feuilleton
DE ONVOORZIENE
AANKLAGER
DE ZEVENJARIGE LEERPLICHT DEFINITIEF GEREGELD
HET TRAMWEGVRAAGSTÜK
VRIJDAG 3 MEI 1929
voorwaardelijke veroordeeling en in vrijheid-stelling
DE KRANKZINNIGENWET EN HET RECLASSEERINGSSTELSEL
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
RADIONIEUWS
DE JAVASCHE BANK
JHR. MR. F. X. A. VERHEYEN t
TWEEDE KAMER
De Kamer bad weer haar gewone aanzaen,
doordat ooik de banken dear roode fractie weder
bezet waren. De dames en heeren waren in dit
land, waar zij nog niet aan de re-geering zijn,
gezond en zonder buiiien of schrammen terug
gekeerd. Nadat een groot aantal wetsontwer
pen zonder eenige discussie onder den hamer
wa-s doorgegaan, kon de behandeling van de
wijziging van de Krankzinnigenwet worden
voortgezet. De bedoeling van dit wetsontwerp
is, dat er in de wet moer waarborgen komen
tegen willekeurige opneming in krankzinnigen
gestichten en dat de mogelijkheid geopend
wordt, wat helaas noodzakelijk is gebleken, dat
ook een verpleegde zelf zijn ontsilag uit het
gesticht verzoeken kan. Een andere, ook zeer
belangrijke wijziging Is, dat tegemoet gekomen
wordt aan een bezwaar, dut za-oh laat gelden
ten aanzien van de verpleging van onver-
mogenden tn de aangewezen inrichtingen.
Patiënten, diie daar tevens werk verrichten
kunnen daardoor ontkomen aan een andere
moedige plaatsing in een officieel krank
zinnigen gestichtNiet aMijd blijkt de Overheid
bereid de verplegdngskosten te betalen van
on vermogend em in een aangewezen inrichting.
Door deze nieuwe regeling van de kosten der
verpleging wordt daaraan in het belang van
de onvermogenden tegemoet gekomen, wat tot
gevolg zal hebben, dat lichte patiënten niet
meer direct naar de officteele krankzirmigen-
gestiehten zrcfflen worden gezonden.
Het amendement-van Schalk, waarvan de
bedoeling was, dat de regeering een aantal
psychiaters als deskundigen zo-u aanwijzen,
waaruit een rechtbank, in gevallen, dat, dit
noodiig zon Wijken, een keuze zon kunnen
doen, werd verworpen. Hetzelfde geschiedde
met het amendement van mej. Katz.
Nadat dit wetsontwerp was aangenomen,
kregen we plotseling bij een heel eenvoudige
verbetering van de Leerplichtwet, weder een
principieel debat over den leerplicht, tenge
volge van een amendement van den heer
Tilanus. De zeven-jarige leerplicht heeft dit
kabinet al heel wat moeilijkheden bezorgd en
is jaarlijks onderwerp geweest van een debat.
Er Week verschil van opvatting te bestaan ten
aanzien van de vraag, wanneer een kind daar
aan vóór het veertiende levensjaar had vol
daan. Om hieraan een einde te maken werd
door den Minister de volgende omschrijving
voorgesteld:
De verplichting eindigt, zoodra het kind
zeven jaren leerling' is geweest van een lagere
schooi of twee aaneensluitende lagere scholen,
waarvan de klassen of gezamenlijke klassen
een leertijd van zeven jaren omvatten, en het
allo klassen dtoorlocxpen heeft; of, indien het
onderwijs aan die school of scholen gegeven
wordt in kilassen, die samen eon langoren
leertijd dan zeven jaren innemen, zoodra het
zoovele klassen doorloopen heeft, als samen
een leertijd van zeven jaren omvatten; met
dien verstande, dat de verplichting nimmer
eindigt, voordat het kind den dertien-jarigen
leeftijd bereikt en de klasse, waarin het bij het
bereiken van dien leeftijd geplaatst was, door-
loopen heeft.
