m Tweede Blad MGR. PROF. DR. JOS. SCHRIJNEN Vrijda? 3 Mei 1929 Pagina 1 t 1 MEI. BIJ ZIJN ZESTIGSTEN VERJAARDAG DE NATIONALE BEDEVAART NAAR ROME DE BOUWER ONZER UNIVERSITEIT DE FEESTBUNDEL SCHRIJNEN. HET MARINE-VLIEGTUIG D 22 VERONGELUKT TRAANGAS ALS WAPEN AFSCHAFFING IN- EN UITVOER VERBODEN HET KONINKLIJK ECHTPAAR DE STRIJD TEGEN DE TOLLEN WEDEROM EEN GEORGANISEERDE DEMONSTRATIE RIJKSCOMMISSIE WERKVERRUIMING MEDEWERKING VAN DEFENSIE MOEILIJKHEDEN BIJ WERK- VERSCHAFFING Indien men de socialistische pers mag gelooven, moeten de roode broeders in de steden ais het ware overgoten zijn met de „wijding", die het geluid van zang- en mu- ziek-vereenigingen te voorschijn brengt. Wij hebbetn optochten gezien en bijeenkons- sten: de deelnemers zagen er zeer behoor lijk uit en er heerschte werkelijk èen gezel lige stemming. Men moot alleen zulke bijeen komsten op pleinen, in zalen en schouwburg en stadion niet. gaan aanduiden als „stem mingsvolle" en er allerlei kwasi-godsdien- atige tintjes aangeven, want dat ergert anderen en is ook onwaar. De erhte sociaal-democraten beschouwen den 1 Mei-dag als hun strijd-dag maar niet als een soort dank- of biddag; de meesten gaan tooneelspel bekijken en zang en mu ziek beluisteren met. precies hetzelfde gevoel als zij de Koninginne-feesten meemaken. Wij moeten dit toch eens even zeggen om dat wij een wee gevoel krijgen als „Het Volk" de socialisten zoo teergevoelig ziiet worden, dat het in alle ernst zijn lezers tracht wijs te maken, dat er zijn „voor wie het uitsteken van de roode vlag een daad is op zich zelf en een die zij met zekere wijding verrichten". Als de heeren zoo vol „wijding" blijven, is er over eenigen tijd geen bezwaar meer tegen een fusie tusschen de schoon-gekleede onschuldigen der A. J. C. en de garde van bleekgezichiten, die zich op Koninginnedag vertoont als „Jonge Geuzen" en die zoo be vriend zijn met dominee Lingbeek, een der christenen naar het hart der roode Kamer leden. Wat nog is opgevallen bij dezen Mei-dag, is de sterke vermindering van de 1 Mei-vie ring in Europa on dat juist in de twee groote republieken. In Parijs was er geen sprake van optoch ten op straat: de politie had alle samenkom sten verboden en bij voorbaat een paar dui zend „leiders" achter slot en grendel gezet. In Berlijn was het al niet beter, of liever nog slechter: alhoewel een sociaal-democraat eerste minister van het rijk en nog een sociaal-democraat eerste minister van Prui sen en weer een sociaal-democraat hoofd commissaris van politie is, waren in de Duiitsche hoofdstad alle betoogingen en bij eenkomsten in open lucht verboden. De po litie stond klaar met brandspuiten om al te geestdriftige 1 Meiers te bekoelen. Helaas, hebben de „wapenen der barbaren" hier ook droeve dienst gedaan en zijn .verschillends slachtoffers gevallen. „Het is de ontaarding van den strijd in de arbeidersklasse" zelf, aldus jammert „Het Volk", dat de, nog altijd door de meeste so ciaal-democraten gevolgde Poolsche dictator Pilsudski, de viering van den 1 Mei-dag moesit verbieden. In Litauen werd de heele S. D. A. P. ont boden; in Spanje, Italië en de Balkan-lan den was ook geen sprake van 1 Mei-betoo gingen. Waarmee wij maar zeggen willen, dat de wereld niet zoo rood is als mctn, volgens op gewonden artikelen in socialistische bladen, wel eens zou denken. Merkwaardig is ook, dat, terwijl socialis tische machthebbers in andere landen, uit Vrees voor de communistische concurrentie, geen 1 Mei-betoogingen toelaten, de socia listen in ons land, ook in het „donkore Zui den", ook in het veel-belast.erde „land van Koning Christus", zooals „Hat Volk" Zuid- Limburg spottend noemt, meetings kunnen houden en optochten organiseeren zonder dat iemand het hun verbiedt of een hun lastig valt. Waarlijk, 1 Mei is leerrijk voor hen die uit hun oogen zien. MUSSOLINI EN BARON VAN WIJNBERGEN Woe ïsdagniorgen werden door Z. H. den Paus in het Vaticaan de Agnus Dei gewijd. De plechtigheid werd door mgr. Diepen bijgewoond, terwijl eveneens een beperkt aaiital pelgrims onder do toeschouwers waren. De anderen had den een vrijen morgen, die door velen gebruikt is om den koepel van St. Pieter te bestijgen. 