FEUILLETON
ODEN HARTEN
I
VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1929
TWEEDE BLAD
PAGINA 2
VERDACHTE TEUNISSEN WORDT
BITTER.
OPNIEUW DE KWESTIE VAN DEN
HAMER.
NOG EEN GEHEIM STUK.
EEN INCIDENT.
DE STAKING IN HET HOUTBEDRIJF
VOETBALPROGRAMMA VOOR
ZONDAG
OM DEN ZILVEREN BAL.
UITLOTINGEN
SCHIPPERSBEURS.
RIJNVAART.
NAGEKOMEN ZEETIJDINGEN.
Get.: De verklaringen van MJjnster, Bouw
meester énz.
Als Tennissen den officier dan in scherpe be
woordingen aanvalt, verzoekt de president hem,
zich te matigen.
Naar aanleiding van enkele vragen van verd.
Klunder aan den Officier merkt de president
op, dat hij het toch wel vreemd vindt, dat de
intrekking tijdens de instructie door vrouw
Kroon van haar bezwarende verklaringen in
het bijzijn van de verdachten verzwegen is.
HEFTIGE TJITYAL TEGEN DEN
OFFICIER VAN JUSTITIE
Verd. Klunder (tot mr. Kronenberg)„Ter
wijl u het gekeele geheime dossier kende, durf
de u levenslange gevangenisstraf tegen ons te
vragen!"
Pres.: „Vergeet niet, Klunder, dat iedereen
kau dwalen. Je wilt toch niet zeggen, dat de
officier te kwader trouw heeft gehandeld?"
Verd. Klunder: ,,'t Ging niet aan om kerels
in de kracht van hun leven op zulke gronden
levenslang naar de gevangenis te willen zen
den. Ik wil wel aannemen, dat mr. Kronen
berg te goeder trouw is geweest, maar ik kan
mij zijn houding niet begrijpen."
Pres.: (Tot mr. Kronenberg): „Vermeer
heeft altijd de onschuld der verdachten vol
gehouden, alleen sprak hij later over het afwe
zig geweest zijn van Klunder en Teunissen
van „geruimen tijd". Hebt u nooit gevraagd
of in dien zoogenaamden geruimen tijd de ver-
dmliten den moord hebben kunnen plegen?"
Get.: „Ik meen wel dat ik dat gevraagd heb,
ik geloof echter dat Vermeer zich toen met
de beantwoording op de vlakte heeft gehou
den".
Pres.: ,,'t Is heel jammer, dat er op dat be
grip „geruimen tijd" door niemand is inge
gaan. Ilc begrijp dat eerlijk gezegd niet goed!"
De volgende getuige is mr. J. Bentford van
Valkenburg, rechter in de arrondissements
rechtbank te Dordrecht.
In 1925 heeft mr. Bentford toentertijd als
reehter-commissaris, voor het eerst in de zaak
gewerkt Klunder, Teunissen en de beide
Kroons zaten toen gevangen. Get. had toen
reeds kennis genomen van de rapporten van
de Jong. Get. heeft goedgevonden dat de Jong
zou trachten, de verdachten tot een bekentenis
te brengen. Hij deed dit in het belang van het
onderzoek.
Pres.: „,De wijze, waarop de Jong verhoor
de. was u onbekend?"
Get: „Ja".
Pres.: „Daar zat nu juist het gevaar in, de
Jong kon gebruik maken van strikvragen. De
Jong heeft van die verhooren rapporten opge
maakt, hebben deze u nooit den Indruk gege
ven dat hij te ver ging?"
Get: „Neen, president."
Pres.: „Zou u op een dergelijke -manier ge
ïnstrueerd hebben?"
Get.: „Waarschijnlijk niet."
Pres.: „Dat zijn toch geen methodes. Het
verhoor van de Jong is, dat blijkt uit zijn rap
porten, suggestief geweest! U had bij het ver
hooren der verdachten een leidraad aan de
rapporten?"
Get.: „Dat is zoo."
Pres.: „En de Jong woonde de verhooren bij,
niet als veldwachter om de orde te bewaren,
maar hij bemoeide zich er mee!"