De heer Tilanus wensebte in deze bepaling
te schrappen, dat het niet noodig te, dat hot
kind als het dertien jaar wordt, alsnog de
klas doorloopt, waarin het bij het hereiken
van dien leeftijd geplaatst is. Vooral voor
meisjes en ook voor jongens ten plattelan.de
is dat van groot belang, maar het is onmoge
lijk hier drie afzonderlijke leerplichtwetten te
maken, voor meisjes, voor de steden en voor
het plattel-andTegen hot voorstel van den
heer Tilanus bestond dan ook groot bezwaar,
zooals vooral de heer Snring dfuidedijk uiteen
zette. Er zon hierdoor een drang ontstaan om
de kinderen zoo vroeg mogelijk naar school
te zenden om hen reeds bij het bereiken van
den dertien-jarigen leeftijd er a.f te kunnen
nomen. Het gevolg zou zijn, dat hierdoor hot
hiaat tnaseinen Leerplichtwet en Arbeidswet
weder word vergroot, want het aantal kin
deren, dat voor het veertiende levensjaar de
schooi zou verlaten, zou daardoor toenemen.
Men mag toch niet vergeten, dat het voor die
kinderen steeds beteekent het eind-onderwijs
en dat dit zoo goed mogelijk moet zijn. De heer
Rutten en ook de anti-revolutionairen, die
steeds bezwaar hebben gehad tegen den leer
plicht, steunden den heer Tilanus. De heer
Rutten haalde er zelfs de liefde bij, die
vindingrijk is, hetgeen den voo-rziitteT de op
merking ontlokte, dat hij over den leerplicht
en niet over de liefde moest spraken, wat
mej. Groeneweg niet aardig vond, zij mocht
dat wel hooren, merkte ze op. De Kamer nam
dit alles nogal goed op, wiant er werd ook
onbedaarlijk gelachen toen mej. Westerman op
merkte, dat de heer Tilanus zich hier
waaruit men opmaakte in de Kamer altijd
druk maakte voor de meisjes. Na bestrijding
door den Minister werd hert amendement ver
worpen en het ontwerp aangenomen. Minister
Waszink heeft voor het volgend Kabinet den
zeven-jarigen leerplicht nu definitief geregeld,
zoodat het daar geen moeilijkheden meer mee
zal hebben.
Op het daarop volgende ontwerp tot wijzi
ging van de Lager Onderwijswet 1920 met
betrekking tot de herplaatsing van op wacht
geld gesteld onderwijtaend personeel, waren
versohillendie amendementen ingediend door
de hoeren Zjjlstra, Suring en Gerhard. De be
doeling van het ameodement-Zijlstra, waarop
door den heer Suring een sub-amendement was
Ingediend, was, duidelijker dun tot heden in de
wet te laten uitkomen, dat het Rijk voor een
zelfde onderwijzersplaats niet tegelijkertijd
onderwijzerssalaris en wachtgeld betaalt. De
Minister nam deze amendementen, die onge
twijfeld een verbetering waren, over. Hetzelfde
geschiedde met hot amende ment-Genhard, dut
van gehoed andere strekking was en betrekking
had op het ullkeeren van gelden door een ge
meente aan een school, gelegen in een andere
gemeente, en welke bezocht wordt door kin
deren uit eerstbedoelde gemeente.
Op die uiibkeeringen zijn niet altijd in min
dering gebracht de schoolgelden. Door een
arrest van den Hoogen Raad van 1 Juni 1928
is dat noodzakelijk gebleken. Vele gemeenten
zouden alsnog aanspraak kunnen maken op
de volle uitkeeoring voor die scholen, maar het
gevolg daarvan zou zijn, dat de financiën van
kleine schoolgemeenten in wanorde zouden
worden gebracht.
Het amendament-Gerhard wiilde dit voor
komen. In het ontwerp is nu bepaald dat der
gelijke vorderingen, die betrekking hebben
op eenig dienstjaar vóór 1 Januari 1928, niet
meer ingesteld kunnen worden ten aanzien
van gemeenten welker rekeningen voor l
Januari 1928 voorlooplg zijn vastgesteld. Voor
tal van kleine gemeenten is deze bepaling van
groot belang.
