FEUILLETON DE IDEALIST I SCHAAKRUBRIEK. I- DAMRUBRIEK. b" r-~ r> p m - L| MAANDAG 10 JUNI 1929 MODEPRAATJES. .édactcur eJu P. A. KOETSHEID, Singel 82o. Schiedam. Verzoeke allo msdedeelingen aan bovenstaand te richten; CORRESPONDENTIE. (s. WC F. Ni te"Ml,Zooals U ziet hebben we er ot. pdon i bijgevoegd. H; V. te R. Van No. 4154? gaaf t U aan vcDhl,,ldertegen kan.zwart, zich; om, verweren; joon 1.,.,.., e5©4. H. J. V. te O. Nó. 4146.. is< wel degelijk hl jbrde. Probeer maai1 eens: 1 P«2f4, Ke536}, <1 Da5—c7:t, Kdfl—c5'; 3Pf4—e6±. U PROBLEEM Nó. 4105: 1 A. MARI. I 1de en 2dft- prij»; ex aequo 2dft halfjaarl, tornooi- 10Ï8v „ChaKmati en CliacIiKi 0*4". i Mat.in> t.Wïfee.zetten.. - PARTU Na. 910. SPAANSCHB PARTIJ. Gespeeld in den wedstrijd BerlijnKopenhagen. Z.wart: E. Post, Berlijn. e7e5 PbS—c6 a7aS Pg8f6 Pf«Xé4 PROBLEEM- No. 4185. P. NEUNIWAKO; Bekroning; en tornooi ais voren. Mat in t w e e= zetten. Wit: A. Desier, Kopenhagen, 1. e2e4 2. Egl—f3 3. Lfl—b5 4. Lb5—a4! 5*. 0i-O' 0.' Tflel Ben onüerwetBche speelwijze, die- den- tegen stander geen; moeilijkheden' bereidde^ doch daar om: nog. niet verkeerd is. 6, Pa4*cS 7c. Lsl4XcS dJXpS 8. PiaXea. Löt -aT 0. d2d4, PcS—-eS 10. Pe5—f8 Wit lhat dén gebi-uikelijken zet 1®. e® achter wege en volgt zijn eigen weg. 10; 0>9' 11. c2e4 Daar zijn zei Deze voorstoot' iB< dB oorzaak van allB.volgende.moeiiyitheden, daar dB dhpion zwak wordt. Zwart maakt, «r- direct gebruikt van; IR Le7-18 12. lildó Het noodzakelijk gevolg,, want na 12 Le3 komt c0r—c5.. 12cSXPS 13. c4Xd5 PeB*c5 Hier 3taat nu, het paard uitmuntend!-' 14'; Pblc3 Le8f3 13: Pf3—e6 1 Om hét veld 33 ttn beschermen. Betrekkelijk beter was-- 15 Pd4j, I.g618 Le3. 15. TI8—00 16. £2£4 Daardoor verliest de wltta stelling- steeds, meer aan soliditeit, de meerderheid van den tegen stander wordt, steeds duidelijker. 16: DdSdB 1T. g2—g.4 Lf5d7 18; Pe6Xd7 TeS—elf 19; DdlXel DdfiX'd? 20: Del—dl; De eenige zet, dife gelijktijdig d5 en g4 dekt 20Ta8e8: 21., g4—g5 D£6Xc3 22. b2Xc8: Dd7XbS De zwarte officieren dringen onwederstaanbaar. in 't vijandelijk, kamp. Wit is verloren. 23. Lel—d2 Ec5—d3 24.. Tal—bl fe7b5 25. a2aï Hbpelboze passiviteit!' Doch na- 25 a4 volgt eenvoudig' bal (28 DXa-f? Te2.) 25Te8—e4 28: Ddl—fp Dh3—g4f 27. Kgl—hl Of 27 Dg2. DXg2- 28 KXs2, Te2f; 29 Kf3, TX3230 Ke3... Tb£! 'enz. 27: Bg4>eSi Beslissend. De, looper gaat nu verloren. 28. Dfl—e2 Te4Xe2 29. c3—c4 Tfe2Xd2- 20. c4Xb5 aGXbS 81'. TblXBS' Kg8—f8 32. f4—f5 Pd3-f4 33. Khl—gl Td2Xd5 en zwart wint ln weinige zetten. Een leerrijke partij; (Aanteekeningen van A. Becker in de Wiener Schachzeitung. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4154. 1. Ddlgl enz. No. 4155. 1. Pd5—eT. 1. Pd5e7; Kd6; '2. PCÏ+, Kc5; 3. D£5f. 1Pc7, Pd6, Pf6 (PfS ad Ub.), Fg7; 2. Dfof, Dg7f, De6f, Dd5t enz. No. 4156. 1. Pg3—f5, IKfG (d6d5), ef5t Ds'7f, Df7 enz. GOEDE OPLOSSINGEN. H, v. Gaaien, Rotterdam alle; J. L. v. Grie ken, Rotterdam alle; J. Marcelis, Rotterdam !ho. 4150; W. H. Haring, Kethel no. 4154. Alle correspondentie te richten aan diera km- redaceur dezer courant. No. 68. (9 J,uni 1929.), CORRESPONDENTIE. G. J. A. Z. te N.