EEN BUITENGEWONE „CARMEN" GRATIS VERZEKERD ALASTRIM OF POKKEN OP TIJD! MAANDAG 30 SEPTEMBER 1929 DERDE BLAD EEN VOLLEDIG STIERENGEVECHT ALS ENTRE-ACTE. DGNDER EN BLIKSEM TIJDENS DE SMOKKELAARSSCENE! PAGINA 4 DE NEDERLANDSCHE BEVOLKING IN EEN DUBBEL GEVAARLIJKEN TOESTAND. GIJ ZIJT DAN EERST BEWAART UW KWI TANTIEN pillllllillü I I: I'iil'llllüicitllllliaillüllllüllillllllllillllll IN DE ARENA VAN BAYONNE (Tan ecu hijzonderen verslaggever.) L o u r d e s, Septe 1929. De tram te Lourdes kwam niet tegen de helling qp Dat verwonderde me minder, dan het me hinderde. Kalm blijven i Als do tram er tien R; «Met. moet de or-.W-> ai erg AMï::ïS Franschen. Schreeuwers, vloekers, die vooral uit hun poilu-uniformen den moed voor hun vervelende, luidruchtige brooddronkenheid schijnen te putten. Eindelijk gaat het oranje doek vaneen: algemeen gejuich Een marktplein met fontein, op den achter grond de bergen, waarvan de paars-witte top pen in het heldere blauw van den hemel prik ten. Halverwege de glooiing een paar aan- gevlijde huizen. Daarbovenuit een torenspits van een kerkje, dat zich dieper in het dal laat vermoeden. Het geheel geeft een idee van ruimte, vroo- lijkheid, vrijheid. Het bloed begint te tintelen als de zwierige vloed sigarettenmaaksters het uime tooneel betreedt. Spoedig vergeten we alles Daar staat, beweegt, schuifelt, wiegt en lonkt ze; daar zingt en schatert, spot en dreigt ze: on-franseh zijn, als hij ,st aan dit euvel aanpast. Hij deed het Twee-en-een-half uur later stapte ilc uit de hoogst comfortabele eleetrisehe, die me langs de paarse schoonheid van het hei-bestrooide Pyreneeëu-dal had getrokken. Bayonne, het doei van dezen middag, lag te stoven.in een meridionale hitte. Niet de kathedraal, noch de jvallen, waren ditmaal ons doel. Het gelukt me een plaats te krijgen op het aehterbaleon van de tram, waar niets anders wordt gehoord dan: Arènes 1 Arènes Ook ik stem me» in deze community singing- Arènes Arènes De wielen krassen het in alle valsene hoogten, die men uit een c-snaar kan strijken; «le beugels schuiven de woorden langs 'de draden: Arènes Arènes Pi ofiteerend van t verblijf van Ninon Valiu in Bidart-Cuétary, waar zij in haar bekoorlijke villa Louisiana enkele weken rust kwam zoeken, had de directie van de arènes te Bayonne kans senten deze diva te engageer en voor een Carmen-vertolking. René Lapelleterie zou den Don José zingen. Dat alleen was al voldoende voor me ou, naar Bayonne te trekken. Wie Nirion Vallin hoorde, weet een der begaafdste, natuurlijkste zangeressen onzer huidige muziekwereld te ontmoeten. Lapelleterie is in Nederland niet minder bekend. Ditmaal was er een bijzondere stimulans. Niet. de concertzangeres van aria's en liede ren, niet de tenor van oratoria, maar twee raskinderen van Fransehen bodem, zou ik te zien en te hooren krijgen, daar, waar ze zich het meest in hun element voelen: de opera. Daarbij een opera van Bizet, gegeven in het unieke kader van een Zuid-Fransclie stad, en afgewisseld, onderbroken, aangevuld, versterkt zoo ge wilt, door eeu stierengevecht Het werd een feest De arènes Tegen drieën vloeide de arena nagenoeg vol Vooral de duurste on laagste rangen zijn bezet.' Toe!t er blijkbaar niets voor onder de overkapping te gaan zittèn, waar het bij deze 'te ook wel niet om uit lo houden zal zijn. Het kinderlijke baskische volk amuseert zich uitstekend. Zij hebben geen gemeenschapszang noodig. Iedere oogopslag is een romance of een drama. Het de kleinste accidenten hebben ze de hoogste pret. Een hoed wordt tien minuten lang van links naar rechts, van boven naar beneden gesmeten. Een vinnige knaap, w ien de eerzucht om eenmaal ook zoo'n beroem- i.e toreador te mogen worden, uit de oogen blinkt, maakt hevige ruzie met zijn buurman. Algemeene deelneming aan het zoekend be wegen van vuisten en voeten, het kletsend raken op de bruine snuiten, het