NA DEN OVERVAL OP CURACAO FEUILLETON DE IDEALIST MAATREGELEN VAN BLIJ VENDEN A ARD WOENSDAG IS JUN3 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 2 BLAMEERENDE GEBEURTENISSEN VOOR ONZE INTERNATIONALE REPUTATIE HET DETACHEMENT KOLONIALE RESERVE DE KORTENAER EN DE HERTOG HENDRIK DE WEERBAARMAKING VAN INDIë EEN RUGGESTEUN VOOR NEDERLAND WARMTE IN DEN SENAAT DE GASKWESTIE DE STAKING IN HET HOUTBEDRIJF COÖPERATIEVE VEREENIGINGEN HET MINISTERIEEL ANTWOORD OP DE VRAGEN VAN COLIJN i| Koe de benden binnen konden komen 'j en hoe er gewerkt werd Door den heer Colijn. waren aan den Minister van Koloniën, de volgende vragen gesteld: L Is de- Regeering bereid, zoo spoedig moge lijk meer uitvoerige mededeelingen. te verschaf fen aangaande de voor onze internationale reputatie zoo blameerende gebeurtenissen op het eiland Curasao? IX. W'il de Regeering met name duidelijk maken, waaraan het is toe te schrijven, dat een bende van 500 Venezolanen dermate gewapend kon zijn, dat de militaire politiemacht kon wor den overmeesterd? IIL Kan er op warden gerekend, dat de Regeering maatregelen van hlijvenden aard nemen zal om een herhaling van zulke voor ons koloniaal gezag en internationale reputa tie smadelijke gebeurtenissen te' voorkomen? Hierop heeft minister Koningsberger, het yolgende geantwoord: Vraag I. Toen de aanvankelijk van den Gouverneur van Curasao op 0', 10 en 11 dezer ontvangen telegrafische berichten betreffende de in den nacht van 8 op 9 dezer plaats gehad hebbende gebeurtenissen de. Regeering nog niet in staat stelden zich daarvan een duidelijk beeld t& vormen, heeft dn ondergeteekende den Landvoogd den 12den dezer telegrafisch de hieronder vermelde acht vragen gesteld, .waarop den 14den dezer de vermelde antwoor den zijn ontvangen. Hoe is het mogelijk gewéést dat volledige overval plaats had? 1 De overval wa3 zeer goad georganiseerd. Hoofdzaak was snelheid van uitvoering. Tegen halftien reden drie groots autobussen Bvol personen, ongeveer tachtig, wat op Zaterdagavond een gewoon feit is, met ver borgen wapens met groote snelheid o,p da hoofdwacht, hebben zich. in drie partijen ge? splitst en in enkele: seconden de wacht neder- geslagen, het aanwezige piket omsingeld en het arsenaal bezet. Da aanwezige militairen hebben zich van revolvers bediend voor bun verdediging,. Van aanvallen, was geen. sprake meer.. De opstandelingen waren gewapend, met pistolen, automatische geweren» karar bijnen en klewangs. Man het garnizoen, honderdzesendertig, man sterk,, waren aan wezig zes politiernilitatren in de hoofdwacht en een piket in rust van 24 man. De dienst doende militaire politie surveilleerde op straat en was over 't. geheels stadsdistrict ver spreid!. Twee ploeg,en. waren buiten, dienst en buiten de kazerne. Binnen een kwartuur waren de opstandelingen meester van het fort waarin politie-hoofdwacht, kazerne en arsenaal zijn ondergebracht. Er kwamen, on middellijk daarop van alle kanten opstande lingen aan, die zich, van wapenen voorzagen, en gedeeltelijk gewapend, waren. Kapitein Barren, gealarmeerd, reed. per anta Eet fort binnen, passeerde de Unie bij dé poort» die vuurde, en \riel bij de wacht in handen van dje bende. Waren geen rtchercheberichten omtrent plannen daartoe en in verband daarmede geen veiligheidsmaatregelen genomen? Bij de recherche waren geen berichten om trent dit aanvalplan binnengekomen en waren geen bijzondere veiligheidsmaatrege len genomen. Heeft militaire bezetting geen tegenstand kunnen bieden» hetgeen zort moeten worden afgeleid uit feit, dat omtrent dooden bij over vallers niets berieht? De militaire bezetting, die in het fort aan wezig was, heeft sterken tegenstand gebo den, maar beschikte niet over