DE LAT1JNSCH-AMER1KAANSCHE
REPUBLIEKEN
Perzische kunst
VRIJDAG 7 Ji NUARl 1931
DE POSITIE DER KATHOLIEKE
KERK
VELER MEDEWERKING
EEN HARDE SLAG VOOR DE
AMERIKANEN
LONDENSCHE AANTEEKENINGEN
DUITSCHLAND'S PROTECTIE VAN
DEN LANDBOUW
OPIUMGEBRUIK IN MIDDEN-JA VA
Priesternood en uiterlijkheid
Is er geen Katholieke partij in Latijnsoh-
Amerika? Hierop is hst antwoord: neen. In 12
landen, welker opgaven wij voor on3 hebben
noemt zich één lid van de kamer van af gevaar
digden van de Oostersche republiek van Uru
guay katholiek.
In Latijnsch-Amerika staat de Urugueesche
katholiek, voor zoover wij konden nagaan, ge-
keel alleen en wij vreezen, dat zelfs in Uru
guay zijn aanhang niet veel zal toenemen.
Waaraan ligt nu het gemis van eene katho
lieke partij hier in katholieke landen? De rede
nen daarvan zijn wel deze: Eerstens Is in deze
katholieke staten vrijwel iedereen katholiek.
Andersdenkenden komen in zulke landen als
eene geheel onbeduidende minderheid voor. Er
zullen landen zijn, waar er bijna geen geven
den worden. Strijd over een beginsel van eere
dienst is er derhalve niet. Men is katholiek.
Maar hoe? Heel dikwijls in Latijnsch-Amerika
naam-katholiek, vrijwel niet-katholiek, doch als
het er ten slotte op aankomt om kleur te beken
nen, dan katholiek. Het F ran se he laïcisme heeft
in deze republieken nog niet zóóveel volgelin
gen. Het katholicisme is in deze landen, on
danks de geringe beoefening, toch een wezen
lijk deel van de samenleving gebleven, vooral
wat het uiterlijke betreft.
Tweedens de bewoners dezer landen, niet als
katholieken van elkaar verschillende, voelen
er dus weinig voor, zich als katholieken poll
tiek te -Miseeren daar in de meeste staten
alles op katholieke leest geschoeid is, ja,
in vele staten het katholicisme zelfs staats
godsdienst is. 1)
De benamingen der partijen behoeven bo
vendien niet al te streng opgenomen te worden,
daar, gelijk wij reeds zeiden, het meer om de
personen en de macht in den staat, dan om -lo
beginselen gaat.
Er zijn zeker partijen in deze landen, welke
de Kerk niet goed gezind zijn, maar dat zit
niet zoozeer in de partij-formatie en in het
partij-program, dan wel in den overwegenden
invloed, welken de vrijmetselarij op een of an
dere partij, vooral natuurlijk op de liberale en
radicale partti uitoefent. De vrijmetselarij in
Latijnsch-Amerika heeft zoowel de hand in de
talrijke omwentelingen als in de anti-kerkelijke
tijdperken, welke de onderscheidene staten
kennen.
Van zelf nu rijst de vraag: ware een katho
lieke partij in deze landen nuttig? Hierop ant
woorden wij: buitengewoon nuttig, omdat cod
katholieke partij in staat zoude wezen, om de
vervolgingen der Kerk, dan hier, dan daar uit
brekende, te keerea en paal en park te stellen
aan de corruptie, het bederf in het staatsleven,
hetwelk nu zóó welig tiert, toe te passen de
katholieke politieke en sociale beginselen, wel
ke nu helaas, in deze landen volslagen erevnist
worden.
Evenals in andere katholieke landen, zal ook
in deze katholieke streken het stichten van een
katholieke partij wei een hoogst gawenscht.
maar onvervulbaar ideaal blijken.
Hoe staat het nu met het katholicisme in
Latijnsch-Amerika?
Het katholicisme is de godsdienst van deze
jaren voortdurend af. Vooral in Colombië en
dan nog voornamelijk onder de immigranten
gevonden. Heidenen zijn ten deele de zooge
naamde Indianen, maar door steeds sterkere
missioneering neemt hun aantal in de laatste
jaren voortdurend af Vooral in Colombia en
Brazilië zijn de zoogenaamde missiegebieden
in de laatste jaren zeer toegenomen.
Hoe komt het nu, dat, terwijl heel katholiek
Latijnsch-Amerika een katholiek cachet heeft,
dat katholicisme door zoovelen zóó slecht be
leefd wordt?
Dat moet aan onderscheiden oorzaken wor
den toegeschreven.
Eerstens maakt de reusachtige oppervlakte
van dit gebied de zielzorg uitermate moeilijk.
De mensciien wonen buiten de steden zóó ver
vaneen dat de parochies noodzakelijk groot
moeten worden.
Van die uitgestrektheid krijgt men een idee,
wanneer men weet, dat Duitschland zander het
Saar-gebied 46S.716 vierk. K.M. groot is, ter
wijl Argentinië 2.978.590, Brazilië 8.511.189
vierk. K.M. telt. Toch heeft Duitschland
62.592.575 zielen en Argentinië slechts
10.628.310, Brazilië 39.695.000 zielen. Het aarts
bisdom van Buenos Aires in Argentinië is bijna
zoo groot als Zweden en Noorwegen; het bis
dom La Plata in dezelfde republiek is 50.000
v.k. K.M. kleiner dan het moederland Spanje:
liet bisdom San Juan de Cuyo is grooter van
oppervlakte dan Groot-Brittannië.
