VAN ALLES WAT CAROLUS MAGNUS" VIERT FEEST MAANDAG 13 MEI 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 4 DE BEDEVAART NAAR ROME ZEN BUITENGEWONE CORPSVERGADERING Illlillilliillllll! üiiüllülü! tt EERSTE LUSTRUM VAN HET NIJMEEGSCHE STUDENTENCORPS Op <len morgen van den lsten Lustrumdag droeg de Z.E. Pater C. Hoogeweegen S.J. Mode rator aan de R. K. Universiteit een H. Mis op, in de Canisius kerk, die werd bijgewoond door alle studenten ©n een groot aantal professo ren. Het koor van de Priesterstudenten zong de Gregoriaansche gezangen. Na de H. Mis werd aan de leden en gasten een ontbijt aanschoeien in bet Corpsgebouw waarna door den Praeses van het Corps een krans werd gelegd op het graf van den eersten Moderator Pater van Rijckevorsei S.J. DE PLECHTIGE BIJEENKOMST IN „DE VEREENIGING" De« middags werd in de kleine zaal van „de Vereeniging" een buitengewone Corpsvergade ring gehouden. Het podium was feestelijk met de diverse diispuutvlaggen versierd. Na de gebruikelijke begroetingswoorden sprak de praeses van het Nijmeegsch Studen tencorps, do heer W. J. Huynen, de Lustrunf- rede uit, waaraan we het volgende ontleenen: Rede Praeses „Carolus Magnus" Nu een zoo talrijk en eminent gehoor gevolg heeft willen geven aan de uiitnoodigiug van omaen senaat, om aanwezig te willen zijn bij deze buitengewone vergadering van het Nij meegsch Studentencorps, mag dit wel be schouwd worden ais een bewijs van bijzonder vareerende belangstelling. Maar bulten de aanwezigen in de zaal zul len er ongetwijfeld nog velen zijn, die door den K. R. 0. in gedachten, met ons vereend ®jjn. Vele vaders en moeders van corpsleden Bullen onder dat gehoor zijn en ook tot hen richt tk een specialen welkomstgroet. De vestiging van de Studentengemeenschap In Nijmegen viel juist in een tijd, waarin in ons land een genadeslag dreigde gebracht te worden aan het studentenleven. Vroeger was het studeeren maar voor enkele bevoorrechten weggelegd, maar nu neemt de universiteit een leder onder haar bescherming, die kan studee ren. Democratie en wetenschap zullen hier wel bij varen. De tegenwoordige levensomstandigheden van menig student, eischen van hem een onafge broken en stérke concentratie zijner krachten op zijn studie en staan hem niet toe genoeg- zamen tijd te besteden aan de gemeenschaps cultuur, ontnemen hem de mogelijkheid tot contact met anderen wier belangen nu en in de toekomst parallel gaan met de zijne, brengen hem nog minder in contact met andere kringen en andere milieus. Zoodoende blijft hij verkeeren in zijn eigen kleine cel van studieboeken en «eer weinige vrienden. Het kan twijfel lijden, of dit Individualisme funest is voor hemzelf, maar niet te benaderen Is de schade, die toegebracht zal worden aan het volk. waarover hij in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid als leider zal staan. Is er dus eenerzijds een categorie studenten die niet kunnen werken voor de gemeenschap, bij dat deel waarop de organisatie zou kunnen bouwen, heerscht zoo weinig idealisme en geestdrift, dat men weinig sympathie bij hen kan verwachten voor een organisatie die hun gemeenschapsplichten oplegt en die hen wijst op hun moreelen plicht om een gedeelte van hun vrijen tijd te besteden aan maatschappelijk werk; en dat in een tijd waarin Café, Dancing en Bioscoop op zoo gemakkelijke en verlokke lijke wijze beslag weet te leggen op hun ledige ureu. Verwonderlijk moet het geacht worden, dat er in onze dagen waarin men steeds opnieuw da macht der organisatie voelt en waarin werkgever en werknemer middenstand en in dustrie zich door eenheid sterk maken, de intellectueelen en de jongere tntellectueelen