Uit het wetboek der vreugde Kinderlijfje (leeftijd 3 jaar) Voor de middag uren Tafeldekken en tafeldienen De Zakdoek Recepten voor de keuken Huis- en eetkamer VRIJDAG 4 OCTOBER 1929 Vadamecum, onze levensgezellin a f. j. ^imn^nmiii© njüjCüüilj jrt IV. Das Licht, das du dort gesehen, Umglanzt dich mild auf fjnstem Wegen. Het Licht, dat ge daar hebt aanschouwd, Beschijne U op donkere wegen (Uhland) Zoo zijn we dan na 'n langen tocht aange komen in het beloofde land, waar de vreugde Zingt: Wie herrlich lacht Mir die Natur! Wie glanzt die Sonne, Wie leuchtet der Flur! Es dringen Blilten Aus jedem Fweig. Und tausend Stimmen aus dem Gestreich! Hoe heerlijk lacht Hier de natuur! Hoe straalt de zon, Hoe blinkt de bodem! Knoppen zwellen Uit alle twijgen, En duizend stemmen uit iederen struik! 1 Es freue sich Wer da atmet im rosigen Licht! Hjj juiche, die ademt in 't rozige licht! (Schiller) Welnu dan, zet nu wijd open *Ue deuren van alle kamers in uw hart en laat de vreugde binnen, de ware sterke vreugde om alles wat God u overzendt! Want geen mensch kan goed en gelukkig zijn, die de vreugde sluit buiten de deur. Geen arbeid kan blijvende vrucht dragen, die niet met blijheid geschiedt. Niet de oppervlakkige uitgelaten vroolijkheid, die den ernst des levens miskent, en de diepe beteekenis van zorg en leed voorbij wil zien, neen, de waarachtige blijheid om 't leven zelf, die zelfs in de uren der zwaarste beproevingen niet sterven kan, wijl zij vast in Gods waar achtige schoonheid en goedheid gegrondvest staat. Daarom zegt ook Sint Paulus, dat wij altijd blij moeten zijn. „Ik zeg u: verheugt u altijd maar in den Heer. We moeten de vreugde niet verstaan als een toespijs voor Zon- en feestdagen of als een Paasch-best costuum,-dat we dra weer uitschieten zoodra 't gewone leven weer begint. Neen, juist ons gewone leven en onze werkdag met al z'n lief en leed, z'n zorgen en kommer en z'n duizend zware lasten moet met vreugde doordeesemd zijn. Niet enkel een blij gezicht zetten als 't Zondag is en heel mooi weer, maar ook op Maandagmorgen en geen mooi weer. Niet enkel blij en opgewekt buiten ons gezin en buiten eigen dagtaak, maar ook in eigen kring altijd vreugde-boodschappen! Een vriend met 'n blij en lachend gezicht is zulk een troost op menig donker pad! Hoeveel mi serie jaagt dat niet weg achter de poorten der vergetelheid! Hoeveel blijde levensvreugde haalt dat niet triomfantelijk binnen! Eer. lachend oog en blijde glimlach vaagt de wol ken van ontstemming weg en zet soms plot seling onzen donkeren zielen-hemel weer in stralenden middaggloed! 'k Vond eens op 'n gedachtenisplaatje dit lieve versje van een voor mi) onbekenden dichter, dat 'k hier wil overschrijven, omdat het zooveel levenswaarheid behelst. Het was slechts een zonnige glimlach, Het was slechts een vriendelijk woord, Maar 't verdreef toch droevige neev'len En 't heeft sombere gedachten verstoord. Het was slechts een hartelijk knikje, De troostende druk van een hand, Toch was 't als 'n boog in de wolken, Die hemel en aarde omspant. Eén glimlach kan smarten verzachten, Eén woord kan bevrijden van druk, Eén handdruk kan zonden verhind'ren Vernieuwen geloof en geluk. 