DE LAT1JNSCH-AMER1KAANSCHE REPUBLIEKEN Perzische kunst VRIJDAG 7 Ji NUARl 1931 DE POSITIE DER KATHOLIEKE KERK VELER MEDEWERKING EEN HARDE SLAG VOOR DE AMERIKANEN LONDENSCHE AANTEEKENINGEN DUITSCHLAND'S PROTECTIE VAN DEN LANDBOUW OPIUMGEBRUIK IN MIDDEN-JA VA Priesternood en uiterlijkheid Is er geen Katholieke partij in Latijnsoh- Amerika? Hierop is hst antwoord: neen. In 12 landen, welker opgaven wij voor on3 hebben noemt zich één lid van de kamer van af gevaar digden van de Oostersche republiek van Uru guay katholiek. In Latijnsch-Amerika staat de Urugueesche katholiek, voor zoover wij konden nagaan, ge- keel alleen en wij vreezen, dat zelfs in Uru guay zijn aanhang niet veel zal toenemen. Waaraan ligt nu het gemis van eene katho lieke partij hier in katholieke landen? De rede nen daarvan zijn wel deze: Eerstens Is in deze katholieke staten vrijwel iedereen katholiek. Andersdenkenden komen in zulke landen als eene geheel onbeduidende minderheid voor. Er zullen landen zijn, waar er bijna geen geven den worden. Strijd over een beginsel van eere dienst is er derhalve niet. Men is katholiek. Maar hoe? Heel dikwijls in Latijnsch-Amerika naam-katholiek, vrijwel niet-katholiek, doch als het er ten slotte op aankomt om kleur te beken nen, dan katholiek. Het F ran se he laïcisme heeft in deze republieken nog niet zóóveel volgelin gen. Het katholicisme is in deze landen, on danks de geringe beoefening, toch een wezen lijk deel van de samenleving gebleven, vooral wat het uiterlijke betreft. Tweedens de bewoners dezer landen, niet als katholieken van elkaar verschillende, voelen er dus weinig voor, zich als katholieken poll tiek te -Miseeren daar in de meeste staten alles op katholieke leest geschoeid is, ja, in vele staten het katholicisme zelfs staats godsdienst is. 1) De benamingen der partijen behoeven bo vendien niet al te streng opgenomen te worden, daar, gelijk wij reeds zeiden, het meer om de personen en de macht in den staat, dan om -lo beginselen gaat. Er zijn zeker partijen in deze landen, welke de Kerk niet goed gezind zijn, maar dat zit niet zoozeer in de partij-formatie en in het partij-program, dan wel in den overwegenden invloed, welken de vrijmetselarij op een of an dere partij, vooral natuurlijk op de liberale en radicale partti uitoefent. De vrijmetselarij in Latijnsch-Amerika heeft zoowel de hand in de talrijke omwentelingen als in de anti-kerkelijke tijdperken, welke de onderscheidene staten kennen. Van zelf nu rijst de vraag: ware een katho lieke partij in deze landen nuttig? Hierop ant woorden wij: buitengewoon nuttig, omdat cod katholieke partij in staat zoude wezen, om de vervolgingen der Kerk, dan hier, dan daar uit brekende, te keerea en paal en park te stellen aan de corruptie, het bederf in het staatsleven, hetwelk nu zóó welig tiert, toe te passen de katholieke politieke en sociale beginselen, wel ke nu helaas, in deze landen volslagen erevnist worden. Evenals in andere katholieke landen, zal ook in deze katholieke streken het stichten van een katholieke partij wei een hoogst gawenscht. maar onvervulbaar ideaal blijken. Hoe staat het nu met het katholicisme in Latijnsch-Amerika? Het katholicisme is de godsdienst van deze jaren voortdurend af. Vooral in Colombië en dan nog voornamelijk onder de immigranten gevonden. Heidenen zijn ten deele de zooge naamde Indianen, maar door steeds sterkere missioneering neemt hun aantal in de laatste jaren voortdurend af Vooral in Colombia en Brazilië zijn de zoogenaamde missiegebieden in de laatste jaren zeer toegenomen. Hoe komt het nu, dat, terwijl heel katholiek Latijnsch-Amerika een katholiek cachet heeft, dat katholicisme door zoovelen zóó slecht be leefd wordt? Dat moet aan onderscheiden oorzaken wor den toegeschreven. Eerstens maakt de reusachtige oppervlakte van dit gebied de zielzorg uitermate moeilijk. De mensciien wonen buiten de steden zóó ver vaneen dat de parochies noodzakelijk groot moeten worden. Van die uitgestrektheid krijgt men een idee, wanneer men weet, dat Duitschland zander het Saar-gebied 46S.716 vierk. K.M. groot is, ter wijl Argentinië 2.978.590, Brazilië 8.511.189 vierk. K.M. telt. Toch heeft Duitschland 62.592.575 zielen en Argentinië slechts 10.628.310, Brazilië 39.695.000 zielen. Het aarts bisdom van Buenos Aires in Argentinië is bijna zoo groot als Zweden en Noorwegen; het bis dom La Plata in dezelfde republiek is 50.000 v.k. K.M. kleiner dan het moederland Spanje: liet bisdom San Juan de Cuyo is grooter van oppervlakte dan Groot-Brittannië. Ten tweede zijn er weinig priesters en, ge zien de oppervlakte en de bevolking, buitenge woon weinig. Wij zullen het met één voorbeeld duidelijk