GOUDEN Vreeseijk ante-ongeluk na een prettig avondje. FEUILLETON MAANDAG 15 JULI 1929 TWEEDE BLAD PAGINA 3 DRIE INZITTENDEN GEDOOD, EEN DAME ZWAAR GEWOND. DIEFSTAL MET GEWELDPLEGING inbraak. heidebrand. INTERN. KAMER VAN KOOPHANDEL EXAMENS NUTTIGE HANDWERKEN, UIT ROTTERDAM MET DE ROOMSCHE REISVEREEN* NAAR 'T LAND DER KERSEN DE AUTO TEGEN EEN BOOM GESLAGEN EN IN BRAND GERAAKT Gisternacht om halt 1 is onder Dubbeldam aan de tweede tol een Ford-auto, gemerkt H 5S071 tegen een boom gereden. De auto vloog in brand. Eén der 4 inzittenden van den auto werd als lijk onder den wagen uitgehaald. Het lichaam was geheel verkoold. Een andere inzittende heeft nog even geleefd. Van de twee overigen is een persoon even eens overleden, terwijl de toestand van de vierde, een dame, zeer ernstig is. Onze Dordtsche redacteur meldt ons omtrent dit ernstig auto-ongeluk nog het volgende. De auto was een nieuwe Ford, gemerkt H 58071, toebehoorend aan hét Verkoopbureau der Excelsior-stofzuigers, v. Oldenbarneveldt- straat 49, Rotterdam. Hiermede was de heer Uhl Sr. een der hoofdagenten van bovenge noemd Verkoopbureau Zaterdagmiddag naar Dordrecht gereden, zooals hij gewoon was te doen, en had hem geplaatst in de garage van de firma v. Twist. Eenigen tijd later heeft de zoon van den heer Uhl hem daar gehaald en is er mee aan het toeren gegaan. Zoo heeft hij in den vooravond enkele vrienden daarmee ge bracht naar het D.F.C.-veld, waar voor de le den een bal-champêtre was georganiseerd. Deze vrienden hebben den heer Uhl Jr. nog gevraagd om eveneens aan dit bal deel te nemen, en zijn antwoord luidde, dat hij wellicht nog wel kwam. Dit heeft hij intusschen niet gedaan, doch later heeft hij enkele kennissen ontmoet, een dame en twee heeren en door den mooien avond verlokt ging het gezelschap Zaterdagavond om half twaalf nog even een ritje maken naar Willemsdorp, om bij Hotel Waterloo, van den heer de Korver, aan de veerpont Willemsdorp Moerdijk nog even op het terras te zitten. Toen men daar evenwel aankwam was het reeds over 12 uur en vond men de zaak gesloten. Na eenig oponthoud werd daarna de terugreis tveer aanvaard. Ongeveer drie kilometer daarvandaan loopt de weg over een verhooging, den Buiten-dijk, Waar vroeger een tol stond en welke plaats van Dordrecht uit nog altijd bekend staat als ..de tweede tol". De weg van Willemsdorp maakt daar bok een zwakke buiging naar links mi om de toeristen daar opmerkzaam op te maken is de eerste boom aan de rechterzijde van den weg op manshoogte afgezaagd, en ge heel wit geschilderd. Hoe nu het ongeluk ver- ook zaak t is, is niet opgehelderd, want er was niemand meer op den weg en de eenig levende van het ongeval heeft men nog geen verhoor kunnen afnemen. Maar de auto moet met groote vaart tegen dien afgezaagden boom zijn opgereden en heeft óf voor of achter dien boom een geheelen slag om gemaakt, waardoor hij met den voorkant weer naar de richting Wil lemsdorp kwam te staan. De auto zou zekeï van den dijk zijn afgerold, ware het niet, dat rui 1,!g °P een breeden, ijzeren sneeuw- ,m.er ls gesprongen, die daar langs den c n^'1 kan(; van den weg ligt. Door dep ok 's de heete motor achteruit geduwd en e'gekomen in de benzine-tank, die zich achter de motor, beneden de voorruit bevindt De benzine vloog in brand en binnen een minuut stond de auto in lichte laaie. Het lichaam van een der slachtoffers hing tut het portier. Enkele menschen, die daar woonden, en op het hooren van een slag naar buiten kwamen, hebben hem uit den auto ge trokken