m m
/Bi
H WM%, i 8
m m ia m
IAl
FEUILLETON
m
w m m
m, h m
mr m
m m m m- wé
yyiJLJim
3 m 'it fé
PAGINA
RADIONIEUWS.
SCHAAKRUBRIEK.
ww^wm, wm 'ww,
ifXiki
nm.
9 wm wm 'aw-
mm wm I
DAMRÜBRIEK.
ÖL
md" *md' wm
■w
"■w Mm I
9 Wé'' ilIPy 'WW
mn wm
DE SPAANSCHE
SCHATGRAVER.
<m,
ah dag 28 October 1929
ÜLAD.
«j» fHf r_h
m Mm
WÉ, Hm
m Mm wé. UI
it
"fi WÉ. WM 'Mi- WÉ
'MM 'wwn ;4st «m,
y/lm.'Wffi.-tyföfö
W/A mtp,.
A
wm m
'wM
m wm
'Mm,, MM M
DE ETIQUETTE.
Kom naar buiten! Roep haar!, riep zij tegen
iWi-is
DINSDAG 29 OCTOBER.
Hulzen 1875 M. 160 Kilo Hertz). Uitslui
tend KRO-uitzendingen. 11.3012 Godsdienstig
halfuurtje; 12.151.15, Trio; 1.15—2 Gramofoon-
■rauziek; 23 Vrouwen uurtje; 33.30 Knipcur
sus; 56.15 Gramofoonmuziek; 6.156.30 Inlei
ding over Kath. sportbeweging; 6.307 „Wets-
hanteering II" (strafrecht); 7—7.30 Latijn voor
gevorderden; 7.30—S Lezing over: „Dooden-
liturgie"; 8.01 „Het Sprookje en het Leven".
Cantate voor soli, gemengd koor, orgel en orkest
van Wm. de Haan; 9.30 c.a. Nieuwsberichten.
Hilversum (298 M., na 6 uur 1071 M.,
resp. 1006 en 280 Kilo Hertz). 12.151.45 T-u-
schinski-orkost; 1.453 Gramofoonmuziek; 34
Kniples;4 5 Microfoondebutanten, viool, zang;
5.306 Hongaarsche kapel; 6.457.45 Engelsche
les; 8—9 Orkest; 9—9.45 Lezing door J. C. Lam
ster: Indië-Volkenkundig overzicht; 9.45 Vervolg
concert; 10.00 Persher. Na afloop dansmuziek
door de Ramblers van La Gaite, Amsterdam.
Daventry (1554.4 M„ 193 Kilo Hertz)
11.05 Lezing; 11.20 Gramofoonmuziek; 12.20 Or
gelconcert, N. Desmond sopraan; 1.20 Orkest;
2.45 Berichten; 2.50 Uitzending voor scholen; 3.55
Fransche les; 4.20 Orkest en orgel; 4.35 Lezing;
4.50 Voortzetting concert; 5.35 Kinderuurtje;
6.20 Voordracht; 6.35 Nleuwsber.; 7.05 Zang door
O. Haley alt; 7.20 Lezingen; 8.05 Concert H. Fry
bariton, orkest; 8.208.50 Lezing; 9.20 Nieuws
berichten: 9.35 Lezing; 9.55 Berichten; 10.00
Concert, I. Menges viool, H. Samuel piano; 10.50
12.20 Dansmuziek.
Langenberg (473 M.. 634 Kilo Hertz).
6.207.20, 9.3510.30 en 11.30 Gramofoonmuziek;
12.251.50 Orkest; 4.505.50 Piano-recital; 7.25
8.15 Orkest; 8.20 Orkest, kinder- en kamerkoor,
alt, tenor, bas, cembalo en orgel.
Brussel (508.5 M., 590 Kilo Hertz). 5.20
Concert; 6.50 Gramofoonmuziek; 8.50 Concert,
strijkkwartet met medewerking van zangeres;
9.50 Dansmuziek (gramofoonplaten)S.35 Con
cert.
Kalundborg (1153 M., 260 Kilo Hertz).
11.210—1.20 en 2.20—4.20 Orkest; 7.20—8.50 „Over
Evne", tooneelspel in 2 bedrijven door Björnstjer-
ne Björnson. Muzikale inleiding door strijkorkest;
8.509.10 Zang door Ella Heiberg; 9.2510.25
Orkest; 10.2512.20 Dansmuziek.
Z e e s e n (1635 M„ 183.5 Kilo Hertz). 6.15—
11.50 Lezingen; 11.5012.15 Gramofoonmuziek;
12.1512.50 Lezingen; 1.20-^1.50 Gramofoonmu
ziek; 1.503.50 Lezingen; 3.504.50 Concert uit
Leipzig; 4.507.20 Lezingen; 7.20 Concert, orkest
viool en tenor, koor; 8.50 Radio-prijsvraag.
Daarna te ca. 9.45: „Fest der Sportpresse" in het
Bportpalast te Berlijn.
