1 y
ft
ÏS
fi|NSDAG 19 NOVEMBER 1929
TWEEDE BLAD.
PAGINA L
V ÖE REVOLUTIE AAN
BOD?
°ver
Pti
%CH
PERMANENT COMITÉ
ARISTISCHE CONGRESSEN
Van de jaarvergadering
PRINTS JULIANA
'buè
Kostbaar geschenk uit
NED. INDIE
IVi
v
P°STVLUCHTEN NAAR INDIE
B j het zalig afsterven van onzen
Aarts-Bisschop
DE HERDER EN ZIELZORGER
Het rouwbek'ag
De laatste levensuren
H. H. WIJDINGEN
De Uitvaartplechtigheden
De terugkeer in het
Bisschoppelijk paleis
KANUNNIK J. H. G. JANSEN
Het afsche d van Rijsenburg
MENSCHEN EN MEENINGEN
Irff
Tr
der ras gedenkschriften worden on-
8c^et v'°lk gegooid. In het derde, pas ver
j r'ch, deel, raakt de oude leider aan
^Pra^cn over de revolutie, over de bereid-
(p 'Sheid der partij om het oorlogspad op
Saan, jn letterlijken zin.
e halen een stuk aan:
"Om den tegenwoordigen tijd te begrij-
n' dient men bovenal rekening te hou
tig,.. tBe'' de politieke onmaoht der arbei-
akla&se, die niet alleen aan bet parle-
g6?nt' maar ook en vooral aan haar eigen
h rek aan kennis, met name op produc-
SehfBd en aan haar zedelijke vervlak-
6. onder den invloed der kapitalistische
thoraaI' te wiJten is- '->e kapitalistische
^e]raal leidt linea recta naar strijd mid-
waarby de eerste eischen der men-
0 1ikheid met voeten worden getreden.
H hierdoor wordt op den duur de strijd-
lj "ode der arbeiders beïnvloed en als
tin» l°° vepder gaat met de verkomme-
Da ^er Parlsm,entaire actie, is het de
ag °f er geen tijden zullen aanbreken,
stak1"'11 het VTaagstuk der Politieke massa-
-hg opnieuw naar voren dringt om aan
]6( 0ïSekropte teleurstelling van het pro-
3t ar'aat lucht te geven. Het aan de orde
leek Van dit vraaSstuk zal evenwel be-
len- en* de revolutie aan de orde stel-
°D 'h zij'n genoeg elementen bereid, om
het geschikte oogenblik de lont in het
lt te steken.
(jer et Is daarom de taak van de leiders
lijd tn<xlerne arbeidersbeweging, om in dit
Cs>perk van feitelijke dadeloosheid het
2j. r°riend geslacht door ontwikkeling van
te Seestelijke en zedelijke krachten rijp
ka tnaken voor een periode van actie,
^'ori'11 ^^raan zwaarder eischen zullen
1 on gesteld, dan nog ooit tevoren aan
Proletariaat gesteld zijn".
W^e ZOucJen willen vragen: zijn de tegen-
d6fi,fI?e Ieiclcrs het daarmee eens? Hou-
VqI]. Zli cr ook rekening mee, dat ze hun
Htj ^'en op te roepen hebben tot een po-
de massa-staking, wat beteekent: aan
j,°^e stellen der revolutie?
b^r l0°rcn °°k Z'J de elementen, die
de siaan om op het geschikte oogenblik
in het kruit te steken?
t%.'den zij hun volk tot het overgaan tot
»Periode van daden?"
iJ da' dan de heeren, die al maar door
voIledige en dadelijke ontwapening
(rjet' ni die gruwen van oorlog en bloed-
v en> als het tegen een ander land gaat,
te(lflaar bewust op den uitkijk zitten, wan-
l'f,, 'le'- geschikte oogenblik komt voor een
"hitie?
[w Is zoon prediker van revolutie, zoo'n
VflnUH rekeninghouder met dat ontsteken
bel kruit, geen misdadig mensch?
baai" revolutie-zucht blijkt nog nieit van de
lo
is;'
Mgr. Heijlen voorzitter
- seint ons uit Rome d.d. gisteren:
harv^11 ra°rgen had in Salta dei Paramenti de
hiitê ®rgadering plaats van het permanente co-
tittft-. Eucharistische Congressen, onder voor-
jjjtSp,laP van mgr. Heijlen.
boila Ve!e landen waren leden aanwezig. Uit
E)ot,nrJ rugr. Eras, pater van Dijk, secretaris
i,"tlla en de heer van der Schrieck. Uit Bel-
bro(<,ar°n Tranncy, graaf Renesse, prins Decroy,
«li gp0i>0r Donders. Uit Munster graaf Deicourt
Ö»nij,aaf d' Janville. Mgr. Heijlen hield een her-
h. hsred© op Filip Vraut, medestichter der
V v S®D, wiens 100ste geboortedag 19 Novem-
Vijflt'.
