Mi
u
M
I i>
2ssÉ
Woensdag 22 Mei 1929
Derde Blad
Pagina 1
Uit den brand.
VLIEGEN OP GROOTE HOOGTE
sea
Juffrouw Ribble schuierde den hoed van
haar man af in de kamer, die met 'n kleine
alkoof, waar de beide kinderen sliepen
hun geheele woning vormde. Er was niet
veel glans meer op den hoed en juffrouw
Ribble overhandigde hem met een zucht.
Meer kan ik er, helaas, niet aan
doen, zei ze droevig.
Dank je lieve, zei mijnheer Ribble. Ik
geloof, dat hij het nog wel een week zal
uithouden en daarna heb ik hem intus-
sehen niet meer noodig.
Zog dat nu niet, August, zei juffrouw
Ribble •moedig. En wees niet ontmoedigd.
Ik ben er zeker van. dat je vandaag meer
geluk zult hebben ik heb er een voor
gevoel van.
Zij had eenige moeite om vastheid aan
haar stem te geven. Zij had dat n.l. al zoo
dikwijls gezegd en 't geluk was reeds zoo
lang verdwenen. Van den dag af, dat hij op
35-jarigen leeftijd ontslagen was als onder
wijzer had hij pech gehad. De menschen
schenen geen geloof aan zijn woorden te
hechten. Hij was geen zakenman, zeiden ze.
en dat was ook zoo. Hij was handelsvei
tegenwoordiger geworden, omdat zulk een
baantje zich had voorgedaan en er niets
anders te doen scheen. Hij had het land er
aan en orders kwamen niet binnen, ondanks
het feit, dat hij zijn best. deed. Dat kwam.
zooals mijnheer Jubkin zeide: Je hebt geen
flux de bouche, Ribble.
De heer Jubkin uitvinder en vervaar
diger van Jubkin's onfeilbaar brandblusch
apparaat, profiteerde bijzonder van dit ge
brek van den heer Ribble, want hij liet
hem uitsluitend tegen provisie werken, en
op een kleine provisie, die geregeld ver
minderd werd.
Probeer het eens met huis aan huis te
bellen, zei mijnheer Jubkin. Dat is de
manier.
Het was een manier van werken, die
mijnheer Ribble niet kon bekoren. Huis
knechts snauwden hem af, wanneer hij
mevrouw vroeg te spreken en dienstmeisjes
lachten hem in zijn gezicht uit. En wanneer
hij zijn doel bereikte, raakte hij heelemaal
de kluts kwijt, want dan voelde hij zich
niet op zijn plaats en het brandblusch-
materiaal kon hij zonder welsprekendehid
niet aan den man brengen.
Gisteren was hij zelfs door een snibbige
oude juffrcnw gewaarschuwd dat zij hem
zou laten inrekenen, daar zij een inbreker
in hem zag, zoo stotterde en zoo verward
was hij. Alsof inbrekers gewoon zijn te
stotteren en te stamelen. En vandaag
moest hij nu weer beginnen.
Ik wou, dat ik wat anders had, zei
hij bitter. De menschen willen er niet aan.
En wat moet er van de kinderen worden?
O, die maken het best. zei zijn vrouw
En jij wordt zoo mager, zei hij op
den drempel. de
In het geheel niet, zei juffrouw Ribbie
glimlachend.
Maar toen August verdwenen was lang3
de ti up, met zijn tasch in de hand, weende
zij van verdriet.
Het schijnt zoo hopeloos, fluisterde ze
en ging zitten schilderen aan de waaiers,
die zij nu en dan maakte, om eenige
stuivers te kunnen voegen bij het kleine
inkomen van haar echtgenoot.
Het moge de moed der wanhoop zijn ge
weest, maar zooveel is zeker, dat toen de
heer Ribble zijn schreden wendde naar de
rijkste wijken van de stad, hij nooit te
voren met zooveel vuur en ijver was
vertrokken, om zijn artikelen aan den man
te brengen. Als hij nu slechts de kaus
kreeg iemand te spreken te krijgen, dan
moest er verkocht worden. Het was niet
het weer dat hem inspireerde, want het
was mistig en triestig, en evenmin kwam
het, omdat hij goed geslapen en gegeten
had, want er was van geen vau beide
iets gekomen.