-V. In den door U opge geven stand plaatst U voor wit zoowel als voor zwart een schijf op 40. Wilt verbetering zenden. I. v. H. te d. H. Wh kunnen niet in her halingen treden. Knip iedere week da damru- briek uit en bewaar ze. PROBLEEM No, 145. W. J, v. <L VOORT, Nieuw-Vennep, Zwar tt Wit: Zwart; 8,/12, 15, 18; 20, 22, 23, 25, 30 en 36. Wit: 21, 29, 32/3, 37/8, 4*3/8 en- 50. PROBLEEM No. 146. J, BOELENS, Nieuweschans. Wltr Zwart: 2, 4, 7/10, 12/3, 1T, 19', 23, 26, 28 en 36. Wltr 18, 20/1, 24/5, 30, 32, 87/9. *2/4, 47/8. EINDSPELEN C. BLANKENAAR. Z w art Stand; wit 3 dammen op 5, 30, 36 en een schhf op 10, Zwart dam op 47 en een schijf op 4. "Toen dit stuk verscheen meenden velen, dat de stand niet logisch te verklaren was. Onze Grootmeester, die voor alles er naar streeft, na tuurlijke standen samen te stellen, gaf onmid dellijk aan, hoe men logisch tot den stand op het diagram geraakt. Plaats hiervoor de witte sehhf van 10 naar 19 en tevens een zwarte schhf op 9, de zwarte dam van 47 naar 15. Wanneer men zich den oorspronkelijken stand zóó voorstelt, dat zwart speelt 914, -wit 19 10, Dit spel is heel verklaarbaar, want als de zwar- ta schhf op 9 verloren gaat, la de parth ook verloren. Daarom speelde zwart 914 en ver volgens 1547. ®p déze zeer logische wijze zijn wh tot den stand op het diagram gekomen. Nu de geniale afwikkeling. Wij aanschouwen een winstgang, welke geheel nieuw is en waar van elke- dammer zal genieten. L 36—13 Waarom deze dam op veld 13 gespeeld moet worden, kunnen wh P'-lH duidelijk maken bh den 2en zet. X. 4 15 2. 5—19 In- de volgende, variant ziot men, waarom vak 13 bezet moet worden, bij-v. speelt men de zwarte dam op een der velden van 29 tot 47, dan wit 19—24 20), 30—25 en zwart is verloren Deze winstgang is alleen mogelijk, doordat de ARME SCHOOLMEESTER. D. Wouters schrijfSt ln „Valoo-ooli", Maand blad voor Opvoeding en Onderwijs: „Het speliliingvmaagiatuik is voor vel© mieu- scflien d e taaJlstudii-e,, In mijn opstól „Ons Ne- derlamdeóh" heb ife indertijd betoogd, dat de eigenlijke spelling, niets met de taal te malken heeft. Of lik schrijf leezen, lezen of leeezen, heeft voor het wezen van het woord geen ver andering tengevodige; omdat hot slechts een benaderende g-ezdehtsultbeeldiimgvan den klank is. Al wie den vorm ails.het taalw-ezen beschouwt, heeft geen Inzicht in de taal. Maar er moeit nu, eenmaal, omdat we de zelfde taal spreken, uit oeconomiisch-e overwe gingen een zekere eenstemmigheid zijn,, en diie eenstemmigheid hebben De Vries en T-e Winkel wetenschappelijk veroverd, maar voor de prac- tijk onduldbaar moeilijk gemaakt.'' PROBLEEM No. 4166. W. en F. W. NANN1NG. Eerste plaatsing. Mat in drie zetten. Oplossingen over drie weken. Deze worden Bh ons ingewacht tot Dinsdag- 25 Juni. Probleem No. 14®. Zwart: i, 7/9, 12. 15,/, 17. Wit: 20, 26/7. 30, 32/3. 39 en 44. Wit 26—21 (zw. 15 35) 27—22 (zw. 16 29) en 22 4, witte dam op 13 staat. Ter vergelijking plaatse men deze dam op 18, dan is het duldehlk, dat deze winstgang niet mogelijk is, omdat de dam langs de lijn 2047 vlucht. 2. 15—20 3. 13—4 Belet hiermede de zwarte dam te komen op een der velden van 29 tot 47, wegens 1914. Deze zet heeft nog een beteekenis, die wh straks zullen zien. 3 .20—24 Op 2025, dan wit 415 en 1924. Ziedaar de dubbele werking van de witte dam op 4. 