nog vei erger, blijkbaar geen behoefte hebben aan coöperatie. De mnellijikhedein worden nog vermeerderd door twee factoren: het scepticisme der hoog- leenaren en de afwijzende houding der Nij- meegsche burgerij. Een moeilijk© en nog steeds niet opgeloste kwestie is die der dameestudenten. Bij de reorganisatie hebben de dame-s-studeu ton eenigSains terrein moeten verliezen. Gememoreerd moge ook worden de opening van het oorpsgebonw aan den Oranjes!nged. De samenwerking met de Undo van R. K. Stuidentenvereeniigingan, in het begin ©enigs zins geforceerd en stroef, is thans zeer vriend- schappelijik Het Nij'meegeche. Studentencorps viert he den feest, niet omdait het gebruikelijk is, maar omdiait zij de meeniing is toegedaan, dat de re sultaten een feest wettigen. Te midden van de feestvreugde, mogen wij ook oven de gelegenheid benutten om dank te brengen aan de grondleggers. Een eeresa- luuit dient aan toen gebracht te worden. Een stiillle huilde mag niet achterwege blijven voor wijten pator J. van Rijckevoraeil S.J. Oak mgr. prof. dr. J. Schrijnen heeft zich steeds als een vriend van „Oarolus Magnus" doen ken nen. Het studentencorps wensahte indertijd dan ook zijn naam vast te leggen in de histo rie, door hem te benoemen bot eere-lid van het oonps. Onze huidige reotor-magnifious, mgr. dr. J. Hoogveld, is ons ook altijd zeer ter wille en ook ham heeft het corps het eeresLiidmaatschap willen aanbieden. (Applaus). Wat het nieuw© tijdperk brengen aal, kan niet voorzien W'arden, maar wat het moet bren gen, dat weten wij: grootere ibloed van „Caro lus Maguus''. Deze taak is grootsch, maar ook zwaar. Wij aiilen hebben voor deze taak onze verantwoordelijkheid. Vooruit dan, Oarolmgers, eensgezind, naar de burcht onzer idealen onder Godes sotoutee. (Applaus). Telegrammen. Een langdurig applaus beloonde den spreker. Deze las hierna hot volgende telegram voor, dat verzonden was aan Z. H. den Paus; „Le „Corpus Studiosorum" de l'Université Catholi- que de Nimegue „Carolus Magnus", fêtant son premier lustrum, donn© a vótro Sainteté l'assu- rance de ses sentiments filiaux et devoué's". Aan Hare Majesteit de Koningin werd het volgende telgram verzonden; „Het Nijmeegsch Studentencorps „Carolus Magnus" In feestver- gadering bijeen, ter gelegenheid van het eerste Lustrum, biedt Uwe Majesteit met verschul- dlgden eerbied de verzekering zijner bijzondere aanhankelijkheid aan het Koninklijk Huis. Het telegram verzonden aan II- K. H. Prin ses Juliana: Het Nijmeegsch Studentencorps betuigt bij zijn eerste Lustrum aan Uwe Ko ninklijke Hoogheid hulde en aanhankelijk heid. Verder zijn telegrammen verzonden aan de leden en het bestuur der St. Radboudstichting. Hierna was het woord aan Prof. Dr. J. Veraart, die de studenten sprak 'over het maat schappelijk ideaal, over het Katholiek-politieke Ideaal en tenslotte over het godsdienstige ideaal. Een langdurig applaus beloonde den spreker. Onder het zingen van het Universiteitslied „Laeta flores" verliet de Senatus Illustrissi- mus de zaal, om te gaan recipieeren in het corpsgebouw. Bijna alle aanwezigen maakten van deze gelegenheid gebruik den Senatus te complimenteeren. Een der dameestudenten bood namens haar vrouwelijke medestudenten een corpsvlag aan, ontworpen door den Nijmeeg- schen kunstenaar Joan Collette. Verder werden nog andere geschenken aan geboden, waaronder een gestyleerde voorzit terszetel, een kleed voor de bestuurstafel en een voorzittershamer. Sympathiek deden de bloemenmanden uit de burgerij aan; een bewijs dat de ware verhouding begint te groeien. Zaterdagavond ging in den Stadsschouwburg de première van het Lustrumspel „Van den Povot-ello". DE MARGARINE UNIE 1 hreiding en concentratie H, tl ARCARINEVERBRUIK NEEMT TOE 1» de gisteren gehouden jaarvergadering der N V. Lirgarine Unie werd het aftredend be stuur rkozen en de balans en verlies- en winslr k-v.ing alsmede de winstverdeellng goed. gekt; i Ter ;-dcring werden door den Voorzit ter o a de volgende mededeellngen gedaan: iet eerste jaar gedurende hetwelk het con cern tie.