OPENING VAN DEN MAANDELIJKSCHEN VLIEGDIENST iAMSTERDAM-BATAVIA U*T DE GESCHIEDENIS VAN NORLAND'S VERBINDING MET DE OOST ¥l rels m&m De Fokker F. Vilhet vliegtuig waarmede p. d. Hoop en v. Weerden Poelman in 1924 hun historischen tocht naar Indië volbrachten. Ismaïli DOOR DE LUCHT NAAR HET VERRE INSULINDE sohip, waarop Houtman zijn reis ondernam. Muiip sassoon, de Britsclie onder-staaia- voor luchtvaart, bezigde als titel var. ijj 200 uitmuntend relaas, waarin hij zijn Jni^ie-vliegtocht van Londen naar Britsch- f>0|'fc beschrijft, de benaming „The Third hert En ook wij, Hollanders, kunnen den vJen definitief te openen luchtweg naar het C) ,re Insulinde, de derde route noemen. Want lurt' Voor onze handelsverbindingen met onze Gewesten, hebben we in den loop der en drie routen gekend. Evi DE EERSTE ROUTE a eials voor de Britten, was ook voor ons (j0 eerste „directe" weg naar Indië de in 1497 a r Vasco da Gama geopende zeeweg rondom a Kaap de Goede Hoop. Wel werden later (j0 andere wegen beproefd, zooals in 1598 1601 Cnr' ^'IVler van Noort, alsmede door Willem Schouten, die een route naar Indié v»n 11 door van Nederland uit om de Zuidkust t6 Zuid-Amerika en door den stillen Oceaan en door Willem Barendsz en Jacob Seet IIeemskerck die, zooals we weten, teve1'- zocht' een weg uaar Indië om het Noorden t0n. n, maar eeuwenlang bleef toch de weg typ™ Kaap de Goede Hoop onze eerste route. fl0. deze weg, zooals gezegd, in 1497 reeds lat Vasco da Gama gebaand, eerst een eeuw lanj Zouden de Hollanders erin slagen hun Sela Eclloesterden wensch, met Indië een han- t e''binding te kunnen openen, in vervulling 8la» Kaan. 6e'uWas op 2 April 1595, dat een vl00t*ui*:; t>M daor do „Compagnie van Verre Landen" t\a Cornelis Houtman. met een frissche Ïeïd"°°stelijke bries, het Spanjaardsgat te H| E| Verliet. De eigenlijke bestemming: hot was slechts aan zeer enkelen bo- ,|.el Rechten bekend. Want met groote belang- de en met nog grootere afgunBt, hadden nSelschen, die tot dusver de eenige mede- V),.61'8 der Portugeezen waren geweest, onze iad Qeen tot deelneming aan de vaart od Indië ■tihj êe®lagen. Maar hun „neerstighe navor- ghe, om to vernemen op wat Eylanden t)0a, Gompaignie van Houtman 't oog hadde', W 8 van Reyd zegt, leden schipbreuk op de b^^epen zwijgzaamheid der belangheli- hidd' Waren kloeke schepen en de reeders ba en niets verzuimd, wat het welslagen der besto Uaining zou kunnen bevorderen. De vloot tltju uit vicr schepen. Het waren de „Mau- Staa een fraai schip van 230 last, onder bevel k0o 'de van Jan Jansz. Mullenaer en den opper- h'an Cornells Houtman, en met 82 man 5IS noord; voorts de „Hollandia", even groot Sc hi e „Mauritius", met Jan Dignumsz tot aW en Gerrit van Beuningen tot kommies; 0ll6er6 "Amsterdam", een schip van 130 last, kevel staande van Jan Jacobsz. Schel- "S jjj'' 'het als kommies Reynier van Hel en tWa bemanning; en eindelijk de pinas „Het 2d groot ongeveer 25 last en bemand mot V/Den- Hier was bevelvoerder schipper Seza Cainbertz Man. De vier schepen hadden een maat van 615 last, een beman- "aklnJ'an 2^9 koppen, en voerden als bewa art* 109 groote en kleine stukken. Den lOen ^ii -kstfiM Sltigti gezeild, maar met het wachten op '6opetleetl wind, waren ruim drie weken vor- i Alleó i JUm sing betrekkelijk voorspoedig, en op t ri*erd de linie gepasseerd. Daarna echter kt» 6 expeditie met zware tegenslagen te 1!'Ee scheurbuik brak aan boord van een Sn 2jl0pei1 uit, zoodat eind Juli meer dan 200 t Ra- lasen. Begin Augustus werd gelukkig p tie Goede Hoop bereikt, de „Storm- h'. 