4. 19—13 24 35 5. 415 Gewonnen. Het geniale ln dit stuk is de stand, dien wh nu zién. Béide kleuren hebben elk slechts 2 stukken, (Wit heeft 2 dammen), zonder schijn van opsluiting en toch is zwart vertoren, bijv. gaat deze op 41 dan wit 13—30, 35 24, 15 36. De zwarte dam evenmin op 36; dan wit 15,4 en op 3540 volgt 1£24. Hoewel slechts, zes zetten diep, ia. dit niette min een bijzonder geniaal stukje, hoogst leer zaam voor eiken dammer. De graote eindspel- componist Blankenaar heeft hiermede ons spel met een nieuwen winstgang verrukt. Zwart. Zwart'7 en 39. Wit 17, 26 en dam op 4®. 1. 17—11 7 16 2. 46—28 3943 3. 2832 4349 A 4. 32—27 j A Op 43—48 wit 32—37 en wint. Zwart 6, dam op 49. t-j j Wit 16, 17, 43, dam op 47. Wit speelt 1711, daarna 4736 en 3627 en wtnt. 0 OPLOSSINGEN. Probleem No. 137 (Grandmouging). Zwart: 7, 13/4, 16, 17, 19, 21/2, 27 en 2?. Wit: 15, 29. 30, 37/40, 43 en 46. Wit 38—32. 39—33 (zw. 49 24) 29 27 (zw. 21 41) 33 i 2 (zw. 4147) 47 20. Probleem No. 138 CR- GalUard). i Zwart: 3, 7/1®, 12. 16/18, 21 en 28. t Wit: 19, 23/4, 29/31. 35, 37/8 en 40. Wit 1914. 38—3», 29—23. 38—24. 37—32, 401—34 en 35 4. Probleem No. 139 (R. Galïlard). i Zwart: 22/3, 26, 28, 3® en 34. Wit: 2T/9, 41, 49 en 50. Wit 37—32 (zw. 28 46) SB33 (zw. 46 44) en 49-27. Goede oplossingen ontvangen van: L. Turk, H. S. P. Vrijburg en J. v .d. Hulst, allen Oud- de; A. G. L> Oerlemans, Utrecht; W. J. v. d. Voert, Nieuw-Vennep; H. H. W. Borghardt, Joh. Lodewijk*, C. r. A. S„ J. P. H. en J. S„ allen Rotterdam; A. P. v. Westveen, Zegwaard; G. J. A. Zoet, Nieuw-Vennep; D. de Waard, den Haag. Stand; wit 2 dammen ©p 6 en 50, schhf op 46. Zwart dam op 5 en sehhf op 10. Bovenstaand eindspel heeft een stand, welken men eens gezien, nimmer vergeet; dit is een merkwaardigheid, waardoor in de eerste plaats dit eindspel bh uitstek geschikt en bestemd zal zijn om propaganda te maken voor het .nobele damspel. De tweede hoogst origineele eigenschap van dit eindspel Is de witte schhf op veld 46; ter wijl de dammen ijverig in de weer zijn, speelt zh, rustig toeziende, de hoofdrol, alleen aan het slot treedt zh actief op. De derde eigenschap is de scherp belhnde logica, waarmede dit eindspel tot winst wordt gevoerd. De meeste van Blankenaars meesterwerken zhn even zwaar als bijv. de sonates van Beethoven, doch dit is een compositie, welke meer overeenkomst beeft met een schoon lied van Mozart. Oplossing. De eerste zet van wit is hel bezetten van veld 22 door een der twee dam men. Zwart heeft nu maar een zet, n.l. 1014, want op 1015 antwoordt wit met 2231; dus 1014. Wit bezet nu met de dam van 22 veld 4. Dit ls de krachtzet, zwart Is gedwongen 1419 te spelen. Wit bezet vervolgens met de andere dam veld 17, zwart weer gedwongen 1923, wit 1726. Zooals men ziet wordt zwart geen kans gegeven zhn dam te verplaatsen, Zwart vervolgt dus zijn wandeling met de schhf op de lange lijn en speelt 2328. Thans treedt het spel een andere phase in. Wit speelt 2648. Als nu de zwarte dam verplaatst wordt, b.v. naar 19, dan speelt wit 422 en 4837, waar na de schhf op 46 