welluidend Bedreig, het nog welluidender gescheld. De Vechtersbaas wordt onder hevig gejoel van de 1 10 galerij verwijderd, en duikt even latei- onder buiieugewonen bijval derzelven uit een gat eigens in den grond weer op. Een paar U,one" haar gemarineerde charme in in w 1]delhei<'. door zich op de gradins n Let zonnetje te koesteren. De mannen en jongens beginnen haar baar sympathie te din gen in een Fransch, dat ik op school nooit eeide en ook met bij madame de SévignS aantrof. Schaterende vroolijkheid aan beide kanten 1 Verkoopers leuren met zakjes amandelen chocola, verfrisschende dranken, of gooien hun - ktachtig: Le programme officieI met een quint-verhooging naar het laatste el, de lucht >n, die trut. Soms sturen ze hun waar aan een uraad of touwtje naar boven, - maar eerst moeten de duiten in hun berretes zijn geval len: broer! noem me broer, maar betaal me vooruit quand mêtne 1 Half vier. Het publiek begint z'n bekende teeken van ongeduld ie geven: liet geritmeerde hand geklap: een kwart gevolgd door een kwart Wual'"a weer 'wee kwarten. In hun P testen zijn deze mensehen keurig eens- ï-<?Zl 11(1. Eindelijk schijnt de muziek begonnen te zijn. Ze tornt zwak over de kom der keurig ge harkte arena, uit de orkestbak, die voor de zon door zeildoek is beschut. Plet ssstt helpt niets. «telt*1 iT Zlt eeu troep clairón-blazers, die jTJ entrée (Ies 'orréadors moeten eden. Het is het soort eeuwig hinderlijke Carmen Carmen de tzigane .de avonturierster met de wreedheid van eeii panter, zwervend van het eene onbevredigende avontuur naar h°t andere, dat weer lacht. Huppelend óver de ravijnen van het leven, als gold het een dans, met de zorgloosheid van een kind, het donkere gevaar, besef van de vrouw, die den dolkstoot wachtende is. lachend ontwijkt, maar ver- waclit Iliei ging de volledige schoonheid van Bizet's meesterwerk voor ons open. Wat matte ver tooningen in een kouden schouwburg, over dreven vertolkingen van een Carmen-haethere met passioneel-erotisehen inslag in Brussel, me nooit hadden vermogen te geven, bloeide ner als een tuin van onvergetelijke schoon heid voor me open. Carmen Ninon Vallin Dat is een twee-eenheid Ninon Vallin heeft de juiste psyche dezer zigeuner-gestalte haast onverbeterlijk weten te benaderen. Moeder natuur zelf gaf haar zoo- a cel mee. een lichaam, soepel als een vers van Baudelaire, bekroond met blauwzwart haar. Ze glijdt over het klavier van alle emoties van het vrouwelijke hart: felle haat, tegemoet komende vriendelijkheid, uitgelaten zorgeloos heid, warm begeeren of smeekènd verlangen Ninon Vallin's stem heeft de laatste jaren-die uitzonderlijke perfeetie bereikt, weike het pro duct wordt van een kostbaar natuurlijk ge luid, langdurig gecultiveerd en door een tot volle leveas-rijpheld gekomen psyche verdiept. Het zijn de jaren, dat een kunstenaar de grootste hoogte heeft bereikt, die hij of zij ra korter of langer tijd noodzakelijk zal moeten verlaten. Tot deze hoogte is Ninon Vallin op het oogenblik gekomen. In al haar registers be schikt ze over een afgeronden, vollen toon die zuiver en stralend als het Hooglied opschiet. De adembeheersöhing heeft ze ook onder het veeleischende acteeren volkomen in haar macht, zoodat ze al de modulaties waarover liaar rijk orgaan beschikt, in volle schoonheid kan etaleeren. Dit woord is ongelukkig ge kozen In tegenstelling met de evoluties van een vermaard stem-acrobaat, is er bij haai- van etaleeren geen sprake. Alles vloeit even onge- ivete^f0? UU imr keeL Alleen de ingewijden eischt' Vang dat ongedwongene ver- Dat is iiet kostelijke geheim van Ninon Val iu. Dat kwamen we weer ontdekken. Maar toen onze ooren en oogen niet aflieten te be- de smette!ooze tweemaal gebisseerde ei tolking van het Credo d^r tziganen: L amour est enfant de bohème qui n'a jamais, jamais connu de loi! beseften we, dai hier een andere