GOUDEN
Vreeseijk ante-ongeluk na een prettig avondje.
FEUILLETON
MAANDAG 15 JULI 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 3
DRIE INZITTENDEN GEDOOD, EEN DAME ZWAAR GEWOND.
DIEFSTAL MET GEWELDPLEGING
inbraak.
heidebrand.
INTERN. KAMER VAN
KOOPHANDEL
EXAMENS NUTTIGE HANDWERKEN,
UIT ROTTERDAM
MET DE ROOMSCHE REISVEREEN*
NAAR 'T LAND DER KERSEN
DE AUTO TEGEN EEN BOOM GESLAGEN EN IN BRAND GERAAKT
Gisternacht om halt 1 is onder Dubbeldam
aan de tweede tol een Ford-auto, gemerkt
H 5S071 tegen een boom gereden. De auto
vloog in brand. Eén der 4 inzittenden van den
auto werd als lijk onder den wagen uitgehaald.
Het lichaam was geheel verkoold. Een andere
inzittende heeft nog even geleefd.
Van de twee overigen is een persoon even
eens overleden, terwijl de toestand van de
vierde, een dame, zeer ernstig is.
Onze Dordtsche redacteur meldt ons omtrent
dit ernstig auto-ongeluk nog het volgende.
De auto was een nieuwe Ford, gemerkt H
58071, toebehoorend aan hét Verkoopbureau
der Excelsior-stofzuigers, v. Oldenbarneveldt-
straat 49, Rotterdam. Hiermede was de heer
Uhl Sr. een der hoofdagenten van bovenge
noemd Verkoopbureau Zaterdagmiddag naar
Dordrecht gereden, zooals hij gewoon was te
doen, en had hem geplaatst in de garage van
de firma v. Twist. Eenigen tijd later heeft de
zoon van den heer Uhl hem daar gehaald en
is er mee aan het toeren gegaan. Zoo heeft hij
in den vooravond enkele vrienden daarmee ge
bracht naar het D.F.C.-veld, waar voor de le
den een bal-champêtre was georganiseerd. Deze
vrienden hebben den heer Uhl Jr. nog gevraagd
om eveneens aan dit bal deel te nemen, en
zijn antwoord luidde, dat hij wellicht nog wel
kwam.
Dit heeft hij intusschen niet gedaan, doch
later heeft hij enkele kennissen ontmoet, een
dame en twee heeren en door den mooien avond
verlokt ging het gezelschap Zaterdagavond om
half twaalf nog even een ritje maken naar
Willemsdorp, om bij Hotel Waterloo, van den
heer de Korver, aan de veerpont Willemsdorp
Moerdijk nog even op het terras te zitten. Toen
men daar evenwel aankwam was het reeds
over 12 uur en vond men de zaak gesloten.
Na eenig oponthoud werd daarna de terugreis
tveer aanvaard.
Ongeveer drie kilometer daarvandaan loopt
de weg over een verhooging, den Buiten-dijk,
Waar vroeger een tol stond en welke plaats
van Dordrecht uit nog altijd bekend staat als
..de tweede tol". De weg van Willemsdorp
maakt daar bok een zwakke buiging naar links
mi om de toeristen daar opmerkzaam op te
maken is de eerste boom aan de rechterzijde
van den weg op manshoogte afgezaagd, en ge
heel wit geschilderd. Hoe nu het ongeluk ver-
ook zaak t is, is niet opgehelderd, want er was
niemand meer op den weg en de eenig levende
van het ongeval heeft men nog geen verhoor
kunnen afnemen. Maar de auto moet met
groote vaart tegen dien afgezaagden boom zijn
opgereden en heeft óf voor of achter dien boom
een geheelen slag om gemaakt, waardoor hij
met den voorkant weer naar de richting Wil
lemsdorp kwam te staan. De auto zou zekeï
van den dijk zijn afgerold, ware het niet, dat
rui 1,!g °P een breeden, ijzeren sneeuw-
,m.er ls gesprongen, die daar langs den
c n^'1 kan(; van den weg ligt. Door dep
ok 's de heete motor achteruit geduwd en
e'gekomen in de benzine-tank, die zich
achter de motor, beneden de voorruit bevindt
De benzine vloog in brand en binnen een
minuut stond de auto in lichte laaie.