de zwarte dam slaat en verder tegen de zwarte schhf op tempo wint Dus zwart speelt 2832. Wit herstelt het verband door 4—15, dreigende 1533. Zwart, ten einde raad, offert de schhf en de witte sehhf op 46 doet de zwarte dam triomfantelijk verdwijnen. Wie aan het eindspel zhn damstudie wijdt Wint waar een ander remise verbeidt Nog twee ar.dere eindspelen van denzelfden componist. Zwart: 23, dam op 5. Wit: 24 en 40, dam op 4. Wit 24—19 en 4—10. Op 14—20 wit 1»40; op 14—19 wit 10 46 wint. Zwart schhf op 45. Wit drie dammen op 2, 5 en 36. In deze schijnbare remise-s':elling weet wit nog een fijne winst af te dwir .r 1. 528 45—50 2., 3622 50—45 3. 2350 45—23 of ander los veld. 4. 2— 7 23 1 5. 50—45 1— G 6. 45—50 Zwart: 9, dam op 3. Wit:. 18. 19, 26 en 28. 1. 18:13 A 9 18 2. 1913 18 9 3. 28—22 4. 2217 wint. A. Op 28;22 zwart 913; remise. Wit. De hier weergegeven tailleur is van dun, marine crêpe-de-laine. Het jaquette is gevoerd met wit erêpe-de-chine, met blauwe stippen, waarmede bet heel sober ook is geboord. Het model ls eenvoudig en toch elegant. De blouse valt in den rok, die de taille op de normale plaats laat vallen. Op het oogenblik teekent zich het streven af de casaque te kiezen in een tint, die contrasteert met het costuum. Men kiest in dit geval het beste een blouse van beige crêpe-de-chlne, tenzij men voorkeur geeft aan een lingerie-model van wit linon. Parijs, 4 Juni 1929. Voor de meer eiegante toiletten, die in vele omstandigheden voor den namiddag vereischt worden, komt de moderne tailleur nog altijd op de eerste plaats. Groot en verscheiden ia het aantal modellen, dat gedragen wordt Een heel elegante combinatie vormt, om maar Iets ta noemen, een jupe van zware popellne en een kort manteltje met één knoop op een vest van witte piqué zijde. Ook crêpe-de-chine wordt op het oogenblik voor tailleurs gebruikt; die tailleurs worden dan gedragen met een vos en capellne. Zelfs bedrukt crêpe ziet men bij tail leurs toegepast. En speciaal ter afwisseling van een effen wol laat die stof zich uitstekend en met veel sucoes gebruiken. Over het alge meen zijn ook de dunne stoffen ,als crêpe-de. laine, heel gezocht voor de nieuwste tailleurs. Een mooi voorbeeld geeft onderstaand teeke- nlngetje. VRIJ NAAR HET ENGELSCH VAN E. P. ISPHILL 25) Maar nn die tte'n Le^y, vroeg hij nogeens. We hebben n dw- tfen tijd gelet, zeldo Zij, terwijl haar oog en zich weer met tranen tuiden. We dachten, dat het nog vóór. tienen Mas. en het was al over elven. Ik weet werkelijk biet, wat moeder zal zeggen. Wat gaan jullie nu beginnen? vroeg hij. Zij keek zenuwachtig om zich heen. Mr. Hurd zal. ons bij kennisen van hem Onderbrengen, antwoordde zij. En hij beeft be- 'oofd, dat hij moeder alles uit zal leggen. Hij Aogt, dat het zijn. schuld is. Hurd kwam nu. toornig naderbij. Hoor eens erven, zei hij tot Macheson, bent ,M ons overal achterna g-eloopen? Neen, antwoordde M-acheson kalm, maar -*k ben erg blij, dat ik u weer getroffen heb. Het spijt me, dat ik niet hetzelfde kan zes- I.Ben, zei Hund. Komaan, jullie.! Letty beefde over haar heelo lichaam. Wees nu niet zoo dwaas, Letty, zei Stophen ,tat haar. Het wordtr hoog tijd, dat we