geweren, ook niet de dienstdoende politie-militairen bui ten. Dezen, gealarmeerd, snelden naar de kazerne» maar kwamen te laat; de toegan gen tot bet centrum der stad bleken reeds afgezet door handlangers. Het is niet be kend. hoeveel gewonden de overvallers had den; dezen weggevoerd worden gezocht. Had tr bericht gevangenneming Börren half tien? Wat geschiede voor dat tijdstip en welke maatregelen.' zijn tusschen halftien en half- twaalf genomen ter handhaving gezag? Van luitenant Berger ontving Ik kort na den overval telefonisch bericht dat Venezue- lanen kazerne aangevallen hadden en ik al les moest sluiten. Ik hoorder- niets- meer en kon geen telefonische verbinding krijgen met politiewacht. Tegen halfelf uur kwam kapitein Barren bij mij op Gouvernements huis en rapporteerde dat hij gevangen was en de Venezuelanen de macht In handen had den en alle wapenen genomen. Zij hadden hem medegedeeld niets tegen Cu ra cao in zin te hebben en wilden daarentegen spoedig met het stoomschip „Maraeaibo" vertrekken met medeneming van buit aan wapenen en munitie Als wij het zouden verhoeden, Reten zij stad plunderen en C.P.I.M. in brand steken. Advies commandant was zorg dat de bende spoedig vertrekt; wij zijn machte, loos en weten niet wat elk oogenblik ge beuren kan: tegenstand is nutteloos. Kapi tein Borrexr is toea teruggekeerd. Zij hadden stoomschip „Maraeaibo" aangewezen als schip te verzocht toen agent. Red D Line bet. personeel te verzoeken het schip te be dienen en. te uitvaren. Hooger personenl aan wezig en bemanning was gevlucht: agent zou maatregelen nemen. Nadien is hulp C.P.I.M. telefonisch aangeboden, tien geweren en revolvers, als onvoldoende afgewezen eu aan geraden voor eigen veiligheid te waken. Bij elf uur luitenant Berger gekomen, had geen gegevens voor maatregelen; kon niet de ver spreide» slecht gewapende militairen verza melen voor tegenaanval. Een telefoonmede- deeling dat een mitrailleur en enkele gewe- weren ïn veiligheid waren. Luitenant Berger gaf last deze naar gouvernementshuis te brengen. Wat daarna tot tijdstip vertrek „Maraeaibo"? Voor die ev waren kwam kapitein Barren terug met aanvoerder en gewapenden zoo genaamde voor onderhandelen. Er werd ge zegd zorg dat wij vlug wegkomen; wij doen niets verder tegen Curasao; U gaat mede. Ik ben loodskantoor gegaan en last gegeven loods spoed te betrachten. Met klaarmaken en bemanning schip, inladen wapenen, munitie ging veel tijd heen. Ik was gevan gen, en stond onder bewaking buiten op gouvernementsplein; van maatregelen, door wie ook genomen, tusschen tien en. half- twaalf werd mij niets bericht. Is bende van óverwal gekomen of plaatselijk geformeerd, zoo ja, uit welke elementen? Bende is. plaatselijk gevormd,; de aan- valstronp» de versterking en afzetttingsben- den elk afzonderlijk. De aanvalstroep was meerendeela vreemde elementen, eerst den vorlgen dag per schoener binnengekomen op goede passen; de rest werd aangevuld door hier gevestigde Venezuelanen en verdwenen weer. Wat is geworden van rest bende? Er zijn ongeveer twee duizend op Curacao reeds een tiental zijn gevangen genome®. Zijn, aanvoeder en hoofdleiders inmiddels bekend geworden? Aanvoeder was- bekend individu, generaal Urbin a-, vorig jaar November uitgewezen, na veertien dagen in het fort geïnterneerd te zijn geweest na een opstootje in Coro; hoofd leider Nachado was ook in Curcagao. bekend als sportsman. Vraag n. De beantwoording van deze vraag is hierboven reeds gegeven. Daaraan moge worden toegevoegd, dat, volgens een aan vullende telegrafische mededeeling van den Gouverneur, aangenomen moet worden, dat door schoeners en langs de talrijke baaien van het eiland1 Curacao wapenen door de bende zijn