FEUILLETON INSCHRIJVINGSLIJST. yc HOE DE DORPSBOUWERS GEHOLPEN WOROEN s7) DONDERDAG 3 OCTOBER 1929 WAT DE BUREAUX VAN ADVIES DOEN De goede wil van ontwerpers is veelal beter dan de resultaten van hun werk DE KANKER-BES 1 Ri DE ALASTRIM. ENCEPHALITIS. DE PEST IN INDIE. ZUSTERS VAN HET GEZELSCHAP J. M. J- VOOR HET NEDERLANDSCH COLLEGE TE ROME. L— 1.-l 1 I DE SPAANSCHE SCHATGRAVER. Nog té wéinig Ia de arbeid bekend der bureaux van advies, die ten doel hebben de slechte bouw kunst In Nederland te verbeteren. De gedachte van deze advlesbureaux Is van den bond „Heem schut" uitgegaan. In Noord-Holland Is men tijdens de oorlogs jaren begonnen die te realiseeren en op het oogenblik zijn er adviesbureaus in werking in Noord-Holland, Gelderland, Friesland, Over ijssel, Zuid-Holland. Elders zijn er nog in voor bereiding. „Heemschut" zet inmiddels zijn taak voort over heel Nederland, omdat het nog wel vele Jaren duren zal alvorens in elke provincie een zoodanig volledig werkend bureau aanwezig Is, dat daar alles binnenkomt en verbeterd wat niet deugt. Om nog eens terdege de aandacht te vestigen op het goede werk in deze richting, heeft „Heemschut" de jongste aflevering van zijn maandblad geheel aan den arbeid van het adviesbureau gewijd en met vele afbeeldingen van ingekomen en verbeterde ontwerpen laten zien met welk verrassend succes dikwijls kan worden opgetreden. Er wordt nu 'n huis per dag „in behandeling" genomen. Nu reeds zijn er dit jaar 230 adviezen verstrekt. De heer C. D. van Reyendam licht de werking van het bureau aldus toe: Het Adviesbureau van den Bond Heemschut werkt voor Gemeentebesturen, niet voor parti culieren. Ieder Gemeentebestuur in Nederland kan de aldaar ingekomen bouwplannen ter beoordeeling zenden naar het Secretariaat van den Bond „Heemschut", met het verzoek een advies uit te brengen, niet over de constructie, doch over het uiterlijk van het voorgenomen bouwwerk, dat wil zeggen, of het architectonisch behoorlijk verzorgd is, en of het niet misstaat in de omgeving, waar het gebouwd zal worden. Vele Gemeentebesturen zenden geregeld al hun bouwplannen ter beoordeeling, eenige doen dit reeds gedurende tal van jaren, zonder dat ooit een wanklank vernomen werd. Zelfs al betaalt men niets, dan nog zijn wij steeds be reid slechte bouwontwerpen te herzien, want het behoud der schoonheid van Nederland is ons doel en niet het stichten van een bedrijf dat geldelijke baten afwerpt. Waarom, zult gij vragen, bestaat ons Advies bureau? Waarom is het noodig. Waarvoor is het gesticht? Het antwoord hierop is in slechts weinige woorden te geven. Omdat de goede wil van de ontwerpers meestal beter is dan de resultaten, die hun arbeid opleveren. Moeten zij daarvoor gelaakt worden? Och neen! Een en ander is een gevolg van de omstandigheden, een gevolg van het feit, dat hun een arbeid opgedragen wordt, die eigenlijk buiten hun beroep en daarom boven hun krachten gaat. Een en ander heeft echter gevolgen voor de schoonheid van stad en land. Het doel van onzen Bond is niet alleen be scherming van oude bouwwerken en natuur schoon, zooals wel eens ten onrechte gemeend wordt, doch een belangrijk deel van de werk zaamheden begeeft zich op het terrein van den nieuwen bouw. Deze laatste werkzaamheden zijn in hoofdzaak de taak van het Advies bureau, welke taak niet bestaat in het afkeuren van minder gelukkige bouwontwerpen, maar in het verbeteren van deze ontwerpen zoodanig, dat zooveel mogelijk aan de wenschen van dé