gaan, tuders zijn de menschen naar bed. Doch het meisje Reek-maar, met wijd openge- Pcerde oogen. Haar lippen trilden. Zij was 3°taal in de war. Zij was hang, en nam onwil- ekeurig haar toevlucht tot Macheson. De menschen begonnen nu naar- lien te kij- «tea, Macheson geleidde haar naar bulten, en Surd kwam achter hen aan. onder het uiten van woedende protesten. Holderness volgde hen op den voet. Zeg eens even, begon Hurd,, terwijl hij, zijn arm op Macheson's schouder legde. Macheson schudde hem van zich af. Mr. Hund, zeide hij, op gevaar af van onbe schoft te schijnen, moet ik u verzoeken, dit geval aan mij ojer te laten Wat voor den duivel hebt u daarmee te maken? riep Hurd woedend. Ik kan niet anders doen, dan herhalen, wat ik gezegd heb, verklaarde Macheson. Hurd wendde zich to-t Letty, en de anderen, die hen gevolgd waren. Kom, Letty, vooruit menschen, dezen kant uit! Doch Macheson liét hen niet gaan. Neen zei hij, het gebeurt niet, als ze zelf niet wil. Er -gaan nog meer treinen, dan die van tien uur. Hurd keerde zich om, als om hem te slaan, maar Holderness kwam tusschenbeide. Met zijn hoofd en schouders stak hij boven den ander uit. Ik geloof, zeide hij, dat ik het verzoek van mijn vriend steunen moet. Hurd beefde van woede, doch- antwoordde niet. We hebben er niet op tegen,, dat u mee gaat naar het station, zei Macheson. Je kunt naar dfe wloopen, antwoordde Hurd op wilden toen. Letty, wat wil je? Het meisje aarzelde. Dan wendde zij zich tot Macheson. Ilc zou liefst naar het station gaan, en desnoods wachten, zei ze. Dan zullen We zoo vrij zijn, u daarheen te brengen, zeii Macheson. Precies, zei, Holderness bedaard. Het meisje zag zoo bleek als de dood, ea vermeed het, om naar Hurd te kijken. Deze deed snel een pas, naar haar toe. Heel goed, jongedame, zei hij. Ga dan maar, en blijf er dan ook maar. Zij begon weer te waenem. Ik woudat ik ie nooit gezien had, snikte zij, nooit! Hij draaide zich op zijn hielen om. Een scene wilde liij. allerminst. Het kwam hem voor, dat een man van de wereld zulk een situatie kalm onder de oogén zag. - Heel goed, zei hij, daar zullen wij het dan bij laten. Hij bleef staan, om een sigaret op te steken en slenterde weer terug naar het restaurant, dat zij zoo juist verlaten hadden. Letty weende nu op hartverscheurende wijze. De beide jongemannen keken elkander ietwat ontstemd aan. Dan begon Holderness te lachen. Je bent een pracht-exemplaar van een Don Quichotte, om een avond mee door te bren gen, zei hij zachtjes. XVII Het meisje weende nog altijd, zachtjes, maar onafgebroken. Zij, greep Macheson bij den arm. - Neem me niet kwalijjk, mijnheer, zei ze, maai- ik geloof, dat ik toch maar het beste met Stephen en dè anderen mee zou gaan. Denk it, dat ik hen nog vinden kan? Ik geloof, dat je dat nu beter niet zou doen, Letty, antwoordde hij. Mijn vriend en ik zuilen je op den trein zetten. Het is heel vriendelijk van u, mijnheer, zei het meisje lusteloos, maar het komt er nu toch niet meer op aan. Moeder zal het me nooit vergevenen de anderen zullen alles vertel- lenj; vanavond Iaat durf ik niet meer thuisko men Dan zal ik maar liever hier blijven We zullen eens overleggen, hoe we