maken. Het bisdom Huaraz in Peru telde 429.000 zielen. Er waren 87 priesters. Van die 87 priesters waren er 11 buiten dienst, zoo dat er blijven voor den dienst 76. Van die 76 gaan af de bisschop en 6 kanunniken, die voor de eigenlijke zielzorg vervallen, zocdat er voor die zielen overblijven 69 of één priester op ruim 6217 zielen. Op het groot-seminarie of te Rome op het pauselijk Fio-Latijnsch-Ameri- kaansche College waren 11 studenten in de wij dingen. Ten derde hebben niet alle priesters in La tijnsch-Amerika begrepen, dat priester zijn dient ge-paard te gaan met een heilig, streng en voorbeeldig leven en elke afwijking daarvan voor de geloovigen betreurenswaardige gevol gen kan hebben. Ten vierde: wel voelen volen zich tot het H. Priesterschap geroepen, maar ten slotte blijken slechts weinigen uitverkoren en da priester nood stijgt eer in plaats van te dalen. Zoo b.v. telde het klein-seminarie van het aartsbisdom Santiago van Chili, hetwelk drie afdeelingen in dien tijd had, 655 leerlingen, terwijl het groot-seminarie slechts 73 studenten telde, van wie 7 aan het college van Latijnsch-Amerika te Rome (1914). De H. Stoel tracht aan de kwalen onder drie en vier genoemd, tegem-oet te komen, doo-r alle bisdommen, abdijen en prelaturen „nuilius" te verplichten, één of twee leerlingen te onder houden aan het Pauselijk Pio-Latijnsoh-Ameri- kaansch college te Rome, terwijl cok de onop houdelijke vermeerdering van het aantal kerk- ressorten de toeneming der seminaries mede brengt en deze ook dichter bij het volk plaatst. 2) Ook hebben paters van onderscheidene orden en congregaties uit het buitenland, niet het minst uit Holland, de zielzorg in deze streken op zidh genomen, om aan den priesternood al thans «enigszins tegemoet te komen. 3) Ten vijfde zijn d.e godsdienstige begrippen van de Latijnsoh-Amerikanen weinig soiled. Zij ■oeken het veel meer in het uit- dan in het in wendige veel meer in de bij- dan in de hoofdzaken, In Latijnsch-Amerika kan het heel pepnafcitoeilijk gebeuren, dat iemand, die des Zon dags geen H. Mis hoort, in de week in een broederschapsmls aanwezig is; dat hij, die geen Paschen houdt, lid van eeu of andere derde orde of broederschap is. Ja, zelfs vri> metselaars zullen van zulke tegenstellingen niet vrij wezen Ook worden gemakkelijk we- reidsche feesten aan de kerkelijke hoogtijden, aan de bedevaartsplaatsen vastgeknoopt. Ten zesde: Uit het zooeven behandelde punt volgt, dat de eeredien-st met allen luister moet omgeven zijn, om den Latijnsch-Amerlkanen te behagen. Vandaar dat, ondanks den priester nood, aan de metropolitane en kathedrale keT- ken ruim bezette kapittels met talrijke benefi cianten of vicarissen verhonden zijn. Hoe uit stekend een kapittel met het oog op den eere- dienst ook is en hoe hoog de Kerk zulk een kapittel ook heeft staan, het mag toch nooit wezen tot schade van de zielzorg. Welnu dat is het in zekeren zin, wanneer van een onvol doend of liever merkelijk onvoldoend aantal priesters er nog een tien of twaalf afgenomen worden, om als kapibtelheeren op te treden. 4) Dreigen het katholicisme in Latijnsch-Ame rika gevaren van bulten -b.v. van het protes tantisme? Hierop durven wij neen te zeggen. Waarom niet? De immigratie komt doorgaans van katho lieke landen. In 1927 immigreerden b.v. in Ar gentinië 161.548 personen. Van hen waren er 69.360 Italiaan, 34.627 Spanjaard. In 1927 im migreerden in Brazilië 101.324 personen. Van heilswaren er 31.236 Portugees, 12.487 Italiaan, 12.131 Lltauer (voor de overgroote meerderheid katholiek), 9070 Spanjaard, 4099 Pool. Het protestantisme met zijn gemis aan eere- dienst en uitwendige plechtigheden, vloekt een voudig met de opvattingen van deze volkeren. Natuurlijk is het mogelijk, dat het Amerl- kaansche mebhodisme met liet hetzelve ver gezellende geld eenigen indruk maken kan, maar het mag uitgesloten heeten, dat het blij vende en zich bewuste aanhangers kweekt. 5) Het is niet moeilijk, om van de Spanjaarden en Portugeezen Inzake de kolonisatie van deze gebieden veel kwaads te vertellen. We meenen dat, wat de aardsche goederen aangaat, de on derscheidene koioniseerende volkeren zich niet veel toegeven. Wanneer het echter gaat over de geestelijke goederen, dan kunnen wij getui gen, dat Spanje en Portugal aan hun koloniën vóór alles gebracht hebben het katholicisme, derhalve het christendom, en daarbij kunst en wetenschap niet over het hoofd gezien hebben. Dat katholicisme komt ons tegen uit de na men van landen en steden: San-Domingo en San-Salvador, Es-pirito Santo en Sta Catarina, Allerheiligste Drievuldigheid van Buenos-Aires, Allerheiligste Verlosser van Bahia van Alle Heiligen, H- Sebastianus