Dan komt de kwestie van den hamer ter
sprake.
Pres.: „Vindt u het niet vreemd, dat Klun
der en Teunissen, dien avond bij de Kroons
terugkomende, gezegd zouden hebben: We heb
ben den haltecbef van Giessen-Nieuwkerk met
een hamer vermoord en den hamer op de
plaats laten liggen! (vroolijkheid in de zaal).
Acht u het aannemelijk dat verdachten een
dergelijke verklaring afgelegd hebben? En toen
vroolijk het feestje hebben voortgezet?" (ge
lach
Get.: „Er moest toch een verklaring zijn.
Pres.: „Ja, en daarom hebben zij er bijge
zegd, dat zij den haltechef de hersens hebben
ingeslagen. Misschien hebben zij er ook zijn
leeftijd nog bij vermeld! (groote hilariteit).
n?.t. Bentford van Valkenburg zet dan ver-
c!.,- den gang van het onderzoek uiteen en
v.ertclt hoe vrouw Kroon in zijn eigen kabinet
haar oorspronkelijke belastende verklaring
weer hersteld heeft. Terecht of ten onrechte,
get., maar ik kreeg op een zeker oogen-
tjlik den indruk dat Vrouw Kroon de waar
heid sprak.
Pres.: Zat de Jong er toen ook bij (hilari
teit)
Get.: Dat geloof Ik wel.
Pres.: In die rapporten staat ook dat ,als
Teunissen driftig is, bij iemand is, die tot alles
in staat Is
Get.: Inderdaad.
Pres: En waarom gaan ze halverwege een
half uurtje fietsen, om in te breken in een
huis, waar misschien het minste tilt de heéle
buurt te balen is. En als ze dan den seinhuis
wachter bij den paal zien, worden ze opeens
driftig en slaan ze hem dood (Groote vroo
lijkheid)
Als de president de verdediging vraagt of
deze beeren den getuige nog iets te vragen
hebben, citeert Mr. Roobol Horatius „Nee ludis-
se pudet, sed non incidere ludum".
Ik hoop aldus Mr. Roobol, dat deze getuige
mij nog eens zal zeggen: Dat ik gespeeld heb,
berouwt mij niet, maar dat ik niet ben opge
houden met spelen, (n.l. met menschenlevens).
Pres.: Bewaar dat maar voor nw verdedi
ging (Gelach).
Vervolgens wordt als getuige gehoord dr.
B. Vos uit Hellendoorn, die mededeeling doet
over den agent Heintjes.
De volgende getuige is de heer Hoeksma,
adj.-directeur van de gevangenis te Dordrecht.
Get. legt omtrent Teunissen ongunstige ver
klaringen af. In een rapport aan den voorzit
ter van het College van Regenten heeft get.
hem o.m. een bruut en een beestmensch ge
noemd.
Pres.: Kunt u zich voorstellen, dat iemand,
die onschuldig gevangen zit, huiten zichzelf
geraakt
Get.: Jawel.
Pres.: Dan was uw rapport ook al een
geheim stuk wel wat lichtvaardig, nietwaar?
Get Hoeksma vertelt verder, dat Kroon hem
gezegd heeft: Herinnert u zich, dat u mij in
de kerk verboden heeft te hoesten, dat was
voor mijn vrouw om haar een teeken te geven,
dat zij haar verklaring moest intrekken. (Be
weging en vroolijkheid).
Teunissen verwijt dan in opgewonden be
woordingen den reehter-commissaris mr. Bent
ford van Valkenburg, dat hij toegelaten heeft,
dat hij en Klunder door leugens van anderen
in het ongeluk zijn gestort.
Pres.: En daarom hebt u in het Huls van
Bewaring getracht de zaak weer met list en
leugens aan het rollen te krijgen, teneinde al
het mogelijke te próbeeren om uw onschuld
aangetoond te krijgen.
Teunissen: Ja, we hebben goede leermees
ters gehad. (Beweging in de zaal).