'h (jVa" E'az- Eindelijk slaagde men er hier kger)011 proviand-voorraad wat afwisseling te Sat ^an de inboorlingen werden voor een 1 voj2er twee prachtige ossen gekocht, en S 0ü ge,1den dag nog een prachtige os voor trip kakmes. Dan gaat het verder. Maar S j,jy',l<:ri(leel der bemanning blijft ziek. Ook Sra aSaskar wordt bereikt, treedt geen vWk 'a- reeds, was Houtman's smaldeel van WÈ onttakeld, en op zee in brand gestoken. Einde. lijk, na twee derden van de manschappen door Hl ziekte, gebrek en vijandelijke overvallen te hebben verloren, keerde de expeditie op 12 Augustus 1597 te Texel terug. Ook voor de coopluyden en de poorters, die aan de Indië- vaart 290.000 gulden hadden ten koste gelegd, was het resultaat bedroevend. Met geen andere lading dan 245 zakken peper, 20 k 25 last noten en 30 balen foelie, kwamen de drie schepen in Nederland terug. Maar geen nood. Het zaadje, door Houtman's hand gestrooid, zou vruchten dragen, honderd, duizendvoudig. Want de eerste route was gebaand. De route waarover later nog honderdduizenden zouden volgen, om terug te keeren uit die gezegende gewesten, met vol- beladen schepen. DE TWEEDE ROUTE Nog eeuwenlang zou de route van Vasco da Gama en Houtman worden bevaren. Totdat in 1869 door de opening van het Suez kanaal een nieuwe, veel kortere weg naar ons groot koloniaal bezit bezuiden den Equator zou wor den opengesteld. Die kortere weg tusschen Middellandsche Zee en Roode Zee, moet er eigenlijk al geweest zijn in het verre vergane verleden, in de tijden der Pharao's. Het juiste tijdstip waarop de eerste pogingen tot het gra ven van een verbinding tusschen de Roode Zee en den Nijl, en daarmede de Middelland sche zee, zijn ondernomen, en op wiens initia tief, valt niet met absolute zekerheid te zeg gen. Daaromtrent bestaat onder de geschied schrijvers nogal verschil van meening. Zoo kent bijv. Strabo deze eer toe aan den mach tigen koning Sesostris, die omstreeks 1400 vóór Christus leefde. Het Kanaal van Sesostris slibte tengevolge van verwaarloozing na eenigen tijd weer dicht. De geschiedschrijver Herodo tus echter, eischt de eer van het eerste initia tief op voor Nekos of Neclio, den zoon van Psammetlchus, die tegen het einde van de 7de eeuw vóór Christus leefde en bijzonder veel heeft bijgedragen tot verheffing van den han del. Hij vatte het plan op, een banaal te gra ven van Bubastis aan den Nijl naar Patumos aan de 'Arabische Zee, zou ook met dit werk een aanvang hebben gemaakt, doch het later weer hebben gestaakt. Later werd het een maal aangevangen werk voortgezet, namelijk tijdens de overheersching der Perzen door Darius Hystaspes, terwijl het eindelijk, althans volgens Diodorus, voltooid werd door Ptolemeus II in het jaar 227 vóór Christus. De geschied schrijver Plinius beweert, dat Ptolemeus het kanaal niet verder dan tot de Bittermeren heeft doen graven, hetgeen intusschen waar schijnlijk niet in tegenspraak is met hetgeen Diodorus zegt, aangezien de Roóde Zee zich vroeger tot de Bittermeren uitstrekte. Beide geschiedschrijvers stemmen du3 toch wel hier in