^''hs r,nieuwe leden werden gekozen, onder wie
?ehera^igI (Rome) en mgr. Fernandez, viearis-
bei
h€rhal te Calcutta.
'h at®n werd het congres in 1932 te houden
«Oiw'bhn. in princiep werd aangenomen het
®s 'n 1934 te Buenos Ayres te houden.
SPOEDIGE VERLOVING?
"'ia,, wü dezer dagen meldden zal Prinses
a binnen enkele maanden haar studiën
Ij Detdsche Universiteit beëindigen.
*t"J kringen der vrouwelijke studenten te
V:
zooals men weet Is de Prinses lid
5" bst°:'Welbke Studentenvereeniging loopt
hardnekkig gerucht, dat H. K. H. zich
i^ti», 8Poedig zal gaan verloven. Een be-
r"ijgtlng van <3it gerucht konden wij niet
1<llnl CuriORiteitshalve willen wij er echter
«es
s van maken.
•j, °ur H. M. de Koningin-Moeder
s'M. dg3!?'2® Voorhout te 's-Gravenhage heeft
v" biov on'ngin-Moeder dezer dagen ontvan-
v"'ke |)r°tlw Trip en mevrouw Koningsberger,
Jr^'btirip- f,ames namens de Vrouwen van
Sche0j thans aan H.M. het laatste Jubiieum-
hebben aangeboden.
kt 'ond u'1 een prachtige gesneden hou-
aierschut, nvi«
waarbij mevrouw Trip
eeckens als Presidente van het Da-
van Ned.-Indië een korte uiteen
f-bi
bst8 beeft gegeven.
V hestaat uit drie deelen met rijke
Leericg, waarvan het hoofdmotief ge-
hias0rdt loor de Lotus-bloem, omgeven
SvStVleerrranden. De bekroning bestaat uit
K^aat f naga's wier omgebogen staart
<1 iv 'n garoeda"figuren.
Ah!^ var,er.k ls «'^feevoerd te Djocja onder lel
4«">acht ^6n ^eer Elameling, directeur der
j, bs6reRschool aldaar en met voorlichting vau
a J- Jasper, Gouverneur van Djocja en
ik h hp h'l'Pati Ario Alam.
",Hbze van den arbeid, aan dit geschenk
Ja='. dienen dat achttien
Ar
Javanen ruim
voor de voltooiing noodig hadden.
Het zesde postvliegtuig
.Het te A,epP°
^W»3cie Postvliegtuig naar Indië is gisteren
^bgekoman.
van de
,Een groot kerkvorst, een vroom
priester, een goede en sym
pathieke mensch"
Als een schok is het door ons vaderland
gegaan: Mgr. van de Wetering plotseling
ernstig ongesteld en eenige uren later: hij is
overleden! Reeds lang had hij 'de 70 jaren
overschreden, die de H. Schrift aan het ge
wone menschenleven toebedeelt. Maar hij
scheen nog zoo krachtig, zijn ijzersterk ge
stel kende uiterlijk nog geen vermoeienis,
zijn geest was nog zoo helder en frisch! Hij
had zich nog als pelgrim opgegeven voor het
a.s. Eucharistisch Congres te Carthago. Op
het eerste oogenblik was hij zich zelf nog niet
van den ernst van zijn toestand bewust. Toen
na den aanval van apoplexie het bewustzijn
terugkeerde, sprak hij glimlachend tot den
geneesheer, die hem onderzocht: „het is de
eerste maal in mijn leven, dat een dokter
mij den pols voelt."
Een groot kerkvorst, een vroom priester,
een goede en sympathieke mensch is met
Mgr. van de Wetering van ons heengegaan.
