3
ie
i
1
9
1
13fSm
1 M -
Van kleinigheden gesproken
Sevilla, de slavenstad
- JU<>
m
WOENSDAG 9 OCTOBER 1929
tTWEEDE BLAD.
PAGINA a
-tt-
De eerzuchtige.
V
Het fiasco der kleedinghervormers
-
ïffl flf
A
"Hr-■ -ar—-
-si-
Z
Een zonnige lentedag, die van de aarde
als een paradijs maakte.
De Wezel kwam het perron van het
kleine station opgestapt en was niet wei
nig verbaasd opeens een gezicht voor zich
te zien, waarover een duivelsche glimlach
speelde. Op hetzelfde moment wist hij dat
het gedaan was met zijn goed geluk.
Mijnheer Bert Herrap, geloof ik? sprak
een ironische stem, op rustigen, bijna lucli-
tigen toon. Heb ik je laten schrikken,
vriend Wezel? Ik zal je maar niet vertellen
waar je van beschuldigd wordt, want je
hebt de zaak heel netjes meegebracht in dat
koffertje. Maar denk er om: alles wat je
me vertelt is een officieele bekentenis.
De Wezel keek eens naar het keurig glad
geschoren gezicht van zijn ondervrager.
Dus u bent belast met mijn arres
tatie?
Ge raadt het. Ge hebt ine de heele week
al aardig wat moeite gegeven. Maar je ziet
het: tenslotte vindt men elkaar wel, als is
het in een gat zooals hier. Hoe ik eigenlijk
heet? Wel verduiveld achterdochtig van je
Doch hier heb je mijn kaartje!
Bert Harrap wiens twijfelachtige vrien
den hem alleen maar kenden onder den
bijnaam van de Wezel nam het visite
kaartje aan, en stopte het, na het bekeken
te hebben in z'n vestzak. „Inspecteur Doiv
glas Drew C.I.D." las hij, en in een hoekje
aan den linkerkant: Scotland Yard
Bert Harrap, die bookmaker was geweest
keek met belangstelling naar den niet op
zichtig, maar keurig gekleeden inspecteur
der geheime politie. Tegenslagen bij de
wedrennen hadden van hem een beroeps-
zakkenroller en een juweelendief gemaakt
Zonder opzien te baren overhandigde hij
den detective zijn leeren koffertje en luis
terde naar de bevelen welke deze hem on
opvallend maar met gezag meedeelde.
Je gaat natuurlijk met me mee naar
Scotland Yard. Wanneer de B-trein voor
Londen binnenkomt nemen we 'n leege cou
pé, als we die vinden kunnen. Want ik ken
die trucs om er aan den oenen kant in te
springen, en door het gedrang aan den an
deren kant weer te verdwijnen, begrepen.
Probeer dè.t dus maar diever niet..
Booken?
De Wezel nam een sigaret uit den prach-
tigen koker, welke hem werd voorgehouden
Dank u wel, mijnheer! U handelt als
een gentleman, zei hij dankbaar, terwijl
hij intusschen met groote oogen naar het
glinsterende voorwerp keek, dat na een mo
ment weer in den keurig getailleerden over
jas van den inspecteur verdween.
Verduiveldbromde hij tusschen
de tanden, de oogen nog steeds op de plaats
gericht, waar de gouden sigaretten-koker
was verdwenen.
Wat zegt uvroeg Drew snel.
Dat ik meega, hernam de Wezel, zijn
fout weer goedpratend. Daar komt de'trein
al
Inderdaad, de trein kwam binnen, en zoo
als de inspecteur verwacht had, bevond er
zich 'n leege coupé in, waarin ze plaats na
men in den tegenovergestelden hoek.
De Wezel deed z'n best om zich op z'n
gemak te gevoelen, maar slaagde daarin
niet al te best.
Je denkt zeker over het noodlot na,
is 't niet, Bert? vroeg de man van Scotland
Yard.
Zoo is het, mijnheer, sprak de Wezel
droog.
Je bent zeker nogal philosophisch aan
gelegd? ging de ander voort, terwijl hij be-
hagelijk de rookwolkjes uit z'n sigaret na
staarde. Zijn lach was raadselachtig.
