EEN BUITENGEWONE „CARMEN"
GRATIS VERZEKERD
ALASTRIM OF POKKEN
OP TIJD!
MAANDAG 30 SEPTEMBER 1929
DERDE BLAD
EEN VOLLEDIG STIERENGEVECHT ALS ENTRE-ACTE.
DGNDER EN BLIKSEM TIJDENS DE SMOKKELAARSSCENE!
PAGINA 4
DE NEDERLANDSCHE BEVOLKING
IN EEN DUBBEL GEVAARLIJKEN
TOESTAND.
GIJ ZIJT DAN EERST
BEWAART UW
KWI TANTIEN
pillllllillü I I: I'iil'llllüicitllllliaillüllllüllillllllllillllll
IN DE ARENA VAN BAYONNE
(Tan ecu hijzonderen verslaggever.)
L o u r d e s, Septe
1929.
De tram te Lourdes kwam niet tegen de
helling qp
Dat verwonderde me minder, dan het me
hinderde. Kalm blijven i Als do tram er tien
R; «Met. moet de or-.W-> ai erg
AMï::ïS
Franschen. Schreeuwers, vloekers, die
vooral uit hun poilu-uniformen den moed voor
hun vervelende, luidruchtige brooddronkenheid
schijnen te putten. Eindelijk gaat het oranje
doek vaneen: algemeen gejuich
Een marktplein met fontein, op den achter
grond de bergen, waarvan de paars-witte top
pen in het heldere blauw van den hemel prik
ten. Halverwege de glooiing een paar aan-
gevlijde huizen. Daarbovenuit een torenspits
van een kerkje, dat zich dieper in het dal laat
vermoeden.
Het geheel geeft een idee van ruimte, vroo-
lijkheid, vrijheid. Het bloed begint te tintelen
als de zwierige vloed sigarettenmaaksters het
uime tooneel betreedt. Spoedig vergeten we
alles Daar staat, beweegt, schuifelt, wiegt
en lonkt ze; daar zingt en schatert, spot en
dreigt ze:
on-franseh zijn, als hij ,st
aan dit euvel aanpast.
Hij deed het
Twee-en-een-half uur later stapte ilc uit de
hoogst comfortabele eleetrisehe, die me langs
de paarse schoonheid van het hei-bestrooide
Pyreneeëu-dal had getrokken.
Bayonne, het doei van dezen middag, lag te
stoven.in een meridionale hitte.
Niet de kathedraal, noch de jvallen, waren
ditmaal ons doel.
Het gelukt me een plaats te krijgen op het
aehterbaleon van de tram, waar niets anders
wordt gehoord dan: Arènes 1 Arènes
Ook ik stem me» in deze community singing-
Arènes Arènes
De wielen krassen het in alle valsene
hoogten, die men uit een c-snaar kan strijken;
«le beugels schuiven de woorden langs 'de
draden: Arènes Arènes
Pi ofiteerend van t verblijf van Ninon Valiu in
Bidart-Cuétary, waar zij in haar bekoorlijke
villa Louisiana enkele weken rust kwam zoeken,
had de directie van de arènes te Bayonne kans
senten deze diva te engageer en voor een
Carmen-vertolking. René Lapelleterie zou den
Don José zingen.
Dat alleen was al voldoende voor me ou,
naar Bayonne te trekken. Wie Nirion Vallin
hoorde, weet een der begaafdste, natuurlijkste
zangeressen onzer huidige muziekwereld te
ontmoeten. Lapelleterie is in Nederland niet
minder bekend.
Ditmaal was er een bijzondere stimulans.
Niet. de concertzangeres van aria's en liede
ren, niet de tenor van oratoria, maar twee
raskinderen van Fransehen bodem, zou ik te
zien en te hooren krijgen, daar, waar ze zich
het meest in hun element voelen: de opera.
Daarbij een opera van Bizet, gegeven in het
unieke kader van een Zuid-Fransclie stad, en
afgewisseld, onderbroken, aangevuld, versterkt
zoo ge wilt, door eeu stierengevecht
Het werd een feest
De arènes
Tegen drieën vloeide de arena nagenoeg vol
Vooral de duurste on laagste rangen zijn bezet.'