en op den weg gelegd, doch hij was feeds dood. Twee andere inzittenden kon men biet meer naderen door de geweldige vlammen, «n hunne lichamen zijn later verkoold en ge- neel onherkenbaar uit den auto gehaald. Eerst drie kwartier later vond met in een ondiepo sloot beneden aan den dijk een jongedame lig gen, die bewusteloos was. Aanvankelijk dacht men, dat ook zij overleden was, doch toen men «aar opnam begon ze te kreunen. Omdat hij informatie bleek, dat de auto in Rotterdam thuisbehoorde, meende men eerst met een Rotterdamsch gezelschap te maken te nebben, doch in den loop van den Zondagmor gen kwam men te weten, dat allen te Dor drecht woonden. De slachtoffers zijn de 22- jarige A. Uhl, Vest 96, die in Leiden in de feehten studeert en over enkele weken zijn eindexamen hoopte te maken; de 29-jarige A. ■'-haus, Riedijk 1, die als chef de bureau bij de Arbeidsinspectie werkzaam was, en de 22- jarige g. de Knoop, Bleekersdijk, die op het kantoor van een cargadoorszaak arbeidde en de kostwinner was zijner moeder, een weduwe. Zij zijn alle drie naar het lijkenhuisje op de Algemeene Begraafplaats te Dubbeldam ge bracht, waaronder Willemsdorp behoort. De eenig overlevende, mejuffrouw D. Prins, Eigen- haard 9, werd per Roode Kruis-ziekenauto naar het gemeentelijke ziekenhuis te Dordrecht ver voerd, waar ze hedenmorgen nog steeds bui ten bewustzijn was. Nadat we van dit ongeluk vernomen hadden zijn we Zondagmorgen naar de rampzalige plaats gereden en hebben daar den totaal uit- gebranden auto langs den weg zien liggen en een gesprek aangeknoopt met de bewoners daar ter plaatse, die nog reddingspogingen in het werk hebben gesteld. Het was ongeveer half een, aldus vertelde ons een hunner, toen ik buiten een -vreeselij- ken slag hoorde, alsof een bom gesprongen was. Ik was nog op en nog in de kleeren en haastte mij naar huiten. Toen ik daar binnen de minuut was, zag ik den auto in lichte laaie staan. Een der inzittenden hing met het bo venlijf uit het portier. Met een buurman die inmiddels ook ter plaatse verschenen was, heb ben we hem uit den auto getrokken en op straat neergelegd. Maar hij was reeds dood, en moet wel door den klap onmiddellijk over leden zijn. Hij had een wond aan het voorhoofd en een diepe snedë onder de kin, waarschijnlijk van de glasscherven. We hebben getracht het voorportier open te rukken, doch door den schok was dit zoo verhogen, dat het niet open te krijgen was. Toen hebben we getracht om met een stuk hout het portier open te wringen, doch ook dit gelukte niet. Daarna werden we gedwongen achteruit te gaan, omdat het felle vuur ons achteruit drong. We hebben slechts iets kunnen doen, nadat de auto geheel uitge brand was en vonden toen twee geheel ver koolde lichamen, een nog zittend achter het stuurrad, en het ander op den bodem van den auto liggend. Ze waren totaal onherkenbaar. Omdat we niet wisten, hoeveel personen er in den auto gezeten hadden, hebben we ook den omtrek nog afgezocht en na drie kwartier vonden we beneden den dijk in een sloot nog een dame liggen. Vermoedelijk heeft ze achter in gezeten en is bij het draaien van den auto na den schok door de ruiten er uit geslingerd. In de sloot staat momenteel heel weinig water en omdat ze op haar rug er in lag is ze niet verdronken. Omdat ze zoo roerloos stil lag meenden we eerst dat ze dood was, doch toen we haar opnamen begon ze te kreunen, 't Was een vreeselijk gezicht. Tot zoover onze zegsman. De herkenning der slachtoffers ging niet zoo gemakkelijk. Na de herkenning