Nadat ook dit wijzdgings-ontwerp was aan
genomen, werden de drie belangrijke straf-
ontwerpen van Minister Donnar aan de orde
gesteld, die een perfectionneering van het
hier te lande zich steeds meer ontwikkelende
reolassieefringsstelsal beoogen, een aantal wijzi
gingen brengen in de voorwaardelijke veroor-
deeling en de voorwaardelijke in vrijheidstel
ling invoeren.
Door de drie sprekers werd den Minister
hulde gebracht voor dit werk, al betoogde de
heer Kleerekoper, die een voordracht hield uiit
zijn brochure over deze ontwerpen geschreven,
dat hij ze slechts aanvaardde als een eersten
stap in de goede richting. Meer onverdeeld in
hun lof waren de heeren van Sasse van Yseelt
en mevr. BakkerNort. Er volgen echter nog
vele sprekers, zoodat we in volgende dagen
nog ruimschoots gelegenheid zullen hebben er
op terug te komen.
VLIEGTUIG OP GERINGE HOOGTE
Het ongeval liep gunstig af
Gistermorgen had te Soesterberg een vlieg
ongeval plaats, dat gelukkig goed afliep. Bij
het maken van landfogxproeven kwam de
luitenant Coppers met een FokkerjageT in
vlakke vrille op geringe hoogte.
Doordat eerst de vleugel dein grond raakte
en dus den schok opving, bleef de Tomp intact
en liep het ongeval gunstig af. Luitenant
Coppers kwnm niet een enkel schrammetje vrij
De financieele verhouding tusschen het Rijk
en de intercommunale tramwegen
EEN COMMISSIE VAN ONDERZOEK
INZAKE EVENTUEELE WIJZIGING
De Ministers van Waterstaat en van Finan
ciën hebben: ingesteld een commissie tot onder
zoek van de vraag of en in h-oeverre de finan
cieele verhouding tusschen het Rijk en de Inter
communale tramwegen, die in het belang van
het verkeer in stand moeten worden gehouden,
behoort te worden gewijzigd. i
Tot lid en voorzitter van bovenbedoelde com
missie is benoemd ir. A. H W. van der Vegt,
oud-hoofd inspecteur-generaal der spoor- en
tramwegen, tot leden de heeren H. J. van
Braambeek, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaalmr. dr. A. van Doorninck,
thesauridr-generaal bij het Departement van
Financiën; ir. J. A. Kalft, directeur der Neder-
landsche Spoorwegen; mr. H. J. Silvergieter
Hoogstad, administrateur, hoofd der afdeeling
Vervoer- en Mijnwezen van het Departement
van Waterstaat; A. W. E. Weijerman, oud-
directeur van de Haagsehe Tramweg Maat
schappij en oud-voorzitter van de Vereeniging
van Locaalspoor- en Tramwegen.
Als secretaris is aan de commissie toegevoegd
de heer C. H. Conrad, hoofdcommies bij het
Departement van Waterstaat
UIT HET LANDARBEIDERSBEDRIJF
Staking in Groningen
'N CONFLICT, WAARBIJ 2000 ARBEIDERS
BETROKKEN ZIJN
In Oostelijk Groningen is een staking van
landarbeiders begonnen, welke gedurende
eenige weken dreigde, ten gevolge van een
loonconüict. De arbeiders, die gemiddeld on
geveer 26 cent per uur verdienen, eischeu een
loonsverhooging van 15 pet. De landbouwers
zijn echter niet geneigd, om een verhooging
toe te staan.
De staking omvat ongeveer 2000 ar ooi Iers,
gTootendeels georganiseerd in den modernen
landarheidersbond. Ook een paar honderd on
georganiseerden hebben het werk neergelegd.
Dezen krijgen een uitkeering van 6 per week
plus 0.60 toeslag voor elk kind (de geo-rguni-
seerden ontvangen 9.met kindertoeslag).
DE STAKING TE ZAANDAM
Versterking der politie
Als averechtsch resultaat der gehouden
raadsinterpellatie is met Ingang van gister de
politiemacht tijdelijk versterkt met 25 man
Rijksveldwacht, hoofdzakelijk ter bescherming
der werkwilligen.