't Kast soms zoo weinig te geven Woord, glimlach en helpende hand, Doch arm en koud is een leven, Waar nooit zulk een trooster belandt! En dan moet 'k hier even denken aan den leefregel dien ik eens vond bij een verren vriend, dien 'k zou willen schrijven boven iedere deur van ieder huis waar menschen in en uit gaan, menschen die zelf blij willen zijn en ook anderen blij willen maken. Hij draagt als opschrift: weldaden die niets kosten en toch zoo kostbaar zijn! „Een vriendelijke lach bü de eentonigheid van het alledaagsche werk! Een woord van waardeering en lof voor het goede van onzen evenmensch. Een vriendelijk, goed woord voor de lieve lingen van God, de kinderen! Een warme handdruk voor hen, die veel leed dragen! Een geduldig verdragen van lastigen en ongeduldigen Een blik van medelijden met hen, die in 't verborgen lijden. Een woord van opwekking en troost aan hen, die in nood verkeeren. Een goede raad aan een verren vriend. Een hartelijke groef aan den mindere of onbekenden vreemdeling! Een eerlijke bekentenis van het begane on recht aan een onschuldige. Een belijdenis van eigen zwakheid aan den gevallene en verstooten schuldige! Een heilwensch aan den blijde en gelukkige. Gods zegen en liefde aan den vijand van eigen huis! Zjjn vrede en verzoening aan den gram storige! Welnu, voor wij scheiden, deze afscheidsgroet: Vaart wel; weest blij, weest vroolijk, weest opge wekt en blijmoedig! „Haal de vlag van uw diepzinnige blijheid hoog in top! „Laat uitwaaien den kleurigen wimpel van uw „vroolijkheid langs mond en lippen; ontplooit „op uw wangen de wapperende banen van uw „frisschen lustigen lach! „Laat uw blijde Ziel, uw Juichend hart op uw „gezicht naar buiten zwieren tot een vlammende „banier voor allen, die voorbijgaan." (Dr. Jac. v. Ginneken). Laat de vreugde stralen uit uw oogen; vlam men op uw voorhoofd gloeien en uw handen bloeien in uw hart, branden in uw ziel en zingen in uw huis! Zingt luid en blij 't juichende lied van uw roomsche blijheid! Fierheid en blijheid doorglanst ons leven Wij zijn van adel en christelijken stam. Moesten w' ln strijd of ln lijden sneven, Niemand, die ons de blijdschap ontnam. Fierheid in 't oog, blijheid van binnen, Fier in 't strijden, blijde bij 't winnen, Jezus, de zege van oudsher voorspeld! Andren met ons ook de vreugde geschonken In Jezus' naam der aarde toegezeid. Jezus, de vreugdenblijdschap der volkeren, 't Ruische steeds breeder 't wereldruim door. Eens ga uw kruis, als 't verschijnt op de wolken, Ons Roomsche strijders in vreugd-jubel voor! Alkmaar. C. VIS, Rector. j 2 Benoodigd: Voor 2 lijfjes, 1 el james van 70 80 c.M. breedte, 14 beenen knoopjes, 2 el smal veterband. Bovenstaand lijfje kan men maken zoowel voor jongens als voor meisjes. Ze dienen cm de jarretelles aan te bevestigen en om het broekje er op vast te knoopen. Het patroontje is zeer eenvoudig. Wanneer ge een rechthoek opzet, welke 34 c.M. lang en 62 cJVf. breed »s, dan kunt ge alle overige maten hierin aftee- kenen, en ook even de lijnen op afzetten, waarop de biezen gestikt moeten worden. Het patroon kan van stof met 'A c.M. naad uit geknipt worden. Dan maakt ge van katoen uitknipsels, stukken, welke men over heeft gehouden van hemden, broeken enz., biezen, welke men 2 c.M. breed knipt, vervolgens aan beide kanten van een inslag voorziet, en dan pl.m. 1 c.M. breed zijn. Denk er vooral aan, dat de biezen alle even breed worden. Dan kunt ge alle lengte-biezen op de daarvoor aan gegeven plaatsen aan beide kanten opstikken. Voor do knoopsgaten knipt ge een dubbele bies van 33 c.M. lengte, en 3 c.M. breedte. De knoopsgaten staan op c.M. van elkaar, dus knipt ge van boven af eerst cp 2 c.M. door, dan op 9 c.M., 9 c.M., 9 c.M., 9 c.M., waarna ge deze in de breedte tegen elkaar stikt. Zoodoende worden (zie teekening) de knoopsgaten gevermd. Deze "Stukjes legt men met den verkeerden kant op den verkeerden kant van het lijfje: men stikt er de bies op, waarna deze plat wordt gestikt. Voor den knoopenkant knipt men een dubbele bles van 32 c.M. lengte, en 3 c.M. breedte. De knoopjes rijgt men aan een 5 c.M. lang stukje veter band, waarna ge ze op de aangegeven plaat sen even aanhecht, en de bies op dezelfde manier aan het lijfje bevestigt als de bies van den