Ja, ik gevoel bepaald, dat het geluk
ken zal, zei hij, en zich afvragend waarom
Marie is overtuigd dat ik geluk zal hebben
vandaag en zij kan gelijk hebben. Er ge
beuren geregeld ongelukken en er behoeft
biet aan getwijfeld, of Jubkin's uitvinding is
Prachtig. Indien de menschen slechts be
seffen, welk gevaar in brand schulit.
Dat is de kwestie. Assurantie kan u niet
alles teruggeven, mevrouw. U krijgt de
Waarde wel terug, maar hoeveel voorwer
pen zijn er niet, waaraan herinneringen zijn
verbonden. Een kleinigheid gelegd in Jub
kin's onfeilbare brandbluschfakkels betee-
hent ndet alleen, dat uwe onschatbare be
zittingen veilig zullen zijn ingeval van brand
toaar u zult u ook op uw gemak be
binden, secuur -- secuur is in het Hol-
landsch vrij van zorg, u koopt u daar-
fn®de dus uw gemoedsrust.
EEN VIJFTAL NEW-YORKBCHE DIKKERDS, de familie Watts, welke personen gemiddeld
vierhonderd pond wegen, maakten een reisje per vliegmachine boven New York Tipt
vliegtuig had hiermee z'n maximum belasting-
Aldus een speech houdende voor de denk
beeldige cliënten, wandelde de heer Ribble
dapper door.
Veronderstel, dat ik eens 20 fakkels ver
kocht tegen drie gulden dat is niet
onmogelijk.
De heer Ribble had steeds meer voor de
klassieke letteren dan voor de rekemkundp
gevoeld, maar hij had toch spoedig uitge
rekend, dat hij in dat geval zes gulden
verdiende hetgeen meer was dan hij in de
geheele vorige week had thuis gebracht.
Terwij] een order van 40 stuks-
Een blok heerenhuizren van ouderwetscbe
maar elegante architectuur, die, zooals de
heer Ribble wist, meestal door rijke men
schen worden bewoond, leidde zijn aandacht
af en hij keek er naar met het oog van een
man van zaken.
Ik hoop nu maar, dat zij niet eerder zijn
lastig gevallen mompelde hij, nog even zijn
hoed met zijn mouw opstrijkende, voor hij
bij no. 1 aan de schel trok. Hij geloofde
niet in bellen, op grond, dat dienstboden
het zelden hooren en als zij het booren en
open doem, zijn ze geregeld nijdig, wanneer
iemand van mindere beteekenis dan een
markies zich aanmeldt.
Hij had echter nu toch eenig geluk,
want ondanks de bittere koude, wordt de
deur in minder dan een minuut open
gedaan.
Ik hem hem de heer Ribble
moest zich geweld aandoen. Hm, zou ik
het genoegen mogen hebben, even mijnhee-
te kunnen spreken?
Het dienstmeisje keek hem aan.
Mijnheer wenscht op dit uur niet ge
stoord te worden, vanmiddag.
Misschien, zei de heer Ribble kordaat,
kan ik mevrouw spreken, een oogenblik
maar.
Is het belangrijk? vroeg de meid.
Zeer belangrijk, antwoordde de heer
Ribble...
Het was misschien een jong meisjei of
zij voelde medelijden met het niet minder
gedistingeerd voorkomen van den heer
Ribble, ofschoon dienstmeisjes in dat geval
zeer zelden aan medelijden mank gaan,
maar zij liet hem binnen.
Wil u even binnen gaan, dan zal ik
de juffrouw vragen of zij u wil ontvangen.
De heer Ribble werd alleen gelaten in
een vertrek, dat dienst scheen te doen als
bibliotheek, want aan alle kanten stondci
kasten, met boeken volgepropt. Hij zou er
gaarne zijn eerstvolgende maal aan ge
geven hebben al lag dit ook nog in 't
verschiet van alle waarschijnlijkheid
had hij eenige van deze schatten eens
kunnen inzien, maar het zou niet beleefd
zijn en evenmin zakelijk. Daarom besteedde
hij zijn tijd aan het uitpakken van zijn
tasch en van de kunstgrepen van het be
drijf, waardoor een bewoner tegen wil en
dank verplicht was te luisteren naar de
deugden van de fakkels, wanneer deze
weder werden ingepakt.
Goeden morgen. Ik ben bang, dat
vader het te druk heeft om u te ontvangen.
Kan ik O!
