DE OVERHEID EN DE MIDDENSTAND
INSCHR1J VINGS LIJST
FEUILLETON
Een positieve en negatieve taak
DE VALSCHE MUNTER.
DINSDAG 22 OCTOBER 1929
De Radio-omroep
DE TAAK DER ORGANISATIES IS HET: DE POLITIEKE
RIJPWORDING NAAR VERMOGEN
TE BEVORDEREN.
Het resultaat der ongebonden
vrijheid van concurrentie
DE KON. NED. MIDDENSTANDS
BOND.
VAN HASSELT CONTRA
BRENNINKMEYER.
HAARLEMSCHE DIOCESANE
SYNODE.
VOOR HET NEDERLANDSCH
COLLEGE TE ROME.
',De gouden keten, die Rome e
Nederland bindt, zal door he
Nederlandsch priester-college
Rome in glans en hechthe
nog toenemen"
Paus Pius XI in Zijn toesptoa
tot de Nat. Nederl. Bedevo.aT'
POSTVLUCHTEN NAAR INDIë.
io.--
2.--
2.5"
io.-"
8.-"
5.--
2.5"
io.--
10<
2.5"
Totaal 22.652-®
NEDERLANDSCH TEHUIS VOOR ZEE
LIEDEN TE GENUA.
Onder veel belangstelling had Zondagnari
Dat is even onmogelijk! wierp mevrouw
j
VERDEELING VAN DEN
ZENDTIJD
ZELFREGELING VAN
HET BEDRIJF
Het voortbestaan eener breodc groep
zelfstandigen is van belang voor
de gansche volksgemeenschap
Schier telkenmale, als wij spraken of schre
ven over bovenstaand onderwerp, betoogden
W3 met nadruk, dat de middenstander, in den
uitermate moeilijken bestaansstrijd van onze
dagen, allereerst en in overwegende mate aan
gewezen blijft op eigen persoonlijk kennen en
kunnen, aangevuld nochtans en gesterkt door
organisatorische samenwerking met vak- en
standgenooten.
Daarom zou de middenstander verkeerd han
delen, indien hij zooals nog wel eens ge
beurt bij iedere ernstige moeilijkheid, waar
voor de snelle ontwikkeling van het sociaal-
economisch leven hem stelt, een beroep zou
doen op de tusschenkomst van de burgerlijke
overheid.
Dit al te sterke en al te dikwijls aanleunen
tegen de burgerlijke overheid, zou zich nood
zakelijk wreken aan zijn toekomst, temeer wijl
de betrokkenen daardoor gebracht worden tot
een niet-benutten van de middelen, waarover zij
beschikken, om zelf en uit eigen kracht te
arbeiden aan de versteviging hunner economi
sche en maatschappelijke positie.
Wil dit zeggen, dat de overheid in 't geheel
geen taak heeft te vervullen ten overstaan van
den middenstand?
Allerminst!
De huidige ergerlijke misstanden in het be
drijfsleven zijn het natuurlijke resultaat der
ongebonden vrijheid van concurrentie.
Daarom wil het program der Katholieke
Staatspartij geleidelijk komen tot een zelfrege
ling van het bedrijfsleven door de bedrijfsge-
nooten zelf, onder toezicht nochtans van de
overheid, die te waken heeft voor het gemeene
welzijn des volks en voor de rechten en be
langen van de minderheden in iedere bedrijfs
groep.
De hier bedoelde zelfregeling echter van het
bedrijfsleven onderstelt, dat de diverse betref
fende bedrijfsgroepen de daartoe noodige be
voegdheid erlangen van de burgerlijke over
heid.
En nu teil het ons voorkomen, dat reeds
thans "bepaalde bedrijfsgroepen kunnen worden
aangewezendie in staat zijn, onder de voren-
gestelde voorwaarden, de regeling van het be
drijfsleven voor bepaalde aangelegenheden zelf-
ftandig ter hand te nemen.
En dat bijgevolg de overheid geroepen is,
met omzichtigheid de eerste stappen te doen iri
die richting.
Daarbij zal, althans met betrekking tot
den middenstand -— blijken, dat die zelfregeling
nu eens landelijk dan weer gemeentelijk moet
geschieden.
En waar de belangen van het arbeidende per
soneel bij de te treffen regeling zijn betrokken,
zal deze uiteraard in gemeen overleg met deze
laatsten dienen tot stand te komen.
Een andere gedetailleerde uitwerking van
deze gedachte Iaat ik hier kortheidshalve achter
wege.
Alleen moge ik er nog op wijzen, dat de hier
gegeven opvatting niet alleen wordt aangehan
gen in „katholieke middenstandskringen, maar
evenzeer in die van christelijken huize wordt
gehuldigd, en dat sedert den laatsten tijd ook
in het neutrale middenstandskamp stemmen
van leidende personen zijn opgegaan, die ten
deele in dezelfde richting wijzen.
