Woensdag 4 September 1929
Derde Blad
Pagina 1
DE KOMST VAM L EM
IN NEDERLAND
Z. EM. DE KARDINAAL
MISSIONARIS
1 set gouden priesterfeest van
Z.EM. W. M. KARDINAAL VAN ROSSUM
komst van Zijne Eminentie Willem.
lrcl'inaal van Rossom in ons land moet wel
ju ie Katholieke gemeenschap dezer lags
a"ien gulden herinneringen wekken. Da
a,vn van Kardinaal van Rossuin toch doet
J^tands in de herinnering herrijzen dien
galenden Julidag, waarop Nederland's
^idinaal als legaat van den Heiligen
at'er in de hoofdstad kwam om het Inter-
^tionaal Eucharistisch Congres bij te
jatten. De herinnering ziet die groote,
®lstorische gebeurtenis in het leven onzer
otholieke gemeenschap nu als iets legen-
JKsch, een tafereel in rood en goud, als
!",(3|,open uit het penseel van een Rafaël.
m'ii de kern van het grcote gebeuren blijft
J' uitstek nationaal, want wat tusschen
kardinaal en zijn Nederlandsche volk
e" opbloeide, was het besef van saam-
^figiheid, van nationale eenheid, van een
ahienstemirrJ?ng in geestesgesteldheid tus-
a -'a den kardinaal en ons allen. Onver-
?8etlijk is dit alles, als een beeld uit een
groote en stralende tijdperken, waarin
J* ontwikkelingsgang der mensohheid zeker
f1 vetlii.g schijnt voort te schrijden, en dat
i11 anachronisme schijnt in dezen ver-
takelden, tragischen, somber-worstelenden
AJ- Éénmaal, enkele dagen lang, is het
r®korast-visioen verwezenlijkt van allen, die
rustelooze en verbeten hardnekkigheid
'weiden aan den herhouw eener Katholieke
paeenscfoap. Éénmaal was de zuivere een-
«**4 verwezenlijkt tusschen allen, over den
^"''dschen luister glansde een spiegelbeeld
v9,11 hemelsche hiërarchie en hemelsche
j^rrionie, groeiend en klimmend langs de
^fO'bsladder onzer innigste verlangens tot
laatsten gouden morgen, toen de heilige
onbesmette Offerande werd opgedragen
V dien Thabor, dien de meest vernuftige cn
bieast moderne vindingen van de techniek
Ij.^e hadden herschapen. En dit vervvezen-
pte toekomstvisioen openbaarde zich aan-
i^ds, volkomen en volwaardig, bij de
0lh»t van den Kardinaal, toen langs het
delende en deinende IJ de boot naderde
fch **6 slanke figuur in het rood, langs de
e borende vï sscherspinken, waar de stille
Z klare mensdhen knielden van de zee,
to en vrouw en de kinderen met de oogen
Jvd van verbazing over dit groote dat ze
meer zouden vergeten, en vroegen
J^d'en zegen met den eenvoud, die heiligen
Want deze Vorst der Kerk, afge-
van den Stedehouder Gods, Die tevens
v Dienaar der Dienaren Gods, was een
m,!1 de hunnen, een uit dit geslacht van
U'6 en zwijgende menschen, een van de
h^deren van dezen karigen, zilten grond.
2 klij zegende, dit kroost en deze vrienden-
S?ar> met den zegen van den Vader, den
d en den Heiligen Geest
sedertdien ontstond tusschen Kardi-
v Van Rossum en zijn Nederlandsch
0 Ikoijejj. volk, is moeilijk met woorden te
fyfthrijven. ^eIier: van het eerste oogen-
]A zijner benoeming af, kon de Neder-
Kardinaal er zeker van zijn, dat
lu een plaats innam in het hart der
kwieke Nederlanders. Daarvoor stonden
to® de ietwat gemoedelijke eerbied, de
k-ÜVv en de huiselijk-getinte aanhankelijk-
'ton die ttlet Katholieke volk dezer lage
W, n altoos koestert jegens zijn Over-
l'ln Doch wat zijn eerste bezoek reeds
life in ons hart, en wat vooral zijn komst
Pauselijk Legaat daarin deed opwassen,
L9 toch iets meer. Een band werd ge
dold van een warmte en een innigheid,
karige volk niet zoo spoedig schenkt,
die dan ook voor den zóó uitverkorene
J'den tot een onwaardeerbaar bezit.