van Rio de Janeiro, enz. Dat katholicisme is de «eredienst van ge heel Latijnsch-Amerika. Voor de degelijke in voering van dat katholicisme pleiten de oude bisdommen, welker oprichting tot in de 16de eeuw teruggaat. Voor het niet over het hoofd zien van de kunst spreken de monumentale kathedralen van de oude bisschopssteden met da daarbij bohoorende bisschoppelijke paleizen, enz. Voor het bevorderen van wetenschap ko men op de universiteiten van Cordoba van 1613, van Santiago van Chili van 1743, van Habana van 1728, van Quito van 1790, van Lima van 1551, van Caracas van 1725. Ons Indië wacht nog op zijne eerste universiteit. Wel ware het mogelijk geweest, om deze landen economisah beter te expJaiteeren en vooral niet uit te buiten, maar een ieder weet, dat de nieuwe koloniale politiek eerst in de tweede helft van de 19de eeuw heel langzaam begon baan te breken en eerst op het laatst van die eeuw en in deze eeuw begon door te werken. Spanje en Portugal waren toen hun bezittingen, Spanje op een enkele na, in die streken reeds bijna een eeuw kwijt. GOULMY. Een groote tentoonstelling in Londen 1) NJ. in Guatemala, Honduras, Costa-Rica, San Salvador, Nicaragua, Haïti, San Domingo, Colombië, Peru, Bolivia, Paraguay, Uruguay, Argentinië, Venezuela. Scheiding van Kerk en Staat hebben Panama, Cuba, Ecuador, Clhili, Brazilië, van welke staten Panama, Chili en Brazilië diplomatieke betrekkingen met den H. Stosl onderhouden en wel zeer hartelijke. 2) Kerkre3sorten volgens het „Annuarlo Pontifioio" van 1912 en 1930. 1912 1913 Argentinië 11 Bolivia 10 Braizilië 86 Ohili 15 Colombië 18 28 Cuba 6 Ecuador 13 5 Mexico 34 Paraguay 3 14 San-Domingo 1 Uruguay 3 Vasteland CentTaal- of Midden-Amerika 6 18 Venezuela 11 Totaal 163 257 Er is 'hier derhalve eene toename van 94 kerkressorten, welke toename zeker g-rooter zoude wezen, bijaldien 'b.v. Argentinië den H. Stoei in deze de vrije hand gelaten 'had, maar tot nu toe heeft de ArgentijnsChe Regeering de bedoeling van dan H. Stoel niet in de hand ge werkt. 3) De komst van vreemde priesters wordt door elke republiek niet even gaarne gezien. Zoo b.v. hebben in Cuba bisschoppen in 1925 om deze reden moeten aftreden. Ook in Mexico is dit een punt van strijd geweest. Eigenlijk ■hangt de vrije toelating van vreemde priesters bij elke presidentieels wisseling aan een draad je, daar de anti-clericalen bij zoodanig een priesternood door zulk een maatregel -de Kerk ten zeerste kunnen treffen. De apostolische administrator van Montevi deo, mgr. Isasa, oordeelde voor Uruguay, al waar zeer groot gebrek aan priesters was en is, uitsluitend vreemde reguliere priesters ge schikt. Wij meenen, dat deze uitspraak met het oog op de toestanden ook voor de andere repu blieken gemakkelijk kan gelden. 4) B.v. het Metropolltaan Kapittel van Lima telt 5' waardigheden, 7 kanunniken en 8 bene ficianten d.i. in totaal 20 leden en toegevoeg- don. Toch waren er In 1920 slechts 66 parochies en 7 fiscalen voor 450.000 zielen, op eenige dui zenden Ohineezen en minder dan honderd pro testanten, allen katholiek, d.i. êéne parochie of filiaal op ruim 6164 zielen. 5) Toch heeft de 'bijzondere invloed of de bezetting van de Unie bisdommen van de Bis schoppelijke Protestantsche Kerk van de Ver- eenigde Staten van Amerika bezorgd aan Cuba, Haïti en Panama. (Van onzen correspondent). Dezer dagen is in Burlington House te Lon den, een tentoonstelling van Perzische kunst geopend. Aldus wordt de in de laatste jaren geschapen traditie om in de zalen der Koninklijke Academie een overzicht te geven van de kunst eener andere natie, voortgezet. De eerste tentoonstelling, gehouden in 1927, v/as de Vlaamsche. Alle groote musea van Europa hadden Vlaamsche meesters naar Lon den gestuurd, en beroemde doeken, die over heel ons werelddeel en Amerika verspreid waren, vonden elkaar terug aan Piccadilly. Het succes was overweldigend, en werd toch nog overtroffen door de triomfen, welke twee jaren later de Hollandsche tentoonstelling vier de. Nederlandsche bezoekers zagen daar, be halve de doeken, geleend door hun eigen musea, niet minder kostbare werken van natio nale grootmeesters, afkomstig uit de verzame lingen in steden, waar zij nooit geweest waren of niet hoopten ooit te zullen komen. De successen van 1927 en 1929 bereidden den weg aan de Italiaansche tentoonstelling van het vorige jaar. Het Londensche publiek had den smaak beet gekregen. Het had langzamer hand het bezwaar overwonnen, dat dergelijke tentoonstellingen uit den aard der zaak ople veren, door dat zij te overweldigend, en dien tengevolge geestelijk afmattend zijn. Het is misschien verkeerd het publiek kunst in een al te groote dosis