Maar is deze zelfde gedachte ook rijp voor
politieke verwezenlijking?
Het lijkt mij de taak der middenstandsorgani
saties, die politieke rijpwording naar vermo
gen te bevorderen.
lijn van haar natuurlijke taak zich tienmaal
dienen te bedenken alvorens maatregelen te
treffen of stappen te doen, waardoor het be
staan van een deel dier zelfstandige klasse
wordt bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt.
En zou diezelfde overheid aansturend op
wat zij acht te zijn een zaak van „algemeen be
lang" telkenmale ernstig en terdege moeten
zinnen op maatregelen en middelen, die met
behoud der economische zelfstandigheid van de
betrokken ondernemers en door overleg en
samenwerking met dezen, het beoogde doel
evengoed, zoo niet beter, bereikbaar maken.
Of dit in werkelijkheid geschieden kan?
De ervaring geeft op deze vraag een bevesti
gend antwoord.
En 't is bekend, dat wat in de eene gemeente
direct of indirect door de overheid zelf wordt
ter hand genomen in ongelijke concurrentie
met een bepaalde groep 'van zelfstandigen,
elders in loyale samenwerking met dezen, op
uitnemende wijze en met gunstig gevolg blijkt
ten uitvoer te worden gelegd.
Maar 't. is, alsof de meerderheid van menig
vooral gemeentelijk overheidscollege, goeddeels
onverschillig staat tegenover de belangen der
kleine ondernemers, althans daarop weinig
acht geeft en ze in den regel „en bagatelle
behandelt.
Het advies van den Radio-raad
definitief vastgesteld
Uit Den Haag wordt aan het „Volk" gemeld:
„In ambtelijke kringen alhier, gaat het ge
rucht, dat in de Donderdag gehouden vergade
ring van den Radioraad het definitief advies
aan den minister is vastgesteld. Dit advies zou
een grondslag bevatten voor een billijke verdee
ling van den zendtijd. De inhoud van dit ad
vies zou bereids den verschillenden omroepver-
eeniging en vertrouwelijk zijn medegedeeld;
deze vereenigingen zouden zijn uitgenoodigd
tot een gemeenschappelijke vergadering met
de zendtijdcommissie uit den Radioraad op
Donderdag 24 October in Den Haag. Volgens
dit gerucht, bevat dit door den Radioraad uit
gewerkte schema een gemeenschappelijk alge
meen programma wan zeer kleinen omvang,
dat door de verschillende omroepvereenigingen
gezamenlijk zou moeten worden verzorgd.
EEN AFGEBROKEN
PROTESTREDE
Weer een incident
Zondagavond heeft de heer Vogt voor den
A.V.R.O.-zender zijn getrouwen in het geweer
geroepen, in verband met het advies dat de
Radio-raad thans gereed heeft over de verdee
ling van den zendtijd. Dit plan is onder geheim
houding aan de omroepvereenigingen medege
deeld en zal in een Donderdag te houden ver-
't Komt mij voor, dat in die colleges opzich-1 gadering door haar worden besproken. Niette-
tens den middenstand vaak wordt aangetrof
fen een mentaliteit, die een zekere minachting
verraadt, althans een voelbaar gemis aan ach
ting voor de maatschappelijke waarde en be-
teekenis van een breed ontwikkeld kleinbe
drijf.
Zoo kreeg ik, nog slechts weinig dagen ge
leden, onder de oogen een rekwest, dat door de
gezamenlijke middenstandsorganisaties van een
vrij groote plaats was gericht aan het gemeen
tebestuur en waarin feiten en gedragingen
werden gememoreerd, die, al zouden ze slechts
voor de helft onaanvechtbaar blijken, een ge
zindheid opzichtens den middenstand verraden,
die inderdaad betreurenswaardig moeten wor
den genoemd.
Moge in die mentaliteit een spoedige en
radicale verandering intreden!
Dr. J. VAN BEURDEN,
Geestelijk Adviseur van de Hanze
in het Bisdom 's Bosch.
VERGADERING VAN DE BEIDE
GROEPSBESTUREN
Het uitverkoop-wezen
Oneerlijke concurrentie
Het valt niet te betwisten, dat heel bijzonder
do gemeentelijke, en soms ook de provinciale
overheid er ongemeen gemakkelijk toe komt,
-het terrein van het particuliere bedrijfsleven
te betreden, om daar een vinnigen en doorgaans
ongelijken concurrentiestrijd aan te gaan tegen
den kleinen zelfstandigen ondernemer.
Toch is het voortbestaan eener breede en
sterke groep zelfstandigen, van eminent belang
voor de gansche volksgemeenschap, wier wel
zijn de overheid heeft te behartigen en te be
vorderen.