Va®dei-tdien kon de naam van Kardinaal
U Rossum onder de onzen niet worden ge-
^jUdd, of er trilde iets in de stem, er kwam
^er glans in het oog. Voor den Kardinaal
ió^ker die warmte en die innigheid van
<l6e ^uiver Nederlandsche kleur een onwaar-
ar bezit, doch de Kardinaal is ook
^'waardeerbaar bezit voor het Ned^r-
hey °ke Katholieke volk, want dit volk
geiJ'hem wanneer wij 't zoo mogen zeg
L in liefde volslagen geannexeerd. Kar-
van Rossum is voor ons geworden
k|| Z6gel aan het charter der Katholieke
h(,v n°ipabie in deze gewesten, de levende
Ojj^'ging dat het Nederlandsch s Katholi-
tlj r,e zich met den dag verruimt, zóó dat
viltl®6e:ste,sgesteld,heid van velen di". proces
V(j.)r°*nate zoeken en grootleven niet bij-
koj.j en kan. Doe kort, historisch bezien, hoe
V>t. ,'s lllet geleden, dat Nederland nog be-
<le I® tot de door de Propaganda beistier-
liijj.j "tgewesten der Kerk, terwijl nn Neder-
de,. a'ls zelfstandige kerkprovincie dm lei-
Soeft aan de Voortplanting des Gïioofs.
l'toige genegenheid jegens den Kardi-
tii.'tjj ls zoo mogelijk nog vermeerderd tij-
'l»èe zïih ernstige ziekte, 't Is eene aige-
toenschelijke eigenschap om dat, wat
Vvrigr ')0zit, sterker en hartstochtelijker fa
lV;l(1 c*eepen, wanneer het verlies dreigt. En
Cer wij thans Kardinaal van Rossum
"ijti Ul °ns midden mogen begroeten, o.cn
va.t] fc'"U'den priesterfeest te vieren te midden
k djj-'in Nederlandsch Katholiek volk, dan
Vfyj. 0,0'k zeker mede te danken aan liet
8uWend en volhardend gebed van zoo-
in den lande, die den Neder
%]ti,'„,le'n kardinaal steeds omsloten en
ö'cl hielden in hun innig verkeer met
i.'
ll 7
k?6t»hv 's ons aller hart vol dank, vol ge-
l:llc-i!UI^' vo' vreugde, nu wij Kardinaal
jH Vfln Rossum in ons midden mogen
vier'11 zijn ©ouden priesterfeest met ons
a'<se.ji'8u" Wanneer de kardinaal in deze
°rug2iet op den afgel egden levens-
het oogeublik, nu de gelieele katholieke
wereld reeds doordrongen is van deze twee
verstrekkende beginselen, lijkt ons dit alles
heel gewoon maar tien jaar geleden stonden
de zaken heel anders en velen toonden zich
sceptisch gestemd tegenover de vooruitstre
vende plannen van den Nederlandschen
Kardinaal.
Het leek te gewaagd, om terwijl zich aller
wegen een nijpend tekort aan priesters deed
gevoelen, te spreken van een vermeerdering
der missiegebieden en wat de overgave der
missies aan het inlandsch element betreft,
de bewustwording der gekoloniseerde vol
keren had in Europa reeds eenig verzet wak
ker geroepen tegen de inlandsche beweging,
zoodat men zich ging afvragen of de vor
ming van een inlandecben clerus niet ge
vaarlijk zou kunnen worden. Bovendien was
men in het Westen zoo gewoon geraakt
aan het feit, dat alleen blanken onder do
kleurlingen het evangelie gingen verkondi
gen, dat velen, althans in den aanvang, iet
wat onwennig stonden tegenover de ge
dachte, dat de missievolkeren geleid zouden
worden door inlandsche priesters en inland
sche bisschoppen. Maar de geschiedenis
heeft duidelijk bewezen dat Kardinaal van
Rossum juist gezien had en de uitkomsten
der missieactie hebben hem schitterend in
het gelijk gesteld.