Een elegante jonge dame met prachtig
zwart haar en een roode japon (juist de
kleur om de honden verre te houden, dacht
de heer Ribble, die al berekende, wat het
wel zou kosten, als Marie zoo Iets kreeg)
was de kamer binnen gekomen vol Ijver
zoeker van haar vader, toen hare oogen die
op den heer Ribble waren gericht, met een
openhartige uitdrukking plotseling den hoop
Jubkin's onfeilbare brandbluschmiddelen (in
fakkels) ontdekten, die door den heer
Ribble op den grond waren gelegd.
O, zei ze, u hebt deze laten vallen?
Het was den heer Ribble of zijn keel
werd toegeschroefd.
Mevrouw., ik., vraag pardon. Ver
langend zijnde om te verkoopen
De beer Ribble kwam niet verder.
Wat is dat? vroeg zij nieuwsgierig.
Brandbluschmiddelen, zei mijnheer
Ribble als een automaat, Onfeilbare brand
bluschmiddelen (in fakkels)
Ha., o, ik zie het al u wilde vader
er eenige verkoopen.
Zoo werd de heer Ribble weer aan zijn
beroep herinnerd.
Het is mijn beroep, deze te verkoopen,
legde hij uit. Ik vrees, dat ik u niet deran
geer, het is dikwijls zoo moeilijk om
iemand te spreken te krijgen. Daar is tijd
voor noodig en....
Ik zie het, zei het meisje.
Zou het mogelijk zijn vroeg de heer
Ribble, wiens welsprekendheid helaas er
niet op berekend was partij te trekken van
een medelijdend hart, zou het mogelijk ziju
u er eenige te verkoopen? Zij zijn beslist
onmisbaar.
Dat geloof ik gaarne, was het vriende
lijke antwoord, maar, zooals ge ziet. heb
ben wij er reeds eenige van een ander
merk.
Zij wees op eenige groote flesschen, die
tegen den kant op een kast stonden en die
aan de aandacht des heeren Ribble's niet
zeer kritischen blik waren ontsnapt
Ik zie, het spijt me, dat ik u heb lastig
gevallen. Ik.... De heer Ribble liep in de
richting van de deur, terwijl hij sprak en
keerde toen om. Mevrouw, Jubkin is onfeil
baar, bepaald onmisbaar, een bibliotheek,
die... alleen deze boeken.... denk eens aan
de mogelijkheid, dat zij vlam vatten en
die flesschen bleken niet te beantwoorden
aan het doel?
De smeekende stem van den heer Ribble
moest het meisje iets van zijn wanhopigs
positie hebben doen begrijpen, wat zij sprak:
Nu, ik weet dat mijn vader steeds be
zorgd is voor zijn boeken en als uw fakkels
werkelijk doeltreffend zijn:
Vergun mij het u aan te toonen.
De heer Ribble hield een proeffakkel in
een bevende hand. Wil deze nu even over
den haard uitstrooien.
Zij nam den fakkel en boog zich voor
over.
Het volgend oogenblik en voor de fakkel
was gebruikt, flikkerde een vlam hoog
boven het houtvuur bij toeval op, en het
volgend oogenblik stond zij in brand. Zij
gaf een gil, maar mijnheer Ribble toonde
tot zijn eigen verwondering, hoe kalm hij
was en bedaard zeide:
Blijf staan, het is dadelijk uit!
Tegelijkertijd greep hij haar den fakkel
uit de hand en strooide den inhoud over
haar uit. Tot zijn grooten schrik groeide
het kleine vlammetje terstond tot een groote
aan alsof hij olie over haar in plaats van
Jubkin's Onfeilbaar Brandbluschmiddel (in
fakkels) had uitgestrooid.
Het hart van den heer Ribble klopte zoo
om recht te doen wedervaren aan den be-hard, dat zijn ribben gevaar liepen te bre
ken. Nooit had hij kunnen donken, dat hij
voor een bedrieger had gereisd. Het gel ooi
in het feit, dat hij ten minste eerlijk werl
verrichtte, had hem in vele uren van ont
moediging staande gehouden. Hij zou liever
van honger gestorven zijn, dan zulk een
werkkring te aanvaarden. En nu, op hei
kritiek moment had het ding geweigerd en
de gevolgen van zijn fout verlamden hem
bijna.
De vlammen lekten aan zijn linkerhand,
waarmede hij den fakkel vasthield. Geluk
kig begon het meisje te gillen en dit bracht
hem tot bezinning. Hij greep eenige kleedjes
die op dem grond lagen en sloeg ze om
het meisje heen, waarna hij haar op den
grond legde en nog meer kleeden over
haar heen stapelde.
Dank u.
