FEUILLETON
VERDERFELIJKE
BANDEN.
DE BEHANDELING DER WATERSTAATBEGROOTING
DONDERDAG 11 APR L 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
DE MINISTER AAN HET WOORD
CRITIEKE TOESTAND
TE ZAANDAM
EEN WAARSCHUWING VAN DEN-
KANTONRECHTER
EERSTE KAMER
EE SPOOR- EN TRAMWEGEN EN DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN
Al zal de naam van minister v. d. Vegte,
zooais hij zelf toegaf, later in de geschiedenis
niet genoemd worden, als die van* een be
windsman, die groote werken op waterstaat
kundig, gebied heeft tot stand gebracht, in de
parlementaire geschiedenis krijgt hij zeker een
plaats. Als handig debater en als minister die
eenige jaren het parlement met beloften wist
te paaien zal hij niet vergeten worden.
Zijn rede ter beantwoording van de tien
sprekers, die het woord hadden gevoerd, heeft
hij niet kunnen beëindigen, want het was vijf
uur en dan eindigt hier de zitting, merkte de
voorzitter op. Dat men hem steeds lastig valt
met de opmerking, dat hij geen grapjes moet
verknopen, begon den minister te vervelen en
daarom zon hij nu maar eens spreken langs
de droge lijn, wat op zich zelf toch weer
een grapje was.
Het kan niet ontkend worden, dat de minis
ter zich tegenover de aanvallen van de socia
listische sprekers, die vooral vroegen om
sociale maatregelen, krachtig verdedigd heeft,
maar. omgekeerd heeft hij zich, de onbewaakte
overwegen mogelijk uitgesloten, van het zake
lijk gedeelte afgemaakt door er wat om heen
te praten. Het standpunt waarop hij zich hfer
stelde, dat het kabinet niet de taak heeft maar
geld uit te geven, waar het gevraagd wordt,
doch den financieelen toestand te handhaven,
mag in het algemeen juist zijn, voor tal van
gevallen gaat het echter niet op.
Raak was het antwoord van den minister
aan dé socialisten, die gezegd hadden, dat zij
hoopten hem het volgende zittingsjaar niet
meer te zien. Als dat zoo is, waarom uit men
dan alle mogelijke verlangens, die hij toch niet
vervullen kan. Zijn antwoord zal ongetwijfeld
repliek uitlokken. Van achterlijkheid op sociaal
gebied is noch bij het spoor-, noch hij het
mijnwezen sprake. De personeelraad en de con
tactcommissie moeten tot ontwikkeling worden
gebracht en door een benoeming tot commis
saris van de Staatsspoorwegen van een leider
der vakbeweging bereikt men niets. De regee-
~jng kan daar trouwens niet toe overgaan,
«pant over dezen vertegenwoordiger zou zij
niets te zeggen hebben en dan zou. zij haar
meerderheid in den raad van commissarissen
kwijt zijn.
Het gevaar van het noemen van cijfers in
het debat bleek ook nu weder. De heer Molt-
maker had er Dinsdag veie genoemd om aan
te toonen, dat de Rotterdamsche Tramweg
maatschappij 13 millioen van de regeering had
gehad. Hoe hij aan die cijfers kwam wist de
minister niet, vermoedelijk beschikte deze roode
organisatie over een inlichtingendienst. Twee
van die cijfers, die de minister er nit had
DAGWINKELS IN SCHEVENINGEN
De toestand ernstig geacht
Een aantal eigenaars van winkelpanden, ge
legen aan de Prins Willemstraat te Schieveniu-
gen, heeft zioh met een adres tot Ged. Staten
van Zuid-Holland gewend.
Zij vragen vernietiging van het besluit van
den gemeenteraad betreffende verhuring van
een klein perceel gemeentegrond aan den nieu
wen verkeersweg te Sehevenimgen, ter bebou
wing met z.g. dagwinkels door de N.V. Genua
Aestihetiea.
Zij oordeelen den toestand van den win
keliersstand te Sebeveningen zoo ernstig, dait
(het hun verbaast, hoe de gemeenteraad vesti
ging van meer winkels door een dergelijk be
sluit bevorderen kan. Voorts achten zij in der
gelijke gevallen openbare verhuring noodzake
lijk, hetgeen hier niet is geschied.
MIJNONGELUK.