P a r ij s („Radio-Paris" 1725 M„ 174 Kilo
Hertz). 12.502.20 Gramofoonmuziek; 4.05 Orkest
en solisten; 6.55 Gramofoonmuziek; 8.55 Concert,
orkest en vocale solisten.
Een radioinstallatie voor
den politiedokter.
Men meldt ons uit Groningen;
Had het reeds verwondering verwekt, dat
Groningen een stad van ruim 100,000 inwoners
over slechts 1 politiedokter beschikte, deze
is thans op een dusdanige wij'ze geïnstalleerd,
dat het gemis aan meer polïtiegeneesheeren
heel wat minder gevoeld wordt.
Van gemeentewege is n.l. op den auto van
den politiegeneesheer dr. N. Nathans, een
antenne geplaatst, terwijl in den auto zelf een
ontvangapparaat is aangebracht, dat in ver
binding staat met een hij het stuur aange
brachte lamp. Is nu de hulp van den dokter
noodig, dan wordt door den Inspecteur van
dienst op het hoofdbureau bij den zender op
een knopje gedrukt, waardoor als bij eiken
zander een draaggolf wordt uitgestraald van
circa 1.700 Kilo Hertz.
Het eenige verschil met een omroepstation
is, dat dit na het roepteeken een programma
uitzendt, terwijl het hij den politiezender bij
het waarschuwingsteeken blijft. Door het ont
vangtoestel wordt nu de claxon in werking ge
steld, zoodat een doordringend geluid ontstaat,
dat ver in den omtrek hoorbaar is.
Een omschakelaar stelt den dokter In staat
naai keuze het claxonsignaal of een lampsig
naal te doen werken. Onder het rijden weet
de dokter dus direct wanneer men zijn hulp
noodig heeft, waarna hij naar een telefoon
snelt en van het politiebureau de plaats van
het ongeluk te weten komt. Hetzelfde is het
geval als hij bij een patiënt is en zijn claxon
hoort.
Eenige weken practijk hebben het nut reeds
bewezen. En die practijk heeft eveneens uit
gewezen, dat het toestel onberispelijk werkt.
Radio in de Sing-Sing.
In de Sing-Sing-gevangenis bevindt zich een
radio-centrale, waarop in iedere cel een hoofd
telefoon is aangesloten.
Redacteur: P. A, KOETSHEID.
Beukelsweg 51b. Rotterdam.
Verzoeke alle mededeelingen aan bovenstaand
adres te richten.
CORRESPONDENTIE.
J. v. D. te R. 1. Tcöf faalt, in no. 4216,
door 1. dc5: ook 1. d5 is goed.
P. J. de J. te S. In no. 4218 neemt de ko
ning eenvoudig het aangeboden paard en hij is
gered.
PROBLEEM No. 4225.
FRêRES MAT.
lste prijs „Association Italienne des Echecs" 1929
Mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 4226.
E. KAHANE.
lste prijs „Le Salut Public" 1929.
Mat in twee zetten.
i
■My//,
PROBLEEM No. 4227.
lste eerv. vermelding „Magyar Sakkvilag"
Mat in drie zetten.
OPLOSSINGEN OVER DRIE WEKEN.
Deze worden bij ons ingewacht tot Dinsdag 12
November.
PROBLEEMOPLOSSINGEN.
No. 4216. 1. Tc4e4 enz.
No. 4217. 1. e6d7enz.
No. 4218. J. L. v. Grieken. Drie zetten.
AVit: Ka2, Dg3, Lb7, Pe6; d5. Zwart Ke4:
Opl. 1. La6, Kd5:. 2. Lc4-j- enz.
1. Kf5; 2. Ld3f enz.
GOEDE OPLOSSINGEN.
H. v. Gaaien, Rotterdam alle; J. Marcelis, Rot
terdam alle; P. AA'elting, Neerloon alle; J. v.
Dongen, Rotterdam no. 4217 en 4218; J. L. v.
Grieken, Rotterdam no. 4216 en 4217; Jet Heler,
Heerlem idem; J. L. Caminada, den Haag no.
4217; W. H. Haring, Kethel idem; P. J. de Jong,
Soest no. 4216.
HET OPLOSSEN VAN ZELFMATTEN.
Sommigen van de oplossers schijnen er moeite
mee te hebben wanneer zij een zelfmatopgave
voor zich kregen deze te behandelen.
Bij deze problemen is het doel, dat wit zijn
tegenstander dwingt hem mat te geven. Het
klinkt wel wat onlogisch, dat men zijn eigen
ondergang bewerkt, doch het is hier een uiting
van spel, waarin gelegenheid wordt geboden tot
fijne combinaties en verrassende wendingen. Hoe
goed zwart ook tegenspeelt wit weet hem er toe
te brengen, dat hy bij zijn laatsten zet den
matzet moet doen. Ter verduidelijking volgt
hier een zelfmat in twee zetten van Schiffmann
in een der laatste tornooien bekroond.