De Wezel keek hem scherp en onderzoe
kend aan: 'tls koddig met jelui, politie-
menschen. 'tzijn altijd kleinigheden, waar-
jelui op letten.
Je zegt hert. Ik heb eens een oplicht-
ster gearresteerd, die ik herkende, doordat
ze twee zijden kousen droeg, waarvan de
een slechts 'in minimum van tint met dn
andere verschilde. Dat was de fout in den
diamant. Zoo is hert met jelui bandieten
precies hetzelfde.
Met een bijna theatralen zucht nam hij
het koffertje op zijn knie.
Gesloten, natuurlijk. Geef me even don
sleutel.
De inhoud van het lederen koffertje de
den de oogen van den inspecteur van ver
bazing glinsteren.
Een aardigen slag geslagen, moet ik
zeggen! meende de dectective. Ik geloof wel
dat barones Iimisfail blij zal zijn als ze
deze dingetjes terug ziet. Zulk een paarlen
collier mist men niet graag.
En hij hield een prachtige paarlenket-
ting in het tintelende zonlicht
Kijk, we zijn hier in Horsham geloof ik!
We stoppen hier.
Met eenige haast liet hij de kostbaarhe
den, spelden, ringen en oorhangers, weer-
in het koffertje glijden en klapte het kof
fertje. Doch toen bemerkte hij blijkbaar
dat hij het paarlencollier op de kussens
naast zich had laten liggen.
Wel heb ik!... riep hij uit Die zal
TEMIDDEN VAN DE PUINEN DER HUIZE N, die ten. offer vielen aan de groote doorbraak
te Rotterdam, overspant thans een hefbrus van zeer moderne structuur de Delftsche
Vaart.
ik maar even in mijn zak steken tot we
weer gaan rijden.
Wein'ig passagiers hier voor Londen,
merkte de Scotland-Yard agent op, terwijl
hij opstond, naar het coupéraam stapte, en
z'n hoofd er buiten stak. Alle spieren van
de Wezel waren gespannen.
Douglas Drew bleef gedurende eenige
oogenbliken staren naar de kruiers, de
juist van den anderen kant onder de per-
roinkap binnenreed. Toen draaide hij zich
met een eigenaardigen glimlach om.
De Wezel was geruischloos verdwenen
en met hem de handkofer vol juweelen. De
coupédeur stond wijd open.
Douglas Drew bleef opmerkelijk kalm.
Hij trok de coupédeur dlichrt, en liet zich
tevreden in z'n hoekje glijden.
Dat is weer eens gelukt, mompelde
hij. Vriend Wezel heeft het me al heel ge-
makelijk gemaakt... Wat een prachtig col
liertje!
En hij haalde het halssieraad voor den
dag en begon het opnieuw te bewonderen.
Even latter verdween het in den borstzak
van zijn overjas naast den sigarettenkoker.
'n Pracht-uitvinding van me, zoo re
deneerde hij luid bij zichzelf, om me voor
te doen als de detective, belast met het
zaakje. Wel gewaagd overigens, om staat
te durven maken op de onkunde van den
misdadiger omtrent het uiterlijk van een
Scotland-Yard beambte. Maar hij schijnt
niet het minste te hebben bemerkt, 't
Systeem werkt uitstekend! Geen foutje er
in! Ik heb het prachtigste stuk uit de col
lectie, en onze vriend Wezel loopt met zijn
leeren koffertje, waar het grootste deel van
den buit in ziirt, het meeste kans, te worden
gegrepen! En Ralph Furnall, alias Inspec
teur Dreiw, alias een groot aantal andero
namen lachte tevreden, toen de trein lang
zaam hot Victoria-station binnenrolde.
Hij keek dan ook niet weinig verbaasd
toen bij den ingang hem een hand op den
schouder werd gelegd. Hij meende een zij
ner vrienden, die hij minder gaarne ont
moette, te herkennen, toen hij zich omdraai
de, maar hij staarde in een hem volkomen
vreemd gezicht.
Wel verduiveldmompelde Furnall
onthutst en korzelig.