evenwel van den auto was in den vroegen Zondagmorgen reeds spoedig uitgemaakt, dat de beide ver brande slachtoffers de vrienden Uhl en Ahaus moesten zijn, terwijl de dame waarschijnlijk mej. D. Prins was. Door de initialen D. P. op liaar goed werd dit vermoeden bevestigd. Een vriend van den heer Uhl heeft de beide ver koolde lichamen kunnen herkennen. Over de vierde persoon kon men maar geen zekerheid krijgen, wat verklaarbaar is door het feit, dat deze niet direct tot den vriendenkring der anderen behoorde. Later werd hij herkend als G. de Knoop, die Zaterdagavond nadat hij zijn verloofde naar huis gebracht had, door de an deren ontmoet en geïnviteerd was om mee te rijden. ^Gedurende den dag kwamen zeer velen naar de plaats des onheils een kijkje nemen, waar de totaal uitgebrande en in elkaar geduwde auto, een chaos van verbogen en ingedeukt ijzer, een triesten aanblik opleverde. In den loop van den middag is de vernielde auto door de firma v. Twist weggesleept en naar de garage te Dordrecht vervoerd. De verslagenheid onder de Dordtsche bevol king over dit ontzettend ongeluk, waardoor een drietal gezinnen in diepen rouw gedompeld zijn, is zeer groot. De uitvaart voor de zielerust van 'den heer Ahaus zal Woensdagmorgen plaats hebben In de St. Bonifaciuskerk te Dordrecht, Waarna de begrafenis op het R. K. kerkhof. De beide andere slachtoffers, die niet-katholiek zijn, zullen vermoedelijk eveneens Woensdag begra ven worden, op de Algemeene begraafplaats. DE TERUGREIS VAN DE KORTEN AER. H. M. torpedobootjager „Kortenaer is Vrij dag te St. Thomas aangekomen op de thuis reis van Curagao naar Nederland. Een 18-jarige loopjongen overvalt een 78-jarige vrouw SCHANDELIJK MISDRIJF Een verschrikkelijk misdrijf noemde de pre sident van de Vacantiekamer der Amsterdam- sche rechtbank het delict, waarvoor een 18 jarige loopjongen zich Vrijdag te verantwoor den had. De jongen was door zijn baas, een sigaren handelaar uitgestuurd, om eenige kwitanties te innen. Intusschen waren de sigarenhande laar en zijn vrouw uitgegaan en was de 78 jarige schoonmoeder ln de woning op de tweede verdieping van een perceel op de Mauritskade alleen achtergebleven. De knecht van den si garenhandelaar wist dit en drong, het gelaat met een doek bedekt houdende, de woning van de oude vrouw binnen. Hij bond haar den doek om het hoofd en greep baar bij de keet, om haar tenslotte, nadat de vrouw gepoogd had zich te v/rweren en zelfs nog om hulp had geschreeuwd, in een alcoof half bewuste loos neer te smijten. De doek propte hij haar in den mond om het schreeuwen te beletten. De jongen nam uit de kast een geldtrommeltje, waaruit hij een bedrag van 104 haalde, dat hij thuis op den zolder verborg. Het kostte de politie weinig moeite den dader van dezen schandelijken overval op te sporen. Als verdachte terecht staande bekende hij, wat hem ten laste was gelegd nl. diefstal met geweldpleging. Alleen liet hij uitkomen, dat hij weliswaar naar de woning van de oude vrouw is gegaan om te stelen, maar niet om ge welddadig tegen haar op te treden. Toen hij op weg naar de woning den doek vond, kwam bij hem eerst de gedachte op, om daarmede het gelaat te verbergen, opdat bij zijn binnen komst de vrouw zoo zou schrikken dat zo on middellijk bewusteloos zou worden. De 78-jarige vrouw, als getuige gehoord, ver klaarde o.m., dat de jongen geprobeerd heeft haar de keel dicht te knijpen. Ze had gedu rende 14 dagen een blauw gezicht. Bovendien was zij hij den overval aan de lip verwond. En wat nog