knoopsgatenkant. De zijkanten hiervan werkt ge af met een bies, welke men 3 c.M. breed knipt. Deze wordt aan- en omgestikt en is dan ook na afwerking één c.M. breed. Alvorens de taillebies op te stikken, worden eerst de knoopjes weer even aangehecht, waarna ge cok den geheelen onderkant met een bies afwerkt. De schouderblaadjes stikt men met een naadje van lA c.M. naar den goeden kant. De rafels hiervan worden wegge werkt door de 1 c.M. breede bfes op te stik ken. Voor het halsje en de armsgaten neemt men een schuine bies. Is het lijfje voor een jongen, dan maakt men de knoopsgaten aan den linker-, voor een meisje aan den rech terkant. vormigen Sedert eenige weken prijken weer in de étalages van onze groote magazijnen al die mooie warme tinten der winter stoffen. We zien Engelsche fantasie-stoffen, ruiten, strepen, veel genres tweed in alle mogelijke herfsttinten, z.a. goudbruin, donkerbruin, roestbruin en bruinrood. Ook veel fluweel, wat dezen winter weer in de mode komt zoowel voor mantels als voor japonnen. Voor do laatsten wordt velourschiffon genomen, met klein bloemdessin, als het een namiddagcostuum betreft en voor avondtoiletten neemt men lichte tinten met groote bloemmotieven. Fig. 5342 toont ons een toilet, waar van de rugzijde evenveel werk is gemaakt als van de voorzijde. Het model leent zich zoowel voor een wollen stof als voor zijde en fluweel. Wat wy al meer zagen, maar wat dit seizoen ook weer zeer in den smaak zal zijn is: de groote strik op den rug en de losse tunique. Fig. 5325 is gedacht in zwart zijden crêpe marocain met een versiering in den vorm van een strik van lichtgroene zijde. Wij zouden dit model speciaal voor heel jonge meisjes willen aanraden, daar alleen heel tengere, slanke figuurtjes dezen tweeledigen rok kunnen dragen. Zooals onze teekening aangeeft, heeft de strook telkens drie kleine plooitjes en het eigenlijke rokje is geplisseerd. Fig. 5324 ook al voor heel jonge meisjes, is gemaakt van donkerrood crêpe de laine en heeft een smal plissée strookje langs den hals, dat doorloopt aan de voorzijde van de taille. Het rokje heeft een schuin oploopenden klok- volant. Een keurig eenvoudig japonnetje voor de middaguren. POLA. Bij 't dekken van de tafel voor onze gasten en bij het arrangeeren van de bediening gaan we uit van dp grondgedachte, dat we het ieder aanzittende zoo aangenaam mogelijk moeten maken. Daarom zorgen we ervoor, dat ieder aan tafel voldoende ruimte heeft, dat couverts en glazen enzoovoort zóó geplaatst worden, als dit voor de gasten het gemakkelijkst is en dat de bediening vlug, handig" en geruischloos ge schiedt. Opdat borden en schalen geruischloos kunnen worden neergezet, leggen we een lap vilt of laken onder het tafellaken. Hebben we een nieuw tafellaken, dan gebruiken we het omge zoomd, om het geheel ongerept te laten. Het moet rondom ongeveer een halven meter over den tafelrand neerhangen. Heeft men hors d'oeuvres vóór de soep, dan kunnen de hiervoor bestemde bordjes op het platte bord van iederen gast worden gezet. Rechts van het bord worden de messen ge plaatst met den scherpen kant naar het bord toe, links de vorken met de punten naar bene den en bovenaan de lepels met den hollen kant naar beneden, bovenaan den soeplepel, die het eerst gebruikt wordt, daaronder den dessert lepel. Vorken en messen worden eveneens zóó geplaatst, dat die, welke het eerst gebruikt moeten worden, aan den buitenkant liggen. Ook plaatst men wel de lepels aan den rechterkant, naast de messen. Rechts van het bord bovenaan, staan de gla zen. Men plaatst zoo veel glazen als men soor ten wijn wil schenken en een waterglas, dat tevoren drie-kwart vol geschonken wordt. Links bovenaan het bord staan peper- en zoutvaatje. De