toekomstige eigenaren der op te richten bouw werken wordt tegemoet gekomen. Ten plattelande zijn zeer weinig architecten en het gevolg is, dat aan timmerlieden en aan nemers opdracht wordt gegeven, niet alleen voor de uitvoering te zorgen, doch ook ontwerpen en teekeningen te maken, een taak die veelal te zwaar voor hen is, temeer omdat de opdracht gevers soms eischen stellen, welke die taak werkelijk niet licht maken. Zóó ernstige ontsieringen ontstonden, dat verschillende Gemeentebesturen besloten een zoogenaamde "Welstandsbepaling aan de bouw verordening toe te voegen; een bepaling welke ontsiering kan beletten. Nu rijst echter de vraag: „Wie moet de ingekomen bouwplannen beoordeelen?" Het antwoord luidt: In de steden de Schoonheidscommissies, in de dorpen de Adviesbureaux! Eén daarvan is het Adviesbu reau van den Bond „Heemschut", het eenige dat zijn werkzaamheden over geheel Nederland uitstrekt. Zooals reeds in den beginne werd opgemerkt, geeft het adviezen aan Gemeentebesturen, niet aan ontwerpers en opdrachtgevers. In geen geval mag de schijn gewekt worden dat het Adviesbureau optreedt als architect. -Dit zou onderkruipen van den architeetenstand zijn. Het Secretariaat voor het Bestuur en voor het Adviesbureau is Singel 119, Amsterdam. Belangrijke onderzoekingen Te Barneveld Te Barneveld is in het zelfde gezin, waarin de eerste patiënt zich bevindt, een tweede geval van alastrim geconstateerd. Te Voorburg Dinsdag is te Voorburg het eerste geval van alastrim geconstateerd bij een 10-jarig meisje, wonefide aan den Berkweg. Te Delft Te Delft zijn gister wederom 7 nieuwe ge vallen van alastrim geconstateerd. Te Bergh In de gemeente Bergh zijn Dinsdag. 10 gevallen van alastrim geconstateerd en wel bij de vrouw en zeven kinderen van den molenaar B. te Beek en bij twee kinderen van den arbeider C. te 's Heerenberg. Te Hengelo Te Hengelo heeft zich een geval voorgedaan van encephalitis. Een kind van P. was ingeënt en werd daarna ziek, waarop de dokter hersen- vlietontsteking constateerde. Twee inlanders overleden TJIMAHI, 1 October. (ANETA). Hier zijn twee gevallen van pest geconstateerd. De lij ders, inlanders, zijn overleden. OPLOSSING VAN KANKERCELLEN? A. Edelmana, L. Schönbauer en W. Schloss die in de chirurgische kliniek te Weenen van prof. Eiselberg werken, zijn er, naar de „N. R. Ct." meldt, in geslaagd, uit kankergezwellen een stofte kweeken, die kankercellen op de zelfde wijze oplost als de bacteriophaag van d' Herelle dit met bacteriën doet. Deze kanker-autolysaten werden door de on derzoekers, in navolging van de methode van Freund en Kaminer, aldus bereid. Een kanker gezwel wordt steriel stuk gesneden en fijn ge wreven, in bouillon geënt en een week in de broedstoof op lichaamstemperatuur gelaten. In zulk een kankerbouillon vormt zich nu een zelf standigheid die in staat is kankercellen, die r-r in menigte aan toegevoegd worden, op te rossen. Dat men hier met een anologicum van het verschijnsel van de bacteriophaag te doen heeft, blijkt uit het karakteristieke feit dat de kan- keroplossende kracht van het autolysaat vooit- durend toeneemt en pas na twee maanden haar toppunt bereikt. In tegenstelling met dat van kankerlijders bezit het bloed van den gezonde het verinogen kankercellen op te lossen, van welke eigenschap ook als waarschijnlijkheidsdiagnose voor kan ker gebruikt wordt gemaakt. Toch is de kau- keroplossende kracht van de kankerautolysaten veel grooter dan die van bloed. Controle-proe