FEUILLETON DE IDEALIST k VRIJDAG 5 JULI 1929 DE EERSTE ik KAMERVERKIEZINGEN I 1 DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN DE SIXTIJMSCHE KAPEL DE ARBEIDSBEURS EN MAAT- SCHAPPELIJK HULPBETOON VERDRONKEN. De Katholieke cantlldaten in de Provincie Noord-Holland Een aantal kiezers uit den Rijkskieskring Amsterdam lieeft een schrijven gezonden aan de R. K. Statenfractie in Noord-Holland in zake de candidaatstelling voor de a.s. Eerste Kamerverkiezing. Het schrijven luidt als volgt: „Ondergeteekenden, leden van de R. K. Kiesvereeniging Amsterdam, hebben een be- spreking gehad, in verband met de versche nen persberichten en uw communiqué, be treffende de candidaatstelling voor de a.s. Eerste Kamerverkiezing. De inhoud van uw communiqué heeft ons zeer teleurgesteld, omdat hieruit is gebleken, dat uw fractie geen rekening heeft willen hou den met den eisch van dezen tijd, t.w. een veelzijdige samenstelling der publiekrechte lijke lichamen. Juist in deze provincie was in de kringen der katholieke werknemers een groot vertrou wen, dat aan een deskundige uit onze kringen een vaste plaats zou worden gegeven op uw candidatenlijst. Wij laten alle beschouwingen, omtrent de plannen van een Zuidelijke Statengroep buiten beschouwing, omdat uw college o.i. een eigen taak in deze beeft te vervullen en door het stellen van een candidaat uit onze kringen slechts de Status quo zou hebben gehandhaafd welke bestond voor dat de heer P. Reymer lid werd van de Eerste Kamer. Wij kunnen ons er dan ook niet van los maken, dat persoonlijke overwegingen bij uw college zwaarder hebben gewogen, dan het algemeen belang. Met de wetenschap, dat ook het R. K. Kieskringbestuur ln den Rijkskies- kring Amsterdam zich tot Uw college heeft gewend, teneinde uw besluit neg voor de a.s. candidaatstelling te wijzigen, dringen wij als R. K. kiezers er ook op aan, hieraan gevolg te geven. Afwezige stemopnemers Door de politie te Apeldoorn is procesverbaal opgemaakt tegen den voorzitter en de leden van één der stembureaux aldaar ingevolge art. 85, 3de lid der kieswet luidende: Met afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het stembureau tussclien de in art. 84 voorgeschre ven verzegeling en de opening der stembus een tijdruimte laten van ten hoogste één nur, mits het stemlokaal niet verlatende en de stembus onder zijn toezicht houdende. Aan dit laatste was niet voldaan, daar de le den het stemlokaal hadden gesloten en ruim een uur afwezig waren. R. K. LEERGANGEN Diploma Gemeente Financiën TILBURG, 4 Juli.. Bij de onlangs gehouden examens voor diploma Gemeente-Financiën slaagden van de R. K. Leergangen der cursis ten: A. Jansen, Tilburg en J. van Domburg, Boxtel en voor het diploma Gemeente-Admi nistratie: J. van den Acker, Puiflik; J. van den Brand, Teeffelen; B. Brondgeest, Oud-Val kenburg; P. Dorenbosch, Den Bosch; L. van Eeckelen, Maasbommel; A. van Elk, Wamel; D. Hartman, C. I. van Hattem, J. van 't Hoo- gerhuis. W. C. Houdkamp, J. M. Houtstra. Aan het examen hebben deelgenomen 57 can- didaten, waarvan geslaagd 51 en afgewezen 6. J. van Eijndhoven, Oss; P. Gerrits, Berghem; J. Gielens, Meyel; P. Jules Gijsbers, Eindho ven: B. Harmsen, Pa mierdenP. C. van Hooff, Verhamme, Oss; Th. de Visser, Heeswijk; P. van der Weyden, Eindhoven; F. van Will, Oss. Eersel; J. Kouben, Obblicht; L. Jansen, Best; J. Linders, Vierlingsbeek; H. van Loon, Til- Bergen op Zoom; J. Schreven, Oeffeit; J. Teys- sen, Eseharen; F. van der Ven, Deurne; G. burg; J. Prinssen, Den Bosch; H. Piasmans, DOÜDELIJKE AANRIJDING. Woensdagmiddag reed bij Mijnland onder Bolsward, een auto uit