s A FEUILLETON m «w fi m m m HP m. WM wd* ''wT* mmmm m M m B m 0, f$ 2 m 'mk Wm... '0/, 1 iJif éim ézê. wé tv II De© avcmeSs PUBOL m W: m ?ÏAANDAG 14 OCTOBER 1929 EERSTE BLAD. FAGINA S. SCHAAKRUBRIEK. mm Wm HANDELSBERICHTE! DAMRUBRÏEK. ■tm/- Wé ,'f$ ri vm MARKTBERICHTEN. m, Mg wA 4/A Mé W, m WA M. y//é f 'MÉ - DE SPAANSCHE SCHATGRAVER. Eedacteur: P. A. KOETSHEID Beukelsweg 51b. Rotterdam. "Verzoeke alle mededeellngen aan bovenstaand adrea te richten. PROBLEEM No. 4219. S, BOROS Budapest, lste prijs Sachmatl 1929. Mat ln twee zetten. GOEDE OPLOSSINGEN. D. J. Caminada, den Haag alle; H. v. Gaaien, Rotterdam alle; J. L. v. Grieken, Rotterdam alle; D. de Jong, Vliseingen alle; J. Marcelis, Rotterdam alle; P. Welting, Neerloon alle; Jef Helmer, Heerlen no. 4207 en 4208; H. W. G. Kortman, Rotterdam idem; D. v. Niekerk, Rij zenburg idem; P. J. H. Willems, Schiedam idem; W. H. Haring, Kethel no. 4208; H. Leem- rijse, Doetinchem idem; H. Smeets en J. v. Geldrop, Roermond idem; H. Verheggen, Roer mond idem. CORRESPONDENTIE. E. v. P. te Z. Van al uwe oplossingen, die wij de laatste maal ontvingen, komt alleen no. 4211 met die van den auteur overeen. S. en v. G. te R. H. V. te R. Wat in no. 4207 uw bedoeling is met 1. Tf5 begrijpen we niet D. v. N. te R., P. J. H. W. te S. 1. Db3 en 1 Kg3 weerlegt zwart in no. 4209, o.i., door 1Kd6. PARTIJ No. 929. Correspondentie-partü uit de ovorwinnaars- groep. Gespeeld Januari 1927 Juni 1928. Dame-Indische verdediging. Wit: L. Probst, Duitschland. 1 c2c4 PROBLEEM No. 4220. DR. L. N. DE JONG, Ruinen. Eerste plaatsing. Zelfmat ln twee zetten. (1916.) Zwart Dr. C. Lafora, Spanje. Pg8—f6 e7e6 b7b6 LcSb7 c7c5 Pb8c6 c5X<ï4 PROBLEEM No. 4221.. JOH. SCHEEL Hemdal. Ie prijs „Hamar Stlftstindende 1929." Mat in drie zetten. 2. d2d4 3. Pgl—f3 4. e2e3 5. Lfld3 6. 0—0 7. Pble3 8. e3X<34 Tot hier hebben beide partijen de opening correct behandeld, nu wordt zwart wat wild. 8Pc6b4 9. Ld3—e2 d7—d5 Hiermede moest zwart tot na de rochade wachten. 10. c4Xd5! Pf6Xd5 11. Pf3e5! Waardoor wit de diagonaal a4e8 veroverd. Iedere poging van den tegenstander zich strijd vaardig te maken zou tot noodlottige pennin gen leiden. 11a7a6? Een- fout, die verscheidene zetten later aan den dag treed. Draaglijk ware 11Ld6; 12. Da4f Ke7; na 13. a3 kon dan 13PXC3; 14. bc, Pd5 volgen. 12. Ddl—a4f Ke8—e7 Niet 12 b5 wegens 13. LXbSj-, ab; 14. DXb5f niet -winst van twee pionnen. 13. a2a3 b6b5 Daarop had zwart klaarblijkelijk verlaten, toen hij 11. a6 speelde. Foutief ware natuurlijk 13. PXc3 wegens 14. DXb4f enz. 14. Pc3XbSÜ Geen offer op avontuur, maar de inleiding van een wijd berekende verwikkeling waartoe corres pondentie-partijen zich bijzonder leenen. 14a6Xb5 15. Da4Xb5 Lb7—a6 Stand na den 15en zet van zwart. ROTTERDAM, 12 October. BUITENLANDSCHE GRANEN. (Weekbericht van de makelaars Broedelet Bosman.) Het ,-erloop der maismarkt was gelijk aan dat der vorige weken, begin der week vast, eind der week kalm gestemd. Een flinke lading mais werd door een Rotterdamischen importeur gekocht en naar Amsterdam gedestineerd. De Douna-offertes kwamen ongeregeld en slechts met kleine kwan- tums aan de markt. Voor October aflading van den Donau bestaat wat meer attentie, daar er geruchten gaan, dat de afladers niet op tijd met de verschepingen gereed kunnen zijn en waar schijnlijk een gedeelte terug moeten koopen. Stoo- mende partijen Afrikaansche en Indische mais werden wat geschikter geoffreerd. Gerst blijft zeer kalm gestemd. Nog steeds worden afge keurde Duitsche partijen tot zeer lage prijzen geoffreerd, terwijlw stoomende partijen Tunis- gerst slechts met zeer veel moeite koopers kon den vinden. Aangediende partijen Oct. aflading van Amerlkaansche no. 2 gerst werden guldens lager geoffreerd, terwijl de prijzen van rogge en haver ook een weinig afbrokkelden. Wij noteeren: gele La Plata disp, 1928, id. aangek, ƒ190, id. stoomend ƒ191, id. Nov.