OPENING VAN DEN MAANDELIJKSCHEN VLIEGDIENST
iAMSTERDAM-BATAVIA
U*T DE GESCHIEDENIS VAN
NORLAND'S VERBINDING
MET DE OOST
¥l
rels
m&m
De Fokker F. Vilhet vliegtuig waarmede p. d. Hoop en v. Weerden Poelman in 1924
hun historischen tocht naar Indië volbrachten.
Ismaïli
DOOR DE LUCHT
NAAR HET VERRE INSULINDE
sohip, waarop Houtman zijn reis
ondernam.
Muiip sassoon, de Britsclie onder-staaia-
voor luchtvaart, bezigde als titel var.
ijj 200 uitmuntend relaas, waarin hij zijn
Jni^ie-vliegtocht van Londen naar Britsch-
f>0|'fc beschrijft, de benaming „The Third
hert En ook wij, Hollanders, kunnen den
vJen definitief te openen luchtweg naar het
C) ,re Insulinde, de derde route noemen. Want
lurt' Voor onze handelsverbindingen met onze
Gewesten, hebben we in den loop der
en drie routen gekend.
Evi
DE EERSTE ROUTE
a eials voor de Britten, was ook voor ons
(j0 eerste „directe" weg naar Indië de in 1497
a r Vasco da Gama geopende zeeweg rondom
a Kaap de Goede Hoop. Wel werden later
(j0 andere wegen beproefd, zooals in 1598 1601
Cnr' ^'IVler van Noort, alsmede door Willem
Schouten, die een route naar Indié
v»n 11 door van Nederland uit om de Zuidkust
t6 Zuid-Amerika en door den stillen Oceaan
en door Willem Barendsz en Jacob
Seet IIeemskerck die, zooals we weten, teve1'-
zocht' een weg uaar Indië om het Noorden
t0n. n, maar eeuwenlang bleef toch de weg
typ™ Kaap de Goede Hoop onze eerste route.
fl0. deze weg, zooals gezegd, in 1497 reeds
lat Vasco da Gama gebaand, eerst een eeuw
lanj Zouden de Hollanders erin slagen hun
Sela Eclloesterden wensch, met Indië een han-
t e''binding te kunnen openen, in vervulling
8la» Kaan.
6e'uWas op 2 April 1595, dat een vl00t*ui*:;
t>M daor do „Compagnie van Verre Landen"
t\a Cornelis Houtman. met een frissche
Ïeïd"°°stelijke bries, het Spanjaardsgat te
H| E| Verliet. De eigenlijke bestemming: hot
was slechts aan zeer enkelen bo-
,|.el Rechten bekend. Want met groote belang-
de en met nog grootere afgunBt, hadden
nSelschen, die tot dusver de eenige mede-
V),.61'8 der Portugeezen waren geweest, onze
iad Qeen tot deelneming aan de vaart od Indië
■tihj êe®lagen. Maar hun „neerstighe navor-
ghe, om to vernemen op wat Eylanden
t)0a, Gompaignie van Houtman 't oog hadde',
W 8 van Reyd zegt, leden schipbreuk op de
b^^epen zwijgzaamheid der belangheli-
hidd' Waren kloeke schepen en de reeders
ba en niets verzuimd, wat het welslagen der
besto Uaining zou kunnen bevorderen. De vloot
tltju uit vicr schepen. Het waren de „Mau-
Staa een fraai schip van 230 last, onder bevel
k0o 'de van Jan Jansz. Mullenaer en den opper-
h'an Cornells Houtman, en met 82 man
5IS noord; voorts de „Hollandia", even groot
Sc hi e „Mauritius", met Jan Dignumsz tot
aW en Gerrit van Beuningen tot kommies;
0ll6er6 "Amsterdam", een schip van 130 last,
kevel staande van Jan Jacobsz. Schel-
"S jjj'' 'het als kommies Reynier van Hel en
tWa bemanning; en eindelijk de pinas „Het
2d groot ongeveer 25 last en bemand mot
V/Den- Hier was bevelvoerder schipper
Seza Cainbertz Man. De vier schepen hadden
een maat van 615 last, een beman-
"aklnJ'an 2^9 koppen, en voerden als bewa
art* 109 groote en kleine stukken. Den lOen
^ii
-kstfiM
Sltigti gezeild, maar met het wachten op
'6opetleetl wind, waren ruim drie weken vor-
i Alleó
i JUm sing betrekkelijk voorspoedig, en op
t ri*erd de linie gepasseerd. Daarna echter
kt» 6 expeditie met zware tegenslagen te
