3
0
3
3
Woensdag 7 Augustus 1929
Derde Blad
Pagina 1
Hij had verloren
Het zwarte monster
Merkwaardige planten in
het Vo ks'even
J Jcngmensch! zei een krakende stem.
Comte de Neuilly, z'n after-dinner ronkend
I op tiet terras van het hotel Washington, zag
°P en staarde in het woedende gezicht van
i den milliardair Stuyvesant. Een flauw gliro-
'achtje van herkenning gleed over zijn ge
zicht; hij zei niets.
Wilt u me 's even volgen, siste Mr. Stuy-
Ve.san t.
Meneer, ik begrijp niet...
j Oogenblikkelijk! zei de milliardair, een
beroerte nabij.
Comte de Neuilly tipte nonchalant de ascb
i van zijn sigaar was het zijn schuld dat
j Mr. Stuyvesant daar juist zijn lakschoenen
j onder had staan? en stond op. De ander
b'ing hem voor naar zijn rijk gemeubileerde
zitkamer en sloot de deur achter hem.
En nu je verklaring, bulderde hij, Ik
geef je tien minuten voor ik de politie tele-
foneer!
Comte de Neuilly trok zijn wenkbrauwen op
Vindt u mij in de gegeven omstandig
heden wol de aangewezen persoon van ons
tweeën, om verklaringen te doen?
j Bij George... begon de milliardair.
Waarlijk, Mr. Stuyvesant—
J 1 Je beweert dus niet, me niet te kennen?
Waarom zou ik? U bent mijn kleer
maker niet.
Dat wordt toch al te doll schreeuwde
de milliardair. Ik arriveer in Nice, ik laat
me naar het rijkste hotel rijden en ik vind
hij mijn aankomst dat de beste appartem. ri
ten van het heele huis in beslag zijn ge
nomen door den chauffeur van mijn vriend
[Vancouver.
Een glimlach van intense voldoening kwam
op de Neuilly's gezicht. Mr. Stuyvesant wist
j dus nog niets van zijn veranderde omstan-
j digheden, wist dus niet, dat hij veertien
I dagen geleden nog slechts Billy de chauf
feur, Mr. Vancouver's dochter getrouwd had
1 en nu, toegerust met den zegen van zijn
ex-patroon, op de huwelijksreis was.
Een een onbedwingbare, jongensachtige
lust, om den onuitstaanbaren Mr. S-tuyve-
1 sant, die hem indertijd in New York zoo
arrogant behandeld had, nog een tijdje h<
zijn waan te laten, kwam bij Billy op.
Is dat alles? zei hij onverschillig.
Mr. Stuyvesant staarde hem perplex aan,
te overdonderd om een woord uit 1e bron
gen.
Dan zal ik u niet langer ophouden. U
had nog een telefoongesprek te voert;*
dacht ik?
En met een zelfvoldaan glimlachje schreed
Billy door do openstaande tuindeur de
kamer uit.
De milliardair zat op het terras en staalde
zijn zenuwen met 'n whisky and soda. Op
eens schoot hij overeind in zijn stoel, hij
ham een geweldigen teug van zijn whisky.
Be ober schoof voorbij, geruischloos, vol
Waardigheid.
-- Pst, ober! riep Mr. Stuyvesant.
Sir!
Wie is die dame daar, met dien grijzen
hoed, bij de ballustrade? m
Comtesse de Neuilly, sir, een Ameri-
kaansche milliardairsdochter. Pas getrouwd
sir.
Mr. Stuyvesant kiemde zijn hand om zijn
Whiskyglas, kneep het bijna tot gruizels.
Vervolgens kauwde hij op zijn sigaar en
idacht na. Dat was dus de situatie: Billy was
jer gewoonweg met de dochter van zijn
[Patroon van door. Maar dan zou hij toch 's
Ven spaak in het wiel steken. Zoo'n onbe
schaamde rekel! De beste appartementen vaa
;het hotel had-ie genomen. Hoe kon hij dai
;hetalen? Hij moest bepaald Vancouver be
stolen hebben ook. Of zou liij misschien een
andere opiichterstruc van plan zijn?
