HET KATHOLIEKE POLEN De aans'ag op de Orient- Express. MAANDAG 25 NOVEMBER 1929 ZZil ua^D 2 A' BESCHERMING VAN DE GRENS «li T. P. O'CONNOR DE „VADER" VAN HET LAGERHUIS DE FRAPPANTE GENEZINGEN TE MALDEN I Wie is ie en wat is ie Wat zal ik worden? ROOMSCHE HOEKJES IN DE MILLIOENENSTAD DE CHRISTUS EN HET STADSGEWOEL EN DE MADONNA VAN BELLOTTl door DR. FELIX RUTTEN. Warschau draagt zijn karakter van „Katho lieke stad" niet zoo zichtbaar als de Vlaamsche steden in het algemeen, als b.v. Antwerpen of Roermond in het bijzonder. In deze zuidelijke steden, waar de invloed van Spanje zich deed gelden, en de sporen daarvarf bleven tot nu toe, vindt men in iedere straat de sprekende bewijzen van hun katholiciteit Mariabeeldjes en kapelletjes in elke wijk, in elke steeg, en kruisbeelden langs de straten, met bloemen versierd, en voorzien van lampen, die ook 's avonds nog den wandelaar om een „ave Maria" verzoeken. Te Roermond in ons Lim burg waren de publieke pompen zelfs tot voet stukken van heiligenbeelden gepromoveerd, en iedere stadswijk had er haar bijzonderen patroon, die elk jaar door heel den „put" ge vierd werd. Met zijn Mariabeeldjes, die van kleed verwisselden met de seizoenen, leek heel de rooster der straten wel een levende litanie; en op dit stramien borduurde de legende haar bloemslingers. Dit ook zou men van de hoofdstad verwach ten van een land, dat zoo doordrenkt is met het katholicisme als Polen. Maar Warschau vertoont zich heel anders. Ik ken er maar één straat-kapelletje, zooals Roermond er bij dozijnen heeft en Antwerpen misschien wel honderd. Het bevindt zich bij een hoekhuis van de Oude Markt, midden in de Jodenbuurt, en overschaduwt er een drie voud-beeldje van Moeder Anna, met haar kind en kleinkind. Het is het eenige huis dat uiter lijk zijn gothiek karakter bewaard heeft. Een Venetiaan, die er in de XVIIde eeuw eigenaar van was, versierde het met een Sint Marcus, patroon zijnerv vaderstad. Dit beeld verdween, maar zijn woning bleef den naam van „Sint Marcus" bewaren. In dit oude Warschau, waar alles koophandel en bedrijf is, hebben de Joden de overhand. Zij zijn het, die hun stempel drukken op deze buurt, die eens het middelpunt der stad was, maar sinds de XVIIde eeuw verviel tot een uithoek. Een enkel huis draagt er nog een „Oog Gods" tot winkelteeken; andere woningen, met „J. H. S." gemerkt, herkent men aan deze letterteekens als vroeger eigendom der Jesuïe- ten. Men moet dan naar de nieuwere stads wijken trekken, om op een enkele plaats aldaar een plein of plekje te vinden, met een uitge sproken katholiek karakter, wanneer men de beide Mariabeelden niet meetelt, die er overigens nog in de oude stad gevonden wor den het eerste achter dekathedraal, in de constructie van het hoofdkoor opgenomen, altijd met levende bloemen versierd, het tweede voor de kerk der Capucijnen geplaatst, tusschen de beide klimmende trappen die naar het por taal voeren. Waar Warschau eindigde in de XVIIIde eeuw, lang voor dat het de millioenenstad was van heden, ligt „het plan der drie kruisen". Hier begint de groote Avenue Ujazdow, vroeger de weg naar het koninklijk buitenverblijf, maar thans moderne straat, gedeeltelijk door hooge huizen, gedeeltelijk door parken omgeven. Het was deze groene weg, die in den glanstijd van het koningrijk de schitterende stoeten zag voor- bijrijden van de vorsten en hun gasten, wan neer deze zich van het zomerpaleis naar het slot in de stad begaven, van de koningen en hun joyeuses entrées binnen dé hoofdstad, na de kroning te Krakau, en van de vreemde prinsessen die hier als toekomstige vorstinnen van het land, ter bruiloft kwamen. Het was de weg der gezanten die met hun schitterende zesspannen de heerschers op den troon hun opwachting gingen maken; de weg der zege vierende veldheeren ook, die terugkeerden van het oorlogsgewoel met roem en buit. Hier hield Zobieski %ijn intocht, na de Turken verslagen te hebben voor Weenen, en Poniatowski na den veldtocht in Oostenrijk. En bij het begin der stad, op het plein der drie kruisen, zagen zij de eerste zegepoorten verrijzen, waarmee het feestvierende volk hun weerkeer begroette. Een herinnering aan Calvarië draagt dit plein sinds koning Augustus de Sterke het plan opvatte, om de straat der zegenrijke intochten te versieren met de veertien staties van den kruisweg. Het was wel een treffende gedachte van een vorst, om dezen zegeweg van triomf en roem te wijden met de herinnering der smartelijke geheimen van de Via dolorosa.