's Middags werd in zeven toerlngcai'3 een tocht naar het naburige Fraseati gemaakt, waar men genoot van het heerlijke vergezicht. Een wandeling werd ondernomen naar Castel Gan- dolfo, het buitenverblijf der vroegere pausen in het hooggebergte. Om ongevee zes uur was men weer in Rome terug. Dien avond heeft baron van Wijnbergen een bezoek gebracht aan Mussolini, dat ruim 10 minuten duurde. Toen Mussolini had vernomen, dat een Nederlandsche bedevaart naar Rome kwam, heeft hij aan onzen gezant te kennen gegeven met den leider ervan kennis te willen maken. De ontvangst was buitengewoon vrien delijk. De duce vroeg hoe groot de bedevaart was en welke bisschoppen er aan deelnamen. Daarna liet hij zich de positie uiteenzetten van de Katholieken in Nederland. Baron van Wijn bergen vertelde hem welke vorderingen de Ka tholieken in Nederland hadden gemaakt. Ook informeerde Mussolini naar den indruk, welken Italië in Nederland maakte en het ant woord luidde, dat deze eeu voortreffelijke was. Mussolini verklaarde zelf, dat het goed voor Italië was, dat hij er was. Wenscht u nog lang te blijven informeerde Baron van Wijnbergen, waarop Mussolini ant woordde: ik ben van goeden wil, maar hoelang ik blijven zal hangt van G-od af. Mgr. Pi of. Dr. Jos. Schrijnen, hoogleeraar aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen, wordt heden 3 Mei, zestig jaar. Prof. Schrijnèn is vóór alles onderwijsman, zijn leven is een mooi brok historie van ons opbloeiend Katholiek onderwijsleven, dat zijn wortels vond in ons Katholiek Limburg. Een massief uitgegroeide wetenschapsman, maar niet verdroogd noch verdord tusschen boe ken en paperassen, maar een, die nog midden in het actueele leven staat. Doctor Schrijnen is een levend brok his torie van dat moeizaam opgebloeid onderwijs, waar de Paus van Rome dezer dagen nog als een voorbeeld op wees. Zestig jaar geleden werd Schrijnen te Venlo geboren, werd hij opgeleid in het toen al ver maarde Bisschoppelijk College te Roermond, en op het eerbiedwaardige Rolduc, onze oud ste Inrichting van middelbaar onderwijs, daar na wetenschappelijk gevormd aan de Katholieke Alma Mater te Leuven, waar hij promoveerde ;ot doctor in de klassieke letteren. In hetzelfdo jaar van zbn priesterwijding 1894 werd Schrijnen al benoemd tot leeraar aan. hetzelfde Bisschoppelijk College te Roermond, een providentieele inzet van zijn eerbiedwek kend studie- en onderwijsleven, dat nu na 35 Jaar wel gelden mag als een welbewust gekozen weg naar een eigen Katholieke cultuur. Er was in die dagen veel te doen over net zoogenaamde „wetenschappelijke tekort der Katholieken". „Was 't wel een tekort?" vroeg Schrijnen, „of was 't, dat wij het monopolie der weten schap te veel en uitsluitend overlieten aan anderen?" „Als er nu veel veranderd is bij vroeger, dan komt dit toch zeker ook, omdat wij ons meer hebben doen gelden." Schrijnen herinnerde er aan, hoe omstreeks 1890 Dr. W. Evers en Pater de Wilde de eenlge Katholieke leden waren in de examen-com missies. „De rang van gecommitteerden leek ons 'n die dagen zoo iets hoogs, dat 't voor ouderen, en vooral voor de jongeren wel onbereikbaar scheen", Dr. Schrijnen werd in 1900 zelf in een examen-commissie benoemd; hij heeft er nu geen tijd meer voor, maar de benoeming van Katholieken is nu de gewoonste zaak dor wereld, Zoo is 't ook vergaan met de „Koninklijke Academie van Wetenschappen"; men moet zelf toonen, dat men er voor in aanmerking komt. En dat heeft Schrijnen gedaan. Niet alleen binnen de muren van het Bisschoppelijk Col lege kweekte hij zorgzaam de rijpe vruchten van zijn studie en wetenschap. Zijn taalkundige