te willen toedienen. De buitensporige hoeveelheid schaadt de waardee ring van de hoedanigheid. Op tentoonstellin gen gelijk de Vlaamsche en de Hollandsche wordt het genie middelmatigheid. Wat rest er van de grootheid van een generaal op een ten toonstelling van louter generaals met een half dozijn maarschalken! In 1930 evenwel had het publiek eenigszins geleerd hoe het dergelijke tentoonstellingen moet genieten. Het had zich bekwaamd in de kunst om één op de twintig stukken goed te bekijken, en over de negentien overige den blik te laten gaan gelijk men den blik laat gaan over een landschap zonder elk détail daarvan te bestudeeren. En bet succes van de Italiaan sche tentoonstelling was ongetwijfeld nog grooter dan dat der beide voorgangsters, door dat de bezoekers ervarener, beter-afgericht waren. En misschien ook doordat zij zooveel vreemder was aan de Engelsche mentaliteit, hetgeen, wanneer men iets niet begrijpt en kunst is kunst om dat de meeste menschen haar niet begrijpen steeds tot aanbeveling strekt. Na Vlaanderen, Holland en Italië zouden Frankrijk of Duitschland een anti-climax ge worden zijn, en Spanje zou, onmiddellijk vol gend op Italië, onvoldoende tot zijn recht zijn gekomen, 't Is trouwens een gewaagd experi ment Goya, en El Greco voor te stellen aan een niet-Latijnsch publiek. Een Perzische tentoonstelling Jtomt dus zeer goed te pas tusschen de Italiaansche en de Fransche, Duitsche of Spaansche, die ons een der volgende jaren wachten. Aan Perzië denken de meeste rechtschapen menschen als aan een land, dat in den tijd van Darius en Xerxes machtig en barbaarsch was, en in onzen tijd een zekeren graad van be schaving gekregen heeft dank zij de petroleum en de Anglo Persian Oil Company. As a matter of fact is de voorzitter van het tentoonstellings- comité, Sir Arnold Wilson, tevens president commissaris van de Anglo-Persian, of omge keerd. Het comité bestaat uit ongeveer 130 leden, behoorende tot ontelbare nationaliteiten, zelfs tot de Perzische. Koning George en shah Pahlavi zijn beschermheeren, de Perzische ge zant is eerevoorzitter, de kroonprins van Zwe den, prins Axel van Denemarken, de ambassa deur van Spanje, Duitschland, Frankrijk, Italië, Amerika, Rusland en Polen, de gezanten van Oostenrijk, Zweden en Denemarken, mr. Ram say Mac Donald, mr. Henderson, Sir William Stewellyn (president der Royal Academy) en' nog een aantal beroemdheden zijn vicebe- schermheeren, en dan zijn er nog acht weten schappelijk? persophilen, die eere-vice-presi- denten zijn. De tentoonstelling beoogt het publiek ervan te overtuigen dat Perzische kunst niet uitslui tend bestaant uit petroleum en (echte) tapijten en karpetten, maar dat het Rijk van den Zilve ren Leeuw zich ook onderscheiden heeft op het gebied van bouw- en beeldhouwkunst, van miniatuur-schilderen, van ceromiek, van me taalbewerking. Meer dan dat: men zal ons be wijzen dat de Perzische kunst die van vele Aziatische en Europeesche landen beïnvloed heeft (ofschoon dit niet zonder voorbehoud als eeu aanbeveling kon gelden, al zouden wij Jacob Epstein niet gaarne missen). Te dien einde is Perzische kunst uit een dozijn en meer landen naar Londen verscheept. De shah heeft kunstschatten uit zijn paleis, uit het Nationaal Museum en zelfs uit de Moskeën afgestaan. Koning Fuad heeft laten putten uit het Museum en de bibliotheek van Cairo. De sovjet-regeering is voor den dag gekomen met beroemd zilver, goud en brons vaatwerk. Frankrijk, Italië, Duitschland, Oosten rijk. Polen, Denemarken, Zweden, Spanje, Nederland, België, Tsjecho-Slowakije, Canada en de Vereenigde Staten zijn allen door bijdra gen vertegenwoordigd. Koning George heeft zijn Perzische collecties in bruikleen afgestaan, evenals het Victoria and Albert-Museum te Kensington, en de musea en bibliotheeken van Oxford, Cambridge, Edinburgh, Dublin, Man chester, Sheffield en Canterbury. Daadwerkelijke medewerking wordt verleend door het Amerikaansche Instituut voor Perzi sche kunst en archeologie, de Association Francaise des Amis de l'Orient en de Deutsch- Perzische Geseilschaft. Er worden in Lonlen en in de provincie lezingen gehouden over Per zische kunst, en binnen enkele dagen zal het Tweede Internationale Congres voor Perzische kunst gehouden worden. Het is natuurlijk voor ons even moeilijk om Perzische kunst te waardeeren, wanneer wij niets van Perzië afweten, als voor een Pers om een Regentenstuk van Frans Hals mooi te vinden wanneer hij niet weet wat voor voor treffelijke en roemrijke mannen regenten waren en nog steeds zijn. De tentoonstelling is ongeëvenaard, want een dergelijke collectie is nog nooit ergens ter we reld bijeen geweest. Vanzelfsprekend