- Wat er echter eenmaal van geplaatst werd, ver dween. Alleen bleven er twee kolommen, elk met een kruis voorzien, op het plein opge richt, dat niettemin nog altijd het plein der „drie" kruisen heet. Maarschalk Bielinski voegde er in 1752 een beeld aan toe van S. Johannes Napomueenus, na ';et beëindigen van groote werken hier ter plaatse een kanaal voor waterafvoer en een nieuwe bestrating. Op het plein, waar de bruisen staan tusschen het groen van sierplanten en heesters, rijst ook een kerk: om haar stijl herinnert zij aan Italië; haar naam, Alexanderkerk, verlevendigt de herinnering van d,en eersten Russischen tsaar die over Polen heerschte. Alexander I was mild en medelijdend, en de stichting van het „hertog dom Warschau" was hem een heilige ernst. Dankbaar wilde de stad hem een eerepoort bouwen, toen hij Warschau bezocht na het congres van Weenen. Maar hij weerde dit af, en gaf' de voorkeur aan den bouw dezer Room- scho kerk. Op de trappen van het gebouw, dat er zijn blanke portieken opent, onder de hooge archi traven, door klassieke zuilen geschoord, zitten de armen gehurkt, die bedelen om een aalmoes: oude vrouwtjes in haar sjaals gewikkeld, zoo lang de tijd van het jaar het toelaat, er rond scharrelend op bloote voeten, biddend en kla gend tot de voorbijgangers. Het is bij War- schau's vele kerken weer altijd dit zelfde schouwspel van biddend en bedelend volk, wat iedereen aan Italië doet denken. In een der drukste straten van de stad rijst dan de kerk van het H. Kruis. Haar klassieke gevel sluit zich bij die der belendende huizen aan; rpaar haar breede dubbeltrap met bordes is op de stoep uitgebouwd en springt in de straat naar voren. Op dit bordes staat het levensgroote beeld van den kruisdragenden Christus, in een treffende houding voorgesteld. Terwijl de Heiland met de linkerhand het kruis bij den dwarsbalk vasthoudt, dat zwaar op zijn schouder drukt, strekt hij den rechter arm naar de straat uit, als riep Hij er de voorbijgangers aan. Het gebaar der hand is welsprekend, de houding zeer expressief. Heel de figuur van den roependen Christus boven de drukte der straat, is als een preek in steen. De donkere kleur van het zwarte marmer ver hoogt nog den indruk van het geheel. Niemand kan hier voorbijgaan, zonder de hand te zien. die tegelijkertijd bedreigt en roept. Aan dit beeld alleen al ziet men genoeg, dat Warschau katholiek is. Niet alleen is de Christus er nog geduld, maar Hij mag er zelfs de stem nog verheffen tot de menigte. Maar ook de Madonna heeft, althans op één plekje midden in de groote, moderne stad, nog haar eigen hoekje, waar zij troont in het open baar. Dit is niet ver van het koninklijk slot, op het voorname plein waar Warschau zijn meest uitgesproken fysionomie vertoont, en ook het beeld verrijst van 's lands grootschen dich ter Adam Mickiewicz liet is de Madonna van Bellotti. Waar het plantsoen dat Mickiewicz' beeld omringt, in een punt uitloopt, die zich naai de oude stad toekeert, staat op een zuiltje een sierlijk Mariabeeld. Dit werd geplaatst door een Italiaan, die architect was in dienst van So- bieski. Bellotti- was zijn naam hij had de oprichting van dit beeld beloofd, daar hij, met zijn gezin, van -de pest was bevrijd gebleven. Maar op den dag zelf, dat de Madonna er geplaatst werd, bevrijdde Sobieski, door zijn overwinning op de Turken, de christenwereld van den Islam. Het inschrift dat Bellotti in het Italiaansch bij zijn Madonna plaatste, her denkt dan ook den glorieuzen datum van 12 September 1683 als Sobieski's gloriedag. Van de eerste jaren harer aanwezigheid alhier heeft deze „Madonna di Passavia" er zich verheugd over de opmerkzaamheid der inwoners. Nog altijd liggen er bloemen en kran sen haar te voeten. Op zekeren dag zag ik er twee Poolsche vlaggen waaien, wit-rood met den