HET geheim zweeft.
FEUILLETON
Caroline ormesby's
MISDAAD.
22ïÏϧDAG 6 NOVEMBER 1929
PAGINA 3.
le had zijn aanwijzingen opgevolgd, en» er
bleef dus slechts over de bandieten door go-
brek te dwingen en hen naar de gevange
nissen terug te brengen, waaruit zij nooit
haddon moeten ontsnappen.
XXI.
De nieuwe dag kondigde zich aan, zwaar
van storm en onweer. De nacht, verre van
de gemoederen te kalmeeren, had ze nog
meer overspannen. In de huizen was het ru
moerig; de vrouwen begaven zich voor de
uitdeeling- der levensmiddelen naar de ma
gazijnen, doch thans door haar gewapende
mannen begeleid. Scherp keek men elkander
aan en vergat den gewonen morgengroet te
wisselen.
In de straten vormden zich groepen om
den toestand te bespreken. Sommigen vei
dedigden Bilvesy; zij hielden staande, dat
hij de welvaart van het Wespennest zou
herstellen en de negers terugbrengen, die
na wat in de venen en langs den zoom van
het woud gedwaald te hebben, uit vrees voor
de Roodhuiden noodgedwongen weerom zou
den komen. Anderen vielen den opperchef
vinnig aan, verklaarden hem niet in staai
de kolonie te redden, verweten hem zijn
lakschheid tegenover Red Hair, stelden hem
verantwoordelijk voor den brand in de go-
vangenis.
Meer en meer uitte zich de geheime wrok
tegen dezen zoon van een lord, die ondanks
zooveel misdaden het kenmerk zijner adel
lijke afkomst steeds behield. Al deze boos
doeners duidden hem zijn onberispelijke
houding ten kwade, zijn koelbloedigheid
en de ietwat hooghartige minachting, die
in zijn stem klonk.
De vrouwen vergiftigden de discussies
nog door haar echtgenooten tegen den Raad
op te hitsen, diie met het bcsto deel van
den buit ging strijken, tegen Barberousse.
dien vreemdsoortigen kameraad, over wien
vóór enkele maanden niemand sprak, en
die nu, onverwacht met voorrechten over
laden, naast Bilvesy zoo eenigszins de roi
van dictator speelde.
Bij het ontwaken had Bellied zijn mak
kers tot zich geroepen. Hij maande hen aan
steeds gewapend te zijn, hun vermomming
nauwkeurig te verzorgen en zich van een
goede hoeveelheid poeder 24 tg voorzien. In
het roode huis was er voorraad genoeg van.
Rouxelle en Berbi zouden de wacht bij de
poort betrekken. Wat Clarencet en Thomas
betreft, zij moesten de bijeenkomst in de
zaal van den buit bijwonen. Ook gaf hij
Thomas nog bijzondere orders; deze moest
op een der hoogste banken plaats nemen,
dicht bij een der uitgangen.
De vergadering was tegen tien uur aan
gekondigd, doch een uur te voren waren de
banken reeds half gevuld. Bananen en me
loenen etend, babbelden de vrouwen er
lustig op los, slechts voor zich zelf sprekend,
zonder te luisteren naar hetgeen anderen
zeidon. Haar gesnap vormde een roezemoes,
waartusschem nu en dan een grove mannen
lach klonk, een ruwe vloek, of een driftige
uitroep, die ieder deed opzien.
Precies te tien uur deed de Raad zijn in
trede. Hij werd onvangen met gefluit en
spottend gelach, dait echter spoedig door
de toejuichingen van zijn aanhangers
overstemd werdhet gebabbel werd uit
den treure hervat.
Bilvesy bleef overeind staan, blijkbaar
zenuwachtig; hij scheen het tumult te wil
len beheerschen. Bellici zat nevens hem, en
de overige leden in hun nabijheid. Met spie
dend oog trachtte de Italiaan den graad
van spanning te berekenen, die in deze ver
zameling boosdoeners heerschte. Hij be
merkte Thomas op een der hoogste banken,
rustig zijn kort pijpje rookend, en dichter
bij Clarencet, schuilgaande onder een bree-
den vilthoed, geen oog van den Italiaan
afwendend.
Stilte! riep nu de opperchef met een
geluid, dat over het gekakel heenklonk.
De toon was zoo oppermachtig en gebie
dend, er sprak zooveel ingehouden woede
en bewustzijn van kracht uit, dat het ge
rucht verminderde, langzamerhand ver
doofde, in oen diepe stilte eindigend.
Gentlemen, zoo begon Bilvesy zijn toe
spraak, wij zijn niet hier bijeengekomen
om groote woorden te verkooppu. Wij
spreken tot mannen van de daad, tot.
krachtige, kloeke vrouwen. Zij hebben da
den noodig en geen woorden. Daarom zal
ik kort zijn.
Des te beter! riep een reusachtige ke
rel onder de toehoorders.
Als je wat te zeggen hebt, Mulbach.
antwoordde de chef, kom dan hier, ik heb
nog vuisten, die je behoorlijk te woord
zullen staan.