Volgende getuige is J. M. F, de Jong, Rijks
rechercheur van politie. Sinds November 1924
heeft get. in opdracht van mr. Kronenberg in de
zaak Giessen-Nieuwkerk gewerkt. Hij kwam
al heel gauw op bet spoor van Klunder en Teu
nissen. Zoo heeft hij in Deventer zekeren van
Oosten in den arm genomen. Van zijn recher
ches maakte hij rapporten op, welke hij zond
aan mr. Kronenberg.
Pres.: Waarom maakte n geen processen-
verbaal op
Get.: Nu ja, een rapport of.
Pres.: Tusschen rapport en proces-verbaal
is een groot verschil.
Get. deelt mede, dat als gevolg van zijn rap
porten Klunder, Teunissen, de Kroons en later
Vermeer gearresteerd zijn geworden.
Pres.: En toen de rechtsingang verleend
was, hebt u uw bemoeiingen toch niet opge
geven, doch naast den reehter-commissaris ge
werkt. Vindt u dat niet vreemd voor 'n rijks
rechercheur?
Get. de Jong: 't Was opdracht.
Weer komt dan de kwestie van den hamer
ter sprake.
Pres.: Naar aanleiding van het feit, dat
vrouw Kroon op 8 Maart verklaard heeft, dat
de hamer van haar en haar man was en dat
Klunder en Teunissen van elven tot kwart
voor één weg waren geweest, hebt u zich tót
Kroon gewend, nietwaar?
Get.: Ja en toen heeft Kroon gezegd, schrijf
het maar op een briefje en als mijn vrouw
dat onderteekent, geloof ik het.
Pres.: U hebt toen dat briefje geschreven?
Get.: Jawel.
Pres.: Waarom hebt u bij de confrontatie
tusschen Klunder en Teunissen met de beide
Kroons tusschen de eerste heiden ingezeten;
was dat noodig?
Get.: Ja, want Kroon zei, dat hij doodsbang
was voor Teunissen (gelach).
Pres.: En hij die confrontatie is niet ter
sprake gekomen, dat zij haar bezwarende ver
klaringen tegenover mr. Kronenberg ingetrok
ken had?
Get.: Neen.
PreB.: En bij de conferentie heeft zij Klun
der en Teunissen weer beschuldigd?
Get.: Jawel.
„U HOORT MEER DAN WIJ!"
Op een gegeven oogenblik protesteert getuige
De Jong er tegen dat Teunissen binnensmonds
„vuile ploert" gezegd heeft.
Teunissen: „Och man, ik zei niets".
Pres.: (tot get.) „U hoort meer dan wij! (ge
lach).
Daarna bespreekt de president de omstandig
heden, waaronder Teunissen in 1925 weer ge
arresteerd is, daarbij opmerkend, dat het toch
een eigenaardige manier van onderzoek is, om
tegen den een te zeggen: als je maat nu bekend
heeft, en gezegd dat jij de moordenaar bent, wat
zeg jij dan?
Get. ontkent dit.
Teunissen: Hij heeft bet me uit een schrift
voorgelezen: Ik Cliristiaan Klunder, verklaar,
dat Teunissen den moord begaan heeft! (bewe
ging).
Pres.: Is het waar, dat u de Kroons met een
vervolging wegens abortus gedreigd hebt?
Get.: Ja.
Pres.: Waarvoor was dat noodig?
Get. haalt zijn schouders op.
Als getuige dan vertelt, hoe volgens de ver
klaring van Kroon de hamer gemaakt is, merkt
de president op: „Maar ieder, die hersens heeft,
kan zien, dat het zoo niet gebeurd kan zijn.
Get.: „Maar wie zegt me, president, dat de
hamer dien u me vertoont, de zelfde is? (Ge
lach en protesten in de zaal).
De president verwijt get. dan, dat hij Kroon
op schrift heeft gegeven hetgeen deze voor het
Gerechtshof te Den Haag verklaren moest.
Ook de advocaat-generaal laakt deze handel
wijze in zeer scherpe bewoordingen.
Pres.: U bent ook bij de arrestatie van Ver
meer geweest, nietwaar
Getuige: Jawel.
Pres.: En wat heeft U toen over den hamer
gezegd. U had dien toch in een actetasch
hij u?