adelaar, 's Avonds branden er twee lampen, wier blauwe glazen een fantastisch schijnsel spelen laten over dit hoekje, dat haast on werkelijk aandoet midden in het groote stads gewoel. Altijd liggen er mensehen geknield op den rand van de stoep. Eens zag ik er een arm oud vrouwtje bidden, met zulk een smee- kend heffen der handen, terwijl zij hoorbaar haar aanroepingen sprak, dat ik er mij alleen maar over verwonderde, op dat oogenblik geen wonder te zien gebeuren. Maar niemand lette er op; niemand zag de ineengeschrompelde figuur die er als op een beeldhouwer wachtte, maar mij intusschen tot in het diepst van mijn ziel ontroerde. Vooral in Mei is de Lieve Vrouw van Bellotti aldaar het voorwerp der volksvereering. Dan kan men e 's avonds heele drommen van men- schen zien, die er samenscholen tot openlijk gebed. Midden in het gedruisch van straat en drukte zingen ze erdan hun vrome liederen. Doch vooral ten tijde van nood en rampen, bij heerschende ziekten en nationale ongelukken, is deze Madonna altijd de toevlucht geweest der geloovige bevolking. De herinnering aan Sobieski immers, den held die de halve maan terugdreef, zooals Gedeon de zon deed stilstaan, ombloeit het voetstuk van dit Mariabeeld als een immergroene krans. Op een andere zijde van ditzelfde, voor Warschau zoo karakteristieke plein, verrijst de groote zuil van koning Sigismond III. Deze is niet minder een der beschermers van Warschau gebleven, als de zalige Ladislas, provinciaal der Bernardijnen van Polen, wiens relieken bewaard worden in de Sint Annakerk. Zoo is de zuil van Sigismond, die het kruis van zijn apostolaat boven de stad verheft, zoowel een katholiek als ook een historisch monument. Zijn zoon Ladisl_.s IV richtte het op, waarschijnlijk daartoe geïnspireerd door do zuil die paus Paulus V te Rome liet oprich ten door Maderna, en die er een beeld der H. Maagd draagt. Sigismond, die door de historie schrijvers van Polen een tweede „Philips II" genoemd wordt, ziet van het hooge voetstuk neer over de stad. Zijn gebogen houding ver raadt reeds den invloed der barok. Hij neigt het hoofd met de kroon, gehuld in een zwaren mantel. Met de eene hand zwaait hij het zwaard; het kruis dat hij in de andere houdt, teekent zich scherp af tegen de lucht. Het voetstuk verhaalt de feiten van zijn regeering de overwinning van Smolensk waar de macht der Ottomanen gebroken werd, en de verove ring van Moskou. Dat hij een tsaar van Rusland, Easilius, als zijn gevangene binnen Warschau komen zag, heeft zijn figuur wel zulk een luister verleend, dat het volk er zijn absolutisme om vergat, en zich ook niet lang herinnerde, hoe deze Poolsche koning uit het geslacht der Wasa's, die zijn volk zoo weinig begreep, tijdens zijn leven met minachting „de Zweed" genoemd werd. Na zijn dood werd Sigismond, zoo hoog op zijn zuil verheven, als een., legendarische persoonlijkheid, en een symbool. Karel-Gustaaf, die tijdens den grooten oorlog van het Noorden naar Warschau kwam, gaf zijn haat lucht bij het zien van dit gedenk- teeken maar er was niemand bereid om het beeld van zijn voetstuk te verwijderen, zooals do koning wenschte. Toen Karei XII echter zijn intocht deed binnen de stad, knielde hij eerbiedig neer op de trappen die de zuil om geven, om er een dankgebed te spreken met de aanvoerders zijner legermacht. Zoo werd het beeld van den koning daar, hoog in de lucht, wel innig verbonden met het leven der geschiedenis, en weldra deden vreem de legenden daaromtrent de rondte. Vóór de oorlog met Zweden uitbrak in 1655, had het geheeten, dat het beeld op de zuil gedreigd had met zijn zwaard. Dit schrikwekkend voor teeken joeg de bevolking een doodelijken angst aan, en de oorlog had inderdaad ontzettende gevolgen voor het beproefde land. In 1792 gingen dezelfde geruchten omtrent het beeld. Wéér zou koning Sigismond den arm verheven, en vier maal met zijn zwaard het kruisteeken beschreven hebben in de lucht. Twee jaar later was een arme schoenlapper er getuige van. Het was het jan-, d-t fC'-T"-<--n povio- li AéM vmmmm De zuil van Sigismund III. deed om de vrijheid voor Polen terug te winnen, waarop de derde verdeeling van