-Dec. lev 197, id. Jan.-April lev. 208, Donau-Galfox- Yougo-Bulgrar Oct.-Nov. afl ƒ190, id. Nov.-Dec. ƒ190, id. Jan.-April lev. ƒ192, no. 2 witte pl. Z.-Afrik. disp. 193, no. 3 id. stoomend 193. no. 5 witte ronde Z.-Afrik. disp 193, no. 6 gele ronde Z.-Afrik. disp. ƒ193, no. 8 witte Z.-Afrik. disp. ƒ192; Amerik. gerst no. 2 Atl. haven disp. ƒ170, id. Can. haven id. 14, id. id. stoomend 171, Canada no. 4 disp. 195, 67/68 kg. Donau disp. 181, 64/65 kg. Donau disp. 17.9,. 61/62 kg. Donau aang. 173, 69/70 kg. Poolsche dips, 992, Canada Feed Haver no. 1 disp. 9.15, 38 pd. Clipped disp. 9, 51/52 kg. La Plata disp. 9, 56/57 kg. Pornm. Mecklenb. disp. 9.15, 53/54 kg. id. Oct. afl. 9, 53/54 kg. id. Oct.-Dec. afl. 9.25, 72/73 kg. La Plata rogge disp. 10.15, Amerik. no. 3 id. 10, id. Ergot id. 9.70, 74/75 kg. Hongaarsche stoom. 9.70, 73/74 kg. Duitsch-Poolsche aang. 8.75, 73/74 kg. id. Oct. afl. 8.70, 73/74 kg. id. Nov. afl. 8.80, 73/74 kg. id. Dec. afl. 9.—. Alle correspondentie te richten aan dt n lam- redacteur dezer courant- No. 86 (13 Oct. 1929). PROBLEEM No. 198. JAC. HARING Hoorn. Zwart. Oplossingen over drie weken. Deze worden bij ons ingewacht tot Dinsdag 29 October. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4206. (De oplossing hiervan had reeds de Vorige week gepubliceerd moeten worden.) 1 Pd5f4 dreiging; 2 Lc5d6f enz. 1Kf4:, Kf6:, Lf6:, Pf4:; c2 (Ld3),; 3 Dd6+, De7f, Dd4f, Ld4t, Pd3+ enz- No. 4-207. 1 Kf4—f5 enz. Dat door dezen zet Th5 overbodig wordt, heeft sommigen onzer oplos sers bevreemd, denkelijk was het ontwerp niet anders uitvoerbaar. No. 4208. 1 Lg3—h4 enz. No. 4209. 1 Pc7d5. 1P ad lib, cb5:, c5, cd5:, g4 2 Pg4f, Dc3t, Dd3, Dd5:f, Df4tf e""- Een fijne tempo-opgave. Jammer, dat ook dit brobleem neven-oplosbaar door 1 d3 dreigt zoo vel Pg4-j- als Pe8, Verzet men hier den koning g2 naar h2 en op het vrijgekomen veld g2 Oen w. pion, dan lijkt ons de zaak gezond, daar hu ig4 niet door den stillen zet 2 Pe8 ge bigd mag worden, omdat dan zwart over 2 S3 schaak heeft te beschikken Rectificatie van probleem No. 42i8. Dit probleem had een rij hooger op het dia- kram moeten staan. De stand wordt dus: Wit: Ka2, Dg3, Lh7, Pe6; d5. 2wart: Kei. DELFT, 12 October. Kaasmarkt. Aanvoer 16 stapels komijne kaas, 3396 kg. Prijs 1—1.22 per kg. Handel vlug. ROTTERDAM, 12 October. De prijzen heden besteed aan de Coöp. Tuinbouwveiling Rotter dam en Omstreken, G. A. waren als volgt: Holl. kaskomkommers le srt. 1515.30, 2e srt. 8.80, 3e srt. 4.60, Holl. platgi. komkommers le srt. 7.60—14.70, 2e srt. 5.30—9.30, 3e srt. 3.20—7.20, sla 1.40—1.90, bloemkool le srt. 1020, 2e srt. 5.10—11, uitschot 0.60—2.10, andijvie le srt. 1.602.60, 2e srt. 0.60 1.10 per 100- stuks, komkommerstek 2.604, poste lein 912, pronkboonen 513, Duitsche prinsessen 27, stamprinsessen 1928, stok- prinsessen 1325, roode kool 3.704.60, witte kool 1.10, savoye kool 6.10, groene savoye hooi 3.204.90, per 100 kg., peen 6.106.70, per 100 bos, tomaten^ A 8.5015.10, B 7.10 10.50, C 8—12.70, CC 3.90—6.40 per 100 pond, snijboonen 