studiën hielden uiteraard nauw verband met de volkskunde, en van meet af aan werd hij een trouwe en graag gelezen medewerker van het tijdschrift „Volkskunde", waarin hij een lange reeks van interessante folkloristische bijdragen schreef als „De Roos van Jericho", „Een sprookje bij de Cheyeimes', „Palm-Paschen", „Nachtmerrie", „Een Wodans- offer", „Kerstputten", „Etymologische Folklore „Kerstmis", „Duivelsnamen", „De Oud-Christe lijke Liefdesmalen", enz, Ook in „De Katholiek" publiceerde hij in de zen tijd tal van studies in gelijken geest: „Zie- lengeloof en Doodencultus hij de Germanen", „Lippert's Ahnenlcult-theorie", „De Bakermat der Sprookjes", „Klankwetten", „De Prome- theusmythe en de oorspronkelijke openbaring'', „Cyrillo-Methodiana", enz. Zeer bijzondere aandacht vestigde hij op zich door zijn boek „Inleiding tot de studie der ver gelijkende Indogermaansche taalwetenschap vooral met betrekking tot de klassieke en Ger- maansche talen, voor welk boek Prof. H. Kern een voorrede schreef. Dat een zeer bedenkelijke gaping In de vorming onzer klassieken gelei delijk werd aangevuld, is wel zijn zeer bijzon dere verdienste. Zoo mocht Schrijnen wel op een behoorlijken wetenschappelijken Inventaris wijzen, toen hij in 1911 door de St. Radboudstiohting werd voor gedragen als lector aan de Universiteit te Utrecht. Hoe hoog hij daar wetenschappelijk ge schat werd, bleek, toen hij het jaar daarop al benoemd werd tot gewoon hoogleeraar aan de Universiteit aldaar. Hij is er een groote we tenschappelijke kracht geworden, hij is de man geweest die de klassieke linguïstiek aan deze Universiteit heeft gevormd. Zijn heengaan In 1923 beteekende dan ook voor Utrecht een groot verlies. Als een aureool van wetenschap stonden in deze dagen om zijn gerespecteerde figuur zijn vele geleerde publicaties als zjjn „Sociale Klas sieke Taalkunde", zijn groote werken over „Nederlandsche Volkskunde", „de vergelijkende Klassieke Taalwetenschap in het Gymnasiaal Onderwijs", „Essays en Studiën In vergelijken de godsdienstwetenschap", „Mythologie en Folklore", „Handleiding op de Studie der ver gelijkende Indogermaansche taalwetenschap", „Uit het Leven der Oude Kerk", enz. Aldus wetenschappelijk toegerust mocht hij veilig de schrede zetten op den weg naar con eigen Universiteit, het ideaal en beginsel van zijn leven. Dankbaar herinneren wij ons den merkwaar- digen middag in October 1923, toen in de mach tige. gehoorzaal van. „de Vereeniging" te Nij megen Prof. Dr. Schrijnen optrad als de eerste rector-magnificus der Keizer Karei Universi teit en daar de eerste woorden sprak voor het volmondig worden van de eigen Katholieke cultuur. Nu viert hij morgen zijn zestigsten verjaar dag, nadat hij al een lustrum lang de gelukkige getuige Is geweest van het verheugend feit, dat het Katholiek beginsel bezig is de fijnste vezelen van het cultuurleven te doordringen. Zijn zestigsten verjaardag, maar die toch méér beduidt dan de simpele herdenking van zijn zooveelsten geboortedag, doch eer een triumphale mijlpaal mag heeten in een leven van historische beteekenis. En toen we de trappen afgingen van zijn woning, en we zagen hoe zijn hooge, rechte, kloeke fighur daar stond in de lijst van de open deur, boven het hardsieenen bordes, als den sokkel van een levend standbeeld, toen groetten wij, het hoofd vol herinneringen, den merkwaaidigen man, dien wij in de geschie denis van de vrijwording van ons Katholiek leven en onderwijs ook dankbaar moeten teilen onder de „Kaerelen Gods die Katholiek Lim burg in den loop der jaren aan Nederland heeft geschonken. P. H. II. Vriendschap en waardeering uiten zich spon taan, wanneer haar gelegenheid geboden wordt. Met deze hier zoo teekenende woorden opent Dr. St. W. J- Teeuwen zijn voorwoord in den „feestbundel Schrijnen", die morgen, bij gelegenheid van den 60sten verjaardag van den emlnenten Nijmeegschen hoogleeraar