het land volg de, na zijn nederlaag. Ook gedurende de oorlo gen van Napoledn, toen de hoop op herstel van Polen herleefde, richtten de bewoners van War schau het hoofd op naar den koning van brons, die zich sinds welhaast twee eeuwen bescher mend boven zijn stad verhief, vanwaar hij met zijn zwaard en zijn kruis tot hoop en vertrouwen scheen op te wekken. Dat het beeld van Sigismond echter ook In deze eeuw nog iets beteekent binnen de stad, die er een patroon in zag, .werd duidelijk op den Zondag in Augustus, 1920, toen uit alle wijken van Warschau, geïmproviseerde proces sies daar samen kwamen. De Bolschewistische vijand was de Weichsel genaderd. De nieuw gestichte Poolsche republiek werd in haar be staan bedreigd. Toen snelde de menigte in ontsteltenis naar de kerken; de noodkisten met de relieken der stadspatronen werden plechtig omgedragen, en eindelijk kwam het smeekend volk, met kruisen en banieren samen rondom de zuil van koning Sigismond, die Moscou veroverd en den Islam geweerd had, die ook thans voor Polen strijden moest. En bij het voetstuk van 'het monument las de kardi naal-aartsbisschop de H. Mis. Alle leven lag stil op het plein, waar gezucht en gebeden werd als nooit tevoren. In zijn gebogen houding stond de figuur van brons gekeerd naar het weenend volk als bemoedigend een troostend voorteekenEenige dagen later had het „mirakel aan de Weichsel" plaats en werd sovjet-Rusland door het jonge Polen glansrijk verslagen. Te Sofia werd de overval georganiseerd UIT POLITIEKE. OVERWEGINGEN? Het Bulgaarsche gezantschap te"Berlijn acht het noodzakelijk tegenover de onvolledige mede- deelingen over den aanslag op de Orient Ex press het volgende te berichten: De aanslag is gepleegd op de express gedurende 't traject Belgrado-Consta-n-tinopel en wel op Servisch grondgebied bij het dorp Sukowo meer dan twee uren van de Bulgaarsche grens gelegen. Dus zijn de mededeelingen, dat de aanslag niet in Servie maar in de buurt van de Bulgaarsche grens is gepleegd niet- waar. WEENEN, 23 November. (V.D.) De „Neue Freio Presse" meldt uit Belgrado: Van officioele zijde wordt verklaard, dat is komen vast te staan, dat de aanslag op do Orient-Express te Sofia is georganiseerd. Op het terrein van den aanslag werden stuk ken van een Bulgaarsche courant en pakpapier van een tabaksfabriek uit Sofia gevonden. Men meent in Joego-Slavische kringen, dat de aanslag doo» Macedonische revolutionnairen is gepleegd met het doel de onderhandelingen tusschen Joego-Slavië en Bulgarije te doen mislukken. Het verluidt, dat de Joego-Slavische gezant in Sofia bij de Bulgaarsche regeering stappen zal doen om haar aandacht te vestigen op den onhoudbaren toestand aan de grens en te eischen, dat de werkzaamheden van de Joego- Slavisch—Bulgaarsche commissie worden be spoedigd, opdat Joego-Slavië niet gedwongen zal zijn maatregelen ter bescherming van de grens te nemen. Van een aanslag geen sprake? ROME, 23 November (B.T.A.) Een telegram uit Milaan aan Stefani meldt: De Orient- Express is gisteravond om half 9 uit Constan- tinopel te Milaan aangekomen. De hoofdconducteur en het overige personeel van den trein verklaarden, dat het gerucht als zou de trein onderweg in Joego-Slavië over- vr:'cn zij:\ ongewend is. vaardigde Inleef zonder partij, maar met eeti hoven elke partijschap verheven Gezicht op het plein, waar, het standbeeld van Mickiewicz staat. 49 JAREN ONAFGEBROKEN LID Onze Londensche correspondent schrijft ons; Zonder onderbreking heeft T. P. O'Connor sinds 18S0 in 't lagerhuis gezeten, en sinds 1885 heeft hij geen ander kiesdistrict vertegenwoor digd dan „Scotland", een borough van Liver pool Hii heeft in 't parlement de harde dagen van strijd meegemaakt onder leiding van Parnell, McCarthy en John Redmond, en was zelf een der strijdvaardigsten onder de sterkste fractie van Iersche nationalisten, en, ofschoon deze man met zijn Caeltisch temperament tot de verwoedsten kon behooren en menigmaal in 't middelpunt was van den hartstochtelijksten woordenstrijd, genoot hij steeds de genegenheid van allen, doordat hij zelf geheel vrij was van rancune en intriganten geest- De stormachtige dagen