overeen, dat aan Ptolemeus een zeer belang rijk aandeel moet worden toegekend in de totstandkoming van dezen verbindingsweg. Dat kanaal van Ptolemeus, verschilde van het huidige Suez-kanaal hierin, dat het niet vormde een directe verbinding tusschen de Middellandsche Zee en de Roode Zee, doch een indirecte, n.l. door den Nyl in verbinding te brengen met de Roode Zee. Het kanaal dat veel heeft bijgedragen tot den bloei van Egypte en bijzonder van Cairo, werd onder de laatste Ptolemeussen jammerlijk verwaarloosd. Onder de regeering van Cleopatra, zuster van Pto lemeus XII, moet het reeds verzand of althans gedeeltelijk onbevaarbaar geweest zijn, want toen de verslagen vorstin na den zeeslag van Actium (30 jaar vóór Christus) in Egypte terugkeerde, trachtte zij haar met goud en kostbaarheden beladen schepen op wagens van de Middellandsche Zee naar de Roode Zee over te brengen. Het waren de Romeinen die tijdens hun heer schappij over Egypte het kanaal wederom in bevaarbaren toestand brachten. Maar lang duurde dit niet, want met den ondergang van bet Westersche Rijk (476), verzandde het we derom, totdat in de 7de eeuw Anrou het weder liet uitbaggeren en voor de scheepvaart in ge reedheid brengen. Na een wisselvallig bestaan van duizend jaren, of indien men aanneemt dat het kanaal van Ptolemeus hetzelfde was als dat van Sesostris, een periode van 20 eeuwen, verdween het kanaal der Pharao's voor. goed van den aardbodem. Het met zooveel inspanning gegraven kanaal werd in het jaar 775 na Christus op bevel van Khalief Al Mansor verwoest, teneinde den op- roerigen Ali-ben-Hassan den toevoer uit Egypte af te snijden. >h, in. Integendeel Het voedsel blijft Jhrte- eeds maar visch Velen sterven, en I '^lifje'f'Giof genoemd. Eindelijk, als het maar visch. Velen sterven, en >l> g bsK>'aven op een. eilandje N.W. van l-VMaria, door de maats het Holland- t d6ei )egln October met een rijken voorraad i?e'h ia frisch water van een onderzoekings- iban t,Grugga' If t r, 'iia,, j "Kgekeerd, komt er beterschap. Maar den een zeemansgraf gevonden, en v.aila, \yU.op de barre klippen bij Kaap Santa v" de aar°nder Jan Dignumsz., de schipper ol!andia". Nadat de zieken aan land k !|1ebr„ racht, om daar te herstellen, werd ti»0p koe,- 1590 Madagascar verlaten, en vol Jv dep ®,^Bezet naar Java. Op 23 Juni 1596, van bijna 13 maanden, werd te t-j dpr Q p M est-Java voet aan wal gezet. !'le van 'u lndi® was de expeditie der Com- ij ^d, t)pf, re Landen niet gelukkig. Door •tq^dderg6 '0g en misverstand, hadden de Va>n. °PQieuw mc«t zware tegenslagen te 'ti 8Èn°utlaan werd door de Javanen ge- tj jdiss IR °men' doch later weer vrijgelaten. 'Jediejjj de expeditie tegen. Door gebrek da ngsmanschappen, moest men zich Merdam" ontdoen. Plet schip werd Eeuwen bleef nu het plan van een directe verbinding tusschen de Middellandsche Zee en de Roode Zee rusten, toen het, na eerst nog Napoleon's belangstelling te hebben gehad, in 1854 op aanstichting van Mohammed Said meer bekend als Said Pacha, die in genoemd jaar den troon van Egypte besteeg, door den Fransehman Ferdinand de Lesseps in studie werd genomen. Tijdens de vervulling van zijn diplomatieke functie in Egypte, welke in 1831 aanving, had de landengte van Suez de aan dacht van De Lesseps getrokken en vatte bij hem de meening post, dat een