Ik ben Drew, inspecteur Douglas Drew
van Scotland Yard, zei de groote man vrien
delijk. Ik moot u arresteeren, Furnall, ver
dacht te zijn betrokken bij den diefstal van
barones Innisfail in Sussex. Ik moet u
waarschuwen.
Maar de rest van zijn woorden ging ver
loren in een heftig protest van de zijde van
Furnall.
Laat me los. Ik moot u eerlijk beken
nen, dat ik niet eens weet.riep de boos
wicht woedend uit.
Maar hij zweeg opeens, doodelijk bleek,
want de dectective had met een snel gebaar
het paarlencollier uit den borstzak van
Funnall's overjas gehaald en liet het met
een handige beweging in een zijner binnen
zaken verdwijnen.
- Tegen dè.t argument valt wel niet te
praten vriend, zei inspecteur Drew lachend
Maar we hadden je trouwens al langer in
de gaten. Daarom hebben we ook geloof
gehecht aan de inlichtingen van een onbe
kende. Maar zeg, heb je misschien ook 'n
sigaret voor me?
Werktuigelijk haalde do oplichter zijn
gouden sigarettenkoker voor den dag.
Inlichtingen? beet hij den inan toe.
Wat bedoelt U?
Ha! riep de forse he beambte met een
tevreden glimlach, terwijl hij den koker in
de hand van den bandiet scherp bekeek. Dus
hij heelt me toch de waarheid gezegd! Gek
hoe jelui bandieten soms kunnen struike
len over een kleinigheid. Opschepperij,
denk ik, hoogmoed! Ik zal het je zeggen,
'n Uur geleden werd ik opgebeld door
iemand uit Horsham. Die adviseerde me, je
aan den trein op te pikken, want hij was.
zeker dat jij het paarlencollier van barones
Inisfaiil in je borstzak had, en een naam had
opgegeven, die niet klopte met de initialen
van je sigarettenkoker. Moet ik je de hand
boeien nog aan doen, Furnall?
De bandiet keek eens nijdig naar de
initialen R. F. op zijn gouden siigaretten-
étui en stak het met een woedend gebaar
weer in den zak.
Ik zal rustig meegaan, inspecteur! zei
hij onderdaging.
In eennatuurlijk.
Fransch Filmliga.
De Parljsche correspondent van „Het Vader
land" schrijft:
„Ik ben graag in zoo'n studio d'avant garde.
Méér nog om het publiek dan om de films. Het
publiek! Wie studie maken wil van aestheten
kan hier terecht. Er zijn jongelingen met reus
achtige brillen op, die u onderhouden over het
surrealisme als bewegingskunst. Er zijn er,
die theoretiseeren over de anarchie du neant.
Van alle nationaliteiten zijn ze. Russisch, Roe-
meensch, Chineesch en Turrsch zijn talen, die
ge te kust en te keur kunt hooren. En heel de
menigte is polyglotte. Begrijpt gij een theorie
in één taal niet, fluks gaat een interlocateur
naar een andere over. Helaas, het kan u over
komen, dat ge wel de taal, maar niet de theorie
begrijpt.
De vrouwen zijn intellectueeltjes. Kom ze
niet met complimentjes aan boord, die het in
de cinéma-paleizen, op het witte doek en in de
zaal zoo goed doen. Hier zoudt ge er uw crediet
mee verspelen. Niet, dat de Eva's van de stu
dio zoo preutsch zijn. Integendeel. Van heel
wat bourgois-vooroordeelen zijn ze volmaakt
vrij. Maar ze verlangen van u, dat ge ze en
camerade behandelt. Als volmaakt-verstandige
wezens met wie ge drinken, rooken en praten
kunt. Ze vragen niet, wat ge van haar -hart
denkt, maar noodigen u naar haar brein.
Zoo wil het althans de theorie. Want de
practijk!Vergeet niet, dat al deze men
schen vrij en hopeloos-jong zijn, al zoudt ge
ze, afgaand op haar woorden, een patriarchen
leeftijd geven. Het is waar, nergens zijn de
woorden goedkooper en vluchtiger, dan in een
studio d'avant-garde."