servetten worden dubbel gevouwen, met den open kant naar rechts op de borden ge legd. Hiertusschen kan men een dinerbroodje steken. Begint het diner met soep, die juist voordat de gasten aan tafel komen, wordt opgediend, dan legt men de servetten aan den bovenkant van het bord. Bij het dienen moet alles aan den linkerkant met de linkerhand geserveerd worden. Vuile borden en couverts moeten aan den rechterkant, met de rechterhand worden weg genomen. Het bedienende meisje moet in de linkerhand het dienmandje hebben, waarin ze gebruikte lepels, vorken en messen bergt en in de linker armholte houdt ze de opgehaalde borden vast. Na den laatsten gang worden .tegelijk met de fruitbordjes, vingerkommetjes binnen ge bracht. Op ieder bordje wordt een fruitmesje en fruitvorkje geplaatst en middenop het frult- bordje. op 'n klein kanten kleedje, 'n vinger kommetje half vol water. In de vingerkom metjes kan men een dun schijfje citroen laten drijven of 'n kleine bloem. De gifsten nemen vingerkommetje met kleedje zelf van het fruit- bord en plaatsen dit links naast hun bord. Vleesch moet, vóór het op tafel komt, wor den gesneden, gevogelte moet tevoren getran cheerd worden. MARJOLIJN. Werkelijk 't is een onderwerp van belang: de zakdoek. Ten minste, zoolang we nog niet zoover zijn, dat we 't met papieren zakdoeken afdoen. In voorbereidende scholen zijn die we! DINY. al in trek, maar dan gewoonlijk in den vorm van een rol W.C.-papier, waarvan vcor ieder, die geen „echte" zakdoek bezit, een papier wordt afgescheurd. Voor t.b.c.-lijders worden ze in meer gecivili- seerden vorm gebruikt, verstrekt door huisbe zoekster of door de vereeniging tot bestrijding van t.b.c. Maar de gewone katoenen of linnen zakdoek, daarover wilde ik het hebben. Want die is voor mij een bron van zorg en ergernis. Een bron van zorg, omdat 't nu eenmaal buitengewoon moeilijk voor kinderen schijnt te zijn, om de noodzakelijkheid van 't bij zich hebben van zoo'n nuttig artikel te beseffen. En een bron van ergernis, omdat bijna alle kinderen bij ons komen zonder behoorlijke bergplaats in hun kleeren voor dit onmisbaar artikel. Of is het directoirtje een geschikte zak? Vergis ik me nu zoo daarin, dat ik dat erg onfrisch vind? En dat ik de wijze, waarop zelfs volwassen meisjes haar zakdoek daaruit opdie pen, hoogst onaesthetisch vind. De mouw van jumper of jurk kan me ook niet bekoren als zak; zoo'n uitwas daaraan is werkelijk geen versiering! Eon taschje, dat overal mee gesleept moet worden, is dat dan de oplossing? Ook niet, want een verkouden kind, dat zijn zakdoek in zoo'n niet geregeld te reinigen siertaschje(??) stopt, heeft gewoonlijk een vrij onsmakelijken zakdoek. Waarom kan een kind toch niet een gewoon zakje op zijn pakje gestikt hebben? Wel zou ik dan als eisch willen stellen, dat 't pakje waschfcaar is, anders vind ik 't nog onfrisch. Jongens hebben gelukkig altijd broekzakken, die zijn er dus gevjoonlijk beter aan toe dan onze meisjes. Voor d5 meisjes lijkt mij de beste oplossing een zakje gestikt op haar onderjurkje, midden op 't rokje. Worden de meisjes te groot om telkens haar rok op te lichten, dan kan er een klein splitje in het rekje gemaakt worden, zóó, dat de rech terhand daardoor gemakkelijk den zak bereiken kan. Als iedere moeder haar kind nu eens voor het zesde jaar trainde in dit cpzicht en al heel jong het kind een eigen zakdoek in zijn zak gaf, zou er dan niet een vaste gewoonte ont staan en zcu het kind dan den zakdoek niet als een even noodzakelijk artikel gaan beschouwen als zijn broek of zijn buis? Maar moet moeder dan ook niet zelf het goede voorbeeld geven en haar zakdoek ook een behoorlijke bergplaats geven? Het valt me tel kens op, hoeveel menschen, die