FEUILLETON VERDERFELIJKE BANDEN. DE BEHANDELING DER WATERSTAATBEGROOTING DONDERDAG 11 APR L 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 2 DE MINISTER AAN HET WOORD CRITIEKE TOESTAND TE ZAANDAM EEN WAARSCHUWING VAN DEN- KANTONRECHTER EERSTE KAMER EE SPOOR- EN TRAMWEGEN EN DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN Al zal de naam van minister v. d. Vegte, zooais hij zelf toegaf, later in de geschiedenis niet genoemd worden, als die van* een be windsman, die groote werken op waterstaat kundig, gebied heeft tot stand gebracht, in de parlementaire geschiedenis krijgt hij zeker een plaats. Als handig debater en als minister die eenige jaren het parlement met beloften wist te paaien zal hij niet vergeten worden. Zijn rede ter beantwoording van de tien sprekers, die het woord hadden gevoerd, heeft hij niet kunnen beëindigen, want het was vijf uur en dan eindigt hier de zitting, merkte de voorzitter op. Dat men hem steeds lastig valt met de opmerking, dat hij geen grapjes moet verknopen, begon den minister te vervelen en daarom zon hij nu maar eens spreken langs de droge lijn, wat op zich zelf toch weer een grapje was. Het kan niet ontkend worden, dat de minis ter zich tegenover de aanvallen van de socia listische sprekers, die vooral vroegen om sociale maatregelen, krachtig verdedigd heeft, maar. omgekeerd heeft hij zich, de onbewaakte overwegen mogelijk uitgesloten, van het zake lijk gedeelte afgemaakt door er wat om heen te praten. Het standpunt waarop hij zich hfer stelde, dat het kabinet niet de taak heeft maar geld uit te geven, waar het gevraagd wordt, doch den financieelen toestand te handhaven, mag in het algemeen juist zijn, voor tal van gevallen gaat het echter niet op. Raak was het antwoord van den minister aan dé socialisten, die gezegd hadden, dat zij hoopten hem het volgende zittingsjaar niet meer te zien. Als dat zoo is, waarom uit men dan alle mogelijke verlangens, die hij toch niet vervullen kan. Zijn antwoord zal ongetwijfeld repliek uitlokken. Van achterlijkheid op sociaal gebied is noch bij het spoor-, noch hij het mijnwezen sprake. De personeelraad en de con tactcommissie moeten tot ontwikkeling worden gebracht en door een benoeming tot commis saris van de Staatsspoorwegen van een leider der vakbeweging bereikt men niets. De regee- ~jng kan daar trouwens niet toe overgaan, «pant over dezen vertegenwoordiger zou zij niets te zeggen hebben en dan zou. zij haar meerderheid in den raad van commissarissen kwijt zijn. Het gevaar van het noemen van cijfers in het debat bleek ook nu weder. De heer Molt- maker had er Dinsdag veie genoemd om aan te toonen, dat de Rotterdamsche Tramweg maatschappij 13 millioen van de regeering had gehad. Hoe hij aan die cijfers kwam wist de minister niet, vermoedelijk beschikte deze roode organisatie over een inlichtingendienst. Twee van die cijfers, die de minister er nit had DAGWINKELS IN SCHEVENINGEN De toestand ernstig geacht Een aantal eigenaars van winkelpanden, ge legen aan de Prins Willemstraat te Schieveniu- gen, heeft zioh met een adres tot Ged. Staten van Zuid-Holland gewend. Zij vragen vernietiging van het besluit van den gemeenteraad betreffende verhuring van een klein perceel gemeentegrond aan den nieu wen verkeersweg te Sehevenimgen, ter bebou wing met z.g. dagwinkels door de N.V. Genua Aestihetiea. Zij oordeelen den toestand van den win keliersstand te Sebeveningen zoo ernstig, dait (het hun verbaast, hoe de gemeenteraad vesti ging van meer winkels door een dergelijk be sluit bevorderen kan. Voorts achten zij in der gelijke gevallen openbare verhuring noodzake lijk, hetgeen hier niet is geschied. MIJNONGELUK. In de mijn „Willem Sophia" te Spekholzer- helde, werd de