zangeres zong, dan de artiste, die in Dijon op een rï~en- achtigen Zaterdagmiddag in October wat lie- dei en had ten beste gegeven! rAIs.,een sProokje gleed de ontmoeting van -Micaela en Don José, voorbij. Voor de drie overige acten had Louis Ber- tliaud zich bepaald tot het bergdal, dat met groenbemoste blokken afdaalde naar de plan ken. Een muur met poort sloot het binnenplein van de taveerne van Lillas Pastias af. De couleur locale werd vooral goed getrof fen in de fleurige herbergscène met M.lle Ma- ntze's dans op de tafel, waarrond de mannen bewonderend over hun stoelleuningen hangen. wat nog aan. scenarische mogelijkheden mocht ontbreken kwamen de elementen aan vullen De zon dook weg, loodgrauw verborg de lucht de sneeuwtoppen, dikke droppels tok kelen op de planken. Een sauve qui peut naar de tribunes, gejoel en gefluit, met als contrapuntiek: sssttt, mais alois! sssttt! Onder gehuil en geklap gaat het scherm dicht. Een mijnheer in colbert aie! quel pince- ment bizarre! kondigt het stierengevecht aan om tijd te winnen. De poorten gaan open. Koristen en artisten ei mengen zich onder.de toeschouwers. tegc-ijk. De Corrida Na de tekende plichtplegingen voor de offi- c ïeele tribune, laat men eindelijk den stier in de arena: vreemd staan zijn oogen naar het licht, dat hem twee dagen werd ontnomen, evenals zijn voedsel. Spoedig komt de kop dreigend op de roode lappen der in zilver ge stoken banderilleros af; handig spel van .oinpe woede tegen listige behendigheid. Na deze introducties verschijnen twee picadors vervaarlijke kerels, met ruwe snuiten, geheel in grijs, een platte hoed met halsband op het hoofd. Ze zitten stevig op de paarden, die een dikke buikbekleeding dragen. De dieren zijn aan een oog geblinddoekt en aarzelen den stier te naderen. Plotseling het samentreffen: <le horens wroeten tegen de buikbekleeding. De woede van den stier trotseert de ingeplante speer, paard en ruiter vliegen in' het zand. De ander krijgt zijn beurt, weet zich te handhaven. Over het donkerbruine vel komt een Bordeaux- roode vlak. Vanuit de hoogte is het ontdaan van de realiteit, waarvoor ik huiver. Weer een samentreffen, opnieuw een lans in den nek: vrouwen gillen, de stier snuift, mannen jui chen, ik zou m n oogen sluiten als het niet spannend was. Op een signaal verdwijnen de ruiters om plaats te maken voor de picadors te voet, die met groen papier beplakte korte speren met groote behendigheid en durf op den nek planten, waar ze in V-vorm blijvc-n zitten. Als een slechts een speer weet te plaatsen verlaat hij onder luid gejoel de arena. Eindelijk het hoogtepunt! De torreador tsodo Todo, Alealareno II, die den stier, af kom stig uit de beroemde Canaderia van Don 1- mi-es uit Sevilla, zal travailleeren, banderil- leeren en estiqueeren. Een summum van koelbloedigheid treedt de tot fatalisme opgevoerde razernij tegemoet Het getergde dier blijft staanniets. Ja" daar komt het. De kop komt over den grond, de stier snuift zich dronken aan het eigen gestorte Woed, rust. Huilende teleurgestelde menschen! De piquadors „porren" hun slacht offer wat. op. Met nijdige hoofdstootén en korte rennen tracht hij hun doeken te vernielen. Zoo komt hij eindelijk voor de vuurroode lap van den torreador. De lenige degen wordt er onder verborgen, en een handige manoeuvre doet den vervaarlijken stierenkop onder den horizontaal liggenden doek schieten. Bravo!!! Herhaling. Weer 'n inzinking. Als de kleiiie man in z'n rood bruine broek met veel goud een kwartier lang met het beest heeft ge speeld, de regen heeft inmiddels opgehou den besluit hij er een eind aan te maken. Hij dwingt zijn tegenstander tot voo.r de offi- cieele tribune, 'n Lange Engelsche dame rekt haar zwanenhals bijna tot aan de punt van zn degen. Je hoon haar zeggen how awfully- pretty. "Weer duikt de stierenkop naar den grond! Doodsche stilte. Niets