De historicus, wien eens de dankbare taak
zal toevallen, zijn regeering te beschrijven,
zal in de twaalf eeuwon van het bestaan
van het Utrechtsche bisdom slechts weinige
pontificaten kunnen aanwijzen, die dat van
Mgr. van de Wetering evenaren in belang
rijkheid van gebeurtenissen en rijkdom van
bovennatuurlijken zegen. De vijf en dertig
jaren, dat hij den herderstaf van St. Willi-
brord voerde en aan t hoofd stond der Neder-
landsche kerkprovincie, vormen een eigen,
zeldzaam rijke periode van onze vaderland-
sche kerkgeschiedenis. De tijden van dit pon
tificaat waren moeilijk en fel bewogen. Nieu
we eischen werden luid van lotsverbete
ring, van democratie, van emancipatie, van
gelijkheid van rechten van standen en ge
slachten. Het ongeloof trok feller dan ooit
tegen hel. Christendom ten strijde. Het verval
der zeden nam bedenkelijke verhoudingen
aan. En al die ontbindende krachten groeiden
in aantal en sterkte in den chaos van den
wereldoorlog, die ook ons land niet voorbij
ging, zonder diepe sporen achter te laten
Maar Gods hand heeft zichtbaar de regee
ring van dezen aartsbisschop beschermd en
gezegend. In de stormen der laatste tiental
len van jaren, die zooveel instellingen en
gewoonten en partijen hebben weggevaagd
is de katholieke kerk van Nederland niet ten
onder gegaan. Integendeel: de godsdienst van
ons volk, de rijke Woei van het katholieke
leven hebben ook dikwijls vreemdelingen ge
troffen en hunne bewondering opgewekt. En
niet alleen is de godsdienstzin bewaard, het
erfdeel onzer vaderen: hoeveel bovendien van
hetgeen thans onzen trots uitmaakt, is onder
lit, pontificaat tot stand gekomen! Wij noe
men slechts onze katholieke staatspartij, ons
vereenigingsleven, ons katholiek onderwijs
In de vorige eeuw werden wij geduld, maar
niet geteld in het z.g. protestantsche Neder
land.Een jaar na de troonsbestijging van
Mgr. v. d. Wetering werd, in 1896, de katho
lieke staatspartij opgericht en omstreeks
lenzelfden tijd werden de katholieke kiesver-
eenigingen georganiseerd. Nu vormen de ka
tholieken de sterkste partij en de regeering
berustte reeds meermalen in de veilige han
den van een katholieken minister-president.
Toen Mgr. v. d. Wetering het bestuur van
het aartsbisdom aanvaardde, was b^et katho
lieke vereenigingsleven in ons land zoo goed
als onbekend. De encycliek „Rerum Nova
rum" (1891) heeft er den grootem stoot toe
begeven. In 1S96 werd te Zwolle de bond van
Nederlandsche katholieke werkliedenveree-
nigingen opgericht en sedert heeft de katho
lieke sociale beweging op ieder gebied een
nooit zelfs vermoede vlucht genomen. Vóór
1895 had de katholieke edelmoedigheid met
bewonderenswaardige offervaardigheid vele
eigen scholen opgericht. Maar sedert is de
gelijkstelling van het bijz. onderwijs gekomen
en het getal lagere scholen is van 496 in 1888
tot ruim 1500 gestegen. Over het geheele land
verrezen bovendien middelbare en hoogere
katholieke scholen, terwijl Mgr. v. d. Wete
ring in 1924 de kroon op alles zette door dt
opening van de katholieke universiteit, die
ons de eigen cultuur zal brengen. Buiten
onze eigen grenzen baande de christelijke
naastenliefde zich nieuwe wegen in de ge-
loofsverdediging on de bekeerings-actie van
niet-katholieken en heidenen in verre wereld-
deelen.
Het is duidelijk, dat hot niet alleen Mgr
v. d. Wetering, is geweest, die dit alles tot
stand heeft gebracht. Zeer veel is de vrucht
van den a.rbeid onzer groote emancipatoren
veel ook van hen. die met en onder hem heb
ben gewerkt. Maar wel zal Mgr. v. d. Wete
ring het „quorum pars magna fui" van zich
mogen getuigen. Hij. het hoofd der Neder
landsche katholieken, toonde voor al dat
goede steeds zijn warme belangstelling: mei
geestdrift heeft hij het beoordeeld; hij wisi
de onmisbare leiding te geven en voor de
uitvoering de geschikte mannen te kiezen.
Meer direct heeft natuurlijk zijn persoon
lijkheid haar stempel gedrukt op het aarte
bisdom. Als diocesaan bisschop was hij voor
al herder en zielzorger. Alles wat de zielzorg
betreft in den meest uitgebreider) zin. hare
methoden en pract.iscbe toepassing, had zijn
levendige belangstelling eu was bij voorkeur
het voorwerp van zijn zorgen. Om den zielec-
nood tegemoet te komen, vooral in de steeds
groeiende steden, stichtte hij ruim 50 nieuwe
parochie®; meer dan I00 kerken en kapellen
heeft hij geconsacreerd. Dan gold zijn zorg
ook de opleiding der toekomstige zielzorgers.