Dat moest-ie toch eens uit zien te visschen.
j£oo'n beetje detectivewerk leek hem wel. En
.Wie weet, al3 hij Vancouver zijn dochter
|Jerugbe7x>rgde, of hij niet meer succes zou
'hebben dan 't vorige jaar.
In ieder geval moest hij dit zaakje voor
zichtig aanpakken. Eén voorbarigheid kon
[P-lles bederven, want Billy was geen stomme-
'ng, lang geen te onderschatten tegenstan
der.
Be ober kwam terug, een heiinelijken glim
lach om zijn lippen.
Dit stond in het brievenrek in de hall,
j®'r Stuyvesant. „Dringend", staat er op,
ubbel onderstreept, daarom bracht ik het
aar
Dank je, zei Mr. Stuyvesant.
Daarna draaide hij het briefje besluitc-
|°Q3 rond in zijn vingers, 't Was maar een
h°el klein couvertje. 't Adres met fijne, kleine
Ettertjes.
Een vrouwenhand, zonder eenigen twij-
v een vrouwenhand, mompelde de Ameri-
aaö, trotsch op zijn opmerkingsgave.
.PASSING SHOW".
De gierige Schot: „Wij zijn hier nu twee uur
geweest en hebben vier gulden uitgegeven
dat is dus vier en twintig gulden per dag alleen
voor eten."
Hij maakte hot briefje open, een fijne geur
kwam hem tegemoet. Ilij trok even zijn
wenkbrauwen op, geen aanspreking, geen
onderteekening, alleen maar een paar regel
tjes in hetzelfde fijne schrift.
„Iemand die groote waarde hecht aan uw
vriendschap en steun en die zich in een vvai,-
hopigen toestand bevindt, verzoekt u heden
avond om negen uur te willen komen hij
den Oost-ingang van de renbaan."
Van wie kan dat zijn? peinsde Mr.
Stuyvesant. Hij dronk een paar teugen van
zijn whisky, toen ging hem oen licht op.
Natuurlijk, natuurlijk, van wie anders
dan van Gladys Vancouver, „madame ;a
Comtesse", zooals Frangois zei. Dat hij dat
niet dadelijk begrepen had. 't Was duidelijk
als glas. Billy had haar tegen haar wil tot
vluchten gedwongen on nu had zij hem, dan
vriend van haar vader, waarschijnlijk hier
zien zitten. Wat was natuurlijker dan dal
zij tot hem haar toevlucht nam? Zij wa>
klaarblijkelijk ten einde raad en overgeluk
kig een vertrouwd vriend gevonden te hebben
Dien avond kleedde Mr. Stuyvesant zich
met bijzondere zorg, stak een revolver bij
zich je kunt toch nooit weten en begat
zich naar de renbaan, vroolijk zwaaiend met
zijn stok. Er was nog niemand. Hij zag op
zijn horloge, 't was ook pas vijf minuten
voor negenen.
Mr. Stuyvesant stak een sigaret op en
begon geduldig op en neer te wandelen. Tien
minuten gingen voorbij, een kwartier, nie
mand kwam. De Amerikaan haalde het
briefje nog eens uit zijn portefeuille. Negen
uur, 't stond er toch duidelijk en het was
nu bijna kwart over negen. Vreemd. Zou
ze zich op het laatste oogenblik bedacht heb
ben? Hij liep nog eens terug naar den Oo.de-
lijkcn ingang. Wat schemerde daar bp,den
grond? Ah, een kanten zakdoekje, half ver
scheurd, en daar! Een roos, vertrapt in het
stof, en dan die omwoelde grond! Zonder
twijfel, hier had een worsteling plaats go-
had. O, hij begreep het al, die vervloekte
chauffeur was haar gevolgd en had haar
met geweld teruggesleept naar het hotel.