Get.: Ik heb Vermeer gevraagd, of hij den
hamer kende, waar Kroon geregeld ijs mee
klopte. Vermeer antwoordde hierop bevesti
gend.
Pres.: En u hebt Vermeer den hamer toen
niet laten zien?
Get.: Neen, dat is heel jammer geweest.
Pres.: En u hebt Vermeer, niettegenstaande
dat de verdachten voor den rechtercommissaris
gevangen zaten, zonder pressie en naar beste
weten gehoord
Get.: Eat heb Ik gedaan.
Sprekend over de kwestie van de fietslan
taarns vraagt de president of getuige aan
Kroon den raad heeft gegeven om het roode
en groene glaasje uit zijn lantaarn te ver
wijderen, omdat Heintjes alleen van witte
glaasjes gesproken had. (Klunder zou n.l. een
lantaarn van Kroon geleend hebben voor den
tocht naar Giessen-Nieuwkerk).
Gert.: Er staat zooveel la de kranten
Mr. Roobol: Neen, 't staat in de stukken!
Get.: Ja, de beeren zeiden een half jaar
geleden al dat zij den waren dader hadden
Mr. den Hollander: Nu ziet u het, meneer de
president, we weten het pas sinds twee maan
den (beweging).
Te ruim half zes deelt de president, nadat
het Hof eenige oogenblikken in raadkamer ie
geweest, mede, dat het Hof het niet gewenscht
acht om nog de Kroongetuigen te hooren,
waarna de zitting geschorst wordt tot heden
ochtend.
OPNIEUW GECONFEREERD
Nog steeds moeilijkheden
Gisterenmiddag had van half 2 tot half 6
tusschen de betrokken partijen in het hout
conflict een conferentie plaats uitsluitend over
de liquidatie der staking. Het bleék, dat er nog
steeds moeilijkheden blijven bestaan om de
liquidatie van het conflict tot een oplossing
te brengen. De werkgevers zullen a.s. Zater
dag in eigen kring opnieuw besprekingen voe
ren. Daarna zal om vier uur een gemeenschap
pelijke vergadering met de werknemers in de
Industrieele Club te Amsterdam plaats vinden.
Dit zal waarschijnlijk de laatste bespreking
zijn. Perspectieven omtrent den afloop der be
sprekingen kunnen niet worden geopend.
Afdeeling I
le klasse: Ajax,D. F. C.; A. D. O.—Hil
versum; SpartaExcelsiorH. B. S.Haar
lem; R. C. Br-V. ,S. V.
Afdeeling H
le klasse: Stormvogels—H. V. V.; Z. F. C.
V. U. C.; 't GooiBlauw Wit.
2e klasse A: OvermaasQuick; D. H. C.
S. V. W.; S. V. V.—R. F. C.; B. M. T.—Her-
wede; V I. O. S.—S. V. V.
2e klasse B: U. V. V.—Y. O. C.; O. D. S.
Steeds Hooger; FortunaNeptunus; Gouda
Xerxes; Uniitas—V. D. L.
3e klasse A: LaakkwartierU. Y. S.; Hilli-
nenRijswijk; L. F. C.Alpihia.
3e klasse B: D. C. L.O. N. A.; Schoonho
venOlympia; TransvaliaSteeds Volharden;
U. D. I.de Musschen.
Se klasse C: Delftde HollandiaanHoek
van Holland D. V. C,; D. H. S.—Y. F. C.;
SeheveningenConcordia; Naaldwijk—B. E. C.
3e klasse D: EmmaThe Rising Hope; L.
S. V.Coal; LeonidasVriendenschaar; het
NoordenU. S. C.
Afdeeling III
le klasse; Robur et Ve-loeitasEnschedé;
Wagemingen—Tubantia; P. E. C.Go Ahead;
VitesseZ. A. C.; HeraclesA. G. O. V. V.
Afdeeling IV
le klasse: ,N. O. A. D.Roermond; Eindho
ven—L. O. N. G. A.; N. A. C.—Willem II; B.