erger is, zij is door het gebeurde vol slagen doof geworden. Het O. M. vorderde, mede op grond van de ingekomen deskundige rapporten, een onder zoek naar de geestesvermogens van den ver dachte. Uitspraak op 16 Juli a.s. Door P., in de Rivierstraat te Eindhoven is bij de recherche aangifte gedaan, dat gedu rende zijn afwezigheid tusschen 9 en 11 Juli uit een gesloten kast van zijn slaapkamer een geldtrommeltje, inhoudende 1000 is ont vreemd. Een onderzoek is ingesteld. LOSSE LOCOMOTIEF ONTSPOORD Zaterdag is een losse machine met tender, die trein 662 om 14.42 uur het Weesperpoort- station te Amsterdam had binnengebracht en daarna naar de loewmotievenloods bij da Overamstelstraat zo-u terógkeeren, ontspoord, doordat de wisselwachter den wissel te vroeg omhaalde, juist tusschen locomotief en ten der in. De tender kwam gedeeltelijk op den overweg van de Oosberparkstraat naast de rail-s te staan, waardoor de treinenloop in heide richtingen een vertraging ondervond. BIJ HET BADEN VERDRONKEN. Zondagnamiddag was een tiental jongens te Nijmegen aan het zwemmen in de Waal nabij de stad. Een van hen, die niet te best kon zwemmen waagde zich te ver van den kant af en verdween plotseling in de diepte, zonder dat de andere jongens die geen van allen perfecte zwemmers waren, kans zagen hun vriend den 16-jarigen B., wonende aan den Batavierenweg te Nijmegen te redden. DE Z 5 EN Z 6. Blijkens bij het departement van defensie ontvangen bericht, zijn de torpedobooten Z 5 en Z 6 Vrijdag te Göteborg aangekomen. Vrijdagmiddag had te Bussum, bij den water toren, een nogal belangrijke heidebrand plaats, zeer waarschijnlijk ontstaan door het uitwerpen van vonken door een voorbijgaande locomotief op de thans zeer droge hei. Door de politie- brandweer en met behulp van burgers werd de brand gestuit. Het congres te Amsterdam PUBLIEKE EN PRIVATE ONDERNEMINGEN Voorzettende de behandeling van het vraag stuk der Publieke en Private ondernemingen, zeide de heer Aiston (Engeland) o.m. dat proef ondervindelijk is gebleken, dat staats- of ge meentelijke exploitatie, indien alniet groote verliezen veroorzakend (als de scheepslijnen van Australië) dan toch minder economisch en minder winstgevend bleek te zijn (als de Engelsche Post en gasindustrie), dan het par ticuliere initiatief. Voorstanders van staats exploitatie wijzen op indirecte voordeelen, doch deze kunnen ook op andere wijze worden na gestreefd. Er zijn trouwens ook indirecte na- deelen (gemeentewerklieden gebruiken hun stemrecht om als arbeiders voordeelen te be halen). Spr. beveelt dus de voorgestelde reso- lutiën sterk aan. De inleider de heer Laurent, beantwoordt de sprekers en stelt daarna de motie voor met den Amerikaanschen commentaar. Deze resolutie wordt zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. De beer Du Mosch bedankt daarna den rap porteur, den inleider en de commissie van voorbereiding. Hierna wordt besloten de Chi- neesche kwestie als afgedaan te beschouwen. De beer Haight (Amerika) krijgt daarna het woord en pleit voor uitwisseling van jonge krachten. Daarna stelde de president de kwestie der internationale schaderegelingen aan de orde. De voorzitter stelt daarna voor tot stemming over te gaan over de Amerikaansehe motie en de door den heer Beneduce namens de commis sie voorgestelde resolutie betreffende inter nationale kapitaalbewegingen. De beide resoluties werden daarna met al gemeene stemmen aangenomen, waarna de bij eenkomst werd gesloten. DE TARIEFMURET In de groote aula van het