Nu weten we 't.
Mr. Stoltzer op het Religieus-Socialistisch
Congres
,Spr. behandelde vervolgens de van Chris
telijke zijde vaak gehoorde bewering, dat een
socialistische gemeenschap slechts mogelijk zou
zijn Indien de menschen engelen waren.
Het tegendeel is waa r."
F
Wij vermeldden verleden week dat de kam
pioen harddraver Ago Kann te Joure officieel
gehuldigd zou worden.
Dit schijnt nu gebeurd, maar het paard heeft
zijn pikeur afgeworpen en met gekneusden
schouder laten liggen en verder de ronde
alleen gemaakt. Hij deed dit ten minste na de
huldiging. De eer was hem zeker naar het
hoofd gestegen.
s
Compliment.
Gastvrouw over haar nieuwe dienstbode:
„Ze is in dienst geweest bij een zeer goede
familie
Vriendin: „Ja, 'k begrijp 't, ze wou zeker eens
veranderen."
Sevilla, de hoofdstad van Andaloesië. waar
heen thans de toeristen trekken, om er de
monujnenten van het verleden te bewonderen
en waar thans nog de vrouwen den geweldigen
haarkam en de gracieuse mantilla dragen, was
eens een centrum van den handel, wiens ge
schiedenis een reeks weinig eervolle bladzijden
beslaat in de geschiedenis der menschheid:
slavenhandel.
Columbus voerde er zijn Indiaansche slaven
aan, maar reeds lang déérvoor werden op de
slavenmarkt van Sevilla Moorsche krijgsge
vangenen verkocht.
De Middellandsche Zee heeft vermoedelijk
meer slavenschepen op haar kobaltblauwe
wateren gedragen dan de Atlantische Oceaan,
•waarover eens de negers werden vervoerd, die
thans in de Vereenigde Staten .de oorzaak zijn
'eener reeks brandende kwesties.
De slavenhandel naar de beide Amerika's
heeft slechts enkele eeuwen geduurd, terwijl de
'slavernij rond de Middellandsche Zee zich in
den nacht der prehistorie verliest.
Reeds de Phoeniciërs waren beruchte slaven
handelaars en tot midden in de negentiende
eeuw werden er op Sicilië, zij het dan in het
geheim, negerslaven gehouden.
Reeds tijdens de Moorsche overheersching
was Sevilla, dat uit de zee over de Guadalquivir
valt te bereiken, de stad, waar de slaven bijeen
gedreven werden, om er aan liefhebbers uit
alle deelen van het land verkocht te worden.
Toen de sultans nog in het prachtige Alcazir
zetelden, werden te Sevilla duizenden Span
jaarden als slaaf verkocht en na de overwin
ning der Katholieke koningen was het de beurt
aan de Mooren.
De slavenschepen ankerden, zooals thans nog
de kustzeilers, in de schaduw van den beken
den Torre del Oro, een zwaren, massieven
toren, die het woelige havenkwartier van
Sevilla beheerscht. De Mooren noemden hem
den gouden toren in verband met zijn beklee
ding van gele tegels.
Spanje en Portugal, die eerder dan het Noor
den met Midden-Afrika handel dreven, zijn de
Europeesche landen, waar de slavernij der
Afrikaansche negers het eerst is ingevoerd en
hte langst heeft bestaan. En daardoor is
Sevilla langen tijd een centrum van den slaven
handel geweest, waar ook de Portugeezen aan
de markt kwamen.
Behalve slavenhandelaars, heeft deze stad
echter ook lieden gekend, die heldhaftig tegen
het mensch-onteerende bedrijf streden.