V. V.—M. V V
Afdeeling V
le klasse: FrieslandW V. V.; FrisiaG.
V. A. V.; Be QuickLeeuwarden; Velocitas
Veendam; AchillesAlcides.
R. V. B.
le klasse A: FlorissantR. D. M.; A. V. S.
D. L. V. S.; Hermandad—H. O. V; O W. C.
D. H. Z.; V. N D—Bloemhof Blijdorp.
le klasse B: SatumusZwart Wit; Ger
minalH. I. O. N.; OlivioCrooswijk; F. S
V.De Transvaliaan; H. G. S.O. D. I.
Vragen van den heer Lamey.
Naar de Sportkroniek meldt heeft de heer
Lamey aan het bestuur van den N.V.B. vragen
gesteld betreffende de fjLnaneieele regeling der
wedstrijden om éten Zilveren Voetbal, in ver
band nJ. met het feit, dat het batig saldo dier
wedstrijden niet zooals de heer Lamey en
anderen meenden wordt besteed aan liefdadig
heid, maar gestort wordt in de kas van Sparta.
DE GEFINGEERDE BEHOOVING TE
DEVENTER.
Behandeling voor het Gerechtshof
BRANDSTICHTING?
Gisteren werd voor het Gerechtshof te Ara-
hem voortgezet de behandeling van den gefia-
g-eerden roofoverval te Deventer. Tegen den
jongeman S„ die zich aan een boom had laten
vastbinden werd zes maanden gevangenisstraf
geëischt en tegen den medeplichtige S., die hem
had vastgebonden, en er met het geld 15.000)
vandoor was gegaan, twee jaar en zes maanden
gevangenisstraf.
De bewoners in hechtenis genomen
Gisternacht ontstond brand in een peroeél
aan het Donkere Bagijnhof te Haarlem. De
brandweer was het vuur weldra meester. D«
politie vond aanleiding den bewoner A. K. in
hechtenis te nemen op vermoeden van brand
stichting. Verscheidene meubelen bleken n.l.
gedrenkt te zijn in benzine.
ERNSTIGE VAL
Op de staalwerken „de Maas" te Maastricht
is hij het plaatsen van ijzeren binten de mon
teur K. J. uit Westfalen van een hoogte van
8 M. omlaag gestort. Met ernstige inwendige
kneuzingen werd hij naar het hospitaal ver
voerd.
DOOR KOKOND WATER VERBRAND
Het 2%-jarig dochtertje van G. v. d. Struik
te Steenwijk heeft een teil kokend water ovrr
zich heen gekregen en is aan de smartelijke
gevolgen overleden.
ZONNESTEEK.
Te Dongen is de arbeider O. in een fabriek
door een zonnesteek getroffen. Men vond beB1
bewusteloos in de machinekamer.
INBRAAK.
Te Son is ingebroken bij den caféhouder
d. Heuvel in de Kanaalstraat. Een bedrag va®
300 is ontvreemd.
VERWOESTE GEBIEDEN 3 PCT. 1922-
Trekking van KLSeptember 1929.
No. 1 :s. 70920 is betaalbaar met frs. 500.900, d®
nos. 15 en 17 dezer serie elk met frs. 190.008,
overige nos. dezer serie evenals die van
59469 en serie 165646 zijn betaalbaar met frs.
ROTTERDAM, 13 September.
Vlet- en llchterwerk: In deze afdeeling B3®'
zeer weinig om.
Vaarwerk: weinig aanbod, prijzen stationna»*
11 ton zw. g. n. Antwerpen 145; 90 ton
g. n. Antwerpen 90.
ROTTERDAM, 13 September.
B o v e n- R (j n.
Waterstand vallend. Er was matige vraa&
Ruimte meer voorhanden. Stemming onvers®"
derd.
Voor ruwe producten betaalde men
daghuU1
4 ct. per ton, aflevering Ruhrhavens.
B e n e d e n-R t) n.
Waterstand vallend. Er was matige vraat?'