van zijn loopbaan liggen thans zoo ver achter ons, dat zij geheel tot de geschiedenis behooren. Hij was reeds een oud man, toen de partij, waarvan hij een der beste vertegenwoordigers was geweest in 't parlement, werd weggevaagd door Sinn Fein, en enkele jaren later Zuid-Ierland een eigen parlement en eigen regeering kreeg. Maar het district „Scotland" bleef hem naar ik ge loof steeds zonder tegencandidaat afvaar digen naar Westminster, waar hij een afge- iigde blei roeping", die was. Hij was de „Father of the House of Com mons" geworden, de oudste in anciënniteit, en deze titel, waaraan geen andere functie ver honden was dan dat hij elk jaar. vóór de ver kiezing van den Speaker, een openingsrede hield, past.e beter bij zijn persoonlijkheid dan elke andere rang. Want geen man was meer algeme.en bemind, geen man scheen ofschoon zelf partijman door heel zijn wezen zoozeer buiten het partijkra- keel te staan en geen man boezemde allen grooter vértrouwen in. De nieuwe „Father of the House" ismr. Lloyd George, de alles behalve patriarchale, onverwoestbaar- jeugdige liberale leider maar toch ook reeds 66 die negen-en-dertig jaren onafgebroken het district Carnarvon vertegenwoordigd heeft. Onder de groote staatslieden van zijn tijd zal O'Connor niet genoemd worden. Hij was zelfs geen groot politicus of groot volks vertegen woordiger. Hij was waarschijnlijk in geen en kel opzicht een man van buitengewoon for maat, behalve als journalist, en dat is hij, eenigszins tegen wil en dank, boven alles steeds geweest, 't Was zijn belangstelling voor, -zijn hartstochtelijk meeleven met al wat gebeurde, welke hem een journalistische loopbaan deed kiezen in een tijd, toen de zooveel minder ge compliceerde techniek van het perswerk ook diegenen, die aan een krant hun brood moesten verdienen, en niet de enkelen, die haar be schouwen als een middel om zich 'een positie in de wereld te veroveren, de gelegenheid liet van hun beroep een „roeping" te maken. O'Connor maakte harde jaren als Free Lance mee, kwam tenslotte voor de „Daily Telegraph" op de perstribune van 't lagerhuis terecht en, na zich geheel ingewerkt te hebben in de par lementaire procedure en de aandacht getrok ken te hebben van leidende Iersche afgevaar digden, werd hij in 1880 door Parnell in 't par lement gebracht. Meer dan de journalistiek scheen het lagerhuis zijn zucht naar deelne ming aan 't actieve openbare leven te kunnen bevredigen, maar daar hij nooit een groot poli ticus was, zou hij, indien hij niet boven alles journalist gebleven was. reeds jaren geleden als parlementariër afgedaan hebben en verge ten zijn geworden. Aan den anderen kant heeft zijn lidmaatschap van 't parlement ertoe bijge dragen zijn beteekenis als journalist of juis ter: ais publicist te verhoogen. Ofschoon hij gedurende zijn lange loopbaan hij schreef tot 'n week voor zijn dood toe bergen papier volgeschreven heeft, en ofschoon van weinig publicisten 't werk door het groote publiek zoo gaarne gelezen werd, laat O'Connor zoo goéd als niets in gepubliceerden vorm ach ter. Zijn bekendste werk was zijn „Leven van Lord Beaconsfield", dat zich evenwel onder do vele boeken, die over dezen staatsman uitge geven zijn, niet heeft kunnen handhaven, ter wijl zijn „Memories van een ouden parlemen tariër", welke in 't begin van dit jaar versche nen, een niet geringe waarde hebben voor allen, die het politieke Engeland de laatste halve eeuw willen leeren kennen. Maar O'Connor, een stylist, wien 't schrijven verbijsterend ge makkelijk afging, ging nooit heel ver beneden de oppervlakte. Hij was geen boekenschrijver. Wat hem en indirect ook zijn werkkring vooral kenmerkte en van al zijn tijdgenooten onderscheidde, was zijn ongeëvenaard talent om in alle kringen vrienden te maken. Nie mand heeft zooveel menschen gekend als hij. Niemand vooral heeft zooveel politieke tegen-, standers onder zijn persoonlijke vrienden ge had. En niemand was beter op de hoogte van de levenslotgevallen en karakter-eigenaardig heden van bijna alle toonaangevende Engelsche nolitici sinds 1880. Hij was en bleef, als vriend en als politicus, steeds en overal de journalist, xia