ven met andere stoffen gaven negatieve uitkom sten. De nog raadselachtige stof die zich in den kankerbouillon ontwikkelt en de kankercellen oplost, moet dus een specifieke uitwerking heb ben. De onderzoekers beschouwen hun interessan te onderzoekingen over het agens nog als vo<,r- loopige proeven. Maar men hoopt dat zij vrucht zullen dragen voor de behandeling van kanker. H. E. KYLSTRA. f Zaterdag overleed te Dragten plotseling in den ouderdom van 76 jaar de heer H. E. Kylstra, in leven declamator, vooral in Friesland, maar ook daar buiten bekend. G. H. GRAUSS f Dinsdag is te 's Gravenhage overleden, 47 jaar oud, de Amsterdamsche kunstschilder G. H. Grauss. De heer Grauss kreeg zijn opleiding aan de P v. d- HOOFF T. Dinsdagmiddag overleed te Amersfoort op 64 jarigen leeftijd de heer P. v. d. Hooff, oud- directeur der Rijksnormaallessen en oud-hoofd der openbare lagere school in 'de Hellestraat aldaar. W. S. STÜVEN f De bekende dierenarts W. S. Stiiven te Is-Graven'h&ge is op 64-jarigen leeftijd plot seling overleden. Tot algemeene overste van de Eerw. Zusters van het Gezelschap J. M. J. te 's Hertogentosch is gekozen Mère Stanislas Terwindt; tot le assitante Mère Herma ia Damen; tot 2e assis tants Mère Serafine Gommers; tot 3e assistante Mère Anna Catharina v. d. Pol en tot 4e assis tante Mère Josephtinle Teunissen. OVERREDEN EN GEDOOD. Op Huiten onder Gilze is het 9-jarig zoontje van den landbouwer J. van Dongen door een vrachtauto overreden en gedood. >,De gouden keten, die Rome en Nederland bindt, zal door het Nederlandsch priester-college te Rome in glans en hechtheid nog toenemen" Paus Pius XI in Zijn toespraak tot de Nat. Nederl. Bedevaart. Giften wordeu aan ons kantoor te Rotter dam en aan onze Bijkantoren te Amsterdam, den Haag, Dordrecht, Schiedam, Gouda en Pretorialaan, Rotterdam, tegen kwitantie gaarne in ontvangst genomen, alsmede per giro onder no. 11735 Rotterdam. Vorig bedrag O. O., R'dam in 2 coupons N. N., uit H. Een wensch van den H. Vader is voor mij een bevel. Op 7294.87 50, amn mm iiiimam maiinE TrrruimniiimjM itun u RAT DE DORPSBOUWER WROCHTTE {links) EN W4.T 'T ADVIESBUREAU VAN HEEMSCHUTERVAN WIST TE MAKEN {rechts) hoop van zegen 10.— C. M. G., Amsterdam 25.— J G., Amsterdam 1.— 2.50 K. t. H., Amsterdam 2.50 S. H. L., Amsterdam 12.50 J. D., Amsterdam 1.— G, A., Amsterdam 1.— N. M., Den Haag 25.— A. G. V., Den Haag 10.— Mr. V., Den Haag 10.— J. H., Den Haag. ter eere van 's Pau sen gouden feest 5.— A. H. v. H., Scheveningen 2.50 1.— Fam. B., Rotterdam 5.25 N. N., Rotterdam 3.50 N. N., Rotterdam, ter eere van de 1.— II. v. K., Rotterdam 5.— 2.50 N N., Alphen a. d. Rijn 2.— G. D., ter eere van de H. Theresia 1.— Van O. te Amsterdam 10.— 2.50 P A. L. H., Rotterdam 1.— N. N., Rotterdam. Uit dankbaarheid 15.— J V. D. L., Rotterdam 1.— N. N., Rotterdam, tot zekere intentie 2.— J. G., Schiebroek 2.50 N. N., Rotterdam 10 R. K. Slagersvereeniging te Schie dam. Ter navolging 10.— A. v. Z., Rotterdam 2.50 2.50 N. N., Vlaardingen 200.— 10.— 10.— 5.— 5.— M. J. C. v. P., Den Haag 5.— H. J. W. M., Heemstede 1.— P. J. te R 500.— E. J. v. B., Den Haag 1 10 F. R. te H 20.— B. M. de V., Beverwijk 1.— f., Nijmegen 10.— „Esbe" te Z., tot zekere intentie 2.50 J. B. C., Utrecht 10 A. F. H. S., Haarlem 5.— F. T., Haarlem 2.50 J. K., Noordwijk a/Z 1.— 1.— W. L. te A 1 50 E H. J. S., Rotterdam 2.50 25. v. d. W., Hilversum 1.— L te G 5.— Uit de spaarpotjes der kinderen, van ieder 10 cents 1.— Van Moeder's huishoudgeld 1.