Ruimte was voor Ruhrhavens meer voorhanden
voor Rhein-Herne Kanaal schaarsch. Stem®'1®
onveranderd, voor het Kanaal zeer vast
Ertsvraciiten met yt lost(jd (4 dagen) ca. I-**'
met losttjd (8 dagen) 150 ct. per last
Sleeploon volgens het 3035 cte. tarief.
Ertsvracht naar Grimberg max. f 1.60 en f
per last met en lostijd.
RUHRORT, 13 September.
VRACHTEN. Exportkoien naar RolterJa®*
2.Mk. per ton inclusief sieepen.
BINNENLANDSCHE HAVENS.
NIEUWE WATERWEG aangekomen
13 September namiddag
8.05 TJMLAZI, Mldöleebro n. Bernis:
vertrokken
13 September namiddag
2.50 KARLSRUHE, Hamburg: BRISK, Dram
men; WESTFALIA, Kopenhagen.
STOOMVAARTLIJNEN.
ROZENBURG 11 v. Ylaardingen te Shields.
STAD DORDRECHT 13 v. B.-Ayres te Antv^
STAD ZALTBOMMEL, Barry n. Lissabon
(2.29 v.m.) 25 mijl -N. v. Land's End.
MAASBURG 13 v. Narvik te VHardingen.
FLENSBURG 12 v. Savona via Wabana n.
STAD VLAARDINGEN 12 v. Narvik n.
ney C.B.
STAD HAAJRLEM 12 v. Lulea n. Rotter^a-TO»
SCHOUWEN, Macassar zl Rott. 13 te
MADIOEN 14 (12.10 v.m.) v. Hbg te Rott
BUITEN-LANDSCHE .HAVENS.
NE A-PEL 8 v. .Hamburg te Gfsnita.
UNITED STATES 12 v. Kopenb. n. N.-Yov&
NORDSEE 11 v. Hbg te Marseille, voor TRiaatk^
ALTAI MARU, 15 -v. Rotterdam te Hamburg
STRASSBURG, 12 v. Rotterdam te Hamburg*
KIRUNA, Rott ja. Lulea p. 12 Holtenau.
ESTRÏD, Rott. n. Kopenh. p. 12 Holtenau.
ANDROS, 12 v. Rotterdam te HamtMirg.
SEBARA, 12 v. Hamburg Rosario.
DIRKSLAND, 13 v. Sunderland te Hamburg»
GELDERLAND, 12 v. Tyne n. Hamburg.
NOORD-HOLLAND, 12 v. Goole n. Harl:ug©U*
SCHIELAND, 12 v. Hamburg n. Blyth.
SCHOKLAND, 12 "v. Rotterdam op Tyne.
ST. ANN ALAND, 13 v. Ron aan op Tyne.
ST. JANSLAND, 13 v. Sluiskil op Tyne.
TE ROTTERDAM VERWACHTE SCHEPS^'
TUNGSHA, 11 v. Oslo.
EMBLA, 10 v. Husum via Sundsvall.
MARPESSA, 9 v. Tampico (of n. Amsterdam)»
HARELDA, v. S out hp ton vertr. 13 (5 n.ffl*)
Antwerpen.
HOOGLAND, 12 v. Tyne.
P. L. M. 17, v. Caronte p. 11 Finisterre.
ROMAN VAN I. EDHOR
L'it hst Duitsch vertaald door
J. M. v. H.
51
Vaar gaat ti dan naar toe, tante Ruth?
hield Edwakl vol.
Xiiar de Herthavallei.
Dat is niet zoo ver, tante; laat me mee
gaan, als 't u blief-t.
Je blijft hier! gebood de assessor streng.
Neem, ik blijf niet hier ik hen niet
bang voor u! riep de kleine driftkop kwaad.
Niet wetend, wat zij doen moest, keek Ruth
den knaap aan. die zich nan haar japon had
vastgeklampt.
Kijk, Ewoid, daar komt tante Anna; die
zal je naar dat witte hertje brengen, dat uit
je hand eet.
Waar.... waar is dat? vroeg de kleine
belangstellend.
Anna Dolling, die een glas schuimende meik
in de hand had, kwam lachend naderbij.