Zoo'n bruut. Maar nu zou hij hem toch eens
anders aanpakken, geen consideratie meer.
Nijdig over het mislukken van dit rendaz
vous, waarvan hij zich zooveel had voorge
steld liep hij terug naar zijn hotel.en ont
moette op de trappen van het terras „den
chauffeur" zooals hij hem thans met een
onbeschrijfelijke minachting in zijn stem
noemde.
Comte de Neuilly kon een ironisch glim
lachje niet weerhouden, toen hij den Amen-
kaan brieschend van kwaadheid de trapper,
zag bestijgen. Hij boog echter beleefd, toen
hij hem passeerde.
Je spel is uit, jongmensch, zei Mr Stuy
vesant, met trillende stem.
Waarlijk? Mijn beste Mr. Stuyvesant
wees niet te ras met uw conclusies
Geen nood, zei de milliardair, grimmig.
Ik wed om twaalf flesschen Pommery, dat
ik je binnen vier en twintig uur in hechtenis
heb, meneer de graaf.
Aangenomen. Ik zal de eerste flescli
op uw gezondheid ledigen.
Mr. Stuyvesant haalde zijn schouders op
en mompelde iets van „overmoedige gek" en
ging verder, zonder meer woorden te ver
spillen.
Wel, Billy, darling? zei'Comtesse Gla
dys een paar minuten later.
Ik heb hem gezien, zoo juist. Hij kwam
n^>t terug van zijn rendez-vous en had 't
land als een stier.
O heerlijk, en verdei', lieveling? zei het
jong getrouwde gravinnetje, nog zoo vol
ondeugd als een schoolmeisje.
Nou, de truc heeft goed gewerkt Ik kon
aan alles merken dat hij mij voor een vrou
wenbeul hield. Als hij nog niet oogenblikkt-
lijk naar papa telegrafeert, is hij geen knip
voor z'n neus waard.
Denk je, dat pappie komen zal?
Maar natuurlijk kindje, daar rekenen
we toch immers op. O ja, toen hebben we
nog gewed om twaalf flesschen Pommery,
dat ik binnen vier en twintig uur in hechte
nis zou zitten.
Terzelfdertijd was Mr. Stuyvesant bezig,
onverschillig voor de kosten, een zeer lang
en in hooge mate onduidelijk telegram aan
M*\ Vancouver, Glady's vader, te verzenden
Hij had het noodig geoordeeld, het ecu
weinig stijlvol in te kleeden en vooral met
tact cn diplomatie te werk te gaan.
"Treur niet langer, had hij geschreven
Voortvluchtige schurk is ontdekt en wordl.
niet uit het oog verloren. Kan evenwel niet
handelen, omdat mij autoriteit ontbreekt.
Dochter is in goeden welstand, hoewel in
benarde positie wegens briiut geweld. Heb
uw hulp zeer dringen? noodig, kom derhalve
onverwijld.
Stuyvesant.
Met groote voldoening las hij zijn werk
over. Geen woord te veel had hij gezegd, den
ongelukkigen vader een riem onder het hart
gestoken en hem toch nog voldoende onge
rustheid gelaten, om hem zoo spoedig moge
lijk naar Nice te brengen.
Kan ik hier op antwoord wachten?
vroeg hij naiof aan den telegraafbeambt.»
De man keek hem even onderzoekend aan.
Toen zei hij kalm:
We verstrekken hier geen logies.
Mr. Stuyesant keerde zich af met waar
digheid.
Vlegels, die Fransche beambten, mom
pelde hij, de deur achter zich dicht slaande.
Toen riep hij een voorbijrijdende taxi aan
en reed huiswaarts.
Den volgenden morgen zag hij tot zijn
ontzetting hoe Monsieur en Madame de
Neuilly onder duizenden plichtplegingen
door het halve hotelpersoneel in een auto
werd geholpen on met een vroolijk hoorn
signaal wegreden.
Hij rende naar beneden en greep den lift
boy bij den strot.