kroniekschrijver, die belang stelde in alle3 en vooral in de détails, welke mannen van grooter kaliber, zeer tot hun schade, zoo vaak veronachtzamen. Zijn zeldzaam uitgebreide per soonlijke betrekkingen, zijn beminnelijkheid en „gezelligheid", zijn welsprekendheid (die ziefi evenwel in 't lagerhuis zelden op haar voorde®- ligst uitte) en de ongelooflijke vruchtbaarheid van zijn pen gaven hem een invloed, dien bril- lanter mannen hem hadden kunnen benijden, wanneer O'Connor niet de juiste man was ge weest, wien anderen alles gunden. Zijn hooge leeftijd, gevoegd bij zijn practische partij-loos heid, verhoogde ten slotte zoo mogelijk nog zijn prestige. Hij was een traditie geworden, maar een levende, met de tijden mee-levende traditie. In politieken zi» heeft zijn dood niet de minste beteekenis. En toch zal hij in 't la gerhuis meer gemist worden dan één der groote leiders, die in den loop dezer eeuw gestorven zijn. Een goed man staat ten slotte bij zijn mede- menschen hooger aangeschreven dan een groot man. Anderen dan hij hebben hun stempel gedrukt op de veelbewogen geschiedenis des lands gedu rende de halve eeuw dat bij zitting had in het parlement. Maar O'Connor heeft op de mannen van verschillende partijen, die de laatste der tig jaren beurtelings den toon aangegeven heb ben, een milden, doch voortdurenden invloed uitgeoefend, waaraan slechts zeer weinigen zich hebben kunnen ontrukken. Die invloed roeide naarmate O'Connor vader werd, en door •ijn onvergelijkelijke feitenkennis, Ievenserva- iug en menschenkennis een onmiskenbaar venwicht had ook op diegenen, die hem in olitieke begaafdheid verre de baas waren. De laatste maal dat zijn naam het middel mt was van een verwoede openbare discussie, as in 1928, toen het comité van filmcensors, aarvan hij de voorzitter was, de opvoering m den „Nurse Cavell"-film verbood. Terwij' discussies hierover woedden, bevond d jna 80-jarige zich op een rondreis Jn Amerika i zijn terugkeer schreef hij in de „Daily T graph" reisbrieven, waarin Engelands oudste irlementariër het nieuwste van het nieuwe in 't modernste aller landen beschouwde met den geestdrift van een jongeman. En hij bleef jong tot aan zijn dood toe. .""TflWi" „PASSING SHOW". „Éallohet ei is uitgebroedhet kuikentje kijkt er al uit Kardinaal O'Connell bezoekt het kerkhof EENIGE GEVALLEN Van de merkwaardige genezingen, die zich op het graf van den meer dan 50 jaar geleden ge storven priester Patrick Power op het Holy Cross-kerkhof te Malden (Massachusetts Ver. St.) hebben voorgedaan, vinden wij de volgende feiten in berichten uit New York vermeld: Een 5-jarig knaapje, John H. Braley geheeten en afkomstig van Rhode Island, was sinds zijn jongste kindsheid verlamd. Thans liep hij voor de eerste maal zonder krukken. De 4-jarige Doris Boulmer uit No.rthbridge (Massachusetts), die sinds zijn geboorte nimmer had kunnen loopen, stond van het graf op en liep thans voor de eerste maal. Joseph C.. Simpson van het Amerikaansch marinestation te Newport (Rhode Island), die twee jaar lang zich van krukken had bediend, kon zijn krukken op het kerkhof achterlaten. De 26-jarige mrs. Ezra Williams uit Glouces ter (Massachusetts), die sinds vele jaren lam was, kon zonder hulp het graf verlaten. Zoo lang ons niet nadere bijzonderheden om trent deze en andere genezingen, daar geschied bekend zijn en vooral zoo lang niet vaststaat, of de genezen verlammingen van organischen aard waren, zullen wij, in navolging van de .voorzichtige houding, die de kerk in soortge lijke gevallen aanneemt, goeddoen, deze gene zingen vooralsnog niet anders dan merkwaar dig te noemen, of eenvoudig aan gewone ge- bedsverhooringen toe te schrijven. Intusschen heeft de aartsbisschop van Bos ton, kardinaal O'Connell, reeds persoonlijk een niet-officieel bezoek aan het Holy Cross-kerkhof gebracht. Rustig stond de kardinaal daar bij het graf de gedragingen der geloovigen gade te slaan. Hij zag de vele ongelukkigen optrekken naar het graf om te bidden. De kardinaal weigerde na zijn bezoek eeniger- lei verklaring af te leggen. Volgens sommige bladen zou hij slechts gezegd hebben: „Alles, wat wij weten, is