m m /Bi H WM%, i 8 m m ia m IAl FEUILLETON m w m m m, h m mr m m m m m- wé yyiJLJim 3 m 'it fé PAGINA RADIONIEUWS. SCHAAKRUBRIEK. ww^wm, wm 'ww, ifXiki nm. 9 wm wm 'aw- mm wm I DAMRÜBRIEK. ÖL md" *md' wm ■w "■w Mm I 9 Wé'' ilIPy 'WW mn wm DE SPAANSCHE SCHATGRAVER. <m, ah dag 28 October 1929 ÜLAD. «j» fHf r_h m Mm WÉ, Hm m Mm wé. UI it "fi WÉ. WM 'Mi- WÉ 'MM 'wwn ;4st «m, y/lm.'Wffi.-tyföfö W/A mtp,. A wm m 'wM m wm 'Mm,, MM M DE ETIQUETTE. Kom naar buiten! Roep haar!, riep zij tegen iWi-is DINSDAG 29 OCTOBER. Hulzen 1875 M. 160 Kilo Hertz). Uitslui tend KRO-uitzendingen. 11.3012 Godsdienstig halfuurtje; 12.151.15, Trio; 1.15—2 Gramofoon- ■rauziek; 23 Vrouwen uurtje; 33.30 Knipcur sus; 56.15 Gramofoonmuziek; 6.156.30 Inlei ding over Kath. sportbeweging; 6.307 „Wets- hanteering II" (strafrecht); 7—7.30 Latijn voor gevorderden; 7.30—S Lezing over: „Dooden- liturgie"; 8.01 „Het Sprookje en het Leven". Cantate voor soli, gemengd koor, orgel en orkest van Wm. de Haan; 9.30 c.a. Nieuwsberichten. Hilversum (298 M., na 6 uur 1071 M., resp. 1006 en 280 Kilo Hertz). 12.151.45 T-u- schinski-orkost; 1.453 Gramofoonmuziek; 34 Kniples;4 5 Microfoondebutanten, viool, zang; 5.306 Hongaarsche kapel; 6.457.45 Engelsche les; 8—9 Orkest; 9—9.45 Lezing door J. C. Lam ster: Indië-Volkenkundig overzicht; 9.45 Vervolg concert; 10.00 Persher. Na afloop dansmuziek door de Ramblers van La Gaite, Amsterdam. Daventry (1554.4 M„ 193 Kilo Hertz) 11.05 Lezing; 11.20 Gramofoonmuziek; 12.20 Or gelconcert, N. Desmond sopraan; 1.20 Orkest; 2.45 Berichten; 2.50 Uitzending voor scholen; 3.55 Fransche les; 4.20 Orkest en orgel; 4.35 Lezing; 4.50 Voortzetting concert; 5.35 Kinderuurtje; 6.20 Voordracht; 6.35 Nleuwsber.; 7.05 Zang door O. Haley alt; 7.20 Lezingen; 8.05 Concert H. Fry bariton, orkest; 8.208.50 Lezing; 9.20 Nieuws berichten: 9.35 Lezing; 9.55 Berichten; 10.00 Concert, I. Menges viool, H. Samuel piano; 10.50 12.20 Dansmuziek. Langenberg (473 M.. 634 Kilo Hertz). 6.207.20, 9.3510.30 en 11.30 Gramofoonmuziek; 12.251.50 Orkest; 4.505.50 Piano-recital; 7.25 8.15 Orkest; 8.20 Orkest, kinder- en kamerkoor, alt, tenor, bas, cembalo en orgel. Brussel (508.5 M., 590 Kilo Hertz). 5.20 Concert; 6.50 Gramofoonmuziek; 8.50 Concert, strijkkwartet met medewerking van zangeres; 9.50 Dansmuziek (gramofoonplaten)S.35 Con cert. Kalundborg (1153 M., 260 Kilo Hertz). 11.210—1.20 en 2.20—4.20 Orkest; 7.20—8.50 „Over Evne", tooneelspel in 2 bedrijven door Björnstjer- ne Björnson. Muzikale inleiding door strijkorkest; 8.509.10 Zang door Ella Heiberg; 9.2510.25 Orkest; 10.2512.20 Dansmuziek. Z e e s e n (1635 M„ 183.5 Kilo Hertz). 6.15— 11.50 Lezingen; 11.5012.15 Gramofoonmuziek; 12.1512.50 Lezingen; 1.20-^1.50 Gramofoonmu ziek; 1.503.50 Lezingen; 3.504.50 Concert uit Leipzig; 4.507.20 Lezingen; 7.20 Concert, orkest viool en tenor, koor; 8.50 Radio-prijsvraag. Daarna te ca. 9.45: „Fest der Sportpresse" in het Bportpalast te Berlijn. P a r ij s („Radio-Paris" 1725 M„ 174 Kilo Hertz). 12.502.20 Gramofoonmuziek; 4.05 Orkest en solisten; 6.55 Gramofoonmuziek; 8.55 Concert, orkest en vocale solisten. Een radioinstallatie voor den politiedokter. Men meldt ons uit Groningen; Had het reeds verwondering verwekt, dat Groningen een stad van ruim 100,000 inwoners over slechts 1 politiedokter beschikte, deze is thans op een dusdanige wij'ze geïnstalleerd, dat het gemis aan meer polïtiegeneesheeren heel wat minder gevoeld wordt. Van gemeentewege is n.l. op den auto van den politiegeneesheer dr. N. Nathans, een antenne geplaatst, terwijl