Leeuwarden, waarin behalve de bestuurder drie dames waren ge zeten, o.w. een eerwaarde zuster uit Sneek die te Bolsward een patient verpleegd had, den fietsrijder H. aan, waardoor deze over den weg werd geslingerd en gedood werd. De auto sloeg over den kop. De inzittenden liepen enkele niet ernstige verwondingen op. NED, MIJ. TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST De Algemeene Vergadering Dinsdagmorgen werd te Haarlem de verga dering van de Ned. Ver. tot Bevordering der Geneeskunst voortgezet met twee sectieverga deringen in het St. Elisabeth's Gasthuis. Om half 10 opende dr. L. C. Kersbergen de sectie voor Geneeskunde en leidde de sprekers in. Hierna nam prof. dr. W. Schiiffner het woord voor zijn voordracht over de ziekte Keil in kliniek en Laboratorium. Hij besprak enkele ziektegevallen en eindigde met het verzoek tot medewerking door het aangeven van even- tueele ziektegevallen tot bestrijding van deze ziekten. Vervolgens sprak dr. L. S. Hannema te Rot terdam over de lever-therapie bij pernicieuse Anaemie. Daarna leidde prof. dr. I. H. Zaayer de heel kundige sectie in met een kort woord aan de nagedachtenis van dr. Westerman. Hierna verwelkomde hij de beide sprekers. Dr. M. N. Roegholt te Amsterdam hield een voordracht over „Chirurgie en voeding". Hij he sprak de herleving van de dieët-etiek en den invloed welken de voeding, heeft op de wond-ge- nezing. Vervolgens hield dr. J. G. Kopp te Amster dam een voordracht over de Heelkundige be handeling van galsteenlijders en haar resul taten." Spr. kwam tot de conclusie, dat de chi rurgische behandeling betere resultaten op levert dan de interne. Des middags werd de algemeene vergadering voortgezet. Voortgezet worden de discussies over punt v 3 van de agenda, tweede lid, waarbij het H.. B, voor en te na bepleit, dat er geen financieele verhouding tusschen den huisarts en den spe cialist moet bestaan. Het voorstel wordt vervolgens met groote meerderheid aangenomen. Het hoofdbestuur vraagt machtiging van de algemeene vergadering voor het uitschrijven van onderstaande prijsvragen: L Gevraagd worden gegevens, ten deele op eigen ervaring bijeengebracht, omtrent de epi demiologie van scarlatina en/of diphtherie, met inachtneming van de vraag naar het overbren gen der besmetting door levenlooze voorwer pen, en met gebruikmaking der moderne Immu- nitelts-reacties. II. Gevraagd wordt een vergelijkende studie van den stand der ziekenverpleging hier en In eenige andere landen. Daarbij wijde mij zijn aandacht aan de opleiding voor ziekenhuis- werk en aan het werk in en buiten de zieken- studie het vraagstuk van het aantal patiënten per verplegende, van de verhouding, waarin de verplegenden staan tegenover de geneeshee- ren en van haar salarieering. Tenslotte zal een stelsel moeten worden aan gegeven hoe men zich in de toekomst de ont wikkeling der verpleegkunst denkt in haar sa menwerking met de geneeskunst tot zoo veel mogelijk practisch nut der zieken. Een amendement van de afd. Gooi en Eem- land wordt door het H. B. overgenomen, waar na het voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. De voorzitter bepleit de noodzakelijkheid van een eigen gebouw. De huur der localitei- ten thans in gebruik loopt af 1 Mei 1930. Aan db orde komt nu een motie van de afd. Den Haag, om de mogelijkheid te onderzoeken van meerdere aansluiting met dei geneeskundi gen in Ned. O. en W. Indië. Het hoofdbestuur gaat met deze motie gaar ne mee. De afd. Den Haag licht de strekking van de motie toe. De voorzitter vraagt, of Den Haag niet een ïapport aan het H. B. kan indienen. Dit wordt door de afdeeling