In de mijn „Willem Sophia" te Spekholzer-
helde, werd de hulpopzichter Wijnen onder af
vallend gesteente bedolven. Met een beenbreuk
en zware verwondingen aan hoofd en rug,
werd bij naar het ziekenhuis gebracht.
genomen, waren onjuist. Deze subsidies waren
niet verleend. Ze waren wel aangevraagd, maar
geweigerd en nu sommeerde hij den voorzitteT
vande Neder L Vereen iging van Spoor- en
Tramwegpersoneel dit te herroepen.
Ook zijn eisch tot herstel van het contact
tusschen de vakvereenigingen en de R.T.M.
kwam in een eigenaardig daglicht te staan. De
heer Moltmaker stelde den kapitalistischen
eisch: „ge hebt het geld gegeven en nu moet
het bestuur ook naar uw pijpen dansen". Het
bleek nu dat de minister voor veertien dagen
na langdurige onderhandelingen er in geslaagd
was het contact te herstellen, zooals het vroe
ger geweest was, maar nu weigert de vak-
vereeniging, omdat ze meer eischt. Ook thans
sommeerde de minister de brieven daarover te
publiceeren; anders zou hij het wei doen.
De motie-de Muralt over de onbewaakte over
wegen is door den minister zoodanig bestre
den, dat, zoo ze niet wordt ingetrokken, er
niet veel leden voor zullen stemmen. Het rap
port van de commissie, die het vraagstuk van
de onbewaakte overwegen onderzocht ie ter
perse en zal vermoedelijk over veertien dagen
verschijnen.
Zonder kennis te hebben genomen van dat
rapport, kan de Kamer nu toch geen beslissing
nemen. Het beroep van den beer de Muralt
op Dultschlanid was verouderd. Merkwaardig
was dat 't onderzoek van de commissie uitl
gewezen had, dat de meeste ongelukken juist
plaats hebben op de locale lijntjes en dat een
ongeluk hij een onbewaakten spoorwegovergang
op een hoofdlijn zelden voorkomt. De minister
maakte het overigens wel wat heel erg toen
hij de onbewaakte overwegen promoveerde tot
een soort opvoedingssysteem voor de chauf
feurs. Een op zich zelf heel belangrijke rede
voering heeft de heer v. d. Lande gehouden
over de Zeeuwsche wateren, alhoewel we mee-
nen, dat deze beschouwingen meer thuis hoor
den bij de begrooting van Buitenlandsche
Zaken.
Een vraagstuk, dat ook niet aan de orde
was werd behandeld door den heer Koster,
toen deze uitvoerig sprak over de verbinding
AmsterdamRijn. De Amsterdamsche Raad
hoeft zich nu eenmaal verklaard voor het
kanaal door do Geldersche vallei. De minister
zal dit ontwerp Indienen, maar nu begint de
Eerste Kamer al met de bestrijding en eischt,
dat eerst het plan van den heer Mussert weer
onderzocht zal worden. Het Is niet te ver
wachten, dat de minister aan het verzoek gevolg
zal geven.
De waterstaatsbegrooting zal nog wel een
paar uurtjes vragen voor de Kamer er mee
klaar is.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In „Stcrt." 69 wordt medeggdeeild eene op
gave van het aantal aanegeven gevallen van
besmettelij'ke ziekten, over de week van 31
Maart tot en met 6 April 1929.
In deze week werd afgeleverd: door de ent-
stofinrichting te Amsterdam koepokstof voor
3538 personen, te Rotterdam voor 288 perso
nen, te Groningen voor 1228 personen, totaal
voor 5054 personen.
In de maanden Maart van 192S en 1929 wer
den de volgende hoeveelheden koeipokstof door
de drie inrichtingen verstrektMaart 1928:
Amsterdam 21.039 personen, Rotterdam 3476
personen, Groningen 3874 personen, totaal
voor 28.389 personen; Maart 1929: Amsterdam
13945 personen, Rotterdam 2004 personen, Gro
ningen 1971 personen, totaal voor 17920 per
sonen.
In de week van 31 Maart tot en met 6 April
1929 werden drie gevallen van encephalitis na
inenting ter kennis van het Staatstoezicht op
de Volksgezondheid gebracht. Een nader on
derzoek naar deze gevallen wordt Ingesteld.
AUDIËNTIE.
De gewone audiëntie van den minister van
Financiën zal op Maandag den 15en April a.s.
niet plaats hebben.