Kom, kleine man, lk ga nu naar onze
mooie, witte Grete; die is even groot als jij
bent en die kan over stokken en steenem sprin
gen, wil je met dat lieve diertje niet wat gaan
spelen?
En werkelijk, de Jongen liet zich ertoe over
halen.
Moet Je niet eerst Je melk opdrinken?
riep Anna de vlug voortsnellende Ruth toe.
Later lk ben gajOTC Jerug.
Wilt u den kleinen jongen niet een uurtje
bij u houden, juffrouw Anna, mijn zuster zal
wel gauw komen, vroeg Hellda, verstrooid
naar buiten kijkend.
Heel graag, mijnheer Hellda; Eva zal
wel op hem passen, tot mevrouw de barones
terugkomt.
Ik dank u voor uw bereidwilligheid. Als
u wilt, geef hem dan wat te drinken, want hij
schijnt dorst te hebben.
Hellda ging weg.
Eva, wil je dien kleinen baa3 ons hertje
eens latem zien? vroeg Anna aan haaT zuster,
die ln de deuropening verscheen -en er opge
wonden uitzag.
Heb je dat gezien en gehoord?
Wat dan? vroeg Anna verwonderd.
Hellda heeft zijn woord teruggenomen
en zijn verloving met Ruth verbroken.
Hoe is 't mogelijk! Anna sloeg van ver
bazing haar handen in elkaar. Nou ja, dat
is het ergste nog niet. Dien semtimenteelen
assessor zal ze niet erg missen. Maar ik moet
gaan zorgen voor bet avondeten; houd jij in
dien tusschentijd dat ventje een beetje bezig.
Het bert ik wil bet hert zien, zei
Ewald, terwijl bij Eva treurig aankeek.
Aan dat zoo vriendelijk verzoek kon men
niet weerstaan en Eva gaf Ewald een hand om
aan zijn verzoek te gaan voldoen.
De eerste schaduwen van den avond daalden
over het bosdh, toen Eva met den Jongen, die
zich moe gespeeld had met het hertje, in den
tuin terugkwam.
Ik krijg Grete van u, niet waar tante
Eva? vroeg hij vertrouwelijk en haast zeker
van een toestemmend antwoord, terwijl hij
zijn gloeiende gezicht tegen haar hand drukte.
Dat lieve beest kan bij jullie niet leven,
die heeft boschlucfht noodig, antwoordde Eva
pan J>Jjj£ lk hier! was Ewald vlug be
sloten.
Ja, maan-, kleine man, dat gaat niet.
Ja, maar, ik wil bij u blijven, want ik
houd van u en later krijg ik Grete van u,
niet waar! vleide hij.
Eerst zullen we eens een boterham eten,
heb je geen honger?
Neen, maar ik heb dorst, ergen dorst,
mag ik de melk opdrinken, die da ai- staat?
De jongen had bet glas met melk reeds in
de hand.
Dat is eigenlijk van Ruth, maar Anna
heeft nog meer; drink maar niet te vlug, want
je bant zoo warm, waarschuwde Eva.
De melk is baast lauw, ma® ik er niet
meer van drinken?
Eva proefde van de melk en het deed haar
goed; daarom nam zij nog een f linken slok.
Dat smaakt heerlijk; drink het maar op,
zei ze tegen Ewald.
De jongen dronk liet glas tot den laatsten
druppel leeg en zette bet toen weer op de
tafel.
Ruth bad Spoedig de nimfenbron bereikt.
Wankelend leunde zij tegen de opnieuw ge
metselde borstwering en staarde wezenloos in
het donkere water. In haar hoofd brandde het
koortsachtig; door haar hersens en door haar
hart trilde en nameloos wee en toch iets als
zachte.... zachte vreugde. De droom was uit,
maar zij had hot ontgoocheleude ontwaken
vooruit aan zien komen. lederen dag had zij
kunnen waarnemen, dat Hellda steeds koeler
voor haar was geworden. En nu? .Nu was zij
ook vrij!
Ik moet weg! Ik kan hem niet terug
zien! fluisterde zij, terwijl zij handenwringend
bij de nimfenbron stond. Met een lichten kreet
trad zij plotseling terug. Hoog en statig, met
lichtende oogen en lachende lippen stond Alden-
hofen plotseling naast haar.