hulpopzichter Wijnen onder af vallend gesteente bedolven. Met een beenbreuk en zware verwondingen aan hoofd en rug, werd bij naar het ziekenhuis gebracht. genomen, waren onjuist. Deze subsidies waren niet verleend. Ze waren wel aangevraagd, maar geweigerd en nu sommeerde hij den voorzitteT vande Neder L Vereen iging van Spoor- en Tramwegpersoneel dit te herroepen. Ook zijn eisch tot herstel van het contact tusschen de vakvereenigingen en de R.T.M. kwam in een eigenaardig daglicht te staan. De heer Moltmaker stelde den kapitalistischen eisch: „ge hebt het geld gegeven en nu moet het bestuur ook naar uw pijpen dansen". Het bleek nu dat de minister voor veertien dagen na langdurige onderhandelingen er in geslaagd was het contact te herstellen, zooals het vroe ger geweest was, maar nu weigert de vak- vereeniging, omdat ze meer eischt. Ook thans sommeerde de minister de brieven daarover te publiceeren; anders zou hij het wei doen. De motie-de Muralt over de onbewaakte over wegen is door den minister zoodanig bestre den, dat, zoo ze niet wordt ingetrokken, er niet veel leden voor zullen stemmen. Het rap port van de commissie, die het vraagstuk van de onbewaakte overwegen onderzocht ie ter perse en zal vermoedelijk over veertien dagen verschijnen. Zonder kennis te hebben genomen van dat rapport, kan de Kamer nu toch geen beslissing nemen. Het beroep van den beer de Muralt op Dultschlanid was verouderd. Merkwaardig was dat 't onderzoek van de commissie uitl gewezen had, dat de meeste ongelukken juist plaats hebben op de locale lijntjes en dat een ongeluk hij een onbewaakten spoorwegovergang op een hoofdlijn zelden voorkomt. De minister maakte het overigens wel wat heel erg toen hij de onbewaakte overwegen promoveerde tot een soort opvoedingssysteem voor de chauf feurs. Een op zich zelf heel belangrijke rede voering heeft de heer v. d. Lande gehouden over de Zeeuwsche wateren, alhoewel we mee- nen, dat deze beschouwingen meer thuis hoor den bij de begrooting van Buitenlandsche Zaken. Een vraagstuk, dat ook niet aan de orde was werd behandeld door den heer Koster, toen deze uitvoerig sprak over de verbinding AmsterdamRijn. De Amsterdamsche Raad hoeft zich nu eenmaal verklaard voor het kanaal door do Geldersche vallei. De minister zal dit ontwerp Indienen, maar nu begint de Eerste Kamer al met de bestrijding en eischt, dat eerst het plan van den heer Mussert weer onderzocht zal worden. Het Is niet te ver wachten, dat de minister aan het verzoek gevolg zal geven. De waterstaatsbegrooting zal nog wel een paar uurtjes vragen voor de Kamer er mee klaar is. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In „Stcrt." 69 wordt medeggdeeild eene op gave van het aantal aanegeven gevallen van besmettelij'ke ziekten, over de week van 31 Maart tot en met 6 April 1929. In deze week werd afgeleverd: door de ent- stofinrichting te Amsterdam koepokstof voor 3538 personen, te Rotterdam voor 288 perso nen, te Groningen voor 1228 personen, totaal voor 5054 personen. In de maanden Maart van 192S en 1929 wer den de volgende hoeveelheden koeipokstof door de drie inrichtingen verstrektMaart 1928: Amsterdam 21.039 personen, Rotterdam 3476 personen, Groningen 3874 personen, totaal voor 28.389 personen; Maart 1929: Amsterdam 13945 personen, Rotterdam 2004 personen, Gro ningen 1971 personen, totaal voor 17920 per sonen. In de week van 31 Maart tot en met 6 April 1929 werden drie gevallen van encephalitis na inenting ter kennis van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid gebracht. Een nader on derzoek naar deze gevallen wordt Ingesteld. AUDIËNTIE. De gewone audiëntie van den minister van Financiën zal op Maandag den 15en April a.s. niet plaats hebben. DE COMMISSARIS