De reus zweeg, doch onderdrukt hoonge
lach klonk op de hoogste banken.
Bilvesy hernam:
Ten gevolge van eenige gebeurtenissen
geheel buiten onze macht staande, schijn;
het Wespennest een crisis te doorloopen.
l.aat mij u echter nadrukkelijk zeggen, da;
deze minder ernstig is, dan het wel schijnt
Het gevangenislabatorium ligt in pui-
r.en; wij zullen een ander bouwen. Al onze
gevangenen zijn in den brand omgekomen,
wij zullen andere vinden. De negers zijn
gevlucht: zij zullen terugkomen. Zietdaa-
onze balans; zij is zeer draaglijk.
En de ballans? sprak een spottende
stem in de bovenste rij.
Bilvesy verbleekte.
Thomas was opgestaan en keek met ge
kruiste armen den chef uitdagend aan.
Aller oogen richtten zich vragend naar
den spreker daar omhoog. Eenige stemmen
riepen:
De ballons?
Wat is er mee?
Spreek rechtuit, De Kolenbrander!
Te midden van de stilte, die nu volgde,
hernam Thomas:
Al de luchtschepen zijn verdwenen of
vernield, onherstelbaar vernield!
Als onder één enkelen kreet van razernij
sprong heel de zaal op. De ballons, de ge
heime hoop van allen, het eenige middel
tot een mogelijke vlucht, ze waren vernield!
Ik wist het niet, zei Bilvesy in heilige
onschuld.
Vertel dat maar aan je grootje riep
Thomas hem spottemd toe. Ik heb je giste
renavond tegen midernacht met al de leden
van den Raad uit de omrastering zien ko
men.
Met groote verontwaardiging werd dez*
verklaring ontvangen.
Bilvesy trachtte nog den storm te be
zweren.
Dat lieg je! riep hij woest.
Ik heb je door een opening in de pa
lissade zden kruipen, die er opzettelijk in
gemaakt was. Ik kan de plaats gemakke
lijk aanwijzen.
Hij verraadt ons! schreeuwden ver
scheidene stemmen.
Neen, alles leugen en valschheid! ant
woordden de partijgangers van den chef.
Verdedig je, Bilvesy!
Waar zijn onze kinderen? riepen eenige
vrouwen bitter.
Kameraden! brulde Thomas, de chef is
met den Raad per ballon er van door wil
len gaam en ons in ellende achterlaten.
Oh, oh! Ter dood met den valschaard!
En nu gaf Thomas den laatsten stoot.
Wij zouden vandaag niet de eer gehad
hebben den heer Bilvesy in ons midden te
zien, wanneer hij de luchtschepen niet ver
nietigd gevonden had doorRed Ilair!
Een nieuwe uitbarsting van woede; vuis
ten werden dreigend naar de loggia van
den Raad uitgestoken, va;n wien enkele le
den reeds terugdeinsden en voorzichtig
heidshalve een uitweg zochten.
Als 'je mij niet gelooft, kameraden,
gaat dan zelf in de loodsen kijken: op
alle muren staat Red Hair's liandteekening!
Het tumult steeg ten toppunt. Vloeken
galmden door do lucht, de vrouwen bom
bardeerden de loggia met de vruchten, die
zij nog in de hand hielden. Men begon de
banken af te breken.
Uit dg, menigte klonk een schotBel
lici slaakte een lichten kreet, door den ko
gel getrofen stortte liij ter aarde.
Dat was het teeken tot den strijd. Bil
vesy greep zijn revolver en schoot koelbloo
dig op de schare, haar aldus op een af
stand houdend, terwijl zijn medeleden zica
bij de deur der loggia verdrongen om de
vlucht te nemen. Nieuwe schoten weer
klonken, de stukken der vernielde banken
vielen van boven op de menschen neer, dse
in het halfrond naar beneden gingen.
Het werd een ontzettende verwarring m
dit kluwen van deels ontstelde, deels razen
de lieden. De kreten der onder den voet
geloopen vrouwen, het gebrul der mannen,
het gekraak van de afgebroken planken,
waarvan men zich als stormrammen be
diende, hot gerinkel der ingeslagen ruiten
dat alles vormde een helsch lawaai. Het
bloed spatte op de muren.
Clarencet was een der eersten geweest
om naar de loggia te snellen. Vlug klom
hij er van ter zijde in en nam den bewus-
teloozen Bellici in zijn armen. Mot den
schouder duwde hij iedereen weg, die den
doortocht bemoeilijkte. Met gescheurde klee
ren, over de lichamen op den grond slap
pend, bereikte hij eindelijk don uitgang
der zaal. Vóór hem ging een mtfn, die even
eens vluchtte: 't was Bilvesy.
Zonder den drager in zijn overspanning
te herkennon, greep de chef hem bij dö'i
arm en riep hem toe:
Allereerst naar iet kruithuis en dan
vluchten over het moeras!