zijn uitgebreide veiligheids maatregelen genomen en de buitengewone kostbaarheden te beschermen. De juweelen van de Shah van Perzië worden beschermd door een installatie van onzichtbare stralen; wanneer deze stralen door eenig voorwerp onderbroken worden, klinken op verschillende plaatsen alarmsignalen en gaan roode lichten op. Rockefeller en Ford zijn niet de rijkste mannen ter wereld Onze Londensche correspondent schrijft: Te New York is een onderzoek ingesteld naar de vraag, wie de rijkste man ter wereld is. De resultaten dienen wij met zeker voorbehoud te aanvaarden. "Wat is namelijk gebleken? Dat het weer één van die onder-onsjes was, waar bij alleen rekening gehouden werd met de rijken .terwijl de arme man, die toch óók be lasting betaalt, genegeerd werd. De rijkste man ter wereld zou zijn de Nizam van Hyderabad, die in de schatkisten van zijn Indisch paleis over een waarde van 100 mil- lioen pond sterling aan gemunt en ongemunt goud heeft opgepot. Dit is ongeveer tweeder den van den oogenblikkelijken goudvoorraad van de Bank of England. Juweliers, die zijn kostbaarheden geschat hebben, stellen de waar de daarvan o-p 200 millioen pond sterling. Hier onder zijn niet begrepen de staatsjuweelen, die eveneens een fabelachtige waarde vertegen woordigen. Eén ding heeft de Nizam gemeen met den armen man. Hij belegt zijn geld nooit in ef fecten, en dit is misschien wel één der oor zaken van zijn rijkdom. Daar hij vreest, dat zijn schatten hem lastig zouden worden, indien zij maar steeds bleven aangroeien, ontdoet hij zich gaarne van de rente daarvan. Vaak geeft hij geschenken, die hem ongeveer 16.000 kos ten, hetgeen mij, in verhouding tot zijn bezit, niet eens erg royaal lijkt. Een andere vazal van Koning George, de Gaekwar van Baroda, behoort eveneens tot de 25 rijkste mannen ter wereld. Als de rijkste man van Europa geldt sir Basil Jaharoff, een te Parijs wonende Griek van Bulgaarsche afkomst, genaturaliseerd in Frankrijk en gepopulariseerd in Engeland, waar hij steeds wordt aangeduid als een „mys tery man", en waar hij twaalf ja.ren geleden geheimzinnige betrekkingen onderhield tot mr. Lloyd George en diens coalitie-kabinet. De rijkste Amerikaan, en op één na de rijk ste man ter wereld, is John D. Rockefeller, jun. onder wiens controle het grootste deel van de belangen der Rockefeller-familie staan. Het vorige jaar betaalde hij f 1.487.034 aan inkom stenbelasting. Zijn inkomen werd geschat op 2.500.000, waaruit deskundigen afleiden, dat zijn. vermogen 50.000.000 bedraagt. De econoom Stuart Chase evenwel schat het op 120.000.000. Maar ook dan blijft Rockefel ler ver achter bij den Nizam. De Fords, vader en zoon, volgen in de Ame rikaansche plutocratie onmiddellijk op John D., mr. Henry Ford heeft 493.589, mr. Edsel Ford 396.851 aan inkomstenbelasting betaald. Mr. Edsel heeft op mr. Henry het voorleel een rijken vader te hebben .De gecombineerde Ford-vermogens worden op 200 millioen be rekend. De inkomsten-belasting van mr. William Wrigley, den „chewing-gum" koning, bedraagt 230.884. Deze belasting is ais maatstaf vaak mislei dend, want mr. J. P. Morgan, die met Rocke feller en de Fords tot de allerrijkste behoort, heeft niet meer dan 19.729 betaald, hetgeen minder is dan zijn advocaat, mr. John W. Da- vis, op zijn inkomen moest betalen. De Vanderbilts, de Astors en de Biddies be- hooren thans nog maar tot de millionmairs van da tweede orde, evenals de Whitneys en mr. George F. Bakker, die in 2 dagen tijds 2.400.000 verloor en terugwon in den wind handel. De nieuwe verkeerswetten (Van onzen correspondent Londen, 2 Januari 1931 1 Januari 1931 zijn de nieuwe verkeerswet ten van minister Morrison in werking getreden. Zij werken uitstekend. Of hetzelfde van het verkeer mag worden getuigd, laat ik in het midden. Voor toer-auto's is de snelheidslimiet opge heven; voor bussen, coaches, dienst- en vracht auto's is de limiet verhoogd. Verder mogen automobilisten oude dames, die uit een tram of omnibus stappen, niet meer overrijden. Wanneer twee auto's elkaar ontmoeten aan een kruispunt, dan moet de auto, die van den eenen kant komt, stilstaan tot de auto die van den anderen kant komt, voorbijgereden is. De andere kant is altijd de kant, waar men zelf rijdt. Wanneer een auto, die 4 mijlen per uur rijdt, een anderen auto, die 3 mijlen per uurt rijdt, wil vóórkomen, dan moet hij langs en niet over of onder dezen heen. Hierdoor zullen, naar men hoopt, veel ongelukken vermeden worden. Baby auto's moeten, bij het oversteken van drukke kruispunten, in de armen gedragen worden. Voetgangers zullen voortaan eveneens aan verkeersreglementen onderworpen zijn, Zij wor den evenwel, hij