3141 ct., stek 1724 ct., spruiten le srt. 1314 ct„ 2e srt. 6—8 ct. per kg. Aan voer 88.000 pond tomaten. UTRECHT, 12 October. Vee. Aangevoerd 1060 runderen. Stieren 3644 ct. per half kg. handel redelijk, kalfvaarzen 150250, pinkvaarzen 70150, melkkoeien 200330, kalfkoeien 210360, vaarskoeien 110240, handel stug, slachtkoeien le srt. 4652 ct., 2e srt. 4045 ct. 3e srt. 3439 ct. per half kg., handel matig, nuchtere kalveren 11—16, handel vlug, graskal veren 4075, handel gedrukt, schapen 3042, lammeren 2027, handel matig, schrammen f 2642, varkens 4261, handel matig, biggen 1625, handel matig. Boter 1.25 per half kg. Eieren 810 ct. per stuk. Klaarblijkelijk het beste. Inpiaats nu 16. Dcöf zoo onbevangen 16. Kf6 met het vervolg 17. Pg4f (17. Lg5f KXg5; 18. PXf7f Kf6; 19. PX<38, LXc5 baat niet). 17. Kfóf18. Pe3f Kg6 en de witte dame is gevangen. 16. Lel—g5t Een gewichtige tusschenschaak, om den vijan- delijken koning den uitweg te versperren. 16f7—f6 17. Db5—c5f DdSd6 Waarom niet Ke8? Daar hierna 18. Lb5f, LX>5; 19. DXb3f, Re720. ab dreigend Pc6f zou volgen. 18. a3Xb4! Een dwaallicht zou wit door 18. DXd6f, I<Xd6 volgen bijv. 19. Pf7f, Ke7; 20. PXh8, Pc2; 21. TXa6< TXa6i 22- LXa6, LXb4 en zwart heeft tegenspel IS. Dd6Xc5 Na 18. fg kon nu goed 19. DXd!6t bene vens Pf7f met voordeel volgen. 19. b4Xc5 La6Xe2 Nog het beste Inpiaats 19. Lb7 dan 20. TXaS, LXaS21. Tal, Lb7; 22. Ta7 enz. 20. TalXa8 Le2Xfl 21. KglXfl f6XgB 22. Ta8Xa7f De pointe van de geheele lange combinatie. De zwarte koning wordt op de laatste rij gedre ven (22. Kf6?; 23. Tf7ft) en zwart kan niet- moet men voor het verkrijgen en behouden van een zachte en fraaie huid, de handen en het gelaat inwrijven met een weinig Reel. 55 VMSLG 9 Doos 30 ct. Tube 80 ct. tegenstaande een officier méér zich niet tegen den vrij-p-io-n verweeren. 22Ke7e8 23. c5c6 Pd5b6 Na 23. Le7 volgt niet 24. Ta8t LdS; 25. IXdSf. KXd8; 26. Tf7t. Ke7; 27. PXh8, Kf8 met winst van Ph8 maar sterker 24. c7 enz. 24. Ta7—b7 Ph6c8 25. Tb7—b-8 Ke8—d8 26. Pe5—f7t Kd8c7 27. TbSXc3t Ke7Xc8 28. Pf7Xh8 Nu kan dit paard nie veroverd worden. Wit heeft twee pionnen mee:-. 28Kc8c7 29. Ph8—f7 Kc7Xc6 30. Pf7Xsó Kc6—d5 31. Kfle2 Opgegeven Aanteekeningen van A. Becker in in de Wiener Schachzeitung. W i t. Zwart: 5/7, 11, 16, 18/9, 23, 35, dam op 4S. Wit: 9, 15, 21, 27, 32/3, 37, 40, 42, 44 on 50. PROBLEEM No. 199. JAC. HARING Hcorn. Zwart. ■y/M Wi 74' P'/Wfi 777, V, Wit: Zwart: 8, 11, 14, 17/9, 21. 25/7 en 29 Wit: 28, 30, 36/7, 40/3, 45 en 47. PROBLEEM No 200. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Opgedragen door den heer L. Turk, Oud-Ade. Zwart. .777/// 'A7777// W//A Wit: Zwart: 5, 9/11, 14, 17/8, 21/3, 27/9, 33 en 36. Wit: 25/6, 30, 34/5, 37/8, 4-0, 42/4 en 46/9. PROBLEEM No. 201. W. J. v. d. VOORT, Nieuw-Vennep. Zwart. Wit: Zwart: 4, 6/7, 9, 11/4, 18/9, 29 en 37. Wit: 16, 20, 26/8, 35, 38/9, 43/4, 47/8 en 50. Partij gespeeld op 12 December 19om het kampioenschap van „Constant", door H.H. Henri J. v d. Broek wit en F. Benima zwart. 1. 31—27 17—21 2. 33—28 18—23 Evenals op den eersten zet geeft aansluiten liet sterkste tegenspel. 3. 39—33 12—18 4. 44—39 7—12 Op 2025? deed wit een kaatsingslag met 2722 34—30, 40 18, 28 26 enz. 6. 50—44 Beter 34—30 of 37—31, dan bleef veld 44 vrij, om desnoods later als tempozet 49 of 50 daar heen op te kunnen spelen. 5. 1- 7 Desgelijks; echter zou 20—25? verkeerd zijn, want wit wint dan een schijf door 2722, 34—30, 40 7, 28—23, 33 31. 6. 