dat ln orde brengen, zet Macheson. Ik wou alleen maar, dat ik een relatie in Londen had. Kun jij wat bedenken, Dick? Ik kan de jongedame bij mijn vorige hos pita brengen, antwoordde Holderness. Ik denk, dat die nu nog wel te bereiken is. Waarom kan ik niet naar het station gaan. en wachten tot den trein van vijf uur? zei Letty, in haar geweldige angst voor de groote stad. Zfj liepen langzaam in de richting van Piccadilly. Een fijne re-gen was beginnen te vallen, en de straten glommen reeds. Zij hadden geen van allen een paraplu, en Letty's hoed, met zijn goedkoope lint en bloemen, vertoonde teekenen van verval. Opeens kreeg Macheson een Idee. Hoor eens hier, zei hij. Als je vannacht eena bij miss Therpe-Hatton logeerde, in haar huis in Berkeley Square? Daar zou toch zelfs moeder niets van kunnen zeggen, is t wel? Hét meisje keek op, met een plotseling^n straal van hoop op haar gelaat. Neen, dat denk ik tenminste niet, 'gaf zij toe. Maar ik weet niet, waar het is, en ik geloof ook niet, dat ze me zouden opnemen. Ik weet, waair het is* zei Macheson, en of ze je opnemen, zullen wij wel zien. Ik ge loof, dat miss Thorpe-Hatton daar nu wel zelf is. Houd dat rijtuig aan, Dick. Zij stapten in eesi juist voorbijkomend rijtuig en Macheson gaf den koetsier het adres. Het meisje begon wéér alle vertrouwen te verliezen. - Het huis is zeker gesloten, zei ze. In ieder geval is er een huishoudster, zei Macheson vol verwachting. We zullen het wel klaarspelen, wees daar maar niet bang voor. Ik denk, dat miss Thorpe Halton er nu zelf Is. Letty beefde van opwinding en angst. Ik ben doodsbang van haar, bekende zij. Ze da zoo mooi, en zij kijkt altijd naar je, alsof je iets heel ver weg was. Macheson. werd opeens stil. Een stroom van herinneringen eteeg hem naar het hoofd. Hij had gezworen, dat hij verre van haar sou blij ven. Zeker, dit was een heel andere zaak; in zekeren zin een werk van barmhartigheid. Maar niettemin zou hij haar zien, al was het een oo-genblik. Zijtn hart bonsde geweldig. Hij keek haastig uit het raampje. Ze kwamen reeds aan Berkely Square. Het rijtuig hield stil. Macheson keek omhoog. Aan verscheidene vensters brandde liicht, en een kleine electri- sche auto, met een knecht naast den chauffeur voorop, wachtte aan de deur. Het huis is beweond, zeide hij. Wees niet bang, Letty. Het meisje stapte uit, en kiemde zich aan zijn arm vasit, terwijl zij de straat overstaken. Ik zal hier op je wachten, zei Holderness. Goed succes. Macheson drukte op de bel. De deur werd on middellijk geopend door een knecht, die hen in koele verrassing opnam. We zonden miss Thorpe-Hatton enkele oogenblikken willen spreken, zei Macheson, zijn kaartje voor den dag halend. Het is werkelijk een belangrijke zaak, anders zouden we haar op zulk een uur niet lastig vallen. Zij is thuis, is 't niet? De knecht keek heel bedenkelijk. Hij keek van het kaantje naar Macheson, en van Mache son naar het meisje, en geen van belden scheen hem te bevallen. Miss Thorpe-Hatton is juist thuisgekomen ul( de opera, zei hij, en ze gaat direct naar- gravin Annesiey. Kunt ti morgenochtend niet terugkomen? (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 3