Toe!t er blijkbaar niets voor onder de
overkapping te gaan zittèn, waar het bij deze
'te ook wel niet om uit lo houden zal zijn.
Het kinderlijke baskische volk amuseert zich
uitstekend. Zij hebben geen gemeenschapszang
noodig. Iedere oogopslag is een romance of
een drama. Het de kleinste accidenten hebben
ze de hoogste pret. Een hoed wordt tien
minuten lang van links naar rechts, van boven
naar beneden gesmeten. Een vinnige knaap,
w ien de eerzucht om eenmaal ook zoo'n beroem-
i.e toreador te mogen worden, uit de oogen
blinkt, maakt hevige ruzie met zijn buurman.
Algemeene deelneming aan het zoekend be
wegen van vuisten en voeten, het kletsend
raken op de bruine snuiten, het welluidend
Bedreig, het nog welluidender gescheld. De
Vechtersbaas wordt onder hevig gejoel van de
1 10 galerij verwijderd, en duikt even latei-
onder buiieugewonen bijval derzelven uit een
gat eigens in den grond weer op. Een paar
U,one" haar gemarineerde charme in
in w 1]delhei<'. door zich op de gradins
n Let zonnetje te koesteren. De mannen en
jongens beginnen haar baar sympathie te din
gen in een Fransch, dat ik op school nooit
eeide en ook met bij madame de SévignS
aantrof. Schaterende vroolijkheid aan beide
kanten 1
Verkoopers leuren met zakjes amandelen
chocola, verfrisschende dranken, of gooien hun -
ktachtig: Le programme officieI met een
quint-verhooging naar het laatste el, de lucht
>n, die trut. Soms sturen ze hun waar aan een
uraad of touwtje naar boven, - maar eerst
moeten de duiten in hun berretes zijn geval
len: broer! noem me broer, maar betaal me
vooruit quand mêtne 1
Half vier.
Het publiek begint z'n bekende teeken van
ongeduld ie geven: liet geritmeerde hand
geklap: een kwart gevolgd door een kwart
Wual'"a weer 'wee kwarten. In hun
P testen zijn deze mensehen keurig eens-
ï-<?Zl 11(1.
Eindelijk schijnt de muziek begonnen te zijn.
Ze tornt zwak over de kom der keurig ge
harkte arena, uit de orkestbak, die voor de zon
door zeildoek is beschut. Plet ssstt helpt niets.
«telt*1 iT Zlt eeu troep clairón-blazers, die
jTJ entrée (Ies 'orréadors moeten
eden. Het is het soort eeuwig hinderlijke
Carmen
Carmen de tzigane .de avonturierster met
de wreedheid van eeii panter, zwervend van
het eene onbevredigende avontuur naar h°t
andere, dat weer lacht. Huppelend óver de
ravijnen van het leven, als gold het een dans,
met de zorgloosheid van een kind, het donkere
gevaar, besef van de vrouw, die den dolkstoot
wachtende is. lachend ontwijkt, maar ver-
waclit
Iliei ging de volledige schoonheid van Bizet's
meesterwerk voor ons open. Wat matte ver
tooningen in een kouden schouwburg, over
dreven vertolkingen van een Carmen-haethere
met passioneel-erotisehen inslag in Brussel,
me nooit hadden vermogen te geven, bloeide
ner als een tuin van onvergetelijke schoon
heid voor me open.
Carmen Ninon Vallin
Dat is een twee-eenheid
Ninon Vallin heeft de juiste psyche dezer
zigeuner-gestalte haast onverbeterlijk weten
te benaderen. Moeder natuur zelf gaf haar zoo-
a cel mee. een lichaam, soepel als een vers van
Baudelaire, bekroond met blauwzwart haar.