Het lichaam van een der slachtoffers hing
tut het portier. Enkele menschen, die daar
woonden, en op het hooren van een slag naar
buiten kwamen, hebben hem uit den auto ge
trokken en op den weg gelegd, doch hij was
feeds dood. Twee andere inzittenden kon men
biet meer naderen door de geweldige vlammen,
«n hunne lichamen zijn later verkoold en ge-
neel onherkenbaar uit den auto gehaald. Eerst
drie kwartier later vond met in een ondiepo
sloot beneden aan den dijk een jongedame lig
gen, die bewusteloos was. Aanvankelijk dacht
men, dat ook zij overleden was, doch toen men
«aar opnam begon ze te kreunen.
Omdat hij informatie bleek, dat de auto in
Rotterdam thuisbehoorde, meende men eerst
met een Rotterdamsch gezelschap te maken te
nebben, doch in den loop van den Zondagmor
gen kwam men te weten, dat allen te Dor
drecht woonden. De slachtoffers zijn de 22-
jarige A. Uhl, Vest 96, die in Leiden in de
feehten studeert en over enkele weken zijn
eindexamen hoopte te maken; de 29-jarige A.
■'-haus, Riedijk 1, die als chef de bureau bij
de Arbeidsinspectie werkzaam was, en de 22-
jarige g. de Knoop, Bleekersdijk, die op het
kantoor van een cargadoorszaak arbeidde en
de kostwinner was zijner moeder, een weduwe.
Zij zijn alle drie naar het lijkenhuisje op de
Algemeene Begraafplaats te Dubbeldam ge
bracht, waaronder Willemsdorp behoort. De
eenig overlevende, mejuffrouw D. Prins, Eigen-
haard 9, werd per Roode Kruis-ziekenauto naar
het gemeentelijke ziekenhuis te Dordrecht ver
voerd, waar ze hedenmorgen nog steeds bui
ten bewustzijn was.
Nadat we van dit ongeluk vernomen hadden
zijn we Zondagmorgen naar de rampzalige
plaats gereden en hebben daar den totaal uit-
gebranden auto langs den weg zien liggen en
een gesprek aangeknoopt met de bewoners
daar ter plaatse, die nog reddingspogingen in
het werk hebben gesteld.
Het was ongeveer half een, aldus vertelde
ons een hunner, toen ik buiten een -vreeselij-
ken slag hoorde, alsof een bom gesprongen
was. Ik was nog op en nog in de kleeren en
haastte mij naar huiten. Toen ik daar binnen
de minuut was, zag ik den auto in lichte laaie
staan. Een der inzittenden hing met het bo
venlijf uit het portier. Met een buurman die
inmiddels ook ter plaatse verschenen was, heb
ben we hem uit den auto getrokken en op
straat neergelegd. Maar hij was reeds dood,
en moet wel door den klap onmiddellijk over
leden zijn. Hij had een wond aan het voorhoofd
en een diepe snedë onder de kin, waarschijnlijk
van de glasscherven. We hebben getracht het
voorportier open te rukken, doch door den
schok was dit zoo verhogen, dat het niet open
te krijgen was. Toen hebben we getracht om
met een stuk hout het portier open te wringen,
doch ook dit gelukte niet. Daarna werden we
gedwongen achteruit te gaan, omdat het felle
vuur ons achteruit drong. We hebben slechts
iets kunnen doen, nadat de auto geheel uitge
brand was en vonden toen twee geheel ver
koolde lichamen, een nog zittend achter het
stuurrad, en het ander op den bodem van den
auto liggend. Ze waren totaal onherkenbaar.
Omdat we niet wisten, hoeveel personen er
in den auto gezeten hadden, hebben we ook
den omtrek nog afgezocht en na drie kwartier
vonden we beneden den dijk in een sloot nog
een dame liggen. Vermoedelijk heeft ze achter
in gezeten en is bij het draaien van den auto
na den schok door de ruiten er uit geslingerd.
In de sloot staat momenteel heel weinig water
en omdat ze op haar rug er in lag is ze niet
verdronken. Omdat ze zoo roerloos stil lag
meenden we eerst dat ze dood was, doch toen
we haar opnamen begon ze te kreunen, 't Was
een vreeselijk gezicht.