DE COMMISSARIS VAN POLITIE
GEMOLESTEERD
Er werd ruim baan gemaakt met de
blanke sabels
EEN OPWEKKING OM HET HOOFD KOEL
EN DE HANDEN IN DEN ZAK TE HOUDEN.
Gisterenavond was het te Zaandam hij het
eindigen van den werktijd en het naar hui3
brengen van de werkwilligen weer buitenge
woon druk in den omtrek van de fabrieken
en bouwwerken, alsmede in de omgeving van de
woningen der werkwilligen. Behalve een aantal
stakers en met hen sympathiseerenden stellen
zich dan een veel grooter aantal nieuwsgieri
gen op, die komen in de verwachting van iets
bijzonders, het liefst relletjes. Dit verzwaart de
taak van de politie ten zeerste.
In de Krugersitraat is het thans tot een ern
stige botsing gekomen. Toen een werkwillige
door de politie thuis gebracht was, wat eiken
avond geschiedt onder de persoonlijke leiding
van den commissaris, den heer S. van der Laan
en terwijl deze met een agent den werkwil
lige tot de deur van zijn woning geleidde, drong
plotseling het publiek op den auto in, waarin
nog twee werkwilligen zaten. De commissaris,
gelastte daarop de menigte zich te verwijderen,
wijl anders geweld zou worden gebruikt.
Een der stakers, de 27-jarige B. verzette
zich hiertegen. Toen de commissaris, die zijn
ambtslint met de penning droeg, hem achter
uit duwde waarbij B. over een flets kwam te
vallen, liep deze op den commissaris toe en
gaf hem een trap tegen het been, waarna hij
hem om den nek beet pakte, zijn strik afrukte
en zijn ambtslint door midden scheurde. Het
gevolg was, dat de commissaris met zijn
aanvallers over de straat kwam te rollen.
De commissaris heeft toen de agenten ge
last met de blanke sabel ruim baan' te maken,
waarbij eenige klappen werden uitgedeeld,
zonder dat evenwel Iemand werd verwond.
De staker B. werd terstond gearresteerd
en met den politieauto naar het hoofdbureau
gebracht.
Tegen twee andere personen werd proces
verbaal opgemaakt wegens beleediging van
een agent van politie.
Zoowel de stakingsleiding als de commis
saris van politie, die bij bet incident zijn
kalmte geen oogenblik verlooT, betreuren het
voorgevallene.
Nader meldt men ons, dat door de staikings
leiding in verband met dit incident is be
sloten, hedenmorgen een algemeene spoed
vergadering te houden om de stakers op het
hart te binden het hoofd koel te honden en
te strijden met „de handen in den zak".
De besturen der vier samenwerkende organi
saties hebben besloten dat ook de ongeorgani
seerden zuilen worden gesteund.
Bij de openbare strafzitting van gisterenmor
gen heeft de kantonrechter te Zaandam, mr. H.
O. Hooft Hasselaar naar het ,,Hhld." meldt, een
nadrukkelijke verklaring ter kennis van het
publiek gebracht. Deze luidt:
„Zender in het minst te treden in een beoor
deeling van de staking als zoodanig, waarmede
ik geen andere aanraking zal krijgen dan ver
moedelijk door eenige processen-verbaal wegens
het plegen van baldadigheid met velgen van
werkwilligen of anderszins, zal ik, wanneer die
mochten komen, met groote gestrengheid op
treden en wensch ik hier een ernstige aanma
ning, ter voorkoming van moedwillige orde
verstoring te doen hooren. Vooral tegenover
zich op straat bevindende werkwilligen geldt
allereerst het recht, dat de straat voor iedereen
vrij is Dat recht wil ik geeerbiedigd zien en alle
bevelen van de politie te dien opzichte dienen
onmddellijk en volledig opgevolgd te worden.
Met ernst en klem van betoog wees de kan
tonrechter erop, dat het in dagen als deze zaak
is het hoofd koel te houden en zich niet dooT
opruiende leiders tot wanordelijkheden te laten
meesleepen.
HET CONFLICT TE LEERDAM
Een geestdriftige stemming
In den stand van het conflict bij de firma
VarsseveM tie Leerdam is nog geen verandering
gekomen. Tijdens het stempelen gistermorgen
was de stemming onder de stakers geestdrif
tig.