De ten uitvoer legging van zijn twee voor
naamste programpunten ging zeker met
groote moeilijkheden gepaard, maar do
resultaten die thans, nauwelijks tien jaar
nadat de kardinaal tot prefect der Propagan
da werd benoemd, reeds bereikt zijn, toonen
aan, dat het program zeker geen hersen
schim was.
De uitbreiding der missiegebieden ging met
groote moeilijkheden, dank zij mede de op
positie van verschillende mogendheden, ge
paard. Frankrijk verzette zich tegen de aan
stelling van een apostolisch delegaat in China
en juist in de aanstelling van apostolisch
delegaten vond Kardinaal van Rossum een
machtig middel om de missiegebieden uit
te bereiken. Eerst 11a een soort „coup-d'état"
gelukte het mgr. Constantini, die in het ge
heim tot delegaat was benoemd, zich ais
zoodanig in China te vestigen. Om het
missiewerk aan de inlandsche bevolking te
kunnen overgeven, was het allereerst noodig
de inlanders te verheffen -en de inlandscho
priesters gelijk te stellen met de Europeescho
missionarissen.
liet werk van de vorming van een inland-
schen clerus werd op zeer bescheiden voet
begonnen maar biunen enkele jaren bereikt®
het een volledigen triomf door de wijding
van zes chinecschc bisschoppen. Deze bis
schoppen hebben destijds ook Nederland be
zocht, waar zij op verschillende plaatsen
geestdriftig zijn gehuldigd.
Dat thans in China geheele landstreken
reeds worden bestuurd door een Chineesche
geestelijkheid, dat thans overal inlander®
voor priesters studeeren om binnen enkels
jaren hun eigen landgenooten het licht van
het evangelie te brengen, dat thans ook
Japan en Britsch-Indië een bisschop bezit
ten van de eigen nationaliteit en dat het
missiewerk over de geheele wereld tot bloei
is gekomen, is voor een niet gering deel het
werk van den prefect der Propaganda Fide,
den Nederlandschen Kardinaal W. van
Rossum, dien ieder Nederlander en meer
nog ieder Katholiek Nederlander daarvoor
bij zijn gouden priesterfeest gaarne zal wil
len danken en huldigen.
Het is werkelijk bewonderenswaardig,
welke resultaten in do missiegebieden in do
korte spanne tijds van tien jaren onder lei
ding van Kardinaal van Rossum zijn bereikt.
Deze resultaten zijn in het kort de volgende:
Ten eerste: het herstel van alle missiea
die in den oorlog geleden hadden, ten twee
de: vermeerdering van het aantal missio
narissen, mede dank zij de vorming van in
landsche priesters en tenslotte: uitbreiding
en vermeerdering der missiegebieden, waar
door het aantal bekeeringen ook zooveel
grooter werd.
En dit alles kwam tot stand, ondanks de
tegenkanting der mogendheden, ondanks
het scepticisme waarmede door velen de
denkbeelden van den Kardinaal aanvanke
lijk werden begroet, ondanks ook de gevaren
van nationalisme en bolechewisme, gevaren
die enkel en alleen door het Katholicisme
geneutraliseerd en overwonnen kunnen wor
den.
Minder groot en verblijdend zouden de
resultaten der miesioneering wellicht zijn
geweest, had de Kardinaal niet tevens zorg
gedragen voor de organisatie der hulpmid
delen, zonder welke elke missiearbcid ge
vaar loopt vruchteloos te blijven. Dez orga
nisatie der hulpmiddelen bestond voor Kardi
naal van Rossum allereerst in het overbren
gen van de centrale van de voortplanting
des geloofs van Frankrijk naar Rome.
