candi- daat voor de Tweede Kamer, door het Partij bestuur vastgesteld, bleek reeds dat voor de kwaliteitszetels 11 candidaten hij enkele can- didaatstelling voor een vaste plaats waren ge kozen en wel Mgr. Nolens, prof. Aalberse, Su- ring, van Vuuren, Kuiper, Jhr. Ruys de Boe renbrouck, mr. van Schaik, ir. Feber, Locke- feer, dr. Deckers en Fleskens. Ditzelfde was het geval met de plaatsver vangers van Beek (landbouw), Keestra (finan ciën) Steinmetz (arbeidszaken) en dr. Vrien3 (koloniën). De heer Kuiper kwam als deskundige voor arbeidszaken, behalve in de groep der groote steden, in die kwaliteit nog voor op de lijsten Tilburg, groep LeidenDordrechtFriesland— Groningen en Limburg. Naar wij vernemen, heeft, nu de heer Kuiper in de groote stedengroep gekozen verklaard is, het Partijbestuur beslist, dat zijn naam op do andere groepen komt te vervallen. Het gevolg hiervan is, dat nu ook bij enkele candidaat- stelling als kamercandidaat zijn aangewezen de heeren Hermans jfLlmburg), Loerakker (groep LeidenDordrechtFrieslandGroningen)©n v. d. Meys (Tilburg). En als plaatsvervanger de heeren Maenen (Limburg) en Valkenburg (Tilburg) GESTRAFTE SNOEVERIJ. R'evolver in beslag genomen. De politie te Sappenneer hoorde den 29- jarigen weduwnaar v. d. L. in een cafétje, naaT aanleiding van het drama te Grootegast, erover opsnijden, dat ook hij een revolver had, die hij desnoods tegen de politie zou trekken. Bij een later ingesteld onderzoek te zijnen huize kwam werkelijk een revolver met 13 scherpe patronen voor den dag, die ln beslag werden genomen. Voor personen in dienst van het Nijverheidsonderwijs, EEN WETSONTWERP BIJ DE TWEEDE KAMER INGEDIEND, Bij de Tweede Kamer is. een wetsontwerp in gediend tot wijziging van enkele artikelen der Pensioenwet 1922 en van artikel LXXXIV der wet van 28 Mei 1925. De regeering stelt voor aan het stelsel in art. 4 eerste lid, onder e der Pensioenwet be lichaamd, uitbreiding te geven in dien zin, dat daaronder zullen vallen alle personen in dienst van ingevolge de Nijverheidsonderwijswet door het Rijk gesubsidieerde Instellingen en veree- nigingen, wier scholen of cursussen voldoen aan de voorwaarden, krachtens deze wet voor ihat genieten van subsidie gesteld Verder wordt voorgesteld, om de kindertoe lage bij toepassing van art 67 buiten beschou wing te laten Een andere wijziging geeft ambtenaren, die zich destijds voor hun na te laten betrekkingen aan de werking der Pensioenwet hebben ont trokken, gelegenheid om hun daartoe strek, kende verklaring te herroepen UIT HET REEDERIJBEDRIJF Staking te Amsterdam Gistar ts bij van der Schuijt'-s stoomboot- reederij te Amsterdam staking uitgebroken. Reeds van 6 Januari af worden onderhan delingen gevoerd tusschen de directie en de transportarbeidersfederatie over een loonkwes- tie. Tenslotte is door de federatie een ultima tum gesteld om antwoord in deze kwestie. Er is van de zijde der directie geen antwoord ge geven en daarom is gistermorgen 't werk op de schepen neergelegd. De staking omvat op bet oogenblik 45 k 50 man. Het getal breidt zich langzamerhand uit, naarmate de schepen binnenkomen. Van werkgeverszijde deelt men aan het „Hbld." het volgende mede omtrent de staking bij v. d. Scliuyt's Stoombootreederij te Amster dam: Zoowel de Centrale Bond als de Christ, en R. K. organisaties van transportarbeiders sanc- tionneeren deze staking niet. Het varend per soneel neemt aan de door de „Federatie" op touw gezette „wilde" staking, welke zich be perkt tot een twintig man, van wie de meesten losse werkkrachten, dan ook niet deel. De noodige politiemaatregelen zijn getroffen om het werk gewoon te doen doorgaan enz.; verder heeft men een ploeg arbeiders uit Rot terdam doen overkomen. De goederendienst van de reederij vindt zoo normaal plaats en op geen der andere stations zijn onregelmatighe den voorgevallen. Wat de „Federatie" en haar eischen aan gaat: deze wordt op grond van opgedane er varingen niet erkend als partij, met welke het voeren van onderhandelingen over arbeidsvoor waarden mogelijk is. Dit standpunt wordt ook ingenomen o.a. door de Vereeniging van Werk gevers in de Binnenvaart. UIT DE SIGARENINDUSTRIE. Producticuitbreiding te Eindhoven De Forum Sigarenfabrieken N.V. B. van der Tak Co., gevestigd te 's Gravenhage en Eind hoven hebben reeds geruimen tijd uitgezien naar een gelegenheid om uitbreiding aan hare productie te geven. Aangezien het reeds uit de onderhandelingen met de Warfdiedenorganisaties duidelijk was geworden, dat er ln afzienbaren tijd niet op te rekenen is, dat er een gelijkstelling van de .plaatsklassen