Daarom zou die overheid handelend in de
In een onder leiding van den algemeenen
voorzitter, den heer Ed. G. Schürmann, te
's Gravenhage gehouden vergadering der beide
groepsbesturen van den Kon. Ned. Midden
standsbond zijn geïnstalleerd als lid van
groepsbestuur A, de heer A. Spaander, Hoorn
(vacature Joh. A. van Os) en als lid van groeps
bestuur B de heer B. W. Grootendorst, Gouda
(vaeature Ch. H. Th. Schmalz).
In het algemeen bestuur werd in de vacature
P. Lips van groep B gekozen de heer R. O.
Bottinga Utrecht, voorzitter, van den Bond van
Piano en Orgelhandelaren. Ais leden van het
algemeen bestuur werden voorts herkozen voor
groepsbestuur A de heer H. J. Peletier Leeuwar
den en voor groepsbestuur B de heer L. de
Groot Rotterdam. Laatstgenoemde werd tevens
als voorzitter van groepsbestuni B herkozen.
Teneinde te confereeren met de commissie uit
de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel over
het „afbetalingssysteem" werden aangewezen
de heeren J. J. Korff. H. .1 Peletier en R. O.
Bottinga.
Om aan het Bondsbestuur rapport uit te
brengen over de vraag of riet uitverkoopwezen
hier te lande al of niet wettelijk geregeld dient
te worden en tevens op welke wijze de straf
baarstelling van het plegen van „oneerlijke con
currentie" verscherpt kan worden, werd een
commissie samengesteld, waarin werden be
noemd als lid en voorzitte- de beer mr. M. J.
Wolff Arnhem en ais leden de heeren S. K.
Citroen den Haag, R. J. Koopmeiners Rotter
dam, J. A. Neuyen Amsterdam en C. J. de Vrie-
ze Winschoten.
V oorts werd een commissie samengesteld in
gevolge de in de algemeene vergadering te
Enschede aangenomen motle-Oitroen (verplicht
lidmaatschap van stands- en vakorganisatie),
waarin'benoemd werden als lid en voorzitter
de heer H. F. van Baaren Enschede, en als leden
de heeren W. C. van As Sommeisdijk en S. K.
Citroen den Haag.
min meent de directeur van de A.V.R.O. te
moeten mededeelen, dat de V.A.R.A., want dit
was in dezen de doodsvijand, vrijwel al haar
wenschen zag ingewilligd en dat uitvoering
van de voorgestelde regeling voor de A.V.R.O
niet minder dan de strop beteekende.
Daartegen moest worden geprotesteerd en
hiervoor werden de luisteraars te wapen geroe
pen.
Gisterenavond herhaalde de heer Volgt dit
protest tegen het dreigend „onrecht".
De V.A.R.A. had Intusschen, naar hij mede
deelde, bij den minister op haar beurt geprotes
teerd tegen zijn optreden en verzocht niet toe
te staan, dat dit zou worden herhaald.
Waarschijnlijk als gevolg van dit verzoek
heeft men bij de P. T. T. gisterenavond Hilver
sum gecontroleerd en blijkbaar de gegrondheid
van de klacht der socialistische omroepveree-
niging ingezien.
Althans op een gegeven moment zweeg de
stem des heeren Vogt midden in een zin en
verbrak niets dan het lichte gekraak van lucht
storingen de stilte.
Na eenige minuten wachten kwam de omroe
per mededeelen dat op last van den directeur-
generaal der P. T. T. de rede was afgebroken
en Nico Treep en zijn mannen vervolgden hun
concert
Een nieuw betreurenswaardig incident is ge
schapen, een incident dat ons inziens behoorde
te zijn voorkomen.
Laten wij hopen, dat de gemoederen er Don
derdag niet dermate door verhit zullen zijn, dat
van redelijk overleg geen sprake meer kan
wezen.
belang van den definitieven radio-
In het
vrede.
UIT DE KLANKFILMINDUSTRIE
De patentenstrijd
Op verzoek van de Tobis Maatschappij heeft
het Landgericht in Berlijn voorloopig beslist,
dat het opnemen van geluidsfilmen, zooals dit
tot dusver door de Fox Mij. met „Aeo" licht
geschiedde, verboden wordt. De Tobis heeft
voorts een definitieve aanklacht tegen Fox-
movietone opnamen ingediend. Warner Bros
hebben toegestemd, dat de Singing Fool dp
Tobis apparaten vertoond mag worden. Het
ligt in de bedoeling, nog meer Warner films
op Tobis toestellen te vertonnen.
Als gevolg van do vertooning van „Land
ohne Fraueri' te Berlijn, is de vraag naar
Tobis-apparaten sterk gestegen. Eén van de
grootste bioscoop concerns, het Henschel con
cern in Hamburg, heeft voor acht groote bios
copen, met circa 9000 zitplaatsen, Tobis appa
raten besteld.
NA HET CONFLICT IN OOST-GRONINGEN-
Weer normale toestanden
Te Winschoten heeft de burgemeester gisteren
het samenscholingsverbod ingetrokken. Andere
gem eenten volgen. De manschappen der mare-
chaussée hebban gistamorgen hun detache
ment in Oost-Groningen reeds verlaten.