kanaal door deze landstreek voor den internationalen han del van groot nut zou kunnen zijn. Reeds van toen af ontwikkelde zich in zijn geest het reusachtige plan, hetwelk hij eerst twintig jaren later ten uitvoer zou kunnen leggen. Na langdurige voorbereidingen van financieelen en tecbnisclien aard. kon De Lesseps op 25 April 1859 te Port Said de eerste spade In den grond steken. En na een inspannenden arbeid van ruim tien jaren, waarin natuurlijk vele moeilijkheden waren te overwinnen ge weest, kwam het kanaal gereed, en kon In den middag van 16 November 1869 plechtig wor den ingezegend door den Aartsbisschop van Jeruzalem, Mgr. Bauer en door den Maho- medaanschen hoogepriester. Deze plechtigheid, welke te Port Said plaats had. werd behalve door den Khedive, door verschillende adelijke personen bijgewoond. Zoo waren daar de kei zerin van Frankrijk aan boord van de ..Aigle" de keizer van Oostenrijk op het jacht „Greiff de kroonprins van Pruisen, de grootvorst Michael van Rusland en prins Oscar van Zwe den, terwijl Nederland vertegenwoordigd was door de „Wassenaar" en het raderstooinschip „Valk", waarop Prins Hendrik der Neder landen met gemalin. De Kamers van Koop handel van Amsterdam en Rotterdam waren vertegenwoordigd door de heeren Muller, Plats en Bunge. Na afloop der kerkelijke plechtigheden, waar voor een tweetal sierlijk gedecoreerde pavil joens waren opgericht, een voor den Bisschop het andere voor de priesters van den Maho- medaanschen godsdienst, hadden te Port Said groote feestelijkheden plaats. Den volgenden dag stevenden de rijkelijk gepavoiseerde sche pen, met het Fransche keizerlijke jacht de „Aigle" aan het hoofd, in statigen optocht het Suez kanaal in, tot Ismaj'la, waar de Khedive in zijn paleis een groot feest gaf, dat op de zandvlakten voortgezet werd door indrukwek kende fantasia's. Later stoomden nog verschei dene schepen naar Suez aan den ingang van de Roode Zee door. De tweede route, de weg naar Indië door de Middellandsche Zee en Roode Zee, was ge opend DE DERDE ROUTE Dan komt vijftig jaren later „de derde route". Die er geweest is alle eeuwen door. Doch die slechts wachtte op de technische middelen om haar te „bevaren". Het was de luchtroute. Het gebeurde na het einde van den grooten oorlog als direct gevolg van de krachtige ontwikkeling die de luchtvaart gedurende de jaren van krijg had beleefd. Na een in stilte uitgevoerde voor bereiding, vertrokken op 12 November 1919 op een dubbel-motorlg Vlckers „Vimy" vliegtuig de vlieger Ross Smith en drie metgezellen vaD het vliegkamp Hounslow hij Londen, met het plan naar Australië te vliegen. Steeds zal deze vlucht als een der grootste vliegtochten moe ten worden beschouwd, die in de annalen der wereldhistorie staan opgeteekend. Want on danks den slechten toestand der toenmalige landingsterreinen, en ondanks de zeer gebrek kige grond-organisatie, mocht Ross Smith er in slagen den geweldig®11 afstand van 11500 mijlen tusschen Eog®'and en Australië In to taal 28 reisdagen te overbruggen, een presta tie, die nog jarenlang ongeslagen zou blijven. Van Hounslow werd dan gestart op 12 No vember, waarna bij zware vorst naar Lyon werd gevlogen. Den volgenden dag werd de reis voortgezet tot Pisa. Toen men op 14 November hier wilde vertrekken, was het terrein door de zware regens zoo