Haastig liep de ingenieur de hoofdstraat
door. Nog altijd met Bellici in de armen ont
moette hij op het groote'plein Thomas, die
ook uit de herrie ontsnapt was.
Vlug hierheen zei deze, de stadspoort
is nog vrij!
Zij snelden derwaarts. Bij de poort von
den zij Rouxelle. en Berbi; de vier andere
schildwachten lagen bedwelmd ter aarde.
Thomas opende liet sluippoortje, liet zijn
makkers er door gaan en trok de deur ach
ter zich toe. Zij kwamen aan den rand van
den poel en wierpen terstond de bevrie
zende tabletten in het water. Thomas had
bevolen de zakdoeken tpn den tromp del
gewezen te binden, doch het was niet noo
dig: de stroom was afgesloten, of liever, er
was geen elektriciteit meer!
Aan de overzijde stonden eenige mannen
onder wie Clarencet terstond dokter Dalbrav
bemerkte.
Is Bellici gewond? vroeg deze.
Ja, dokter, ziemaar? zei de ingenieur
hijgend. Red haar! O, red haar tocht
Wat zeg je? riep de geneesheer ver
baasd. Red haar?
Ja, red Ma reared Davidson, mijn ver
loofde!
En zijn last behoedzaam op den grond leg
gend, viel Clarencet op de knieën en weende.
Zonder verder te vragen boog de doktei
zich over het lichaam; de valsche baard van
Barberousse was tijdens de vlucht afgerukt.
Een fijn, bleek jongemeisjesgezicht vertoonde
zich thans; een bloedstreep aan den schouder
wees de plaats der blessuur aan.
Dalbray ontknoopte het loeren buis en
scheurde het grof linnen hemd open. een
ronde, blanke schouder werd zichtbaar, bij
het sleutelbeen bespeurde men een bloed
streep. Eamg .cn voorzichtig betastte de ge
neesheer het gekwetste lichaamsdeel, doch
ondanks alle zachtheid ontrukte dit ondci-
zoek de gewonde een kreet van pijn. Lang
zaam opende zij de oogen.
Als er geen koorts bijkomt, zal het nog
wel losloopen, hoop ik, zei de dokter bemoe
digend.
Clarencet greep de hand van het meisje en
bedekte die met kussen.
Margared!.. Jij!.. Mijn hart had het ter
stond geraden!
George! fluisterde zij met een glimlach.
Vermoeid door ontroering en bloedverlies
sloot zij de oogen weer.
Wij moeten haar allereerst wat verder
wegbrengen, beval de dokter. Het dient tot
niets op deze gevaarlijke plek te blijven.
Terwijl Thomas en Rouxelle de gekwetste
in hun mantels als draagbaar wegdroegen,
verhief zich binnen de muren der stad een
woest geschreeuw, een wild gehuil: heel de
horde bandieten van het Wespenest door
kruiste de straten op zoek naar Bilvesy.
Kort daarna weerklonk een geweldige ont
ploffing; de grond schudde, het moeras be
gon kokend op ie borrelen, terwijl letterlijk
een wolk van allerlei materialen zich ten
hemel verhief en naar alle kanten heen
vloog. Door al de troebelen niet meer be
waakt, was het kruithuis in de lucht ge-
v logen.
Weer ging het sluippoortje open, en nu
verscheen Bilvesy hijgend en met de haren
in den wind gevolgd door een brallende
menigte, die zich vóór de smalle deur ver
drong.
Toen vertoonde zich voor hen, die aan de
overzijde van den poel stonden, een vreemd,
phantastisch schouwspel: de hooge muren
der stad schenen op eens lager te worden, zij
waggelden en zakten weg, tot ze in den
bodem verdwenen. Een reusachtige golf mod
der spatte uiteen, stralen zwart water ver
hieven zich als geisers.
Het eiland, waarop men de stad gebouwd
had, te midden van verraderlijke moerassen,
was in het veen weggezonken. De geweldige
ontploffing van de overgroote hoeveelheid
dynamiet in het kruithuis bijeengebracht,
had de vaste korst vermorzeld, waarop het
gebouw rustte, en die het van den weeken,
slijkerigen ondergrond scheidde. Thans bleef
er van de wonderstad het Wespennest niets
over dan een zeer groote modderpoel.
XXII
Twee maanden na deze gebeurtenissen was
heel Jacksonville in feestdos: eerepoorten
door groene slingers verbonden sierden de
voornaamste straten, het plein vóór liet
Gerechtsgebouw prijkte met tal van vaan
dels en vlaggen. Dokter Dal.bray, thans bur
gemeester der stad, had hedenmorgen hot
huwelijk voltrokken van miss Margared
Davidson met den ingenieur Georges Cla
rencet.
Na deze plechtigheid, op verzoek van
bruid cn bruidegom zeer eenvoudig, was
de inzegening door den anglicaansehen bis
schop gevolgd, en nu stroomde heel de stad
op het groote plein samen. In de voorste
rijen bespeurde men de gewezen gevange
nen van het Wespennest, van wie de meesten
weldra naar Europa zouden teruglceeren.