UIT HET HARINGPAKKERS- EN
KUIPERSBEDRIJF
Het conflict te Vlaardingen
„TEGEN ELK STREVEN NAAR
PERSOONLIJKE OVEREENKOMSTEN"
Door de besturen van den R. K. Bond van
Transportarbeiders en den Centralen Bond van
Transportarbeiders te Vlaardingen is een goed
bezochte vergadering gehouden voor arbeiders,
werkzaam in het Haringpiakkersbedrijf, waarin
na uitvoerige uiteenzettingen de volgende mo
tie met algemeene stemmen en onder applaus
werd aangenomen.
„De vergadering van arbeiders, werkzaam
in het haringpakkers- en kuipersbedrijf, hij
een onder leiding van den R. K. Bond van
Transportarbeiders en vian den Central en
Bond van Transportarbeiders";
kennis nemende van het feit, dat enkele
patroons, ondanks de bereikte overeenstem
ming tusschen werkgevers- en werknemers
organisaties, hun arbeiders dwingen, een
persoonlijk contract te teekenen, waarvan
de inhoud en de strekking, benevens de ge
volgen geheel indruiechen tegen den geest
der verkregen overeenstemming en de collec
tieve overeenkomst, keurt deze daad ten
sterkste af en roept alle arbeiders op. in
geen enkele omstandigheid een persoonlijk
contract te teekenen en draagt de organisa-
tiebesturen op, met kracht tegen elk streven
naar persoonlijke overeenkomsten o-p te ko
men en besluit deze motie te publiceeren."
De vergadering stond onder leiding van den
heer N. Lens, voorzitter van den R. K. Bond
„St. BoniPaoius", terwijl het woord werd ge
voerd door de heeren H. v. Dugiteren, hoofd
bestuurder van den Centralen Bond en J. Hoo-
gerwerf, voorzitter van de afd. Vlaardingen
van dezen bond.
DE WERKLOOZENRELLETJES TE ZWOLLE
De laatste acte
Gisteren speelde zich in de rechtzaal te
Zwolle de slotacte af van de werkloozenrelletjes
aldaar. Twee beklaagden moesten terecht staan
voor de enkelvoudige kamer van de rechtbank
te Zwolle, n.l. J. de J., wegens mishandeling
van den agent Th. Padberg en H. J. van S.
wegens wederspannigheid. De beklaagden wer
den bijgestaan door mr. de Jonge uit Amster
dam.
De officier eischte tegen den eersten beklaag
de 3 maanden gevangenisstraf en tegen den
tweeden 6 weken.
Uitspraak volgende week Dinsdag.
„STRUIKROOVERIJ" IN DEN HAAG.
Brutaal en gevaarlijk bedrijf
In hooger beroep hebben gisteren voor het
Haagsch Gerechtshof terecht gestaan T. de Z.
en J. C. K., kooplieden in den Haag, dio door
de Haagsche Rechtbank veroordeeld zijn tot
2 en 3 jaar gevangenisstraf, terzake van po
ging tot diefstal, voorafgegaan door of verge
zeld van geweld tegen den loopknecht J. J. B.,
door dezen in een pakhuis aan de Van Geen
straat binnen te lokken en hem daar, na de
deur te hebben dlchtgeworpen, een touw om
den hals te werpen en dit aan te trekken. Zoo
wel het openbaar ministerie als de verdachten
waren in hooger beroep gegaan.
Getuige B. vertelde de geheele toedracht van
het geval. Verdachte IC. wist, dat getuige veel
geld bij zich had en heeft hem meegelokt naar
het pakhuis onder voorwendsel, dat hij daar
nog eenige bezigheden moest verrichten. Toen
getuige binnen was, werd de deur dichtgewor-
pen en voelde hij, dat een strop om zijn hals
werd geworpen. Hij wist zich echter nog los
te rukken en is gevlucht. De aanvaller ach
tervolgde hem nog even. Deze persoon kwam
in postuur overeen met verdachte de Z.
Nadat nog eenige getuigen waren gehoord,
vroeg de advocaat-generaal, mr. Brants, ver
nietiging van het vonnis a Quo en veroordee
ling van beide verdachten tot 4 jaar gevange
nisstraf. Spr, meende, dat het bewijs door de
verschillende aanwijzingen voldoende was ge
leverd en achtte een dergelijke „struikroovcrij"
in een stad als den Haag een buitengewoon
brutaal en gevaarlijk misdrijf.
Een verzoek tot onmiddellijke invrijheidstel
ling werd door het Hof afgewezen.
Uitspraak 24 dezer.
UIT DE PAPIERINDUSTRIE
Een conflict te Vecndam?