-.iond, is te kenschetsen met twee woor den. Uroiding eu concentratie. f. i o nmaal de organisaties van Jurgensen y_ri i! :>rgh tot elkaar waren gebracht, moest en b ©maakt worden met de samensmel- tir,„ v ,\pze beide tot een organisch geheel. Vr 'nnpelijke samenwerking diende in de I treden van uitersten wedijver. Tot vo-krr t van besparingen moesiten eenige fa:.. i gesloten worden: van andere moest de ipa it worden vergroot om hare productie ov,- 'i in «n aan de stijgende vraag te vol- dor tjker wij ze kon dit werk eerst een h namen nadat gedetailleerde plannen w. werkt voor de beoogde sameuleg- gir-i i v: ganisatios. j: raso'taat daarvan k^p zich eerst in ver loer, vüi tijd doen gevoelen, deels iu 1929, wel licht tea voile in 1930. Het verbruik van margarine schijnt practisch overal toe te nemen en onze fabrieken krijgen haar voile aandeel in deze vermeerderde vraag. Gedurende 1928 hebben wij een bedrag van 19.200.000 aan reclame teu koste gelegd, welk bedrag geheel ten laste der winst- en veilles- rekening is gebracht. Met betrekking tot de balanscijfers valt het volgende op te merken. Uitstaand kapitaal plus reserves bedroegen per 31 December 1928 165.047.152, welk be drag voldoende was om onze deelnamen ln ondernemingen te dekken. Deze toestand werd niet geheel bevredigend geacht, aangezien de Raad van Beheer de be schikking over een ruim bedrijfskapitaal wen- schelijk oordeelde. Om tot de gewenschte ver sterking der vlottende middelen te komen, werd kort na 31 December 1928 overgegaan tot uitgifte van gewone aandeeleu tegen 150 pot. uitsluitend aan aandeelhouders. Het uitgegeven kapitaal werd hierdoor gebracht op 178.221.040 terwijl het reservefonds, nadat hieraan 748.017.20 uit de winst 1928 en het agio op de boven bedoelde uitgifte van aandeelein waren toegevoegd, sbeeg tot 49.764.520. Verschillende transacties zijn in den laatsten tijd afgesloten, terwijl andere nog in behandeling zijn-, ver wacht wordt, dat als gevolg hiervan nadere agio's en andere winsten beschikbaar zullen komen ter verdere versterking van de reserves. HET WONDER VAN DEN H. JANUARIUS Onze redacteur schrijft ons uit Napels: Het gebeurde op den eersten dag na onze aankomst in het dolce Napoli. 's Morgens had den we het Aquarium bezocht en 's middags het wereldberoemde Museum, waar we als een kudde voortsjokten achter onzen gids aan en in een belachelijk tempo langs meesterwerken stapten van een eeuwen oude vermaardheid! 't Was verheffend! Daarna reed onze auto naar de kerk van 8. Chiara. Een roode draperie aan dem ingang zeide ons, dait hier iets bijzonders was. En inderdaad. Het was de eerste Zaterdag in Mei en op dien dag heeft in deze kerk leder jaar het wonder plaats van den H. Januarius. Het was pas kwart over vier uur en het mirakel geschiedt zoo ongeveer tusschen 7 en 8 uur. Maar reeds zaten er eenige rijen men schen voor in de kerk en we besloten, eveneens een stoel te nemen en het kerkgebouw niet meer te verlaten, 't Is misschien de kans va,i ons leven om een mirakel bij te wonen. Reeds 's morgens is uit den Dom de schedel- relikwie van den Heilige in processie naar de kerk van S. Chiara gebracht, en ze prijkt op het altaar in een kostbaar schrijn te midden van brandende kaarsen. Een groep