Ik iaat je niet weg gaan, zei hij teeder,
terwijl hij haar hand greep. Ik ben je gevolgd
Ruth, want ik wist vooruit, dat je op deze
plaats rust en vrede zou komen zoeken. Je
hebt wel het recht te eisctoen op dit oogen
blik alleen te worden gelaten, maar ik vraag
je, doe het niet, want ik zou je bede om weg
te gaan, niet kunnen inwilligen. Verbied mij
ook niet te spreken, want ik kan niet zwijgen,
al zou op spreken de doodstraf staan.
Nu niet, om Gods wit, nu niet; ik kan
nu niet naar u luisteren, riep Ruth angstig,
dat zij haar gevoelens zou verraden.
Kijk mij een oogenblik aan, ik vraag er
om, zei hij met van ontroering bevende stem.
Heb modelijden met mij en laat mij gaan,
fluisterde zij nauwelijks verstaanbaar.
Zou ik dan ook durven vragen, medelijden
met mij te hebben antwoordde hij.
Medelijden?
Zij hief haar hoofd op en keek hem schuchter
aan. Hebt u medelijden noodig?
Misschien wel, maar wilt u naar mij
luisteren.
Rutih knikte.
Het is een oude, half-vergeten geschie- 1
denis, die ik u vertellen ga; heb geduid en
hoor aan ten einde toe.
De opperhoutvester trok hot nauwelijks
tegenstrevende meisje naar den steenen muur
en leunde er zelf met gekruiste armen tegen
aan.
Denk aan niets anders, smeekte hij; ik
verlang, dat je onschuldige oogen op mijn
stormachtige jeugd gevestigd zullen zijn,
waardoor die voer goed zal vergeten worden.
Ik was vier-en-twintig jaar oud, toen ik bij
gelegenheid van een feestje een meisje ont
moette, wier schoonheid diepen indruk op mij
maakte. Enkele dagen later was zij mijn ver
loofde. Ik hield ontzettend veel van (haar ea
ik dacht, dat zij datzelfde gevoel voor mij
koesterde. Een jaar lang wist zij het gehel®
onzer harten voor de oogen der wereld te
bergen en ze slaagde er in ook mij over
halen, dat ik zweeg, want zij bezat eau
overwicht over mij. Aan mijn ouders had
natuurlijk alles verteld. Haar moeder daar®0
tegen was gestorven, zonder dat zij er ba®1
een woord over gesproken had. Het Touwia®-'
dat op den dood van haar moeder
maakte natuurlijk de bekendmaking van
on*°
verloving voorloopig onmogelijk. Nadat die ftö®
verstreken was, drong ik ap open baar mak i®»
aan en oogenschijnlijk stemde zij toe. Eu
volgenden dag stond er een advertentie in
couranten, die de verloving bekend ®a®h
van haar, die ik de mijne daciht te moge® c°
men, met een man, zeer rijk en met een a'
lijken naam. Ik zal niet próbeeren te bescb
ven, hoe een soort krankzinnigheid zich v
mij meester maakte. Die tijden zijn voor
voorbij! Maar mijn hart kon ik niet het
opleggen, dat kon de herinneringen niet v
geten, noch de leugenachtige woorden
liefde en trouw, door dien mooien vrouwen®0
gesproken. Onbekwaam tot alle wer aaL'j
heden, die mijn positie als advoeaat vr.n
vroeg, zocht lk het bcsch op, ons tr0°
dieP®,
stille bosch met dien geheimzdnnigem.
rui*
vrede, zijn groene betoovering, zijn zachte,
schen en fluisterende stemmen en dat b
wrochto het wonder! Het maakte van ndj>
ik nu bem. De vrouw, die eens alles voor
geweest was, heb lk heelemaal leeren v<?r°
do nimfenbron heeft haar portret Vl-r7'
gen. Juffrouw Ruth, toen hebt u het aa"
gegeven en ik heb er geen spijt van get®*
Mag ik verder gaan? i
(Wordt vervals0"