Het Klein-Seminarie te Kuilenburg nam liij
onder zijn eigen leiding; het groot-Seminarie
Rijsenburg werd onder zijn persoonlijk toe
zicht geheel vernieuwd en bijna met de helft
vergroot.
De St. Ludgerus-kweekschool, het St.
Antonius-Ziekenhuis en zooveel andere in
stellingen zijn de getuigen van zijn initiatief.
Zijn vaderlijke mandamenten, in hun eenvoud
juist zoo waar en treffend, bevatten schatten
van practische levenswijsheid. In zijn uitge
strekt bisdom is er bijna geen terrein ge
weest, waarover zijn oog niet ging, waar zijn
liefde geen belangstelling toonde en zijn
sterke hand geen hulp bood. Geen offers en
geen moeite zijn hem te veel geweest.
De natuur had hem rijke gaven geschon
ken. Geen schitterende talenten, maar een
krachtig, rustig mannelijk karakter, een goed
verstand en een scherpe opmerkingsgave en
menschenkennis, een nuchteren, gezonden,
breeden geest, vrij van alle kleinheid en alle
neiging tot excessen, in één woord, alle so-
liede eigenschappen, die ieder voor zich niet
zoo uitblinken, maar zelden in één persoon
vereenigd zijn, doet als zij aanwezig zijn
den echten leider vormen. En die natuurlijke
gaven werden veredeld door een groot en
kinderlijk eenvoudig geloof, door een groote
onbaatzuchtigheid, die steeds de goede zaak
en nooit zich zeiven zocht. Per viam cruris
gaudens, had hij zich tot zinspreuk gekozen
blijde op den weg des kruises. Het episcopaat
is ook voor hem een kruis geweest, omdat hij
zich de zware verantwoordelijkheid ervan
zoo goed bewust was, omdat hij wist, hoe
menschelijke zwakheid zoo licht te kort
schiet, omdat ook hem de zorgen en moeilijk
heden en teleurstellingen niet gespaard zijn
gebleven. Maar hij is zijn weg gegaan in een
blij en rotsvast vertrouwen op Christus, Die
hem het ambt, dat hij niet gezocht had, op
de schouders gelegd had en Die hem de
kracht gaf het te dragen en Die zijn arbeid
overvloedig heeft gezegend. Van zijn impo
neerend uiterlijk, dat de herinnering opriep
aan middeleeuwsche kerkvorsten en gothie-
ke kathedralen, ging een priesterlijke, echt
bisschoppelijke wijding uit. In den persoon
lijken omgang was hij hartelijk en eenvou
dig. De aanhankelijkheid der geioovigen ging
als van zelf naar hem uit en openbaarde
zich spontaan, waar hij zich ook vertoonde
Mocht hij hij een onverwacht bezoek te mid
den van overstelpende drukte soms eens wat
bruusk en ongeduldig wezen, hij beheeisc.h-
te zich terstond, zoodra hij bemerkte, dat hel
den ander pijn deed. Want vaderlijke goed
heid allen, die hem van nabij kenden, kun
nen het getuigen was een van de grond
trekken van zijn karakter.
Op het veld der eere, midden in den ar
beid, is hij gevallen, als om de woorden van
den H. Ambrosius te vervullen: „Het is den
bisschoppen tot glorie, dat zij, op den stoel der
waarheid en in het bedienen van hun ambt
hun leven geven." Op hot Seminarie, waar hij
zelf tot het H. Priesterschap zich had voor
bereid, terwijl hij den jeugdigen levieten de
H. Wijdingen toediende. Toen na den eersten
aanval het bewustzijn terugkwam, wilde hij
nog de H. Mis voortzetten. De krachten lieten
het niet toe, maar in de sacristie
heeft hij nog de laatste plechtigheden
der diakenwijding aangevuld. Toen hij
naar de kamer vau den President gedragen
werd, sprak hij: „O.L. Heer laat zijn klokken
luiden". Kalm, in het volle bewustzijn, terwijl
hij zelf op de gebeden antwoordde, ontving
hij de H. Sacramenten der Stervenden. Wat
beter getuigenis van een goed geweten is er
dan dit zoo rustig tegemoet zien van de
laatste reis? Nil rnorte beata beatius.