vrouwen voor in de kerk bidt tot S. Genu ar o en haar smeekbeden klinken door het Godsgebouw in allerlei vreemde toonaarden. Langzamerhand vult de kerk zich meer en meer en tegen zes uur is heel de ruimte bezet met een compacte ma3sa, die lijf aan lijf staat. Een gegons van pratende menschen zoemt nu eens stiller dan weer luider, 't Is voor ons Hollanders ecu eigenaardige gewaarwording, maar 's lands wijs 's lands eer. Ook in het godsdienstig leven. Eindelijk om zes uur beginnen de klokken te luiden, het teeken, dat de processie, waarin, het bloed van den Heiligen Martelaar wordt meegedragen, in aantocht is. Het duurt nog een half uur, voordat onze kerk bereikt is, maar intusschen heeft een balustrade zich ge vuld met een volledig orkest. De instrumenten, worden gestemd en de dirigent laat een num mer ten gchoore brengen. Veel stichting gaat er niet van uit. Intusschen komen Mgr. v. d. Wetering en Mgr. Diepen de kerk binnen en de moeders die op het puntje zitten van het middenschip haasten zich haar kinderen aan onze Nederlandsche kerkvoogden aan te bieden, die ze zegenen met een goedmoedigen lach. Eindelijk om half zeven hooren we buiten een fanfarekorps. Daar is de processie! En even later schalt het koper door de kerk en komt een lange stoet binnen, waarin allerlei Heili genbeelden worden meegedragen. Een lange schaar van priesters volgt met brandende kaar sen en eindelijk, onder een baldakijn, het reliekschrijn, waarin zich het gestolde bloed van den Heilige bevindt, onmiddellijk gevolge! door kardinaal Escal es i, die zegenend door de rijen gaat. Het volk stuwt onordelijk door het middenpad mee naar voren, maar een cordon van gendarmen houdt alles tegen. Een tweede muziekkorps gooit nog zijn kopergeluid lang3 de gewelven van het heiligdom en al3 het zwijgt, valt onmiddellijk een mannenkoor on der begeleiding van het strijkorkest in en zingt een begroetingshymne. Eindelijk heeft de kost bare relikwie het hoogaltaar bereikt en wordt in het midden daarvan geplaatst. Wij coutro- leeren ons horloge, het is kwart voor zeven. Dan beginnen de priesters de litanie van Alle Heiligen te bidden afgewisseld met het gebed der vrouwen. Het klinkt wat eigenaardig, maar de voorstelling, die velen van ons in het va derland er van hadden, te absoluut valsch. Van tieren en ontstichtend schreeuwen is geen sprake. Integendeel, zoowel van het gebed der priesters als van dat der geloovigeu gaat stichting uit. Maar door het geroezemoes in de kerk pakt het óns niet. Van tijd tot tijd wordt de relikwie uit het schrijn genomen en telkens weer er in gedaan. Het wonder laat nog op zich wachten! Het bidden blijft aanhouden cn kwartier na kwartier verstrijkt. Meerdere Hol landers worden ongeduldig en we zien er ver schillenden heengaan. Hoe te het mogelijk! Na zooveel uren reeds gewacht te hebben en voor een gebeurtenis die we wellicht nooit meer meemaken. Dan hebben de Italianen toch meer geduld. En onherroepelijk staat ons besluit vast: We blijven al wordt het ook midder nacht. 't Is reeds over achten als weer de relikwie bezichtigd wordt en jahet won der is gebeurd, het bloed vloeit. Alleen degenen, die in de nabijheid sitaan zien bet, maar een der priesters neemt een schel en verkondigt daarmee dat het geschied is. En dan gaat er plotseling als eeu eleotrlsche schok door de menigte. Een minutenlang gejubel en applaus ontstaat, de fanfare laat zich hooren en het zangerskoor met orkest zet het Te Deum in. Het Te Deum is ten einde en de kerk wordt weer ruimer. Maar we wachten nog, want in procesie zal da relikwie weeir naar den Dom worden teruggevoerd. Het duurt lang voordat de stoet geformeerd