Wit: Kal, Dc8, Tbl, Lf2; a2, a5, c7, f6.
Zwart: Ka7, Thl, Lfl—gl. a3, a6, b6, g2, h2.
Opl. 1. Tblb6: (wit slaat dus hier direct
een pion).
1Lgl—f2:; 2. Tb6—a6:t, Lfl—a6:ff.
1. Lfl—b5; 2. Th6b8t, Lgl—f2ff.
L Lfl—c4; 2. Tb6—c6f, Lgl—f2: tf.
1LH—d3; 2. TJ>6dGft, Lgl—f2:ff.
1Lfl—e2; 2. Tb6e6f, Lgl—f2: ff.
Na deze uiteenzetting vertrouwen wij, dat al
onze lezers nu een beteren kijk op no. 4220 en
no. 4223 verkregen hebben. Het zijn beide mooie
problemen.
PARTIJ No. 930.
Fransche opening.
Gespeeld in de 4de ronde van het tornooi te
Budapest 4 September 1929.
AVit: Andreas Steiner. Zwart: Dr. P. Tartakower
1.
e2e4
2. c2—c4
3. c4Xd5
4. Ddla-if
e7e6
d7d5
e6Xd5
Lc8d7
Dit antwoord is wel niet het beste. Beter is
4. cS of Dd7.
s. Da4-b3 Ld7c6
Met 5. de zou zwart zich in avontuur stor
ten, er kwam 6. Lc4 (6. DXb7 Pc6); 6. Df6
(Ph6: 7. d3); 7. DXb7 Dc6 enz. Nog steeds
schijnt zwart hierop in te kunnen gaan.
6. d2d4!
De pointe van wit's behandeling i/d. opening.
6PgS—f6
Neemt zwart op e4, dan volgt 7. Lc4 met de
mogelijke voortzetting 7. De78. d5 (zeer
steflo is ook 8. Pc3), Db4f- 9. DXb4, LXbif; 10.
Ld2, LXd2f; 11. PXd2, Ld7; 12. PXe4 en de
voorsprong van wit's ontwikkeling is niet van
waarde bioot.
7. e455 Pf6d7
Na dezen zet staan zwart's stukken elkaar in
den weg. Maar ook door Pe4 is na 8. Ld3 geen
gelijk spel meer te \erkrygen.
8. Db3—g3!
Dat wit ongestraft de ontwikkeling van al
zijne stukken, uitgezonderd de Dame, kan na
laten is zeer merkwaardig. De oorzaak is gele
gen dat wit's pionnen d4 en eó niet aangevallen
kunnen worden:'c7cö wordt door Lc6 verhin
derd, en de andere poging f7f6 kan gelijk het
verloop van de partij aantoont, onschadelijk
gemaakt worden.
8- f7—f6
9. Lfl—d3
Dreigt 10. LXh7i, TXh7; 11. Dg6f enz.
LfSb4f
0—0
g7—g6
Tf3—g8
fé is na 13. De6f
9.
10. Pblc3
11. Dg3—h3
12. Lel—h6
Het kwaliteitsoffer 1.
KhS (Tf7; 14. LXs6!); 14. LXfS— DXf8; 15.
Pge2 tenslotte ontoereikend.
13. f2—f4 Pd7—f8
14. Pgl—f3 Dd8d7
Deze manoevre bereikt haar doel niet. In over
weging kwam Ld7 benevens c5.
15. Dh3h4! f6Xe5
16. f4Xe5 Lc6b5
Zwart laat z'n -koning in den steek. Maar na
Le7 bestond in afzienbaren tijd geen kaps, Lc6
goed te posteeren.
17. Ld3Xb5 Dd7Xbö
18. Dh4—f6 PfS—e6
19. Pf3—g5 Db5—d7
20. 0—0 .i....
Stand na den 20sten zet van wit.
Hiermede dreigt 21. PXe6, TXe6; 22. Df8f
benevens mat, bovendien ook PXd5.
20Pe6Xg5
Gedwongen. Na 20. Pc6 volgt 21. PXJ6,
PeXd4; 22. PXb4, PXb4; 23. e6, PXe6; 24.
PX®6 en wint, na 20LXC3; 21. bc, Pc6
beslist 22. PXe6 beslissend.
21. Df6Xg5 Pb8c6
22. Tfl—f6! Pc6Xd4
Een vertwijfelde uitval die 't einde verhaast.
Houdbaar was de partij toch niet na Te6, er
kwam 23. Dg4! benevens Tafl.
23. Pc3Xd5.
Zeer mooi gespeeld. Na 23. DXdö slaat
24. TXg6f beslist door.
23Pd4e6
In de stille hoop na 24. TX®6, DXe6; 25.
PXb4?, Db6f enz. AVit maakt echter een kort
proces.
24. Tf6Xg6t - h7Xg6
25. Dg5g6f KgS—h8
No S3. (27 October 1929.)
Alle correapoi dentle te richten aan den dam-
redacteur dezer courant.