Wij behoeven er niet aan te twijfelen: God
zal dezen waarlijk „goeden en getrouwen
dienstknecht" de eeuwige belooning schen
ken. Mogen de vurige gebeden van zoovelen
die met dankbaarheid aan dezen edelen bis
schop terugdenken, hem spoedig ten hemel
dragen!
Seminarie Rijsenburg 18 Nov. 1929.
Dr J. DE JONG.
Een telegram van H. M. de Koningin
Talrijke brieven, die een antwoord waren op
de tijding der plotselinge ongesteldheid van
Mgr., kwamen gisterenmorgen bij het bisschop-
pelijken paleis al binnen, o.m. van Mgr. Hop
mans, bisschop van Breda, Mgr. Eras, Mgr.
Heijlen en van Mgr. L. Schrijnen, bisschop van
Roermond. Talrijk waren ook reeds echter de
brieven van rouwbeklag. Wij noemen hiervan
in de eerste plaats het telegram van H. M. de
Koningin, luidende als volgt:
Het Loo
H. M. de Koningin heeft met groot leed
wezen kennis genomen van het overlijden
van Z. D. H. Mgr. H. v. d. Wetering, Aarts
bisschop van Utrecht en draagt mij op het
Metropolitaan Kapittel Harer Majesteit's op
rechte deelneming over te brengen.
(w.g.) van Geen, Kamerheer en
Part. secr. der Koningin.
Wij maken hier nog melding van telegrammen
van deelneming van H. M. de Koningin-Mooder
van Mgr. Aengenent, van Z. Exc. L. Schloppa
Internuntius; Mr. Diepen en een groot aantal
persoonlijkheden, zoowel geestelijke als wereld
lijke autoriteiten nit one land,
t
Heden bezoeken van rouwbeklag
Hedenavond zullen voor het eerst bezoeken
van rouwbeklag kunnen worden afgewacht.
Voor bezoeken van rouwbeklag aan
Aartsbisschoppelijk Paleis, Maliebaan
Utrecht, is de volgende regeling getroffen:
Morgen, Woensdag, worden tusschen 12 en
1 uur de wereldlijke autoriteiten verwacht, en
van 1 tot 2 uur de geestelijkheid van het
Aartsbisdom en geestelijke autoriteiten balten
het Aartsbisdom.
Van 3 tot 4 is voor religieuzen buiten de
stad Utrecht gelegenheid bezoek van rouw
beklag af te leggen, terwijl van vier tof. vij
worden verwacht de afgevaardigden (hoogttens
twee) van Katholieke landelijke en Utrechtsche
stedelijke organisaties.
ZONDER DOODSSTRIJD HET BETERE
LEVEN INGEGAAN
Midden onder het Bisschoppelijk-werk-
bij-uitstek kwam het eerste teeken
van den dood
Geweldig was de indruk, eerst door 't onwel
worden, daarna door het plotselinge over
lijden van Mgr. in het Seminarie onder profes
soren en seminaristen teweeggebracht.
Mgr. was, zooals reeds gemeld, Zondag
morgen per auto naar Rijsenburg gekomen
voor het toedienen der H. H. Wijdingen.
Nadat de H. H. Wijdingen, welke na het
Epistel geschiedden, bijna teneinde waren ge
bracht, viel Mgr. plotseling neer. Hij werd
naar de Sacristie gedragen onder begrijpelijke
groote consternatie. Daar werd Mgr. In een
stoel neergezet, waar hij al vrij spoedig weer
bijkwam, zoodat het laatste gedeelte der H. H
Wijdingen door Mgr. nog kon worden vol
tooid. Op uitdrukkelijk bevel van dr. v. d. Tak
uit Rijsenburg, mocht Mgr. de H. Mis echter
niet verder voortzetten. Hij werd naar de kamer
van den President gebracht en daar zoo
plechtig als de omstandigheden zulks toelieten,
nadat Mgr. zelf had verklaard, dat hij daar
mee volkomen instemde, van de laatste H.Ö.
Sacramenten voorzien.
Het H. Oliesel werd Mgr. toegediend door
den president van het Groot-Seminarie, Proost
van het Kapittel, Mgr. Schaepmau. Hierbij
waren o.m. nog tegenwoordig Mgr. de Wit,
vicaris-generaal van het Aartsbisdom, pastoor
Jansen, de secretarissen van het bisdom en
alle professoren.