geaccepteerd. De afd. Meppel brengt hulde aan het hoofd bestuur voor het uitgebrachte jaarverslag. Ook de begrooting van de huisartsen-commis sie wordt goedgekeurd, alsmede die der spe cialisten-commissie. Rekening en verantwoording der maatschap pij over 1928; balans op 31 December 1928 en begrooting voor 1930 worden goedgekeurd. De 51ste algemeene vergadering zal gehou den worden in district IX (Noordelijke provin cies). Door den voorzitter wordt den afgevaardig de van Den Haag dank gebracht voor zijn vriendelijke woorden, waarna de vergadering wordt gesloten. DOOR DEN BLIKSEM GETROFFEN. Gisteren is in de legerplaats te Oldenbroek de bliksem ingeslagen tijdens de gehouden schiet, oefeningen. Sergeant J. Rijpkema liggende in het garnizoen te Naarden, en afkomstig uit Weimbritseradeel werd zeer ernstig gewond. De plannen tot weder-oprichting van een „Capella Papale'» Tijdeus een verblijf te Rome was onze Haag- gche medewerker in do gelegenheid 'n kort on derhoud te hebben met Mgr. Rafaele Casimiri, directeur van het koor der basiliek van San Giovanni, In Laterano, In ons land wel zeer be kend als leider van het koor, dat gevormd was uit de zangers der Romeinsche basilieken, ten onrechte vanwege de reclame hier vaak betiteld als de ,,Sixtijnsche kapel". V/ij vroegen aan Mgr. naar den stand van zaken, wat betreft het herstel van de Sixtijn- gche kapel, zulks naar aanleiding van enkele berichten, die in de couranten verschenen wa ren, als zoude deze her-oprichting van de be roemde kapel, reeds binnenkort voltrokken worden ingevolge verlangen van Z.H. den Paus. Mgr. Casimiri bevestigde dat er plannen be staan om wederom tot oprichting van een Ca pella Papale te komen, doch dat dit niet zoo spoedig en zoo vlot in z'n werk kan gaan als de berichten het deden gelooven. „Tempore suo", dat wil dus hier zeggen, na rijp overleg en wanneer werkelijk het geschikte tijdstip daar voor is aangebroken, zal het herstel tot stand komen. Alle berichten omtrent eventueel lei derschap e.d. moeten vooralsnog als voorbarig worden opgevat. Men begrijpe dat dit laatste, vooral in Rome, waar iedere groote basiliek een eigesn koor met een bekwamen maestro heeft, een zeer delikate kwestie is, waaromtrent Mgr. Casimiri zich althans niet kon, noch wilde uit spreken. Tevens vroegen wij nog aan Mgr. of er nog plannen bestonden voor nieuwe tourné's met zijn zoo hoog gewaardeerd zangerskoor. Plan nen en voornemens wel, antwoordde Mgr. Ca simiri glimlachend, doch de verwezenlijking hangt nu eenmaal niet alleen van ons af dit is ten slotte een zakelijke kwestie der impre sari!. Indien men ons op aannemelijke voor waarden uitnoodigt, is er voorzeker kans, dat men ons in Holland terugziet. VEREEN. VAN NEDEULANDSCHE GEMEENTEN Jaarverslag 1928 Aan het Verslag over 1928 van de Vereeni- ging van Nederlandsche Gemeenten ontleenen wij Ook dit jaar nam het aantal leden der veree- niging toe. (Op I Mei 1929 telde de Vereeniging 865 leden met 7.151.546 inwoners, d.i. 93.8 van het totaal aantal inwoners.) Het vraagstuk der financieele verhouding heeft in het verslagjaar ln belangrijke mate de aandacht der Vereeniging in beslag genomen. Uiteengezet wordt, wat de Vereeniging ln het afgeloopen jaar deed ten aanzien van de moeilijkheden, ondervonden bij de uitvoering van de lager-onderwijs-wet 1920 leerverplich ting zevende leerjaar, herplaatsing van wacht gelders, art. 104 der iager-onderwijswet 1920, enz. In verband met aanhangige wetsontwerpen t°t regeling van het schoolgeld van het lager onderwijs en tot regeling van het voorberei dend hooger en algemeen vormend middelbaar onderwijs, werden