PROBLEEM No. 206.
JAC. HARING, Hoorn.
Zwart.
1 4
w„ mÉ... My»..
'■w_
W/s
Wit.
Zwart: 4. 9, 11/4, 16, 19, 21, 24 en 36.
AVit: 23, 27/8, 30 32/4, 40, 41, 42 en 47.
PROBLEEM No. 207.
JAC. HARING, Hoorn.
Zwart.
Wit:
Zwart: 7/10, 12, 14, 17, 19, 20, 26 en 35.
Wit: 21, 23, 27/9, 32, 37, 39, 49 en 50.
PROBLEEM No. 208.
JAC. HARING, Hoorn.
Zwart.
V.77////
Wit:
Zwart: 6, 9. 10, 20, 24, 30, 31, 35, dam op 14.
Wit: 16, 22, 32/3, 38, 42, -44/5 en 49.
26. Pd-5—f6
Te8g8
27. Dg6h5
Er is geen redding meer.
27
TgSXgS!
28. KglXüS
Dd7—c6f
29. Kg2—h3
Pe6g7
Anders 30. Lf8.
30. Lh6Xg7t
Kh8Xg7
31. Tal—gl
Kg7—f8
32. Tgl—gSf
Kf8e7
33. Tg8Xa8
Dc6e6f
34. Dh5g-4
Opgegeven
Voor deze partij in opzet en behandeling
heeft Steiner ongetwijfeld een schoonheidsprijs
verdiend.
Aanteekeningen van A. Becker in
de AViener Schachzeitung.
PROBLEEM No. 209.
JAC. HARING, Hoorn.
Zwart.
VA///W •S/Wï/.
Wit:
Zwart 1/2, 4/5, 11/2, 16/8, 22/3, 28 en 35.
Wit: 24/7, 29, 31, 34. 39, 41, 43/46.
Party gespeeld tusschen H. H. Marchand de
Bois (wit) en Mentor (zwart), vermoedelük in
Juni 1852.
17—22
11—17
6—11
1. 31—26
2. 37—31
3. 32—27
Neemt de hekstelling
3.
4. 42—37
Voorkeur verdient 41 daarna 46 op te brengen.
De grondschyf aan de linkerhoek kome altijd
zoodra mogeiyk in het spel.
4. 1—6
5. 47—42 19—23
6. 34—29
Uit dezen ruil biykt wel dat de kamp er
meer by zonder om gaat, zwart het bezetten van
ruit 23 te beletten en tevens buiten de opsluiting
bekwaam terrein te winnen.
6. 23 34
7. 40 29 14—19
8. 29—24 19 30
9. 35 24 20 29
10. 33 24
Vervolgt zün plan door met dezen ruil op
te dringen.
10. 10—14
11. 45—40 1419
12. 40—34
Verkiest dezen ruil boven 40—35, meenende
daardoor de tegenparty tot verder afruline aan
te wakkeren.
12. 19 30
13. 34 25 15—20
Niet verwerpeiyk, evenwel zou 1319 wit
belet hebben om 3833 op te spelen en ware het
bezetten van ruit 23 daardoorweder moge-
!ük geweest, bewüs te meer, dat wit op den 4en
zet beter had gedaan met 4137 op te spelen,
gevolgd door 4641.
14. 25 14 9 20
15. 39—33 3—9!
Volkomen juist wordt hier de kroonschryf op
gebracht, daar by verdediging tegen de hekstel
ling de steun van de grondschyven naast de
kroonschyf (hier 2 en 4) van meer gewicht is.
16. 44—40
5045 zou leiden tot eenvoudigen damslag
voor zwart door 1621, 2227, 17 50.
16. 9—14
17. 49—44 14—19
18. 44—39 19—23
Bezet wederom de kritieke ruit.
19. 50—45 13—19!
Het beste verweer, want op 2024 volgt wit
4034 en komt in het voordeel. Dit zy ter studie
aanbevolen, byv hoe op 23—28 van de zyde van
wit 3732 enz. zou volgen.
20. 3329
Vier om vier te spelen 3328, 2721, 31 15
kon niet baten, daar zwart dan met 2329
winnend opdrong. Het is belangwekkend zulks
na te gaan.
20. 23 34
21. 40 29 8—13
22. 38—33 2— 8
Noodig tot versterking van den linkelvleugel.
23. 45—40 4— 9
24. 42—38
Bü 3934 ging een schyf verloren door zwart
16—21, 22—27, 17 30.
24. 5—10
25. 4035 1014
26. 29—24 20 29
27. 33 24 19 30
28. 35 24 14—19
29. 24—20 9—14
De laatstvoorgaande zetten hebben tot deze
bekwame afweer geleid.
30. 20 9 13 4
Stand Zwart: 4. 6/8, 11/2, 16/9 en 22.
AVit: 26/7, 31, 36/9, 41, 43, 46 en 48.
31. 38—33
Dreigt met 26—31, 37—32, 43—38, 33 2.