beweegt. Daar komen de eerste symptomen van die gestolde wanhoop. De voorpooten krabben stof wolkjes uit dën grond! Als de torreador een onderdeel van een seconde zijn allerhevigste concentratie zou verliezen, is hij verloren. Weer stofwolkjes, die door de uitgestoomde iucht dor neusgaten van richting veranderen. Dan a la fin de J'envoie je touche! V el drie, vier decimeter is de degen lood recht in den nek van het dier geschoten. Een korte vastberaden beweging is hot geweest! En n goede! De stier beweegt niet meer van zijn plaats. Reageert onmachtig op enkele prik ken. Bloedend wordt de degen uit de bruine huid getrokken: een roze schemering aan 'n zilveren zonnestraal die in het water duikt, t Is gedaan. De voorpooten buigen zich, bet zware lichaam wankelt: il va mourir! ii mort! Een paar mannen komen de arena in. Een hunner nadert omzichtig van achter den moe- gesarden verdediger van een paar minuten leven, en steekt hem herhaaldelijk een korten dolk in den nek. Overal vlamt de verontwaar diging op; Splaud! Salaud! Ah, voiltt les houchers! Saulaud! Die afslaehterij is het minderwaardige werk van de slachters! Ze halen touwen, een twee span paarden sleept het dier als een bruine slappe massa, met donkerroode dessins over het zand. Een misvormde ovaal vormt het spoor, waarlangs de forsche stier als meewa rig trofee van een minzaam huigend torreador werd weggesleept! De elementen spelen mee j wenden noodlot, en boven; draagt de getottrrnen- toerde hemel het verder: La morrrrt! In deze mineurstemming stond de eenzaam heid van Micaëla's smalle figuurtje wat stil contrast haar liebte blauw bij al dat flonker en dat grauw en reine liefde, verlatener dan ooit te klagen. Maar Carmen versehijt weer, en zingt uitda gend haar Torreador! Muzikaal heeft Bizet voor mij ik ben op technisch gebied eeji leek de grootste diente bereikt in do vierde acte. Na de alles trotsee- rende uitbundigheid der torreadors, het drama der liefde tusschen twee menschen, die als twee polen elkander aantrekken en afstooton Carmen, de stralende, zegevierende weer naar nieuwe glorie verlangende minnares, in ui-da gend vonkende feestdracht, met 't schaterende geel van haar wijd plooienden rok, de coquette schittering der mantilla. Don José, de ontgoochelde, die het verlorene wil terug winnen, liet omhulsel wil grijpen, waarin tevergeefs de vlam van Micaëla's liefde heeft gezocht en ten slotte met geweld het voor werp van zijn krankzinnig begeeren aan zijn medeminnaar ontrukt. Bizet's muziek heeft de ze dramatische handeling volgens mij meester lijk weten te verbeelden. Liefde, smeeking, af wijzen, spot, woede, waanzin: de ladder waar langs Don José naar zijn ondergang rent. De regie had de uitvoering van alle over tolligheden weten te ontdoen. In liet streven de kernpunten naar voren te brengen in hun scherpe tegenstelling en bonte variatie, was de heer Bertlmud gelukkig geslaagd. De lange liaisons met hun onwerkelijk karakter waren gecoupeerd en vervangendoor vlot gesproken dialogen. Deze Carmen was /éen aannemelijk zangspel geworden, waarbij de muziek door haar bijzijn- der beeldend vermogen de voornaamste hande lingen met frissche tonen wist te kleuren, doch ich terugtrok, daar, waar haar talmen verve ling oproept. Het leven in zijn begeeren, bezitten, vreezen en verliezen! Ziedaar de coda van deze Sinsta Appassionata! T. de \V jE NEDERLANDSCHE opera 'n Intermezzo! Geen tijd tot filosofeeren! Carmen verleidt reeds Don José. Het intermezzo heeft zijn dienst gedaan. Het bloed is warm geworden. De degen kan worden gekruist. Het leven wenkt. Don José volgt Carmen naar het vrije leven der smokkelaars. We hebben niet anders verwacht. Nadat Carmen eerst een opstand in de linker helft van het amphitó&tre heeft bedwongen, door het tafeltje enkele meters naar voren te schuiven o, zonnige, Fransche beminnelijk heid! geeft Don José