VAN POLITIE GEMOLESTEERD Er werd ruim baan gemaakt met de blanke sabels EEN OPWEKKING OM HET HOOFD KOEL EN DE HANDEN IN DEN ZAK TE HOUDEN. Gisterenavond was het te Zaandam hij het eindigen van den werktijd en het naar hui3 brengen van de werkwilligen weer buitenge woon druk in den omtrek van de fabrieken en bouwwerken, alsmede in de omgeving van de woningen der werkwilligen. Behalve een aantal stakers en met hen sympathiseerenden stellen zich dan een veel grooter aantal nieuwsgieri gen op, die komen in de verwachting van iets bijzonders, het liefst relletjes. Dit verzwaart de taak van de politie ten zeerste. In de Krugersitraat is het thans tot een ern stige botsing gekomen. Toen een werkwillige door de politie thuis gebracht was, wat eiken avond geschiedt onder de persoonlijke leiding van den commissaris, den heer S. van der Laan en terwijl deze met een agent den werkwil lige tot de deur van zijn woning geleidde, drong plotseling het publiek op den auto in, waarin nog twee werkwilligen zaten. De commissaris, gelastte daarop de menigte zich te verwijderen, wijl anders geweld zou worden gebruikt. Een der stakers, de 27-jarige B. verzette zich hiertegen. Toen de commissaris, die zijn ambtslint met de penning droeg, hem achter uit duwde waarbij B. over een flets kwam te vallen, liep deze op den commissaris toe en gaf hem een trap tegen het been, waarna hij hem om den nek beet pakte, zijn strik afrukte en zijn ambtslint door midden scheurde. Het gevolg was, dat de commissaris met zijn aanvallers over de straat kwam te rollen. De commissaris heeft toen de agenten ge last met de blanke sabel ruim baan' te maken, waarbij eenige klappen werden uitgedeeld, zonder dat evenwel Iemand werd verwond. De staker B. werd terstond gearresteerd en met den politieauto naar het hoofdbureau gebracht. Tegen twee andere personen werd proces verbaal opgemaakt wegens beleediging van een agent van politie. Zoowel de stakingsleiding als de commis saris van politie, die bij bet incident zijn kalmte geen oogenblik verlooT, betreuren het voorgevallene. Nader meldt men ons, dat door de staikings leiding in verband met dit incident is be sloten, hedenmorgen een algemeene spoed vergadering te houden om de stakers op het hart te binden het hoofd koel te honden en te strijden met „de handen in den zak". De besturen der vier samenwerkende organi saties hebben besloten dat ook de ongeorgani seerden zuilen worden gesteund. Bij de openbare strafzitting van gisterenmor gen heeft de kantonrechter te Zaandam, mr. H. O. Hooft Hasselaar naar het ,,Hhld." meldt, een nadrukkelijke verklaring ter kennis van het publiek gebracht. Deze luidt: „Zender in het minst te treden in een beoor deeling van de staking als zoodanig, waarmede ik geen andere aanraking zal krijgen dan ver moedelijk door eenige processen-verbaal wegens het plegen van baldadigheid met velgen van werkwilligen of anderszins, zal ik, wanneer die mochten komen, met groote gestrengheid op treden en wensch ik hier een ernstige aanma ning, ter voorkoming van moedwillige orde verstoring te doen hooren. Vooral tegenover zich op straat bevindende werkwilligen geldt allereerst het recht, dat de straat voor iedereen vrij is Dat recht wil ik geeerbiedigd zien en alle bevelen van de politie te dien opzichte dienen onmddellijk en volledig opgevolgd te worden. Met ernst en klem van betoog wees de kan tonrechter erop, dat het in dagen als deze zaak is het hoofd koel te houden en zich niet dooT opruiende leiders tot wanordelijkheden te laten meesleepen. HET CONFLICT TE LEERDAM Een geestdriftige stemming In den stand van het conflict bij de firma VarsseveM tie Leerdam is nog geen verandering gekomen. Tijdens het stempelen gistermorgen