Voor bewaking te water wordt een met rijks
veldwachters bemande politieboot naar de ge
meente gedetacheerd.
DE DOETINCHEMSCHE BELEEDIGINGS-
ZAAK
Een veroordeelend vennis
Het Gerechtshof te Arnhem heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen mr. B. J. N., advo
caat te Zutfen, die terecht heeft gestaan we
gens beleeddging van den wethouder V. te
Doetinchem door het schijven van een inge
zonden stuk over de Doetiinchemsche gas-
kwestie.
Het Hof heeft den verdachte met vernieti
ging van het vrijsprekende vonnis der Zut-
fensche rechtbank veroordeeld tot 50 boete.
RAADSLID NAAR DE GEVANGENIS
Wachtmeester der marechaussee mishandeld
De vorige week stond voor het gerechts
hof te Arnhem terecht het gemeenteraadslid
H. te Duiven, die een wachtmeester der ma
rechaussee bad mishandeld en zich tegen zijn
arrestaties had verzet.
Het Hof veroordeelde den verdachte thans
tot drie weken gevangenisstraf.
BESMETVERKLARING VAN BEYROUTH
ingetrokken.
De minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid heeft zijne beschikking van 21 November
1928 waarbij de haven Beyrouth (Syrië) besmet
werd verklaard wegens pest ingetrokken.
INBREKER IN EEN LIFT
De vrouw was listiger dan hij
Een zeer amusant voorval heeft zich, vertelt
Mde Telegraaf", Dinsdagavond in het Centraal
Station te A'darn afgespeeld.
Mevrouw Muller, de echtgenoote van den
stationschef, hoorde omstreek tien uur een
verdacht gemorrel aan de deur. Toen zij
naar de deur ging bemerkte zij,, dat de
kruk zacht heen en weer bewoog. Daar
zij begreep, dat er inbrekers aan bet werk wa
ren, begaf zij zich langs een anderen uitgang
naar de woning van den concierge. Bedde wo
ningen zijn gelegeD aan een zeer langen cor
ridor, die zich op de eerste verdieping van het
Oosten naar het Westen uitstrekt. Langs het
station begaf mevrouw Muller zich naar de
eon cierge-woning en belde daar aan. De con
cierge zelf kon niet helpen, daar hij ziek te bed
lag, doch diens echtgenoote knapte het zaakje
op. En wel op zoo'n slimme manier, als slechts
in fantastische detective-verhalen voorkomt.
De vrouw ging namelijk den corridor in en
vond daar den verdachten man. Zij vroeg wat
bij daar deed, waarop hij antwoordde, dat hij
op de W.C. in slaap gevallen was en nu het,
gebouw niet meer kon verlaten. De concierge-
vrouw deed alsof zij medelijden met den man
had en zeide, dat zij niet wilde, dot hij al die
trappen zou afloopen. De inbreker, die eenigs--
zins bejaard was, dacht dat hij het sipel reeds
gewonnen had en ging gretig in op het voor-'
«tel der vroitw om met de lift omlaag te gaan.
Hij stapte in, de deur werd gesloten en de lift
zakte. Doch halverwege schakelde de Slimme
vrouw den stroom uit, zoodat de dader veilig-
en wel tusschen hemel en aarde opgeborgen
was. Haar dochter ging daarna de politie halen
en toen de lift parterre was aangekomen, ston
den eenige -polftie-agenten op den inbreker te
wachten.
Hij werd later overgebracht naai- het bureau
Warmoesstraat eu bleek een volledige collectie
tobrekerswerktuigen en loopers bij zich te.
hebben. De ongeluksvogel was pas in Januari
uit Schevendngen ontslagen, waar hij vijf jaar
had opgeknapt.
INBRAAK IN EEN GOUDSMIDSWINKEL
Verdachte tot gevangenisstraf verordeeld
De arrondissementsrechtbank te Groningen
veroordeelde M. V. B„ wegens inbraak in den
goudsmidswinkel van de firma K. in de Boe
lestraat te GToningen, tot twee jaar en zes
maanden gevangenisstraf.