in den auto zelf een ontvangapparaat is aangebracht, dat in ver binding staat met een hij het stuur aange brachte lamp. Is nu de hulp van den dokter noodig, dan wordt door den Inspecteur van dienst op het hoofdbureau bij den zender op een knopje gedrukt, waardoor als bij eiken zander een draaggolf wordt uitgestraald van circa 1.700 Kilo Hertz. Het eenige verschil met een omroepstation is, dat dit na het roepteeken een programma uitzendt, terwijl het hij den politiezender bij het waarschuwingsteeken blijft. Door het ont vangtoestel wordt nu de claxon in werking ge steld, zoodat een doordringend geluid ontstaat, dat ver in den omtrek hoorbaar is. Een omschakelaar stelt den dokter In staat naai keuze het claxonsignaal of een lampsig naal te doen werken. Onder het rijden weet de dokter dus direct wanneer men zijn hulp noodig heeft, waarna hij naar een telefoon snelt en van het politiebureau de plaats van het ongeluk te weten komt. Hetzelfde is het geval als hij bij een patiënt is en zijn claxon hoort. Eenige weken practijk hebben het nut reeds bewezen. En die practijk heeft eveneens uit gewezen, dat het toestel onberispelijk werkt. Radio in de Sing-Sing. In de Sing-Sing-gevangenis bevindt zich een radio-centrale, waarop in iedere cel een hoofd telefoon is aangesloten. Redacteur: P. A, KOETSHEID. Beukelsweg 51b. Rotterdam. Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand adres te richten. CORRESPONDENTIE. J. v. D. te R. 1. Tcöf faalt, in no. 4216, door 1. dc5: ook 1. d5 is goed. P. J. de J. te S. In no. 4218 neemt de ko ning eenvoudig het aangeboden paard en hij is gered. PROBLEEM No. 4225. FRêRES MAT. lste prijs „Association Italienne des Echecs" 1929 Mat in twee zetten. PROBLEEM No. 4226. E. KAHANE. lste prijs „Le Salut Public" 1929. Mat in twee zetten. i ■My//, PROBLEEM No. 4227. lste eerv. vermelding „Magyar Sakkvilag" Mat in drie zetten. OPLOSSINGEN OVER DRIE WEKEN. Deze worden bij ons ingewacht tot Dinsdag 12 November. PROBLEEMOPLOSSINGEN. No. 4216. 1. Tc4e4 enz. No. 4217. 1. e6d7enz. No. 4218. J. L. v. Grieken. Drie zetten. AVit: Ka2, Dg3, Lb7, Pe6; d5. Zwart Ke4: Opl. 1. La6, Kd5:. 2. Lc4-j- enz. 1. Kf5; 2. Ld3f enz. GOEDE OPLOSSINGEN. H. v. Gaaien, Rotterdam alle; J. Marcelis, Rot terdam alle; P. AA'elting, Neerloon alle; J. v. Dongen, Rotterdam no. 4217 en 4218; J. L. v. Grieken, Rotterdam no. 4216 en 4217; Jet Heler, Heerlem idem; J. L. Caminada, den Haag no. 4217; W. H. Haring, Kethel idem; P. J. de Jong, Soest no. 4216. HET OPLOSSEN VAN ZELFMATTEN. Sommigen van de oplossers schijnen er moeite mee te hebben wanneer zij een zelfmatopgave voor zich kregen deze te behandelen. Bij deze problemen is het doel, dat wit zijn tegenstander dwingt hem mat te geven. Het klinkt wel wat onlogisch, dat men zijn eigen ondergang bewerkt, doch het is hier een uiting van spel, waarin gelegenheid wordt geboden tot fijne combinaties en verrassende wendingen. Hoe goed zwart ook tegenspeelt wit weet hem er toe te brengen, dat hy bij zijn laatsten zet den matzet moet doen. Ter verduidelijking volgt hier een zelfmat in twee zetten van Schiffmann in een der laatste tornooien bekroond. Wit: Kal, Dc8, Tbl, Lf2; a2, a5, c7, f6. Zwart: Ka7, Thl, Lfl—gl. a3, a6, b6, g2, h2. Opl. 1. Tblb6: (wit slaat dus hier direct een pion). 