Koloniaal Instituut werd Zaterdag een plenaire zitting gehouden van het congres, waarin opnieuw aan de orde was de kwestie van handelspolitiek en handels- helemmeringen. De bijeenkomst werd geopend c(oor den heer H. Rud. du Mosch, waarna onmiddellijk de heei Etienne Clemente! (Frankrijk) het woord nam. In zijn rede wees spreker o.m. op de noodzakelijkheid van samenwerking der volken: Nederland geeft in dit opzicht door zijn schit terende ontvangst hiervan een uitstekend voor beeld (applaus). Spr. dankte den heer Heldring en de dames van het inlichtingenbureau voor haar meer dan goede medewerking voor het welslagen van het congres. Wij hebben Nederland leeren kennen aldus spr. als een land met een gezond nationalisme en daarnaast een sterk interna tionalisme (luid applaus). Ook is Nederland het land van den vrijhandel, en dat heeft tot schitterende resultaten geleid 1 De handelsmuren opnieuw ter sprake üren- gende, vrees spr. er op dat deze kwestie het onderwerp uitmaakt van een diepgaande studie; op het oogenblik is men dienaangaande reeds op den goeden weg en heeft de Volkenbond eenige algemeene regelen gesteld. In Europa zal men dienen te komen tot een Europeesche Unie, welke in den tarievenchaos orde en regelmaat zal moeten brengen eu tevens zal moeten voorkomen dat Europa in conflict komt met een ander werelddeel. Dit alles is misschien nog toekomstdroom, maar Let gaat den goeden kant uit. Spr. besloot zijn levendig toegejuichte redo met speciaal lof toe te zwaaien aan den voor zitter van het congres, den heer H. Rud. du Mosch. Feestelijke bijeenkomsten Na afloop van de gehouden plenaire zifting van het I.K.K.-congres, vereenigdea de congres sisten zich dan met hun dames in „Artis", alwaar het comité van ontvangst een Garden- partij had georganiseerd. De Koninklijke Kapel der Grenadiers onder leiding van luitenant Boer, bracht er met eenige vroolijke marschen weldra de stemming in. Het gezelschap ver- eenigde zich in één der tuinzalen van het So ciëteitsgebouw, welke als een Oud-Hollandsch marktplein was ingericht. Er waren daar een poffertjeskraam, een werptent, enz. Van de gelegenheid tot dansen werd druk gebruik ge maakt. N V- HANDELMIJ. R. S- STOKVIS ZONEN Onder voorzitterschap van den heer Felix Stokvis, President Commissaris der maatschap pij, heeft Zaterdag de jaarlijksche algem. ver gadering plaats gehad. Het jaarverslag over het boekjaar 1928 werd voor kennisgeving aange nomen. De balans en winst- en verliesrekening werden onveranderd goedgekeurd. Het voorstel tot uitkeering van «8 pet. divi dend op de 7 pet. cumulatief preferente aan- deelen „A" werd aangenomen, in dier voege, dat 25 pet. zal worden uitgekeerd in 7 pet. cumulatief preferente aandeelen „A" en 3 pet. in contanten. Dit voorstel moet bekrachtigd worden door een daartoe belegde vergadering van de houders van 7 pet. cumulatief preferen te aandeelen „A". Deze vergadering, die daarna plaats had, kon, daar het vereischte aantal aan deelen niet vertegenwoordigd was, geen besluit nemen. Op 1 Augustus a.s. zal het voorstel be handeld worden in een tweede alsdan te hou den vergadering. De aftredende commissaris, de heer oma Stokvis, werd bij acclamatie herkozen. DORDRECHT, 12 Juli (Gemeentelijke kweek school). Eerste groep geslaagd de dames L. Erkens, A. Keizer, C. Londonck, M. Los. M, Snijder en L. Stoel. EEN HEERLIJKE BOOTTOCHT NAAR ZALTBOMMEL „Is me dat 'n uitkomst! Met één slag zijn w«j weer boven Jan!'", zoo verzekerde ons de afi» deelingsvoorzitter der Roomsche Reisvereeufc