DIEFSTAL MET BRAAK
Minder gekregen dan geëischt
De rechtbank te Tiel heeft uitspraak ge
daan in de zaak tegen L. V. en H. J. v. d. S.,
beiden gedetineerd, van wie de eerste 4 jaar
en de ander 1 jaar en 8 maanden gevangenis
straf had hooren eischen wegens diefstal met
braak op 1 Med 1927 in de meelfabriek van G.
C. v. d. Z. te Leeuwen. Het vonnis luidde:
V. 3 jaar en v. d. S. 1 jaar gevangenisstraf.
DUITSCH INBREKER TE ARNHEM
Tot twee jaar veroordeeld
Voor het gerechtshof te Arnhem stond een
Duitscher terecht, die te Heteren had inge.
broken en o.a. eenige effecten ontvreemdde.
Later werd hij aangehouden in het kantoor
van de Ned. Bank, hij probeerde coupons van
de verdwenen effecten te verzilveren.
Het Arnhemsche Gerechtshof veroordeelde
den man tot twee jaar gevangenisstraf.
OPZETTELIJKE BRANDSTICHTING
De straf tot de helft verminderd
De rechtbank te Tiel deed uitspraak in
de zaak tegen R. P. N. te Lieden, tbans ge-
detiucerd, wien ten laste was gelegd, opzet
telijke brandstichting in zijn woning. Deeisch
was 2 jaar gevangenisstraf. Verdachte werd
veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf.
RELLETJES IN DEN HAAG
Gevangenisstraf het einde
De Rechtbank te 's-Gravenhage heeft den
loodgieter uit Den Haag, wegens opruierij te
gen het wettig gezag, gepleegd In den nacht
van 20 op 21 Januari j.l. tijdens het bekende
relletje in het Westeinde, tot acht maanden
gevangenisstraf.
PROGRAMMA'S VOOR ZATERDAG.
Huizen (336.3 M„ na 6 uur 1852 M.)
Uitsl. KRO-uitzendingen11.30—12 Godsdienstig
halfuurtje: 12.00 Tijdsein; 12.15—1.15 KRQ-
trio; 1.152 Gramofoonplaten-; 34.15 Kinder-
^uurtje; 5.306.40 Gramofoonplaten6.457.00
Literaire causerie; 7—7.30 Gramofoonplaten;
7.30—8 Causerie over de grot van Bethlehem;
8.00 Tijdsein; 8.01—11 Concert. De Schola Can
tor um en orkest; 1112 Vroolijk programma.
Hilversum (1071 M.) 12.152 AVRO-
trio; 24 Aansluiting van het Tuschinski-
theater te Amsterdam; 4—5 Italiaansche les;
5.30—6.30 AVRO-trio; 6.30—7.45 AVRO-jeugd-
tooneel. Opvoering van „De Nachtegaal". Ver
taling, bewerking en regie: Johan Schaake. Aan
den vleugel Thora Brester.
Daventry (1562 M.) 10.05—10.20 Huls-
houdpraatje; 12.20—1.20 Orkest; 1.50 Rugby
wedstrijd, Cup-final. Wlgen tegen Dewsbury;
2.10 Verslag van de match; 3.56 Squire Celeste
Octet; 4.35 Kinderuurtje; 5.20 Muziek; 5.35
Kinderuurtje; 6.00 Muziek; 6.05 Bach's piano
muziek; 6.20 Omroeppraatje; 6.35 Lezing:
Cricket; 6.50 Concert. Militaire kapel. R. Owens
tenor, E. Kalisz piano; 8.20 Nieuwsber.; 8.35
Lezing: The week in Londen; ft50 Nieuwsber.;
8.55 Dansorkest en variëté-artisten. Aansluiting
■van hét London Palladium: 9.55—11.20 Dans
muziek.
P a r y s („Radio-Paris'' 1744 M.) 11.50 Or
kest; 3.35 Dansmuziek; 5.55 Gramofoonmuziek;
7.35 Orkest, jazzband en solisten; 8.20 Dans
muziek.