DIRECTIE EN PERSONEEL ZIJN HET
NIET EENS.
Aan de Papierfabriek „De Phoenix" te Veen-
daan dreigt een conflict met het personeel. Het
collectief contract loopt namelijk ten einde en
het personeel heeft thans door middel der
organisaties loonsverhooging geëdsdM.
Ook wordt gevraagd niet meer op het loon
te korten als de arbeiders dein pensioengerech
tigden leeftijd van 65 jaar hebben bereikt.
De directie is volgens „De Courant" van
oordeel, dat er niets behoeft te worden ver
beterd, dat de loonen zeer gunstig afsteken bij
die in andere bedrijven en dat er eigenlijk
sprake moest zijn van loonsverlaging.
UIT DE TEXTIELINDUSTRIE
0 1
In Twente nog geen overeenstemming f
tusschen de partijen 1
In de te Hengelo gehouden conferentie van
de bestudeering der vier Twenitsehe Textiel-
fabrffcantenvereemigingen en de hoofdbesturen
van de Textielarbeidersbonden „St. Lambertus"
en „Unitas", waarin geconfereerd werd over
vacantie en verbetering van arbeidsvoorwaar.
dan, is geen overeenstemming bereikt.
De werkgevers stellen zich op lxet standpunt
dat de kwestie van betaalde vaoantaedagen
geregeld dient te zijn alvorens besprekingen
gevoerd kunnen worden over de andere, door
de Christelijke organisaties ingediende pun
ten.
Ten opzichte van de vacant!es werd door de
werkgevers het volgende voorstel gedaan: de
fabrikanten geven drie of vier vaoantiedagen
per jaar met bSioud van loon. De arbeiders
organisaties verbinden zioh, dat In het jaar
waarin de vacantie genoten wordt met het
volle personeel zal worden overgewerkt, tegen
het gewone loon tot hetzelfde aantal uren ala
door de vacantie verloren is gegaan, tenzij de
betrokken Werkgevers dit geheel of gedeelte
lijk niet noodig mochten oordeelen.
Van de zijde der arbeidersorganisaties werd
uitdrukkelijk vastgesteld, dat het onuoodig 13
dit voorstel aan de leden ter beslissing voor to
leggen, doch de hoofdbesturen zullen ln eigen
kring zich nader beraden over de aan te ne
men houding.
DE VEILIGHEID DER MIJNWERKERS
Herziening van het reglement nog steeds l
gewenscht geacht
Het besluit van den Minister van Water
staat om ten deele aan den in en buiten heit
Parlement* uitgeoefende® aandrang tegemoet ta
komen en voorloopig maatregelen te zullen
overwegen tot herziening van de bepalingen
omtrent veiligheid van de ondergrondsdhe wer
kers in de mijnen maak/te een punt van bei.
spreking uit in de hoofdbestuursvergadering
van den Ned. Mijnwerkersbond.
Hoewel het hoofdbestuur erkende dat het
besluit van den minister een stap in de goede
richting is en voornamelijk als een gevolg kan
worden beschouwd van een namens den Alg,
Ned. Mijnwerkersbond in een rapport samen
gevatte en bij de regeering ingediende critisohe
beschouwing over de ramp in de staatsmijn
Hen da-ik, meende het hoofdbestuur toch, dat
het besluit van den minister geen voldoende
bevrediging kan schenken. De veiligheid in
de mijnen is immers niet alleen afhankelijk
van de min of meer doelmatige veiligheidsvoor
schriften, doch houdt mede nauw verband met
de productiemethoden en de rechtspositie van
den arbeider en ambtenaar. Het hoofdbestuur
is van oordeel ten sterkste te moeten blijven
aandringen op aigeheele herziening van het
mijnreglement. Ter bespreking van deze aange
legenheid zal het hoofdbestuur op Zondag 28
April een buitengewoon congres te Heerlen
bijeenroepen.
Voorts werd besloten behoudens goedkeuring
van den bondsraad, ter gelegenheid van het
20-jarig bestaan van den bond een vierdaagsch'
congres met festiviteiten te houden n.l. van
15 tot en met 18 Augustus.
NAAR HET FRANSCH
door
JEAN THIERY
24)
Maar op een morgen telegrafeerde graaf van
Kenemburg, alsof het de gewoonste zaak ter
wereld gold:
Gravin van Renemburg
Avenue de Passy, Parijs
„Ik wacht je aan boord van het Walhalla te
Areahon".