1!'Ee scheurbuik brak aan boord van een
Sn 2jl0pei1 uit, zoodat eind Juli meer dan 200
t Ra- lasen. Begin Augustus werd gelukkig
p tie Goede Hoop bereikt, de „Storm-
h'. 'h (jVa" E'az- Eindelijk slaagde men er hier
kger)011 proviand-voorraad wat afwisseling te
Sat ^an de inboorlingen werden voor een
1 voj2er twee prachtige ossen gekocht, en
S 0ü ge,1den dag nog een prachtige os voor
trip kakmes. Dan gaat het verder. Maar
S j,jy',l<:ri(leel der bemanning blijft ziek. Ook
Sra aSaskar wordt bereikt, treedt geen
vWk 'a-
reeds, was Houtman's smaldeel van
WÈ onttakeld, en op zee in brand gestoken. Einde.
lijk, na twee derden van de manschappen door
Hl ziekte, gebrek en vijandelijke overvallen te
hebben verloren, keerde de expeditie op 12
Augustus 1597 te Texel terug. Ook voor de
coopluyden en de poorters, die aan de Indië-
vaart 290.000 gulden hadden ten koste gelegd,
was het resultaat bedroevend. Met geen andere
lading dan 245 zakken peper, 20 k 25 last noten
en 30 balen foelie, kwamen de drie schepen in
Nederland terug. Maar geen nood. Het zaadje,
door Houtman's hand gestrooid, zou vruchten
dragen, honderd, duizendvoudig. Want de eerste
route was gebaand. De route waarover later nog
honderdduizenden zouden volgen, om terug te
keeren uit die gezegende gewesten, met vol-
beladen schepen.
DE TWEEDE ROUTE
Nog eeuwenlang zou de route van Vasco da
Gama en Houtman worden bevaren. Totdat
in 1869 door de opening van het Suez kanaal
een nieuwe, veel kortere weg naar ons groot
koloniaal bezit bezuiden den Equator zou wor
den opengesteld. Die kortere weg tusschen
Middellandsche Zee en Roode Zee, moet er
eigenlijk al geweest zijn in het verre vergane
verleden, in de tijden der Pharao's. Het juiste
tijdstip waarop de eerste pogingen tot het gra
ven van een verbinding tusschen de Roode
Zee en den Nijl, en daarmede de Middelland
sche zee, zijn ondernomen, en op wiens initia
tief, valt niet met absolute zekerheid te zeg
gen. Daaromtrent bestaat onder de geschied
schrijvers nogal verschil van meening. Zoo
kent bijv. Strabo deze eer toe aan den mach
tigen koning Sesostris, die omstreeks 1400
vóór Christus leefde. Het Kanaal van Sesostris
slibte tengevolge van verwaarloozing na eenigen
tijd weer dicht. De geschiedschrijver Herodo
tus echter, eischt de eer van het eerste initia
tief op voor Nekos of Neclio, den zoon van
Psammetlchus, die tegen het einde van de 7de
eeuw vóór Christus leefde en bijzonder veel
heeft bijgedragen tot verheffing van den han
del. Hij vatte het plan op, een banaal te gra
ven van Bubastis aan den Nijl naar Patumos
aan de 'Arabische Zee, zou ook met dit werk
een aanvang hebben gemaakt, doch het later
weer hebben gestaakt. Later werd het een
maal aangevangen werk voortgezet, namelijk
tijdens de overheersching der Perzen door
Darius Hystaspes, terwijl het eindelijk, althans
volgens Diodorus, voltooid werd door Ptolemeus
II in het jaar 227 vóór Christus. De geschied
schrijver Plinius beweert, dat Ptolemeus het
kanaal niet verder dan tot de Bittermeren
heeft doen graven, hetgeen intusschen waar
schijnlijk niet in tegenspraak is met hetgeen
Diodorus zegt, aangezien de Roóde Zee zich
vroeger tot de Bittermeren uitstrekte. Beide
geschiedschrijvers stemmen du3 toch wel hier
in overeen, dat aan Ptolemeus een zeer belang
rijk aandeel moet worden toegekend in de
totstandkoming van dezen verbindingsweg.