Een hall verstikte stem, waaruit echtei
diepgevoelde erkentelijkheid sprak kwam
onder den hoop vandaan, en mijnheer
Ribble stond op ternauwernood wetend
wat hij had gedaan. Zijn handen deden pijn
en hij voelde eene eigenaardige tinteling
aan zijn slapen.
Ik hoop, dat u zich niet bezeerd heeft,
stamelde hij. Ik zou het mij nooit vergeven
Ik wist
U hebt mij het leven gered, zei ze, en
op dat oogenblik ging de deur open en een
man met grijzend haar kwam haastig
binnen.
Bet sy, zei hij, en bleef verbaasd staan.
Het is niets vader zei het meisje. Deze
heer heeft juist mijn leven gered Ik stond
in brand.
En de heer Ribble bleek een held te zijn
Het duurde eenigen tijd voor hij begreep,
dat men hem bedankte en niet vervloekte.
Hij had verwacht, de deur uitgetrapt te
worden en zou iedere bestraffing met ge
latenheid hebben ondergaan
Maar na verloop van een half uur, toen
zijn verbrande handen waren verbonden en
een glas wijn hem wat op zijn gemak had
gebracht, vernam hij, dat de heer Easing
ton, eigenaar van die prachtige bibliotheek
zich afvroeg wat hij wel voor hem, den
heer Ribble zou kunnen doen, om zijne
dankbaarheid te toonen voor het zoo moe
dig en met zooveel tegenwoordigheid van
geest redden van zijn dochter
Maar het was mijn schuld protesteerde
de heer Ribble.
Volstrekt niet, mijnheer, in het geheel
niet, zei de oude heer. En zif is heelemaal
ongedeerd. Vertel nu, wat kan ik voor u
doen?
Deh eer Ribble waagde het te vragen of
mijnbeer hem misschien zou willen toestaan
de bibliotheek eens te bekijken.
Waarde heer, zoo lang en zoo dikwipa
als ge verkiest! zei mijnheer Essington
Wacht eens! hij keek den heer Ribble
onderzoekend aan, misschien had zijn doch
ter hem wel even gepolst. Ik vraag mij
af... of u mij misschien niet 'n bibliothecaris
aan de hand kunt doen? Ik heb het zoo
druk en nu ik een nieuwe bibliotheek
achter mijn huis heb laten bouwen, moet ik
Iemand hebben om alles in orde te brengen.
Ik dacht, dat als ik eens begon met 150
per maand te geven.
De heer Ribble keek hem aan.
Als... als...
U wilt toch niet zeggen, dat u zelf er
lust in hebt? vroeg mijnheer Essington,
blijkbaar verheugd. Waarde heer, als dat
zoo is, zal ik er 200 van maken. Van het
eerste oogenblik af zag ik, dat u bij het
onderwijs waart geweest, op mijn woord.
En aldus werd besloten, en de heer
Ribble zag zijn hartewensch vervuld.
En toen hij 's middags thuis kwam, en
alles aan Marie vertelde, toen was het
alsof een verhaal van Dickens aangevuld
was met het sprookje.
En Jubkin kan voor mijn part naai
den drommel loopen lieve! zei de heer
Ribble.
Over de bezwaren aan het vliegen op groote
hoogte verbonden wordt in „Het Vaderland"
o.m. het volgende opgemerkt:
De voornaamste factoren, welke liet vliegen
op groote hoogten bemoeilijken, zijn de sterk
afgenomen luchtdruk en zuurstofspanniug, en
de sterk gedaalde temperatuur. De laatste
neemt eerst regelmatig af met ong. 0 6 gr.
Celsius per 100 M. om boven de elf kilometer
constant tusschen de 50 en 60 graden te
blijven (het bericht als zou Soucek een temp.
van —80 gr. aangetroffen hebben, moet op een
vergissing berusten); de luchtdruk bedraagt
op 5500 M. de helft van dien welke op zecpell
heerscht en is dan voor den mensch nog niet
bijzonder hinderlijk, doch neemt daarboven
regelmatig af tot voor de organen zeer gevaar
lijke verdunningen (op 12000 M. nauwelijks een
zesde van den normalen druk). Het probleem
van het vilegen op groote hoogten bestaat voor*
namelijk in het opheffen van de werking dezer
factoren op motor en mensch.