ging, de heer G. A. A. Chapel. „Die Doele- avond van verleden jaar...." Mocht dus al de ondernemende afdeeling iji dubbele beteekenis d'r handen dichtknijpen, de massa van 1100, die gister dé boottocht naai; Zalt Bommel meemaakte, behoefde in tevreden-, held niet onder te doen. Daarvoor werkten zóó zeer alle factoren mee, dat zelfs de weervoor spelling van het IC.N.M.I. met de feiten klopte, Men wilde, op den geboortegrond dér vruchten" zeiven kersen eten en wat deerde het, of er bij zoo'n gelegenheid wat weinig pit in zaï door, naar verhouding, teveel pit?! 't Was Zondagmorgen Teeds vroeg druk aan' de Oosterkade. 't Gilde der langslapers scheen' de penitentie-van-vroeg opstaan graag aan vaard te hebbeu, want niet alleen hadden allen reeds hun Zondagsplichten vervuld, maai; bovendien waren velen reeds uit Haarlem, Leiden, jen Haag. Delft, Gonda en Vlaart dingen gekomen. Onder schetterende koperklanken, op de eersta boot van de Harmonie „St Joseph", op da tweede van „St. Antonius", van welke beid'a korpsen de heer Ant. W. Ganter directeur ls, werd om ruim 9 uur afgevaren. Nadat to Dordt nog de afdeelingen Breda en Dordrecht! zich hadden ingescheept, werd omstreeks één uur Zalt Bommel bereikt. Langs de kade van het pittpresque stadja stond een bonte menigte samengestroomd, dia bet voor Zalt Bommel grootsche gebeuren wilda meemaken. Aan den steiger waren o.m. ter verwelkoming aanwezig de vice-voorzitter en de secretaris van de Vereenlging voor Vreem delingenverkeer, de heeran J. B. J. Zoetmulder en W. Soos. Voorafgegaan door een derde deel der Zalt Bommelscbe politiemacht trokken de 1100 gelegenheidsreizigers door 't mooie stadja naar een tweetal kersenboomgaarden, waar men' zich, soms meer dan wellicht goed was, aan het fruit vergastte. Om half vier werd door beide muziekkorp- sen in het Plantsoen een matinée gegeven, zeer tot genoegen ook van de vele hier bijeen gekomen inwoners, die spontaan van hun waar deering blijk gaven. Ruim vijf uur werd de terugtocht weer aan vaard. Een groote menigte deed de bezoekers- uitgeleide en' de IJscoman aan den kant, in z'n nopjes nu hij goede zake.n had gemaakt, waagde er eenige halsbrekende toeren aan om' precies op het randje van den aanlegsteiger, gewapend met een blikken deksel, ten afscheid te kunnen zwaaien. Om half negen was de heerlijke boottocht, waarover maar één roep was, weer voorbij. Ver melden wij nog dat de R. K. E.H.B.O. aan wezig was, en menigeen met aspirine van" dienst is geweest. ROMAN VAN I. EDHOR Uit het Duitseh vertaald door J. M. v. H. Do vreemdelinge volgde met de oogen de bochten van de talrijke voetpaden. Zij was bet blijkbaar nog niet met zich zelf eens of zij et onderhoud al dan niet zou voortzetten, teaar toen vroeg ze aarzelend: - Bebaeh ls maar een klein stadje nietwaar? Het heeft ongeveer vierduizend inwoners. Ja, ja, en nu komen wij dadelijk op den ërooten weg? Zeker, eerst krijgen wij nog het mooie °rp Memzei en van daar, is het nog een half bur over den straatweg naar Bebach. De dorpen liggen hier nog al dicht hij elkaar. De grond is goed en daarom zijn de neder- edingen dichter bijeen gelegen dan dikwijls °Dbbdere plaatsen het geval is. eer ontstond een langdurige pauze, de i' vreem<3elinge scheen geheel op te gaan in -«schouwing van de groene bladerenmassa haar boofd. Zij sprak niet meer. iuJt u het goeu, jufrouw, dat ik de bev? Van den wa^en openzet; dan zal door de 'egmg misschien wat frissche lucht binnen zoomen. AIs 'I u blieft, klonk het beleefde, maar antwoord. too