te, maar ten slotte vóór In de kerk zien we de relikwie vlak langs oais gaan en duidelijk bemerken we het vloeibare bloed, dat door het dragen heen en weer schudt. We spoeden ons naar den uitgang en zien nogmaals het wonderbare. Overal waarde relikwie langs gaat klatert het applaus los, de fascistengroet wordt gebracht, confetti wordeu naar de relikwie geworpen, van de balcons zien we de menschen in de handen klappen en over het koper geluid der fanfare heen klinkt de kreet van het volk: San Cennaro, San Gen- naro! We hadden een wonder gezien! illllll! Mr. Snijder moraliseert. Amerika is het land van de millionnairs. Het goud ligt er volgens sommigen als het ware in de straten. Men zou het haast gaan gelooven, als men de. cijfers leest omtrent het in de Vereenigde Staten aanwezige kapitaal. Maar wanneer dan de nuchtere statistiek k-omt eu vertelt, dat in het land van Uncle Sam de menschen gemiddeld slechts 41-47 dollar of nauwelijks honderd gulden bezitten, komt men onwillekeurig tot andere gedachten. Tegen eiken bezitter van honderd-duizend dollar zijn er zooveel, die net honderd dollar, of heelemaal niets hun eigendom kunnen noe men. Er moet in Amerika dus iets niet heelemaal in orde zijn, wat ook blijkt uit het feit, dat er ondanks de groote welvaart, die er heerscht, nog millloenen zijn, die juist genoeg hebben om te leven en te weinig om te sterven. Ook in Amerika is de werkloosheid grooter, dan alge meen vermoed wordt. Desondanks is tusschen 1914 en 1928 het aantal millionnairs gestegen van zeven duizend op ongeveer.... Vijf en dertig duizend. Hoe dat komt, dèArvan weet Europa mede te praten cn het zal er nog lang over kunnen en moeten praten. Maar wat we hier niet zoo precies wisten, heeft ons thans Mr. Carl Snijder van de Fede ral Reserve Bank of New York verteld. Hij heeft te Chicago een toespraak gehouden voor het congres van de American Statistical Association, waarin hij <er op. wees, dat niet de werklieden van de industrieën, die het dolle Europa van vechtmateriaal voorzageu, van het overvloedig binnenstroomende geld geprofiteerd hebben, maar alleen de menschen, die de aan- deeleu bezaten van de maatschappijen, welke da oorlogsindustrieën beheerden. Waarschijnlijk de helft, aldus Mr. Carl Snij der van de Federal Reserve Bank of New York, van de nieuwe millionnairs hebben bun vermo gen met gokken op de beurs verdiend. De duizenden nieuwe millionnairs verkregen hun millioenen in het grootste gokspel, dat de wereld ooit'aanschouwd heeft. Dit feit heeft Mr. Carl Snijder van de Federal Reserve Bank of New York tot nadenkeu ge bracht. Wanneer fortuinen kunnen worden gemaakt door gokken met stukjes pa-pier, wat is dan de I waarde van de veelgeprezen deugden van den arbeider en hiermede bedoelde bij alle werk- néüêi&s, hoog© en lage geëmployeerden van soberheid en werkkracht?" „Deze raken", zoo antwoordde hij zich zelf. „in discrediet en komen misschien pas weer in tel, wanneer het kaartenhuis onzer financieele wereld in elkaar valt. De duizenden nieuwe mil lionnairs vormen een economisch en moreel na deel voor onze natie. Hun voorspoed is, gezien van het standpunt van het gemeenebest, slechts schijn" Aldus Mr, Carl Snijder van de Federal Reser ve Bank of New York. En die kan het weten. Het is nu'tnaar de vraag, of zijn collega's het zoo zien en of er Iets aan te veranderen is in een maatschappij, die practisch God en gebod buitensluit en gebaseerd is op een funest, maar doorwrocht materialisme. President Hoover deed onlangs een beroep op de pers, opdat die toch eenigen eerbied voor de wet zou toonen. Hij wees toen slechts één zwak punt aan ln den staat van de Stars