Blootshoofd sprak dokter Dalbray de vol
gende woorden, die hem blijkbaar uit het
hart kwamen:
Gentlemen, ik heb daar straks de jonge
lieden in den echt verbonden, aan wie Jack
sonville het dankt nog de rijkste stad van
Florida te zijn. Vóór de jonggetrouwden ons
verlaten om in Europa de huwelijksreis te
maken, die zij zoo wel verdiend hebben, wil
ik hun in naam der gansche stad onze altijd
durende dankbaarheid betuigen. Ik wil deze
dochter van een sterk geslacht zeggen, hoe
fier wij zijn haar onder onze kinderen te
mogen tellen
Toejuichingen van alle zijdon onderbraken
hem.
In naam van den Raad van Notabelen
kom ik de heele stad uitnoodigen haar goed
keuring te hechten aan zijn laatste besluit:
het plein van het Gerechtgebouw zal voor
taan heeten Place Davidson, en de hoofd
straat Clarencet Street."
Ja, ja! Hiep, hiep, hoera!
Ook moge het mij vergund zijn in naam
der bevolking, van wie het mij een eer is de
gevolmachtigde te zijn, de jonge echtegnoote
een gedachtenis aan te bieden... niet een
wesp, liet beeld van booze en onvruchtbare
beroering, maar deze diamanten bij, het
symbool van nuttigen arbeid.
Terwijl de dokter Margared kuste, juichte
de schare heiden langdurig toe.
Nog een woord van dankbaarheid,
gentlemen. Laat mij ook hem gedenken, die
onze helper was in de schaduw, in het ver
borgen, en die verdwenen is, zich aan onze
dankbetuigingen onttrekkend. Ik bedoel Red
Ilair. Hiep, hiep, hoera voor Red Hairl
Allen stemden hartelijk met deze ovatie in
Margared had de plaats van den dokter
ingenomen. In deze lieve verschijning nog
met oranjebloesem getooid, zou men moeilijk
signor Bellici herkend hebben.
Gentlemen, ik "dank u allen, sprak ze
met de heldere, trillende stem, die zoo dik
wijls haar makkers in de expeditie gesteund
en aangemoedigd had. Ik verdien de ovaties
niet, waarmee gij lieden mij overlaadt. Ik
heb gehandeld als een Amerikaansche, enke!
en alleen als een Amerikaansche: ik heb
mijn vader gewroken, mijn verloojde gered,
van mijn land een ontzettend gevaar afge
wend. Ieder uwer, gentlemen, zou gehandeld
hebben als ik. En wat Red Ilair aangaat,
veroorloof mij u zijn pruik als gedachtenis
na te laten, de pruik, waarvan signor Bel
lici zoo menigmaal een nuttig gebruik wist
le maken, naar ik meen.
Hoe? riep de dokter uit, Bellici, Red
Hair en u, Margared....
....waren alle drie slechts een beschei
den jong meisje van Florida.
Bij die woorden ging er een oorverdoo-
vende toejuiching op. Margared en Claren
cet werden in triomfdoor de stad gedra
gen, terwijl vreugdeschoten op hun door
tocht knalden.
Sindsdien zijn jaren verloopen.
Clarencet bezit thans de schoonste plan
tages van Florida. Hij is tot gouverneur
van Jacksonville benoemd, dat hij tot een
der rijkste steden van het Westen gemaakt
heeft.
Tot $ijn intendant heeft hij Thomas ge
kozen, die met de meeste toewijding voor
Martha, zijn aangenomen dochter, zorgt. De
kinderen der omgekomen bewoners van het
Wespennest zijn door de bemoeiingen van
het stadsbestuur tot flinke, rechtschapen
kolonisten opgegroeid.
Toen de krachtige Amerikaansche ontwik
keling zich ook naar dezen kant richtte,
bracht de exploitatie der wouden noodwen
dig den aanleg van spoorwegen mee. Thans
doorkruisen deze het oerwoud en de uitge
strekte cypressenbosschen. Zij gaan nog veel
verder, tot in de savanne met haar tallooze,
goed bebouwde akkers.
In heit voorbijrijden wijst men den reizi
ger op de „vervloekte venen", waarin het
roofnest cler boeven verzonken ligt.
De Seminool-Indianen zijn vrijwel uit deze
streken verdwenen, en de weelderige, won
derbare plantengroei der tropen bedekt op
nieuw met haar veelkleurige bloemen de
drama's van „Het W espennest
EINDE
Een kinderkamer in 't Paleis van
Justitie te Parijs
Binnenkort zal er in bet paleis van Justitie
te Parijs een kinderkamer ingericht worden.