dat, wat wij met eigen oogen zien en gij kunt even veel zien als ik". Zonder aanduiding van naam en woonplaats vinden wij nog vermeld de genezing van een 7-jarig knaapje, dat van zijn geboorte af blind was. De grootmoeder van het kind verklaarde, dat zij met den kleine, na op het graf gebeden te hebben, naar de kerkhofkapel was gegaan. Daar had het knaapje eensklaps de muurschilderin gen en heiligenbeelden kunnen waarnemen. Een ander geval betrof de genezing van een 14-jarigen jongen, die sinds acht jaren lam was. Hij liet zijn krukken in de kapel achter en verliet zonder hulp het kerkhof. Onder de ongeveer 250.000 pelgrims die j.l. Zondag het graf van Father Power bezochten, bevonden zich de Mayor-elect van Boston, James M. Curley, en zijn zoon. Als gewone burgers trokken zij in de rij der biddenden naar het graf des priesters en kniel den in den regen op den vochtigen grond, bid dend om hot herstel van mevrouw Curley, die reeds verscheidene maanden ziek is. Zij gingen huiswaarts en verscheidene uren later het was reeds avond verscheen mrs. Curley, vergezeld van haar echtgenoot en ver pleegster op het kerkhof. Het drietal knielde op het graf neder en bad daar gedurende tien minuten. Het Holy Cross-kerkhof bood j.l. Zondag een merkwaardigen aanblik. Auto's trams en omnibussen voerden massa's geloovigen aan. Er kwam een autobus vol met gebrekkigen uit het H. Geest-hospitaal te Cambridge (Massachu setts), die vurige gebeden stortten voor hun herstel. Zoo groot was de toeloop, van geloovigen, dat een cordon bereden politie geassisteerd door leden van het Amerikaansch legioen en plaat selijke brandweerlieden, tevergeefs poogde de <jrde te bewaren. Vele vrouwen raakten in het gedrang bewusteloos. De straten in de buurt van het kerkhof staan dagelijks vol met auto's. r I Arbeid en werk zijn hef grootste plezier op de wereld IEDER KRIJGT WEL GEEN GELIJKEN KANS OM TE SLAGEN Edison heeft bij gelegenheid van de iaaIS|f feestelijkheden te zijner eer ontstoken, gezeS dat hij bij 98 pet. zwoegörsarbei'd, één ProCf,fl inspiratie had gehad, zoodat hem nog maai procent voor het geluk overbleef, dat waarop een haeleboel menschen wachten en zij gewoonlijk verwachten in. een aanzien verhoogd percentage. Die ambitie voor een buitengewoon we gen in het maatschappelijk leven, die bijna ie mensch kent, is een eigenaardig aandeel, vooral in de jonge jaren niet gauw. 1)eue _3 pari daalt. maar dat speculatie-object is te'e ondanks de groote vraag, die er naar ia, zelden hooger op te voeren, omdat dat i»® lijke ééne proeent geluk zich maar wae'i laat. en men het zonder de acht-en-nege» andere niet op de markt kan brengen. Nog krijgt ieder wel geen gelijke kanS 001 Vro* te slagen, maar het gaat er toch naar toe. ger werd je soms minder om eigen presta gewaardeerd, dan wel om hetgeen je voorvf ren tot stand gebracht hadden. Tegenwooi'1 kun je je hij de prestaties van je voorvader^ niet neerzetten, zelfs niet hij die van het u levende onmiddellijk voorafgaand geslacht- En iedereen krijgt mipstens zijn eigen k» uiet om er nu per se millionnair maar wel 0 er „selfmade" mee te worden. ,0 „Selfmade Rosita Forbes vindt dat dat hoogste titel, is dien men aan onze genera kan toekennen. Op den liuidigen dag is er See plaats meer voor den man die zegt: Als Ik n>® de gelegenheid had gehad, dan zou ik en had ik.... als ik maar dat eene beetje geluk had had En als dat speculatieve papier van de nie^0 ten al eenmaal verzeild geraakt is tusschen Russen en de papieren marken, dan, öat het eigenaardige krijgt men toch graag ®e kijk op de menschen die het heter getrpffe hebben. Wellicht om met hernieuwden moed dat eene procent geluk te wachten, hoort leest men nu eenmaal graag 4at Edison A. K- jongen is geweest; dat Chaliapin, de Russis®^ zanger schoenmaker was; dat John Willy®' Amcrikaansche gezant te Berlijn wielre»»®_ is geweest; hij opende een fietsenwinkel, v tigde een wapenfabriek, speciaal voor de v® vaardiging van jacht munitie wat even v°°^ deellg schijnt te wezen als gewone munitie; hij schiep in 1907 de Overland-automobielmaa schappij en is nu gezant...... va» eö Kardinaal Dr. Piffl vorst-aartsbisschop Keulen zou eerst boekbinders jongen worden toen bij met do hulp van een godsdienstleer» het gymnasium bad afgemaakt, keerde weer in de boekbinderij van zijn vader terug-"' Mussolini is als een doodgewone school®®® ter begonnen; ja maar Moessoolienie...