en Stripe3. Mr. Carl Snijder van de Federal Reserve Bank of New York vestigt de aandacht op een andere schaduwzijde, op een andere zwakheid van de schijnbaar zoo sterke en floreerende Vereenigde Staten van Noord Amerika. Intussehen, ook in Europa kan men hier en daar wal eens gaan moraliseeren. Vit den goeden ouden tijd, toen de dames elkander aan tafel met eierschalen gooiden. We kennen tegenwoordig heerendiners en hors d'oeuvres saus gêne en meenen na het sporadisch genot daarvan eens zwaar gedineerd te hebben. Maar er waren tijden, dat men het beter kon en voor die tijden behoeven we niet eens tot den fameuzen Lucullus terug te gaan. In de Middeleeuwen en in de eeuwen, die daar direct op volgden konden de menschen ongelooflijk schransen en toentertijd vond de overheid het geraden evenals bij de oude Romeinen, om wettelijk de veeleterij tegen te gaan, vermoede lijk zich baseerend op de veronderstelling, dat, wat de één te veel eet, de ander te weinig eet. De bemoeiingen der overheden strekten zich ook tot andere misbruiken uit. In de zestiende eeuw mochten er in Engeland geen pruimen en appelen op de openbare straat verkocht worden, aangezien hierdoor bedienden verleid werden, ten nadeele van hun patroon te stelen, om zich het begeerde fruit te kunnen aanschaffen. Maar om op de veel-eterij terug te komen, in datzelfde Engeland was onder Eduard III het aantal gangen bij de maaltijden op Zon- en feestdagen wettelijk vastgesteld. Deze maat regel was genomen om de algemeene gewoonte van overdadige en overbodige, kostbare eet- partijen tegen te gaan. De dames en heeren, die zooveel wisten te verwerken, waren intusschen erg afkeerig van, nieuwigheden. Toen een zekere Tom Coryate in 1601 uit Italië de vork invoerde, werd hij dauig uit- gelachen en zelfs op het tooneel geridiculiseerd. Hij werd „de vorkdragende reiziger" genoemd en zelfs door een geestelijke onder handen ge nomen, omdat hij zoo goddeloos was, te meenen. dat God's gaven niet door 's menschen vinger mochten worden beroerd.... Zoowel de eetlust als de manieren onzer voor ouders zouden ons danig verbazen, als we nog eens aan een ouderwetseh feestmaal deel kon den nemen. Soms verschenen er taarten op tafel, die levende vogels of levende kikvorschen bevatten. Wanneer dan een vogel met zijn vleugels de kaarsen uit sloeg en een kikvorsch in wanhoop zijn toevlucht zocht in het keurslijf van een aanwezige dame, dan was er geen eind aan de vreugde der tafelgenooten. Een ander tijdverdrijf was het elkander be kogelen met eierschalen. Vooral de dames tra den hier actief op. Tot goed begrip dient overi gens te worden opgemerkt, dat de eierschalen meestal rozenwater bevatten. Om een idee te geven van den eetlust, waar over de lui in den goeden ouden tijd beschikten, moge er aan worden herinnerd, dat een hertog van Norfolk vijf flinke beefsteaks achter elkaar verorberen kon. En ten slotte vertelt de ge schiedenis nog van een Lord Sage and Sele, die een bediende na een diner opdracht gaf, twee flesschen sherry op z'n nachtkastje ta zetten en hem „overmorgen te wekken" Charles Cooper vertelt al deze bijzonderheden in zijn onlangs verschenen boek „The English Table." Een blinde passagier met hoogen hoed en jacquet. Jules Van Item kwam te New-York uit Zuid- Amerilca aan, als blinde passagier van het stoomschip „American Legion". Met hem is te New-York wel de best gekleede blind© passagier aan wal gestapt, dien een zee kapitein ooit gezien heeft. Kapitein Hilton van de „American Legion" verbelde later, dat Jules Van Item een gentle- man-stowaway was en de ontwikkeldste man, waarmede hij van z'n leven gesproken nad. Jules Van