Een mededeeling van C. A.
Naar aanleiding der verslagen betreffende de
behandeling voor den Hoogen Raad van het ver
zoek tot cassatie van het door het Hof gewezen
arrest in de zaak der firma Van Hasselt contra
de N.V. C. A. Brenninkmeyer's Confectie
bedrijven, verzoekt de directie der laatstge
noemde N.V. om het volgende te willen op
nemen:
In genoemde verslagen wordt allereerst ten
onrechte medegedeeld, dat tegen onze firma
een vordering wegens oneerlijke concurrentie
zou zijn ingesteld. Dit is geheel onjuist en kan
dan ook niet onweersproken blijven. De mede
deeling nog in dit verband, dat onze firma in
hooger beroep is veroordeeld tot betaling van
een schadevergoeding, moet noodzakelijk den
schijn wekken, alsof deze veroordeeling ter
zake dier oneerlijke concurrentie zou zijn uit
gesproken. Dit is natuurlijk evenzeer onjuist,
Tot goed begrip voor het publiek van hetgeen
wel geschied is, moge door ons kortelings het
volgende in herinnering worden gebracht.
In de jaren 1922/1923 werden door de firma
Van Hasselt in hare etalages voortdurend goe
deren lager geprijsd dan in haar winkel. Op
tijden, dat de winkel gesloten was, b.v. des
Zondags, werden door haar in^e etalages zelfs
goederen geprijsd op ongeveer de helft van de
verkoopwaarde. De firma Van Hasselt weiger
de echter stelselmatig die lagergeprijsde ar
tikelen te verkoopen. Hiertegenover werd door
C. A. de tactiek toegepast, om te trachten
deze laaggeprijsd^" goederen uit de etalages van
Van Hasselt t"e doen wegkoopen. Allereerst ge
beurde dit door het personeel van C. A.;
toen Van Hasselt aan dezen weigerde te ver
koopen, door vrouwen, die daartoe door C.
A. waren aangezocht. Werd door Van Hasselt
verondersteld, dat deze laaggeprijsde artikelen
gevraagd werden door iemand, die handelde in
opdracht van C. A., dan werden de goederen
door Van Hasselt met inktstempels onbruikbaar
gemaakt. Dit trof echter in de practijk niet
alleen koopsters, die namens C. A. kwamen,
maar evenzeer anderen, die met geen van beide
firma s iets uitstaande hadden, en gaf natuur
lijk aanleiding tot groote verontwaardiging van
den kant van het publiek.
De tactiek van C. A. nu tot het doen op-
koopen van ver beneden de waarde geprijsde
goederen uit de etalages van Van Hasselt is
door alle rechtscollege's voor wie de zaak in
behandeling kwam, toegejuicht, althans gebil
lijkt. De president der rechtbank noemde Van
Hasselt's handelwijze deloyale concurrentie, en
wat C. A. deed, niet een poging om haar
eigen handelsdebiet ten koste van Van Hasselt
te vergrooten, doch den opzet om zich zelve te
vrijwaren voor schade door een poging om te
voorkomen, dat Van Hasselt haar debiet tén
koste van C. A. zou vergrooten.
De rechtbank noemde de methode van Van
Hasselt een laakbare handelwijze en was van
oordeel, dat C. A., trachtende die op overi
gens niet ongeoorloofde wijze te beletten, niets
onbehoorlijks deed.
Ook het Hof onderschreef dat oordeel.
De Rechtbank oordeelde, dat de handelingen
der firma Van Hasselt aan den goeden naam
van den handel en den winkelstand in het alge
meen ernstig afbreuk deden en dat zij bij het
publiek terecht verontwaardiging moesten wek
ken. De president der rechtbank noemde het
volkomen begrijpelijk dat het gezond verstand
van liet publiek zich keert tegen den koopman
die niet verkoopen wil, wat hij ten verkoop
heeft aangeboden, nog wel met opgave van den
prijs, hetgeen hem tegenover ieder, die op zijn
aanbod ingaat en betalen wil, tot levering ver
plicht is.
De bewering, welke ook in recente persver
slagen is geuit, dat C en A. opdracht zou heb
ben gegeven tot- het veroorzaken van relletjes
bij yan Hasselt, is noch door de rechtbank,
noch door het Hof bewezen geacht.
De rechtbank overwoog in haar vonnis, dat
Van Hasselt zelf aan die 'relletjes aanstonds
een einde had kunnen maken door haar onbe
hoorlijke practijken te laten varen. Het Hof
beeft niettemin op een onderdeel der vordering
onze firma tot schadevergoeding veroordeeld
en wel op grond van de overweging, dat C.
A. onder de gegeven omstandigheden zich niet
gehouden zou hebben aan de zorgvuldigheid,
die in het verkeer betaamt ten aanzien van een
anders belang.