Vriendelijke verpleegsters zullen in de don
kere kamers van het historische gebouw op
de kleine kinderen passen. Bij de 15e Panjsche
strafkamer, waarvoor meestal beleedigingen en
kleine misdrijven behandeld worden, heeft
zich langzamerhand de gewoonte ingeburgerd,
dat de vrouwen, die voor den rechter moeten
komen, hare kleine kinderen meebrengen. Niet
zelden ziet men dan twee buurvrouwen, die
ruzie hebben elkander voor het gerecht woe
dend beschimpen terwijl zij kinderen op den
arm of aan Ce hand hebben. Dikwijls begin
nen de arme schapen, die natuurlijk in 't ge
heel niet op hun gemak zijn in de voor hen
gelieel vreemde omgeving, te schreien. Met
recht beweren sommige paedagogen, dat de
kinderen bij zulke scènes indrukken ontvan
gen, die uiterst slecht op hun ziel werken.
Men wil daarom een groote zaal als kinderka
mer inrichten, zoodat de kleinen voortaan niet
meer hij zulke twistgesprekken tegenwoordig
zijn. Er hebben zich reeds een aantal vrouwen
opgegeven, die zich tijdens de zittingen van
de "rechtbank met de verzorging van de kinde
l-en zullen belasten.
Bedenkelijk
In een Variété toont een clown een gedres
seerd varken, dat salto's kan maken en ook op
zijn voorste pooten loopen.
In de stilte van het zeer aandachtige publiek
hoordo men opeens een buitenman mopperen.
„Waar moet dat heen, als men nu ook al aan
de varkens gaat leeren, hoe ze niet te dik moe
ten worden."
Naar
GEORGES MONTIGNAC.
19).
bren;jp0^ ons alIen naar China over-
,nVr°cg een der Raadsleden.
Be 0 18' a^ernaal, ons, de hoofden alleen,
er „:,ei 'n0n m°eten maar zien, hoe zij zich
yrt redden.
5chp!nSC':iatld.elijk vo°rstel om te vluchten
een a l6r 'nsternrning te verwerven, want
<TdkeUrend gemompel was het ant-
bereirf1|n de leden van den Raad alle tien
j *e vluchten?
'1)a! Wonk het als uit één mond.
ejj °ed' Gaat naar huis en haalt je goud
rug •^e.^en' komt binnen een uur hier te-
men kunnen in het luchtvaartpark ko-
raister °°r e°n °Penin&> die ik in de om-
in de'!1S smaakt heb. De piloten zullen
Ze n- °CdKen z'jn, want Barberousse heeft
e dst kun post niet te verlaten.
l0n nclerdaad, antwoordde Bellici, de bal-
rri0ptfin tot vertrekken gereed zijn.
p ak hm- later waren de leden van
der- °^nké weer in den cottage bij elkan-
sckóud 6r droeg nu con zwaren zak op den
Vesy°h d<3 ackterdeur uitgaande leidde Bil*
Bij en naar de palissade van het park.
k\va VerSchoof ecn Paar planken, en zou
zjj Cn ZÜ binnen de omrastering. Daar
vootVCr een grasveld liepen, kon de post
den 'n<=anS geplaatst hen niet hoo-»
l°0(jg^J zetten hun last tegen de eerste
egjj en traden er in. Bilvesy ontblootte
(j6 'evenlantaam en verlichtte daarmee
hielf?0*0 ruimle: de kakon was er niet
Gp don tegenovergestelden muur
met rood krijt geschreven:
Red Hair.
gav S Vei'stcend bleven zij sitaan cn be-
loof zich clan werktuiglijk naar de andere
hen a°n' ^°k do tweede ballon was verdwe-
Seb'i Rtl Van d° helicoptères was niiets over
ig even clan een hoop gebroken of ver-
de ed Ümr, gescheurde zeilen, versplinter-
Juanken en balkon.
'J zijn verloren! riep Bilvesy onwil-
KeUrig. 4 y
^Prakel°°s, verstomd van schrik stonden
makkers als verlamd naar het op-
in rood krijt te staren, dat hun in
j, loodsen toegrijnsde: Red Hair, overal
Hair!
°zenloos keek de chef hen eenige
hblikken aan. Een schok, ecn rilling
jjj hem door het lichaam, en als met
Weu moed bezield sprak hij opgewekt:
j. Wat duivel, alles is nog niet uit! Wij
u n strijden, worstelen tot het einde.
2JjJSau in de bijeenkomst van het volk
wij wel zien, wat we nog kunnen
m Gaat allen stil naar huis.
oPUder een woord te spreken nam elk zijn
Weer op en zoo gingen zij uit elkaar-
Plaats van regelrecht naar het roode
"s terug te keeren liep Bellici naar het
°°te plein bij de stadspoort en wandelde
der laings den ringmuur.