— Van Vader 10.— F. V., Haarlem 2.50 N. N., Boxmeer, tot zekere intentie 5.— Voor de derde maal, Rotterdam 2.50 15. C. J. H., Amsterdam 5.— X. Y. Z., Heemstede 5.— in honorem S. Jozef Wijk-Maastricht 5.— K. te C 3.— f In het octaaf van het feest van de H. Theresia, voor blijvende zegen in zaken, Gouda N. N., Nederhorst den Berg T. de J., Den Haag P. S. te H J R. v. B., Rotterdam IS. A. L. B., voor de 2e maal F. J. T. M. S., Rotterdam L. F. B., Leeuwarden F B., Leeuwarden E. L. B., Leeuwarden 2.50 5.— 3.— 25.— 1.— 10.— 3.— 1.— 1.— 1.— J. L., Den Haag Th. J. M. V., Utrecht Centropa, Utrecht C. W. O., Breda C. J., Rotterdam N. N. te Gulpen W. J. H. P., Gulpen N. N. te Best C. V., Utrecht P. P. D., Amsterdam J. B .M. K., Amsterdam S. P. C., Amsterdam H. B., Amsterdam N. N., Utrecht R. C., Den Haag J P. v. L., Den Haag P. J. B„ te H Heemstede. Toe dan toch! M J. J. G., 's-Bosch B. B. te II. J. A. M. B., Utrecht Ant. W., Amsterdam A V., Amsterdam J. v. d. W., Rotterdam J. L. v. R., Rotterdam C. P. S., Hillegom H. te S J. H. te B C. D., Amsterdam L. G. te Helmond A J. S. te Warmond V. V. W. N C. C. te Dinteloord J. B. te Bussum C S. te L K S., Klundert H v. L.. Lobith N. N. te 's-Hage li. J. Naarden J Ch. B., Voorhout L. J. J. M., Heerlen H. V N. N., Roermond O. D. D., Wormerveer J. v. d. H., Hilversum J J. P. te Beek M. M. en M., Haarlem W. H„ Eindhoven W H. v. L. te Oss W. L. A. v. d. V., Breda J. A. T., Maastricht Van een student te W J. M., Valkenburg Voor 8 steentjes van 25 cents Oudenbosch II. R-, Alkmaar BK., Soest A F. M. S., te Amersfoort II., Amsterdam G F. K., Hilversum I.. A. T., Amsterdam N. N. te Eersel N. N., Roermond N. N. te Z O. L., Nijmegen J- J. S., Bedum M. S., Wormerveer Ph. J., Utrecht „De aanhouder wint", Gouda J. B. te Ysselstein Fam. R., Rotterdam. Ter eere van St. Theresia voor een genezing C. N. S., Uitgeest J. v. d. H., Oude Ade M. v. H., Steenbergen J. J. G., Arnhem Fam. P. en B., Rotterdam H. v. d. V., te Rotterdam M. te Nijmegen J. B., Leeuwen A. M. D. G., Maastricht F. S., Utrecht K de B., Tilburg K. M., Rotterdam J. B. te D H. J. T., Rijssen N. N., Rotterdam J. W., Kloetinge H. F. v. d. W., Rotterdam N. N., Rotterdam J. S.. Haarlem A. S., Haarlem J. M., Schiedam F. v. R., Utrecht V. te A W. D., Rotterdam T. B F. R., Oss K. D., Rotterdam G. v. d. I-I., Rotterdam J v. d. S., Nijmegen E. N J. J. W., Nijmegen M. A. IC., Limmel II. P. W., Bovenkarspel Th. de H., Maassluis ,T. K., Haarlem P. D., Sas van Gent F A. M., Sassenheim M F. F. M., Rotterdam II A. J. S., Eindhoven C. S., Hoorn 100.— 100.— 100, 2, 10.— 5, 10, 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 2.50 10, 2.50 10.— 5. 2.50 10. 5.— 10.— 1. 5.— J.— 2.50 25, 5.— 2.50 2.— 25.— 5 10.— 1, 2.50 10, 10, 1.— 1.— 1 1, 10.— 1.— 2.50 5.— 2.50 3.— 1 10 5.— 4 1.— 250 2.— 1.— 2.50 1.— 5.— 4.— 5.— 5 30.— 5.— 2.50 2.50 1.— 5.— 5.— 5.— 2.50 1.— 1.— 2.— 10.— 2.— 1.— 5.— 5.— 5.— 1 100. 1. 2.50 5.— 10.— 10.— 10 2.50 1.— 2.— 1.— 10.— 5.— 25.— 10.— 25.— 10.— 0.50 1.— 5 10.— 2.50 10.— 10.— 10.— 2.50 5.— 10.— 2.50 1.— v. K. te O L. W., Bloemendaal J A., Hulst N. N., Oisterwijk E. M., Rotterdam ti H. H., Deventer P. B., Voorburg J. t. H., Oosterbeek N. N., Middelburg Van M. te V Fratershuis Tilburg P. J. S., Rotterdam H. IC., Amersfoort X IJ. Z., Maastricht W. v. K.