was de stemming onder de stakers geestdrif tig. UIT HET HARINGPAKKERS- EN KUIPERSBEDRIJF Het conflict te Vlaardingen „TEGEN ELK STREVEN NAAR PERSOONLIJKE OVEREENKOMSTEN" Door de besturen van den R. K. Bond van Transportarbeiders en den Centralen Bond van Transportarbeiders te Vlaardingen is een goed bezochte vergadering gehouden voor arbeiders, werkzaam in het Haringpiakkersbedrijf, waarin na uitvoerige uiteenzettingen de volgende mo tie met algemeene stemmen en onder applaus werd aangenomen. „De vergadering van arbeiders, werkzaam in het haringpakkers- en kuipersbedrijf, hij een onder leiding van den R. K. Bond van Transportarbeiders en vian den Central en Bond van Transportarbeiders"; kennis nemende van het feit, dat enkele patroons, ondanks de bereikte overeenstem ming tusschen werkgevers- en werknemers organisaties, hun arbeiders dwingen, een persoonlijk contract te teekenen, waarvan de inhoud en de strekking, benevens de ge volgen geheel indruiechen tegen den geest der verkregen overeenstemming en de collec tieve overeenkomst, keurt deze daad ten sterkste af en roept alle arbeiders op. in geen enkele omstandigheid een persoonlijk contract te teekenen en draagt de organisa- tiebesturen op, met kracht tegen elk streven naar persoonlijke overeenkomsten o-p te ko men en besluit deze motie te publiceeren." De vergadering stond onder leiding van den heer N. Lens, voorzitter van den R. K. Bond „St. BoniPaoius", terwijl het woord werd ge voerd door de heeren H. v. Dugiteren, hoofd bestuurder van den Centralen Bond en J. Hoo- gerwerf, voorzitter van de afd. Vlaardingen van dezen bond. DE WERKLOOZENRELLETJES TE ZWOLLE De laatste acte Gisteren speelde zich in de rechtzaal te Zwolle de slotacte af van de werkloozenrelletjes aldaar. Twee beklaagden moesten terecht staan voor de enkelvoudige kamer van de rechtbank te Zwolle, n.l. J. de J., wegens mishandeling van den agent Th. Padberg en H. J. van S. wegens wederspannigheid. De beklaagden wer den bijgestaan door mr. de Jonge uit Amster dam. De officier eischte tegen den eersten beklaag de 3 maanden gevangenisstraf en tegen den tweeden 6 weken. Uitspraak volgende week Dinsdag. „STRUIKROOVERIJ" IN DEN HAAG. Brutaal en gevaarlijk bedrijf In hooger beroep hebben gisteren voor het Haagsch Gerechtshof terecht gestaan T. de Z. en J. C. K., kooplieden in den Haag, dio door de Haagsche Rechtbank veroordeeld zijn tot 2 en 3 jaar gevangenisstraf, terzake van po ging tot diefstal, voorafgegaan door of verge zeld van geweld tegen den loopknecht J. J. B., door dezen in een pakhuis aan de Van Geen straat binnen te lokken en hem daar, na de deur te hebben dlchtgeworpen, een touw om den hals te werpen en dit aan te trekken. Zoo wel het openbaar ministerie als de verdachten waren in hooger beroep gegaan. Getuige B. vertelde de geheele toedracht van het geval. Verdachte IC. wist, dat getuige veel geld bij zich had en heeft hem meegelokt naar het pakhuis onder voorwendsel, dat hij daar nog eenige bezigheden moest verrichten. Toen getuige binnen was, werd de deur dichtgewor- pen en voelde hij, dat een strop om zijn hals werd geworpen. Hij wist zich echter nog los te rukken en is gevlucht. De aanvaller ach tervolgde hem nog even. Deze persoon kwam in postuur overeen met verdachte de Z. Nadat nog eenige getuigen waren gehoord, vroeg de advocaat-generaal, mr. Brants, ver nietiging van het vonnis a Quo en veroordee ling van beide verdachten tot 4 jaar gevange nisstraf. Spr, meende, dat het bewijs door de verschillende aanwijzingen voldoende was ge leverd en achtte een dergelijke „struikroovcrij" in een stad als den Haag een buitengewoon brutaal en gevaarlijk misdrijf. Een verzoek tot onmiddellijke invrijheidstel ling werd door