Dat kanaal van Ptolemeus, verschilde van
het huidige Suez-kanaal hierin, dat het niet
vormde een directe verbinding tusschen de
Middellandsche Zee en de Roode Zee, doch
een indirecte, n.l. door den Nyl in verbinding
te brengen met de Roode Zee. Het kanaal dat
veel heeft bijgedragen tot den bloei van Egypte
en bijzonder van Cairo, werd onder de laatste
Ptolemeussen jammerlijk verwaarloosd. Onder
de regeering van Cleopatra, zuster van Pto
lemeus XII, moet het reeds verzand of althans
gedeeltelijk onbevaarbaar geweest zijn, want
toen de verslagen vorstin na den zeeslag van
Actium (30 jaar vóór Christus) in Egypte
terugkeerde, trachtte zij haar met goud en
kostbaarheden beladen schepen op wagens van
de Middellandsche Zee naar de Roode Zee
over te brengen.
Het waren de Romeinen die tijdens hun heer
schappij over Egypte het kanaal wederom in
bevaarbaren toestand brachten. Maar lang
duurde dit niet, want met den ondergang van
bet Westersche Rijk (476), verzandde het we
derom, totdat in de 7de eeuw Anrou het weder
liet uitbaggeren en voor de scheepvaart in ge
reedheid brengen. Na een wisselvallig bestaan
van duizend jaren, of indien men aanneemt
dat het kanaal van Ptolemeus hetzelfde was
als dat van Sesostris, een periode van 20
eeuwen, verdween het kanaal der Pharao's voor.
goed van den aardbodem.
Het met zooveel inspanning gegraven kanaal
werd in het jaar 775 na Christus op bevel van
Khalief Al Mansor verwoest, teneinde den op-
roerigen Ali-ben-Hassan den toevoer uit Egypte
af te snijden.
>h, in. Integendeel Het voedsel blijft
Jhrte- eeds maar visch Velen sterven, en
I
'^lifje'f'Giof genoemd. Eindelijk, als het
maar visch. Velen sterven, en
>l> g bsK>'aven op een. eilandje N.W. van
l-VMaria, door de maats het Holland-
t d6ei )egln October met een rijken voorraad
i?e'h ia frisch water van een onderzoekings-
iban t,Grugga'
If t
r, 'iia,, j "Kgekeerd, komt er beterschap. Maar
den een zeemansgraf gevonden, en
v.aila, \yU.op de barre klippen bij Kaap Santa
v" de aar°nder Jan Dignumsz., de schipper
ol!andia". Nadat de zieken aan land
k !|1ebr„ racht, om daar te herstellen, werd
ti»0p koe,- 1590 Madagascar verlaten, en vol
Jv dep ®,^Bezet naar Java. Op 23 Juni 1596,
van bijna 13 maanden, werd te
t-j dpr Q p M est-Java voet aan wal gezet.
!'le van 'u lndi® was de expeditie der Com-
ij ^d, t)pf, re Landen niet gelukkig. Door
•tq^dderg6 '0g en misverstand, hadden de
Va>n. °PQieuw mc«t zware tegenslagen te
'ti 8Èn°utlaan werd door de Javanen ge-
tj jdiss IR °men' doch later weer vrijgelaten.