binnengesmokkeld-. Vraag III. Deze vraag wordt hevestigend be antwoord. Maatregelen van verschillenden aard zijn. reeds. in. overweging. Gisterenmiddag vertrok met het s.s. Amster dam" van de K.N.S.M. het detachement van de Koloniale Reserve, onder bevel van den eersten luitenant der Infanterie L. F. Weyer- man naar Curacao. De commandant van de Koloniale Reserve, majoor J. J. Barendsen, deed het detachement tot aan boord uitgeleide en sprak de mannen namens den Minister van Defensie toe, waarhij hun een voorspoedige reis, een goed verblijf op Curacao en een behouden terugkomst gewenscht werd. Blijkens bij het Departement van Defensie ontvangen bericht bevond Hr. Ms. torpedoboot- jager „Kortenaer" op uitreis naar Curasao zich den 16den dezer ten 12 uur 's middags ongeveer 660 mijl Zuid-Westelijk van de Azo- ren. Volgens berekening heeft deze bodem van Ponta Delgada af dezen afstand afgelegd met een gemiddelde snelheid van 19 mijl per uur. Hr. Ms. „Hertog Hendrik" bevond zich op dien datum ten 6 uur 's middags ongeveer 240 mijl Noord Westelijk van Kaap Finistere. Geheim rondschrijven van Boedi Oetomo BATAVIA, 17 Juni. (ANETA). De pers pu bliceert den tekst van een geheim rondschrij ven, dat door het bestuur der inlandsche ver- eeniging Boedi Oetomo is rondgezonden aan de diverse afdeelingen. In dit geschrift wordt opgemerkt, dat de daden der Ned.-Indische re geering, strekkende tot de opvoeding van Indo nesië tot de zelfstandigheid tot dusverre slechts fragmentarisch te bespeuren zijn geweest, ter wijl bij deze opvoeding juist noodzakelijker^ wijs systematisch te werk gegaan behoorde te worden, aangezien anders het gevaar gaat ont staan, dat elk verband tusschen de daden der overheid in de richting van zelfstandigmaking ontbreekt. Bij een Europeesch conflict, is te voorzien, dat Nederland piet in staat zal blijken ons te verdedigen, terwijl wij niets kunnen doen, tenzij de regeering ons weerbaar maakt. Het stTeven van de regeering getuigt zeker van ver trouwen in ons. Welnu, laat zij dan dat ver trouwen versterken door ons weerbaar te maken. Een weerbaar Indonesië ook in militair opzicht beteekent een ruggesteun voor Nederland. Om deze redenen meent het hoofdbestuur van Boedi Oetomo de regeering in overweging te moeten gesven het probleem op welke wijze de opvoeding tot zelfstandigheid zal geschie den ter hand te nemen deor een grondige stu die dezer kwestie, c.q. haar in studie te geven, aan een commissie, bestaande uit vooraan staande Indonesiërs. Naast de weerbaarraaking van het Indonesi sche volk in economischen, intellectueelen en anderen zin moet ook de militaire weerbaar raaking onder de oogen gezien worden. En dan eindigt het geheim-schijven met de woorden: „Schenk ons vertrouwen. Indien gij ons vertrouwen wenscht, geef ons dan militie- plicht". RADIO-TELEFOONDIENST NEDERLAND—NED.-INDI Ooft een spreekcel te Solo. Met Ing-ang van 1 Juli a.s. wordt te Solo (Soerakarta) ee-n spreekcel In gebruik gesteld voor de afwikkeling van gesprekken in het radio-telefoonverkeer tusschen Nederland en Ned.-Indlë, Op deze gesprekken is he-t tarief van de tweede zóne van. toepassing, zijnde 33 voer een gewoon gesprek van 3 minuien. HET SCHANDSTUK VAN HASENCLEVER Verbod in Amsterdam? Naar men ons mededeelt, is van verschil lende zijden bij het gemeentebestuur van Am sterdam bezwaar gemaakt tegen de opvoering van het beruchte tooneelstuk „Ehen werden im Himmel geschlossen." Burgemeester de Vlugt heeft intusschen het handschrift der Nederlandsche vertaling op gevraagd. DE INTERPELLATIE-AANVRAGE Verschillende wetsontwerpen ter sprake en afgehandeld De warmte scheen reeds dadelijk invloed uit te oefenen op de Eerste Kamer, want de atmos feer was