Tot zoover onze zegsman.
De herkenning der slachtoffers ging niet zoo
gemakkelijk. Na de herkenning evenwel van
den auto was in den vroegen Zondagmorgen
reeds spoedig uitgemaakt, dat de beide ver
brande slachtoffers de vrienden Uhl en Ahaus
moesten zijn, terwijl de dame waarschijnlijk
mej. D. Prins was. Door de initialen D. P. op
liaar goed werd dit vermoeden bevestigd. Een
vriend van den heer Uhl heeft de beide ver
koolde lichamen kunnen herkennen. Over de
vierde persoon kon men maar geen zekerheid
krijgen, wat verklaarbaar is door het feit, dat
deze niet direct tot den vriendenkring der
anderen behoorde. Later werd hij herkend als
G. de Knoop, die Zaterdagavond nadat hij zijn
verloofde naar huis gebracht had, door de an
deren ontmoet en geïnviteerd was om mee te
rijden.
^Gedurende den dag kwamen zeer velen naar
de plaats des onheils een kijkje nemen, waar
de totaal uitgebrande en in elkaar geduwde
auto, een chaos van verbogen en ingedeukt
ijzer, een triesten aanblik opleverde.
In den loop van den middag is de vernielde
auto door de firma v. Twist weggesleept en
naar de garage te Dordrecht vervoerd.
De verslagenheid onder de Dordtsche bevol
king over dit ontzettend ongeluk, waardoor een
drietal gezinnen in diepen rouw gedompeld
zijn, is zeer groot.
De uitvaart voor de zielerust van 'den heer
Ahaus zal Woensdagmorgen plaats hebben In
de St. Bonifaciuskerk te Dordrecht, Waarna
de begrafenis op het R. K. kerkhof. De beide
andere slachtoffers, die niet-katholiek zijn,
zullen vermoedelijk eveneens Woensdag begra
ven worden, op de Algemeene begraafplaats.
DE TERUGREIS VAN DE KORTEN AER.
H. M. torpedobootjager „Kortenaer is Vrij
dag te St. Thomas aangekomen op de thuis
reis van Curagao naar Nederland.
Een 18-jarige loopjongen overvalt een
78-jarige vrouw
SCHANDELIJK MISDRIJF
Een verschrikkelijk misdrijf noemde de pre
sident van de Vacantiekamer der Amsterdam-
sche rechtbank het delict, waarvoor een 18
jarige loopjongen zich Vrijdag te verantwoor
den had.
De jongen was door zijn baas, een sigaren
handelaar uitgestuurd, om eenige kwitanties
te innen. Intusschen waren de sigarenhande
laar en zijn vrouw uitgegaan en was de 78
jarige schoonmoeder ln de woning op de tweede
verdieping van een perceel op de Mauritskade
alleen achtergebleven. De knecht van den si
garenhandelaar wist dit en drong, het gelaat
met een doek bedekt houdende, de woning
van de oude vrouw binnen. Hij bond haar den
doek om het hoofd en greep baar bij de keet,
om haar tenslotte, nadat de vrouw gepoogd
had zich te v/rweren en zelfs nog om hulp
had geschreeuwd, in een alcoof half bewuste
loos neer te smijten. De doek propte hij haar
in den mond om het schreeuwen te beletten.
De jongen nam uit de kast een geldtrommeltje,
waaruit hij een bedrag van 104 haalde, dat
hij thuis op den zolder verborg.
Het kostte de politie weinig moeite den
dader van dezen schandelijken overval op te
sporen.
Als verdachte terecht staande bekende hij,
wat hem ten laste was gelegd nl. diefstal met
geweldpleging. Alleen liet hij uitkomen, dat
hij weliswaar naar de woning van de oude
vrouw is gegaan om te stelen, maar niet om ge
welddadig tegen haar op te treden. Toen hij op
weg naar de woning den doek vond, kwam bij
hem eerst de gedachte op, om daarmede het
gelaat te verbergen, opdat bij zijn binnen
komst de vrouw zoo zou schrikken dat zo on
middellijk bewusteloos zou worden.
De 78-jarige vrouw, als getuige gehoord, ver
klaarde o.m., dat de jongen geprobeerd heeft
haar de keel dicht te knijpen. Ze had gedu
rende 14 dagen een blauw gezicht. Bovendien
was zij hij den overval aan de lip verwond. En
wat nog erger is, zij is door het gebeurde vol
slagen doof geworden.