'Jediejjj de expeditie tegen. Door gebrek
da ngsmanschappen, moest men zich
Merdam" ontdoen. Plet schip werd
Eeuwen bleef nu het plan van een directe
verbinding tusschen de Middellandsche Zee en
de Roode Zee rusten, toen het, na eerst nog
Napoleon's belangstelling te hebben gehad,
in 1854 op aanstichting van Mohammed Said
meer bekend als Said Pacha, die in genoemd
jaar den troon van Egypte besteeg, door den
Fransehman Ferdinand de Lesseps in studie
werd genomen. Tijdens de vervulling van zijn
diplomatieke functie in Egypte, welke in 1831
aanving, had de landengte van Suez de aan
dacht van De Lesseps getrokken en vatte bij
hem de meening post, dat een kanaal door
deze landstreek voor den internationalen han
del van groot nut zou kunnen zijn. Reeds van
toen af ontwikkelde zich in zijn geest het
reusachtige plan, hetwelk hij eerst twintig
jaren later ten uitvoer zou kunnen leggen. Na
langdurige voorbereidingen van financieelen
en tecbnisclien aard. kon De Lesseps op 25
April 1859 te Port Said de eerste spade In
den grond steken. En na een inspannenden
arbeid van ruim tien jaren, waarin natuurlijk
vele moeilijkheden waren te overwinnen ge
weest, kwam het kanaal gereed, en kon In
den middag van 16 November 1869 plechtig wor
den ingezegend door den Aartsbisschop van
Jeruzalem, Mgr. Bauer en door den Maho-
medaanschen hoogepriester. Deze plechtigheid,
welke te Port Said plaats had. werd behalve
door den Khedive, door verschillende adelijke
personen bijgewoond. Zoo waren daar de kei
zerin van Frankrijk aan boord van de ..Aigle"
de keizer van Oostenrijk op het jacht „Greiff
de kroonprins van Pruisen, de grootvorst
Michael van Rusland en prins Oscar van Zwe
den, terwijl Nederland vertegenwoordigd was
door de „Wassenaar" en het raderstooinschip
„Valk", waarop Prins Hendrik der Neder
landen met gemalin. De Kamers van Koop
handel van Amsterdam en Rotterdam waren
vertegenwoordigd door de heeren Muller, Plats
en Bunge.
Na afloop der kerkelijke plechtigheden, waar
voor een tweetal sierlijk gedecoreerde pavil
joens waren opgericht, een voor den Bisschop
het andere voor de priesters van den Maho-
medaanschen godsdienst, hadden te Port Said
groote feestelijkheden plaats. Den volgenden
dag stevenden de rijkelijk gepavoiseerde sche
pen, met het Fransche keizerlijke jacht de
„Aigle" aan het hoofd, in statigen optocht het
Suez kanaal in, tot Ismaj'la, waar de Khedive
in zijn paleis een groot feest gaf, dat op de
zandvlakten voortgezet werd door indrukwek
kende fantasia's. Later stoomden nog verschei
dene schepen naar Suez aan den ingang van
de Roode Zee door.
De tweede route, de weg naar Indië door de
Middellandsche Zee en Roode Zee, was ge
opend
DE DERDE ROUTE
Dan komt vijftig jaren later „de derde route".
Die er geweest is alle eeuwen door. Doch die
slechts wachtte op de technische middelen om
haar te „bevaren". Het was de luchtroute. Het
gebeurde na het einde van den grooten oorlog
als direct gevolg van de krachtige ontwikkeling
die de luchtvaart gedurende de jaren van krijg
had beleefd. Na een in stilte uitgevoerde voor
bereiding, vertrokken op 12 November 1919 op
een dubbel-motorlg Vlckers „Vimy" vliegtuig
de vlieger Ross Smith en drie metgezellen vaD
het vliegkamp Hounslow hij Londen, met het
plan naar Australië te vliegen. Steeds zal deze
vlucht als een der grootste vliegtochten moe
ten worden beschouwd, die in de annalen der
wereldhistorie staan opgeteekend. Want on
danks den slechten toestand der toenmalige
landingsterreinen, en ondanks de zeer gebrek
kige grond-organisatie, mocht Ross Smith er
in slagen den geweldig®11 afstand van 11500
mijlen tusschen Eog®'and en Australië In to
taal 28 reisdagen te overbruggen, een presta
tie, die nog jarenlang ongeslagen zou blijven.