verschijnt. Deze bundel zal voortaan vermaard blijven on der den naam van „Natalicium Schrijnen". Voor de redactie van dezen bundel werd een comité van oud-leerlingen gevormd onder voor zitterschap van Dr. St. W. J. Teeuwen (Roer mond). Verder trad als secretaresse op mej. drs. C. A. E. M. Mohrman (Nijmegen) en als leden Prof. Dr. F. Alma (Helsingfors), Dr. J. Haantjes (Londen), T>r- j. j, jg Hondins (Sneck), Dr. R. van der Velde (Amersfoort) en Dr. F. J. de Waele (Nijmegen). Als pen ningmeester was werkzaam Mr. P. I. J. M. v. d. Velden (Nijmegen). Hiernaast vormde zich een eere-comité, b> staande uit de leden van het permanent comité voor internationale Bnguïstencongressen, (waarvan Prof. Schrijnen onlangs tot secreta ris werd gekozen), t.w. de prof. Ch. Bally (Ge- nève), F. Boas (New-York), c. Brockelmann (Breslau), O. Jespersen (Kopenhagen), D. Jones (Londen), B. Karlgren (Götezorg), P. Kretsch- mer (Weenen), A. MeiHet^ (Parijs), j v r0z- wadowski (Krakau), A. Trombetti (Bologna) en als vertegenwoordiger voor Nederland C. C. Uhlenbeck (Nijmegen). Als er ooit van internationale wetenschappe lijke samenwerking sprake was, is het wel in de uitgave van dezen feestbundel, waarin on der de 138 medewerkers alle landen van Europa vertegenwoordigd zijn met nog een viertal Amerikanen als stemmen uit de Nieuwe Wereld. Deze hulde, die met eere den naam van univer seel mag dragen, is een sprekend bewijs, hoe wetenschappelijke bewondering zich kan uiten, los van alle nationaliteitsverschil of uiteenloo- pende religieuse confessie. Het belangrijke boek de grootste feest bundel, die ooit werd uitgegeven is een triomf voor Schrijnen's pionierswerk en voor zijn universeele wetenschap. De piloot gedood De twee andere inzittenden gewond Het Nederlandsche Marino watervliegtuig D 22 dat o.p weg was naar Java is op de brug over de Tigris in Bagdad in aanraking geko men met de telegraafdraden en omlaaggesi,ort. De piloot werd gedood, de twee overige inzit tenden gewond. Nadere bijzonderheden De bemanning van het verongelukte vliegtuig bestond uit den officier-vlieger 2e klasse P. Everts, sergeant vliegtuigmaker A. Langeraar en korporaal-vliegtuigmaker J. Symons. Eerst genoemde werd gedood, beide laatsten gewond. Luitenant Everts zou na zijn terugkeer uit Indlë hier te lande worden werkzaam gesteld als chef instructeur van het vliegkamp de Mok. Het ongeluk geschiedde tijdens 'n proefvlucht Reuter seint nader uit Bagdad: De drie vliegbooten waren Dinsdag hier aan gekomen en zouden Vrijdag den tocht naar Batavia voortzetten. Het ongeluk geschiedde tijdens een proefvlucht, welke werd gemaakt om het toestel te inapecteeren. De machine vloog zeer laag over de Tigris en kwam daarbij ln aanraking met de telegraafdraden. De piloot wist de machine in goede orde op de-rivier te doen dalen, maar het vliegtuig, dat aanmerke lijke vaart bezat, taxide met groote snelheid over het water en kwam daarbij in botsing met de schipbrug. De propeller sloeg over de brug, doch het toestel raakte bekneld tussohen twee pontons. Luitenant Everts werd tegen een balk ge slingerd en was terstond dood. De beide andere inzittenden liepen weliswaar ernstige verwon dingen op doch hun toestand is naar omstan digheden zeer gunstig. Het verongelukte vlieg tuig, dat begon te zinken, is door den Engel- schen luchtvaartdienst op den wal gebracht. Het gansche personeel van dezen dienst zal deelnemen aan de begrafenis van luitenant Everts, die op heden is bepaald. Een tragische omstandigheid De eöhitgenoote van den verongeluikiten piloot kreeg op tragische wijze kennis van hetgeen in Bagdad was geschied. Zij had ni. mot een andere dame, een familielid, in do Bijenkorf te 's-Gravenhage inkoopon gedaan. Toen zij buiten kwam, zagen zij voor de ramen van de Haagscihe Courant do bulletins aangeplakt waarin meilding werd gemaadet van bet onge val. Men kan zttob baar ontsteltenis