P een paar honderd schreden van do
0rt stond hij stil en bootste twee maal
geluid van den reiger na. Hij wachtte
'Re oogenblikken en herhaalde dan het
Shaal. Aan den anderen kant van den
E(. r' van over het moeras klonk in den
,len nacht de heldere toon van de water
'P- Voortwandelend gaf hij na twee hon-
Qrd passen hetzelfde sein, en wederom
^^oordde de vogel allerduidelijkst. Zoo
v e hij den tocht langs den ringmuur
°°rt en liet bij elke twee honderd schreden
Om j
geroep van den reiger hooren, en steeds
v 'Woordde de watersnip aan de overzijde
P den poel. Op de plaats, waar de negers
vhicht waren, ontving hij het gegons van
mtelslang ten bescheid
Alles in orde! mompelde hij verheugd.
k'ü hij aldus rondom de stad gegaan was,
j. W hij, dat zij door een snoer van wa-
"Pde vrienden omringd werd. Jacksonvil
door
HERBERT ADAMS.
(Geautoriseerde vertaling.)
i)
Misschien heb ik meer aan Caroline te
,atl!ten dan Jullie, riep Judy, terwijl zij een
°°ge kleur kreeg. Denk niet, dat ik dat ver-
Uj was een Amerikaansch meisje, zonder
j?a enkele vriendin hier. Zij nam mij in huis.
kocht de zaak voor mij en hielp mij weder
de been. Zou ik niet alles voor haar willen
wat mogelijk ls? Maar ik ben niet van
ietg te doen, waardoor de zaken erger
°rden, dan ze al zijn
Je hebt mij al lang terugbetaald, wat ik
e ^ende, antwoordde Caroline, en ik vind je
j-^bod omtrent het Instituut schitterend.' Maar
voel daar niets voor. Het is niet, dat ik
te,-Iang, dat een van jullie mij iets terugbe
et, maar ik wil vechten. Het is om het vree-
v6'yke, het schandalige van dit alles. Wij zijn
eroora door enkele beesten van mannen en ik
jerlang er naa'r terug te slaan. Ik kan er niet
P berusten. Wij moeten ons aaneen sluiten en
.^and plukken, juist zooals wij zelf geplukt
Zlin.
Maar Caroline, zeide Judy, dat gevoel zal
°°rbijgaan. Heusch, werken geeft veel voldoe-
Er zijn toch een massa dingen, die je
kunt. Indien je in mijn instituut geen
®'eHer hebt, begin dan een tearoom. Daar is
eel mee te verdienen. Je neemt een man aan.
Een man! Neen. Ik ga het voor mezelf en
y0or ons allen alleen opknappen. Ik zal nooit
ï°eSeven, voordat ik het tenminste geprobeerd
heb.
^udy haalde haar schouders op en trok een
grimas. Jullie drie hebt het er nu op gezet,
dien millionnair te bestelen, maar hoe een
meisje met een hoofd met haar als het mijne
den bandiet moet spelen en dan later niet her
kend zal worden, is mij vooralsnog een raadsel.
Ik heb daar al aan gedacht, zeide Caroli
ne. Jij zult ook een soort chauffeurs uniform
dragen met een kap en stofbril van een vlie
genier. Dat zal alles verbergen.
Judy barstte in lachen uit. Jo hebt werke
lijk aan alles gedacht. Ik heb altijd naar
avonturen verlangd, maar ik heb nooit van iets
dergelijks gedroomd. Geef ons bedenktijd tot
morgen. Dan zal ik het je zeggen, Caroline.
HOOFDSTUK IV.
Het Schoonheids Instituut.
Des Maandagsmorgens pleegt overal een tra
ditioneel neerslachtige, ioome stemming te
beerschen en toen Judy Barrett de twee ka
mers op de eerste verdieping in Sloane Street,
waar zij haar Schoonheids Instituut gevestigd
had, bereikte, gevoelde ook zij zich mipder
opgewekt dan gewoonlijk. De twee aardige
assistentjes merkten dit verschil in stemming
wel op, maar zij konden moeilijk de oorzaak
gissen. Zij droegen nette, witte costumes,
waardoor zij iets hadden van verpleegsters,
hoewel de korte rokjes en de zijden kousen een
sensatie onder een medischen .staf veroorzaakt
zouden hebben. Zij gaven de inrichting een
chique en modern aanzien. Zij hielden veel
van haar chef en probeerden met vroolijke ge
zegden haar stemming te doen verbeteren.
Het was Caroline Ormesby's voorstel, dat
Judy dwarS zat. Zij twijfelde er niet meer aan,
of haar vriendin was volkomen ernstig. Een
millionnair oplichten klonk als een volstrekt
onmogelijke en dolzinnige onderneming en
toch, zooals Caroline haar details had uitge
werkt, scheen het de eenvoudigste zaak van
de wereld. Hot was niet de crimineele zijde van
het geval, die haar hinderde, ook niet vrees
voor de gevolgen. Het was eer, dat zij haar
vriendin steeds in stilte geïdealiseerd had en
zij haatte de gedachte, dat die zelfde vrien
din nu iets ging ondernemen, dat hnrer on
waardig was en dat moest mislukken.
Vrouwen onderwerpen zich over het alge
meen gemakkelijker aan de wet dan mannen,
niet omdat zij meer gevoel voor recht en orde
hebben, maar omdat zij minder avontuurlijk
zijn. Judy had naar haar zin al genoeg avontu
ren beleefd en zij geloofde niet in een dergelij-
ken radicalen en korten weg naar fortuin.