het Hof afgewezen. Uitspraak 24 dezer. UIT DE PAPIERINDUSTRIE Een conflict te Vecndam? DIRECTIE EN PERSONEEL ZIJN HET NIET EENS. Aan de Papierfabriek „De Phoenix" te Veen- daan dreigt een conflict met het personeel. Het collectief contract loopt namelijk ten einde en het personeel heeft thans door middel der organisaties loonsverhooging geëdsdM. Ook wordt gevraagd niet meer op het loon te korten als de arbeiders dein pensioengerech tigden leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. De directie is volgens „De Courant" van oordeel, dat er niets behoeft te worden ver beterd, dat de loonen zeer gunstig afsteken bij die in andere bedrijven en dat er eigenlijk sprake moest zijn van loonsverlaging. UIT DE TEXTIELINDUSTRIE 0 1 In Twente nog geen overeenstemming f tusschen de partijen 1 In de te Hengelo gehouden conferentie van de bestudeering der vier Twenitsehe Textiel- fabrffcantenvereemigingen en de hoofdbesturen van de Textielarbeidersbonden „St. Lambertus" en „Unitas", waarin geconfereerd werd over vacantie en verbetering van arbeidsvoorwaar. dan, is geen overeenstemming bereikt. De werkgevers stellen zich op lxet standpunt dat de kwestie van betaalde vaoantaedagen geregeld dient te zijn alvorens besprekingen gevoerd kunnen worden over de andere, door de Christelijke organisaties ingediende pun ten. Ten opzichte van de vacant!es werd door de werkgevers het volgende voorstel gedaan: de fabrikanten geven drie of vier vaoantiedagen per jaar met bSioud van loon. De arbeiders organisaties verbinden zioh, dat In het jaar waarin de vacantie genoten wordt met het volle personeel zal worden overgewerkt, tegen het gewone loon tot hetzelfde aantal uren ala door de vacantie verloren is gegaan, tenzij de betrokken Werkgevers dit geheel of gedeelte lijk niet noodig mochten oordeelen. Van de zijde der arbeidersorganisaties werd uitdrukkelijk vastgesteld, dat het onuoodig 13 dit voorstel aan de leden ter beslissing voor to leggen, doch de hoofdbesturen zullen ln eigen kring zich nader beraden over de aan te ne men houding. DE VEILIGHEID DER MIJNWERKERS Herziening van het reglement nog steeds l gewenscht geacht Het besluit van den Minister van Water staat om ten deele aan den in en buiten heit Parlement* uitgeoefende® aandrang tegemoet ta komen en voorloopig maatregelen te zullen overwegen tot herziening van de bepalingen omtrent veiligheid van de ondergrondsdhe wer kers in de mijnen maak/te een punt van bei. spreking uit in de hoofdbestuursvergadering van den Ned. Mijnwerkersbond. Hoewel het hoofdbestuur erkende dat het besluit van den minister een stap in de goede richting is en voornamelijk als een gevolg kan worden beschouwd van een namens den Alg, Ned. Mijnwerkersbond in een rapport samen gevatte en bij de regeering ingediende critisohe beschouwing over de ramp in de staatsmijn Hen da-ik, meende het hoofdbestuur toch, dat het besluit van den minister geen voldoende bevrediging kan schenken. De veiligheid in de mijnen is immers niet alleen afhankelijk van de min of meer doelmatige veiligheidsvoor schriften, doch houdt mede nauw verband met de productiemethoden en de rechtspositie van den arbeider en ambtenaar. Het hoofdbestuur is van oordeel ten sterkste te moeten blijven aandringen op aigeheele herziening van het mijnreglement. Ter bespreking van deze aange legenheid zal het hoofdbestuur op Zondag 28 April een buitengewoon congres te Heerlen bijeenroepen. Voorts werd besloten behoudens goedkeuring van den bondsraad, ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van den bond een vierdaagsch' congres met festiviteiten te houden n.l. van 15 tot en met 18 Augustus. NAAR HET FRANSCH door JEAN THIERY 24) Maar op een morgen telegrafeerde graaf