3*7—31 20—24 7. 41/37 ln plaats van dit aanbod om door de tegen- liarttf opgesloten te worden, valt 3126 met vrij ■spel ongetwijfeld te verkiezen. 714—20 8. 34—30 1014 Ziet nog geen heil in 2126 om reden wit r.teh met 3025 bekwaam kon weren En 2025? liep op de bekende wijze door wit 2722 enz. op een schijf verlies uit. 9. 47—41! 4641? schade voor de hand, daar vak 26 ter beschikking stond van de tegenpartij. 3. 21—26 10. 30—25 4—10! Gelijke opmerking als bij den 9en zet van wit. De stelling is nu volkomen gelijk. Beide spe lers waagden zich aan opsluiting op hun langen vleugel van meening dat met alle stukken nog op 't bord het wel lukken zou tijdig uit den knel te komen. 11. 27—22 De aanvoerder der witten beweegt zich met voorliefde op den hier ingeslagen weg tuk op de veelvuldige combinatiën, die er uit voort kun nen vloeien. 11. xü 27 12. 31 22 1217 Eerst aanvallen met 1218 (wit 3731), 26 37, 18 27, vervolgens met 7 over 12 naar 17 geeft meerder voordeel in den stand, daar wit belet wordt 3329 op te brengen. 13 33—29 Benut onmiddellijk de gelegenheid om rechts vrije baan te verkrijgen. 13. „JOURNAL'. „Te deksel, wat is dat kind toch muzikaal! In twee seconden tijd heeft ze het concert van Weenen!" 36. 37. 38. 41—37 43—39 39—34 20—24 2— 7 Op 22—17 had zwart 1520 en 2933 gespeeld, gg 29 40 39. 45 34 14—19 21—26! bleef altijd nog aanbevelenswaardig. 40. 34—30 41. 2520 31—26 had slechts tot gedwongen afruil: zwart 11—17, 16 7, 12 21 geleid. 41. 2127! 42. 20 29 27 18 43. 30—24! 30 44. 35 24 Wit heeft door dezen afruil terrein gewonnen. 44. 5—10 Beter dan zich met 23 34, wit 39 te laten opsluiten. 14. 38 18 15. 43—38 16. 49—4S 10—14 14—20 J/yw.y 24 33 30 secuur 8—12 12 23 17—21!! Een sterke zet, die den langen vleugel van wit vastlegt. Op 712? zou wit 2218 passen met groot voordeel. 17. 39—34 20—24 18. 44—39 Stand zwart: 2/3, 5/7, 9/11, 13/6, 19, 21, 23/4. Wit: 22, 25, 28, 32, 34/43, 45/6 en 48. 18. 15—20? Al te schroomvallig, immers 2429! gaf goe den stand of mooie kans op voordeel. Wit'heeft dan slechts 3 zetten ter beschikking n.l.: lo. 3933? waarop volgt zwart 28, 19 39, 7—12, 13 24, daarn. 11—17, 6 17 vrij in be weging 2o. 34—30! waarop 29—34, 11—17 toch altijd aan zwart goed en vrij spel verzekert 3o 3530?? waarop zwart met 2933, 1117, 13 24 winst behaalt van drie schijven. 19. 39—33 10—15 20. 34—29! Beter dan 3430, waarop zwart al spoedig de gunstigste kans waar zou nemen om met 2429 vrij te komen. 20. 23 34 21. 40 29 11—17! Nu zeker wel het beste. 22. 22 11 6 17 23. 36—31! 17—22! Deze ruil achterwaarts lag vooi de hand om het met wit 3127 dreigend onweer te bezweren en uit de opsluiting links te geraken. 24. 28 17 21 12 25. 32—28! Tracht den tegenpseler nog in den band te houden. 25. 12—18!! Uitmuntend! vervolgt de meest geschikte koers om vrij te komen. 26. 41—36 3127 kon niet baten wegens zwart 1823, 13 31. 26. 18—22 27. 28 17 19—23 28. 29 18 13 11 Vrijdom van beweging is dermate herkregen, dat de wederzijdsche stand nu nagenoeg gelijk waardig heeten mag. 29. 33—28! Belet aan de tegenpartij om 2429 op te bren gen, waarop van wit 3530 volgen zou. 29 .9—13 30. 31—27 7—12 Stand Wit: 25, 27, 28, 35 tot 38, 42, 43, 45, 46, 48. Zwart: 2, 3, 5, 11 tot 16, 20, 24, 26. 31. 37—31 26 37 32. 42 31 Bekwame ruil. dringen. 32. 33. 4641 34. 4842 35 27—22! Beter 2126 op dezen of den volgenden zet om wit te breidelen. U17 was veel meer noodig. 45. 28—23 46. 38—33 Zwak. Behoorde- door 1621 wit te beletten om veld 27 te bezetten. 