Ze glijdt over het klavier van alle emoties
van het vrouwelijke hart: felle haat, tegemoet
komende vriendelijkheid, uitgelaten zorgeloos
heid, warm begeeren of smeekènd verlangen
Ninon Vallin's stem heeft de laatste jaren-die
uitzonderlijke perfeetie bereikt, weike het pro
duct wordt van een kostbaar natuurlijk ge
luid, langdurig gecultiveerd en door een tot
volle leveas-rijpheld gekomen psyche verdiept.
Het zijn de jaren, dat een kunstenaar de
grootste hoogte heeft bereikt, die hij of zij
ra korter of langer tijd noodzakelijk zal
moeten verlaten.
Tot deze hoogte is Ninon Vallin op het
oogenblik gekomen. In al haar registers be
schikt ze over een afgeronden, vollen toon die
zuiver en stralend als het Hooglied opschiet.
De adembeheersöhing heeft ze ook onder het
veeleischende acteeren volkomen in haar
macht, zoodat ze al de modulaties waarover
liaar rijk orgaan beschikt, in volle schoonheid
kan etaleeren. Dit woord is ongelukkig ge
kozen In tegenstelling met de evoluties van
een vermaard stem-acrobaat, is er bij haai- van
etaleeren geen sprake. Alles vloeit even onge-
ivete^f0? UU imr keeL Alleen de ingewijden
eischt' Vang dat ongedwongene ver-
Dat is iiet kostelijke geheim van Ninon Val
iu. Dat kwamen we weer ontdekken. Maar
toen onze ooren en oogen niet aflieten te be-
de smette!ooze tweemaal gebisseerde
ei tolking van het Credo d^r tziganen:
L amour est enfant de bohème
qui n'a jamais, jamais connu de loi!
beseften we, dai hier een andere zangeres
zong, dan de artiste, die in Dijon op een rï~en-
achtigen Zaterdagmiddag in October wat lie-
dei en had ten beste gegeven!
rAIs.,een sProokje gleed de ontmoeting van
-Micaela en Don José, voorbij.
Voor de drie overige acten had Louis Ber-
tliaud zich bepaald tot het bergdal, dat met
groenbemoste blokken afdaalde naar de plan
ken. Een muur met poort sloot het binnenplein
van de taveerne van Lillas Pastias af.
De couleur locale werd vooral goed getrof
fen in de fleurige herbergscène met M.lle Ma-
ntze's dans op de tafel, waarrond de mannen
bewonderend over hun stoelleuningen hangen.
wat nog aan. scenarische mogelijkheden
mocht ontbreken kwamen de elementen aan
vullen De zon dook weg, loodgrauw verborg
de lucht de sneeuwtoppen, dikke droppels tok
kelen op de planken. Een sauve qui peut
naar de tribunes, gejoel en gefluit, met als
contrapuntiek: sssttt, mais alois! sssttt!
Onder gehuil en geklap gaat het scherm
dicht.
Een mijnheer in colbert aie! quel pince-
ment bizarre! kondigt het stierengevecht
aan om tijd te winnen.
De poorten gaan open. Koristen en artisten
ei mengen zich onder.de toeschouwers.
tegc-ijk.
De Corrida
Na de tekende plichtplegingen voor de offi-
c ïeele tribune, laat men eindelijk den stier in
de arena: vreemd staan zijn oogen naar het
licht, dat hem twee dagen werd ontnomen,
evenals zijn voedsel. Spoedig komt de kop
dreigend op de roode lappen der in zilver ge
stoken banderilleros af; handig spel van
.oinpe woede tegen listige behendigheid. Na
deze introducties verschijnen twee picadors
vervaarlijke kerels, met ruwe snuiten, geheel
in grijs, een platte hoed met halsband op het
hoofd. Ze zitten stevig op de paarden, die een
dikke buikbekleeding dragen. De dieren zijn
aan een oog geblinddoekt en aarzelen den
stier te naderen. Plotseling het samentreffen:
<le horens wroeten tegen de buikbekleeding.
De woede van den stier trotseert de ingeplante
speer, paard en ruiter vliegen in' het zand. De
ander krijgt zijn beurt, weet zich te handhaven.