doorweekt, dat de machine in den modder wegzakte en uitgegraven moest worden. Een tweede poging, thans met planken onder de wielen, mislukte opnieuw, zoodat het toestel met behulp van Italiaansche mecani ciens opnieuw moest worden uitgegraven. Toch wilde Ross Smith weg. Tegen eiken prijs. Na de banden zwaar geolied te hebben, om den modder geen vat te geven, gtng sergeant Ben nett, een der belde mecaniciens, aan den staart hangen om dezen flink naar beneden te hou- kmai'/'SAr Ta ik ah G 8UP T E Ie Caireb Sutz du Kllomètre 14 Exh) re-au mi (Pa2-el- ICIom.24 (Tinen; Port-Th lesPyamtdesA S Kilom.35"(leCap) CARTON D'ENSEMBLE Schelleo ïo iooKilom y Ki!om.4S (Kantara) Kilom. S4(Ba!lah) Gare du Kilom.63 {□Ferdanj ac Tuns ah. Kilcm.S7(TóuSsoum) KiIom.S7(Déversoir) du Kilom.(21 (Kabret) Caire Kilom.134 iGer.effé) g Süjzi Kilom. »4€ (Chatouf) are du Kilom. 160 ort-Thewfik MER De tweede route: hel Suez Kanaal (uil: La Science et Ia Vie). den. Ross Smith gaf vol gas, Bennett deed een wanhopigen sprong en werd door den tweeden mecanicien, sergeant Shlers, aan ooord getrok ken, en uit den modderpoel met 9 cm. water kwam de „Vimy" als door een wonder los, met haar bemanning, die volgens Ross Smith „doornat maar welgemoed was'. Op 16 November ging het van Rome naar Tarente, en den dag daarop naar Creta, terwijl 18 November de vlucht over de Middellandsche Zee naar Cairo werd voortgezet. Op 19 Novem ber voerde de reis naar Damascus, en den vol genden dag naar Ramadië, waar wegens den zwaren tegenwind geland moest worden. Des nacbts kwam er een zware storm opzetten, en werden soldaten gerequireerd om de machine vast te houden, daar ze dreigde een speelbal van den wind te worden. Na angstige uren te hebben doorgemaakt, werd naar Basra gevlo gen, in goed weer, na tien zware dagen te hebben doorgemaakt. De dag van 22 November werd besteed om vliegtuig en motoren grondig na te zien, terwijl den volgenden dag de reis naar Bender Abbas werd voortgezet, e. den dag daarop naar Karachi. Zoo ging het verder. Op den 25sten naar Delhi, waar waer een rustdag volgde, op den 27sten naar Allahabad, met een gelukkig goed verloopen noodlanding bij Mut- tra, en op den 28sten naar Calcutta, terwijl op den 29ston naar Akyao werd gevlogen, op welk traject Ross Smith een sensationeele ontmoe ting had met een stelletje roofvogels, waarvan er een met het toestel in botsing kwam, geluk kig zonder ernstige nadeellge gevolgen. Al thans voor de machine. Ook daarna werd de reis voortgezet met een voor dien tijd bewon derenswaardig regelmatig en snel tempo. Ach tereenvolgens werd gevlogen nnar Rangoon, Bangkok en Sengora, waar op het kleine veld een moeilijke landing werd volbracht, hetgeen een gebroken staartsteun kostte. Ook onze Hol- landsche vliegers zouden later met de onvol doende afmetingen van, en daardoor met het gevaarlijke landen en starten op het vliegveld te Sengora kennis maken. Gelukkig kwam de „Vimy" goed los, na eerst een dag door een waren zondvloed te zijn opgehouden. Op den 4 December ging het naar Singapore, in zwaren regen, en op den zesden naar Batavia, waar op Kalidjati geland werd. Dan nog volgde de etappe naar Soerabaja op 7 December, waar een gedeelte van het veld met matten moest wor den bedekt, om het starten weer mogelijk te maken, waarna de reis vervoL d werd naar