kinderen te verzorgen hebben, hun zakdoek laten slingeren, of hem niet bij de hand hebben, als ze hem noodig hebben. Ons klimaat maakt 't nu een maal voer de msesten absoluut noodzakelijk, om ten allen tijde over een zakdoek te kunnen beschikken, tenzij het recept gevonden wordt om in Holland een jaar rond te komen zonder de traditioneele „verkoudheid"! Ia. b GERECHTEN VOOR DE KOFFIETAFEL RIJSTSCHOTEL 200 gram rijst; 1 uitje; 40 gram geraspte kaas; 4 eetlepels tomaten-purée; 1 eetlepel fijngehakte peterselie; 40 gram boter; peper en zout. Bereiding: Wasch de rijst eenige malen in koud water, zet ze op met driemaal zooveel koud water als rijst (d.i. in dit geval ongeveer 600 gr., d.i. 6 L. water), voeg er ongeveer 5 grarn zout bij en breng de rijst vlug aan de kook- Laat ze in ongeveer 20 a 30 minuten gaar koken. Snipper de ui zeer fijn en fruit hem in de boter lichtgeel. Roer door de gaargekookte rijst, voordat ze geheel droog ls de gefruite ui, de tomaten- purée, de geraspte kaas, de fijngehakte peter selie en leus peper. Dien het gerecht zoo warm mogelijk op. (Deze schotel is ook zeer geschikt op vas tendagen bij het middagmaal). SCHOTELTJE VAN OVERGESCHOTEN VLEESCH MET RIJST EN TOMATEN pl.m. 300 gram vleeschresten; pl.m. 300 gram gaargekookte rijst (d.i. pl.m. 100 gr. rauwe); 4 5 tomaten; paar lepels jus of bouillon; pl.m. 30 gram boter; kleine ui; peper, zout, noot. Bereiding: Hak of snijd het vleesch fijn, zet het op met eenige lepels bouillon of bruin van jus, verdund met water of melk, wat fijn geraspte ui, peper, noot en zout. Laat het vleesch hier mede zachtjes stoven tot het malsch en lek ker van smaak is geworden. Wasch de toma ten, snijd ze in vrij dikke schijven en bestrooi ze met eefl mengsel van peper en zout. Wrijf een, zoo mogelijk diepen schotel in met beter, leg onderin een laag van het vleesch en daar op naast elkaar schijfjes tomaat, daarop een laag rijst en bedek deze weer met plakjes tomaat, leg daarop weer vleesch en ga zoo voort tot alles verbruikt is. Bedek de bovenste laag met een dun laagje paneermeel, leg hier en daar klontjes boter en laat den schotel in een vrij warmen oven warm en lichtbruin worden gecrurende 20 a 30 minuten. TOMATEN-SCHOTELTJE A LA MINUTE 2 groote, rijpe tomaten; 1 lepel boter; citroensap; zout; Bereiding: Spoel de tomaten af en als men 't snel nc- reiden wil, snijd ze in dunne plakken. Braad de boter in een vuurvast schoteltje lichtbruin. Leg de tomatenschijven er naast elkaar in, be strooi ze met een halven theelepel tafelzout en druk er een schijfje citroen boven uit. Keer vervolgens de tomaten, bak ze nog even aan den anderen kant en het schoteltje is gereed. Wil men dit gerecht voor meerdere personen klaarmaken, leg dan eenige laagjes op elkaar, bestrooi 't, geheel met paneermeel 1 en leg hier en daar eenige klontjes boter en zet het schoteltje dan pl.m. 30 minuten in een oven. N.B. Op zichzelf is dit een smakelijk ge recht, ook bij koud vleesch of macaroni of een rest princesseboonen is het een zeer goed toevoegsel. EIEREN MET HAM IN VORMPJES 4 Eieren; 50 gram ham; boter. Bereiding: Hak de ham in kleine stukjes. Wrijf souf flépotjes of kopjes in met boter. Scheid elk ei in. wit en geel. Klop het wit een weinig los en klop er deel van de ham door. Doe dit in één van de patjes of kopjes en laat den dooier er zeer voorzichtig inglijden, zóó, dat hij ongeveer in 't midden komt te liggen en niet stuk gaat. Behandel alle eieren op deze wijze en plaats de potjes in een pan met kokend water en laat de eieren stollen. Stort ze af op een rond stukje gebakken brood of op een schotel. Er zijn verschillende manieren waarop men zijn eetkamer modern kan inrichten en tevens gezellig. Dit laatste vooral