assessor stond op en opende niet zonder daad 6 ^eur' rïb3 bij wijd open wierp. Iuder- de Was <lirect €on luchtstroom merkbaar, dien -boman met diepe halen inzoog. et 1® ontzettend warm! tueisje duwde een paar weerbarstige krulletjes onder den omgekeerden bijenkorf terug. Toen dat niet lukte morrelde zij wat aan dien afschuwelijken hoed. De oogen van den jongeman schitterden van ironie. Eindelijk scheen zij het toch ook warm te krijgen onder dat hoofddeksel. Hij vond daar een zekere genoegdoening In. Het scheen moeite kosten zieh van dat mon ster te bevrijden, althans het duurde nogal enkele oogenblikken. Eindelijk ging dat ding met dien naar bene den gebogen rand dan toch van haar hoofd. De assessor zat sprakeloos van verrassing In eens kaarsrecht tegenover haarhij keek In een alleraardigst gezicht, met een eenlgszins bleeke kleur. Het lichtbruine haar lag niet plat op het welgevormde hoofd, maar ontelbare krullen omringden het als een stralenkrans. Een hoog-gewelfd voorhoofd werd er bijna ge heel door bedekt en de kleur der scherp afge- teekende bogen der wenkbrauwen verschilde niets van het hoofdhaar. Twee donkerbruine schitterende oogen keken hem lachend, bijna schol msch aan. Het gelukte hem niet direct zijn bewonde rende verrassing te verbergen of te temperen, maar zijn gestalte nam onwillekeurig een vrien delijker houding aan. Ondanks de drukkende hitte teekende niet de minste verhooging van kleur zlcih af op dat gezicht en bij langere en nauwkeuriger beschouwing hadden die trek ken, ondanks het jeugdige voorkomen iets lij dends, dat zich niet zoo onmiddellijk Het ont leden. Men heeft mij verteld, dat mijlen ver in den omtrek om Bebach de bosschen zich uit strekken, ls dat zoo? vroeg zij een beetje be klemd, want de bewonderende blikken van den" assessor maakte haar een beetje verlegen. Dan heeft men u volkomen de waarheid verteld. Er zijn bij Bebach uitgestrekte bos schen, die zlcih naar alle kanten drié tot vijf mijlen uitstrekken. Dat zal in heel de provin- sie Silezië wel het grootste boschcomplex zijn. Dan zullen er in de nabijheid ook wel huizen zijn? vroeg het meisje met gespannen verwachting. O zeker, heel veel. lachte de jongeman. U ziet in mij ook een man van het woud. U houdt zeker veel van die stille boschwoningen? Ik heb toch nog geen houtvesterij gezien; ik kan mij moeilijk iets voorstellen, dat zoo aantrekkelijk ls als een idyllisch gelegen bosch"- woning. Waarschijnlijk dacht de assessor hetzelfde van de tegenover hem zittende schoone, hij sprak die gedachten niet uit, maar duidelijk genoeg bleek dat uit de belangstellende blik ken, die hij op haar richtte. Neem me niet ItwMÜk, dat ik het vraag, maar komt u uit de stad? Ik kom uit Berlijn. Vierde klas! dacht hij. Ondertusschen had de postwagen het einde van het beukenbosch bereikt en reed nu over een hobbeligen, door wagensporen doorploegden landweg. Het schudden en schokken van den lompen wagen was haast onverdraaglijk. Het meisje toonde teekenen van onrust. Kunnen we niet verdwale^? vroeg zij ver schrikt. De koetsier is misschien In slaap ge vallen. Dat kan haast niet, juffrouw. De paarden kennen den weg precies, dien zij lederen dag tweemaal moeten afleggen. Zelfs als de koetsier een verkeerden kant op "wil gaan, weten de paarden van zelf den goeden weg weer te vin den. Daar zijn wij al In Memzel. Kijk u maar dien kant uit, het dorp ligt links van den weg. Bij den windmolen slaan wij rechtsaf en dan zijn wij dadelijk midden in het bosch. Het bosch ter