„ Zevenbergen A. W. v. d. L., Haarlem N N., Hoofddorp J. v. d. S., Rotterdam F. G., Den Haag N. N. Gebr. E., Rotterdam W A. v. B., Hilversum J. E. S., Rotterdam J. A. v. D., Ginneken R S., Overveen B. Th. K., Rotterdam IV. P. te U F. J. T., Wijtgaard II. J. P. B., Amsterdam G J. R., Amsterdam C K., Scheveningen V te E N. N., Rijswijk (Z.H.) N. N. te Sch N. N., Breda L. B„ Rotterdam M W„ Kwadendamme Th. J. S., Apeldoorn. Voor Pr. C. dat WIJ moeten bouwen J T., Tilburg I, A. M. H. T., Maastricht I«. W., 's-Bosch F. W. T„ Rotterdam W. M. H. v. L., Maastricht K.R., Helmond N N. te Delft J. C L. v. d. V., 's-Bosch P. J. v. K., Haarlem A S„ Schiedam P. J. A. W.t Schiedam Fam. O A. C., Oudenbosch N. N., Schiedam B P., Haarlem G. H., Haarlem K de M., Waalwijk A. K E. B., Den Haag J. P., Tilburg T te Stampersgat S. v. V„ Veur (Z.-H.) L. F. R., Goes J. S., Breda J. J„ Leiden N N., Rijswijk St. Gerardusklooster te Baarle- Nassau C. K., Alkmaar C. J. v. V., Voor de 2e maal. God wil het! Huize Nazareth te Tilburg W. A., Den Haag D. PI., Weesperkarspel J. A. R., Wageningen H. v. P. J. K.. Halfweg H. S., Venray N. N., Leiden H. P. Z. te L W. P. H. J., Den Haag W. J. H„ Zeist Ria W., Rotterdam Overste St. Franciscus Pensionaat, Oudewater St. Elisabethgesticht Zutphen A. v. L., Hengelo (Gld.) C. J. B., Katwijk a. d. R A. H„ Burgerbrug (Z. Zijpe) N N., Neerkant J. P., Lage Mierde G. E., Liessel A. S., Lieshout N. N., Vlaard.-Ambacht Fam. F., Rotterdam N. N., Rotterdam N N., Rotterdam D. L. v. K., Rotterdam Ora et Labora, Schiebroek Fam. v. D., Schiedam. Om Gods ze gen af te smeeken V., Rotterdam, ter eere van O. L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen J. C. S. B., Arnhem J. W. B., Rotterdam N. N. te G N. N„ Rotterdam. Uit dankbaarheid ter eere van O. L. Vrouw Rozenkr. Van een huisvader, uit dankbaar heid, Rotterdam 2.^; 25.-" 10.—'i 5.—'I 10.- 0.75 10.- 25.- 0.591 2.59 10.-1 2.59 10- 20- 10- 2.59 10.- 2.59 10 2.59 5 1 5.- 3.- 25.— L- 1.— 10.— 10.— 10 10 2.50 2.50 10.— I 2.50 1 5 2 2.50 2.50 10 5 5.— 100.— 2 10.— 5 2.50 3.50 100 1.— 2.50 1.— 3.— 1.— 2.— 2.50 1.— 2.50 15.— 25.— 1.— 10.— 10.— 5.— 5.— 10.— 25.— 2.50 5.— 25.— 1.— 5.— 25.— 5.— 5.— 7.50 2.50 1.— 2.50 10.— 5.— 2.50 1.— 1.— 10.— 2.50 1.— 2.50 2.— 3.— 3.— 10.— 10.— 12.50 100.— 10.— 2.— Totaal 10 371.87 Een humoristisch griezelverhaal. door WILLIAM CAINE. 42.) John was eerst een beetje terneergeslagen, toen hij ontdekte, dat het precies dezelfde af spanning was, waar hij zijn menschen had wil len uitnoodigen, de Rio dit en dat stroomde beneden hun voeten, de watervallen van weet ik veel waren aan den linkerkant zichtbaar. Och wat, dacht hij, terwijl hij ondertusschen een olijf aflikte. Het is in ieder geval een heel goed teeken, dat zij haar schilderij voor hem in den steek laat. Aldus getroost en zijn oogen voortdurend op Mercedes gericht, bad hij een uitstekende lunch. Toen zij eindelijk genoeg hadden van vleesch en drank, spreidden zij een paar plaids onder de kurkboomen, rookten sigaretten en voelden zich uitstekend op hun gemak. John inviteerde ze alvast voor een gelijk soortige picnic voor den volgenden dag en ver zocht zijn gasten om samen een heerlijk plakje uit te zoeken. Dat werd hem verschaft. Ann haalde den Baedeker aan, die met een sterretje de mooiste punten in den omtrek vermeldde. Het schilderij scheen in eens zijn hooge be langstelling verloren te hebben. Quesada en Mercedes, plaatselijke autoriteiten, zongen den lof van verschillende ideale plaatsjes, maar op hun eigen Spaansche manier. Er was zoo wei nig variatie in de uitgekozen woorden, waar mee zij de schoonheid van hun land