Het O. M. vorderde, mede op grond van de
ingekomen deskundige rapporten, een onder
zoek naar de geestesvermogens van den ver
dachte.
Uitspraak op 16 Juli a.s.
Door P., in de Rivierstraat te Eindhoven is
bij de recherche aangifte gedaan, dat gedu
rende zijn afwezigheid tusschen 9 en 11 Juli
uit een gesloten kast van zijn slaapkamer een
geldtrommeltje, inhoudende 1000 is ont
vreemd. Een onderzoek is ingesteld.
LOSSE LOCOMOTIEF ONTSPOORD
Zaterdag is een losse machine met tender,
die trein 662 om 14.42 uur het Weesperpoort-
station te Amsterdam had binnengebracht en
daarna naar de loewmotievenloods bij da
Overamstelstraat zo-u terógkeeren, ontspoord,
doordat de wisselwachter den wissel te vroeg
omhaalde, juist tusschen locomotief en ten
der in. De tender kwam gedeeltelijk op den
overweg van de Oosberparkstraat naast de
rail-s te staan, waardoor de treinenloop in
heide richtingen een vertraging ondervond.
BIJ HET BADEN VERDRONKEN.
Zondagnamiddag was een tiental jongens te
Nijmegen aan het zwemmen in de Waal nabij
de stad. Een van hen, die niet te best kon
zwemmen waagde zich te ver van den kant af
en verdween plotseling in de diepte, zonder dat
de andere jongens die geen van allen perfecte
zwemmers waren, kans zagen hun vriend den
16-jarigen B., wonende aan den Batavierenweg
te Nijmegen te redden.
DE Z 5 EN Z 6.
Blijkens bij het departement van defensie
ontvangen bericht, zijn de torpedobooten Z 5
en Z 6 Vrijdag te Göteborg aangekomen.
Vrijdagmiddag had te Bussum, bij den water
toren, een nogal belangrijke heidebrand plaats,
zeer waarschijnlijk ontstaan door het uitwerpen
van vonken door een voorbijgaande locomotief
op de thans zeer droge hei. Door de politie-
brandweer en met behulp van burgers werd de
brand gestuit.
Het congres te Amsterdam
PUBLIEKE EN PRIVATE
ONDERNEMINGEN
Voorzettende de behandeling van het vraag
stuk der Publieke en Private ondernemingen,
zeide de heer Aiston (Engeland) o.m. dat proef
ondervindelijk is gebleken, dat staats- of ge
meentelijke exploitatie, indien alniet groote
verliezen veroorzakend (als de scheepslijnen
van Australië) dan toch minder economisch
en minder winstgevend bleek te zijn (als de
Engelsche Post en gasindustrie), dan het par
ticuliere initiatief. Voorstanders van staats
exploitatie wijzen op indirecte voordeelen, doch
deze kunnen ook op andere wijze worden na
gestreefd. Er zijn trouwens ook indirecte na-
deelen (gemeentewerklieden gebruiken hun
stemrecht om als arbeiders voordeelen te be
halen). Spr. beveelt dus de voorgestelde reso-
lutiën sterk aan.
De inleider de heer Laurent, beantwoordt
de sprekers en stelt daarna de motie voor met
den Amerikaanschen commentaar.
Deze resolutie wordt zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
De beer Du Mosch bedankt daarna den rap
porteur, den inleider en de commissie van
voorbereiding. Hierna wordt besloten de Chi-
neesche kwestie als afgedaan te beschouwen.
De beer Haight (Amerika) krijgt daarna het
woord en pleit voor uitwisseling van jonge
krachten.
Daarna stelde de president de kwestie der
internationale schaderegelingen aan de orde.
De voorzitter stelt daarna voor tot stemming
over te gaan over de Amerikaansehe motie en
de door den heer Beneduce namens de commis
sie voorgestelde resolutie betreffende inter
nationale kapitaalbewegingen.
De beide resoluties werden daarna met al
gemeene stemmen aangenomen, waarna de bij
eenkomst werd gesloten.