31. 8—13
32. 33—29 4— 9
33. 48—42 9—14
34. 42—38 19—23
35. 37—32
3833 zou een schü'f kosten door zwart 23 34,
16—21, 22—27, enz.
35. 23 34
36. 39 30 13—19
2228 mocht niet wegens wit 2722, 2621,
31 24.
Regels over het
rooken
HOE MEN EERTIJDS DACHT EN DEED
In dezen tijd, waarin men het heel gewoon
vindt, dat vrouwen en meisjes in het openhaal
rooken, is het wel interessant een oud Ani®*
rikaansch boekje te lezen van 't jaar 1860, i*
titeld „The Gentlemen's Book of Etiquette
dat toen in Amerika gold als het Wetboek van
Mevrouw Etiquette en waarin de volgende r0,
gels gegeven worden, hoe men zich als fat"
soenlijk rooker te gedragen heeft.
Men moet nooit een pijp op straat rooken
en in een koffiehuis of hotel moet men bee1*
en-al niet rooken. In tegenwoordigheid van ee°
dominé mag men niet rooken zonder zijn toe*
stemming. Hem een sigaar aanbieden is zee'
onhoffelijk.
Wanneer men rookt of met rookers vertoe"
en zich daarna in gezelschap van dames he*
geeft, trek dan eerst een ander pak aan. EeD
gastheer, die weet hoe 't hoort en die u ee0
sigaar presenteert, biedt u tegelijk een jas aaO<
waarin u rooken kunt. (Dat waren dus de eet'
ste „smokings").
Als men gerookt heeft spoele men ZÜ0
mond goed schoon en poetse zijn tanden
een tandenborstel, dien men voor dit doel hö
zich dient te hebben.
In andermans huis rookt men niet zondaf
zijn verlof en wanneer er dames zijn, vraag'
men die permissie niet.
Het staat zeer onbeleefd een sigaar op
steken, zonder de aanwezigen er ook een
offreeren, uitgezonderd aan een dominé
een ouden man.
Een aangeboden sigaar, goed of slecht, be*
hoort men op te rooken en men maakt geen op
of aanmerkingen over haar kwaliteit.
37. 30—25
Gevolgd zou Zün op 3833, 4339. 302S<
37.
op 2823
1419 wint 2534 wint.
44.
45. 16 18
46. 23 14
47. 41—37
48. 36—31
Een karakteristieke party door de beide, on*
genoemde meesters even vasthoudend als Ioffe'
ïyk gespeeld, aantoonende wederom, dat het
onraadzaam is, by den aanvang eener party
hekstelling te nemen, al moge deze stelling In
veel later stadium van de party genomen, goed®
winstkans geven.
14—20, 20—24! 19—
19—24!
Zeer juist, zwart heeft nu de winst 19
handen.
38. 38—33
Op 4137 of 4339 kreeg zwart met 243"»
2228, 18 40 vrye baan naar dam.
38. 1621!
39. 27 16 22—27
40. 31 13 24—30!
Tot beveiliging van de te halen dam.
41. 25 34 12—18
42. 13 22 17 48
43. 34—29 48—25!
44. 29—23
2924 zou niet baten, dan volgt zwafj
25—39. 39—33; en bü 32—28, 29—23, 23—1®
25—20, 20—25! 11—:lT
op 36—31 of 41—37.
7—12
14—19
25 49
6—11
11- -17wi n*
08
OPLOSSINGEN
Probleem No. 198 (Jac. Haring)
Zwart: 5/7, 11, 16, 18/9, 23, 35. dam op 48.
Wit: 9, 15, 21, 27, 32/3, 37, 40, 42, 44 en 59-
Wit 32—28 (zw. 23 41), 15—10 (zw. 48 38'
vier schpven), 4439, 104 en 4 26.
Probleem No. 199 (Jac. Haring).
Zwart: 8, 11, 14, 17/9, 21, 25/7 en 29.
Wit: 28, 30, 36/7, 40/3, 4-5 en 47.
Wit 36—31, 28—23, 37—31, 47—42, 40—34,
45 3 en 3 7.
Probleem No. 200 (W. J. v. d. Voort).
Zwart: 5, 9/11 14, 17/8, 21/3, 27/9, 33 en 36.
Wit: 25/6, 30, 34/5, 37/8, 40, 42/4 en 46/9.
Wit 44—39, 47—41, 37—31, 42—37, 46—él'
30—24, 35—30, 34—29, 48—42, 43 12. 26 19
25 12.
Probleem No. 201 (W. J. v. d. Voort).
Zwart: 4, 6/7, 9, 11/4 18/9, 29 en 37.
Wit: 16, 20, 26/8, 35, 38/9, 43/4, 47/8 en 50.
Wit 28—23 (19 28 gedw.), 39—34, 48—
5044 (zw. 49 21), 26 10 en 44 4.