tegen het paarstonige achterdoek zijn liefdesaria ten beste, een streep melancholie in dit spel van passie, die vervloeit in een prachtig afgewogen duo. Naar dezelfde bewogenheid trek! de hande ling in het duel voor den rijk geschakeerden achtergrond der smokkelaars. Als Don José zijn lofzang op „La liberté" in2et, buigt een re genboog uit de grijze lucht naar de wereld, Zelden heb ik zulke dreiging, zulk een be klemming in een stuk gevoeld als in deze der de acte. Uit de lucht flitst nu en dan de blik sem, die schelle voorbode van het noodlot in de gedempte sfeer van het berglandschap, waar de donder ditmaal rechtstreeks uit den he mel geïmporteerd grommend blijft hangen. Op het reclitervoorplan Carmen. Ze staat in een kleed, dat paars en grijs is als een heide in den schemer, boven de gele, roode en blauwe hoofd- en schouderdoeken der andere vrouwen: ze domineert! Weer rolt de donder! „Voilh le tonnerre!" zegt Carmen dof. Na haar twist met den jaloersclien Don José gaat ze weer zitten en legt de kaart: La mort! klinkt het berustend in een toch niet af te „Carmen" in den Circusschomvburg Woqnsdag a.s. zal te Rotterdam door de Nederlandsche Opera „Carmen" van Georges Bizet opgevoerd worden. In de titelrol zal optreden Alice Plate, ter wijl Louis Morrissen de partij van Don José zrl vervullen. De „Escamillo" zal gezongen worden dooi den jeugdigen heldenbariton Gerard Vogel. Gerard Vogel zal voor het eerst voor het Hol- landsch publiek optreden. De verdere rolverdeeling is: Magda Litef; Micaëla, Ada Huberts; Merce des, Carrie Couvreur; Frasquita., Jan va:i der Meulen; Zuniga, John de Nocker; Morales, Jos. Heydens; Le Remendado, Jan Deni; Le Ban caire. De muzikale leiding is in handen van Henri Zeldenrust. De opvoering zal plaats vinden in de Décors der Nederlandsche Opera. NIEUW MEDE Trio Het gezelschap van Louis Saalborn kwam Zaterdagavond te R'dam het seizoen openen niet vier man in totaal, of eigenlijk waren 't er niet meer dan drie, wat voor een trio trouwens voldoende is. Dit driehoeksspelletje van Leo Lenz kan in- tusschen weetgierig aangelegden naturen mis schien peinzensstof bieden over het huwelijks-, probleem, hoe de man het best zijn vrouw „aanpakt" om een duurzame verhouding te waai-boi-gen, voor ons heeft deze speculatie als zoodanig reeds een onaangenamen bijsmaak. De overigens wel geestig opgezette kaatspartij der drie R's (Rita, Ralph en Rudolf) vlot gespeeld door Magda Janssens, Louis Chrispijn Jr. en Jacques Reule lijkt ons vooral daarom minder recommandabel wijl ze elke diepere levensvraag in zoo ernstige materie onaange roerd Iaat en louter luchtig amusement beoogt ten koste van een zoo allergewichtigste aan gelegenheid. De toepassing der nooit-meer-oorlog-leuze op het geval der grillige eehtgenoote, die men maar liever aan een derde overdraagt om ze aldus haar eigen misstap te doen erkennen, is niet van humor ontbloot; maar deze methode van vreedzame bijlegging der huwelijksgeschih len door „arbitrage" spot toch met de eerste regelen eener gezonde moraal. HOE MOET DE ZIEKTE GEWEERD WORDEN? Hoe en wanneer en of de kinderen mceten ingeënt worden In het „Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde'' behandelt dr. J. Th. Terburgh, hoofdinspecteur van de volksgezondheid, de vraag „hoe me t de pokziekte uit Neder.and geweerd woidoa Onder pokziekte verstaat de schrijver k de alastrim. Hij komt tot de volgende conclusies: De beveiliging van de bevolking tegen de pokziekte met een zooveel mogelijke ven lijding van het encephalitisgevaar zal"gezocht moeten worden in wijzigingen van de tegenwoordig in Nederland gevolgde methode van inenting met koepokstof. In het kort zal deze aldus moeten lub le. Inenting der kinderen op een lei Lijd van 2—6 maanden door middel va i één schrapje. -o. Revaocinatie van de kinderen óp een leeftijd, die nog nader moét woiden