In 1673 gaf de Dominicaner-monnik Barto-
lomeo de Albornoz een boek tegen de slavernij
uit. En te Sevilla kwamen de twee Capucijners
aan wal, die door den gouverneur van de
Filippijnen te Manilla op een schip waren ge
zet, omdat hun leven gevaar liep. Ze hadden
overal op straat tegen den slavenhandel en
de slavenhouders gepredikt
Het was Intusschen eigenaardig dat, wat de
manier van vervoer en de behandeling dei-
negerslaven aangaat, de beruchte Spanjaarden
en Portugeezen aan Engelschen en Hollanders
ten voorbeeld werden gesteld
We hebben hier Sevilla, de bekoorlijke stad
in de pittoreske vlakten van Andaloesië, als
slavenstad bij uitnemendheid genoemd. Maar
dit wil niet zeggen, dat steden in Noordelijker
landen geen slavensteden waren of zouden
hebben kunnen zijn. Plet had heel goed moge
lijk geweest, dat in Rotterdam en Amsterdam
de slaven op de markt werden verkocht.
Dat het niet geschiedde, moet aan de eigen
aardige mentaliteit van. onze geachte voor
vaderen worden geweten, die heel wat geld
verdienden aan het vervoer van slaven ze
hadden zelfs een monopolie voor de Spaansche
koloniën en de West-Indische Compagnie heeft
bij den slavenhandel goed geboerd doch het
't liefst ver van huis deden.
Een lading slaven, die in 1596 in ons land
werd aangeyoerd, bracht een groote opschud
ding te weeg en de negers werden door de
autoriteiten met de noodige plechtigheid in
vrijheid gesteld.
De Engelschen waren in dit opzicht vrij
moediger. Tot in 1750 was een stad als Liver
pool een bekende doorvoerhaven voor levend
ebbenhout, terwijl voordien Londen menig
1 zwartje had zien verkoopen.
Sevilla heeft echter in het bijzonder den
naam van slavenstad, vooral ook, omdat er
groote slavenmarkten werden gehouden. En de
Torre del Oro is er een onwankelbare getuige
van treurige dagen van voorheen.
of
Na regen komt zonneschijn.
In Amerika bestaat een vereeniging, dia
zich de hervorming der mannenkleeding ten
doel stelt.
Kort geleden verscheen er in Dultschiand
een boekje, waarin een pleidooi wordt gehou
den voor een nieuwe, practische dracht voor
het mannelijk geslacht.
Te Londen werd onlangs een vergadering
gehouden, waarin de hervormers der heeren-
kleeding hun ideeën fel verdedigden en rake
dingen zeiden, al was een paladijn van da
huidige saloncostuums hen in welsprekendheid
de baas,
Sevilla: Torre del Oro.
Tegen dezen toren heeft het gerammel der
ketenen van duizenden en duizenden slaven
opgeklonken.
Sevilla voorzag niet alleen het land van
slaven, maar ook de zee. Want wanneer er
geen boeven en krijgsgevangenen genoeg
waren, om de galeien te bemannen, werden er
slaven aan de riemen gezet.
Haar ervaring.
Een uiterlijk nogal ongemakkelijke tante van
een vrouw kwam een winkel van heerenmode
artikelen binnen.
„Ik moet boorden hebben voor m'n man",
zeide zij tot den winkelbediende.
„Goed, mevrouw", antwoordde de jongeman,
„wat is zijn maat?"
„Zijn maat, zijn maat!" vervolgde de vrouw,
„dat weet ik niet precies, maar wacht 's even
tjes
Meteen trok zij haar handschoen uit en hield
haar handen aan den bediende voor.
„Meet maar hoe groot m'n handen zijn", zeide
zij, „die passen precies om z'n hals."
Nogal hardhandig.
Officieele kennisgeving:
„Vanweg den Geneeskundigen Dienst zal op
Woensdag, Donderdag en Vrijdagavond met
zes auto's geënt worden."
1*7
Het sterke geslacht.
„Een vrouw kan veel meèr pijn verdragen
dan een man."
„Hoe weet je dat?"
„Wel, ik ben bediende in 'n schoenenzaak."
Een onverstandig propagandist voor
vereenvoudigde mannenkleeding.
ALS DE LOItDENSCHE CHAUFFEURS GA4.N STAKEN moet het personeel van de verschil
lende kantoren gaan loopen. Iets dergelijks gebeurde deze week In Londen, maar de
chauffeurs staakten niet. Zü hadden een dag vrij, vormden een orkeisfje en trokken er
met z'n airten een dlag op jgït.
De man is bezig, zich aan de slavernij der
modemagazijnen te ontworstelen.