Goede oplossingen ontvangen van: J. Boelen®'
Nieuweschans; J. v. d. Hulst, L. Turk en H. s_'
P. Vryburg, allen Oud-Ade; A. Blom, Utrecht,
W. Schreuder, den Haag; C. v. d. S„ Joh. I*»
H. W. Borghardt, J. P. H. en D. R„ allen Rot'
terdam; W. J. v. d. Voort, Nieuw-Venne, (°aK
no. 194.)
Een humoristisch griezelverhaal
door WILLIAM CAINE.
63)
Naar glndschen boerderij, Andres! riep
slgnora Quesada plotseling. Zij wees met haar
parasol naar rechts. Daar zul je een beetje
verderop wel een zijweg vinden.
In die boerderij, zei zij tegen Mercedes,
woont een van mijn vroegere meisjes. O, het
was zoo'n vette jonge meid. Ik heb mijn best
gedaan, maar hetwas geAvoon wanhopig om
daar een danseres van te maken. Een echte
kamer-olifant. Lieve tijd, het zou bedrog ge
worden zijn om nog langer geld van haar aan
te nemen. Ik heb haar een maand op proef ge
nomen en toen naar huis gezonden. Zij is nu
getrouwd, het arme ding, en ik geloof tenslotte
toch, dat zij haar roeping gevonden heeft. Ieder
jaar haart zij een gezond kind. Het ls
een erg dankbaar meisje. Als zij in San Pablo
kwam, bracht zij altijd het een en ander voor
mij mee. Arme stakker, zij kon het maar moei
lijk missen, maar zij is erg dankbaar, dat ik
geen danseres van haar gemaakt heb, dat ik
haar het geld terug gaf en dat zij toen kon
trouwen. Zij woont hier nu erg gelukkig en
tevreden. Hier zij wees op het mandje
zijn een paar leuke dingen, die Ik gisteren voor
haar gekocht heb.
Zij opende het mandje en haalde er een paar
fijne kinderkleertjes uit van rose flanel.
Je moet niet verkwistend zijn, zei ze, als je
lederen dag iemand een plezier wilt doen. Kijk
eens wat een lief onderjurkje! Kant en alles
er aan. Het was een! beetje vuil en daarom wat
goedkooper Neen, je moet je geld niet weg
smijten. Araalla zal nooit weten, dat ik heel fijn
met eigen hand dat onderjurkje heb uitgewaa-
schen. Zij zal maar wat op staan kijken van
het praehtige borduursel. Het is haar eerste
soon.
Aan Jen zijweg naar de boerderij kwamen zij
een landlooper tegen, die op een vervaarlijke
korst brood liep te kauwen. Hij had geen
hoed, geen schoenen, geen jas aan. Bij deze
boerderij het was de vijfde, waar hij de
woedende honden en scheldende boeren had
getrotseerd had hij een prettige ontvangst
gevonden. Hilario had eigenlijk geluk gehad.
Toen hij het rijtuig tegen kwam, draaide hij
het onmiddellijk den rug toe. Het zou best mo
gelijk zijn, dat de inzittenden hem herkenden
en dat moest hij tot allen prijs voorkomen. Maar
toen het voorbij was, dwong de nieuwsgierig
heid hem even achterom te kijken. Toen zag hij
zijn nichtje, die een keurig klein rose onder
jurkje in haar handen hield en daar met intense
bewondering haar oogen op richtte. Hij had
nog juist den tijd om signora Quesada te her
kennen, voordat zij om den hoek verdwenen.
Enkele seconden stond hij in ernstige gedach
ten. Klaarblijkelijk was de hemel weer aardig
aan het werk om hem te hulp te komen. Het
schreeuwde in hem om een paar laarzen. Neen,
die kans mocht hij niet voorbij laten gaan. Plot
seling liep hij naar de boerderij terug. t
Signora Quesada's aankomst verwekte alge-
meene sensatie. Toen het rijtuig in zicht kwam,
liepen twee meisjes, die op den drempel van
de deur zaten, als faunen weg, terwijl zij in
hun vlucht naar de huiskamer een derde kind
met zich meesleepten. Vervaarlijke schelle
kreten klonken door het huis. Voordat de
wilden tot rust kwamen, stond een vervaar-
lyke vrouw in de deuropening geplant. Haar
oogen vielen op signora Quesada en met een
gil wierp zij haar groote bloote roode armen
in de lucht. Haar gezicht giom in een breeden
glimlach en zij begon tegelijk met signora
Quesada te praten. Geen van beiden lette er op.
Het gesprek was heeiemaal van huiselijken aard
en betrof de pynten, die ik zoo juist verteld
heb, zoodat ik het niet zal overschrijven. Het
eindigde echter hiermede, dat signora Quesada
het rijtuig verliet en binnen stapte. Mercedes
werd vanwege haar enkel gespaard voor het
bijzondere Voorrecht Amalia's jongsten zoon te
mogen bewonderen. De moeder en de bezoek
ster waren nauwelijks verdwenen, toen een
heeache stem vlak bij Mercedes' oor baar naam
uitsprak.