47. si27!! 2025?7 Mocht niet van de plaats. Alleen 1117 kon dienen. 48. 37—31 11—17 Te laat. 49. 33—28! Beheerscht nu den toestand volkomen. Stand wit: 23, 24, 27, 28, 29, 31, Zwart: 8, 12, 13, 15 tot 18, 25. 49. 50 27—22! 51. 31 22 36. 42. 17—21 18 t 27 12—17 Wit gaat links krachtig op- 11—17 8— 8 17—21 24—29 Gedwongen. 52. 22 11 16 j 7 63. 28—22 7-12 54. 42—38 21—36 55. 38—33 15—20 66. 24 16 2630 67. 15—10 3fl36 68. 10— 4 13—19 69. 23 14 3340 60. 14—10 40—44 61. 10— 5 44—4» Op 44—50 wit 29—23 en 4—22. 62. 637 4918 63. 2924 1611 64. 22—18! 17 44 Gedwongen. 65. 18 7 44—40 66. 4—15 Opgegeven Het eindspel werd flink afgewerkt. SLAGZETTEN. In een partij, in Febr 1.1. gespeeld tusschen de heeren W. J. v. d. Voort met wit en A. v. Maas dam met zwart kwam het tot den volgenden stand: Zwart: 1/4, 7, 9, 10, 12/4, 19/21 en 24. Wit: 22, 30, 32/3, 35/40, 43, 46, 48 en 49. Wit aan zet speelde 3731, hopende op zwart 21—26, hetgeen ook gebeurde. Wit voerde daarna den volgenden damzet uit: 32—28 (zw. 26 37) 28—23 (19 17) 30 8 (2 13) 38—32 (37 28) en 33 2. Zwart gaf wijselijk de partij op. OPLOSSINGEN. Probleem No. 190 (W. J. v. d. VOORT). Zwart: 2, 8, 13, 14, 19, 29, 33, 35, dam op 26. Wit: 15, 17, 21/2, 28, 30, 32, 39, 40 44 en 4S. Wit 21—16, 16—11, 40—34 11—7, 28—23, 7 49. Probleem No. 191 (W. J. v. d. VOORT). Zwart: 7/9, 13/5, 17, 21, 30, 35 en 45. Wit: 23/4, 28/9, 31/3, 37, 39, 44 en 50. Wit 23—18, 29—23", 31—27, 44—40, 32—27, 28 39 en 33 4. Probleem No. 192 (W. J. v. d. VOORT). Zwart: 3, 5, 8, 11, 13, 16/9, 22, 25 en 45. Wit: 27, 30/4, 37/8, 40, 44, 48/9. Wit: 34—29, 48—43, 27—21, 43—39, 33—29, 2731, 32 14, 44—39 en 49 9. Probleem No. 193 (W. J. v. d. VOORT) Zwart: 4, 8/9, 11, 13, 15, 17/22, 27, 35. Wit: 24, 29, 32, 36/9, 42/5 en 48/50. •Wit 3731, 29—23, 4440, 42—37, 4944, 45 12, 3126, 36 9 en 26 6. Goede oplossingen ontvangen van: J. Boelens, NIeuweschans (No. 192 en 193); Joh. Lodewükx, C. v d. S., J. P. H„ D. R. en H. H. W. Borghardt, allen Rotterdam; W Sehreuder, den Haag; J. Oud-Ade; mej. M. Buts te Abcoude (No. 184, 186/9). CORRESPONDENTIE. W. J. v. d_ V. te N.-V. 194 is goed. De stand in probleem Een humoristisch griezelverhaal. door WILLIAM CAINE. 61) Mercedes kon geen woorden vinden, zij 3°ende hem alleen terug. Hoe blij was zij. Zoo'n Kroote vreugde had van haar bezit genomen, dat zij al dat andere vergat. De liefde, die nu °vervloedig bezit had genomen van dit kleine hullende meisje, had zich tot nu toe bepaald to* een abstract iets, een vader, dien zij zich vaag herinnerde, dien zij zich geïdealiseerd kad. dien zij verheerlijkt had om zijn schitte rende daden in dienst van verheven vrienden, ®pn grootmoeder, die haar altijd als een kind ^handelde. Haar oom had haar altijd gemin acht en alleen die lieve Tereza had aan een klein honderdduizendste gedeelte van haar Sympathie voldaan. Haar hart was als een reservoir, dat afgedamd was met een grooten •nuur, die door een heel kleine scheur, wat r^ater liet doordruppelen. Nu was de deur be sweken, nu stroomde het water met groote on stuimigheid en met daverende vreugde in haar kart en zij vergat alles. Zij vergat de menschen, be dingen, haar armoede, haar jaloesie, haar Gezwollen voet, haar gevallen vader en haar Eerzucht om de beste danseres van Spanje te borden. Al deze dingen vergat zij toen zij daar °P de eofa lag, vlak aan zijn borst, haar hoofd aap zijn schouders en kuste, terwijl haar ziel ln vreugde en verwondering uitging om haar