uitvoerige adressen aan de Staten-Generaal gericht. Aan dë Regeering werd advjes uitgebracht over voor-ontwerpen van wet tot wijziging van de Gemeentewet, tot wijziging van de Armen wet, tot wijziging van de Woningwet en tot wij ziging van de Vleeschkeuringswet. Door de Vereeniging werden ook dit jaar bij de Regeering en bij de Tweede Kamer pogin gen in het werk gesteld om de in het z.g. hu- ren-rapport voorgestelde maatregelen ingang te doen vinden. Aan de Staten-Generaal werden uitvoerige adressen gericht omtrent de wetsontwerpen tot vaststelling van voorschriften omtrent openbare wegen, tot regeling der winkelslui ting, tot regeling van den achterstand van ambtenaren, tot wijziging yan archiefwet 1918 en tot regeling van de geldelijke verplich tingen van overheidslichamen aan het pen sioenfonds. Evenals ket vorig jaar was het aantal aan vragen om verzekering tegen brandschade zeer groot. Ook voor de verzekering tegen stormschade bleek veel belangstelling te bestaan. BART VERHALLEN Do musicus Bart Verhallen leeraar aan het Koninklijk Conservatorium- voor Muziek te 's Gravenhage zal 16 Juli a.s. zijn 40-jarig jubi leum als toonkunstenaar herdenken. Praeadviezen in de Vereen, yan Nederlandsche Jaarbeurzen Voor de jaarvergadering van de Vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen, welko, zoo als gemeld, op 10 en 11 Juli a.s. te Bremen zal plaats hebben, zijn door de heeren W. Drees, T. v. d. Heeg, J. W. Jurrema, J. W. H. M. Meyer, J. Vader en J. Kruithof prae-advie- zen uitgebracht over de vraag „Is het wen- schelijk een arbeidsbeurs op eenigerlei wijze te verbinden met andere openbare diensten op sociaal of philantropiseh gebied, inzonderheid met een dienst van maatschappelijk hulpbe toon r De heer W. Droes, wethouder te 's Gra venhage, zegt in zijn prae-aavies o.m. Het vol gende Bij werkgevers zoowel als bij werknemeis be staat ook thans nog veel te veel de gedachte, dat de beurs er vrijwel uitsluitend voor de werkloozen is, terwijl men zou moeten begrij pen, dat een centraal punt voor de plaatsing wenschelijk zou wezen en zeer nuttigen arbeid zou kunnen verrichten, ook indien noemens waardige werkloosheid niet bestond. Een der gelijk centraal plaatsingsbureau zou dan ook uitnemende diensten moeten en kunnen bewij zen, zoowel ten aanzien van degenen, die voor het eerst plaatsing in het bedrijfsleven zoeken als bij overgang van het eene werk naar het andere. De samenvoeging met werkloosheids- zorg en armenzorg kan m.I. op dit ontwikke lingsproces niet anders dan remmend werken. Indien men aan de arbeidsbeurs wil toevoe gende voorlichting bij beroepskeuze, indien men ook in sommige gevallen de psycho-tech- niek zal willen toepassen, indien men in het algemeen het instituut der arbeidsbemiddeling zelf wil perfectionneeren en op zijn eigen ge bied een ruimere werkzaamheid wil doen ont plooien, dan zal het aanbeveling verdienen, dat gebied gescheiden te houden van het ter rein, waarop de steunregeling zich beweegt. In het algemeen ligt in het principieele onder scheid tusschen. de arbeidsbemiddeling en den steun voldoende reden om de arbeidsbemidde ling buiten een eventueele samenvoeging van werklooziensteun en armenzorg te houden. De heer T. van der Heeg, Lid van den Gemeenteraad te Hilversum, komt tot de vol gende conclusies L Om het vertrouwen in de openbare ar beidsbemiddeling bij werkgevers en arbeiders te behouden en te versterken, is het niet wen schelijk, een arbeidsbeurs op eenigerlei wijze te verbinden met andere openbare diensten op sociaal of philantropiseh gebied, inzonderheid met een dienst van maatschappelijk