1Lgl—f2:; 2. Tb6—a6:t, Lfl—a6:ff. 1. Lfl—b5; 2. Th6b8t, Lgl—f2ff. L Lfl—c4; 2. Tb6—c6f, Lgl—f2: tf. 1LH—d3; 2. TJ>6dGft, Lgl—f2:ff. 1Lfl—e2; 2. Tb6e6f, Lgl—f2: ff. Na deze uiteenzetting vertrouwen wij, dat al onze lezers nu een beteren kijk op no. 4220 en no. 4223 verkregen hebben. Het zijn beide mooie problemen. PARTIJ No. 930. Fransche opening. Gespeeld in de 4de ronde van het tornooi te Budapest 4 September 1929. AVit: Andreas Steiner. Zwart: Dr. P. Tartakower 1. e2e4 2. c2—c4 3. c4Xd5 4. Ddla-if e7e6 d7d5 e6Xd5 Lc8d7 Dit antwoord is wel niet het beste. Beter is 4. cS of Dd7. s. Da4-b3 Ld7c6 Met 5. de zou zwart zich in avontuur stor ten, er kwam 6. Lc4 (6. DXb7 Pc6); 6. Df6 (Ph6: 7. d3); 7. DXb7 Dc6 enz. Nog steeds schijnt zwart hierop in te kunnen gaan. 6. d2d4! De pointe van wit's behandeling i/d. opening. 6PgS—f6 Neemt zwart op e4, dan volgt 7. Lc4 met de mogelijke voortzetting 7. De78. d5 (zeer steflo is ook 8. Pc3), Db4f- 9. DXb4, LXbif; 10. Ld2, LXd2f; 11. PXd2, Ld7; 12. PXe4 en de voorsprong van wit's ontwikkeling is niet van waarde bioot. 7. e455 Pf6d7 Na dezen zet staan zwart's stukken elkaar in den weg. Maar ook door Pe4 is na 8. Ld3 geen gelijk spel meer te \erkrygen. 8. Db3—g3! Dat wit ongestraft de ontwikkeling van al zijne stukken, uitgezonderd de Dame, kan na laten is zeer merkwaardig. De oorzaak is gele gen dat wit's pionnen d4 en eó niet aangevallen kunnen worden:'c7cö wordt door Lc6 verhin derd, en de andere poging f7f6 kan gelijk het verloop van de partij aantoont, onschadelijk gemaakt worden. 8- f7—f6 9. Lfl—d3 Dreigt 10. LXh7i, TXh7; 11. Dg6f enz. LfSb4f 0—0 g7—g6 Tf3—g8 fé is na 13. De6f 9. 10. Pblc3 11. Dg3—h3 12. Lel—h6 Het kwaliteitsoffer 1. KhS (Tf7; 14. LXs6!); 14. LXfS— DXf8; 15. Pge2 tenslotte ontoereikend. 13. f2—f4 Pd7—f8 14. Pgl—f3 Dd8d7 Deze manoevre bereikt haar doel niet. In over weging kwam Ld7 benevens c5. 15. Dh3h4! f6Xe5 16. f4Xe5 Lc6b5 Zwart laat z'n -koning in den steek. Maar na Le7 bestond in afzienbaren tijd geen kaps, Lc6 goed te posteeren. 17. Ld3Xb5 Dd7Xbö 18. Dh4—f6 PfS—e6 19. Pf3—g5 Db5—d7 20. 0—0 .i.... Stand na den 20sten zet van wit. Hiermede dreigt 21. PXe6, TXe6; 22. Df8f benevens mat, bovendien ook PXd5. 20Pe6Xg5 Gedwongen. Na 20. Pc6 volgt 21. PXJ6, PeXd4; 22. PXb4, PXb4; 23. e6, PXe6; 24. PX®6 en wint, na 20LXC3; 21. bc, Pc6 beslist 22. PXe6 beslissend. 21. Df6Xg5 Pb8c6 22. Tfl—f6! Pc6Xd4 Een vertwijfelde uitval die 't einde verhaast. Houdbaar was de partij toch niet na Te6, er kwam 23. Dg4! benevens Tafl. 23. Pc3Xd5. Zeer mooi gespeeld. Na 23. DXdö slaat 24. TXg6f beslist door. 23Pd4e6 In de stille hoop na 24. TX®6, DXe6; 25. PXb4?, Db6f enz. AVit maakt echter een kort proces. 24. Tf6Xg6t - h7Xg6 25. Dg5g6f KgS—h8 No S3. (27 October 1929.) Alle correapoi dentle te richten aan den dam- redacteur dezer courant. PROBLEEM No. 206. JAC. HARING, Hoorn. Zwart. 1 4 w„ mÉ... My».. '■w_ W/s Wit. Zwart: 4. 9, 11/4, 16, 19, 21, 24 en 36. AVit: 23, 27/8, 30 32/4, 40, 41, 42 en 47. PROBLEEM No. 207. JAC. HARING, Hoorn. Zwart. Wit: Zwart: 7/10, 12, 14, 17, 19, 20, 26 en 35. Wit: 21, 23, 27/9, 32, 37, 39, 49 en 50. PROBLEEM No. 208. JAC. HARING, Hoorn. Zwart. V.77//// Wit: Zwart: 6, 9. 10, 20, 24, 30, 31, 35, dam op 14. Wit: 16, 22, 32/3, 38, 42, -44/5 en 49. 26. Pd-5—f6 Te8g8 27. Dg6h5 Er is geen redding meer. 27 TgSXgS! 28. KglXüS Dd7—c6f 29. Kg2—h3 Pe6g7 Anders 30. Lf8. 30. Lh6Xg7t Kh8Xg7 31. Tal—gl Kg7—f8 32. Tgl—gSf Kf8e7 33. Tg8Xa8 Dc6e6f 34. Dh5g-4 Opgegeven Voor deze partij in opzet en behandeling heeft Steiner ongetwijfeld een schoonheidsprijs verdiend. Aanteekeningen van A. Becker in de AViener Schachzeitung. PROBLEEM No. 209. JAC. HARING, Hoorn. Zwart. VA///W •S/Wï/. Wit: Zwart 1/2, 4/5, 11/2, 16/8, 22/3, 28 en 35. Wit: 24/7, 29, 31, 34. 