leVensgezellIn te ontmoeten. Na een tijdje maakte zij zich uit zijn omar ming los. Nu, zei zij, dat is voorloopig voldoende, kaat mij je nu eens goed aankijken. Ik geloof, bat ik je eigenlijk nog nooit goed heb aange keken. Ja, weet je, dat ik vanaf het eerste Ogenblik, dat lk je zag tegen mij zei, dat je keelemaal niet knap was? Maar nu ben je wer kelijk mooi. Ik geloof, dat je iemand niet goed kunt beoordeelen, als je niet beslist veel van hem houdt. Dat weet ik niet, zei hij. Ik heb mij nooit in jou vergist. O, riep zij, vindt je me dan nog altijd zoo'n akelig leelijk ding? Jou akelig? Jou leelijk? Wat praat je nu voor onzin? Je bent het liefste en het mooiste meisje van heel de wereld! Zij knikte tevreden en gerust gesteld. Ja, zei zij. Nu voelde zij weer, dat het liefde was. Ilc ben blij, dat je me zoo knap vindt. Maar ik heb nooit anders 'over je gedacht, lieve kind. Wie zou dat nu? Heb ik je niet verteld, dat er niemand op de geheele wereld is, die in jouw schaduw kan staan? Toen ik jou voor het eerst in dat gat van die deur ontdekte kreeg ik het ineens te pakken. Ben ik werkelijk zoo knap? Mijn groot moeder vond van niet. Zij zei altijd, dat ik een echt klein nest was en mijn oom ook. Jouw grootmoeder was blind. O, maar lk geloof, dat zij het zich tot een plicht rekende om mij niet coquetter te jnaken dan ik al was. Ik geloofde het niet altijd, hoor, want als ik het aan Tereze vroeg, lachte die en dan zei ze: Wacht maar, dan zul je het zelf zien. En op straat zag ik dikwijls, dat de man nen naar mij omkeken en dan fluisterden zij mij wel eens lieve woordjes toe. O, in Spanje zijn de menschen vriendelijk. Maar mijn groot moeder of mijn oom waren er altijd bij, als ik uitging. Zeg nog eens, dat je mij zoo knap vindt. Hij zei het weer en met hijzonderen nadruk. Wat ben ik blij, zei zij, terwij) zij zich tegen zijn schouder nestelde. Ik ben zoo blij. Ik zal je een bekentenis doen. Ik heb altijd wel geweten, dat ik knap was, maar lk wilde het hooren van iemand zooals jij. Ik wilde weten, dat jij beslist vond, dat ik mooi was. Het is heel aardig om mooi te zijn, maar het wordt pas goed, het wordt pas echt, als de man, die je bemint, je dat zegt. O, dan is het heerlijk. Toe zeg me lederen dag, dat ik mooi ben, dan zal ik iederen dag mooier en mooier worden. Maar als je het niet doet, dan zal ik in korten tijd leelijk zijn. Ik ben niet ijdel, zei zij, terwijl zij verschrikt naar hem opkeek, maar ik ben ver liefd en daar kan ik nooit genoeg van krijgen. Ik ook niet, zei John. Prachtig. Zij werkte zich nog dichter naar het gemak kelijke plaatsje, dat zij nu gekregen had. Het is altijd goed, geloof ik, zei zij, om te beginnen zooals je van plan was verder door te gaan. Ja, zei hij, het is nog heter om door te gaan, zooals je begonnen bent. Hij ging door zooals hij begonnen was. Ik geloof, zei zij, dat het een verbazend aardige gewaarwording is. O zeg, kijk eens, e smokihghemd is heelemaal verfrommeld. Ja, zei John zorgeloos. Deze jonge Engelschman was zoodanig den duts kwijt, dat het hem zelfs heelemaal koud iet, dat hij met een verfomfaaid overhemd zou moeten gaan dineeren. Zal ik je das nog eens opnieuw strikken? Zij trok het met een paar trekjes los en haar fijne vingers strikten het opnieuw. John vond, dat het nog nooit zoo goed had gezeten. Zij haalde een kammetje uit zijn zak en maakte opnieuw zijn haar op. Telkens gingen de fijne tanden door het gepommadeerde haar en lang zaam streek haar linkerhand