Over het donkerbruine vel komt een Bordeaux-
roode vlak. Vanuit de hoogte is het ontdaan
van de realiteit, waarvoor ik huiver. Weer een
samentreffen, opnieuw een lans in den nek:
vrouwen gillen, de stier snuift, mannen jui
chen, ik zou m n oogen sluiten als het niet
spannend was.
Op een signaal verdwijnen de ruiters om
plaats te maken voor de picadors te voet, die
met groen papier beplakte korte speren
met groote behendigheid en durf op den nek
planten, waar ze in V-vorm blijvc-n zitten. Als
een slechts een speer weet te plaatsen verlaat
hij onder luid gejoel de arena.
Eindelijk het hoogtepunt! De torreador
tsodo Todo, Alealareno II, die den stier, af
kom stig uit de beroemde Canaderia van Don
1- mi-es uit Sevilla, zal travailleeren, banderil-
leeren en estiqueeren.
Een summum van koelbloedigheid treedt de
tot fatalisme opgevoerde razernij tegemoet
Het getergde dier blijft staanniets. Ja"
daar komt het. De kop komt over den grond,
de stier snuift zich dronken aan het eigen
gestorte Woed, rust. Huilende teleurgestelde
menschen! De piquadors „porren" hun slacht
offer wat. op. Met nijdige hoofdstootén en korte
rennen tracht hij hun doeken te vernielen.
Zoo komt hij eindelijk voor de vuurroode lap
van den torreador. De lenige degen wordt er
onder verborgen, en een handige manoeuvre
doet den vervaarlijken stierenkop onder den
horizontaal liggenden doek schieten. Bravo!!!
Herhaling. Weer 'n inzinking. Als de kleiiie
man in z'n rood bruine broek met veel goud
een kwartier lang met het beest heeft ge
speeld, de regen heeft inmiddels opgehou
den besluit hij er een eind aan te maken.
Hij dwingt zijn tegenstander tot voo.r de offi-
cieele tribune, 'n Lange Engelsche dame rekt
haar zwanenhals bijna tot aan de punt van
zn degen. Je hoon haar zeggen how awfully-
pretty. "Weer duikt de stierenkop naar den
grond! Doodsche stilte. Niets beweegt.
Daar komen de eerste symptomen van die
gestolde wanhoop. De voorpooten krabben stof
wolkjes uit dën grond! Als de torreador een
onderdeel van een seconde zijn allerhevigste
concentratie zou verliezen, is hij verloren. Weer
stofwolkjes, die door de uitgestoomde iucht dor
neusgaten van richting veranderen. Dan
a la fin de J'envoie je touche!
V el drie, vier decimeter is de degen lood
recht in den nek van het dier geschoten. Een
korte vastberaden beweging is hot geweest!
En n goede! De stier beweegt niet meer van
zijn plaats. Reageert onmachtig op enkele prik
ken. Bloedend wordt de degen uit de bruine
huid getrokken: een roze schemering aan 'n
zilveren zonnestraal die in het water duikt,
t Is gedaan. De voorpooten buigen zich, bet
zware lichaam wankelt: il va mourir! ii mort!
Een paar mannen komen de arena in. Een
hunner nadert omzichtig van achter den moe-
gesarden verdediger van een paar minuten
leven, en steekt hem herhaaldelijk een korten
dolk in den nek. Overal vlamt de verontwaar
diging op; Splaud! Salaud! Ah, voiltt les
houchers! Saulaud!
Die afslaehterij is het minderwaardige werk
van de slachters! Ze halen touwen, een twee
span paarden sleept het dier als een bruine
slappe massa, met donkerroode dessins over
het zand. Een misvormde ovaal vormt het
spoor, waarlangs de forsche stier als meewa
rig trofee van een minzaam huigend torreador
werd weggesleept!
De elementen spelen mee
j wenden noodlot, en boven; draagt de getottrrnen-
toerde hemel het verder: La morrrrt!