Langenberg (462 M.) 9.35 en 11.30
Gramofoonmuziek; 12.251.50 Orkest; 5.05
5.50 Jazz-symphonie-orkest van B. Etté; 7.20
Vroolijke avond. Orkest, jazzband en solisten.
Daarna tot 12.50 Dansmuziek, Etté-orkest.
Z e e s e n (1649 M.) 11.204.20 Lezingen;
4.205.20 Orkest; 5.207.20 Lezingen; 7.20
Beelduitzending; 7.25 „Robert und Bertram".
Daarna persberichten en tot 11.50 dansmuziek.
Hamburg (391.6 M.) 3.35 Declamatie en
liedjes by de luit; 4.20 Concert; 7.20 Orkest met
medew. van solisten. Werken van Johann
Strauss; 8.35 Bandonion-eoncert; 10.20 Cabaret.
Brussel (511.9 M.) 4.20 Dansmuziek;
B.50 Gramofoonmuziek; 7.35 OrkeBt met medew,
van solisten.
EEN NIEUWE DIRECTIE BENOEMD
Met ingang van 1 Juli 1929 is benoemd tot
president van de Javasche Bank de heer Mr.
Dr. G. G. van Buttingha Wichers en tot direc
teur de heer A. Praasterink, tot dusver agent
van de Javasche Bank te Soerabaja.
Deze benoemingen geschiedden in verpand
met de aftreding op bovengenoemden datum
van den heer mr. L. J. A. Trip als president
en den heer Tb. Ligthart als directeur. Voorts
is benoemd tot eersten praatsvervangend presi
dent de heer K. W. J. Mtchielsem, thans direc
teur en tot tweede plaatsvervangend president
de heer A. Praasterink.
Sedert einde October ie de heer van But
tingha Wichers bij de Javasche Bank a!a di
recteur in functie. Vóór dien tijd was hij ad
junct-secretaris van de Nederlandsoh Bank
In den ouderdom van ruim 77 jaar te gister
morgen, na voorzien te zijn van de H.H. Sacra
menten der Stervenden, te 's Her togen bosck
overleden Jhr. Mr. F. X. A. Verheyen, lid der
Eerste Kamer, jagermeester en kamerheer t.
b. d. van H. M. de Koningin.
OUD-NOTARIS G. VAN POETEREN
Notaris G. van Poeteren, die gedurende een
groot aantal jaren notaris te den Haag was,
en die, cm gezondheidsredenen verleden jaar
het notarisambt heeft neergelegd, is op 64-
jarigen leeftijd te Territet overleden.
J. B. VAN DEVENTER t-
Te 's Hage is giste ren op 71-jarigen leeftijd
overleden de heer J. B. van Deventer, oud-
dirigeerend officier van Gezondheid der 1ste
klasse van het Oost-Indisch Leger.
OTTO VAN REES
Otto van Rees houdt de eerste helft van deze
maand een tentoonstelling van zyn werk bij
Pavolozky te Parijs, rue Bonaparte 13. 4ndré
Salmon schreef een sympathieke inleiding voor
den catalogus.
DR. A. GREVKNSTUK
Naar het „Hbd." verneemt, is dr. A. Greven-
stuik, assistent aan het laboratorium voor phar-
macotherapie te Amsterdam, benoemd tot hoog-
leeraaT in de pharmacologic aan de Genees
kundige Hoogeschool te Batavia.
naar het It&liaansek
van
DE MARCHI
14)
De emotie was te groot, omdat de angst te
smartelijlk was geweest Ditmaal kon de baron
«eh niet beheerschen. Hij brak in een zenuwiach
,«lt, zoodat zijn heele lichaam er van schudde.
In dit plotselinge uitbarsting ontlaste zich
angst van vele lange dagen en slapeiooze
karaten, de teleurstelling van den vorigen dag
tv bet lijden van de vreeselijke vizioenen die
*yn. geest gevangen hielden.
De herbergier keek den jager verbaasd aan.