Item kwam be Montevideo aan boord. Niemand heeft gezien hoe, maar toen het schip in volle zee was, kwam hij te voor schijn, gekleed alsof hij naar een receptie moest. Hij droeg een hoogen hoed, een jacquet en lakscho©nen en had een wandelstok in z'n hand. ,,1'm sorry", zei hij, toen men hem voor den kapitein bracht. Kapitein Hilton zei ook „sorry'" maar deed met hem, wat men nu eenmaal met alle blinds passagiers doet en zette hem aan het werk: het dek schrobben en vaten wasscheu. Jules Van Item volbracht zijn taak, zonder z'n lakschoe nen uit te trekken. Alleen z'n hoogen hoed hing hij in de kombuis aan een spijker op. In New-York kon hij ongehinderd aan wal gaan. Hij bezat wel geen rooden duit, maar bleek burger der Vereenigde Staten. ,,1'm sorry", zudhtte kapitein Hilton, toen zijn gentleman-stowaway, met wien hij menig gezellig uurtje had doorgebracht, hem ver liet DRIE VOORZITTERSHAMERS, gesneden uit het hout van den boom, waaronder op den 6den Juli 1854 besloten werd tot oprichting der Amerikaansehe republikeinsche partij, ze zullen overhandigd worden aan president Hooveir, vice-president Curtis en speaker Longworth. illiUl! i Een mlddeleeuwsch feestmaal. Lindbergh's geboortehuis nationaal monument. In Amerika gaat alles vlug. Men wordt er gauw millionair en merkt er vlug, dat men het nooit zoo ver zal brengen. In Amerika is een rector magnificus van nauwelijks dertig jaar geen zeldzaamheid en ook de parlementsleden beginnen er vroeg. En de onsterfelijken worden er reeds bij hun leven onsterfelijk. Dit is ook het geval met Charles Lindbergh, den Vliegenden Dwaas, die in zijn eentje den Atlantischen Oceaan over stak. Er heeft zich een vereeniging gevormd, die het huis te Detroit, waar Lindbergh geboren werd, heeft gekocht en het tot een Lindbergh Home, wil inrichten, waartoe het publiek toe- Het einde van het Waldorf-Astoria Hotel. Het "Waldorf-Astoria Hotel, één der cudsta en bekendste hotels van New York, wordt afge broken. Het is voor vijftien millioen dollar ver kocht aan een combinatie, die er een nieuwen wolkenkrabber van vijftig verdiepingen voor ln de plaats zal zetten, welke veertig millioen dol lar moet koeten. Er heeft ln het hotel een groot afscheids diner plaats gevonden, waaraan 850 bekende persoonlijkheden deelnamen. Tafelpraéses was burgemeester Jimmy Walker. Onder de sprekers, die grafreden hielden op het ter dood gedoemde hotel, bevond zich Oscar, een employé, die van den bouw van Waldorf- Astoria af in het hotel werkzaam te geweest. En de muziek, welke verschillende treurzangen ten gehoore bracht, stond onder leiding van Nahan Franko, den dirigent van het openings concert ln 1893 De Maltezerridders houden een tentoonstelling. Voor het eerst in haar geschiedenis houdt thans de bekende Orde van Malta te Parijs een tentoonstelling van documenten en relieken uit het verleden. De in de Nationale Bibliotheek ingericht-3 expositie bevat documenten, die nog vele on bekende feiten aan het licht zullen brengen. Onder de relieken bevinden zich het zwaar en de dolken, die door Filips de Tweede van Spanje In 1S£5 aan den grootmeester van ds orde werden geschonken, uit dankbaarheid voo de hij La Valetta over de Turken behaald zege. Tevens wordt er een Pauselijk geschen tentoongesteld, eens het bezit van grootmeeste Rohan. Het is een zes voet lang zwaard. Uniformen, een koningskroon' gouden zege kettingen en insignes vormen tevens een belanS rijk deel van de collectie. De tentoonstelling staat onder de bescherming van president Doa mergue en Prins Galeas de Thun-Holenstei den vijf en zeventigsten grootmeester.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 8