bepleitten, dat men of geen of alle tegelijk moest bezoeken. Eindelijk werd er een keus gemaakt, doordat de Hark die het gesprek dat in het Spaansch gevoerd werd maar half gevolgd had, lukraak een naam liet ontsnappen. Ann verzocht signora Quesada om een heer lijk diner mee te komen oppeuzelen, dat voor het eerst in haar eigen huis was bereid. Dan zouden zij allemaal weer eens bij elkaar zijn. De signora nam het voorstel met beide han den aan. Ook kolonel Ribera zou komen, had Ann gezegd. Mercedes begon haar hersens af te pij nigen, hoe zij een verontschuldiging kon vinden. Carlos had een gitaar opgescharreld in de herberg. Het was werkelijk onmogelijk in San Pablo om plezier te hebben zonder een gitaar. Mercedes danste onder de kurkboomen. John dankte den hemel, dat hij geboren was. Eindelijk werd het noodig om den waterval te bezoeken. Signora, die een ouderwetsche fijne attentie had voor haar spijsverteringsorganen, besloot om niet van haar boom weg te gaan. Mercedes zei, dat zij absoluut bij Tereza wilde blijven, maar Tereza stuurde haar met allerlei scheld- en vleiwoordjes weg. Jou kleine luilak! schreeuwde zij, wil je wel eens maken, dat je weg komt! Lui var ken! Vooruit! Je wordt zoo vet als een gans en voor een danseres is dik zijn de onder gang! Loopen, klimmen rennen, zweeten! Wat zou jij hier moeten doen en wat zou ik hier met jou moeten doen? Op mijn leeftijd is het noo dig om na een grooten maaltijd behoorlijk rust te nemen. Volledige rust, zeg ik je, zoowel van lichaam als geest. Mijn maag heeft al mijn vi taliteit noodig. Ik mag daarvan niets vrijgeven voor al de praatjes waarin jullie mij met alle kracht willen lokken. Neen, je zult me niet hebben. Ik laat mij niet meetronen. Laat mij hier maar eens rustig nadenken over jullie dwaasheden en mijn eigen deugden. Vooruit, weg! Zij gooide haar mond open als een schuur deur en nestelde zich toen weer tegen haar kurkboom aan. Zoo kwam het dat zij met hun vijven het steile pad, langs de rivier opklommen, twee paren en een vijfde wiel. Het is verschrikkelijk om altijd vijfde te zijn. De Hark had echter geen illusies meer over de bijzondere kwaliteiten, die zij scheen te be zitten. Zij scheen volkomen vertrouwd en ge troost met de rol, die sommige onzelfzuchtige kleine vrouwtjes op zich weten te nemen: die van het te veel zijn. Hoe 'n goede vriendin je ook mag zijn van een schatrijke en jonge aar dige dame, Indien je tevens haar metgezellin blijft, zul je van tijd tot tijd bemerken, dat je in den weg staat. Niet dat Ann in de vijf lange jaren, dat zij nu al samen woonden de Hark jok maar een enkelen keer reden had gegeven om te veronderstellen, dat haar gezelschap on- gewenscht was. Maar het gevoel zelf: te veel, over, een derde of een vijfde te zijn, wordt een voordurende last dezer menschen. Zelfs indien men in de meest fortuinlijke omstandigheden op dit gebied verkeert, ontsnapt men er niet aan. Had de Hark dan ook maar een seconde kunnen veronderstellen, dat John een bijzon dere reden had om met Mercedes alleen te zijn dan zou zij ongetwijfeld, zoo'n verrukkelijk schepsel was zij nu eenmaal onmiddellijk vermoeidheid hebben gefingeerd en achter zjjn gebleven. Maar het paar, dat op het oogen blik het meest haar gedachten bezig hield, was reeds samen het rotsachtige pad opgeklommen en zij meende, dat zij voor de twee overigen geen onaangename derde zou zijn. Daar komt nog bij, dat zij beslist de watervallen wenschte te zien, omdat mr. Baedeker op dit