Mensch, zijn ze weg!!? schreeuwde hij.
De jongen, ontworstelde zich aan zijn
greep.
M'sieur d'Comte gaf mij dit voor ur, sir
Mr. Stuyvesant gritste hem het briefje
uit zijn hand.
Dear Mr. Meddler, las hij. Maak u niet
ongerust. De „chauffeur" is niet voortvluch
tig. We maken alleen maar een toertje in
den omtrek. Voor de vier en twintig uur, u
weet wel, verlcopen zijn, ben ik terug. In
middels een aangename dag.
Comte de Neuilly.
De milliardair knarsetande. De liftboy
vond het geraden het oogenblik, waarop „die
Amerikaan" hem vermorzelen zou, niet af te
wachten en spoedde zic.h heen.
De ober kwam op Mr. Stuyvesant toe.
Telegram voor u, sir, zei hij met een
zalvenden glimlach, juist gerariveerd.
Aha, van vriend Vancouver.
Ben te Biarritz. Telegram nagezonden
BogrijD geen woord van al die nonsens. Kom
Vancouver
Ook dat nog. Enfin, hij had het wel kuu
nen begrijpen. Vancouver was al te scherp
zinnig geweest en het telegram was natuur
lijk te subtiel voor hem. Enfin, zijn schon
zou des te grooter zijn als hij kWam.
Den verderen dag bracht de milliardair
in groote spanning door. Hij week niet van
het terras, vanwaar hij een goed overzicht
had over de gaanden en komenden.
Tegen vijf uur kwamen de Neuilly's terug.
Na een tien minuten kwamen ze op liet tor
ras en gingen aan een tafeltje zitten, dicht
bij de balustrade.
Comtesse Gladys vloeide over van vno
lijkheid. Ze schertste met een paar vrienden,
die zich bij hen gevoegd hadden.
't Arme kind, peinsde Mr. Stuyvesant,
wat moet ze zich geweld aan doen om zor,
vroolijk te schijnen.
Er kwam een taxi aangesnord. Met een
knarsend geluid van remmen, stoppend voer
deen hotel-ingang. Waarachtig, 't was Van
couver.
Niet tegemoet gaan, wrokte de Ameri
kaan, daar was z'n telegram te onbeschoft
voor.
Kijk eens, lieve zei Comte de Neuilly,
die heer daar, is dat niet...
O, daddyt juichte Comtesse Gladys, en
zonder te letten op „de menschen" holde ze
de trappen af en vloog ze den verbaasden
mr. Vancouver om den hals.
Comte de Neuilly kwam glimlachend
naderbij.
Hallo, Billy, hoe gaat 't kerel en mr.
Vancouver, blij zijn kinderen terug te zien,
schudde zijn schoonzoon de hand, klopte
hem op zijn rug en HeP toen langzaam tu-
schen hen in de trappen op.
Mr. Stuyvesant stond ondertusschen a'rf
van den donder getroffen. Wat beteekemHi
dit? Inplaats'van hevige scènes een harte
lijke begroeting. Zou die ouwe Vancouver
dan soms zijn toestemming gegeven hebben
En wie van u, zou mij nu eens duidelijk
kunnen zeggen, wat hij gezien heeft, vroeg
de speurder langzaam, terwijl hij zijn kleine
grijze oogjes scherp observeerend over elk
der aanwezigen liet gaan. 't Was angstig
stil. Niemand durfde te antwoorden.
Een plotselinge windvlaag stootte de serre
deuren open, die rinkelend tegen de muur
aanvlogen.
't Licht woei uit.
Oogenblikkelijk had de Schotland Yard-
man een lantaarntje in de hand. Een smalle
lichtstreep, viel door de deuropening naar
buiten, nog juist tijdig, om een kleine zwarte
gedaante zichtbaarte maken, die krijschend
wegsprong....
Een gil. Mevrouw lag bewusteloos in de
armen van haar echtgenoot. Nog eens her
haalde zich in de verte het hoonende ge-
krijsch. Toen was alles doodstil-
De drooge stem van den detective deed
allen opschrikken.