hulpbe toon 2. Voor een goede reorganisatie van een burgerlijk armbestuur is het niet noodzakelijk gebleken, dat tot samenvoeging van maatschap pelijk hulpbetoon, arbeidsbemiddeling en werk loosheidsverzekering moet worden overgegaan; 3. De samenvoeging van diensten of bu reaux ln Arnhem en Hilversum geschiedde niet tot bevordering der openbare arbeidsbe middeling, doch uit overwegingen, die vreemd en tegenstrijdig zijn aan de belangen der ar- beisbeurzen 4. Door een arbeidsbeurs en een bureau voor maatschappelijk hulpbetoon samen te voe gen en onder één leiding te brengen, moet de indruk gewekt worden, dat de beurs een ver lengstuk of een afdeeling van eerstgenoemde instelling is, hetgeen den bloei der arbeids beurs niet zal bevorderen. De heer J. W. Jurrema, Directeur van Maatscliappelijken Steun, te Amsterdam, con cludeert a. De vraag, of het wenschelijk is de ar beidsbeurs te verbinden met den dienst van maatschappelijk hulpbetoon (onder één direc tie) moet ontkennend worden beantwoord; b. een voortdurende samenwerking van beide instituten is wenschelijk deze ls te be reiken door den directeur van de Arbeids beurs op eenigerlei wijze in de organisatie van den dienst van maatschappelijk hulpbetoon, speciaal voor de werkloozen, te betrekken. De heer J. W. H. M. Meyer, Wethouder der gemeente Arnhem, heeft bij de beantwoor ding van de door het bestuur gestelde vraag opzettelijk geen algemeen theoretisch ant woord gegeven. Naar zijno mecning komt men niet verder, als men zoekt, naar een algemeen antwoord. Hij heeft daarom gemeend beter te doen met het beschrijven van de wijze, waarop te Arnhem de combinatie „Bureau voor Sociale Zaken" is tot stand gebracht, met het naar vo ren brengen van de motieven en overwegin gen, die tot de combinatie hebben geleid en de daarvan verwachte voordeelen. Hieruit blijkt z.i. in voldoende mate, waarom de verbinding Van een arbeidsbeurs met M. H. voor een gemeente aan te bevelen kan zijn. Alleen zal men zich in elk afzonderlijk go- val nauwkeurig rekenschap moeten geven van de wijze, waarop die verbinding wordt uitge voerd. De conclusies van den heer J. Vader, Di recteur der gemeentelijke en districts-arbeids- beurs te Haarlem, luiden als volgt 1. Aangezien de arbeidsbeurzen voor het be drijfsleven nog niet die beteekenis hebben, die gëeisch-t wordt, moet krachtig worden gewerkt aan verderen opbouw der arbeidsbemiddeling. 2. Het is daarom niet wenschelijk een ar- beisbeurs te verbinden met andere diensten aller krachten moeten zich concentreeren op bereiking van het gestélde doel. 3. Als onvermijdelijk, niet als wenschelijk. echter niet uit een oogpunt van het belang der arbeidsbemiddeling, doch uit economische be wegingen, kan worden aanvaard verbinding van een arbeidsbeurs met diensten op sociaal gebied, voorzoover ze de arbeidsbemiddeling niet benadeelen. 4. Verbinding van een arbeidsbeurs met een dienst van maatschappelijk hulpbetoon is niet alleen niet wenschelijk, maar moet worden ont raden, om de schadelijke gevolgen die ze heeft voor de arbeidsbemiddeling als zoodanig. De heer K. Kruithof, voorzitter van hot Chr. Nationaal Vakverbond, in Nederland, zegt in zijn prae-advies, dat zijn antwoord op de door het bestuur gestelde vraag is niet een ab soluut ja, noch een absoluut neen. Het is ja en neen, beide. Allereerst neen, het is niet wenschelijk dat gemeenten, die, zonder zich te groote opoffe ringen te getroosten, en die derhalve financieel sterk genoeg zijn om, voor de arbeidsbemidde ling, beroepskeuze-voorlichting, werkloosheids verzekering, armenverzorging, enz., afzonder lijke diensten in te stellen