Intusschen gaat het hier precies als bij da
vrouwen. Een kleine, dappere kern van ge-
emancipeerden bijt het spit af en verovert vrij
heden, waarvan de massa in de naaste toe
komst zal proflteeren.
De massa der mannen zucht nog, zonder zich
er maar in het minst rekenschap van te
geven, onder het juk der traditie. In deze zoo
genaamd vrije maatschappij wordt den men
schen alles voorgeschreven. Wat ze eten en
drinken moeten, hoe ze zich kleeden zullen,
welke films ze mogen zien, Iroa moeten
beginnen met hun vrëfu, wanneer ze een
uurtje vrij hebben etc. etc.
Maar desondanks meenen ze, dat ze zoo
vrij zijn als een vogel in de lucht. We zullen
hen niet uit dien droom wekken. Het ont
waken zou misschien éi te hard zijn
Doch we willen er toch Wel even op wijzen,
dat geen man vrij is in de keuze van een
voornaam ding als zijn kleeding.
Zijn hoed wordt door zijn vrouw uitgekozen,
de stof van zijn pak door zijn kleermaker, zijn
schoenen door den winkelbediende.
Nu zal men zeggen, dat het gebrek aan per
soonlijken smaak bij den man daarvan de oor
zaak is. Ongetwijfeld. Het feit wordt er ech
ter niet door weggeredeneerd.
Dit gebrek aan persoonlijken smaak heeft
overigens de mannen, die strijden voor een
hervorming der mannenkleeding, te ver doen
gaan, Ze hebben daardoor veel bedorven.
Vrouwen zonden nooit zoover gekomen zijn,
als de mannen kwamen in de snikheete maan
den, die we achter den rug hebben.
De mannen hebben toen getoond, dat ze
mannen zijn. Menschen zonder stijl.
Het eenige, wat ze bereikt hebben was, dat
ze op de geïllustreerde pagina's der interna
tionale pers belachelijk werden gemaakt.
't Was ook belachelijk. Smakeloos, stijlloos
en geestloos.
De mannen die propaganda wilden maken
voor een rationeele en practische kleeding,
vertoonden zich in pyama op straat.
Het kon niet eens origineel worden ge
noemd. Want in talrijke badplaatsen beweegt
het publiek zich in pyama aan het strand,
't Valt nog eenigszins te begrijpen.
Maar iemand, die zich in een groote stad
in pyama vertoont, geeft blijk van gebrek aan
gezond verstand.
En toch zijn er talloozen geweest, zelfs in
Parijs, dat aan de wereld den toon moet
aangeven,' als het op smaak aan komt.
In Amerika waren de pyamisten heel tal
rijk en heel smakeloos. Deze strijders voor
vereenvoudigde mannenkleeding droegen o.a.
een wandelstok, het symbool van den tijd,
waarin de kleeren den man maakten, den
man, die geen man was, omdat hij zich liet
ringelooren.
Nu deze man de kleeren heeft willen ma
ken, is het hem deerlijk mislukt. Van het
uiterste van de gekleede jas, den vadermoor
der, en de slobkous, is hij gekomen tot het
andere, dat van de pyama.
De man stapelt tegenwoordig het ééne fiasco
op het andere. Hij probeert vrede te houden
tusschen zich koortsachtig bewapenende mo-
gendheden en heeft thans zelfs een bond ge
sticht, in Duitschland, ter bescherming van
zijn rechten tegenoverde vrouwen. Daarna
kwam hij tot het fiasco der kleedinghervor-
ming. Dat is des te erger, omdat het hard
noodig is, dat er iets gedaan wordt, waardoor
het sterke geslacht van Iets bevrijd wordt,
dat erger is dan de crinoline voor de vrouw
was.
Nog is Polen echter niet verloren. De klee
dinghervormers strijden immers voor de goede
zaak. En het goede moet zegevieren.
Nog één zoo'n zomer, als we hebben gehad
en de mannen gaan gekleed op een practische,
eenvoudige manier. Dan zal er een einde
komen aan de slavernij der staande boordjes,
stijve manchetten en knellende, alle frissche
lucht afsluitende vesten