In deze mineurstemming stond de eenzaam
heid van Micaëla's smalle figuurtje wat stil
contrast haar liebte blauw bij al dat flonker
en dat grauw en reine liefde, verlatener dan
ooit te klagen.
Maar Carmen versehijt weer, en zingt uitda
gend haar Torreador!
Muzikaal heeft Bizet voor mij ik ben op
technisch gebied eeji leek de grootste diente
bereikt in do vierde acte. Na de alles trotsee-
rende uitbundigheid der torreadors, het drama
der liefde tusschen twee menschen, die als
twee polen elkander aantrekken en afstooton
Carmen, de stralende, zegevierende weer naar
nieuwe glorie verlangende minnares, in ui-da
gend vonkende feestdracht, met 't schaterende
geel van haar wijd plooienden rok, de coquette
schittering der mantilla.
Don José, de ontgoochelde, die het verlorene
wil terug winnen, liet omhulsel wil grijpen,
waarin tevergeefs de vlam van Micaëla's liefde
heeft gezocht en ten slotte met geweld het voor
werp van zijn krankzinnig begeeren aan zijn
medeminnaar ontrukt. Bizet's muziek heeft de
ze dramatische handeling volgens mij meester
lijk weten te verbeelden. Liefde, smeeking, af
wijzen, spot, woede, waanzin: de ladder waar
langs Don José naar zijn ondergang rent.
De regie had de uitvoering van alle over
tolligheden weten te ontdoen. In liet streven
de kernpunten naar voren te brengen in hun
scherpe tegenstelling en bonte variatie, was
de heer Bertlmud gelukkig geslaagd. De lange
liaisons met hun onwerkelijk karakter waren
gecoupeerd en vervangendoor vlot gesproken
dialogen.
Deze Carmen was /éen aannemelijk zangspel
geworden, waarbij de muziek door haar bijzijn-
der beeldend vermogen de voornaamste hande
lingen met frissche tonen wist te kleuren, doch
ich terugtrok, daar, waar haar talmen verve
ling oproept.
Het leven in zijn begeeren, bezitten, vreezen
en verliezen! Ziedaar de coda van deze Sinsta
Appassionata!
T. de \V
jE NEDERLANDSCHE opera
'n Intermezzo!
Geen tijd tot filosofeeren! Carmen verleidt
reeds Don José.
Het intermezzo heeft zijn dienst gedaan. Het
bloed is warm geworden. De degen kan worden
gekruist. Het leven wenkt. Don José volgt
Carmen naar het vrije leven der smokkelaars.
We hebben niet anders verwacht.
Nadat Carmen eerst een opstand in de linker
helft van het amphitó&tre heeft bedwongen,
door het tafeltje enkele meters naar voren te
schuiven o, zonnige, Fransche beminnelijk
heid! geeft Don José tegen het paarstonige
achterdoek zijn liefdesaria ten beste, een streep
melancholie in dit spel van passie, die vervloeit
in een prachtig afgewogen duo.
Naar dezelfde bewogenheid trek! de hande
ling in het duel voor den rijk geschakeerden
achtergrond der smokkelaars. Als Don José
zijn lofzang op „La liberté" in2et, buigt een re
genboog uit de grijze lucht naar de wereld,
Zelden heb ik zulke dreiging, zulk een be
klemming in een stuk gevoeld als in deze der
de acte. Uit de lucht flitst nu en dan de blik
sem, die schelle voorbode van het noodlot in de
gedempte sfeer van het berglandschap, waar
de donder ditmaal rechtstreeks uit den he
mel geïmporteerd grommend blijft hangen.
Op het reclitervoorplan Carmen. Ze staat in
een kleed, dat paars en grijs is als een heide in
den schemer, boven de gele, roode en blauwe
hoofd- en schouderdoeken der andere vrouwen:
ze domineert!
Weer rolt de donder!
„Voilh le tonnerre!" zegt Carmen dof.