voorstellen. Het haar vergezellend familielid oordeelde het gewensoM haar ln het gélbouw van genoemde courant te brengen, ten einde althans eenigs- zins van den schrik te bekomen. Vandaar hebben helde dames zioh later naar het depar tement van Defensie begeven, waar mevrouw Everts heeft gesproken met don marine- adjudant van den Minister, luitenant ter zee 1ste klasse Heydit. Otfioieele bevestiging van het Reu ter-bericht kon haar nog niet gegeven worden, aangezien om 4 uur oip het Departement geen bericht om trent het gemelde ongeval was binnengekomen. Wel was vanwege het Departement -gisteren middag getracht haar ln Rijswijlk, waar zij woont, ln kennis te stellen met den Inhoud van het Reuter-telegramDoch dit heeft haar niet kunnen bereiken, daar zij te 's-Graven- hage was. Na het onderhoud op het Departement zijn de dames naar familie in Rotterdam ver trokken. Gevaarlijke „vulpenhouders" DE MISDADIGHEID GAAT STEEDS VERDER De Minister van Justitie deelt in het Alge meen Politieblad mede, dat zijn aandacht er op wordt gevestigd, dat blijkens een bericht in het Belgische Centraal Signalementenblad, door bandieten te New-York en Chicago een vuurwapen zou worden gebezigd, dat den vorm heeft van een vulpenhouder en waarmede traan gas kan worden verspreid of een kogel van klein kaliber kan worden afgeschoten. Daarop worden de ambtenaren van politie opmerkzaam gemaakt. Het is toch niet uit gesloten, dat een dergelijk wapen ook naar Ne derland wordt overgebracht. De Invoer daar van zal in leder geval niet worden toegestaan. Mocht bij fouilleering van verdachten of anders zins een dergelijk wapen worden aangetroffen, dan ware daarmede, tenzij inbeslagneming kan plaats hebben, onverwijld overeenkomstig de voorschriften van de artt. 9 en 10 der Vuur- wapenwet 1919 te handelen, terwijl terstond dient te worden onderzocht wie dat wapen heeft afgeleverd en hoe het hier te lande is binnen gekomen. De uitvoer van huiden en beenderen WAT HET VOORLOOPIG VERSLAG MELDT Verschenen is het Voonlooipig Verslag tot goedkeuring van het verdrag eniz. inzake de afschaffing van in- en uitvoerverboden en -beperkingen en tot goedkeuring van de over eenkomsten met betrekking tot den uitvoer van huiden en den uitvoer van beenderen. Vele leden achtten de afschaffing van im- en uitvoerverboden en -beperkingen voor de economische ontwikkeling van het internatio nale verkeer en voor een goede verhouding tussohen de Staten onderling van het grootste belang. Andere leden waren van meening, dat aan het verdrag in de eerste plaats propagandis tische en paediagogiisohe waarde is te hechten. Deze leden zagen in toetreding tot het verdrag geen daad, die in belangrijke mate tot de ver wezenlijking van de internationale vrijhandels- gedachite zou kunnen bijdragen. Toch hadden zij tegen toetreding geen overwegende be zwaren. Het vertrek voor de buitenlandsche reis ■H. M. de Koningin en Prins Hendrik zijn gisterenavond uit Utrecht naar Zwitserland vertrokken. Om drie uur gisterenmiddag heeft de Konin- gin nog een afscheidsbezoek gebracht aan Prinses Juliana te Katwijk. Het bezoek duurde een uur. Bij haar vertrek deed de Prinses H. M. tot aan den auto uitgeleide. Aangezien, de komst van H. M. niet bekend was, waren slechts weinig belangstellenden aanwezig. De Koningin was vergezeld van een hofdame en vertrok over Oegstgeest en Leiden naar Utrecht. Aan het Centraal Station te Utrecht juichte bet toegestroomde publiek Koningin en Prins hartelijk toe. In de eerste klaswachtkamer werd gewacht op den Baselertrein. Toen de vorstelijke per sonen het perron betraden weerklonk tuide een „Leve de Koningin!" Toen de trein vertrok neigde H. M. dankend voor de toejuichingen. De reis, die wordt medegemaakt door jkvr. van Swinden en graaf en gravin Du Monceau, gaat over Basel naar Bern en later over Brigg naar Sieze. Na Muiden Leimuiden Een vijftigtal automobilisten uit den omtrek