De reden, dat men voor economischer en
sneller luchtverkeer deze hoogten wil opzoe-,
ken, ligt in het feit, dat bij gelijkgebleven ar
beidskracht de bewegingssnelheid omgekeerd
evenredig zal zijn met de luchtdichtheid. De
tegenwoordige verkeersvliegtuigen zouden hun
snelheid kunnen verdubbelen door een twaalftal
kilometers te stijgenals de arbeidsr
kracht maar gelijk bleef. Maar de benzinemotor,
die immers zijn kracht ontleent aan de ver
branding van een gasmengsel, dat voor 15/16
uit lucht bestaat, is op die hoogte al lang bul
ten gevecht gesteld. Reeds thans vindt men bij
nagenoeg alle vliegtuig-motoren een inrichting
voor het geven van z.g, „hoogtegas", welke op
grootere hoogten, d.w.z. bijv. 2500 M., in wer
king kan worden gesteld, waardoor het quan
tum aangezogen lucht ,in verhouding tot de
benzine allengs wordt vergroot. Eveneens be
staan er vindingen, die beoogen de Ijle boven*
lucht te comprimeeren aleer zij den motor, dan
op normale spanning, wordt toegevoerd. Zal
men willen profiteeren van de economische
voordeden, welke het vliegen op de groote
hoogten biedt (verdere en snellere reizen bij
gelijke arbeidskracht en andere kosten, of even
verre doch snellere reizen bij gelijke kosten
als thans) dan zal op deze gegevens moeten
worden voortgebouwd, indien men althans geen
waardigen vervanger voor den verbrand inga-
motor kan vinden.
Niet minder zullen voor de inzittenden dei;
hoogtevliegtuigen bijzondere schikkingen moe
ten worden getroffen. Het onlangs uitgekomen
zeer interessante proefschrift van luit,.vlieger
dr. J. Jongbloed: „Bijdrage tot de physiologie
der vliegers op groote hoogten" geeft een schat
van materiaal betreffende de nadeeiige werkin*
gen, die de omstandigheden in de hoog-2re at
mosferische lagen op het menschelijk orga
nisme kunnen uitoefenen. Wij noemen slechtst]
achteruitgang der algemeene physieke gesteld
heid onder invioed van de verminderde par*
tieele zuurstofspanning, zelfs bij zuurstoütoe*
voer ten slotte (12.000 M.) buikkrampen en ge
wrichtspijnen (door vorming van stikstofbellen
in de weefsels), fatale werking (boven tl.500
M.) der koude, dreigende bewusteloosheid of
zeifs dood hij overschrijding (eveneens ondanks
zuurstoftoevoer) eener individueele „critische
hoogte" welke in 't algemeen boven 14.000 M.
zal liggen (tenzij wordt geademd in een kunst
matig op 1 atm. spanning gehouden ruimte.)
Hoe in het hoogtevliegtuig de diverse wer
kingen op motor en mensch zuilen worden
opgeheven, ls een probleem, welks oplossing
het economisch luchtverkeer een heel eind
nader, zoo niet met éénen binnen ons bereik
zal brengen. Het meeste kans van slagen
schijnen wel die projecten te hebben, dié uit
gaan van de gedachte, dat èn motor(en) èn in
zittenden in een zelfde ruimte zullen moeten
worden ondergebracht, een ruimte .welke her*
metisch van de omringende atmosfeer is afge
sloten en waarin de lucht door comprimeering
dier atmosfeer in dezelfde omstandigheden als
beneden op het aardrijk wordt gehoudeq.
Altijd dezelfde
't Was in den nacht dat de ramp te Am
sterdam gebeurde em het populaire Paleis van
Volksvlijt in vlammen opging.
Iedereen die den reoden gloed waarnam, ging
de straat op. Overal bleeke nachtgezichten met
schrikoogen, zoo jui§t uit de eerste slaap wak
ker geschrokken.
In dichte drommen stonden de menschen
machteloos en spijtig het verwoestend schouw-
spel gade te slaan.
Slechts hier en daar werd een enkel woord
gesproken of klonk er een plotselinge uitroep.
De Amsterdammers stonden als geslagen.
Toen, opeens, een scherp dun stemmetje van
een klein Joodje:
„ICwetta-reipe, meheere! Kwetta-reipe!
IN JUNI ZAL DE VOLK EN BONDSVERGADERING voor het eerst eens niet te Genèvö
bijeenkomen. De heeren hebben dezen zomer Madrid uitgekozen voor hun samenkomst. Op.
onze foto zien wij het paleis wj den Senaat, waar de zittingen zullen woTden gehouden.