39, 41, 43/46. Party gespeeld tusschen H. H. Marchand de Bois (wit) en Mentor (zwart), vermoedelük in Juni 1852. 17—22 11—17 6—11 1. 31—26 2. 37—31 3. 32—27 Neemt de hekstelling 3. 4. 42—37 Voorkeur verdient 41 daarna 46 op te brengen. De grondschyf aan de linkerhoek kome altijd zoodra mogeiyk in het spel. 4. 1—6 5. 47—42 19—23 6. 34—29 Uit dezen ruil biykt wel dat de kamp er meer by zonder om gaat, zwart het bezetten van ruit 23 te beletten en tevens buiten de opsluiting bekwaam terrein te winnen. 6. 23 34 7. 40 29 14—19 8. 29—24 19 30 9. 35 24 20 29 10. 33 24 Vervolgt zün plan door met dezen ruil op te dringen. 10. 10—14 11. 45—40 1419 12. 40—34 Verkiest dezen ruil boven 40—35, meenende daardoor de tegenparty tot verder afruline aan te wakkeren. 12. 19 30 13. 34 25 15—20 Niet verwerpeiyk, evenwel zou 1319 wit belet hebben om 3833 op te spelen en ware het bezetten van ruit 23 daardoorweder moge- !ük geweest, bewüs te meer, dat wit op den 4en zet beter had gedaan met 4137 op te spelen, gevolgd door 4641. 14. 25 14 9 20 15. 39—33 3—9! Volkomen juist wordt hier de kroonschryf op gebracht, daar by verdediging tegen de hekstel ling de steun van de grondschyven naast de kroonschyf (hier 2 en 4) van meer gewicht is. 16. 44—40 5045 zou leiden tot eenvoudigen damslag voor zwart door 1621, 2227, 17 50. 16. 9—14 17. 49—44 14—19 18. 44—39 19—23 Bezet wederom de kritieke ruit. 19. 50—45 13—19! Het beste verweer, want op 2024 volgt wit 4034 en komt in het voordeel. Dit zy ter studie aanbevolen, byv hoe op 23—28 van de zyde van wit 3732 enz. zou volgen. 20. 3329 Vier om vier te spelen 3328, 2721, 31 15 kon niet baten, daar zwart dan met 2329 winnend opdrong. Het is belangwekkend zulks na te gaan. 20. 23 34 21. 40 29 8—13 22. 38—33 2— 8 Noodig tot versterking van den linkelvleugel. 23. 45—40 4— 9 24. 42—38 Bü 3934 ging een schyf verloren door zwart 16—21, 22—27, 17 30. 24. 5—10 25. 4035 1014 26. 29—24 20 29 27. 33 24 19 30 28. 35 24 14—19 29. 24—20 9—14 De laatstvoorgaande zetten hebben tot deze bekwame afweer geleid. 30. 20 9 13 4 Stand Zwart: 4. 6/8, 11/2, 16/9 en 22. AVit: 26/7, 31, 36/9, 41, 43, 46 en 48. 31. 38—33 Dreigt met 26—31, 37—32, 43—38, 33 2. 31. 8—13 32. 33—29 4— 9 33. 48—42 9—14 34. 42—38 19—23 35. 37—32 3833 zou een schü'f kosten door zwart 23 34, 16—21, 22—27, enz. 35. 23 34 36. 39 30 13—19 2228 mocht niet wegens wit 2722, 2621, 31 24. Regels over het rooken HOE MEN EERTIJDS DACHT EN DEED In dezen tijd, waarin men het heel gewoon vindt, dat vrouwen en meisjes in het openhaal rooken, is het wel interessant een oud Ani®* rikaansch boekje te lezen van 't jaar 1860, i* titeld „The Gentlemen's Book of Etiquette dat toen in Amerika gold als het Wetboek van Mevrouw Etiquette en waarin de volgende r0, gels gegeven worden, hoe men zich als fat" soenlijk rooker te gedragen heeft. Men moet nooit een pijp op straat rooken en in een koffiehuis of hotel moet men bee1* en-al niet rooken. In tegenwoordigheid van ee° dominé mag men niet rooken zonder zijn toe* stemming. Hem een sigaar aanbieden is zee' onhoffelijk. Wanneer men rookt of met rookers vertoe" en zich daarna in gezelschap van dames he* geeft, trek dan eerst een ander pak aan. EeD gastheer, die weet hoe 't hoort en die u ee0 sigaar presenteert, biedt u tegelijk een jas aaO< waarin u rooken kunt. (Dat waren dus de eet' ste „smokings"). Als men gerookt heeft spoele men ZÜ0 mond goed schoon en poetse zijn tanden een tandenborstel, dien men voor dit doel hö zich dient te hebben. In andermans huis rookt men niet zondaf zijn verlof en wanneer er dames zijn, vraag' men die permissie niet. Het staat zeer onbeleefd een sigaar op steken, zonder de aanwezigen er ook een offreeren, uitgezonderd aan een dominé een ouden man. Een aangeboden sigaar, goed of slecht, be* hoort men op te rooken en men maakt geen op of aanmerkingen over haar kwaliteit. 