DE TARIEFMURET
In de groote aula van het Koloniaal Instituut
werd Zaterdag een plenaire zitting gehouden
van het congres, waarin opnieuw aan de orde
was de kwestie van handelspolitiek en handels-
helemmeringen.
De bijeenkomst werd geopend c(oor den heer
H. Rud. du Mosch, waarna onmiddellijk de heei
Etienne Clemente! (Frankrijk) het woord nam.
In zijn rede wees spreker o.m. op de
noodzakelijkheid van samenwerking der volken:
Nederland geeft in dit opzicht door zijn schit
terende ontvangst hiervan een uitstekend voor
beeld (applaus).
Spr. dankte den heer Heldring en de dames
van het inlichtingenbureau voor haar meer dan
goede medewerking voor het welslagen van het
congres. Wij hebben Nederland leeren kennen
aldus spr. als een land met een gezond
nationalisme en daarnaast een sterk interna
tionalisme (luid applaus). Ook is Nederland
het land van den vrijhandel, en dat heeft tot
schitterende resultaten geleid 1
De handelsmuren opnieuw ter sprake üren-
gende, vrees spr. er op dat deze kwestie het
onderwerp uitmaakt van een diepgaande studie;
op het oogenblik is men dienaangaande reeds
op den goeden weg en heeft de Volkenbond
eenige algemeene regelen gesteld.
In Europa zal men dienen te komen tot een
Europeesche Unie, welke in den tarievenchaos
orde en regelmaat zal moeten brengen eu
tevens zal moeten voorkomen dat Europa in
conflict komt met een ander werelddeel. Dit
alles is misschien nog toekomstdroom, maar Let
gaat den goeden kant uit.
Spr. besloot zijn levendig toegejuichte redo
met speciaal lof toe te zwaaien aan den voor
zitter van het congres, den heer H. Rud. du
Mosch.
Feestelijke bijeenkomsten
Na afloop van de gehouden plenaire zifting
van het I.K.K.-congres, vereenigdea de congres
sisten zich dan met hun dames in „Artis",
alwaar het comité van ontvangst een Garden-
partij had georganiseerd. De Koninklijke Kapel
der Grenadiers onder leiding van luitenant
Boer, bracht er met eenige vroolijke marschen
weldra de stemming in. Het gezelschap ver-
eenigde zich in één der tuinzalen van het So
ciëteitsgebouw, welke als een Oud-Hollandsch
marktplein was ingericht. Er waren daar een
poffertjeskraam, een werptent, enz. Van de
gelegenheid tot dansen werd druk gebruik ge
maakt.
N V- HANDELMIJ. R. S- STOKVIS ZONEN
Onder voorzitterschap van den heer Felix
Stokvis, President Commissaris der maatschap
pij, heeft Zaterdag de jaarlijksche algem. ver
gadering plaats gehad. Het jaarverslag over het
boekjaar 1928 werd voor kennisgeving aange
nomen. De balans en winst- en verliesrekening
werden onveranderd goedgekeurd.
Het voorstel tot uitkeering van «8 pet. divi
dend op de 7 pet. cumulatief preferente aan-
deelen „A" werd aangenomen, in dier voege,
dat 25 pet. zal worden uitgekeerd in 7 pet.
cumulatief preferente aandeelen „A" en 3 pet.
in contanten. Dit voorstel moet bekrachtigd
worden door een daartoe belegde vergadering
van de houders van 7 pet. cumulatief preferen
te aandeelen „A". Deze vergadering, die daarna
plaats had, kon, daar het vereischte aantal aan
deelen niet vertegenwoordigd was, geen besluit
nemen. Op 1 Augustus a.s. zal het voorstel be
handeld worden in een tweede alsdan te hou
den vergadering.
De aftredende commissaris, de heer oma
Stokvis, werd bij acclamatie herkozen.
DORDRECHT, 12 Juli (Gemeentelijke kweek
school). Eerste groep geslaagd de dames L.
Erkens, A. Keizer, C. Londonck, M. Los. M,
Snijder en L. Stoel.
EEN HEERLIJKE BOOTTOCHT
NAAR ZALTBOMMEL
„Is me dat 'n uitkomst! Met één slag zijn w«j
weer boven Jan!'", zoo verzekerde ons de afi»
deelingsvoorzitter der Roomsche Reisvereeufc
ging, de heer G. A. A. Chapel. „Die Doele-
avond van verleden jaar...."