en te onderhouden, desniettemin die diensten toch te verbinden. Een zoo goed mogelijke inrichting van eiken dienst afzonderlijk is dan gewenscht, ook al blijft een vlotte samenwerking en geregeld overleg tusschen die verschillende diensten in die gemeenten uiteraard van het allergrootst belang. Zulks is echter z.i. slechts mogelijk in onze groote steden. Voor minder groote gemeenten, provincie steden met name voor het platteland acht prae-adviseur die verbinding echter wel ge wenscht. Daarom antwoord ik niet alleen neen, doch ook ja. 'tWll den prae-adviseur voorkomen, dat de verbinding van arbeidsbeurs en werkloosheids verzekering, die uiteraard in meerdere ge meenten tot stand kwam, allerminst afkeuring verdient. Op zijn best ziet ook de prae-adviseur de ar beidsbeurs als een hoogst belangrijk sociaal In stituut, dat als middelpunt van haren arbeid het bemiddelingswerk moet behouden. Het bemiddelingswerk moet behouden als middelpunt. Wat volgens den prae-adviseur zeggen wil dat het gewenseht kan zijn, haar met andere openbare diensten op sociaal of philantropiseh gebied en, voor zoooveel noodig, met een dienst van maatschappelijk hulpbe toon te verbinden. Armenzorg of maatschappelijk hulpbetoon uitsluitend te zien ais een philantropiseh» In stelling acht hij trouwens even onjuiat als het beweren, dat de arbeidsbeurs op „rein econo misch standpunt" staat. Met het verwijzen van taüooze valide arbei ders, die door het ontbreken van werkgelegen heid reeds gedurende geruimen tijd werkloos zijn, naar armenzorg, kan hij zich allerminst vereenigen. H.H. WIJDINGEN Zondag a.s. zal Z, D. H. de Bisschop van Breda in de Kapel der Paters van het Goddelijk Woord te Teteringen de volgende H. H. Wij dingen toedienen. Het Subdlakonaat aan de Eerw. Fraters, Nio. Bot, Jos. Duffels, Godefr. Fliervoet, H. Greu- ter, P. Hooiveld, L. Lipperts, C. Robben, P. Rozing en P. Triet. Het H. Priesterschap aan de eerw. Fraters, M. Bouwmans, Jos. van Berkel, H. Steinfurt, Paul. Erdmann van de Congregatie van het Goddelijk Woord en aan den eerw. Frater Raph. Erhart van de Orde der Cisterciënsers te Zundert. (Sancta Maria). j Gisterenmorgen is de 23-jarige J. de H., na bij Oude Tonge, op de Schelde overboord van de „Everdina" geslagen en verdronken. Pogingen om de levensgeesten op te wekken, mislukten. De 30-jarige dochter* van den landbouwer A. Melanus te Sellingerbeetse, is te water ge raakt en verdronken. VRIJ NAAR HET ENGBLSCH VAN E. P. ISPHILL 4 e Om uw raad te vragen, en om me te be schermen, voegde ze er met een huivering bij. Het is niet alleen geld, wat Jean Ie Roi wil. Hij wil zich wreken, omdat ik hem ven-aden heb. Wat dat betreft, zal ik hier niet uit huis gaan, tenzij u mij door de bedienden laat zeg gen, dat ik vertrekken kan, verklaarde hij. En mijn raad? Als u dien wilt hooren, bet lijkt mij eenvoudig genoeg, wat u moet doen. Gaat u onmiddellijk naar uw advocaat. Die zal u zeg gen, welken weg u moet inslaan. In het ergste geval, kan de man voor het oogenblik afge kocht worden. Zij richtte hiet hoofd op. Ik zal hem geen stuiver geven, zeide zij. Dat heb ik altijd gezworen. Maar ik ben bang, dat hij daar aanspraak op kan maken, als u niet probeert, om van hem af te komen, zei Macheson. Dan moet hij het maar met geweld komen halen, zei ze' Er heerschbe een oogenblik zwijgen. Dan ®tond zij op, en kwam naar hem toe. Zij reikte hem de hand. Ik had u dit alles veel eerder moeten ver tellen, zei ze eenvoudig, zonder ook maar een uur uit te stellen. Nu u het weet, ben ik niet zoo bang meer. Maar u moet me beloven, dat u hter eiken dag aankomt, zoolang dat beest in