37. 30—25 Gevolgd zou Zün op 3833, 4339. 302S< 37. op 2823 1419 wint 2534 wint. 44. 45. 16 18 46. 23 14 47. 41—37 48. 36—31 Een karakteristieke party door de beide, on* genoemde meesters even vasthoudend als Ioffe' ïyk gespeeld, aantoonende wederom, dat het onraadzaam is, by den aanvang eener party hekstelling te nemen, al moge deze stelling In veel later stadium van de party genomen, goed® winstkans geven. 14—20, 20—24! 19— 19—24! Zeer juist, zwart heeft nu de winst 19 handen. 38. 38—33 Op 4137 of 4339 kreeg zwart met 243"» 2228, 18 40 vrye baan naar dam. 38. 1621! 39. 27 16 22—27 40. 31 13 24—30! Tot beveiliging van de te halen dam. 41. 25 34 12—18 42. 13 22 17 48 43. 34—29 48—25! 44. 29—23 2924 zou niet baten, dan volgt zwafj 25—39. 39—33; en bü 32—28, 29—23, 23—1® 25—20, 20—25! 11—:lT op 36—31 of 41—37. 7—12 14—19 25 49 6—11 11- -17wi n* 08 OPLOSSINGEN Probleem No. 198 (Jac. Haring) Zwart: 5/7, 11, 16, 18/9, 23, 35. dam op 48. Wit: 9, 15, 21, 27, 32/3, 37, 40, 42, 44 en 59- Wit 32—28 (zw. 23 41), 15—10 (zw. 48 38' vier schpven), 4439, 104 en 4 26. Probleem No. 199 (Jac. Haring). Zwart: 8, 11, 14, 17/9, 21, 25/7 en 29. Wit: 28, 30, 36/7, 40/3, 4-5 en 47. Wit 36—31, 28—23, 37—31, 47—42, 40—34, 45 3 en 3 7. Probleem No. 200 (W. J. v. d. Voort). Zwart: 5, 9/11 14, 17/8, 21/3, 27/9, 33 en 36. Wit: 25/6, 30, 34/5, 37/8, 40, 42/4 en 46/9. Wit 44—39, 47—41, 37—31, 42—37, 46—él' 30—24, 35—30, 34—29, 48—42, 43 12. 26 19 25 12. Probleem No. 201 (W. J. v. d. Voort). Zwart: 4, 6/7, 9, 11/4 18/9, 29 en 37. Wit: 16, 20, 26/8, 35, 38/9, 43/4, 47/8 en 50. Wit 28—23 (19 28 gedw.), 39—34, 48— 5044 (zw. 49 21), 26 10 en 44 4. Goede oplossingen ontvangen van: J. Boelen®' Nieuweschans; J. v. d. Hulst, L. Turk en H. s_' P. Vryburg, allen Oud-Ade; A. Blom, Utrecht, W. Schreuder, den Haag; C. v. d. S„ Joh. I*» H. W. Borghardt, J. P. H. en D. R„ allen Rot' terdam; W. J. v. d. Voort, Nieuw-Venne, (°aK no. 194.) Een humoristisch griezelverhaal door WILLIAM CAINE. 63) Naar glndschen boerderij, Andres! riep slgnora Quesada plotseling. Zij wees met haar parasol naar rechts. Daar zul je een beetje verderop wel een zijweg vinden. In die boerderij, zei zij tegen Mercedes, woont een van mijn vroegere meisjes. O, het was zoo'n vette jonge meid. Ik heb mijn best gedaan, maar hetwas geAvoon wanhopig om daar een danseres van te maken. Een echte kamer-olifant. Lieve tijd, het zou bedrog ge worden zijn om nog langer geld van haar aan te nemen. Ik heb haar een maand op proef ge nomen en toen naar huis gezonden. Zij is nu getrouwd, het arme ding, en ik geloof tenslotte toch, dat zij haar roeping gevonden heeft. Ieder jaar haart zij een gezond kind. Het ls een erg dankbaar meisje. Als zij in San Pablo kwam, bracht zij altijd het een en ander voor mij mee. Arme stakker, zij kon het maar moei lijk missen, maar zij is erg dankbaar, dat ik geen danseres van haar gemaakt heb, dat ik haar het geld terug gaf en dat zij toen kon trouwen. Zij woont hier nu erg gelukkig en tevreden. Hier zij wees op het mandje zijn een paar leuke dingen, die Ik gisteren voor haar gekocht heb. Zij opende het mandje en haalde er een paar fijne kinderkleertjes uit van rose flanel. Je moet niet verkwistend zijn, zei ze, als je lederen dag iemand een plezier