Tegen dit o.i. volkomen onbevredigende oor
deel is door ons cassatie ingesteld, waarvan de
r.itspraak nog moet worden afgewacht. Hoe deze
uitspraak echter ook zal zijn, vast staat reeds
thans, dat deze nimmer over een vraag van
oneerlijke concurrentie kan loopen.
De plechtigheid aangevangen
Gistermorgen is in die kathedrale kerk te
Haarlem aangevangen de diocesane Synode voor
het bisdom Haarlem.
De plechtigheden begonnen met een pontifi
cale H. Mis (Votiefmis ter eere van den H.
Geest) opgedragen door Z. D. H. mgr. J. D. J.
Aengenent, die daarbij werd geassisteerd door
den hoogeerw. heer mgr. H. J. M. Taskin als
presbyter assistens, de Hoogeerw. heeren H.
A. Th. van Dam, deken van 's Gravenhage,
en M. W. A. Wijtenburg,regent van Hageveld
als troondiaken, de Zeereerw. heeren J. P. Hui-
bers .deken van Hoorn en B. M. J. van Rooy,
deken van Gouda als diaken en subdiaken.
De lagere assistenties werden vervuld door
verschillende Eerw. heeren rectoren.
De Gregoriaansche gezangen werden gezon
gen door een schola, gevormd uit priesters, die
tot de synode waren uitgenoodigd. Deze schola
stond onder leiding van den Zeereerw. heer Th.
M. Beukers, pastoor te Leiden.
De deelnemers aan de synode hadden plaats
genomen aan weerszijden van het hoogkoor..
De plechtigheid werd door vele geloovigen hij-
gewoond. Van den toren der Kathedraal wap
perden de Pauselijke en de Nederlandsche vlag.
Na afloop van de H. Mis begaf mgr. Aenge
nent zich naar de plebanie.
Om 12 uur begonnen de voorbereidende plech
tigheden van de synode, welke bestonden in
het afleggen der geloofsbelijdenis en van den
eed en het voorlezen van de decreten.
Deze plechtigheden namen ongeveer een uur
In beslag, waarna in besloten zitting de synode
werd voortgezet.
Zoo goed als alle genoodigden woonden de
synode bij, welke naar verwacht wordt, heden
avond zal eindigen.
Giften worden aan ons kantoor te Rotter^
en aan ,onze Bijkantoren te Amsterdam, v
Haag, Dordrecht, Schiedam, Gouda en Pretoi
laan Rotterdam, tegen kwitantie gaarne
ontvangst genomen, alsmede per giro °n
no. 11735 Rotterdam.
Vorig bedrag 22.46S-S"
12-"
De noodlanding van het
vierde vliegtuig
De heer Aler, eerste bestuurder van het post
vliegtuig, dat hij Coustantinopel ernstige
averij opliep, seint, dat de geheele bemanning
thans hersteld is van de gevolgen van de
noodlanding.
STAKING VAN METAALBEWERKERS
In Amsterdam
ONDER LEIDING DER SYNDICALISTEN
Vanwege de syndicalistische federatie van
metaalbewerkers wordt o.m. medegedeeld:
Het personeel der iirma N. V. Frank Rijsdijk
aan den Cruquiusweg te A'dam heeft gewei
gerd het werk te hervatten omdat de directie
weigerde de defecte hijschkranen te laten her
stellen. De arbeiders zullen het werk hervat
ten op de volgende voorwaarden:
lo. de hijschkranen moeten zoodanig zijn
hersteld dat er zonder gevaar voor het leven
mee kan worden gewerkt;
2e. de twee ontslagen kraandrijvers (zij wei
gerden met deze slechte kranen te werken)
moeten in dienst teruggenomen worden.
De staking staat onder leiding der syndica
listische federatie van metaalbewerkers.
STAKING VAN SCHILDERS
Werkend bij den bond van
gemeentewoningen
Maandagmorgen hebben van de 20 schilders,
werkzaam bij den bouw van 83 gemeéntewonin-
gen aan de Soesterweg te Amersfoort 17 het
werk wegens een loonkwestie gestaakt. De uit
voerster is de firma H. v. d. Wal, uit Win
schoten.
N. N., Raalte
J. L. M. S., Amsterdam
J. M. J„ Middelharnis
E. te Steenbergen
Fam. H„ Helmond
A. W., Hulst
G. M. B. T., Nijmegen
W. C. G„ Zeist
P. J. B., Oud-Beijerland
W. IC. R., Den Haag
„Ook meedoen", U. Y. M. te K
Pensionaat „St. Louis", Weert
G. G., Leeuwarden
H. S. te Leiden
B.Fr. te Veghel, ter eere van den
H. Gerardus
V. v. S. v. IJ., 's Bosch
J. v. d. K„ Vlaardingen
N. N., Bergen (N.-H.)
N. N. te Jutphaas
Wed. H. v. C.—v. G., R'dam
IC. Stram proy
Van de 3e Orde St. Franciscus, af-
deeling Lei-den
N. C. G. B., Dordrecht
Mevr. C., Rijswijk (Z.-H.)