van Kenemburg, alsof het de gewoonste zaak ter wereld gold: Gravin van Renemburg Avenue de Passy, Parijs „Ik wacht je aan boord van het Walhalla te Areahon". WILHELM Hij verwacht je in Arcaehon! Neen maar, dat is een prachtzel! En hij denkt misschien dat dat zóó maar gaat, zonder eenige ophelde ring!... Maar ik, ik wil eerst den noodigen uitleg hebben. Ik heb daar recht op en eisch dat! schreeuwde mijnheer CorneiUe, wit van toorn. Hij voelde in zich een hevigen opstand tegen al hetgeen hij om graaf van Renemburg gele den had. Ik zal je nu eens naar Arcaehon verge zellen die man houdt er manieren op na Blijft u maar rustig hier, vader, ik zal U wel schrijven. Om den drommel niet! liet hij er onmid- iellijk als een onwrikbare beslissing op volgen. Maar na een handige pleitrede van zijn doch ter en na alle vermoeienissen en mogelijke wederwaardigheden van zoo'n groote reis over wogen te hebben, stapte hij eindelijk van zijn blan af. Twee uur later vertrok de jonge gravin naar Arcaehon. En mijnheer en mevrouw Corneille, nu alleen maakten ruzie over niets en over alles, Zoo'n burgeroorlog schijnt niet zeldzaam te zijn bij oud getrouwden Veertien dagen later wachtte mijnheer Cor neille nóg op uitleg. Wel had zij® dochter geschreven, maar alleen om te zeggen dat haar man het goed maakte en het leven aan boord van 't Walhalla een waar genot was. Na de onverklaarbare ziekte van haar man en al het lijden dat zijn lange mysterieuze afwezigheid haar veroorzaakt had, was de gravin overgelukkig hem eindelijk terug te vinden en nog wel, tot haar blijde verrassing, sterker en gezonder. Maar met geen woord gewaagde hij van zijn vreemd, plotseling vertrek na het bezoek aan zijn oom den hertog, verontschuldigde niet eens zijn zwijgen sinds dat oogenblik, hoewel hij toch hegrijpen moest hoezeer Marcelle daaron der had moeten lijden. Wanneer zij nu op 't jacht die teere punten aanraakte, antwoordde hij haar met niets zeg gende uitvluchten. En Marcelle maakt het hem in dat opzicht niet lastig. Wat gaf het eigenlijk of zij alles wist? Zij voelde zich nu weer zoo tevreden, zoo voldaan aan zijn zijde en het leven aan boord van 't Walhalla was in één woord verrukkelijk! Allen waren steeds ln opgewekte stemming. Wilhelm scheen soms zelfs dronken van vreug de. Trachtte hij zich misschien aan 't genot te bedwelmen, om alle onaangenaamheden te ver geten? De gravin had wel reden om zich dat af te vragen, maar zij deed het niet. Zij was geluk kig. De zomer Is prachtig, de zee bijna aanhou dend kalm en de hemel diep blauw. De zeilen klapperen in den wind. De kleuren van 't Wal halla rood, geel en zwart, steken tintelend van leven af tegen het effen blauw van zee en lucht. Eu 's middas en 's avonds onder den helderen sterrenhemel, speelt het oTkest zijn melancholieke melodieën. Bij 't vallen van den avond wordt het jacht verlicht door electrische lampen, zacht glan zende glazen bollen. Zij zaaien dansende schijn sels in het rimpelende water en omgeven het schip met een trillenden lichtkring. Op het strand bewegen zich nog eenige don kere gestalten, het stadsgerucht dringt tot ver over 't water. Een zoeklicht wordt uitgeworpen over zee. Het felle schijnsel ontdekt een schuit, welke door niets haar aanwezigheid verried, 't Is in de stille avonduren aan boord een verpoozing 't land en de zee te bespieden om te zien wat daar gebeurt. De ontdekking van een onbedui dende visscherspink is dan een gebeurtenis. Het gezelschap dat O'Lynnas dit jaar veree- nigd had, was uitgelezen en aangenaam. Wei nig vrouwen en veel mannen. Onder de eerste vielen vooral op een jonge, mooie Italiaansche dame, een nicht van den ontdekkingsreiziger en twee Spaansche, waarvan de een, Pepa, doorging voor