zal plaats vinden en men in de gelegenlheld was om aan het gebouwencomplex in den Haag een andere bestemming te geven, heeft men thans de hand weten te leggen op een bijzonder geschikt en groot fabriekspand in CulemboTg, dat ln de 3e plaatsklasse is in gedeeld. Het bestaande bedrijf in Eindhoven zal o,p denzelfden voet worden voortgezet. „De plaatsing wel zeer aan den bedenkelijken kant" VAN EEN TEKORTKOMING ZOU GEEN SPRAKE ZIJN Qp de vragen van den heer L. L. H. do Visser betreffende de opsluiting van een tien- jarigen jongen in-het huis van bewaring to Almelo -heeft' de heer Donn-er, Minister ran Justitie o.m. het volgende geantwoord: Inderdaadis iu Februari 1928 een tien jarige jongen, d.ie zioli aan een reeks vau winkeldiefstallen had schuldig gemaakt en in een ongunstig milieu verkeerde, in de vrauwanafdeeling van het huis van bewaring te Almelo gedurende zes dagen ln voor arrest gehouden. Uit de verstrekte gegevens is hem gebleken, dat het voornoemde een uitzonderingsgeval geweest is. In het algemeen acht de ondergeteekenda verblijf van strafrechtelijk minderjarigen in een huis van bewaring niet gelukkig en tracht hij zulks, voor zoover hij daarover te beslissen heeft, zooveel mogelijk te be perken. De absolute uitspraak echter, dat zoo iets onder geen enkele omstandigheid geoorloofd behoort te zijn. kan slechts worden onderschreven door wie deze zaak louter theoretisch beziet, met veronachtzaming der werkelijkheid. Elk geval behoort op zich zelf beoordeeld te worden, waarbij rekening is to houden met alle terzake van belang zijnde omstandigheden. Uiteraard ls daarbij de leeftijd van veel beteekenis en; onder dat gezichtspunt be schouwd, is, hoe gunstig met het oog op de gesteldheid van het nieuwe huls van be waring te Almelo de omstandigheden ln ander opzicht waren, de onderhavige plaat sing inderdaad wel zeer aan den bedenkelijkea kant. Trouwens de rechterlijke autoriteiten hebben dit zelf gevoeld en zijn dan ook aan stands met de secretaresse van den Voogdij raad over een andere plaatsing in overleg getreden; dat dit echter eerst na zes dagen tot beëindiging heeft geleld, valt te betreuren, doch ls wellicht hieraan te wijten, dat men is gaan zoeken naar een zoogenaamd „obser vatiegezin" en daarbij heeft voorbijgezien, dat het naaste doel, de tijdelijke onderbren ging van den jongen, op eenvoudiger wijze ware te bereiken. Op rechterlijke bevelen tot insluiting in een huis van bewaring, gelijk het hier betrof, komt den ondergeteekende geen Invloed toe. Een dwingend wettelijk voorschrift, strekkend tot een absoluut verbod ten aanzien van plaatsing van minderjarigen In een hulj van bewaring kan door hem niet worden bevorderd. Wat betreft de tot den ondergeteekende gerichte vraag, of het hem bekend ls, waarom de rechter, die hiervoor verantwoordelijk ls, niet ter verantwoording is geroepen, kan de ondergeteekende te dezen aanzien, niet met zekerheid zich uitspreken, doch wel met een aan zekerheid grenzende, waarschijnlijkheid, en dan ln dezer voege: omdat van een der tekortkomingen, in de wet genoemd, in casu geen sprake is geweest. DE DOODSLAG IN HET WOONWAGENKAMP De verdachte naar het Huis van Bewaring De verdachte van den doodslag op vrouw W. in het woonwagenkamp te Horst, de 21-jarige M. E., is naar het Huis van Bewaring te Roermond overgebracht en ter beschikking van de Justitie gesteld. Hooger beroep van beide partijen In de bekende moordzaak te Waterland- kerkje hebben de verdachte en de officier van Justitie hooger beroep aangetee-kend. Zooals men zich herinnert werd J. de R. veroordeeld tot twaalf jaar gevangenlssti af wegens het met een scheermes vermoorden van de 18-jarige A. H„ wier lijk hij in een sloot zou hebben geworpen. LIJK AANGESPOELD Te Westkapelle is een lijk aangespoeld, ver moedelijk van een schippersvrouw. DE MODERNE MOTOR-ZAND-BLA AS-INSTALLATIE. Hef blikken van scheepshuiden in de havens gaat meer en meer overbodig wenk worden voor de arbeiders, nu de moderne zand- blaas-inata,Uatie ook voor dit dooleinde in gebruik is gekomen, waardoor het werk vee* vlugger en goedkooper zal kunnen gebeuren dan vroeger. Het hoofd van den man, die zu een installatie bedient, is verdwenen in een tot over de schouders afhangende kap, waarin ter hoogte van de oogen een langwerpig „venster" is aangebracht. In zn handen heeit da man een slang, waarvan het uiteinde uit een ijzeren buisje bestaat, Waaruit met enoime kracht een fijne zandstraal tegen de huid van bet te bewerken schip spuit. Onze foto aa een en ander duidelijk zien.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5