WILHELM
Hij verwacht je in Arcaehon! Neen maar,
dat is een prachtzel! En hij denkt misschien
dat dat zóó maar gaat, zonder eenige ophelde
ring!... Maar ik, ik wil eerst den noodigen
uitleg hebben. Ik heb daar recht op en eisch
dat! schreeuwde mijnheer CorneiUe, wit van
toorn.
Hij voelde in zich een hevigen opstand tegen
al hetgeen hij om graaf van Renemburg gele
den had.
Ik zal je nu eens naar Arcaehon verge
zellen die man houdt er manieren op na
Blijft u maar rustig hier, vader, ik zal
U wel schrijven.
Om den drommel niet! liet hij er onmid-
iellijk als een onwrikbare beslissing op volgen.
Maar na een handige pleitrede van zijn doch
ter en na alle vermoeienissen en mogelijke
wederwaardigheden van zoo'n groote reis over
wogen te hebben, stapte hij eindelijk van zijn
blan af.
Twee uur later vertrok de jonge gravin
naar Arcaehon.
En mijnheer en mevrouw Corneille, nu alleen
maakten ruzie over niets en over alles, Zoo'n
burgeroorlog schijnt niet zeldzaam te zijn bij
oud getrouwden
Veertien dagen later wachtte mijnheer Cor
neille nóg op uitleg.
Wel had zij® dochter geschreven, maar alleen
om te zeggen dat haar man het goed maakte
en het leven aan boord van 't Walhalla een waar
genot was.
Na de onverklaarbare ziekte van haar man
en al het lijden dat zijn lange mysterieuze
afwezigheid haar veroorzaakt had, was de
gravin overgelukkig hem eindelijk terug te
vinden en nog wel, tot haar blijde verrassing,
sterker en gezonder.
Maar met geen woord gewaagde hij van zijn
vreemd, plotseling vertrek na het bezoek aan
zijn oom den hertog, verontschuldigde niet eens
zijn zwijgen sinds dat oogenblik, hoewel hij
toch hegrijpen moest hoezeer Marcelle daaron
der had moeten lijden.
Wanneer zij nu op 't jacht die teere punten
aanraakte, antwoordde hij haar met niets zeg
gende uitvluchten.
En Marcelle maakt het hem in dat opzicht
niet lastig. Wat gaf het eigenlijk of zij alles
wist? Zij voelde zich nu weer zoo tevreden, zoo
voldaan aan zijn zijde en het leven aan boord
van 't Walhalla was in één woord verrukkelijk!
Allen waren steeds ln opgewekte stemming.
Wilhelm scheen soms zelfs dronken van vreug
de. Trachtte hij zich misschien aan 't genot te
bedwelmen, om alle onaangenaamheden te ver
geten?
De gravin had wel reden om zich dat af te
vragen, maar zij deed het niet. Zij was geluk
kig.
De zomer Is prachtig, de zee bijna aanhou
dend kalm en de hemel diep blauw. De zeilen
klapperen in den wind. De kleuren van 't Wal
halla rood, geel en zwart, steken tintelend van
leven af tegen het effen blauw van zee en
lucht. Eu 's middas en 's avonds onder den
helderen sterrenhemel, speelt het oTkest zijn
melancholieke melodieën.
Bij 't vallen van den avond wordt het jacht
verlicht door electrische lampen, zacht glan
zende glazen bollen. Zij zaaien dansende schijn
sels in het rimpelende water en omgeven het
schip met een trillenden lichtkring.
Op het strand bewegen zich nog eenige don
kere gestalten, het stadsgerucht dringt tot ver
over 't water.
Een zoeklicht wordt uitgeworpen over zee.
Het felle schijnsel ontdekt een schuit, welke
door niets haar aanwezigheid verried, 't Is in
de stille avonduren aan boord een verpoozing
't land en de zee te bespieden om te zien wat
daar gebeurt. De ontdekking van een onbedui
dende visscherspink is dan een gebeurtenis.
Het gezelschap dat O'Lynnas dit jaar veree-
nigd had, was uitgelezen en aangenaam. Wei
nig vrouwen en veel mannen. Onder de eerste
vielen vooral op een jonge, mooie Italiaansche
dame, een nicht van den ontdekkingsreiziger
en twee Spaansche, waarvan de een, Pepa,
doorging voor de verloofde van Ollero.