dienen we wel in overweging te nemen, want de tegenwoordige eetkamer, vroeger alleen voor dit doel gebruikt, is thans een kamer, waarin we tevens visites ontvangen, terwijl er ook dikwijls nog een schrijfbureau in staat, zoo dat de heer des huizes 's avonds, al heeft hij nog eenig werk, dit in den familie-kring kan uitvoeren. Kortom, de eetkamer is nu een kamer, welke den geheelen dag in gebruik is, zij moet dus zoo gezellig en comfortabel moge lijk ingericht worden. Tusschen de moderne meubels naar ouden stijl gekozen, ontdekken we vaak een ge kleurd gelakt stuk, hetzij een tafeltje, bank je, rek of ook een oude ets, een rood ge lakte klok uit Grootmoeders tijd, het ver levendigt 't effect. De nieuwe schaduwstof, de stof aan beide kanten 't zelfde, verkrijgbaar in mooie bloemontwerpen (dahlia's enz.) vaak in beige grond met wijnkleur, blauw, of rozen rood, maken prachtige eetkamer-gordijnen, vooral bij een meubileering van notenhout. Bij een meubileering in Jacobijn-stijl kiest met het Jacobijn-boom-ontwerp, De moderne ribstoffen, in elkaar vloeiende strepen (banen) groen, licht-groen, goud bruin, goud-geel enz., zijn ook mooi en sterk voor gordijn- en stoelbekleeding. Wanneer u een houten vloer zonder zeil belegd wilt heb ben, dan kunt u het best gekookte olie ver mengen met terpentijn (half om half) en daar mede den grond bewerken. De olie kunnen we in iedere dogisterij koopen. Wilt u den grond donker hebben, dan wordt wat bruin of berlijnsch zwart toegevoegd. Als de grond droog is, polijsten we hem met bijen was ,of bedekken hem met een laag politoer- polijstmiddel, dat eenvoudig beschilderd wordt. Het middengedeelte bedekken we met een karpet. gemakkelijk bij een crapaud en kunnen er iets opzetten, terwijl de tafeltjes in elkaar gescho ven weinig ruimte innemen. In donker gemeubelde kamers kiezen we een gekleurde nesttafel, b.v. geel, groen en oranje te zamen. Het is beslist een goed idéé om in onze huis kamer een rek of standaard te hebben voor kranten en tijdschriften. Los slingerende kran ten en boeken geven een rommeligen indruk. In de ouderwetsche, modern gemaakte stijlen Mooi, warm grijs, oploopend zacht donker groen of beige, noten-bruin, donker-bruin zijn de meest aangewezen kleuren voor een kamer, welke veel in gebruik is. Op een donker kleed b.v. zwart, ziet men alles. De nieuwe jaspé linoleums, in gespikkeld groen met geel, bruin met geel, grijs met rood en zwart, zoowel als de groote tegelontwerpen, soms in onregelmatige groote en rijke kleuren, zijn alle voor eetkamers. Is uw huis ultra modern, dan kiest u de laat ste tegelontwerpen, verschillende groote tegels van indigo-blauw, oranje, donker-groen en donker-bruin te zamen. Gekleurde damast linnen tafelkleeden met open Zoomen, staan mooi bij donkere meubels. Een nesttafel, ver schillende losse tafeltjes, sluitend in of onder elkaar, zullen ons uitstekend te pas komen, als we visite krijgen. We schuiven zoo'n tafeltje zien we aardige rekke», sommige met zijwan den van gevlochten matten. Een laag tafeltje van wortelnotenhout met daaromheen gegroepeerd wat gemakkelijke lage stoelen, zal een gezellig hoekje voor theedrinken vormen. De ronde tafel was dikwijls wel een bezwaar voor de eetkamer, daar deze te klein was. Onze teekening laat zien, hoe ook daarvoor een oplossing is gevonden. Een gemakkelijke rookstandaard, zooals op bijgaande afdeelding. is ook te apprecieeren, de standaard is gemon teerd met opklapbare zijbordjes om sigaren en sigaretten en ook nog een theekopje op te zetten. De eerste teekening laat een schrijfbureau i» Jacobijn-stijl zien, welk meubel werkelijk heel goed in een huiskamer zal aandoen. ANEMOON»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 2