Mocht dus al de ondernemende afdeeling iji
dubbele beteekenis d'r handen dichtknijpen,
de massa van 1100, die gister dé boottocht naai;
Zalt Bommel meemaakte, behoefde in tevreden-,
held niet onder te doen. Daarvoor werkten zóó
zeer alle factoren mee, dat zelfs de weervoor
spelling van het IC.N.M.I. met de feiten klopte,
Men wilde, op den geboortegrond dér vruchten"
zeiven kersen eten en wat deerde het, of er
bij zoo'n gelegenheid wat weinig pit in zaï
door, naar verhouding, teveel pit?!
't Was Zondagmorgen Teeds vroeg druk aan'
de Oosterkade. 't Gilde der langslapers scheen'
de penitentie-van-vroeg opstaan graag aan
vaard te hebbeu, want niet alleen hadden allen
reeds hun Zondagsplichten vervuld, maai;
bovendien waren velen reeds uit Haarlem,
Leiden, jen Haag. Delft, Gonda en Vlaart
dingen gekomen.
Onder schetterende koperklanken, op de eersta
boot van de Harmonie „St Joseph", op da
tweede van „St. Antonius", van welke beid'a
korpsen de heer Ant. W. Ganter directeur ls,
werd om ruim 9 uur afgevaren. Nadat to
Dordt nog de afdeelingen Breda en Dordrecht!
zich hadden ingescheept, werd omstreeks één
uur Zalt Bommel bereikt.
Langs de kade van het pittpresque stadja
stond een bonte menigte samengestroomd, dia
bet voor Zalt Bommel grootsche gebeuren wilda
meemaken. Aan den steiger waren o.m. ter
verwelkoming aanwezig de vice-voorzitter en
de secretaris van de Vereenlging voor Vreem
delingenverkeer, de heeran J. B. J. Zoetmulder
en W. Soos. Voorafgegaan door een derde deel
der Zalt Bommelscbe politiemacht trokken de
1100 gelegenheidsreizigers door 't mooie stadja
naar een tweetal kersenboomgaarden, waar men'
zich, soms meer dan wellicht goed was, aan
het fruit vergastte.
Om half vier werd door beide muziekkorp-
sen in het Plantsoen een matinée gegeven,
zeer tot genoegen ook van de vele hier bijeen
gekomen inwoners, die spontaan van hun waar
deering blijk gaven.
Ruim vijf uur werd de terugtocht weer aan
vaard. Een groote menigte deed de bezoekers-
uitgeleide en' de IJscoman aan den kant, in
z'n nopjes nu hij goede zake.n had gemaakt,
waagde er eenige halsbrekende toeren aan om'
precies op het randje van den aanlegsteiger,
gewapend met een blikken deksel, ten afscheid
te kunnen zwaaien.
Om half negen was de heerlijke boottocht,
waarover maar één roep was, weer voorbij. Ver
melden wij nog dat de R. K. E.H.B.O. aan
wezig was, en menigeen met aspirine van"
dienst is geweest.
ROMAN VAN I. EDHOR
Uit het Duitseh vertaald door
J. M. v. H.
Do vreemdelinge volgde met de oogen de
bochten van de talrijke voetpaden. Zij was bet
blijkbaar nog niet met zich zelf eens of zij
et onderhoud al dan niet zou voortzetten,
teaar toen vroeg ze aarzelend:
- Bebaeh ls maar een klein stadje nietwaar?
Het heeft ongeveer vierduizend inwoners.
Ja, ja, en nu komen wij dadelijk op den
ërooten weg?
Zeker, eerst krijgen wij nog het mooie
°rp Memzei en van daar, is het nog een half
bur over den straatweg naar Bebach.
De dorpen liggen hier nog al dicht hij
elkaar.
De grond is goed en daarom zijn de neder-
edingen dichter bijeen gelegen dan dikwijls
°Dbbdere plaatsen het geval is.
eer ontstond een langdurige pauze,
de i' vreem<3elinge scheen geheel op te gaan in
-«schouwing van de groene bladerenmassa
haar boofd. Zij sprak niet meer.
iuJt u het goeu, jufrouw, dat ik de
bev? Van den wa^en openzet; dan zal door de
'egmg misschien wat frissche lucht binnen
zoomen.