Hierbij ontmoette Zijne Eminentie groote
oppositie en alleen dank zij den steun van
den Paus slaagde hij erin zijn opzet te vol
voerd. Dra bleek dat de uitkomsten van
deze verandering den Kardinaal in het ge
lijk stelden. Het genootschap tot voortplan
ting des geloofs werd op betoren grondslag
gebaseerd.
En de moreele voordeelen die uit <le ge
wijzigde omstandigheden voortkwamen be
wezen een keer te meer, dat de Nederland
sche prefect van de Propaganda Fide was
„the right man on the right place".
Maar Kardinaal van Rossum rustte niet.
Andere missiogenootschappen werden door
hem gesticht en de medische missieaeiie, die
van zoo onnoemelijk veel belang is voor het
welslagen cler missioneering dankte haar
ontstaan aap zijn initiatief.
Met den vurigen ijver van een missionaris
heeft Kardinaal van Rossum gearbeid. Door
zijn onvermoeid ijveren voor de missies heeft
hij zichzelf een onvergankelijk monument
opgericht, grooter en schooner dan snensche-
lijke dankbaarheid ooit zou kunnen stichten*
ZIE VERVOLG PAGIVA TIEH.^
Z. Em. W. M. Kardinaal van Rossum in het gasvrije huis van den heer TV. Dreesmann te Amsteidam.
weg, wat al herinneringen moeten hem dan
mi et bestormen! Wat is dit priesterleven tot
de boorden toe gevuld met arbeid, tot iu de
hoogste regionen van het kerkelijk leven
toe! Algemeene aandacht heeft de werk
zaamheid van den Kardinaal als leider vaai
de Voortplanting des Geloofs getrokken, en
wanneer eenmaal de tijd zal gekomen zijn
om dien artbeid in al zijne ver-strekkende
ontwikkeling en tevens in al zijne onderdee-
lan te boekstaven, dan zal komen vast te
staan, dat Z.Em. Willem Kardinaal van
Rossum een der meest belangrijke figuren
ls geweest in een der meest belangrijke pe
rioden van de.geschiedenis der Kerk. Dit zal
ons vaderland strekken tot eer en roem, te
meer waar dan naar omze overtuiging blij
ken zal, dat in de leiding, door Kardinaal
van Rossum gegeven aan het groote werk
van de Voortplanting des Geloofs zich ook
de beste eigenschappen onzer natie weer
spiegelen.
Ons gemis aan eenig chauvinisme, wat
wei eens tot een ander uiterste van verkil
ling en verstarring in het nationale leven
leiden kan, brengt bij hen, die niet door de
nationale kwaal der zelfgenoegzaamheid
zijn besmet en tot hen behoort onze Kar
dinaal met zijn wereldblik zeer stellig een
evenwichtiiigheid in de beoordeeling van vol
keren, nationale stroomingen en culturen,
die nauwlettend de weegschaal in even
wicht kan houden, en. dit heeft zeker Kardi
naal van Rossum in een der juist in dit
opzicht moeilijkste en woeligste tijdperken
der wereldhistorie gedaan. Een klein
volk, van alle kanten omgeven door wereld-
volkeren, wier cultuur werelddeelen over
spant, is ook in zijne beste uitingen volleerd
in de kunst, om in vreemde boomgaarden
ooft te plukken, zonder eigen wezen en
eigen karakter te verliezen en zoowel dit
ruime als deze voorzichtige zorg voor het
eigene, vinden wij terug in heel de moderne
ontplooiing van den arbeid der Propaganda,
waartoe zeker Kardinaal van Rossum mede
den stoot gaf. De nuchterheid van onzen
aard, de wat afgepaste zorgvuldigheid van
onzen handel en wandel, zich weerspiege
lend in tal van spreekwoorden, deden zich
gelden bij den rasechten Nederlander op
dezen hoogen en verantwoordelijken post,
waar met een vloed van bijzonderheden, tot
in de kleinste en schijnbaar nietigste afda
lend, moet worden gerekend, omdat die bij
zonderheden, zeker hij veelszins primitieve
volkeren, zulk een belemmering of zulk een
vergemaikkelijiking der prediking van het
Evangelie kunnen zijn. Kortom: in het be
leid van Kardinaal van Rossum zullen on
getwijfeld eens door den historieschrijver de
beste eigenschappen van ons volk worden
teruggevonden, tot leering voor ons, om ons
dieper te doen inzien en beter te doen he
grijpen, hoe wij die eigenschappen dienst
baar kunnen maken voor het welzijn van
volkeren en staten.