Licht aan, beval hij. De oude butler,
James, veegde zich het koude zweet van het
voorhoofd, en voldeed toen sidderend over al
zijn leden aan het bevel.
Mevrouw werd bijgebracht met eau-de-
Cologne.
Dat was het, zuchtte ze, verwezen voor
zich uitstarend.
Hetzelfde als gisteren en eergisteren.
Zag u die gloeiende oogen? Hoorde u dat
afschuwelijke geschreeuw.
En huiverend verborg zij 't gelaat in haar
handen.
De speurder was inmiddels naar buiten
op 't bordes getreden, vanwaar vi^r of vijf
treden naar de iets lager liggende tuin voer
den. De kleine grijze oogen keken scherp in
de richting waarin het mysterieuze zwarte
wezen was verdwenen.
Deed zich dit verschijnsel meermalen op
een avond voor? informeerde hij, toen hij
weer was binnengetreden.
Op gedempte toon begon me de heer des
huizes te vertellen:
Vier dagen woonden ze nu op Ililton-raod.
De eerste nachten was alles goed gegaan.
Vermoeid van het verhuizen, hadden alien
de geheele nacht doorgeslapen, niets ver
moedend.
Maar de tweede nacht! Heer in den hemel!
't Was in 't holte van de nacht. Opeens
meende hij buiten op 't bordes tusschen de
kisten die daar nog stonden van het ver
huizen een geschuifel te hooren. Behoedzaam
schoof hij 't gordijn opzij, en... O mijnheer,
wat een oogen! Ik kon mijn hoofd niet af
wenden.
Opeens buiten een schreeuw, die ik mijn
leven lang niet zal vergeten. Een angst
aanjagend gekrijsch, mijnheer, en de oogen
waren verdwenen.
Nog wel twee maal hoorde ik later het
gekrijsch; maar kijken, neen, voor geen dui
zend gulden.
De tweede nacht besloten we op de eerste
verdieping te gaan slapen. A,les uit pure
angst voor die oogen, mijnheer.
Net had de klok twee uur geslagen, toen ik
een geluid vernam, alsof er iets op mijn
vensterbank sprong.
Er half van overtuigd zijnde, dat geen
wezen zoo'n sprong kon maken, durfde k
door een kier van 't gordijn te kijken. En
mijnheer, ik verzeker het u, 't was geen ver
beelding; ik zag dezelfde oogen.
Ploteling een beweging, een lawaai op 't
vensterkozijn, en een oogenblik later grijn
zen de oogon mij toe vanuit de top van de
boom, die daar vooraan in de tuin staat
Mijnheer, ik geloof niet aan poken, maar.
Zoodra 't vanmorgen licht was telefo
neerde ik naar Schot-
Op dit oogenblik deed zich buiten in do
tuin een helsch lawaai hooren. Kisten rolden
de steenen treden van 't bordes af. Bloem
potten vielen aan diggelen, geschreeuw.
In een ommezien stond de speurder buiten
Even later kwam hij terug, met een groot.e
kater, die geweldig tegenspartelde, om aan
de greep van den detectieve te ontkomen.
Buiten klonk geblaf, er ging ergens een
deur open, en uit een aangrenzende tuin
klonk een stem:
Kom je hier Nero! Nooit kan je die
ellendige katten met rust laten.
Do heg van het nieuwe huis aan Ililton-
road is nu van prikkeldraad voorzien. Het
spookt er nooit meer.
tot dit huwelijk? De man werd bepaald
kindsch. Enfin, hij waschte zijn handen u.
onschuld.
Aha! riep Comte de Neuilly in het voor
bijgaan, daar is éAs Mr. Meddler. Heeft U
de Pommery al be'teld, sir?
Ja, zei Mr. Stuyvesant, met een gezicht
als een oorworm.
AronskelkKal/snoet, Aronsbaard,
AronsstafEzelsooren, Herlelong.