van Leimuiden heeft gisterenmiddag voor den tol aldaar een demonstratie gehouden. De oorzaak hiervan was, dat inwoners van Leimuiden voor een jaarlijkseh abonnement slechts 10.behoeven te betalen. Voor niet- ingezotenen bedraagt die 75 per jaar. Aangezien schriftelijke protesten geen succes hadden opgeleverd besloten de eigenaars van auto's in de buurt van Leimuiden het voor beeld, dat Floris Vos te Muiden gegeven bad, te volgen. Onder leiding van den heer C. vaa Tol uit Haarlemmermeer (wat diens naam be treft wel ©en wonderlijk toeval) begaven de automobilisten zich naar Leimuiden, waar zij den tol wilden passeeren. De demonstranten hadden tevens gezorgd een rechtskundigen raadsman bij zich te hebben, namelijk mr, L, Sprey, uit Leiden. Bij den tol gekomen vonden zij echter de boom-en gesloten. De beer van Tol nam met zijn auto vlak voor het tolhuis plaats en weigerde, ofschoon herhaaldelijk door den burgemeester gesommeerd, zich met zijn auto te verwijderen. Het slat was, dat de po litie den auto toen zelf aan den kant wilds zetten. Met behulp van enkele aanwezigen werd de auto toen op zij geduwd. Tegen den heer van Tol werd ten slotte pro ces-verbaal opgemaakt. Mr. Sprey verzocht aan de rijkspolitie proces-verbaal op te willen ma ken tegen de gemeente, ter zake van verkeera- belemmering, waaraan echter geen gevolg werd gegeven. TOLLEN OPGEHEVEN. Met ingang van 1 Mei j.l. zijn alle zes tollen In de gemeente Diever (Drenthe) opgeheven. Moeilijkheden bij het verkrijgen van credieten Dezer dagen vergaderde de Rijkscommissie Werkverruiming te 's-Gravenbage, onder voor zitterschap van prof. dr. W. H. Nolens. De commissie betreurde het, dat inzake da draadloozo zendinstallaties KootwijkBandoeng vice versa nog geen beslissing is gevallen ten gunste van de Nederlandsche Industrie en dat nog altijd rekening moet worden gehouden mot de mogelijkheid, dat de bouw dier installatie» niet ten goede zal komen aan de ontwikkeling der Nederlandsche nijverheid. Bericht was iugekomen van den voorzitter van den Raad van Ministers, dat aan een be paalde onderneming geen financieele steun kan worden verstrekt. Besloten werd de onderhandelingen over act vestigen van een Industrie in Drenthe voort te zetten. Verslag werd gedaan van een bemiddeling, welke de commissie verleend had, om een order hier te lande te behouden van groot belang voor een van onze jongste Industrieën. Voorts werd mededeellng gedaan van een belangrijk aantal gevallen waarvoor de bemid deling der commissie was ingeroepen, om te trachten dat orders hier te lande zouden wor den geplaatst en niet ten goede zouden komen aan de buitenlandsche Industrie. Hierbij werd opgemerkt, dat vooral van de zijde van het Ministerie van Defensie veel medewerking werd ondervonden. Bij de rondvraag kwamen ter sprake de moei- lijkheden, welke onze industrieele ondernemin gen vaak ondervinden om voldoende crediet te verkrijgen. Ontbreken van garantieloon de oorzaak? Het lid der Tweede Kamer, de heer L. L. H. de Visser heeft de volgende schriftelijke vragen gericht to-t den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw: Is het den minister bekend, dat bij de werk verschaffing herhaaldelijk moeilijkheden ont staan ten gevolge van de getroffen loonrege lingen, de ziekenzorg, de huisvesting en het toezicht en dat bij de werkverschaffing in de omgeving van Bellen door de daar te werk gestelde arbeiders uit Amsterdam eenige malen het werk is gestaakt, omdat een be hoorlijk garantieloon ontbreekt, ten gevolge waarvan ruim 60 arbeiders zijn ontslagen? Is de minister bereid, oogenblikkelijk maat regelen te treffen, waardoor aan redelijke klachten van werkloozen wordt tegemoet ge treden, de ontslagenen gelegenheid krijgen op een garantieloon den arbeid te hervatten en zoolang dat noodig Is, voor werkloozensteua in aanmerking te doen komen?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 5