wilt doen. Kijk eens wat een lief onderjurkje! Kant en alles er aan. Het was een! beetje vuil en daarom wat goedkooper Neen, je moet je geld niet weg smijten. Araalla zal nooit weten, dat ik heel fijn met eigen hand dat onderjurkje heb uitgewaa- schen. Zij zal maar wat op staan kijken van het praehtige borduursel. Het is haar eerste soon. Aan Jen zijweg naar de boerderij kwamen zij een landlooper tegen, die op een vervaarlijke korst brood liep te kauwen. Hij had geen hoed, geen schoenen, geen jas aan. Bij deze boerderij het was de vijfde, waar hij de woedende honden en scheldende boeren had getrotseerd had hij een prettige ontvangst gevonden. Hilario had eigenlijk geluk gehad. Toen hij het rijtuig tegen kwam, draaide hij het onmiddellijk den rug toe. Het zou best mo gelijk zijn, dat de inzittenden hem herkenden en dat moest hij tot allen prijs voorkomen. Maar toen het voorbij was, dwong de nieuwsgierig heid hem even achterom te kijken. Toen zag hij zijn nichtje, die een keurig klein rose onder jurkje in haar handen hield en daar met intense bewondering haar oogen op richtte. Hij had nog juist den tijd om signora Quesada te her kennen, voordat zij om den hoek verdwenen. Enkele seconden stond hij in ernstige gedach ten. Klaarblijkelijk was de hemel weer aardig aan het werk om hem te hulp te komen. Het schreeuwde in hem om een paar laarzen. Neen, die kans mocht hij niet voorbij laten gaan. Plot seling liep hij naar de boerderij terug. t Signora Quesada's aankomst verwekte alge- meene sensatie. Toen het rijtuig in zicht kwam, liepen twee meisjes, die op den drempel van de deur zaten, als faunen weg, terwijl zij in hun vlucht naar de huiskamer een derde kind met zich meesleepten. Vervaarlijke schelle kreten klonken door het huis. Voordat de wilden tot rust kwamen, stond een vervaar- lyke vrouw in de deuropening geplant. Haar oogen vielen op signora Quesada en met een gil wierp zij haar groote bloote roode armen in de lucht. Haar gezicht giom in een breeden glimlach en zij begon tegelijk met signora Quesada te praten. Geen van beiden lette er op. Het gesprek was heeiemaal van huiselijken aard en betrof de pynten, die ik zoo juist verteld heb, zoodat ik het niet zal overschrijven. Het eindigde echter hiermede, dat signora Quesada het rijtuig verliet en binnen stapte. Mercedes werd vanwege haar enkel gespaard voor het bijzondere Voorrecht Amalia's jongsten zoon te mogen bewonderen. De moeder en de bezoek ster waren nauwelijks verdwenen, toen een heeache stem vlak bij Mercedes' oor baar naam uitsprak. Zij keek om en ontdekte haar oom. Zij her kende hem onmiddellijk, ondanks zijn deplora- belen toestand. Groote genade! riep zij terugdienzend uit, wat beteekent dat? Doe, alsof je me niet kent, zei hij in het Engelsch. Andres op den bok keek achter zich om, be greep den toestand, lichtte zijn zweep op en verzocht deze pestilentie om onmiddellijk van de signorita te vertrekken. Slechts de meest ongewone oiftstandlgheden konden Hilario's verschijning in zulk een onge- wonen toestand verklaren. Neen, zei Mercedes, Andres, laat hem even. Het is een arme man, een vreemdeling. Let maar meer op je paarden, Andres. Mijn gewon den enkel kan geen schokken verdragen. AVat is er? vroeg zy aan Hilario. De zaak zit zoo, zei hij in het Engelsch, terwijl hij zijn gezicht voor de oogen van de twee mannen op den bok verborg. Ribera heeft mij naar het leven gestaan. Het meisje werd doodsbleek. Val mij niet in de reden! ging hij vlug door. Luister! Ik ben in groot gevaar! Ik zeg, dat Ribera geprobeerd