Na haar twist met den jaloersclien Don José
gaat ze weer zitten en legt de kaart: La mort!
klinkt het berustend in een toch niet af te
„Carmen" in den Circusschomvburg
Woqnsdag a.s. zal te Rotterdam door de
Nederlandsche Opera „Carmen" van Georges
Bizet opgevoerd worden.
In de titelrol zal optreden Alice Plate, ter
wijl Louis Morrissen de partij van Don José
zrl vervullen.
De „Escamillo" zal gezongen worden dooi
den jeugdigen heldenbariton Gerard Vogel.
Gerard Vogel zal voor het eerst voor het Hol-
landsch publiek optreden.
De verdere rolverdeeling is:
Magda Litef; Micaëla, Ada Huberts; Merce
des, Carrie Couvreur; Frasquita., Jan va:i der
Meulen; Zuniga, John de Nocker; Morales, Jos.
Heydens; Le Remendado, Jan Deni; Le Ban
caire.
De muzikale leiding is in handen van Henri
Zeldenrust. De opvoering zal plaats vinden in
de Décors der Nederlandsche Opera.
NIEUW MEDE
Trio
Het gezelschap van Louis Saalborn kwam
Zaterdagavond te R'dam het seizoen openen
niet vier man in totaal, of eigenlijk waren 't er
niet meer dan drie, wat voor een trio trouwens
voldoende is.
Dit driehoeksspelletje van Leo Lenz kan in-
tusschen weetgierig aangelegden naturen mis
schien peinzensstof bieden over het huwelijks-,
probleem, hoe de man het best zijn vrouw
„aanpakt" om een duurzame verhouding te
waai-boi-gen, voor ons heeft deze speculatie als
zoodanig reeds een onaangenamen bijsmaak.
De overigens wel geestig opgezette kaatspartij
der drie R's (Rita, Ralph en Rudolf) vlot
gespeeld door Magda Janssens, Louis Chrispijn
Jr. en Jacques Reule lijkt ons vooral daarom
minder recommandabel wijl ze elke diepere
levensvraag in zoo ernstige materie onaange
roerd Iaat en louter luchtig amusement beoogt
ten koste van een zoo allergewichtigste aan
gelegenheid.
De toepassing der nooit-meer-oorlog-leuze op
het geval der grillige eehtgenoote, die men
maar liever aan een derde overdraagt om ze
aldus haar eigen misstap te doen erkennen,
is niet van humor ontbloot; maar deze methode
van vreedzame bijlegging der huwelijksgeschih
len door „arbitrage" spot toch met de eerste
regelen eener gezonde moraal.
HOE MOET DE ZIEKTE GEWEERD
WORDEN?
Hoe en wanneer en of de kinderen mceten
ingeënt worden
In het „Ned. Tijdschrift voor Geneeskunde''
behandelt dr. J. Th. Terburgh, hoofdinspecteur
van de volksgezondheid, de vraag „hoe me t de
pokziekte uit Neder.and geweerd woidoa
Onder pokziekte verstaat de schrijver k de
alastrim. Hij komt tot de volgende conclusies:
De beveiliging van de bevolking tegen de
pokziekte met een zooveel mogelijke ven lijding
van het encephalitisgevaar zal"gezocht moeten
worden in wijzigingen van de tegenwoordig in
Nederland gevolgde methode van inenting met
koepokstof.
In het kort zal deze aldus moeten lub
le. Inenting der kinderen op een lei Lijd
van 2—6 maanden door middel va i één
schrapje.
-o. Revaocinatie van de kinderen óp een
leeftijd, die nog nader moét woiden vasig. steld
met behulp van de, uitkomsten, die verb een
zullen vvorden bij de revaocinatie van de ande
ren, die als zuigeling met één sehrapje w< - den
ingeent.
-.e. i ijdige revacMnatie der bevolking op
lateren leeftijd en vooral van de aanstaande
moeders.