geheel anders, dan die in normale omstandigheden placht te zijn. Een interpel latie-aanvrage en een motie, zijn zaken die meermalen geen van beide in een heel zit tingsjaar zijn voorgekomen en nu op een dag beide gerechten. Het antwoord op de vragen van den heer Colijn over Curasao was nog niet gedrukt, maar dat vormde voor hem toch geen beletsel om reeds dadelijk, mede in verband met het geen de minister aan de pers had medegedeeld en door ons vermeld in ons Vrijdagnummer 8e Kamer verlof te vragen om van de regee ring nadere inlichtingen te verkrijgen. De senaat is in dergelijke zaken met al haar deftigheid minder vormelijk dan haar zuster aan de overzijde. In de Tweede Kamer wordt over een interpellatie nooit direct beslist, maar eerst den volgenden dag en daar wordt eerst later de dag bepaald waarop ze aan de orde kamt. In de Eerste Kamer gaat dat vlot ter, want de voorzitter stelde direct voor het verzoek toe te staan. Slechts de heer Mendels had bezwaar, want hij kon de urgentie niet inzien, vooral niet met het oog op de verkie zingen, die hem overigens zooals hij verklaar de in een. verzoeningsgezinde stemming brach ten. We zullen afwachten, bij de interpellatie, of dat werkelijk het geval is. Nadat de heer Wibaut hem iets in het oor geschreeuwd had, verklaarde hij zich niet langer te zullen ver zetten om op deze wijze den heer Colijn zijn zielsbehoefte te laten bevredigen. Na deze. korte schermutseling was het wets ontwerp aan de orde tot goedkeuring van het verdrag tusschen Nederland en Duitschland, waarbij de douanebehandeling voor schepen op den Rijn werd samengevoegd en wel voor op gaande schepen te Emmerik en voor afgaande schepen te Lobith. Wie van het voorloopig ver slag kennis nam zou verwacht hebben, dat niet alleen de Eerste Kamer een stevige oppositie zou voeren, maar dat verwerping van het verdrag in het geheel geen verwondering zou moeten baren. Door de heeren Hermans, Arntz, en Smeenge is wel scherpe critiek uitgeoefend, maar zij stonden daarin vrijwel alleen, want bij de stemming voegden zich alleen de heeren Moltmaker en Blomjous bij hen. Er waren bij dit verdrag, zooals trouwens bij Iedere reorga nisatie en vereenvoudiging van een staats dienst verschillende tegenstrijdige belangen. In Lobith en de Tolkamer zullen de winke liers, waar tot beden de sehippers hnn inkoo- pen deden schade lijden, daaraan bestaat geen twijfel. De regeering zal wel alles doen wat in haar vermogen is, om dat nadeel zoo gering mogelijk te doen zijn, maar zij zullen het toch blijven ondervinden. Be heer v. d. Bergh had een motie ingediend, waarin gevraagd werd dat de regeering met alle haar ten dienste staande middelen zou bevorderen, dat de bedrijven, die aldaar voor de schippers gesticht waren, zouden kunnen worden voortgezet. Een on schuldige motie, waartegen de regeering geen bezwaar kon hebben. De minister zegde zelfs toe, dat indien een aanlegsteiger de voortzet ting van de bedrijven zou kunnen bevorderen hij niet zou. aarzelen deze te laten maken. Waarom enkele christelijk-historischen onder leiding van den heer de Vos van Steenwijk en met hen de heeren Blomjous en Arntz daar tegen stemden was ons en blijkbaar ook minister de Geer niet duidelijk. De vraag of 't concrete zchippersbelang, aan neming van dit ontwerp tot goedkeuring van 't verdrag eischt bleef onopgelost. Deze vraag is ook moeilijk te beantwoorden. Iets anders is het of de reederijen en de handel er belang bij hebben en dit staat volgens minister de Geer onomstootelijk vast. Uit een statistiek van vier maanden toonde hij aan, dat het oponthoud dat de opgaande schepen gemiddeld hebben ge steld moeten worden op drie nur. Het is dan ook zeer begrijpelijk dat de