over de gladge- legde lokken. Nu moet je weg. Ga eens staan. Loop eens rond. Wat ben je groot, en ik zoo klein. Je bent eigenlijk verschrikkelijk groot. Je zou me kun nen opeten. Dat zou me niets kunnen scheien- Ik geloof, dat je het erg lief zou doen.' O, riep zij, daar komt iemand. We doen alsof er niets bijzonders gebeurd is, hoor! Ik wil op het oogenblik nog niet hebben, dat iemand er iets van weet. Ga zitten. Zoo. Beetje verder weg. Niet zóó ver. Hier hier hij mij! II De deur ging open en signor Hila. .u wam binnen. Hij sloot de deur zorgvuldig achter zich en zag mr. Billing zitten in een stoel, zoowat een goeden meter van den sofa, waarop zijn nichtje lag uitgestrekt, Zij wuifde zich met een oom gebaar wat frissche lucht toe. Hij keek heiden eens erg verdacht aan, maar bleef zwij gend staan. Bonjour! zei John luchtig, ik heb haar precies gezegd, hoe ik er over denk. Op dit oogenblik was hij beslist over- uigd, dat dit het geval was. Ik bedoel, onze plannen om haar vader te verlossen, zie je. Hilario grinnikte. O ja, zei hij, heel aardig, heel slim van u, echt iets voor u om met dien laatsten streek uw vuile spelletje heelemaal uit te spelen. Hij wilde tot allen prijs deze gelegenheid be nutten. Wat bedoel je? zei John norsch. Hij was er aan gewend geraakt om zelf dezen man met minachting en walging te be handelen. Nu de rollen plotseling omgekeerd waren, werd hij woedend. Oom, riep Mercedes, even verontwaardigd. Hoe durft u zoo iets zeggen? Jou vuile spelletje. Ja, herhaalde Hilario. Een poenige streek, een schurkenstreek, een verradersbende. Oom! riep Mercedes, zwijg toch! Zij sloeg haar handen verschrikt in elkaar en keek naar John, die langzaam opstond. Maak hem niet dood! fluisterde zij. John stak zijn handen heel diep in zijn zak ken. Hij was erg rood. Hoor eens even, mannetje, zei hij, je hebt mij nu genoeg beleedigd. Ik verlang daarvoor een nadere verklaring. Nadere verklaring? Dat is gemakkelijk genoeg. Jij denkt, dat wij bedriegers zijn, jij gelooft niets van heel de geschiedenis. Je deed maar net of je verliefd op haar was hij wees op het meisje. Je hebt het mis, zei John. Deze felle tegenspraak sloeg alleen op de laatste beschuldiging. Hij deed alle mogelijke moeite om zich te beheerschen, maar deze onverwachte aanval had zijn denkkracht verlamd. Nu hij plotseling van den hemel der vreugde neergeslingerd werd in een hel van schunnige verdachtmakingen eu nog schunniger beschuldigingen, had hij slechts één leidende gedachte, de gedachte, dat hij zich moest beheerschen. In zijn jeugd was een paard eens met hem op hol geslagen. Hij herinnerde zich precies, wat er toen gebeurd was eu hoe hij toen dezelfde noodzakelijkheid gevoeld had om te midden van de grootste ver warring zijn hoofd koel te honden. Na schoten hem plotseling een paar woorden van een be kenden gymnastiekleeraar, dien hij ondertus- •chen al lang was vergeten, in den geest. Woorden van groote levenswijsheid, ofschoon lij daar toen geen acht op had geslagen: In ille omstandigheden, Billing, is het noodzake- ijk om je gedachten koel en geconcentreerd te louden. Je brengt me morgen driehonderd maal lezen regel overgeschreven. De persoonlijke beleediging, die deze beschei den man gedwongen had om de opmerking te maken, was sinds lang uit zijn geheugen ver dwenen, maar de woorden waren blijven han gen, Onder alle omstandigheden is het noodza kelijk om je gedachten koel en geconcentreerd te houden. Onder alle omstandigheden. Dit