Als jong meisje had zij er op aangedrongen
naar een Engelsche school te gaan. Haar vader
was dood en haar moeder had haar gehoor
zaam over den Oceaan gebracht. Te Brigdean
had zij Caroline Ormesby, de Macraetweelin-
en Daphne Summers ontmoet. Die vijf waren
de grootste vriendinnen geworden en Caroli
ne was haar aanvoerster in sport en hij al haar
avontuurtjes geweest. Judy had verklaard, dat
zij van Engeland en al het Engelsche hield. Op
haar negentiende jaar was zij met een jong
Engelschman, Arundel Barrett genaamd, ge
huwd. Toen zij drie en twintig was, had hij
haar aanzienlijk vermogen dat zij hem gedeel
telijk had gegeven, en dat hij gedeeltelijk had
genomen er tot den laatsten cent doorgejaagd.
Hij dronk en behandelde haar treurig, zoodat
het werkelijk een opluchting voor haar was,
toen hij bij een ongeluk op jacht gedood werd.
Zij was verstandig genoeg om te weten, dat
haar echtgenoot geen voorbeeld was van het
type zijner landgenooten. Zij was ingepalmd
door zijn knap uiterlijk en zijn vriendelijke
manier van doen en slechts weinig meisjes zou
den, na alles wat zij had doorgemaakt en ver
duurd, even vroolijk cn opgewekt de dagelijk-
sche moeilijkheden het hoofd hebben kunnen
bieden. Maar wanneer andere mannen haar
naderden en haar persoonlijkheid was te
levendig cm over het hoofd gezien te worden
kon zij vriendschap sluiten, doch liefde was
uitgesloten.
Haar moeder was gestorven vóór het bank
roet ep het was Caroline Ormesby geweest, die
haar in al haar moeilijkheden had bijgestaan,
evenals zij dit korten tijd daarvoor bij de twee
Macrae's gedaan had. Zij hadden alle drie een
moeilijken tijd doorgemaakt maar Caroiine's
huis was haar huis geweest. Zij werkten nu
hard voor een dragelijk bestaan, maar Caro
line's huis was haar toevluchtsoord bij alle zwa
righeid. Niemand wist, hoeveel zij Caroline
verschuldigd was zoowel voor haar hulp bij
bet oprichten harer zaak als wel voor de tal
looze kleine geschenken, die het gemakkelijker
maakten de wereld met een opgewekt gelaat
tegemoet te treden. Nu was Caroline zelf in
moeilijkheden geraakt. Daphne Summers was
nog wel in heel goeden doen, maar die was
vrijwel uit haar leven verdwenen. Zij leefde
met haar vader in de Midlands en ofschoon
zij er dikwijls bij haar op aandrong haar te be
zoeken, werden de tweelingen door bezigheden
in de stad gehouden terwijl ook Judy niet zoo
vaak eruit kon breken. Het was wel merkwaar
dig, dat van het oude vroolijke vijftal er nu
vier vereend waren door den hand van armoe
de en onverdienden tegenslag, veroorzaakt
door mannen, die het in hen gestelde vertrou
wen beschaamd hadden.
Zou zij Caroline helpen in haar poging om
een deel van hetgeen zij verloren hadden terug
te krijgen? Zij had een slapeloozen nacht door
gebracht, voortdurend peinzend over dit pro
bleem, en ook de morgen had nog geen uit
komst gebracht. Misschien wist zij in haar
hart wel, dat zij niet zou kunnen weigeren.
Toch haatte zij het idee. Een man door gefor
ceerd vasten te dwingen, was niet plezierig.
Maar dat was het niet. Er waren menschen,
die hun fortuin door uithongeren verkregen
hadden, niet van een persoon maar van heele
volkeren. Het leven was een strijd en een man
moet in staat zijn op zich zelf te passen. Maar
er lag iets onwaardigs in de gedachte, dat Ca
roline en de tweeling en zij zelf van gestolen
geld verder zouden leven. Zou Caroline, zoo
dapper, zoo onafhankelijk en zoo edelmoedig,
daartoe werkelijk in staat zijn, wanneer de eer
ste boosheid voorbij was?
Zij had een drukken ochtend. De grootste
der twee kamers was verdeeld in vier afzon
derlijke vertrekjes en de klanten begonnen te
komen. Van den eersten dag af aan had haar
zaak opgang gemaakt, en zij kon reeds ter
stond beginnen Caroline het haar verstrekte
geld terug te betalen, waartoe zij iederen cent,
dien zij overspaarde, terzijde legde. Zij was
haar eigen, besté, advertentie. Sommige
schoonheids-specialiteiten hebben een gelaats
kleur die eruit ziet als een wandelende etalage
voor al hun preparaten, maar Judy had een
mooie teint en haar klanten verlangden niets
meer dan er uit te zien zooals zij. Zij was druk
bezig, toen Caroline kwam. Zij paste gelaats
massage toe ol een dame, die de gelaatskleur
der jeugd Verlangde zonder zich de moeite te
willen geven van oefeningen in de buitenlucht..