Lönden blijft Ik beloof heit, antwoordde hij. Zij hoorde de kamenier in het aangrenzend ven-trek. Hortenee herinnert mij eraan, dat ik mij moet verkleeden voor het diner, merkte zij op, met een matten glimlach. Men moet dineeren, ziet u, zelfs temidden van een tragedie. Macheson maakte aanstalten om te vertrek ken. - Ik kom morgen, zeide hij,- om dezen tijd, tenzij u mij eerder laat komen.. XXX Lady Peggy liep maar zenuwachtig door het salon, en praatte tegen al haar gasten tegelijk. Ik heb niet het minste idee, wie ons aan tafel geleidt, zeide zij. James zei, dat hij er voor zorgen zou; nu, dan zouden jullie evengoed je hand in een grabbelton kunnen steken. En ik ben er heelemaal niet zeker van, dat jullie een diner krijgt. Ik heb een nieuwe chef de cuisine, diie rijdt in een dogcart, met een knecht er boven op. Maar het kan wezen, dat hij deugt voor zijn werk. Jules, de maïtre d'hotel bij Lady Claridge, heeft hem voor me opgeschom meld. En Wilhelmina. liever dan hier te ko men als een geest, zou Ik werkelijk les nemen in het gebruik van de poederdoos. Mijn nieuwe kamenier is daar beslist een schat In. Niemand kan ooit precies zeggen, of mijn kleur natuur lijk is, of niet. Ik wil jullie wel vertellen, dat ze dat gewoonlijk niet is. Maar in ieder geval, het is er toch niet opgesmeerd, zooals bij lady Lydney; ik weet niet, wat ze wel lijkt daarmee; ik zou er beslist bang voor zijn, dat men mij met haar alleen zou zien. Gilbert, on derbrak zij zichzelf, terwijl zij zich tot Deyes richtte, die juist ingelaten werd, hoe durf je op het diner te komen zonder gevraagd te zijn? Ik weet zeker, dat ik je niet gevraagd heb. Zeg nu niet, dat ik dat wel gedaan heb. Je hebt acht keer achter elkaar geweigerd, en ik heb je van mijn lijst geschrapt. Deyes reikte haar een kaart over, terwijl hij zich over de vingers van zijn gastvrouw boog. Biste dame, zeide hij, hier is het bewijs, dat ik geen indringer ben. Ik kom hier, om onze gastvrouw van Thorpe aan taitei te geleiden. Je hebt James omgekocht, verklaarde zij. Ik hoop, dat het je een massa geld gekost heeft.. Ik wil niet gelooven, dat ik je gevraagd heb. Maar nu je hier bent, ga dan maar wat met Wilhelmina praten. Ik heb een hekel aan bleeke gezichten, en Wilhelmina bloost gauw. 't Geeft niets, of u al op de klok kijkt, hertog. Het diner zal minstens een half uur te laat zijn, dat Is zeker, die buitenlandsche chefs hebben geen Idee van stiptheid. Wat is dat? Het diner opge diend! Twee minuten vöór tijd! Nu, wij zijn er allemaal, te vroeg of te laat. Hertog, u zult me naar tafel moeten leiden. Tegen den tijd, ^dat we daar komen, zal de soep wel koud ziju. Hoop maar vast, dat we beginnen, met zulke kletskousen! Ik wou, dat ze wat gauwer -voor uitkwamen, en wat minder praatten. Neon, dertig maar. Een aardig, gezelig getal, vind tk, voor een ronde tafel. Ik heb Victor Macheson gevraagd, den man, die zoo onaardig was tegen ons allemaal, iederen Donderdagmiddag, voor een tienje per keer; ik weet niet, waarom we wat betalen, om uitgescholden te worden; maar hij wou niet komen. Ik heb hem getroffen, vóór hij zich ontplooide, en ik geloof niet, dat hij me mocht. Heb je mijn telegram gekregen? vro-eg Deyes, terwijl hij zijn servet uitvouwde. Wilhelmina knikte. Ja antwoordde zij. Het was heel goed van j-e, dat je me waarschuwde. Ik heb al... een brief gehad. De veldtocht is begonnen. Deyes knikte. Heb je al je wapens gekozen? vroeg hij. Ik heb niet veel keus, is 't wel? antwoord de zij, op Ietwat bitteren toon. Ik vecht natuur lijk. Deyes bestudeerde aandachtig het menu, door zijn in hoorn gevatte lorgnet. Bécassine