Bi ma, en naar Timor, terwijl de „Vimy" Woens dag 10 December veilig en wel te Port Darwin in Australië aankwam. Daarmede was de prijs van 10.000 pond sterling gewonnen, welke uit geloofd was door het Gouvernement van Australië voor den vlieger die als eerste binnen een maand van Engeland naar Australië zou vliegen. Ross Smith, vergezeld van zijn broeder Keith Macpherson Smith, en de mscano's Ben nett en Shlers, was geslaagd. En had door zijn slagen den weg gebaand over „de derde route". Anderen volgden. Waaronder in 1924 voor de eerste maal ook de Hollanders. Die tocht ligt nog betrekkelijk versch in het geheugen, zoo dat we slechts de voornaamste feiten zullen aanstippen. Het was in 1923, dat A. N. J. Tho massen èi Thuessink van der Hoop, verkeers vlieger bij de K. L. M„ het plan opvatte om met het nieuwste vliegtuig der maatschappij, het proto-type Fokker F. VII, een tocht van Amsterdam naar Batavia te ondernemen. Hij vond daarbij steun van verschillende vooraan staande personen op handels- en luchtvaartge bied, die zich vereenigden tot het Comité Vliegtocht Nederland-Indië, onder voorzitter schap van generaal C. J. Snijders. Het Comité slaagde erin de benoodigde gelden bijeen te brengen en verleende voorts den noodlgen steun bij de organisatie van den tocht, welke door den heer Van der Hoop zeer vorgvuldig werd voorbereid. Ook met Indië werd contact gezocht en ook daar werd een Cornitë gevormd, dat zich al spoedig omzette ln de Neder. landsch-Indisclie Vereeniging voor Luchtvaart, onder voorzitterschap van den heer Muurling. Na vele moeilijkheden kon de vertrekdatum worden vastgesteld en 1 October 1924 startte de HN.-ACC. van het vliegveld Schiphol naar Batavia. Bij een noodlanding te Philipopel werd het toestel ernstig beschadigd, zoodat een maand oponthoud noodig was om de ma* chine te kunnen herstellen. Eindelijk slaagde Van der Hoop erin, begin November uit Phili popel weg te komen, waarna hij zijn reis in een zeer regelmatig tempo vervolgde. Op 21 No vember landde de Fokker op de racebaan bij Medan, onder een geweldig enthousiasme. Dria dagen daarna arriveerde de F. VII op het vliegveld Tjililitan, bij Mr. Cornelis, waar do Gouverneur Generaal Mr. D. Fock, temidden van een enorme schare belangstellenden, onder wie vrijwel alle vooraanstaande personen uit regeerings- en particuliere kringen, aanwezig was. Zoo hadden ook de Hollanders de derde route geopend, zoo was ook de eerste luchtver- binding tuschen Nederland en Indië tot stand gebracht, door de drie wakkere mannen Van der Hoop, Van Weerden Poelman en Van der Broeke. Meenden we na het volbrengen van deze vlucht, dat het nu nog wel langen tijd zou du- ren, alvorens gedacht kon worden aan een nieuwe luchtreis naar ons Insulinde, toen ln het voorjaar van 1927 de K. L. M. in connectie kwam met den Amerikaanschen millionnair. Van Lear Black zou aan het luchtverkeer met Indië spoedig een krachtige stoot worden ge- geven. We weten, hoe de ondernemende en voortvarende Amerikaan plotseling, aan de K. L. M. den wensch kenbaar maakte op en eer van Amsterdam naar Batavia te willen toeren. Door de lucht. En wat de Amerikaan zich voorstelde, gebeurde. Onder besturing van de vliegers Geysendorffer en Scholte, vloog Van Lear Black in Juni in 16 dagen waarvan 13 vliegdagen, van Amsterdam naar