Zij keek om en ontdekte haar oom. Zij her
kende hem onmiddellijk, ondanks zijn deplora-
belen toestand.
Groote genade! riep zij terugdienzend uit,
wat beteekent dat?
Doe, alsof je me niet kent, zei hij in het
Engelsch.
Andres op den bok keek achter zich om, be
greep den toestand, lichtte zijn zweep op en
verzocht deze pestilentie om onmiddellijk van
de signorita te vertrekken.
Slechts de meest ongewone oiftstandlgheden
konden Hilario's verschijning in zulk een onge-
wonen toestand verklaren.
Neen, zei Mercedes, Andres, laat hem even.
Het is een arme man, een vreemdeling. Let
maar meer op je paarden, Andres. Mijn gewon
den enkel kan geen schokken verdragen. AVat
is er? vroeg zy aan Hilario.
De zaak zit zoo, zei hij in het Engelsch,
terwijl hij zijn gezicht voor de oogen van de
twee mannen op den bok verborg. Ribera heeft
mij naar het leven gestaan.
Het meisje werd doodsbleek.
Val mij niet in de reden! ging hij vlug
door. Luister! Ik ben in groot gevaar! Ik zeg,
dat Ribera geprobeerd heeft mij te vermoorden.
Ik kan mij niet tvp hem wreken zonder ons allen
in de grootste ellende te-storten. Vraag maar
niet hoe, het is zoo!. Bij mijn eerstvolgend
bezoek zal ik je alles uitleggen. Dit kan ik hier
niet doen! Ik heb je noodig! Ik moet een paar
schoenen hebben! Ribera denkt, dat ik dood
ben! Hij moet dat blyven denken! Anders ben
ik mijn leven geen seconde zeker! Vanavond
moet jij mij geld en laarzen brengen! Laarzen,
hoor je me? Ik zal hier weer zijn op het kruis
punt van dezen weg, ongeveer om negen uur.
Breng al wat ik noodig heb. Ik mag mij niet
in San Pablo wagen! Indien zij mij herkennen
ben ik verloren!
Ik heb erg met je te doen, zei zij in het
Spannsch, vanwege den bok, maar ik heb geen
geld bij mij. Hoe hoe is dat allemaal ge
beurd? ging zij in het Engelsch door, en waar
om?
Dat is een heel lang verhaal! antwoordde
hij. Een vreeselijke geschiedenis. Daar heb
ik nu geen tijd voor! Ribera is een vervloekte
schurk! Ik ril, als ik nog aan dien man denk!
Ik zal wel met hem quitte worden! Zoo waar
God mij hier Jioort, ik zal mij wreken!
Hij balde de vuisten en zij hoorde zijn tanden
op elkaar knarsen van de haat, die hem ver
teerde.
Hij heeft mij gewoon als een werktuig
gebruikt. Hij had van het begin af aan mijn
ondergang voor, ging hij verder.
Nu hij eindelijk iemand gevonden had, die
naar hem luisterde, tegen wie hij al zijn onrecht
kon belijden, werd het hem te veel. Hilario ver
loor alle omzichtigheid, zijn uithoudingsvermo
gen was heeiemaal verteerd.
Ik zie het allemaal heel duidelijk in, zei
hij. Ja, ik stond hem in den weg. Ik stond hem
in den weg naar jpu. En Tereza ook. Wij moes
ten opgeruimd worden. Die man schrok nergens
voor terug om dat te bereiken. Eerst de
brief! Dat was om mij in de gevangenis te
helpen. Maar toen kwam Billing opzetten. Dat
viel tegen!
Billing! schreeuwde zy. Wat heeft die er
mee uit te staan?
God is mijn getuige, dat het de slechtste
dag ln ons leven is geweest, toen hij het in zijn
stomme hoofd kreeg om naar San Pablo te
komen. Vervloekte kerel! vervloekte Ribera!
Die hebben samen in deze drie dagen voor mij
de bel op aarde gebracht. Maar ik zal met
Ribera wel quitte worden. Billing is een dwaas!
Hij laat me koud. Laat die maar een beetje uit
geplunderd worden! Dan krijgt hij een goed
lesje om zich voortaan alleen met zijn eigen
zaken te bemoeien. Dat gaat mij niet aan. Ik
heb het geld niet langer noodig. Laat die vuile
hond het allemaal maar nemen! Iedere penning
mag hij hebben Ik wil niets meer! Laten zij
dat maar samen uitmaken op den vuurtoren.
Och, Ik ben een idioot, zei Hilario. Hoe
kan ik je dat nu allemaal vertellen, vanavond
om negen uur
Mercedes greep hem plotseling bij de schou
ders. Haar gezicht stond strak gespannen van
schrik. Zy dreigde te stikken. Zij keek hem ont
steld aan. Spreek, of ik weiger u te helpen!