wijze van proef, vrijgesteld van: a. een wit licht op hun buik; b. een ra d licht aan den anderen kant; c. eau claxon. Overigens zullen zij evenwel den status van een vehikel krijgen. Wanneer mr. G. K. Chesterton of lord Cushen- dun tege^ een omnibus oploopen, en de omni bus valt om, dan wordt niet, gelijk vroeger, den bestuurder zijn rijbewijs ontnomen, maar eerst zal onderzocht worden wie schuld heeft. Blijkt mr. Chesterton of lord Cushendun schuld te hebben, dan kan voor zekeren tijd zijn loopbe- wijs ingetrokken worden. Een voetganger, die den weg wil oversteken, moet wenken. Wordt hij ondanks zijn wenk tóch overreden, dan is de chauffeur strafbaar, vooral wanneer hij het opzettelijk gedaan heeft. Een voetganger die den weg oversteekt zon der gewenkt te worden, is strafbaar, vooral wanneer hij overreden wordt. Een voetganger, die uit de eene richting komt, en een ander vehikel, dat óók uit een richting komt, moeten, wanneer zij ik moet hiervoor het reglement nog eens doorlezen, maar ik geloof dat zij moeten wenken, of door rijden, of toeteren of ten minste iets doen, dat er op lijkt. Merkwaardige uitlating van Minister Schiele Het extra-nummer der „Süddeutsche Molke- rei-Zeitung", uitgegeven bij gelegenheid van de opening der nieuwe fabriek van de „Bayerische Milchversorgung", opent met een woord van minister Schiele, waaraan het „Hbld." het vol gende ontleent: „De Duitsche zuivelbereiding, met een jaar- lijksche productie ter waarde van rond 4 mil liard mark, is van groote beteekenis voor den geheelen Duitschen landbouw en eveneens voor het geheele economische leven. Aan het te boven komen der crisis, waarin de zuivelberei ding zich tengevolge van de fatale daling der prijzen sedert het voorjaar 1929 bevindt, moet daarom bijzonder aandacht worden geschonken. Zal de Duitsche zuivelbereiding deze crisis zonder de grootste verwoestingen doorstaan, dan moet tot den kleinsten bezitter en pachter de idee doordringen, dat vermindering der productiekosten, voortbrenging van een gewild prima product, benevens organisatie van den afzet alleen den producent prijzen waarborgen, die op den duur een rendabel bedrijf mogelijk maken. Het moet hem duidelijk worden, dat steun, door den Staat verleend, slechts in tijden van nood op zijn plaats is, doch dat inderdaad slechts eigen kracht tot goed resultaat kan voeren. Een nauwe samenwerking van de melkpro- duceerende boeren, van den handel en den ver bruiker is noodig, om de crisis te overwinnen in den korten tijd, waarin het mogelijk is, door invoerrechten en andere maatregelen een zekere bescherming tegen de mededinging der sterkere buitenlandsche concurrenten te ver- leenen". RADIOSTORING De Duitsche posterijen hebben bij de Russi sche telegraafadministratie geprotesteerd we gens de storing, welke 'het radiostation van Königswüsterhausen van een Russisch station ondervindt. Reeds vroeger was 'n dergelijk pro test ingediend, waarna een verbetering was in getreden, doch den laat sten tijd ondervond men opnieuw veel laat van een Russisch station. Het gaat in dalende lijn Het wordt hoog tüd om aan de verschillende trucs een einde te maken Het jongste nummer van het orgaan der in- heemsche Katholieken de ,,Soeara Katholiek", deelt mee, dat dit jaar de opbrengst, uit den opiumverkoop in Midden-Java gedurende de eerste drie kwartalen rond een half millioen gulden minder is, dan in de eerste drie kwar talen van het vorige jaar. Het blad verheug: zich er over, want niet alleen dat het opiumge bruik da gezondheid der opiumgebruikers ten zeerste benadeelt, maar ook de gezondheid der maatschappij lijdt er onder. Het is een maat schappelijk kwaad dat hoe eer hoa beter dient te verdwijnen. Toch waarschuwt het blad over bovengenoemde verminderde opbrengst niet al te enthousiast te zijn, want omtrent het clan destien verbruik zijn geen gegevens beschik baar. Het blad noemt dan enkele trucs, welke toegepast worden door schuivers teneinde meer dan hun lioentle toelaat te gebruiken. Een hiervan, welke wel het minst bekend schijnt te zijn, is dat wanneer een opiumschuiver over lijdt, diens vergunning veelal niet wordt inge leverd en een ander daarvan gebruik, juister: misbruik maakt om zich dus op onrechtmatige wijze meer dan de hem toegestane hoeveelheid opium te koopen. Het blad is er van overtuigd, dat het der regeering ernst is het opiumgebruik geleidelijk te doen verminderen. Maar dan zal het noodig zijn aan de verschillende trucs reso luut een eind te maken. Men eische bij over lijden van een opiumschuiver onvoorwaardelijk inlevering van diens vergunning en vemietige deze. Deze inlevering dient te geschieden bij de betrokken hoofden (loerahs, kepala's