Batavia, ter- wijl hij na een oponthoud, van slechts enkele dagen, in 18 dagen totaal, waarvan 14 vlieg dagen, van Batavia naar Amsterdam terug- lieerde. In één slag was wat men tevoren als Iets geweldig buitenissigs beschouwd had, komen te liggen binnen het directe bereik, binnen het kader der toenmalige technische mogelijkheden. Dank zij den machtig stimuleerenden Invloed uitgeoefend door den koenen tocht van d o Amerikaan, dank zij de waardevolle lessen ,1,0 deze tocht opleverde, kreeg het reeds zeer lang hangende Indiëvluclitplan van den luitenant Koppen een zoo machtigen technischen en moree- len steun, en kwamen de plannen van een luchtverbinding op Indië direct op een zoo hechte basis te staan, dat Koppen, zwaar gesterkt door het glorieuse werk van zijn voor gangers, vol moed op weg toog, bezield met het vaste voornemen op zijn beurt iets waarlijk grootsch tot stand te brengen. En de Soester- berger slaagde. Vergezeld van den kundigea K. L. M.-vlieger Fryns en den werktuigkundige Elleman slaagde hij erin met zijn Fokker-vlieg tuig „De Postduif" tusschen 1 en 10 October 1927 van Amsterdam naar Batavia te vliegen, terwijl tusschen 17 en 28 October de terugreis werd volbracht. Het was een schitterende recordverblnding langs de derde route tot stand gebracht, In 28 dagen totaal op en neer van Amsterdam naar Batavia. Ook, of nóg meer van de recordvlucht van Koppen en Frijns, ging een zoo machtig stl- muleerende invloed uit, dat een nieuw koen plan, aan welks uitvoerbaarheid men nog geen klein jaar terug zeer zeker niet zou hebben durven denken, ln voorbereiding werd genomen. Krachtig gesterkt in haar vertrouwen door da verheugende resultaten op de belde laatste Indië-vluchten behaald, durfden de IC. L. M. en de pas opgerichte Nederlandsch Indische Luchtvaart Maatschappij het aan, ook de vlei voor het luchtverkeer in Indië bestemde drie- motorige postvliegtuigen met tusschenp ozen van één week, langs den luchtweg naar Batavia te sturen, terwijl de K. L. M. besloot aan deze serie een der twaalf Indië retourpostvluchten toe te voegen, welke hepaald waren te zullen worden uitgevoerd in 1929. Al waren die vijf vluchten tezamen geen vol ledig succes, doordat de erbarmelijke toestand der P.ritsch Indische vliegvelden oorzaak werd, dat twee vliegtuigen zoodanige averij opliepen, dat zij vanuit Britsch Indië verder per scheeps gelegenheid naar Java moesten worden ver voerd, ook die serie postvluchten bracht bet groote doel: de opening van een geregelden luchtpostdienst tusschen Nederland en Indië weer nader. Al waren politieke motieven of juis ter gezegd Britsche naijver de oorzaak, dat de voorgestelde serie van elf postvluchten ge durende 1929 niet kon worden uitgevoerd, het uitstel was toch geen afstel. Want nadat da Britsche regeering eerst het moment liad afge wacht. dat haar eigen Londen-Karachi lucht- dlenst zich in het za lel had gewerkt, werd aan de Hollanders toegestaan, aan het voorgenomen plan van een maaudeüjkschen luchtdienst tus schen Amsterdam en Batavia uitvoering te geven Zoo is dan heden het eerste toer: varti den geregelden dienst vertrokken. Moge deze er toe n edewerken dat de harte lijke banden, welke er tnsschea Indië en hel) Moederland bestaan, steeds ccLtver worden aangehaald.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 9