vasig. steld met behulp van de, uitkomsten, die verb een zullen vvorden bij de revaocinatie van de ande ren, die als zuigeling met één sehrapje w< - den ingeent. -.e. i ijdige revacMnatie der bevolking op lateren leeftijd en vooral van de aanstaande moeders. Hoewel er voor het nut van de toepassing van de door mij voorgestelde maatregelen sterke aanwijzingen zijn', zoo mag m.i. toch niet ver wacht w-orden, dat^deze onmiddellijk door da ïegeeiing als dwingend voorgeschreven zullen worden. Om dit mogelijk te maken zal het In de eeiste plaats noodig zijn, dat de voorgestelde methode, vrijwillig- toegepast, ook do te ver wachten uitkomsten oplevert. De keuze kan voor de geneeskundigen in dit opzicht niét moeilijk zijn, vooral niet waar zij in den legen- woordigèn tijd i?oor een veel moeilijker beslis sing worden geplaatst, die men voor de toe komst zal kunnen ontgaan, indien de vaccinatie der jonge kinderen een even gunstige uitkomst oplevert in Nederland ais in Je aangrenzende landen. En waarom zou dit niet bereikt kunnen worden. Men mag toch niet aannemen, dat de grenslijnen van ons land een geheimzinnige maëht uitoefenen op het ontstaan van de post- vaccinate encephalitis Alles wijst er op, dat het aan de in Duitschland en België gebruike lijke' vaccinatie op jeugdigen leeftijd te denken is, dat aldaar de postvaccinale encephalitis veel minder wordt waargenomen, dan in Nederland. W ij kunnen ons eerst dan verantwoord achten, wanneer in deze richting een krachtige poging wordt gedaan om den dubbel gevaarlijken toe stand, waarin de Nederlandsche bevolking zich thans bevindt, te hoven te komen. De kinderen, die reeds ongevaccineerd tot den meer gevaarlijken leeftijd zijn opgegroeid, late men, merkt dr. Terburgh nog in den loo'p van zijn betoog op, vooi-loopig ongemoeid. Zij blijven w-eliswaar e.en gevaar opleveren voor de ge meenschap, indien er pokziekte wordt waarge nomen, doch aan den anderen kant-kan men na inenting bij enkelen dezer kinderen het ont staan van encephalitis verwachten. Slechts de enting op jeugdigen leeftijd zal, naar vermoed mag worden, aan dezen ongewenschtcn toe stand een einde maken en tevens artsen en ouders behoeden voor het moeilijke dilemma, waarvoor zij thans geplaatst worden, nu de alastrim het iand is bipnen gedrongen. Eerst wanneer ernstig gevaar voor pokziekte aanwezig is, waardoor men dit voor de ongevac cineerde kinderen grooter moet achten, dan dat van de postvaccinale encephalitis, ga men tot. de vaccinatie dezer kinderen over, doch dan ook met drie sehrap.fes. Het verschil over de waardeering der ziekte in medische kringen EEN COMMISSIE VAN ONDERZOEK INGESTELD Ofschoon het te verwachten is, dat de Wet van den 21sten Juli 192S, houdende voorzie ningen tegen besmettelijke ziekten binnen zeer korten tijd in werking zal treden en dan dö vraag, of de thans in ons land voorkomende besmettelijke ziekte nog steeds als „alastrim" mag worden aangeduid, meer een theoretische dan een practische beteekenis zal krijgen, heeft de Minister van Arbeid, Handel en Nijvmheid het gewenscht geacht, zoo mogelijk in deze tot klaarheid te komen. In overleg met den Directeur-Generaal van de Volksgezondheid heeft de Voorzitter van den Gezondheidsraad den heeren Prof. w. A, Kuenen en prof. J. J. van Locliem, resp. noog- leeraren te Leiden en te Amsterdam, verzocht zich met Dr. J. Kuyper, lector in de besmette lijke ziekten te Amsterdam, tot een commissie te vereenigen, die hare meening zal uitspreken over het verschil dat in medische kringen blijkt te heerschen over de waardeering van deze aanstekelijke ziekte. Alle drie deze heeren hebben aan het ver zoek, dat hun gedaan werd, gevolgd gegeven en zij hebben reeds een aanvang met hunne werkzaamheden gemaakt. i I Illlltlil I I li. liliiliii; IMIlilig VOLDOET UW ABONNEMENTSGELD

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 12