Van Hounslow werd dan gestart op 12 No
vember, waarna bij zware vorst naar Lyon
werd gevlogen. Den volgenden dag werd de reis
voortgezet tot Pisa. Toen men op 14 November
hier wilde vertrekken, was het terrein door de
zware regens zoo doorweekt, dat de machine
in den modder wegzakte en uitgegraven moest
worden. Een tweede poging, thans met planken
onder de wielen, mislukte opnieuw, zoodat het
toestel met behulp van Italiaansche mecani
ciens opnieuw moest worden uitgegraven. Toch
wilde Ross Smith weg. Tegen eiken prijs. Na
de banden zwaar geolied te hebben, om den
modder geen vat te geven, gtng sergeant Ben
nett, een der belde mecaniciens, aan den staart
hangen om dezen flink naar beneden te hou-
kmai'/'SAr
Ta ik ah
G 8UP T E
Ie Caireb Sutz
du Kllomètre 14
Exh)
re-au mi
(Pa2-el-
ICIom.24 (Tinen;
Port-Th
lesPyamtdesA
S
Kilom.35"(leCap)
CARTON D'ENSEMBLE
Schelleo ïo iooKilom
y
Ki!om.4S (Kantara)
Kilom.
S4(Ba!lah)
Gare du Kilom.63
{□Ferdanj
ac Tuns ah.
Kilcm.S7(TóuSsoum)
KiIom.S7(Déversoir)
du Kilom.(21
(Kabret)
Caire
Kilom.134
iGer.effé)
g Süjzi
Kilom. »4€
(Chatouf)
are du Kilom. 160
ort-Thewfik
MER
De tweede route: hel Suez Kanaal
(uil: La Science et Ia Vie).
den. Ross Smith gaf vol gas, Bennett deed een
wanhopigen sprong en werd door den tweeden
mecanicien, sergeant Shlers, aan ooord getrok
ken, en uit den modderpoel met 9 cm. water
kwam de „Vimy" als door een wonder los,
met haar bemanning, die volgens Ross Smith
„doornat maar welgemoed was'.
Op 16 November ging het van Rome naar
Tarente, en den dag daarop naar Creta, terwijl
18 November de vlucht over de Middellandsche
Zee naar Cairo werd voortgezet. Op 19 Novem
ber voerde de reis naar Damascus, en den vol
genden dag naar Ramadië, waar wegens den
zwaren tegenwind geland moest worden. Des
nacbts kwam er een zware storm opzetten, en
werden soldaten gerequireerd om de machine
vast te houden, daar ze dreigde een speelbal
van den wind te worden. Na angstige uren te
hebben doorgemaakt, werd naar Basra gevlo
gen, in goed weer, na tien zware dagen te
hebben doorgemaakt. De dag van 22 November
werd besteed om vliegtuig en motoren grondig
na te zien, terwijl den volgenden dag de reis
naar Bender Abbas werd voortgezet, e. den dag
daarop naar Karachi. Zoo ging het verder. Op
den 25sten naar Delhi, waar waer een rustdag
volgde, op den 27sten naar Allahabad, met een
gelukkig goed verloopen noodlanding bij Mut-
tra, en op den 28sten naar Calcutta, terwijl op
den 29ston naar Akyao werd gevlogen, op welk
traject Ross Smith een sensationeele ontmoe
ting had met een stelletje roofvogels, waarvan
er een met het toestel in botsing kwam, geluk
kig zonder ernstige nadeellge gevolgen. Al
thans voor de machine. Ook daarna werd de
reis voortgezet met een voor dien tijd bewon
derenswaardig regelmatig en snel tempo. Ach
tereenvolgens werd gevlogen nnar Rangoon,
Bangkok en Sengora, waar op het kleine veld
een moeilijke landing werd volbracht, hetgeen
een gebroken staartsteun kostte. Ook onze Hol-
landsche vliegers zouden later met de onvol
doende afmetingen van, en daardoor met het
gevaarlijke landen en starten op het vliegveld
te Sengora kennis maken. Gelukkig kwam de
„Vimy" goed los, na eerst een dag door een
waren zondvloed te zijn opgehouden. Op den
4 December ging het naar Singapore, in zwaren
regen, en op den zesden naar Batavia, waar op
Kalidjati geland werd. Dan nog volgde de
etappe naar Soerabaja op 7 December, waar een
gedeelte van het veld met matten moest wor
den bedekt, om het starten weer mogelijk te
maken, waarna de reis vervoL d werd naar
Bi ma, en naar Timor, terwijl de „Vimy" Woens
dag 10 December veilig en wel te Port Darwin
in Australië aankwam. Daarmede was de prijs
van 10.000 pond sterling gewonnen, welke uit
geloofd was door het Gouvernement van
Australië voor den vlieger die als eerste binnen
een maand van Engeland naar Australië zou
vliegen. Ross Smith, vergezeld van zijn broeder
Keith Macpherson Smith, en de mscano's Ben
nett en Shlers, was geslaagd. En had door zijn
slagen den weg gebaand over „de derde route".