Kaars, Klokkenklepel, Papenpint.
In Noord-Limburg Kindjes en in
Zuid-Limb Vader vun de Koekkas.
Wie, die wandelingen door Gods schoono
natuur maakt, kent niet deze mooie spied-
vormige bladen met hare violetkleurige
knotsvormige bloeiklaf? Ze is overal in bos-
schen, op vochtige
beschaduwde planten
te vinden, maar.te
vergiftig. Ze is een
zeer interessante plant
In don bloedrechter is
de warmtegiaad hooger.
dan in de buitenlucht
Soms bedraagt het ver
schil 16 gr. Wel eigen
aardig. Door de^en toe
stand en een vreemden
reuk worden kleine
mugjes gelokt. Zij krui
pen tusschen de borstels
der bloembladen en
kunnen dam uit het
kleine keteltje niet meer
iterug, omdat nu de
borstels den weg ver-,
sperren. Onrustig vliei
gen ze dan in de half
donkere ruimte rond en
beladen zich met stuif-,
meel. Daarna verwel
ken ze borstelharen, en
de gevangenen kunnen
weer vrij uit vliegen.
Die vrijheidsberooving
schijnt voor de diertjes
toch niet onprettig te
zijn, want gewoonlijk
vliegen ze weer terstond
naar een anderen kelk.
Men heeft zelfs tot 4000
insecten in ééne kelk
gevonden.
Nu even de namen. Arons-staf, Arons
kelk,Aronsbaard, Vinden hunne verklaring
in den wonderlijken bouw der bloesem. Het
volk zag in den tofvormigen knods een her-
innerings-teeken aan den groenen staf van
den hoogen priester Aaron. Eveneens aan
diens drink-kelk en zijn baard. Kalfsvoet
noemt men de plant, omdat de geheele
gloeistand van boven tot onder in den kelk
ongelijk gevormd is, evenals een kalfspoot
een onregelmatigen vorm heeft. Ezelsooren
heet zij naar den vorm der bladeren. Her
tetong eveneens om die reden. Kaars wordt
ze hiier en daar gedoopt naar den stomper-
vorm, of wel naar de hoogroode bessen, die
de bloem later als vruchten achterlaat.
Iilokkenklepel eveneens om den knodsvorm
van den stamper. De benaming Papenpint
moeten we zoeken in den Engelschen naam
(Juckos-pint Koekoekspint of Koultoeks-
maat. Immers pint is ook bij ons een holle
maat, zoodat de bloei-schede deze holb maat
zoodat de bloei-schede deze holle maat voor
stelt, die voor de benaming Papenpint bij een
kansel wordt vergeleken. In Noord-Limburg
heet ze „Kindjes". Bij den opvallend.' voor
den bloeiwijze, kon het niet anders of ook
het bijgeloof nam de plant in zijnen dienst.
Omdat de blopi-stamper dor de witte sche
de evenals een kind door de windsels wordt
ingewikkeld, zou de plant kleine kinderen
tegen booze geesten beschemen. En men
legde eertijds dan ook de Aronskelk voor dat
doel bij de kinderen in de wieg. wok be-,
groef men ze wel eens onder den deurdrem
pel, om den booze den ingang in htt huis
te ontzeggen. De aldus ingewikkelde stam
per deed in N.-Limb. den naam Kindjes
ontstaan. De Z.-Limburgsche benaming
Vader van de Koekkas stemt in oorsprong
eenigszins hiermede overeen. De langa
stamper staat daar rechten in de blceiikelk.
als een vader in een kijk (koek guck
kijk) kas.
Bij onze Oostelijke naburen verhaalt eene
Sage, dat Josua en Kaleb op hunne rei3
als boodschappers den Arons-staf meenamen
en daarop de groote druiven uit Kanaan
huiswaarts doegen. Bij hun terugkeu sta
ken zij den staf in de aarde, cn op du r'aats
groeide de Arons-sitaf op. J.
GERIJ. KR. J