Want dit zal het grootste zijn en blijven
in het leven van onzen Nederlandschen
Kardinaal, dat hij, wat een verpolitiekte en
een in de regionen der internationale staat
kunde nog steeds óf verrnaterialiseerde èf
aan het ziekelijk idealisme van het chau
vinisme lijdende Europeosche barbaarsch-
heid niet vermag te begrijpen, ontzaglijk
veel, misschien méér dan een der staatslie
den ,wier naam thans in het centrum staat
der Europeesche belangstelling, gedaan
heeft voor de verzoening van volkeren en
naties. Met groot geduld, met de kalmte van
den man die altoos den aardbol ziet in de
mochten werken. In andere gevallen werden
de missionarissen slechts voor een bepaalden
tijd toegelaten, zonder dat er kans bestond
dat deze priesters bij hun vertrek, door an
deren vervangen kenden worden.
Wilde het erfdeel der Kerk niet verloren
gaan, dan was het noodig dat de missieactie
over geheel de wereld geleid werd door een
krachtige persoonlijkheid, die begaafd was
met een helder inzicht in den stand van za
ken en die beschikte over een enorme ar
beidskracht. Zulk een man was de toenma
lige leider der „Propaganda Fide Kardinaal
Serafini niet. Hij was weliswaar een heilig
man en bezield met een vurige liefde voor het
missiewerk, maar zijn uiterst zwakke ge
zondheid gedoogde niet, dat hij zich geheel
gaf aan zijn werk. Hij stierf spoedig en
werd op gevolgd door den man, dien de God
delijke Voorzienigheid had bestemd voor het
vervullen van de zware taak, die kardinaal
Serafini onvoltooid had moeten laten.
Zeker moet Paus Benedictus XV een bij
zondere voorlichting van boven hebben ge
had, toen hij Zijne Eminentie Kardinaal van
Rossum, die destijds „groot-penitencier" was,
oen van de gewichtigste waardigheden der
Kerk, uitkoos tot opvolger van Kardinaal Se
rafini.
Den achttienden Maart 1918 ontbood Bene
dictus XV den kardinaal bij zich en deelde
hem mede voornemens te zijn hem te benoe
men tot prefect der Propaganda.
In den beginne bood de Kardinaal weer
stand aan het verlangen van den Paus. Hij
wees op zijn reeds gevorderden leeftijd en
zwakke gezondheid, die hem, naar hij vrees
de, beletten zouden zijn zware taak geheel
naar behooren te vervullen.
Maar de H. Vader bleek onverzettelijk.
Twee dagen later volgde de benoeming van
Kardinaal van Rossum tot prefect der Pro
paganda Fide en hiermede trad het omvang
rijke werk der geloofsverkonding over de ge
heele wereld in een nieuw stadium. Er brak
voor de Katholieke Kerk in de missielanden
een nieuw en vruchtbaar tijdvak aan.
Nauwelijks was de eervolle benoeming af
gekomen of de Nederlandsche Kardinaal
aanvaardde met alle energie die in hem was
en met diep doorzicht de door onoverkome
lijke moeilijkheden onmogelijk schijnende
taak. En hij toonde zich daarbij een waar
dig zoon van het kleine land, dat bekend
is om het groot aantal zijner zonen, dat
zich geheel wijdt aan de geloofsverkondi
ging onder de vreemde volkeren.