J. H. E., tot zekere intentie
N. N„ Oss
N. N-, Noord-Beemster
J. T., Leiden, uit dankbaarheid
J. A. D., Rotterdam
N. N., Rotterdam, voor de bekeering
van een vader, op voorspraak van
den H. Jozef
Jopie P., R'dam
B.-"
2.5"
3.5"
ïo.--
20.--
5---
2 5"
10.-"
5.-"
10--'
10.-"
V
1.-"
I--"
10.-'
f
ïo.-;
2.5"
K
id'
dag te Genua de feestelijke opening plaats
het Nederlandsch Tehuis voor Zeelieden.
va11
Te
genwoordig waren o.m. Jonkvrouw J. W. or^
uit Rotterdam, secretaresse van den ZeemaD^
bond, Ds. L. D. Poot uit Haarlem, secreta®
van de Nederlandsche Zeemanscentrale, teni'U
de Consul-Generaal te Genua, de heer J-
Hosang, de Nederlandsche Regtering bij
plechtigheid officieel vertegenwoordigde. VoflÉ*#)
bevonden zich onder de aanwezigen de vice-ri§J-<
sul, de heer L. J. Breman en. mevrouw Breri|/
Brown, te Genua vertoevende zeelieden, b®"
vens vele leden der Hollaudsche Kolonie, a
mede de leiders van andere buitenlandse»
zeemanshuizen.
VISSCHEN MET EEN HENGEL, GEAASP
MET VISCH.
De kantonrechter te Leiden heeft gistere»
J. E., amateur-visscher te Leiden, die in »e
ONTSLAG BIJ DE ZUIDERZEEWERKEN.
Door het vorderen der werkzaamheden
overcompleet geworden
Bij de Amsterdamsche Ballast-Maatschappij
afd. Sluisbouw der Zuiderzee-werken te Den
Oever zijn Zaterdag j.l. 50 arbeiders hoofdzake
lijk timmerlieden en ijzerwerkers ontslagen,
omdat de werkzaamheden zoodanig zijn gevor
derd, dat zij overcompleet zijn geworden.
INDISCHE TOURNEE VAN HET
„HAAGSCHE TOONEEL"
Het Haagsche Tooneel, bestaande uit de
dames en heeren: Elly van Stekelenburg, Jan
Mulder, Chris de la Mar, ICitty Posthumus en
Jo Meyer (administrateur) zal met het stoom
schip „Patria,, dat den 25sten October van Mar
seille naar Indië vertrekt, een reis naar Indië
ondernemen.
VERVOER VAN ALCOHOL EN SPIRITUS.
De Minister van Waterstaat heeft het ver
voer van alcohol en spiritus in gesloten spoor-
en tramwagens toegestaan op voorwaarde, dat
eeno zoodanige ongevulde ruimte in het vaat
werk wordt gelaten, dat bij uitzetting van de
vloeistof ten gevolge van temperatuursverhoo-
ging tijdens het vervoer geen lekkage gevreesd
behoeft te worden.
Door R. DOMBRE.
Vertaald door A. VERSCHUUR.
20)
O ja. nu herinner ik medie dokter,
vriend van den valschen munter, de man met
dat Ieelijke gezicht die onze arme Jeanne zoo
goed verzorgd heeften waarvan de kinde
ren zoo veel, zoo onzinnig veel eigenlijk hielden.
Ik geloof dat die arme jongen een oogje had
op Beatrix, maar zij zal niets met hem op gehad
hebben. *t Zou anders nog zoo'n kwade partij
niet voor haar geweest zijn.
Alsjeblieft, zei ze tot haar man, die juist
binnenkwam met een glunder, pas geschoren
gezieht, en ze reikte hem den brief toe,
een schrijven van den dokter dien we vroeger
wel eens bij Janne's ziekbed aantroffen.
De blanke, gladde hand van mijnheer Valé-
eourt nam het papier aan, echter niet zonder
even te zuchten.
Als Beatrix maar niet dood is, hernam
mevrouw plots onsteltL Stel je voor, dan zouden
de kinderen in rouw zijn en niet naar het
feestje bij Durand kunnen.
Hij zag het schrijven in.
Nou. nou, risp hij opeens, dat is me ook
een nieuws! Leopold.Leopold Carbriant.
die we al dood waanden, schijnt nog spring
levend te zijn.
En schrijft dokter Méralde dat?
Onder strikte geheimhouding. Hij schrijft
onder bedekte termen, noemt geen naam, maar
'hij kan niemand andora bedoelen.
Enfin wat zegt hij eigenlijk?.... vroeg
zijn vrouw die steeds b'eeker werd en zenuw
achtig begon te doen.