heeft mij te vermoorden. Ik kan mij niet tvp hem wreken zonder ons allen in de grootste ellende te-storten. Vraag maar niet hoe, het is zoo!. Bij mijn eerstvolgend bezoek zal ik je alles uitleggen. Dit kan ik hier niet doen! Ik heb je noodig! Ik moet een paar schoenen hebben! Ribera denkt, dat ik dood ben! Hij moet dat blyven denken! Anders ben ik mijn leven geen seconde zeker! Vanavond moet jij mij geld en laarzen brengen! Laarzen, hoor je me? Ik zal hier weer zijn op het kruis punt van dezen weg, ongeveer om negen uur. Breng al wat ik noodig heb. Ik mag mij niet in San Pablo wagen! Indien zij mij herkennen ben ik verloren! Ik heb erg met je te doen, zei zij in het Spannsch, vanwege den bok, maar ik heb geen geld bij mij. Hoe hoe is dat allemaal ge beurd? ging zij in het Engelsch door, en waar om? Dat is een heel lang verhaal! antwoordde hij. Een vreeselijke geschiedenis. Daar heb ik nu geen tijd voor! Ribera is een vervloekte schurk! Ik ril, als ik nog aan dien man denk! Ik zal wel met hem quitte worden! Zoo waar God mij hier Jioort, ik zal mij wreken! Hij balde de vuisten en zij hoorde zijn tanden op elkaar knarsen van de haat, die hem ver teerde. Hij heeft mij gewoon als een werktuig gebruikt. Hij had van het begin af aan mijn ondergang voor, ging hij verder. Nu hij eindelijk iemand gevonden had, die naar hem luisterde, tegen wie hij al zijn onrecht kon belijden, werd het hem te veel. Hilario ver loor alle omzichtigheid, zijn uithoudingsvermo gen was heeiemaal verteerd. Ik zie het allemaal heel duidelijk in, zei hij. Ja, ik stond hem in den weg. Ik stond hem in den weg naar jpu. En Tereza ook. Wij moes ten opgeruimd worden. Die man schrok nergens voor terug om dat te bereiken. Eerst de brief! Dat was om mij in de gevangenis te helpen. Maar toen kwam Billing opzetten. Dat viel tegen! Billing! schreeuwde zy. Wat heeft die er mee uit te staan? God is mijn getuige, dat het de slechtste dag ln ons leven is geweest, toen hij het in zijn stomme hoofd kreeg om naar San Pablo te komen. Vervloekte kerel! vervloekte Ribera! Die hebben samen in deze drie dagen voor mij de bel op aarde gebracht. Maar ik zal met Ribera wel quitte worden. Billing is een dwaas! Hij laat me koud. Laat die maar een beetje uit geplunderd worden! Dan krijgt hij een goed lesje om zich voortaan alleen met zijn eigen zaken te bemoeien. Dat gaat mij niet aan. Ik heb het geld niet langer noodig. Laat die vuile hond het allemaal maar nemen! Iedere penning mag hij hebben Ik wil niets meer! Laten zij dat maar samen uitmaken op den vuurtoren. Och, Ik ben een idioot, zei Hilario. Hoe kan ik je dat nu allemaal vertellen, vanavond om negen uur Mercedes greep hem plotseling bij de schou ders. Haar gezicht stond strak gespannen van schrik. Zy dreigde te stikken. Zij keek hem ont steld aan. Spreek, of ik weiger u te helpen! Het ooghet oog van Santé Brigida, zei hij eigenzinnig. Daar zit hij nu opgesloten, want wij hebben hem vannacht in een val ge lokt. Als ik alles geweten had, als ik alles ge weten badDie man zal berouw hebben van den dag, dat hij mij het eerst als werktuig heeft gebruikt. Hij zal Hilario. Vooruit! Vooruit! roep haar uit het huls! Tereza! Tereza! Signora Quesada verscheen op den drempel, rood van het harde loopen. Wat is er? riep zij. Groote genade! is er iets aan de hand? In het rytuig! vooruit! stap in! ik zal het ie onderweg wel uitleggen! Oom, U moet er ook in komen. Toe vooruit nu! Houd ons toch niet op met je smoesjes. Ja Tereza, dat is mijn oom. Ik zal het je wel uitleggen. Bij alle heiligen