AIs 'I u blieft, klonk het beleefde, maar
antwoord.
too assessor stond op en opende niet zonder
daad 6 ^eur' rïb3 bij wijd open wierp. Iuder-
de Was <lirect €on luchtstroom merkbaar, dien
-boman met diepe halen inzoog.
et 1® ontzettend warm!
tueisje duwde een paar weerbarstige
krulletjes onder den omgekeerden bijenkorf
terug. Toen dat niet lukte morrelde zij wat aan
dien afschuwelijken hoed.
De oogen van den jongeman schitterden van
ironie. Eindelijk scheen zij het toch ook warm
te krijgen onder dat hoofddeksel. Hij vond
daar een zekere genoegdoening In.
Het scheen moeite kosten zieh van dat mon
ster te bevrijden, althans het duurde nogal
enkele oogenblikken.
Eindelijk ging dat ding met dien naar bene
den gebogen rand dan toch van haar hoofd.
De assessor zat sprakeloos van verrassing In
eens kaarsrecht tegenover haarhij keek In
een alleraardigst gezicht, met een eenlgszins
bleeke kleur. Het lichtbruine haar lag niet
plat op het welgevormde hoofd, maar ontelbare
krullen omringden het als een stralenkrans.
Een hoog-gewelfd voorhoofd werd er bijna ge
heel door bedekt en de kleur der scherp afge-
teekende bogen der wenkbrauwen verschilde
niets van het hoofdhaar. Twee donkerbruine
schitterende oogen keken hem lachend, bijna
schol msch aan.
Het gelukte hem niet direct zijn bewonde
rende verrassing te verbergen of te temperen,
maar zijn gestalte nam onwillekeurig een vrien
delijker houding aan. Ondanks de drukkende
hitte teekende niet de minste verhooging van
kleur zlcih af op dat gezicht en bij langere en
nauwkeuriger beschouwing hadden die trek
ken, ondanks het jeugdige voorkomen iets lij
dends, dat zich niet zoo onmiddellijk Het ont
leden.
Men heeft mij verteld, dat mijlen ver in
den omtrek om Bebach de bosschen zich uit
strekken, ls dat zoo? vroeg zij een beetje be
klemd, want de bewonderende blikken van den"
assessor maakte haar een beetje verlegen.
Dan heeft men u volkomen de waarheid
verteld. Er zijn bij Bebach uitgestrekte bos
schen, die zlcih naar alle kanten drié tot vijf
mijlen uitstrekken. Dat zal in heel de provin-
sie Silezië wel het grootste boschcomplex zijn.
Dan zullen er in de nabijheid ook wel
huizen zijn? vroeg het meisje met gespannen
verwachting.
O zeker, heel veel. lachte de jongeman.
U ziet in mij ook een man van het woud. U
houdt zeker veel van die stille boschwoningen?
Ik heb toch nog geen houtvesterij gezien;
ik kan mij moeilijk iets voorstellen, dat zoo
aantrekkelijk ls als een idyllisch gelegen bosch"-
woning.
Waarschijnlijk dacht de assessor hetzelfde
van de tegenover hem zittende schoone, hij
sprak die gedachten niet uit, maar duidelijk
genoeg bleek dat uit de belangstellende blik
ken, die hij op haar richtte.
Neem me niet ItwMÜk, dat ik het vraag,
maar komt u uit de stad?
Ik kom uit Berlijn.
Vierde klas! dacht hij.
Ondertusschen had de postwagen het einde
van het beukenbosch bereikt en reed nu over
een hobbeligen, door wagensporen doorploegden
landweg. Het schudden en schokken van den
lompen wagen was haast onverdraaglijk. Het
meisje toonde teekenen van onrust.
Kunnen we niet verdwale^? vroeg zij ver
schrikt. De koetsier is misschien In slaap ge
vallen.
Dat kan haast niet, juffrouw. De paarden
kennen den weg precies, dien zij lederen dag
tweemaal moeten afleggen. Zelfs als de koetsier
een verkeerden kant op "wil gaan, weten de
paarden van zelf den goeden weg weer te vin
den. Daar zijn wij al In Memzel. Kijk u maar
dien kant uit, het dorp ligt links van den weg.