Zijn eerste werk was het verzamelen van
gegevens voor een encycliek over de missie,
die anderhalf jaar later verscheen en met
het meeste recht de „Magna Charta" mag
worden genoemd. Een missiebisschop ge
tuigde er van, dat deze encycliek slechts
samengesteld kon zijn door iemand die al
jaren in de missie was werkzaam geweest.
Het geheele programma, dat de Kardinaal
zich had opgesteld voor de leiding der
missioneering, lag in deze encycliek opge
sloten, en hij heeft als prefect der Propagan
da dit veel omvattende plan letterlijk uitge
voerd.
Twee groote gedachten lagen aan het
werk van Kardinaal van Rossum ten grond
slag, twee richtlijnen had hij zich gekozen
om de verantwoordelijke taak, die op zijn
schouders rustte, tot uitvoering te brengen.
Deze twee gedachten, deze twee richtlijnen
waren ten eerste de vermeerdering der
missiegebieden en ten tweede de overgave
der missies aan het inlandsch element.
Hieruit blijkt reeds genoegzaam hoe zeer
Kardinaal van Rossum de nooden der vol
keren van dezen tijd peilde en begreep. Op
Hand Gods, mot een welwillend zich open- I
stollen voor aller nooden en aller verlan-
gens, heeft dë groote Kardinaal onvermoeid
gearbeid aan de stichting en de verbreiding
van de eeoige Internationale, die de volke
ren kan samenbinden in vrede en verzoe
ning, zonder ieders eigen wezen te schen
den en zonder dat dit eigen wezen de gren
zen der liefde verbreekt: de Internationale
van Koning Christus.
Een groot vaderlander, een groot Euro
peaan, ook en vooral een groot Diencr der
Menschheid willen wij kronen met goud.
Ook met het goud van ons gebed: de Heer
behoede hern, betooude hem in het leven,
make hem zalig op aarde, en levere hem
niet over aan den wil zijner vijanden. Amen.
11 illem van Rossum, studeerend op liet
Seminarie te CulembO'g,
Aan het einde der oorlogsjaren was de toe
stand in de katholieke missiegebieden alles
behalve rooskleurig. Wel waren deze gebie
den grootendeels gespaard gebleven voor de
verwoesting, die Europa teisterde, maar het
reeds voor 1914 dreigende tekort aan missio
narissen deed zich vier jaar later in verdub
belde mate gevoelen. Verschillende missies
waren geheel zonder priesters, omdat vele
missionarissen gedood waren.
De ondervinding had reeds vele malen be
wezen dat landstreken, die niet geregeld be
zocht worden door priesters, spoedig geheel
en al verloren gaan voor het Christendom en
het gevaar was dus geenszins denkbeeldig,
dat de Katholieke Kerk onder deze treurige
omstandigheden een groot deel van haar in
vloed in de uitgestrekte missiegebieden zou
inboeten. Het gistende nationalisme dat z.ich
tegelijkertijd allerwegen openbaarde betee-
kende daarbij niet alleen een gevaar voor de
koloniseerende mogendheden, maar meer nog
voor de Kerk. De oogst die dank zij den ge-
etadigen, jarenlangen arbeid der katholieke
missionarissen tot vollen wasdom gekomen
was, dreigde verloren te gaan.
Daarbij kwam nog dat vele mogendheden
den missiearbeid tegenwerkten. Engeland
b.v. dat alleen de door kardinaal Bourne
goedgekeurde missiën erkende, wilde aan het
hoofd der missiën alleen Engelsehe superieu
ren hebben. En deze waren er niet. Frankrijk
vaardigde een soortgelijk decreet uit, dat in
hield dat alleen missionarissen van Fran-
schc nationaliteit in de Fransche koloniën