Anderen volgden. Waaronder in 1924 voor
de eerste maal ook de Hollanders. Die tocht ligt
nog betrekkelijk versch in het geheugen, zoo
dat we slechts de voornaamste feiten zullen
aanstippen. Het was in 1923, dat A. N. J. Tho
massen èi Thuessink van der Hoop, verkeers
vlieger bij de K. L. M„ het plan opvatte om
met het nieuwste vliegtuig der maatschappij,
het proto-type Fokker F. VII, een tocht van
Amsterdam naar Batavia te ondernemen. Hij
vond daarbij steun van verschillende vooraan
staande personen op handels- en luchtvaartge
bied, die zich vereenigden tot het Comité
Vliegtocht Nederland-Indië, onder voorzitter
schap van generaal C. J. Snijders. Het Comité
slaagde erin de benoodigde gelden bijeen te
brengen en verleende voorts den noodlgen
steun bij de organisatie van den tocht, welke
door den heer Van der Hoop zeer vorgvuldig
werd voorbereid. Ook met Indië werd contact
gezocht en ook daar werd een Cornitë gevormd,
dat zich al spoedig omzette ln de Neder.
landsch-Indisclie Vereeniging voor Luchtvaart,
onder voorzitterschap van den heer Muurling.
Na vele moeilijkheden kon de vertrekdatum
worden vastgesteld en 1 October 1924 startte
de HN.-ACC. van het vliegveld Schiphol naar
Batavia. Bij een noodlanding te Philipopel
werd het toestel ernstig beschadigd, zoodat
een maand oponthoud noodig was om de ma*
chine te kunnen herstellen. Eindelijk slaagde
Van der Hoop erin, begin November uit Phili
popel weg te komen, waarna hij zijn reis in een
zeer regelmatig tempo vervolgde. Op 21 No
vember landde de Fokker op de racebaan bij
Medan, onder een geweldig enthousiasme. Dria
dagen daarna arriveerde de F. VII op het
vliegveld Tjililitan, bij Mr. Cornelis, waar do
Gouverneur Generaal Mr. D. Fock, temidden
van een enorme schare belangstellenden, onder
wie vrijwel alle vooraanstaande personen uit
regeerings- en particuliere kringen, aanwezig
was. Zoo hadden ook de Hollanders de derde
route geopend, zoo was ook de eerste luchtver-
binding tuschen Nederland en Indië tot stand
gebracht, door de drie wakkere mannen Van
der Hoop, Van Weerden Poelman en Van der
Broeke.
Meenden we na het volbrengen van deze
vlucht, dat het nu nog wel langen tijd zou du-
ren, alvorens gedacht kon worden aan een
nieuwe luchtreis naar ons Insulinde, toen ln
het voorjaar van 1927 de K. L. M. in connectie
kwam met den Amerikaanschen millionnair.
Van Lear Black zou aan het luchtverkeer met
Indië spoedig een krachtige stoot worden ge-
geven. We weten, hoe de ondernemende en
voortvarende Amerikaan plotseling, aan de K.
L. M. den wensch kenbaar maakte op en eer
van Amsterdam naar Batavia te willen toeren.