punt bijzon der lyrisch was geworden, omdat zij het pad niet kende, niet wist hoe lang en hoe steil het was en ten slotte overtuigd was, dat signora Quesada niet het minste genoegen zou vinden in haar gezelschap. Daarom had zij zich vast geklampt aan John en Mercedes, met de voor opgestelde bedoeling als een rem te werken op hun mogelijke achtervolging van Ann en Quesada. Daardoor kwam het ook dat dit drietal zoo lamlendig en zwijgend mogelijk Voortwandelde, als men zich maar denken kan. Mercedes ging voorop. Zij had op dat oogenblik genoeg aar haar gedachten, wat die ook mochten zijn. Dan kwam de Hark, die al begon te steunen, pijn kreeg aan haar voeten en de kurkboomen be gon te betreuren. John sloot den stoet. Hij had zijn handen stevig geplant in den kleinen ma- geren rug van de Hark en duwde haar zwijg zaam voort. Ach, zullen wij dit vervelende gezelschap maar niet verlaten? II. Ann was zoo dolgelukkig, dat zij niet den minsten last had van het pad. Quesada volgde. had den meesten schik in hun groote snelheid m dankte John Billing. Eigenlijk had hij de Hark moeten danken, want als John Billing kans had gezien, zou hij haar zonder de minste wroeging Quesada en Ann op den nek hebben geschoven. Ann werd door een buitengewone levens kracht naar boven gestuwd. Telkens verander de er iets, alles scheen veranderd. Tien jaar was het geleden sinds zij de wereld gezien had, maar zij herkende alles onmiddellijk. Waar had zij ondertusschen toch geleefd? Hoe had zij voort kunnen zeulen zonder zich dit af te vragen, zonder zorgen? Het was zeker niet In dit verrukkelijke paradijs, dat haar nu omgaf. Gisteren zou dit hoogstens een heel aardig panorama zijn geweest waarover zij met enkele bewonderende woorden haar vreugde had ge uit. Zij zou misschien wat gezegd hebben van het aardige stroompje, dat langs de rotsen en hoornen buitelde, zooals er wel honderden an dere hellingen zijn, die steeds voeren naar den onvermijdelijken waterval. Vandaag was het een tuin, die speciaal voor haar was geteekend door den een of anderen genialen Kubla Khan, het domein van Arnheim, een overdadig rijk betooverd sprookjesland, waar het water de meest delicate muziek in haar ooren zond, welks steenen paars aan haar voeten lagen, welks geur was als de geur der Molukken. Tien jaar geleden was de omtrek van Hurst iets dergelijks geweest, maar niet precies oen der. Dit was mooier en beter dan Hurst. De we reld was beslist sinds haar afwezigheid vooruit gegaan. Alles scheen haar nu helderder, een voudiger, mooier. Er waren minder prachtige gouden misten, die de lijnen wat vager maak ten, die de leelijke plekken iets verborgen, die de details verdoezelden. Dat was het ontwaken geweest. Nu was de zon opgekomen, helder scheen hij op de heuveltoppen en haar glans stroomde neer van alle dingen. Werkelijk er was iets veranderd. Zijn stem was anders, zijn oogen spraken van nieuwe dingen. Gisterenavond had zij niets gekend dan vriendschap. Vandaag was er wat? Zij wist het. Haar hart begon hevig te kloppen en zij zei tegen zich zelfs. Wanneer zal hij spreken? Nu? Vanavond? Morgen? Overmorgen?. Hier wortelde de kwestie. Nu het feit van hun liefde eenmaal vast stond, was iedere mi nuut, dat zij dit niet bekenden, verloren. Hoe lang had zij zonder moeten leven! Plotseling was het op haar neergestroomd als een wervel wind en zij bekende nu, dat zij al dien tijd ge- Bmacht had van verlangen naar hem. Het was werkelijk iets om hem met open armen te kun