Kamers van Koop handel te Amsterdam en Rotterdam aandron gen op vereenvoudiging van den douanedienst. Over wijziging van do Registratiewet 1917, de wijziging van enkele bepalingen betreffende accijns op gedistilleerd en de Armenwet werd niettegenstaande de uitvoerige schriftelijke voorbereiding geen woord gezegd, maar bij de Ziektewet hield de voorzitter tot groote teleurstelling van minister Slotemaker de Bruine plotseling op met het kamerdebat. Daar over zal dus na de interpellatie van den heer Colijn nog wel het een en ander gezegd worden, al zal de behandeling vermoedelijk niet zooveel tijd vorderen. Te Nijkerk EEN CASSATIEBEROEP VERWORPEN De Hooge Raad heeft gisteren verworpen hef cassatieberoep van J. v. W„ vroeger directeur van het gasbedrijf te Nij'kerk, die wegens hef aannemen van giften van leveranciers tot 1 maamd gevangenisstraf is veroordeeld door het Hof t-e- Arnhem, welk arrest gewezen werd hij bevestiging van een vonnis der rechtbank te Zwolle. De over werk ver gunningen Op de vragen van den heer Duys betreffende het verleenen van overwerkvergunningen voor bedrijven, welke bij de staking in het houtbe drijf te Zaandam betrokken zijn, hoeft de heer Slotemaker de Bruine, minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, 't volgende geantwoord; Er worden niet geregeld overwerkvergunnin gen verleend voor ondernemingen, die bij de staking in het houtbedrijf te Zaandam betrok ken zijn. Tusschen 16 en 31 Mei zijn door het districtshoofd der inspectie van den havenar beid voor 6 schepen overwerkvergunningen verleend. Voorts is in het begin van Juni, door bet districtshoofd der arbeidsinspectie een ver schuivingsvergunning verleend, geldende voor 2 Maandagen. Overigens is na 31 Mei op alle vergunningsaanvragen afwijzend beschikt, be houdens in één geval, dat betrof het afwerken van een voor vertrek gereedliggend schip, waarvoor, overeenkomstig het gebruik, is toe gestaan, dat de ploeg, die de lossing bijna vol tooid had, dit werk afmaakte. UIT HET TEXTIELBEDRIJF De v-acantie-actie CONFERENTIE ZONDER RESULTAAT. Na de conferentie tusschen werkgevers en werknemers in de textielindustrie In. verband! met de vaeantie-actie, is men nog niet tot overeenstemming gekomen. De wederzijdsehe nieuwgedane voorstellen zullen in eigen kring worden besproken. SPAARKAS R. K. KERKELIJKE LEENINGEN. Spaarftassentegoed 2.731.191 (v. j. 2.277.517) Aan het jaarverslag der Spaarkas voor be legging in R. K. Leeningen over 1928 ontleenen wij het volgende In den loop van het boekjaar 1928 werd een bedrag van 100.000 nieuwe aandeelen ge plaatst. Het tegoed der Spaarkassen steeg door stortingen, rente en winstaandeeien van 2.269.137 tot ƒ2.709.510. De beleggingen der Spaarkassen weraen op gevoerd van 2.277.547 tot 2.731.191. De netto winst over 1928 bedraagt 66S1, welk bedrag een uitkeering toelaat van 20 per aandeel op de aandeelen no. 1 tet en met 157 en van 10 per aandeel op de aandeelen no. 158 tot en- met 200. Gestadige toeneming in ons land Blijkens de onlangs verschenen Mei-afleve ring van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft dit Bureau aan de hand van opgaven van de Kamers van Koop handel en Fabrieken weder nagegaan, hoeveel coöperatieve vereenigingen, gesplitst naar ver schillende categorieën, op I Januari j.l. in het Handelsregister waren ingeschreven. Het ble ken er totaal 3115 te zijn. In de laatste vier ja ren viel er in dit totaal een boewei geringe, toch gestadige aanwas waar te nemen (resp. 3040, 3056, 30S6 en 3103 op 1 Januari van de jaren 1925, 1926, 1927 en 1928). De toeneming was het meest opvallend bij de inkoop, verkoop-, productievereenigingen in den landbouw (586 op 1 Januari 1925 tegen 752 op 1 