In den middag en in den avond liet zich de
toestand van Mgr. zeer gunstig aanzien. Ook
in den nacht liet niets een zoo snellen afloop
veronderstellen. Om kwart over drie nog liet
Mgr., die den geheelen nacht rustig had lig
gen bidden, zich tegen de Zuster-verpleegster
uit, dat hij zich zoo goed gevoelde, dat hij
gaarne in den morgen de H. Communie zou
willen ontvangen.
Plotseling, te kwart over vijf herhaalde zich
de attaque. Thans met onmiddellijken doode-
lijken afloop. Een doodstrijd heeft Mgr. niet
gohad.
Bij het afsterven was alleen de Zuster-ver
pleegster tegenwoordig. Wel werden onmiddel
lijk, toen zich de attaque herhaalde de presi
dent en de directeur van het Groot-Seminarie
en secretaris van den Burg. die den nacht
in het Groot-Seminarie had doorgebracht, ge
waarschuwd, maar toen zij op de kamer
kwamen, was Monseigneur reeds overleden.
Gistermorgen hebben alLe professoren de
H. Mis voor Monseigneur opgedragen.
Om negen uur werd e#n plechtige H. Mis
van Requiem opgedragen door Prof. van der
Loo met assistentie.
Mgr. werd opgebaard door de Zusters in een
van de spreekkamers, die tot chapelle ardente
is ingericht.
In het Aartsbisdom
ZT).H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
op Zaterdag 16 November 1.1. in Zijn huiskapel
do Tonsuur toegediend de navolgende Fraters
Dominicanen: Gregorius Brenninkmeijer. Regi-
naldus Thuys, Hieronvmus Meijer. Antoniuo
Burgemeester, Michael Holterman en Gabriël
Keijser.
ï'oorts heeft Z.D.H. on Zondag 17 November
1.1. in d,e kapel van het Seminarie „Rijsenburg"
te Driebergen de vier mindere orden toegediend
aan do navolgende Eerwaarde heeren Theolo
ganten van voornoemd Seminarie: R BerWs.
L H. Bekkers, B. H. Benneker. F. X. M. van
Blaricutn, J. G. Bolseher. E. Th. A. Bos. P. Th.
•T. van de Burgt. M. J. Doesburg. Th W Eg
berts. J. H. J. van Gendt. A C ri» O-eef r rjc
Jong. H. Kok, F. L Renin*». .1 VT rti '■f,gTr,f<,n
Th. W. van Lnenen. .1, Mi.ldelkono n Poodt
J. A. Schinkel. J. R .1 Spelbrink. O t. r Steck-
mann, G. F. H. Veldhuis en L. W. Vlaskamp:
alsmede aan de voornoemde Eerwaarde Fraters
Dominicanen
de H. Wijding van het Subdiaconaat aan de
Eerwaarde Fraters Dominicanen: Damlanus
van der Geest. Aegidius Brenninkmeijer. Am-
brosins van Dieren, Peslaus Bollen en Stepha-
nus Tesser;
De II. Wijding van het Diaconaat aan de na-
volgonde Eerwaarde heeren Theologanten van
het Seminarie „Rijsenhurg" te Driebergen: B.
H Bodde. J. N. van den Brink. J. van Dorre-
eteiin O. Geerdink Johannink. A. D. Grimme-
likhnizen. Th. G. M. Jacobs. G. M. A. Jansen,
A. Ch. Ooines, J. L. A Reuvekamp, A. B. J B.
van Rhijn, G. II. Rolf. J. J. van Rossum, J. G.
Setier, C. Vernooij en C. J. Vredendaal: als
mede aan de navolgende Eerwaarde Fraters
Dominicanen: Josephus Sprenkels, Aloyslus
van Deventer, Innocentlus Hulek. Paulus
Bruens, Ros«-ius Determeyer, Rafael Menssen,
Dalmat!us Michels, Andreas Maltha en Jaco-'
bus de Gruyter.
Het stoffelijk overschot van wijlen Z. D. H. Mgr. H. van de Wetering, opgebaard
in een der to' chapelle ardente ingerichte spreekkamers van het
Seminarie Rijsenburg.
VRIJDAG DE BEGRAFENIS
De Metten zullen worden gezongen in de
Kathedrale kerk te Utrecht op Donderdag a.s.
des avonds te laalf acht.
De Lauden vangen Vrijdagmorgen om 10 uur
aan, daarna wordt de plechtige H. Mis van
Requiem opgedragen. Na deze H. Mis heeft de
hijzetting van het stoffelijk overschot plaats
op het R. K. kerkhof te Utrecht.