desa enz.) bij wie tevens de benoodigdheden voor het schuiven dienen te worden ingeleverd ter ver nietiging. UITZETTING YAN EEN CHINEESCH ONDERWIJZER Toestanden, die te wenschen laten Te Bandjermasin vertoefde de heer Lovink, ambtenaar voor Chineesehe zaken, die onder andere een onderzoek instelde naar de toestan den op de Chineesehe school aldaar. Niet alleen, dat het onderwijs op algemeen gebied alles te wenschen overlaat, maar er blijkt ook onder het onderwijzend personeel een hoogst ongewensclit element te schuilen, die de jeugd vergiftigt, zoo lezen wij in de Born P. Een zekere Tjoh Hok Tjian, onderwijzer aan die school, momenteel in preventieve hech tenis gesteld, bezit niet alleen ongewenschte principes, doch leert de kinderen de meest merkwaardige dingen. Uit de opstellen der door hem onderwezen leerlingen blijkt ten duidelijkste, dat het onder wijs van dien man ten eenenmale funeet voor de kinder-mentaliteit is. In de door kinderen gemaakte opstellen wordt critiek uitgeoefend op de geste der regeering, die indertijd twee onge wenschte Chineesehe leerkrachten dezer school het land uitzette; in de opstellen wordt ge sproken over de wreede Hollandsche regeering, over de kapitalistische regeering, die de arme Chineezen uitbuit en uitknijpt. Al zulks fraais is in opstellen der scholieren voor den dag ge komen. Verder ds door de justitie beslag gelegd op de schoolbibliotheek, welke eene verzameling bleek te zijn van de meest schunnige pornogra fische lectuur. Hoe het mogelijk is, dat een schoolbestuur toe kan staan, dat Chineeschen jongens en vooral meisjes dergelijke lectuur In handen wordt gegeven, is onbegrijpelijk. Het blad verneemt, dat bedoelde onderwijzer Tjoh Hok Tjian, die ook onbeschoft tegen den heer Lovink optrad, uit het land gezet zal wor den. DE ROMEINSCHE SARCOPHAAG TE SIMPELVELD. Een werkelijk unieke vondst VIJF EN TWINTIG JAAR BESTUURS- DECENTRALISATIE IN INDIë. Een jubileum-werk voor H. M. de Koningin H. M. de Koningin heeft gisterenmiddag een deputatie ontvangen van de vereeniging Lo cale Belangen in Nederlandsch-Indië, bestaan de uit de heeren mr. A. B. Cohen Stuart en W. J. A. C. Bins, teneinde deze in de gelegen heid te stellen Hare Majesteit aan te bieden een gebonden pracht-exemplaar van het door ge noemde vereeniging ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan der decentralisatie in Ned.* Indië, dat het vorig jaar herdacht is, uitgege ven gedenkboek. Dit gedenkboek bevat naast tal van portret ten vele artikelen, onder meer van den heer A. W. F. Idenburg, onder wiens bewind de decentralisatiewetgeving tot stand kwam en van mevr. A. B. Cohen Stuart, oud-adviseur voor de decentralisatie. H. M. toonde veel belangstelling voor het aan- geboden gedenkboek en liet zich nader voor lichten over de werkzaamheden der vereeni* ging Locale Belangen. OVER EENIGE WEKEN VOOR HET PUBLIEK TE BEZICHTIGEN De Romeinsche sarcophaag die voor een paar weken te Simpelveld is gevonden en waarover de bladen reeds verscheidene berichten, ook met photographische afbeeldingen, hebben gepubli ceerd, is thans inderdaad het eigendom gewor den van 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden en behouden in genoemd museum ge arriveerd. Hiermede is een werkelijk unieke vondst voor het Rijk bewaard. Een met reliefs aan de binnenzijde versierde Romeinsche sarcophaag is op zichzelf al bijna een unicum, doch deze reliefs zelf, van een voor deze streken buitengewoon goede sculptuur, hebben groote cultuurhistorische beteekenis. Ze vortoonen ons de dooöe liggende op haar sofa in haar binnenkamer, temidden van haar ver dere meubels en voorwerpen van dagelijksch gebruik. Stuk voor stuk herkennen wp in de voorgestelde voorwerpen bekende Romeinsche vormen, drievoettafel, glas- en bronswerk andere stukken, die in originali van meer ver gankelijk materiaal zijn, in het bijzonder van hout, zien we hier voor het eerst in afbeelding voor ons. Ook de buitenzijde van het huis is op de reliefs afgebeeld en laat zich duidelijk her kennen als die van een Romeinsche villa, een hoeve zooals ze in Limburg zoo veelvuldig voor komen. Zoo bieden dus deze reliefs ons een voorstelling van het interieur van zulk een hoeve gelijk we die tot dusver nog niet bezaten. De asch van de verbrande doode rustte hier dus als het ware temidden van haaT huiselijke omgeving. Ook haar sieraden zijn haar hier in deze kist medegegeven en roerend is het daaronder aam te treffen een kostbare jour bewerkte gouden ring, waarop een inscriptie „Junoni meae" aan schijnt te duiden, dat hij eenmaal het geschenk moet zijn geweest van een liefhebbend echtgenoot aan zijn vereerde vrouw. Reeds vroeger, wie