....Dat degene die-n we kennen, niet ver
dronken is zoo-a!s er reden was te meenen, maar
naar Frankrijk teruggevaren is. met hulp van
een andermans papieren.
- Dat Is al zoo wat het ergste wat ons over
komen kan. zei m'vi-ouw Valéc-ourt, terwijl ze
kracht €»n troost zoent bij een flaconnetje eau
da cologne.
Haar man dacht zwijgend na, starend in de
ruimte.
Lees verder! Wat wil die ongeluksvogel?
Geld? Dat moet er nog bijkomen!
Je bent wel hard voor je lieven schoon
broer, merkte mijnheer lachend op
Zij sprong geprikkeld op.
Noem heni alsjeblieft niet'mijn schoon
broer.
Hij vraagt geen geld.
Wat dan? Toch niet de kinderen hoop ik?
Wettig kan hij hen niet opeiseben, want
hij heet geen Carbriant meer. En mocht hij
zich toch onder dien naam hier aanmelden,
dan loopt hij gevaar onmiddellijk ingepikt te
worden. Trouwens zijn veroordeeling ontneemt
hem ook de rechten van zijn vaderschap.
Zijn vriend die weet waar de vluchteling zich
ophoudt, schrijft voor hem.
Carbriant verlangt dat wij zijn bestaan aan
de meisjes bekend maken.
D3t is onmogelijk!
En dat wij hen nu en dan een bezoek bij
hen toestaan, ais zij zich tenminste niet voor
hem schamen. Voor de omgeving zou hij dan
door kunnen gaan voor een familielid dat
naar Parijs is gekomen. Op die manier behoeft
niemamd iets van de waarheid te weten.
Valécourt tegen.
Haar man haalde de schouders op, vouwde
den brief van den dokter met een voornaam
minachtend gebaar en verklaarde overtuigd:
Dat is mijn meening ook. Madeleine en
Juliette moeten onwetend blijven op dat punt:
wij hebben moeite genoeg gedaan om bet ver
loden uit hun geheugen te wissehen, totdat
er niet meer 't minste spoor overbleef.
En waartoe zou het di nen het verzoek
van (lira dwazen dokter in te willigen?
Och hij wil dien vriend van hem een
plezier doen.
Enfin wat denkt je te antwoorden?
Niets..
Wat niets?
Zeker, indien ik beslist weiger de kinderen
op de hoogte te brengen, dat wil zeggen, als
wij hen hier houden, dan moet ik niet ant,
•.voordien. Uit. dat zwijgen kan hij dan ons
fermeei besluit opmaken en die boodschap aan
zijn vriend overbrengen
Voetengeschuifel en gedempt gelach klonk
in de gang.
Daar zijn ze, waarschuwde mevrouw haas
tig. Gauw man, verberg dien brief, ze mogen
daar niets van weten.
We hebben dus besloten?....
Te zwijgen!
De deur ging open. Beide meisjes waren
charmant in hun frisch ochtendtoiletde jong
ste als altijd luidruchtig vroolijk, gelijk een
verwend kind dat alles mag doen, de oudste
meer bezadigd, maar niet zonder een inne
mende glimlach.
Terwijl Madeleine naar mevrouw Valéeonrt
ging om haar goeden morgen te kussen, wendde
Juliette zich tot mijnheer; maar het wilde kind
was oorzaak dat de brief, dien hij nog in de
hand had, op dien grond viel, vóór hij hem
in zijn zak had kunnen steken,
Madeleine raapte het papier op uit gedlen-
ich"
ld
binnenwater De Zijl te Leiden heeft gevis1
met een hengel, geaasd met visch, veroordeel
tot 1 boete subs. 1 dag hechtenis.
In deze zaak, die was uitgelokt door den Ne»-
Hengelaarsbond, was o.m. aangevoerd, dat »e
ministerieele verbod bindende kracht miste.
„PASSING SHOW."
„Je bent dus van je moeder weggeloopeh e»
wil niet meer terugkeeren. Zou ze je slaan?
Nee, maar ze zou mijn haar kammen."
stlgheid en zonder nieuwgierige bijbedoelingen.
Haar scherpe oogen lazen evenwel werktuigelijk
eenige woorden.
„....ongelukkigeelf jaar verbannen
....zijn beide dochters
Hot meisje lette niet op den zin dier woor-
ren, las ze zonder er bij na te denken. Uit
kieschheid keerde ze het in vjere-n gevouwen
papier om. zoodat de kant welke het minst
beschreven was, naar bovengekeerd lag.
Doch ditmaal werd haar aandacht getrokken
door de handteekening.zij meende den naam
Méralde te lezen. Vanzelfsprekend bracht ze
toen de andere woorden daarmee In verband
en deze kregen door die handteekening waarde
voor haar, zoodat ze vast in haar geheugen
geprent werden.
Dank jc wel lieveling! zei mijnheer Valé
court en stak het schijven nu aanstonds hij
zich.