Toen deze een weinig tot bedaren gekomen
»C>8. trachtte hij ■ven verklaring te geven van
/gjr. zonaorlinge handelwijze.
Ha. ha, wat «en raar geval(J kout
£#n Antonio, taker weJ. Nu sluda bij zijn hoed
Verloren heeft, haeft hij geen rust meer.ha, ha!
Penk «ene aan dat it »(fn eenige hoed *n hij is
he arm -im hm «nieten te koopen. Stel u hem
MM voor, blootshoofd, bjj zonneschijn of regen
X«, ha! ft Is om te lachen... Ik was er juist
'tÊt toen de secretaris van het Raadhuis, een
btirere
.rerrolino
Juist. Jervoliao kwam op de gedachte dat
,1 den hoed minachten meegenomen hadt
Och, Ik heb alles in een zak gepakt.
Na moet er nog bijkomen dat men u be
schuldigt een gewijd voorwerp gestolen te heb
ben
De herbergier keek den ander ontsteld aan.
Maak u maar niet ongerust; u ziet wei dat
ik een grapje maak, nietwaar?
Een dief zou er niet veel mee opschieten
zooiets te stelen. De hoed is zoo kaal en ver
schoten als de ezel van den molen. Wacht ik
zal hem even halen
En hij verdween langs een kleine houten trap.
De baron bon niet blijven zitten; door onge
duld gedreven ging hij de plaats op en liep
dan eenige stappen op en neer, zonder het
venster der benedenzaal uit bet, oog te verlie
zen.
Plotseling sidderde hij.
Achter liet raam bemerkte hij den fameuzen
priestershoed 't Was een grap van den vroo-
lijken Petrol De jongeman bad den hoed opge
zet en verscheen eenige oogenblikken later met
het misvormde en versleten hoofddeksel voor
den baron, terwijl hij schaterlachend riep:
Hier is het prachtexemplaar. U bewijst
ma een dienst als u mij er van verlossen wilt.
Wacht, ik zal dat ding in uw weitasch doen.
De vogei is wol wat groot, maar als we de
vleugels wat samendrukken gaat het toch
Zoou verdient nu- wel een complimentje
voor het ongewone wild dat u geschoten hebt.
De baron dacht aan niets anders meer dan
aan zoo spoedig mogelijk te vertrekken.
Hoeveel ben ik u schuldig?
Anderhalve lira. De hoed krijgt u dan voor
niets. v
De baron bedankte en vertrok.
Zoodra hij uit het gezicht van den herber
gier was, versnelde hij zijn loop.
't Was ditmaal een blije opgewondenheid,
geheel verschillend van die der laatste dagen,
welke hem voortdreef. Hij had immers het
resultaat bereikt dat hij zoo vurig verlangde.
De hoed, die geduchte aanklager was eindelijk
in zijn bezit.
Wat zou hij er nu mee doen? Hem vernie
tigen, natuurlijk! Maar hoe? Hem verbergen,
begraven? Aan kleine stukjes knippen? Of hem
in 't water werpen? Juist liep hij langs eenzame
velden en zag hij op korten afstand een beekje.
Hij naderde het, bukte zich deed de weitasch
open en beek nogmaals om zich heen af nie
mand hem kon gadeslaan
Maar neen, de hoed zou misschien niet ver
dwijnen op die wijze en de uiterste voorzich
tigheid moest in acht genomen worden.
De schuldige ging n«w den weg terug en
zette zijn tocht voort. Weldra bereikte hij het
station en stapte in een wagon 3e klas. De een
voudige medereizigers trokken hem in hun ge
sprek en praatten over honden, hazen en
vogels; zij hadden immers met een jager te
doen!
Gedurende eenige minuten vergat deze wie
hij was; hij voelde zich" een gewone jager die
geen anderen moord op z'3n geweten heeft dan
dien op het wild gepleegd.
Bij het vallen van den avond kwam hij in
Napels aan, waar hij sdch eerst naar de buiten
wijken begaf. Het eenvoudigste scheen, weitasch
en hoed te verbergen in een der afvoerbuizen,
welke in die volkrijke buurten op straat uitko
men. Doch neen! De een of andere straatjongen
zou ze kunnen vinden en er uit halen.