de verloofde van Ollero. Deze drie vrouwen kon men dikwijls aantref fen op hun lievelingsplekje op 't wandeldek onder het groote zijden spandoek dat hen tegen de felle zonnestralen beschutte. Iedereen leefde op het schip zooals hem dat behaagde. O'Lynnas was de onvergetelijke gastheer die aan lederen genoodigde de grootst mogelijke vrijheid liet. Vanaf den vroegen morgen was het er bedrijvig op het schip. Sommigen maakten zich gereed om te gaan visschen, anderen haastten zich om aan wal te gaan, den trein te nemen en vrienden of familie te bezoeken Tusschen 't jacht en de kuist voeren kleine gele en zwarte bootjes af en aan. Aan hen die aan boord gebleven waren, werd ee® copieus middagmaal opgediend door bedienden met kleurige uniformen, in een witgelakte zaal door een heerlijke over daad va® groen en bloemen versierd. En de vredige namiddagen werden door de meesten doorgebracht in een zalig luieren op het overschaduwde dek. Dan was de aanblik van het opgesierde, zorgvuldig onderhouden scihip het schitte rendst. Wilhelm leidde hetzelfde leven als de anderen. Hij was nu veel levendiger en be- drijviger dan vroeger en 's morgens bevond hij zich steeds onder de groep die 't eerst het schip verliet. Hij schreef zijn afwezig heid toe aan zijn hartstocht voor het vis schen en jagen en Marcelle misgunde hem die onschuldige voldoeningen niet. Wanneer eindelijk de gouden zonneschijn bij den horizon verzonken was en donkere dampen in de verte opstegen uit zee, dan begon het heen en weer gevaar der kleine booten opnieuw, totdat het geheel donker was. de afwezigen keerden naar 't jacht terug. Maar het kwam Marcelle dan eenigszins vreemd voer de wijze waarop de gasten elkaar op het schip begroetten, 't Was of zij geheimzinnige woorden fluisterden, elkaar soms gelukwenschten en bewonderden, alsof zij een gevaarlijke onderneming met goed succes volbracht hadden. O'Lynnas zelf drukte hen de handen, sprak eenige waardeeretnde woorden, zoodat Mar cello zich afvroeg wat er dan had plaats gegrepen. Vandaag nog niet. Die zin of iets dergelijks ving zij vaak op. Op zekeren avond hoorde zij die woor den ook uit Wilhelm's mond en eenigszins verontrust vroeg ze hem naar uitleg. Toen antwoordde hij met een drift en norschheid, welke haar geheel onverklaard baar schenen: Marcelle, wen toch eens af altijd zulke vragen te stellen, dat is goed voor een onnoozel nieuwsgierig kind! Ik heb daar genoeg van. Ik zei dat, omdat me dat aan stond, of ben ik niet vrij meer te zeggen wat ik wil!..., Jouw rol is rustig op het dek te flaneeren en te genieten zooveel je kunt. maar verlaat het jacht niet. Zoo, is bet mijn rol op het dek ba flaneeren? vroeg ze verontwaardigd. Hij. beet zich op de lippen en veranderde aanstonds van toon. Dat gesprek liet op den bodem van. Marcello's zieil een onverwinbare onrust achter. Ze luisterde voortaan met oplettendheid naar wat er om haar heen gezegd werd en zoo ving zij gezegden op als: En de jachtpartij? Reusachtig!.* Maar voor 't oprapen Wonderbare visch- vangsL.. de netten scheurden, De erfenis van m'n tante?... Ik had de hand maar uit te steken... De gravin vroeg zich af of die uitlatingen, zoo geheimzinnig gezegd met een wrang" blijde stem en vurige oosen, niet een ver* horgen zin hadden. Er veranderde iets in haar. Haar houding wijzigde zich. Zij sprak nog maar weinig, maar sloeg des te meer gade. Op zekeren morgen trof Wilhelm, die den nacht met visschen doorgebracht had, haar bleek en met starende oogen aan ln de ruime hut welke O'Lynnas tot hear beschikt king gesteld had. Had de zeelucht haar zenuwen verstoord? Of had ze vreeselijke dingen ontdekt op 't jacht. (Wordt vervolgd;, j "4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6