rechterzijde, dat hooger ligt en in een heu veltop uitloopt, beet merkwaardigerwijze in den volksmond de „Machtberg". De assessor hield plotseling op en greep haastig naar zijn lorgnon. Uit een smal zich afteekenend boschpad kwam een ruiter aangereden en naderde de postkoets langs een zijweg tot op vijftig meter afstands. Klaarblijkelijk wilde hij den grooten weg oversteken en zoo dwars door het bosch naar Memzel rijden. De assessor zwaaide met zijn hoed om den ruiter te groeten. Deze wenkte met de hand en hield zijn snelloopend paard een beetje in. Op hetzelfde oogenblik zwenkte de wagen over een vlonder of houten bruggetje, dat over een diepe greppel gelegd was, scherp naar rechts af. Daarbij gleed het rechteTwiel, dat te kort langs den rand gehouden was, van do planken af; de wagen kantelde en sloeg met een hevlgen smak In de breeden en diepen greppel naar beneden. Dat alles ging zoo onverwacht en zoo snel ln zijn werk, dat de inzittenden geen begrip hadden van wat er met hen gebeurde. Een oogenblik heerschte er een beklemmende stilte. Toen drong het langzame geluid van naderende hoefslagen tot hen door. De koetsier was van den bok naar benedien geslingerd en nu eerst ontwaakte hij nit de verdoovlng van zijn roes. De paarden lagen verward in het tuig te trappen in den greppel en sloegen tegen den j wagen, dat alles kraakte en deden vergeefsche pogingen weer overeind te springen. De ruiter, die het ongeluk met den postwagen zag gebeburen, kwam in vollen galop aange rend, sprong van zijn paard, wierp den teugel over den tak van 'n langs den weg staanden boom en holde naar den koetsier, die nog half versuft opkrabbelde van het mos, waarop hij tot zijn geluk ongedeerd was neergekomen. Je hebt weer een mooie streek uitge haald, Scholz. Dat je ook nooit nuchter op den wagen kan gaan zitten, zei de nieuw aange komene op kwalijk verborgen woedenden toon, Ach, mijnheer de opperhoutvester, stamel de de jonge postiljon, ik was door de warmte ingedommeld. De De opperhoutvester maakte een afwerend gp- baar. Hij greep de zweep, die op den grond gevallen was en klopte met den knop tegen den onderkant van den gelen wagen. Assessor von Hellda, leeft u nog?! riep hij luid. Ik zit als ln Abruhams schoot, dat wil zeggen ik ben door de geopende deur gevallen en baad mij thans in de verkoelende modder van den koninklijken greppel. Ach, mijnheer de opperhoutvester, wilt u even zien, of mijn jonge reisgenoote ongedeerd gebleven is? Ik ben er met den schrik en een bona met mijn hoofd tegen den zijwand afgekomen, antwoordde de jongedame uit het inwendige van heit omgevallen voertuig. Maak eerst do paarden los, anders slaan zij den heeien boel kapot, beval de opperhout vester met gebiedende stem. Onmiddellijk begon de koetsier het bevel ten uitvoer te brengen. Hij was nu heek maal nuchter en van tijd tot tijd wierp hij een ang- stigen blik op den opperhoutvester, wiens ern stige gelaatsuitdrukking weinig goeds voor spelde. Deze spande al zijn krachten in om het jonge meisje uit het voertuig te trekken. Eindelijk slaagde hij daarin en na enkele oogenblikken kwam ook de assessor te voorschijn. Beiden waren ongedeerd, maar do laatste droeg de duidelijkste sporen van zijn verre van frisch bad. Zijn broekspijpen waren van liclit-grijs zwart van de modder geworden en ook zijn jaa toonde duidelijk waarmee hij in aanraking waa geweest. Die lceTel heeft mij daar netjes ingemikt, zei Hellda, woedend naar den koetsier wijzend. 4'Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 7