Ronddolend kwam hij aan het strand, waar de
priester had het volk "reeds eenige legenden
gewevenIn ieder geval was do publieke
nieuwsgierigheid gaande gemaakt en de gering
ste aanwijzing zou voldoende zijn om die te
leiden. Ook de hoed bad zijn geschiedenis. Men
vertelde overal dat don Cyrillus hem betaald
had met de aanwijzing van een winslnummer.
En niet alieen sprak het volk daarover, maar
ook de bladen hadden op het thema allerlei
beschouwingen gebouwd.
Verder was het zoo goed als zeker, dat ook
de herbergier van Faida zijn tong zou roeren.
Om zijn klanten te vermaken zou hij niet na
laten hun de anekdote te verhalen van den
ouden hoed, welken een jager in naam van
den pastoor kwam halen De baron kon dus
niet te voorzichtig zijn.
Ronddolen kwam hij aan het stand, waar de
golven hun schuim wierpen en dan spoorloos
verdwenen.
Links lag Napels, fonkelend van duizenden
lichten in nachtelijke rust.
De hemel was bedekt, en men ontdekte maan
noch sterren. Nauwelijks kon men een meter
of tien voor zich uit zien om de rotsen te onder
scheiden die hun voeten in het frissche zee
water baadden.
Een oude visseherspink lag met een ijzeren
ketting aan een der rotsen gemeerd.
De baron klom er in, maakte de ketting los
en roeide een eindje de zee in. Daar dreef hij
alleen op den onmetelijken waterspiegel, van
alle kanten omringd door de indrukwekkende
duisternis en stilte van den nacht.
Nu opende hij zijn weitasch en greep den
hoed, zonder dat, hij een poging durfde wagen
het beschuldigende voorwerp, de stomme ge
tuige zijner misdaad in het donker te zien.
Met een touwtje dat hij in zijn zak vond
bond hij den hoed Btevig aan zijn geweer, en
stak dit met den loop in het waterhet vol
gende oogenblik opende hij de hand.
Geweer en hoed verdwenen geruischloos in de
sombere diepte dei- zee.
Dat is eindelijk gedaan! mompelde de
baron en onmiddellijk roeide hij naar het strand
terug.
DE HAND VAN HET GERECHT
Op dat zelfde uur begon voor don Antonio,
den pastoor van Santafusca, een reeks moeilijk
beden.
Een vertegenwoordiger der politie, vergezeld
van twee karabiniers, vroeg hem te spreken.
De politie karabiniers! Wat moet dat
bel eekenen?
In eenige seconden had de priester zich ge
kleed en verliet toen zijn kamer om die angst
aanjagende personen te ontvangen.
Waar kan ik de heeren mee van dienst
zijn? vroeg de arme verschrikte grijsaard be
leefd en onderdanig.
Don Antonio, erkent u de schrijver te zijn
van den brief welken u dezer dagen aan den
hoedenmaker Mantica gezonden hebt? werd hem
gevraagd
Ja zeker Die brief vergezelde een hoed
Ik heb hem geschreven
Daar de hoed in de omgeving van Santa
fusca gevonden is, zou de Procureur des konings
willen weten op welke plek precies, door wien
en op welken dag en welk uur.
Bij die litanie van vragen, steeg de verwon
dering van den pastoor tot verbazing.
Ik moet n waarschuwen, eerwaarde, dat
uw verklaringen worden opgeteekend en dat
men u misschien op zal roepen om ze bij het
publieke verhoor te bevestigen.
Bij het publieke verboor? Groote hemel!
Waar word ik dan van beschuldigd? Ik heb
den hoed wat laat opgestuurd, dat is het eenige
wat men mij verwijten kan. Maar heb tk daar
door verdiend voor de rechtbank gesloept t»
worden?
Bl-ijf kalm, don Antonio en zeg ons'be
daard en duidelijk alles wat n van die zaak
afweet. Er is in ft geheel geen sprake van U
aan te houden.
(Wordt vervolgd)