was een om standigheid. Daarom probeerde hij opnieuw om zijn gedachten te beheerschen en zei hij zoo rustig mogelijk: U vergist zich. Ja! schreeuwde Mercedes, u bent gewoon stapelgek om zoo iets te zeggen! Oom, U bent krankzinnig! Ja, zei Hilario, jij spant nu met hem samen, hé, omdat je niets weet. Ik zeg je, Mercedes, die man is een schurk. Jij denkt, dat hij dapper en edelmoedig en eerlijk is, hij is een schurk, een verrader, een O, riep zij tegen John, waarom vermoord je hem niet? "Waarom blijft je daar maar al dien tijd staan suffen? Sla hem op zijn gezicht! Geef hem een pak slaag, dat bij nooit meer derge lijke dingen kan zegen. Neen, zei John, neen Mercedes, ik zou er niets mee winnen, als ik hem een pak slaag gaf. Ik moet mij een beetje beheerschen, omdat het in alle omstandigheden gewenscht is je hoofd koel en je gedachten geconcentreerd te houden. Hilario deed een paar stappen tot in het midden van de kamer en lichtte toen plechtig een hand op. Luistert naar mij, Mercedes, zei hij vrien delijk, en oordeel zelf. Ik getuig hier voor God, dat deze man naar San Pablo gekomen is met de overtuiging, dat wij een bende zwendelaars waren. Ik zeg je, dat hij nooit geloofd heeft, dat je vader bestaat. Ik zeg je, dat hij hier gekomen is als een verspieder om net zoo lang rond te neuzen, tot hij ons ln de gevangenis kon krijgen. Laat hij dit maar ontkennen, in dien hij het kan. John was doodsbleek geworden. Het was zoo. Deze aantijgingen kon hij niet loochenen. Ja, zei hij, dat is allemaal waar. Alleen had ik jou op het oog, niet Mercedes. Ik wist toen niets van haar af. Hilario lachte triomfantelijk. Halia, zei hij, daar hebben wij het geheim. Je wilde mij dus te grazen krijgen. Wie zit je nu op de hielen? Geloof je, dat ik jou niet door heb, huichelaar? Geloof je, dat ik niet be grijp, dat je liever met een lief gezichtje dan met mijn ouden kop te doen hebt? Mercedes liet een paar pijnlijke zuchten ont snappen. Zeg dat hij liegt! zei zij. Zeg dat hij liegt! smeekte zij John. Maar John kon aan dat verlangen niet voldoen. Hilario had de waarheid achter zich. Hij had ze wel eenigszins verkracht om zijn eigen onbe grijpelijke redenen, maar hij had het toch zoo weten aan te leggen, dat hij niet voor leugenaar kon worden weggezet. John liet zich al meer en meer door dit warnet van handige zinnetjes verstrikken. De noodzakelijkheid is niet altijd de moeder der welsprekendheid. Het vermogen om lange heldere uiteenzettingen te geven van gecom pliceerde feiten is slechts het benijdenswaardig bezit van enkele menschen en geen enkele dezer uitverkorenen kan dit vermogen tot gel ding doen komen zonder een buitengewone en hardnekkige studie. John had nooit dergelijke speeches in zijn leven gehouden. Hij had altijd zijn leven gesleten tusschen een volk van de meest eenvoudige levensomstandigheden. Er waren slechts heel weinig gebeurtenissen ge weest, waarin hij meer dan twee gemeenplaat sen achter elkaar moest uitspreken. Zijn ge wone vorm van conversatie was geweest: ja ja, neen, neen. Hij was een man van een paar woorden. Zijn geestelijke gewaarwordingen waren altijd bijzonder verstoken gebleven van breedsprakigheid en futiliteiten. Ik weet wel, dat dergelijke zwijgende, eenvoudige menschen omtijds onder den druk van een groote emotie irkanen van welsprekendheid kunnen worden, naar zij hebben niet het recht om daar altijd op to rekenen. (Wordt vervolgd),

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 3