Caroline nam plaats in de wachtkamer en be
studeerde de keurige kaart, die aangaf, wat
madame Judith al zoo voor haar klanten kon
doen. Gelaatsmassage kostte een pond maar
twaalf behandelingen waren te genieten voor
vier pond. Wenkbrauwen konden in órde ge
maakt worden en rimpels werden verwijderd
en dan was er nog een lijst van de speciale
behandelingen, welke madame Judith alleen
zolf toepaste. Poeders en creams, lippen
pasta's in alle kleuren, behalve de natuurlijke
enz. enz. alles was er te vinden.
En, Caroline, lieve, kom je me helpen?
vroeg Judith, terwijl zij gehaast binnenkwam.
Er zijn nog een massa dingen, die ik zou kun
nen doen, wanneer je ook hier wilde kómen.
Ik keek je kaart na om te zien, of jij ook
al aan huidlichten deed. Indien dat zoo was,
zou je ons kunnen helpen. Vertrek ons gelaat
een beetje naar één kant, verander den vorm
van onzen neus met wat was en de vermom
ming zou compleet zijn. Zou je later weer alles
in den oorspronkelijken staat kunnen her
stellen?
Ik doe niet aan huid-lichten en zal het
nooit doen ook, antwoordde Judy. Het helpt
voor ecn jaartje, en daarna is het erger dan
het ooit geweest is. Het kan nog een tweede
maal gebturen, maar de huid wordt afschuwe
lijk. En dan zijn er nog de litteekens!
Dan moeten wij het met vliegkappen en
maskers doen.
Je bent dus nog werkelijk van plan het
te doen?
Ja.
Waarom kom je niet hier bij mij. Het
begint nu goed te betalen en er is een vroo
lijke kant aan de zaak. De vorige week kwam
een jonge man hier binnen en vroeg mij: Ik
geloof, dat u miss Prothero behandelt? Ik zei-
da, dat alles, hier vertrouwelijk was. Ik weet
dat zij hier komt, want ik heb haar gebracht,
antwoordde hij. Ik zeide, waarom vraagt u
het mij dan. Hij antwoordde, omdat ik met
haar ga trouwen. Is er iets wat ik behoor te
weten? Ik begreep niet, wat hij bedoelde. Ver
tel mij geen geheimen, zeide hij, ik weet, dat u
dat niet doen moogt. Maar hoe kan ik haar
zien, zooals zij in werkelijkheid is? Het zou
toch vreeselijk zijn den eersten dag aan het
ontbijt te verschijnen en mijzelf dan tegenover
een vreemde te bevinden. Indien zij sproeten
heeft, zou ik er van kunnen houden als ik
het maar tevoren weet!
Een zeer voorzichtig man, zeide Caroline.
Oh, lieve, vervolgde Judy, wij zouden het
hier zoo heerlijk kunnen hebben. Wij konden
de zaak uitbreiden en, er is nog zooveel meer
te doen, modderbaden, violette stralen en al
les, waar ik hier geen plaats voor heb.
Lieve Judy, het is vriendelijk van je mij
dit te vragen en ik weet, dat je het meent ook,
maar ik kan eenvoudig niet berusten zonder
tenminste een poging voor mijzelf voor ons
allen gedaan te hebben.
Maar je neemt den verkeerden man onder
handen.
Dat denk ik niet. In ieder geval moet ik
het doen.
Veronderstel, zeide Judy, veronderstel,
dat ik weiger?
Dan zal ik het toch doen. Je hebt gehoord,
dat Bunty en Nancy mij helpen. Ik geloof wel,
dat het met z'n drieën te doen is, hoewel vier
beter zou zijn. De tweeling kan niet zoo lang
afwezig zijn en indien wij iets aan elkaar kon
den overlaten, zou het beter zijn. Toch zal niets
mij weerhouden.
Wanneer wil je het probeeren?
Morgennacht. Ik heb alle maatregelen ge
troffen en hoe eerder hoe beter. Natuurlijk kan
er een kink in den kabel komen, maar wij
kunnen het probeeren. Ik ga nu naar Nancy
en die zal afspreken met Bunty.
Judy liep naar het raam en het zonlicht
viel op haar mooie roode haar. Zij staarde met
nietsziende oogen naar de straat, beneden haar.
Zij hield er niet van het te doen, maar Caro
line, die zooveel voor haar gedaan had, had
haar noodig en zeide, dat het veiliger was in
dien zij hielp.
Goed, zeide zij. Bel mij op, wanneer je me
noodig hebt en ik zal er zijn. Ik zal voor de
kleeren zorgen. Ik zal mijn uiterste best voor
je doen. Caroline, maar beloof mij dat wanneer
het mislukt js het niet nog eens gaat probeeren
en dat je er dan ernstig over zult nadenken
mijn compagnon te worden?
Dat beloof ik, zeide Caroline en leusts
haar.
(Wordt vervolgd)