Bij den windmolen slaan wij rechtsaf en dan
zijn wij dadelijk midden in het bosch. Het bosch
ter rechterzijde, dat hooger ligt en in een heu
veltop uitloopt, beet merkwaardigerwijze in
den volksmond de „Machtberg".
De assessor hield plotseling op en greep
haastig naar zijn lorgnon.
Uit een smal zich afteekenend boschpad
kwam een ruiter aangereden en naderde de
postkoets langs een zijweg tot op vijftig meter
afstands. Klaarblijkelijk wilde hij den grooten
weg oversteken en zoo dwars door het bosch
naar Memzel rijden. De assessor zwaaide met
zijn hoed om den ruiter te groeten. Deze
wenkte met de hand en hield zijn snelloopend
paard een beetje in.
Op hetzelfde oogenblik zwenkte de wagen
over een vlonder of houten bruggetje, dat
over een diepe greppel gelegd was, scherp naar
rechts af. Daarbij gleed het rechteTwiel, dat
te kort langs den rand gehouden was, van do
planken af; de wagen kantelde en sloeg met
een hevlgen smak In de breeden en diepen
greppel naar beneden.
Dat alles ging zoo onverwacht en zoo snel
ln zijn werk, dat de inzittenden geen begrip
hadden van wat er met hen gebeurde.
Een oogenblik heerschte er een beklemmende
stilte. Toen drong het langzame geluid van
naderende hoefslagen tot hen door. De koetsier
was van den bok naar benedien geslingerd en
nu eerst ontwaakte hij nit de verdoovlng van
zijn roes.
De paarden lagen verward in het tuig te
trappen in den greppel en sloegen tegen den j
wagen, dat alles kraakte en deden vergeefsche
pogingen weer overeind te springen.
De ruiter, die het ongeluk met den postwagen
zag gebeburen, kwam in vollen galop aange
rend, sprong van zijn paard, wierp den teugel
over den tak van 'n langs den weg staanden
boom en holde naar den koetsier, die nog half
versuft opkrabbelde van het mos, waarop hij
tot zijn geluk ongedeerd was neergekomen.
Je hebt weer een mooie streek uitge
haald, Scholz. Dat je ook nooit nuchter op den
wagen kan gaan zitten, zei de nieuw aange
komene op kwalijk verborgen woedenden toon,
Ach, mijnheer de opperhoutvester, stamel
de de jonge postiljon, ik was door de warmte
ingedommeld. De
De opperhoutvester maakte een afwerend gp-
baar. Hij greep de zweep, die op den grond
gevallen was en klopte met den knop tegen
den onderkant van den gelen wagen.
Assessor von Hellda, leeft u nog?! riep
hij luid.
Ik zit als ln Abruhams schoot, dat wil
zeggen ik ben door de geopende deur gevallen
en baad mij thans in de verkoelende modder
van den koninklijken greppel. Ach, mijnheer
de opperhoutvester, wilt u even zien, of mijn
jonge reisgenoote ongedeerd gebleven is?
Ik ben er met den schrik en een bona
met mijn hoofd tegen den zijwand afgekomen,
antwoordde de jongedame uit het inwendige
van heit omgevallen voertuig.
Maak eerst do paarden los, anders slaan
zij den heeien boel kapot, beval de opperhout
vester met gebiedende stem.
Onmiddellijk begon de koetsier het bevel
ten uitvoer te brengen. Hij was nu heek maal
nuchter en van tijd tot tijd wierp hij een ang-
stigen blik op den opperhoutvester, wiens ern
stige gelaatsuitdrukking weinig goeds voor
spelde.
Deze spande al zijn krachten in om het jonge
meisje uit het voertuig te trekken. Eindelijk
slaagde hij daarin en na enkele oogenblikken
kwam ook de assessor te voorschijn. Beiden
waren ongedeerd, maar do laatste droeg de
duidelijkste sporen van zijn verre van frisch
bad. Zijn broekspijpen waren van liclit-grijs
zwart van de modder geworden en ook zijn jaa
toonde duidelijk waarmee hij in aanraking waa
geweest.
Die lceTel heeft mij daar netjes ingemikt,
zei Hellda, woedend naar den koetsier wijzend.
4'Wordt vervolgd.)