Da beid3 zusters verlieten daarop weer het
vertrek,
Juliette lachte en zong vervulde het heele
huls met haai-'druk gedoe. Toch was zo niet
aanstellerig te noemen, maar naar opgewekt,
zorgeloos karakter vond Ieder oog en blik een
gelegenheid om haar speelschheid of spotzucht
bot te vieren.
Madeleine was vooral nu veel stiller; onwil
lekeurig dacht ze na over de toevallig ont
dekte woorden uit den brief.
I VI.
IN 'T PLANTSOEN.
Juffrouw Madeleine Valécourt, anders zoo'n
ijverige leerlinge, volgde dien Maandagmorgen
de pianoles met de grootste verstrooidheid. In
plaats dat ze bezig was met haar plano en
muziekboek, dacht ze aan de geheimzinnige
woorden „ongelukkigeelf jaar verban
nen..., sdjn beide dochters,''
Eigenlijk heeft nooit iemand ons verze
kerd dat vader dood is, dacht ze. Als ik nu en
dan een vraag waagde, werd die met vage
woorden beantwoord. Zoo heette het dat de boot
schipbreuk geleden had, maar bijzonderheden
konden niet gegeven worden. Bleef ik aandrin.
gen, dan zei men eenvoudig dat er nooit geen
nieuws meer gekomen was.
Plots was het of er een licht opging in
haar hersenen.
Juist i#i begrijp ik bet. De boot waarop
vader zich bevond kan omgekomen zijn, maar
vader zal zich gered hebben, hoeft daarna wel
licht op een eenzaam eiland geleefd, tot hij
eindelijk gelegenheid kreeg naar het vader
land terug te gaan. En thans wil hij zijn doch
ters weer bij zich hebben, traoht door tusschein
komst van Dr. Méralde in zijn rechten te wor
den hersteld. O als het eens waar 'was dat
onze dierbare vader nog leefde, wat zou ik
hem dan door een teode-re genegenheid schade
looss tel kn voor zooveel ongeluksjaren. Elf jaar!
Juist zoolang is hij wee. „Zijn telde dochters,"
dat kunnen wij zijn, Juliette en ik. O God,
geef dat ik goed gezien heb!Maar wat
blijft alles ondertusschen geheimzinnig en zon
derling!
Eén gedachte stelde haar gerust. Indien haar
vader teruggekomen was en dokter Méralde
dat wist, dan zou tante Beatrix het nieuw3
toch ook vernomen hebben. En Madeleine kende
haar goede tante voldoende om er van overtuigd
te zijn dat zij haar nichten zoo'n belangrijk ge
beuren niet verbergen zou.
Zoolang tante Beatrix dus niet geschreven
had, wist zij ook v-t niets. En Madeleine had
zich dus zonder reden overgegeven aan hersen
schimmige gedachten waar Juliette zeker har
telijk ora gelachen zou hebben.
Door deze en dergelijke redeneeringen stelde
het meisje haar angstig zoekende geest gerust.
En weer ging bet leren, rijn gewonen, meed-1
zamen gang.
Do regen had de meisjes verscheidene dag'6»
thuis gehouden, doch zoodra hiet weer zie»
hersteld had, kwamen de dagelijkse he wand®"
lingen weer op het program. Vergezeld van hu®
onderwijzeres, juffrouw Louise, gingen ze TtBSf
het naburige plantsoen. In een schaduwrijk
hoekje haddien eenige jongelui een tennisveld
ingericht en de jongedames Valécourt koz®»
dat plekje bij voorkeur uit.
Op een middag kreeg deze lommerrijke plaats
bezoek van een bejaarden heer die eein bank
uitkoos schuin tegenover de jongedames. M**
deleine herkende hem eerst niet en toch vra®
het haar of zij hem reeds eerder gezien had-
Waar? Zij zocht iin haar geheugen en herin'
nerde zich den heer die haar in den weg t?®"
loopen had., toen ze op een avond van hu19
ging. Weer dacht ze nu -terug aan den Indruk
welke die eerste ontmoeting op haar gemaakt
had.
Vreemd, die oude man want dat was b«.'
al schenen zijn gelaatstrekken jonger dan zij»
geheele voorkomen, keek haar en haar zus
ter telkens heimelijk aan.
Madeleine wilde niet meer op hem letted'
speelde wat met eenige kinderen die om haaf
bank liepen en vergat don nieuwsgierigen overt
buur.
Den volgenden middag zat deze weer
dezelfde plaats en de eerstkomende dage®
eveneens.
Langzamerhand begon Madeleine aan die®
eenzamen wandelaar te gewennen en ten laatst®
vond ze hem niet onsympathiek met zijn mag®1"
bleek gezicht, zijn matte, droeve oogen en g®*
lijr.cl voorhoofd, dat door een lidteeken Ke'
merkt was; want hij had tets goedigs, iel®
zachts in zijn uitdrukking
(Wordt vervolgd).