Januari j.l.) ook bet aantal crediet-coöpe- ratïes in den landbouw nam eenigszins toei Het aantal zuivelcoöperaties was, vergeleken met 1925, iets verminderd, doch bleek op 1 Januari 1928 en 1929 weer iets te zijn toege nomen. VRIJ NAAR HET ENGELSCtk VAN E. P. 1SPIHLL 33<h Om redelijk met me te spreken! herhaalde hij langzaam. Weet u nog wat u zei? Zij haalde haar schouders op. Natuurlijk! En wat Ik zei, was waar ge noeg», Ik moet me tevreden stellen met een brokje. Ik moest heengaan, en u vergeten» tot het- toeval, of -een grii van u, ons weer tezamen «hl brengen. Verlangde u dan zooveel, meer? vroeg ze, ijl ze een snellen blik op hem wierp, die V-«n dol maakte. Sij had een neiging, om voor haar* stoel opr »**rt knieën t-e vallen» O, Ik houd van u, zei -hij. Vergeef me» als f!< onredelijk of dwaas ben. Ik kan het niet Lei pen. Het kwam allemaal zoo onverwacht en fü was zoo gelukkig. U ziet zelf, dat ik er mijn t*oo£d en mijn bant bij verloren heb. Ik heb u f-o weinig aan te bieden en ik verlang zooveel. Een wereld van wonderbare dingen straalde •sit haar oogen. Alleen haar lippen waren V«»ed. Mijn beste heer, zei' ze, U vraagt wat ik rt geven kan» Het spijt me heel; heel: erg., denk, dat er dien middag zoo- iets als too- 1 Knar ij in de lucht geweest moet zijn. Het spijt me, dat ik u niet met rust gelaten, heb. Mjn gelaat was grauw van smart. Ik had het moeten weten, zei hij. Ik geloof,, dat ik het wist. Met dat al1 vind ik, dat u echt een man van uitersten bent, zei ze op zacliten- toon. Hij schudde het hoofd. Ik begrijp u niet, zeide hij. Als eenig antwoord reikte zij hem de hand. Maar hij duwde die opzij. Neen, zei hij wild. Zij zuchtte. Ik vrees, dat u nu maar liever weg moest gaan, zei ze. Toen hij de deur achter zich dichttrok, ver beeldde hij zich, dat hij een snik hoerde. Maar het kon alleen verbeelding geweest zijn. XXÏI Machesen wel allemachtig! Waai- krom jij' vandaan? Holderness- wierp zijn pen neer, en stak hem beide handen toe. Macheson slaakte een diepen zucbt van ver lichting. Vraag me niets, Dlck. Ilc ben blij, dat ik je ziedat ik hier ben. Hoiderne.ss nam zijn, vriend critlsch op. Waar hen je mee bezig geweest? vroeg hij. Je ziet er bleek uit, alsof je de koorts had ge had, of zoo iets. Ik heb lederen dag naar je uit gekeken. Ik voelde me niet wel, was bet eenige antwoord'» En ben je nu beter? vroeg Holderness. kortaf» Macheson aarzelde. Tot duver had hij zich die- vraag nog niet. durven stellen. Holderness zag den strijd op zijn gelaat. Het spijt me, dat ik je dat vroeg, zei hij bedaard. Hoor eens hier. Ik weet, waarvoor je bij me gekomen bent,, en Ik kan het je geven. Je kunt dadelijk beginnen, als je wilt. Werk? vroeg Macheson gretig. Meen je dat? Natuurlijk! Massa's. Henwood is de kluts kwijt in Stepney. Hij Is daar begonnen met voordrachten te houden en de zaak heeft opge nomen, maar hij kan niet avond aan avond laat doorgaan. En we willen toch ook geen tweederangs werk. En dan heb ik hulp noodig voor mijn blad. Ik zal je miet je blad helpen zoodra je maar wilt, zei Macheson. Ik zou. ook wel naar Stepney willen gaan; maar zouden we het met elkaar eens kunnen worden, Henwood en ik? Natuurlijk, antwoordde Holderness. Waar denk je aan, kerel? Je kent toch geen haar klover geworden is 't wel? O neen, antwoordde Macheson. Maar jullie: hebt je ideeën In een bepaalden vorm gegoten, is 't niet? Het zou dus kunnen, dat ik net andersom denk. Onzin! antwoordde Holderness op krachtiger! toon. Kijk eens hier. We noemen den toestand zooals die daar ginds is, gr°f en vuil. We zég gen, dat die dingen den rrvsnsch ongelukkig maken. We zeggen, dat het de plicht van iederen man is, en van iedere vrouw ook om zich rein te