„ER WAS IETS HEEL TRAGISCH
IN DEZEN STILLEN TERUGKEER"
(Van onzen redacteur
BENOEMD TOT V1CARIS-CAPITULARIS
In de hedenmorgen op het groot-seminarie
Rijsenburg gehouden vergadering van de
kanunniken is tot vicaris-capltularis, belast met
de leiding van het Aartsbisdom zoolang de
Aartsbisschoppelijke zetel vacant is, benoemd
de HoogEerw. Heer kannunnik J. H. G. Jansen,
Deken van de stad Utrecht.
EEN SOBERE, "MAAR INDRUK
WEKKENDE STOET
(Van onzen redacteur.)
RIJSENBURG, IS November 1929.
Onder het droef gebeiër van de klok der
seminariekapel werd om drie nur het stoffelijk
overschot van Mgr. H. v. d. Wetering zijn ge
liefd# seminarie, waarop Mgr. tijdens zijn leven
zoo trotsch was geweest, uitgedragen ,en in
een lijkauto geplaatst om naar het Aartsbis
schoppelijk Paleis te worden vervoerd. Na het
indragen in den auto zegende Mgr. Schaepman
he* stoffelijk overschot met wijwater. Twee
Zutters van de Congregatie van O. L. Vrouw
Moeder van Barmhartigheid, één van het Sint
Josephgesticht te Rijsenburg en een uit Utrecht
namen mede in den auto plaats.
Onder het zingen van het „De Profundis",
het „Miserere" en psalm 119 „Ad Dominum,
cum trihularer. clamavi", werd het stoffelijk
overschot van Monseigneur door alle bewoners
van het seminarie uitgeleide gedaan door de
oprijlaan naar den grooten straatweg. Voorop
misdienaars met kruis en kandelaars, dan de
seminaristen, twee aan twee, vervolgens
de wagen met den grooten doode en
daarachter in superpli de president Mgr.
dr. A. C. M. Schaepman met de pro
fessoren alsmede pastoor M. R. Andriesseu, en
kapelaan G. J. Jansen, van Rijsenburg, en pas
toor B. F. Overmaat van Maarn. Aan het einde
van de laan. stelden zich de seminaristen in
haag op en in iaatsten eerbiedigen groet buig
den zich hun hoofden voor hun beminden bis
schop. Het was een sobere, indrukwekkend,
stoet.
Op aller geiaat stond diepe ontroering te
lezen.
Het was dan ook wel bijzonder tragisch, dit
overlijden van den vaderlijken bisschop temid
den van zijn meest geliefde kinderen, bij wie
hij zoo vaak en zoo gaarne vertoefde, een over
lijden, op een moment dat hij velen hunner
weebeen stap verder gebracht had naar hun
heerlijk ideaal.
„Onze Lieve Heer heeft de klok geluid" zeide
Monseigneur met opgewekte stem, toen hij Zon
dagmiddag zich weer monter gevoelde na den
eersten aanval op welken zoo spoedig de tweede
volgen zou. En dat luiden van de klok geschied
de op het oogenblik dat Mgr midden in de
plechtigheid was van de wijding der diakens,
een wijding die hij met zijn wilskracht en zijn
hoog plichtsgevoel in de sacristie nog tot het
einde brengen mocht. Diep tragisch dit over
lijden temidden van den feestelijken jubel der
seminaristen, terwijl van de verslering der
kapel dubbel werk was gemaakt. Vorig jaar
had men immers in Rijsenburg geen diakens
gehad
Nadat het stoffelijk overschot het seminarie
was uitgedragen werden de gordijnen voor de
ramen weer opgetrokken. Voor de laatste maal
was Monseigneur uit zijn tweede tehuis heen
gegaan..
Over de laatste oogenblikken van Monseig
neur vernemen we nog, dat hij tot het einde
heider van geest is gebleven. Om drie uur had
Zuster Cypriana, die bij hem waakte, hem
nog een glas melk gegeven en om even over
vijf uur gaf ze den hoogen lijder voor 't laatst
de voorgeschreven medicijn. Monseigneur, die
den geheelen nacht gebeden,had, sliep toen in,
maar plotseling zag de Zuster hoe hij opnieuw
door een attaque overvallen werd. Onmiddel
lijk waarschuwde zij den secretaris van Mon
seigneur, den Zeereerw. heer van den Burg, en
zijn huisknecht die in de nabijheid sliepen, maar
alvorens zij aan het sterfbed waaraan ook de
president en de directeur van het seminarie
waren geroepan, verschenen, was Mosseigneur
zonder doodstrijd een beter jeree ingegaan.