nen begroeten. Toe, dat het toch vlug mochi komen, hoe eerder hoe liever. Tien jaar had zij geleefd voor haar schil derijen. Dat er nu tien nieuwe Jaren van liefde mochten komen. Waar had zij die verandering aan te danken? Och, zij vroeg het zich maar niet af. Waar had zij voor gewerkt? Het kon haar niets schelen. Wat was het? Zij wist, wat het was. Hier was het. Zij had het gezien, toen hij het atelier binnen kwam. De manier, waarop hij de deur had ge opend, zijn eerste stappen die hij in haar huis had gezet, hadden alles verraden. Die hadden reeds gesproken van de boodschap, die in zijn oogen lag. Haar hart sprong op om de stem van zijn hart te beantwoorden. Of zij en Merce des en John trek hadden om met zijn moeder en met hem fté gaan picnlkken bij de water vallen? Hoe heette die kleine rivier ook al weer? O, zij was het heelemaal vergeten, zij had er niet eens naar geluisterd. Zij wist alleen nog maar, dat zij een invitatie had gehoord om te gaan picnikken. Ineens had zij het aanvaard, terwijl zij al haar schilderijen naar de weer licht had laten loopen. Wat kon haar vandaag het schilderen schelen? Zou zij niet straks op het mos kunnen zitten. Zij ging picnikken met den man, dien zij beminde, den man, die haar beminde! Dat had zijn stem haar gezegd. Hij zou eerst een wagen halen en zou dien ouden John bij het hotel oppikken. Zij zouden naar Bignorita Quesada gaan en haar tegen half een komen ophalen en dan bij de rivier lunchen in een bijna ineengezakte herberg, die daar stond. O, hij gaf haar de verzekering, dat het in orde zou zijn. Het was een tamelijk eenvoudige be weging maar uitstekend. Wat kon het haar schelen of het eten goed was, of er al of niet servetten op tafel zouden liggen? Zij werd be mind, dat zeiden haar zijn oogen. Wat kwam het er nog op aan, dat hij ge meenplaatsen, kleine vleierijtjes tegen haar had uitgebabbeld. Niet den vorm van de viool, maar deu rijkdom van de tonen moest men bewonderen. En al dien tijd, gedurende den tocht in den auto, tijdens de lunch, had zij zijn fluweelen stem vernomen. Nu hij achter haar aanstapte zonder een woord te spreken, klonk het nog tot haar door bij deze hemelsche mu ziek en speelde de stroom een overheerlijk ac compagnement. Wanneer? dacht zij. Nu? Vanavond? Morgen? Het -zou nu zijn! Het pad splitste zich. Een kant ging naar den voet van den waterval, die daar op een hoogte van veertig voet steil neerstortte in een schuimenden vijver. Het andere klom nog hooger tusschen de boomen. Zij waren nu in een klein amphitheater van groen, zonneschijn, schaduwen en koelte, waarin het licht trillend door het jonge gebladerte drong. In den water val schilderde de zon het prachtigste, beweeg- ijkste, opgewektste schilderij voor hun beiden alleen. Aan hun voeten liep de stroom lachend met hun klein geheim weg, alsof hij het wilds overbrieven aan de bewoners van den oceaan. Boven hun hoofden schenen de heuvels hun halzen te rekken om den myriaden bewoners van den hemel het nieuwe gerucht over te fluisteren. Qesada legde een hand op haar arm. ZIJ bleef staan en keek hem aan. Hij zei: Weet je het? Zij zei: Ik weet het. Even later zei zij: Hoe weet jij, dat ik het wist? En hij antwoordde: Kijk mij nog maar eens in mijn oogen. Zoo zit het. Ilt wilde het je niet eerder zeggen. Je wist het zelf niet. Ja, ik wist het al, voordat wij Madrid verlieten. En je hebt het al die eeuwen voor mij verborgen gehouden? (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 6