Het ooghet oog van Santé Brigida,
zei hij eigenzinnig. Daar zit hij nu opgesloten,
want wij hebben hem vannacht in een val ge
lokt. Als ik alles geweten had, als ik alles ge
weten badDie man zal berouw hebben
van den dag, dat hij mij het eerst als werktuig
heeft gebruikt. Hij zal
Hilario. Vooruit! Vooruit! roep haar uit het
huls! Tereza! Tereza!
Signora Quesada verscheen op den drempel,
rood van het harde loopen.
Wat is er? riep zij. Groote genade! is er
iets aan de hand?
In het rytuig! vooruit! stap in! ik zal het
ie onderweg wel uitleggen! Oom, U moet er ook
in komen. Toe vooruit nu! Houd ons toch niet
op met je smoesjes. Ja Tereza, dat is mijn oom.
Ik zal het je wel uitleggen. Bij alle heiligen
in den hemel houd ons niet op! Andres, rijd
weg, vooruit, naar de stad, vooruit lieve
Andres. O, rijd dan toch pummel, kijk mij niet
zoo aan. Tereza, zeg. dat hij rijden moet. John
signor Billing zit opgesloten in het oog van
Santa Brigida en Ribera laat dat ding straks
in de lucht springen!
Hé? schreeuwde signora Quesada, terwijl
zij het meisje als door den bliksem getroffen
aankeek. Ben je je verstand kwijt, kind? Neen,
zei zij plotseling, jij bent niet gek. Stap in jij,
wendde zij zich plotseling tot Hilario, vooruit,
en toen deze aarzelde, keek zij hem met vlam
mende blikken aan. Zij stampte met haar voet,
zij dreigde hem met haar eigen handen naar
binnen te trekken. Hy viel bijna in het rijtuig.
Noch zijn angst voor Ribera, noch zijn hoop op
wraak waren sterk genoeg om weerstand te
bieden tegen signora Quesada, als deze zich
iets in haar hoofd had gezet. De oude dame
heesch hem in het rytuig en flapte de deur
dicht.
Vooruit! schreeuwde zy. Andres, rammel
op die vette beesten zoo hard je maar kunt, be
grepen. Sla ze maar dood, als het moet. Terug
naar ,San Pablo! Adieu Amaiia! riep zij ter
wijl zij met haar hand naar de verbaasde
boerin wuifde. Ja, het is een prachtige jongen,
hoor! Ik kom eens heel vlug bij je terug!
Zij waren nu ai om den hoek.
Tereza wendde zich tot Mercedes:
En laat nu eens hooren, wat er aan de
hand is.
HOOFDSTUK XXIV.
I.
Op de kaai van San Pablo was een groote
hoop menschen verzameld. De aandacht vaa
al deze menschen ging uit naar de plaats, waar j
de oude vuurtoren op de uiterste punt van
Santa Brigida hing. Zij stonden te wachten tot
hij op zou springen en in zee zou tuimelen.
Hoezeer het Spaansche volk ook uit is op
groote gebeurtenissen, als vuurwerk, wedstriJ*
den of het opblazen van een vuurtoren, tocb
was er op de gezichten van de wachtende
menigte niets van de bekende voorpret bij ee°
dergelijke gebeurtenis te bespeuren. Met andere
woorden, de menschen waren knorrig. Er hioS
een dreigende stemming onder de schipper®*
Rond negen uur was er een luitenant, verge"
zeld door een heele troep soldaten naar bet
strand gekomen. Hij had het bevel gegeveö»
dat geen enkele boot de haven mocht verlaten-
omdat de vuurtoren spoedig opgeblazen zoü
worden. Het nieuws had algemeene opschudding
verwekt onder de vlsschers van San Pabl"-
Niet omdat de visschersvloot juist op bet
punt stond te vertrekken, niet omdat het dag"
werk een paar uur uitgesteld zou worden. Och»
dit had voor hen geen beteekenis. Niemand
van die visschers had er bezwaar tegen om een
paar uur langer aan de kaai te luieren.
Maar de voorgenomen geweldige opruiming
van het oog van Santa Brigida had hen woest
gemaakt. Menschen, die veel op zee rondzwal
ken zijn over het algemeen zeer hijgeloovig-
Een der vele voorwerpen, die de hoogachting
of de vereering der San Pablo'sche visscher®
uitmaakten was zeker de vuurtoren van Santa
Brigida. De oudste bewoner kon zich nl®t
anders herinneren dan dat dit witte gebou^
steeds de rotsen had bekroond en zijn vade®
en zijn grootvader, zij allen hadden 's avond®
uitgekeken naar de lichten in het oog van Santa
Brigida. Tallooze generaties waren er door naa®
huis getrokken, tallooze generaties hadden W®t
hun oogen turende gezocht door de donkerté
van de winterstormen om eindelijk den vrien
delijken blik op te vangen, die hun vertelde,
dat zij veilig en warm zouden zijn, dat zij eten
en drinken en hun vrouwen zouden vinden, I00"
dra zij het licht van Santa Brigida waren ge
passeerd. (Wordt vervolgd'