- Bernard Shaw is telefonist geweest. H- Wells heeft zijn verbeelding, voelen losrak, achter de toonbank van 'n formidabele» I»K£! winkel. Caruso is als l'abrleksjongen begoilfl®7 Mr. Philip Snowden de kanselier van de sche Schatkist is een weverszoon geweest. R» gay Mac Donald heeft den tijd gekend, dat I 15 s. per week v-erdiende ip een warenkO}' Rodin, de groote Fransche beeldhouwer, witter zoo niet van beroep, dan aAÖvarikëiljk4" noodzakelijke liefhebberij. Abraham Lin^ een van de eerste Amerikaansche preside»1®^ hield een bazar op het platteland en teerde omdat hij geen bo.ek kon jiouden, en ver Lincolns jongste opvolger was een P°; landarbeider op een farm. Al de self-made reuzen zijn het hieft Kob^et Louis Stevenson eens, dat arbeid en werk grootste plezier op de wereld zijn. Zij heb» allen één stopwoord uit hun woordenhoe geschrapt; ,,'k heb geen tijd". Die menschen het het drukst Ifebben, hebben altijd den »ie® ten tijd. Hoe en of de idealen in verhulling gas® Ieder kind heeft zijn-eigen Idealen 010»'^ ViJ zijn latere leven. En met het groeien van jaren, wisselen deze idealen nog- al eens. allen hebben den tijd gekend, dat ons Sro0\jj. verlangen er in bestond het nog eens tot v nisman of koetsier te brengen. Later werden romantischer en leek het beroep van P0^. agent, tramconducteur of generaal ons zeer geerenswaard. Toen kwamen de avontuur!» verbaleu en droomden wij van helden dagen., woudlooper. goudzoeker, zeekapitein e.d. P- veel van desa jeugd idealen gaan in vervulU°K Dan treffen de kleine meisjes het beter, direoüt de vraag „wat moét je worden als je g» bent vaak spontaan antwoorden„Moedei Dat zelfs de grrrootsten dezer aarde, de benijde film-acteurs in dezen zeer mensch0 zijn, blijkt uit'onderstaande opsomming vaB 0 jeugd-idealen van enkele bekende helde» het witte doek. .aj, Adolphe Menjou hijvoorbeeld droomde er> ingenieur te worden en de grootste bruggen cle wereld te bouwen. Hij bleef in standvastig, dat hij inderdaad zijn ingeu«?®g? studies voltooide maar toen bleek, dat de v> naar ingenieurs cu groote bruggen niet genoeg was om hem een bestaau te versch» Een toeval voerde hem op de planken e» geluksster bracht henï bij de film, waar hói de toonaangevende film-geutlemau-uio®11 belichaamt. -vet* li» va» trok Emil Januing's ideaal was matroos tc wor Toen zijn scheepsjongens-carriere een snel veel als roemloos elude vond, ontdekte begeerenswaardlgs ln het beroep k»- houtvester. Hij werd echter tooneelspelei- jarenlang met een lcermis-gezelscliap ëel Duitschland rond en is nu een dor grootste rakterspelers die de film kent. g. Chester Conklin kon op school de langst® dichten zóó mooi en met het juiste pathos dragen, dat hij ziel» reeds als een dei' benlc' ate redenaarp van den toskomenden tij'J ~'t Later kreeg het bestaan van circus-ciow» sympathie, van een wereldberoenb^j. volle DE KLEINSTJÜ .7.-1N TDK WERELD is een Amerikaan, die, al is hij 21, nog met het grootste gemak onder een ver keersagent door wandelt clown dan altijd. Toen hij een zekeren w>» echter werkloos was. besloot bij het no dwongen eens hij de film te probeereu e» Is hij daar eeti van de bekendste komiek»»'^. Het ideaal dat Wallace Beery zich ge®' pen had was de functie van zwijnenhoeder.^ hij ouder werd veranderde zijn sniaah e?" \e zins en besloot hij een bekend olifanten ja.?21 bjj worden. Ook hij geraakte echter toevalÜS liet tooneel ver zij ld en vandaar aan de Toch is er een geval, waarbij door de de allereerste jeugd-idealen in vervulling "^tl, meh. .Nancy Caroll smachtte ernaar door sen" en zingen barm-md te worden. Het ou de film heeft, daartoe inderdaad bUS® gén IPS7T 1 'ar !'e«ti si nat"1" tJj productief... I&l-dt.t de geluidsfilm on haar vuur. hen vtaid warden, in klanlffilmen valt na, naast haar dansen, 0 haar stem te bewonderen. -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1929 | | pagina 2