Hoewel er voor het nut van de toepassing van
de door mij voorgestelde maatregelen sterke
aanwijzingen zijn', zoo mag m.i. toch niet ver
wacht w-orden, dat^deze onmiddellijk door da
ïegeeiing als dwingend voorgeschreven zullen
worden. Om dit mogelijk te maken zal het In
de eeiste plaats noodig zijn, dat de voorgestelde
methode, vrijwillig- toegepast, ook do te ver
wachten uitkomsten oplevert. De keuze kan
voor de geneeskundigen in dit opzicht niét
moeilijk zijn, vooral niet waar zij in den legen-
woordigèn tijd i?oor een veel moeilijker beslis
sing worden geplaatst, die men voor de toe
komst zal kunnen ontgaan, indien de vaccinatie
der jonge kinderen een even gunstige uitkomst
oplevert in Nederland ais in Je aangrenzende
landen. En waarom zou dit niet bereikt kunnen
worden. Men mag toch niet aannemen, dat de
grenslijnen van ons land een geheimzinnige
maëht uitoefenen op het ontstaan van de post-
vaccinate encephalitis Alles wijst er op, dat
het aan de in Duitschland en België gebruike
lijke' vaccinatie op jeugdigen leeftijd te denken
is, dat aldaar de postvaccinale encephalitis veel
minder wordt waargenomen, dan in Nederland.
W ij kunnen ons eerst dan verantwoord achten,
wanneer in deze richting een krachtige poging
wordt gedaan om den dubbel gevaarlijken toe
stand, waarin de Nederlandsche bevolking zich
thans bevindt, te hoven te komen.
De kinderen, die reeds ongevaccineerd tot den
meer gevaarlijken leeftijd zijn opgegroeid, late
men, merkt dr. Terburgh nog in den loo'p van
zijn betoog op, vooi-loopig ongemoeid. Zij blijven
w-eliswaar e.en gevaar opleveren voor de ge
meenschap, indien er pokziekte wordt waarge
nomen, doch aan den anderen kant-kan men
na inenting bij enkelen dezer kinderen het ont
staan van encephalitis verwachten. Slechts de
enting op jeugdigen leeftijd zal, naar vermoed
mag worden, aan dezen ongewenschtcn toe
stand een einde maken en tevens artsen en
ouders behoeden voor het moeilijke dilemma,
waarvoor zij thans geplaatst worden, nu de
alastrim het iand is bipnen gedrongen.
Eerst wanneer ernstig gevaar voor pokziekte
aanwezig is, waardoor men dit voor de ongevac
cineerde kinderen grooter moet achten, dan dat
van de postvaccinale encephalitis, ga men tot.
de vaccinatie dezer kinderen over, doch dan ook
met drie sehrap.fes.
Het verschil over de waardeering der
ziekte in medische kringen
EEN COMMISSIE VAN ONDERZOEK
INGESTELD
Ofschoon het te verwachten is, dat de Wet
van den 21sten Juli 192S, houdende voorzie
ningen tegen besmettelijke ziekten binnen zeer
korten tijd in werking zal treden en dan dö
vraag, of de thans in ons land voorkomende
besmettelijke ziekte nog steeds als „alastrim"
mag worden aangeduid, meer een theoretische
dan een practische beteekenis zal krijgen, heeft
de Minister van Arbeid, Handel en Nijvmheid
het gewenscht geacht, zoo mogelijk in deze tot
klaarheid te komen.
In overleg met den Directeur-Generaal van de
Volksgezondheid heeft de Voorzitter van den
Gezondheidsraad den heeren Prof. w. A,
Kuenen en prof. J. J. van Locliem, resp. noog-
leeraren te Leiden en te Amsterdam, verzocht
zich met Dr. J. Kuyper, lector in de besmette
lijke ziekten te Amsterdam, tot een commissie
te vereenigen, die hare meening zal uitspreken
over het verschil dat in medische kringen blijkt
te heerschen over de waardeering van deze
aanstekelijke ziekte.
Alle drie deze heeren hebben aan het ver
zoek, dat hun gedaan werd, gevolgd gegeven
en zij hebben reeds een aanvang met hunne
werkzaamheden gemaakt.
i I Illlltlil I I li. liliiliii; IMIlilig
VOLDOET UW
ABONNEMENTSGELD