a Ja broche, mompelde hij. Daar moet ik aan denken. Dan wendde hij zich om in zijn stoel, en keek naar Wilhelmina. Je maakt je bezorgd, zei hij kortweg. Zij haalde haar schouders op. Haar blesk gelaat stak hijzonder af bij het ongetemperde zwart van haar fluweelen japon. De fout van mijn kamenier, zei ze. Ik had wit moeten dragen. Natuurlijk maak Ik me be zorgd. Maar met dat al draag ik toch niet graag de sporen daarvan overal met me mee. Ik denk dat ik Peggy's raad zal moeten aannemen, en mijn heil zoeken in de poederdoos. Misschien zal het niet noodig zijn, zei hij bedaard. Zij zag naar hem op. Zijn woorden klonken bemoedigend. Wat bedoel je? Ik bedoel, dat er een weg gevonden kan worden, om een zekeren heer ertoe te brengen om naar zijn vaderland terug te keeren, en daar te blijven, zei Deyes heel rustig. Na tafel zullen we eens praten. Doe me nu een genoegen, met de discussie te laten varen, en wat te eten. Ah, die champagne zal je goed doen. Haar buurman aan den anderen kant richtte nu het woord tot haar, en Wilhelmina voelde een plotselinge verlichting van den last, die op haar hart rustte. Zooals ieder ander, had zij vertrouwen in dezen langen, zichzelf beheer- schenden man, wiens leven zoo ongeveer een geheim was, zelfs voor zijn vrienden en die dat Idee van kracht over zicht had, dat zwijg zaamheid bijna altijd meebrengt. Hij zou haar helpen. Zij zette al die ellendige gedachten van haair af. Zij werd weer zichzelf. Laat niemand zich verbeelden, scl 3jt/J Peggy na het dessert, dat ik zal probccisn, om de aandacht van jullie vrouwen te trekker), door met mijn neus in het salon te kijken. Jullie kunnen allemaal opstaan en verdwijnen, net wanneer je wilt. Er staan bridgetafels voor Jullie gereed in de zitkamer, er is muziek in het salon, er Is billard in de biljardzaal, en er staan stoelen in den wintertuin. Koffie en likeur zal Jullie achterna gebracht worden, waar Jullie ook bent. Kiest dus, goede mens eken. Wat mij betreft, de hertog zal me van zijn reis naar Cairo vertellen. Het doet me genoegen, voor hem, dat niemand anders ze te hooren krijgt. Het gezelschap aan de groote, ronde tafel ver spreidde zich langzaam in groepjes van twee of drie. Wilhelmina en Deyes begaven zich naar den wintertuin. Deyes stak een sigaret op, sn bleef staan, met zijn handen op zijn rug. Wil helmina leunde tegen den rug van een stoel. Zij was te opgewonden, om te gaan zitten. Toe nu! smeekte zij. Deyes' gelaat scheen tegelijk een hardere en zachtere uitdrukking aan te nemen. Zijn mond was opeens vastberaden, maar zijn oogen glooi den. Alle verveling was uit zijn gezicht en zijn wijze van doen verdwenen. Wilhelmina, zeide hij, ik heb je aldoor fot vrouw willen hebben, sinds Ik je in het ca A de Paris zag met dien afschuwelijken schuric, die je zooveel smart heeft veroorzaakt. Je her innert je wel. dat ik al eerder zooveel te ken nen heb gegeven. Zij ontstelde; zichtbaar in de war. Je weet heel goed, zei ze, dat je van iets onmogelijks spreekt. Iets, dat onmogelijk was, Wilhelmina, zei hij. Gesteld, dat ik je Jcan ie Roi uit handen neem? Gesteld, dat ik beloof, hem naar zijn eigen land terug te sturen, als een rat in zijn hol? Gesteld, dat ik beloof, dat al die overeen komsten te niet zullen worden gedaan, zonder dit er een regel van in de couranten komt, zon- i)r een spoor van openbaarheid? Dat kun je niet, prevelde zij verlangend. Maar je wilt vrij zijn? vroeg hij. Ja, ik wil vrij zijn, antwoordde zij. Daai| heb ik recht op, is 't niet? En ik wil jou, zei hij langzaam. j (Wordt vervolgd)/ j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 3