Door de lucht. En wat de Amerikaan zich
voorstelde, gebeurde. Onder besturing van de
vliegers Geysendorffer en Scholte, vloog Van
Lear Black in Juni in 16 dagen waarvan 13
vliegdagen, van Amsterdam naar Batavia, ter-
wijl hij na een oponthoud, van slechts enkele
dagen, in 18 dagen totaal, waarvan 14 vlieg
dagen, van Batavia naar Amsterdam terug-
lieerde.
In één slag was wat men tevoren als Iets
geweldig buitenissigs beschouwd had, komen
te liggen binnen het directe bereik, binnen het
kader der toenmalige technische mogelijkheden.
Dank zij den machtig stimuleerenden Invloed
uitgeoefend door den koenen tocht van d o
Amerikaan, dank zij de waardevolle lessen ,1,0
deze tocht opleverde, kreeg het reeds zeer lang
hangende Indiëvluclitplan van den luitenant
Koppen een zoo machtigen technischen en moree-
len steun, en kwamen de plannen van een
luchtverbinding op Indië direct op een zoo
hechte basis te staan, dat Koppen, zwaar
gesterkt door het glorieuse werk van zijn voor
gangers, vol moed op weg toog, bezield met het
vaste voornemen op zijn beurt iets waarlijk
grootsch tot stand te brengen. En de Soester-
berger slaagde. Vergezeld van den kundigea
K. L. M.-vlieger Fryns en den werktuigkundige
Elleman slaagde hij erin met zijn Fokker-vlieg
tuig „De Postduif" tusschen 1 en 10 October
1927 van Amsterdam naar Batavia te vliegen,
terwijl tusschen 17 en 28 October de terugreis
werd volbracht. Het was een schitterende
recordverblnding langs de derde route tot stand
gebracht, In 28 dagen totaal op en neer van
Amsterdam naar Batavia.
Ook, of nóg meer van de recordvlucht van
Koppen en Frijns, ging een zoo machtig stl-
muleerende invloed uit, dat een nieuw koen
plan, aan welks uitvoerbaarheid men nog geen
klein jaar terug zeer zeker niet zou hebben
durven denken, ln voorbereiding werd genomen.
Krachtig gesterkt in haar vertrouwen door da
verheugende resultaten op de belde laatste
Indië-vluchten behaald, durfden de IC. L. M.
en de pas opgerichte Nederlandsch Indische
Luchtvaart Maatschappij het aan, ook de vlei
voor het luchtverkeer in Indië bestemde drie-
motorige postvliegtuigen met tusschenp ozen
van één week, langs den luchtweg naar Batavia
te sturen, terwijl de K. L. M. besloot aan deze
serie een der twaalf Indië retourpostvluchten
toe te voegen, welke hepaald waren te zullen
worden uitgevoerd in 1929.
Al waren die vijf vluchten tezamen geen vol
ledig succes, doordat de erbarmelijke toestand
der P.ritsch Indische vliegvelden oorzaak werd,
dat twee vliegtuigen zoodanige averij opliepen,
dat zij vanuit Britsch Indië verder per scheeps
gelegenheid naar Java moesten worden ver
voerd, ook die serie postvluchten bracht bet
groote doel: de opening van een geregelden
luchtpostdienst tusschen Nederland en Indië
weer nader. Al waren politieke motieven of juis
ter gezegd Britsche naijver de oorzaak, dat de
voorgestelde serie van elf postvluchten ge
durende 1929 niet kon worden uitgevoerd, het
uitstel was toch geen afstel. Want nadat da
Britsche regeering eerst het moment liad afge
wacht. dat haar eigen Londen-Karachi lucht-
dlenst zich in het za lel had gewerkt, werd aan
de Hollanders toegestaan, aan het voorgenomen
plan van een maaudeüjkschen luchtdienst tus
schen Amsterdam en Batavia uitvoering te
geven
Zoo is dan heden het eerste toer: varti
den geregelden dienst vertrokken.
Moge deze er toe n edewerken dat de harte
lijke banden, welke er tnsschea Indië en hel)
Moederland bestaan, steeds ccLtver worden
aangehaald.