UTRECHT, IS November 1929.
Bij het plechtig en indrukwekkend afscheid
van Rijsenburg straalde de zon nog door 't
"geboomte rond het forsche seminariegebouw.
Bij de aankomst te Utrecht was de vroege
schemer reeds over de stad gevallen en zr o
omsluierd door de schaduwen van den avond
werd het stoffelijk overschot van Mgr. van de
Wetering het Aartsbisschoppelijk Paleis binnen
gedragen, dat hij een dag tevoren nog opge
ruimd en friscli had verlaten. De marmeren
hal van liet paleis, waarin altijd de mannelijke
en zware stem van den Aartsbisschop weer
klonk kon nog slechts een echo geven van het
gefluister rond den dierbaren doode, die om
ringd door zijn huisgenooten het huis werd
binnengedragen. Een der zusterkens, welke met
de overbrenging waren meegekomen volgde het
lijk met den hoed en de jas van Mgr. Er was
iets heel tragisch in dezen stillen terugkeer
in het oude huis.
Aanstonds werd nu begonnen met de inrich
ting der chapelle ardente waartoe de salon
van 't paleis was bestemd. Daar werd het stof
felijk overschot op een prachtig praalbed op
gebaard. Met zijn bisschoppelijke paramenten
bekleed ligt daar nu Aartsbisschop Henricus en
wie daar binnentreedt, hij ziet dat hier de vlug
ge dood de karaktervolle trekken, welke het
leven in dit gelaat groefde nog niet heeft ver
vaagd.
Aan het voeteinde van het praalbed prijken
op het kussen, dat van de wapenspreuk van
Monseigneur is voorzier de eereteekenen welke
Neerlands Primaat tijdens zijn lang bestuur
ten deel vielen, n.l. het Grootkruis van de Orde
van Oranje Nassau, het Commandeurs Kruis
in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, het
Magistraal Grootkruis der Souvereine Orde van
Malta, het Grootkruis der Orde van het IT.
Graf en het Groot Commandeurskruis der Ho-
henzollern Huisorde.
Op dezen eersten avond zijn er slechts enkele
personen tot een bezoek in de chapelle ardente
toegelaten.
.V//
Vee/ 7uen/chen kannen dominee bersten
piet lijden: wij moi/cn hrm wel. ITe hebben,
zelfs een soort eerlijke bewondering voor
hem. Voor zijn getuigen. Voor zijn viakaf
"itkonien voor datgene, wot. hij voor waar
•'itii'dt. En we meenen inderdaaddat do
minee overtuigd is van zijn opvattingen en
uitspraken. Juist, omdat ze zoo onmogelijk,
zoo belachelijk, zoo onmeedoogend, zoo on
christelijk zijn.
Want in zijn afkeer voor ltome en voor de
katholieken gaat de dominee alle perken le
buiten. f
Doch juist daarom moet hij wel danig
rast zitten aan zgn opvattingen, zelfs niet in
ttaal zijn de allereenvoudigste dingen juist
ie. zien: anders immers kan hij toch zóó niet
roor den dag komen, zoo plomp, zoo onbe
houwen zoo totaal onmogelijk in de
20ste eeuw. Hij gelooft, wat hij zegt, inder
daad.
En dal van de opkoming voor zoo n op
vatting. vinden we heldhaftig. Hij durfthy
schaamt zich niet. hij „getuigt".
Een andere vraag: hoe is zoo'n persoon
mogelijk? Hoe kan iemand zoo vergroeid
zijn in zulke opvattingen? Leven er dan nog
■mensehen, zoo van alle verkeer met een
andere gedachtenwereld verstoken, dat ze
honderden jaren ongemerkt langs zich la
ten heengaan? ls het vrije onderzoek da*
zóó zeer een naameen woord, en niets meer,
('at. hermetisch alle gangen worden afgeslo
ten. dat geen roomsche muis zelfs in zoo :i
voorhistorisch hasted kon doordringen?
Die menschen bestaan in de eenvoudige
1 ringen op hel land. soms ook nog in dr.
stad, waar de leering van oudsher de be-
ivoners nog hult in een strakke afzonde
ring.
Maar een bestudeerd mensch ols een do
mined
In ieder geval: we hebben eerbied voor
zijn optreden, evenveel als verbazing over
dc enormiteiten, waaraan hij gelooft: als t
over Soms gaai.
V.
>il