in den hemel houd ons niet op! Andres, rijd weg, vooruit, naar de stad, vooruit lieve Andres. O, rijd dan toch pummel, kijk mij niet zoo aan. Tereza, zeg. dat hij rijden moet. John signor Billing zit opgesloten in het oog van Santa Brigida en Ribera laat dat ding straks in de lucht springen! Hé? schreeuwde signora Quesada, terwijl zij het meisje als door den bliksem getroffen aankeek. Ben je je verstand kwijt, kind? Neen, zei zij plotseling, jij bent niet gek. Stap in jij, wendde zij zich plotseling tot Hilario, vooruit, en toen deze aarzelde, keek zij hem met vlam mende blikken aan. Zij stampte met haar voet, zij dreigde hem met haar eigen handen naar binnen te trekken. Hy viel bijna in het rijtuig. Noch zijn angst voor Ribera, noch zijn hoop op wraak waren sterk genoeg om weerstand te bieden tegen signora Quesada, als deze zich iets in haar hoofd had gezet. De oude dame heesch hem in het rytuig en flapte de deur dicht. Vooruit! schreeuwde zy. Andres, rammel op die vette beesten zoo hard je maar kunt, be grepen. Sla ze maar dood, als het moet. Terug naar ,San Pablo! Adieu Amaiia! riep zij ter wijl zij met haar hand naar de verbaasde boerin wuifde. Ja, het is een prachtige jongen, hoor! Ik kom eens heel vlug bij je terug! Zij waren nu ai om den hoek. Tereza wendde zich tot Mercedes: En laat nu eens hooren, wat er aan de hand is. HOOFDSTUK XXIV. I. Op de kaai van San Pablo was een groote hoop menschen verzameld. De aandacht vaa al deze menschen ging uit naar de plaats, waar j de oude vuurtoren op de uiterste punt van Santa Brigida hing. Zij stonden te wachten tot hij op zou springen en in zee zou tuimelen. Hoezeer het Spaansche volk ook uit is op groote gebeurtenissen, als vuurwerk, wedstriJ* den of het opblazen van een vuurtoren, tocb was er op de gezichten van de wachtende menigte niets van de bekende voorpret bij ee° dergelijke gebeurtenis te bespeuren. Met andere woorden, de menschen waren knorrig. Er hioS een dreigende stemming onder de schipper®* Rond negen uur was er een luitenant, verge" zeld door een heele troep soldaten naar bet strand gekomen. Hij had het bevel gegeveö» dat geen enkele boot de haven mocht verlaten- omdat de vuurtoren spoedig opgeblazen zoü worden. Het nieuws had algemeene opschudding verwekt onder de vlsschers van San Pabl"- Niet omdat de visschersvloot juist op bet punt stond te vertrekken, niet omdat het dag" werk een paar uur uitgesteld zou worden. Och» dit had voor hen geen beteekenis. Niemand van die visschers had er bezwaar tegen om een paar uur langer aan de kaai te luieren. Maar de voorgenomen geweldige opruiming van het oog van Santa Brigida had hen woest gemaakt. Menschen, die veel op zee rondzwal ken zijn over het algemeen zeer hijgeloovig- Een der vele voorwerpen, die de hoogachting of de vereering der San Pablo'sche visscher® uitmaakten was zeker de vuurtoren van Santa Brigida. De oudste bewoner kon zich nl®t anders herinneren dan dat dit witte gebou^ steeds de rotsen had bekroond en zijn vade® en zijn grootvader, zij allen hadden 's avond® uitgekeken naar de lichten in het oog van Santa Brigida. Tallooze generaties waren er door naa® huis getrokken, tallooze generaties hadden W®t hun oogen turende gezocht door de donkerté van de winterstormen om eindelijk den vrien delijken blik op te vangen, die hun vertelde, dat zij veilig en warm zouden zijn, dat zij eten en drinken en hun vrouwen zouden vinden, I00" dra zij het licht van Santa Brigida waren ge passeerd. (Wordt vervolgd'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 8