Deze drie vrouwen kon men dikwijls aantref
fen op hun lievelingsplekje op 't wandeldek
onder het groote zijden spandoek dat hen tegen
de felle zonnestralen beschutte.
Iedereen leefde op het schip zooals hem dat
behaagde.
O'Lynnas was de onvergetelijke gastheer
die aan lederen genoodigde de grootst mogelijke
vrijheid liet.
Vanaf den vroegen morgen was het er bedrijvig
op het schip. Sommigen maakten zich gereed
om te gaan visschen, anderen haastten zich
om aan wal te gaan, den trein te nemen en
vrienden of familie te bezoeken
Tusschen 't jacht en de kuist voeren kleine
gele en zwarte bootjes af en aan.
Aan hen die aan boord gebleven waren,
werd ee® copieus middagmaal opgediend
door bedienden met kleurige uniformen, in
een witgelakte zaal door een heerlijke over
daad va® groen en bloemen versierd.
En de vredige namiddagen werden door
de meesten doorgebracht in een zalig luieren
op het overschaduwde dek.
Dan was de aanblik van het opgesierde,
zorgvuldig onderhouden scihip het schitte
rendst.
Wilhelm leidde hetzelfde leven als de
anderen. Hij was nu veel levendiger en be-
drijviger dan vroeger en 's morgens bevond
hij zich steeds onder de groep die 't eerst
het schip verliet. Hij schreef zijn afwezig
heid toe aan zijn hartstocht voor het vis
schen en jagen en Marcelle misgunde hem
die onschuldige voldoeningen niet.
Wanneer eindelijk de gouden zonneschijn
bij den horizon verzonken was en donkere
dampen in de verte opstegen uit zee, dan
begon het heen en weer gevaar der kleine
booten opnieuw, totdat het geheel donker
was. de afwezigen keerden naar 't jacht
terug.
Maar het kwam Marcelle dan eenigszins
vreemd voer de wijze waarop de gasten
elkaar op het schip begroetten, 't Was of
zij geheimzinnige woorden fluisterden, elkaar
soms gelukwenschten en bewonderden, alsof
zij een gevaarlijke onderneming met goed
succes volbracht hadden.
O'Lynnas zelf drukte hen de handen, sprak
eenige waardeeretnde woorden, zoodat Mar
cello zich afvroeg wat er dan had plaats
gegrepen.
Vandaag nog niet.
Die zin of iets dergelijks ving zij vaak
op. Op zekeren avond hoorde zij die woor
den ook uit Wilhelm's mond en eenigszins
verontrust vroeg ze hem naar uitleg.
Toen antwoordde hij met een drift en
norschheid, welke haar geheel onverklaard
baar schenen:
Marcelle, wen toch eens af altijd zulke
vragen te stellen, dat is goed voor een
onnoozel nieuwsgierig kind! Ik heb daar
genoeg van. Ik zei dat, omdat me dat aan
stond, of ben ik niet vrij meer te zeggen wat
ik wil!..., Jouw rol is rustig op het dek
te flaneeren en te genieten zooveel je kunt.
maar verlaat het jacht niet.
Zoo, is bet mijn rol op het dek ba
flaneeren? vroeg ze verontwaardigd.
Hij. beet zich op de lippen en veranderde
aanstonds van toon.
Dat gesprek liet op den bodem van.
Marcello's zieil een onverwinbare onrust
achter.
Ze luisterde voortaan met oplettendheid
naar wat er om haar heen gezegd werd en
zoo ving zij gezegden op als:
En de jachtpartij? Reusachtig!.*
Maar voor 't oprapen Wonderbare visch-
vangsL.. de netten scheurden, De erfenis
van m'n tante?... Ik had de hand maar uit
te steken...
De gravin vroeg zich af of die uitlatingen,
zoo geheimzinnig gezegd met een wrang"
blijde stem en vurige oosen, niet een ver*
horgen zin hadden.
Er veranderde iets in haar.
Haar houding wijzigde zich. Zij sprak nog
maar weinig, maar sloeg des te meer gade.
Op zekeren morgen trof Wilhelm, die den
nacht met visschen doorgebracht had, haar
bleek en met starende oogen aan ln de
ruime hut welke O'Lynnas tot hear beschikt
king gesteld had.
Had de zeelucht haar zenuwen verstoord?
Of had ze vreeselijke dingen ontdekt op
't jacht.
(Wordt vervolgd;, j
"4