weet hoevele eeuwen ge leden, is deze kist klaarblijkelijk al eens gevon den en heeft men getracht haar te openen door eenvoudig een gat in het zware steenen deksel te hakken. Verder is men echter niet gekomen, het is evenwel niet onwaarschijnlijk, dat men door dit gat reeds toen enkele voorwerpen er uit heeft gehaald. Door deze hardhandige be werking is waarschijnlijk de eene helft vam de kist toen reeds gescheurd deze vertoonde althans eenige oude scheuren, echter gelukkig zonder dat daaTdoor de reliefs hebben geleden. Men is thans op het museum bezig den steen te drogen en de kist weer getheel in elkaar te zetten. Er zullen dus zeker nog eenige weken overheen gaan alvorens de kist met haar in houd voor het publiek kan worden opgesteld. Hiervan zal nog nader bericht aan de bladen worden verstrekt. Dan zal in het Museum een stuk te zien zijn, dat zoowel uit een oogpunt van kunst als voor de kennis van het Romein sche leven in ons land van buitengewone waar de is. Dat het gelukt is dit stuk voor ons land te bewaren, danken we in de eerste plaats aan de yereeniging Rembrandt, die dadelijk bereid was de Museumdirectie te helpen door de be- noodigde som renteloos voor te schieten. (N. R. Ct.) ONZE SCHEEPVAART MET HET BUITENLAND. In 1929 iets toegenomen. Verschenen is de statistiek vam de scheepvaart met het buitenland over 1929, bewerkt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, verdeeld in: de zeescheepvaart em de scheepvaart langs rivieren en kanalen. Tengevolge van een verandering van beginsel wat betreft de vermelding van de herkomst en bestemming der schepen geeft de Statistiek thans alle scheepvaartverbindingen tusschen de Neder landsche en bimtemlamdsche havens aam. De totaal-netto-inhoud vam de btnmengekomen zeeschepen mam» vergeleken met 1928, lets toe, n.l. van 95,6 mill. M3. tot 96,6 mill. M3. In 1929 voeren onder Nederlandsche vlag schepen met een inho-ud van 24,1 mill. M3. (24.8 mdl-1. M3.), onder Engelsche vlag 22,2 (21,4); onder Duitsche vlag 17,1 (16,0)onder Noorsche vlag 6,1 (5,3); onder Italiaansche vlag 5,2 (5.1)onder Fransche vlag 4,7 (4,8); onder Zweedsche vlag 4,2 (4,5). Voor de uitgegane schepen komt men tat vrij wel gelflke cijfers. Het totaal-laadvermogen vam de binnengeko men rivfersdhepem gaf, in vergelijking met 1928, een toename te zien, nJ. vam 57,9 op 59,9 mdlL ton (van 1Ö-00 kg.) Bier van passeerden te Lobith schepen met een laadvermogen van 37,9 mill, ton (35,6); te Hamsweert 8,2 (7,3); te Smeermn.es 3,2 (3,7); te Sas van Gent 3,9 (3,6). Het land, waar de eigenaar der schepen woont of gevestigd is, beslist over de nationaliteit der rivierschepen, Nederlandsche schepen hadden een laadvermogen van 30,1 (28,4) mill ton; Belgische 14.2 (14,0); Duitsche 10,9 (10,7)'; Fransche 2,6 (2,7). Voor de uitgegane rivierschepen vindt men vrijwel gelijke getallen. RADIOTELEFOONVERKEER MET INDIë. Gedurende de maand December 1930 werden in het radiotelefoonverkeer met Ned. Indië in totaal 277 gesprekken gevoerd, waarvan er 98 in Nederland en 179 in Indië werden aange vraagd. Van de hier te lande aangevraagde gesprek ken hadden er 45 betrekking op zakelijke en 53 op familieaangelegenheden. Voor Indië be droegen deze aantallen resp. 53 en 126. In totaal werden 116 gesprekken in Neder land van huis uit gevoerd, waarvan in Neder land 41 en in Indië 75 werden aangevraagd. In het radiotelefoonverkeer EuropaIndië via Nederland werden in December in totaal 11 gesprekken gevoerd, n.l. met België 3, Engeland 5, Frankrijk 2 en Zwitserland 1. EEN PATENT VAN ACHT MILLIOEN DOLLAR Mrs. Lowita Cheldon Armour, weduwe van den bekenden Amerikaanschen industrieel, wijlen J. Ogden Armour, heeft een patent op een nieuw proces voor de behandeling van aardolie, dat geruimen tijd als waardeloos werd beschouwd, verkocht voor het reusachtige be drag van acht millioen dollar. Mede door dit fortuin neemt Mrs. Armour tJhans een der voornaamste plaatsen in onder de Amerikaansche geldmagnaten, terwijl haar positie verstrekt wordt, doordat zij eigenaresse- is van talrijke aandeelen van onder-maatschap pijen der Standard Oil en van de Shell NIEUWE U.ITGRAVINGEN TE UR Bij de uitgravingen van de Konings-graven te Ur zijn thans de fundamenten blootgelegd van het paleis van Prinses Bel-Shalti-Namar, een zuster van Koning Belsazar, die door hem was benoemd tot priesteres van de maan. Het ontdekte palels was een groot gebouw, uit tegels opgetrokken, met meer dan zeventig vertrekken en talrijke gangen. Men heeft daar tevens een aantal interessante godenbeelden gevonden. Een der vertreikikiein schijnt een soort museum te zijn geweest,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 10