houden van allo wangedrag, terwilie van de gemeenschap; iets, wat ze trouwens met hun gezond verstand zelf moeten inzien. Daar kun jij toch ook aan meewerken, is 't niet? Vanzelf, antwoordde Macheson. Als je dan nog weet, dat onze vrienden van het East End tamelijk achterdochtige hee ren zijn, dan ben je vrij volledig ingelicht. Ilc zal Henwood opzoeken, verklaarde Mache son. Holderness keek op zijn horloge. We zullen eerst samen wat' moeten gaan eten, zei hij. Hoor eens bier. Ik kom werkelijk een beetje handen te kort, anders zou ik je niet lastig vallen. Kun je misschien in Novem ber een aantal plaatsen voor me afreizen, voor het blad? Je kunt het laatste nummer mee nemen, en meteen bestudeert*:i. Ik zal het probeeren, befoefdj Macheson. Je kunt me zeker wel een paar dag&n tijd geven, denk ik? Een week, als ik het maar van me at heb. En nu zullen we in Soko gaan dineeren en vertel je me wat van je laatste ervaringen. Macheson kreunde. Houd daarover op, smeekte hij. De ge dachte daaraan is als een nachtmerrie voor me. Het is e-ein wereld van marionetten, met de maskers van menschen, en daarachter het ge zicht van duivels. Werd het masker afgeworpen? vroeg Hob d era ess. Macheson huiverde. Ja, antwoordde hij. He-el goed voor je, zei Holderness koel, terwijl hij zijn bureau afsloot. Ik heb dat ook doorgemaakt. Zoolang het masker wordt afge worpen, Is alles in orde. Wat was er eigenlijk met jou aan de hand, Victor? Dwaasheid, anders niet, antwoordde Ma cheson op zachten toon; de grootste en uiterste dwaasheid. Ben je genezen? O, ik hoop het, antwoordde Macheson. Zoo niet, nu, ik kan er tegen strijden. Holderness bleef een oogenblik staan. Er was een eigenaardige blik in zijn oogen. Er is eens een vrouw geweest, Victor,, zeict-a hij, die bijna mijn leven totaal vernietigde» Ze had het kunnen doen, als ze gewild had., en ze was er niet een, dia een ander spaart. Nu is ze clc-od Je ziet, ik weet er ook wel wat van. Zij gingen op weg, en er werd geen woord tusschen hen gewisseld, tot zij bemeden op straat waren. To-en riep Holderness een taxi aan Ik heb zin in een biefstuk, verklaarde hij- Biefstuk met gebakken aardappelen. Ik weet niet, hoe het komt, maar ik heb beslist zin in een biefstuk. We zullen in eafé Royal eten- Zij spraken meestendeels over Henwood en zijn werk. Holderness noemde het werk een succes, maar de man zelf was op het oogenblik zwakjes» De inspanning, om zijn moeilijk gehoor avond aan avond te boeien, was zijn geatel beginnen aan te tasten. Maelieson's hulp z®1 van onschatbare waarde zijn. Er was een vol' ledige school met avondklassen aan het werft verbonden, en ook een bibliotheek. Je kunt wel raden waar het geld vandaan lcwam, daarvoor, voegde hij er glimlachend bij. Voor de vrouwen is er alleen de kokerti» en de zorg voor de kinderen. Alles heel onvoi* maakt, maar met het stempel van Iets groots niettemin. Zij' gingen het café binnen, waar zij eef»t een kop koffie namen. Holderness vroeg om de domrno-steenen. Doch nauwelijks was zij nee' hun spel begonnen, of Macheson sprong van rifD- stoel op, en liep zonder een woord van verW»" ring naar de deur. Hij was juist op tijd beletten, dat de man rich verwijderde, dien van zijn stoel had zien wegsluipen, om te trad - ten, de zaal te verlaten. Hoor eens even, zeide hij, terwijl hij hand op den schouder van den man legde, wil u even spreken. De man deed geen verdere poging, o® ontsnappen. Hij zag er zeer sjofel en ®ae<^, uit, maar Macheson had. hem terstond herken Het was de man, die op dien gedenkwaaxd avond den weg van Thorpe af was sluipende man, voor wiens ontsnapping 8®» gerechtigheid hij verantwoordelijk was. (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6