Ten tweede zijn er weinig priesters en, ge
zien de oppervlakte en de bevolking, buitenge
woon weinig. Wij zullen het met één voorbeeld
duidelijk maken. Het bisdom Huaraz in Peru
telde 429.000 zielen. Er waren 87 priesters. Van
die 87 priesters waren er 11 buiten dienst, zoo
dat er blijven voor den dienst 76. Van die 76
gaan af de bisschop en 6 kanunniken, die voor
de eigenlijke zielzorg vervallen, zocdat er voor
die zielen overblijven 69 of één priester op
ruim 6217 zielen. Op het groot-seminarie of te
Rome op het pauselijk Fio-Latijnsch-Ameri-
kaansche College waren 11 studenten in de wij
dingen.
Ten derde hebben niet alle priesters in La
tijnsch-Amerika begrepen, dat priester zijn
dient ge-paard te gaan met een heilig, streng en
voorbeeldig leven en elke afwijking daarvan
voor de geloovigen betreurenswaardige gevol
gen kan hebben.
Ten vierde: wel voelen volen zich tot het H.
Priesterschap geroepen, maar ten slotte blijken
slechts weinigen uitverkoren en da priester
nood stijgt eer in plaats van te dalen. Zoo b.v.
telde het klein-seminarie van het aartsbisdom
Santiago van Chili, hetwelk drie afdeelingen
in dien tijd had, 655 leerlingen, terwijl het
groot-seminarie slechts 73 studenten telde, van
wie 7 aan het college van Latijnsch-Amerika
te Rome (1914).
De H. Stoel tracht aan de kwalen onder drie
en vier genoemd, tegem-oet te komen, doo-r alle
bisdommen, abdijen en prelaturen „nuilius" te
verplichten, één of twee leerlingen te onder
houden aan het Pauselijk Pio-Latijnsoh-Ameri-
kaansch college te Rome, terwijl cok de onop
houdelijke vermeerdering van het aantal kerk-
ressorten de toeneming der seminaries mede
brengt en deze ook dichter bij het volk
plaatst. 2)
Ook hebben paters van onderscheidene orden
en congregaties uit het buitenland, niet het
minst uit Holland, de zielzorg in deze streken
op zidh genomen, om aan den priesternood al
thans «enigszins tegemoet te komen. 3)
Ten vijfde zijn d.e godsdienstige begrippen
van de Latijnsoh-Amerikanen weinig soiled. Zij
■oeken het veel meer in het uit- dan in het in
wendige veel meer in de bij- dan in de
hoofdzaken, In Latijnsch-Amerika kan het heel
pepnafcitoeilijk gebeuren, dat iemand, die des Zon
dags geen H. Mis hoort, in de week in een
broederschapsmls aanwezig is; dat hij, die
geen Paschen houdt, lid van eeu of andere
derde orde of broederschap is. Ja, zelfs vri>
metselaars zullen van zulke tegenstellingen
niet vrij wezen Ook worden gemakkelijk we-
reidsche feesten aan de kerkelijke hoogtijden,
aan de bedevaartsplaatsen vastgeknoopt.
Ten zesde: Uit het zooeven behandelde punt
volgt, dat de eeredien-st met allen luister moet
omgeven zijn, om den Latijnsch-Amerlkanen
te behagen. Vandaar dat, ondanks den priester
nood, aan de metropolitane en kathedrale keT-
ken ruim bezette kapittels met talrijke benefi
cianten of vicarissen verhonden zijn. Hoe uit
stekend een kapittel met het oog op den eere-
dienst ook is en hoe hoog de Kerk zulk een
kapittel ook heeft staan, het mag toch nooit
wezen tot schade van de zielzorg. Welnu dat
is het in zekeren zin, wanneer van een onvol
doend of liever merkelijk onvoldoend aantal
priesters er nog een tien of twaalf afgenomen
worden, om als kapibtelheeren op te treden. 4)
Dreigen het katholicisme in Latijnsch-Ame
rika gevaren van bulten -b.v. van het protes
tantisme?
Hierop durven wij neen te zeggen. Waarom
niet?
De immigratie komt doorgaans van katho
lieke landen. In 1927 immigreerden b.v. in Ar
gentinië 161.548 personen. Van hen waren er
69.360 Italiaan, 34.627 Spanjaard. In 1927 im
migreerden in Brazilië 101.324 personen. Van
heilswaren er 31.236 Portugees, 12.487 Italiaan,
12.131 Lltauer (voor de overgroote meerderheid
katholiek), 9070 Spanjaard, 4099 Pool.
Het protestantisme met zijn gemis aan eere-
dienst en uitwendige plechtigheden, vloekt een
voudig met de opvattingen van deze volkeren.
Natuurlijk is het mogelijk, dat het Amerl-
kaansche mebhodisme met liet hetzelve ver
gezellende geld eenigen indruk maken kan,
maar het mag uitgesloten heeten, dat het blij
vende en zich bewuste aanhangers kweekt. 5)
Het is niet moeilijk, om van de Spanjaarden
en Portugeezen Inzake de kolonisatie van deze
gebieden veel kwaads te vertellen. We meenen
dat, wat de aardsche goederen aangaat, de on
derscheidene koioniseerende volkeren zich niet
veel toegeven. Wanneer het echter gaat over
de geestelijke goederen, dan kunnen wij getui
gen, dat Spanje en Portugal aan hun koloniën
vóór alles gebracht hebben het katholicisme,
derhalve het christendom, en daarbij kunst en
wetenschap niet over het hoofd gezien hebben.
Dat katholicisme komt ons tegen uit de na
men van landen en steden: San-Domingo en
San-Salvador, Es-pirito Santo en Sta Catarina,
Allerheiligste Drievuldigheid van Buenos-Aires,
Allerheiligste Verlosser van Bahia van Alle
Heiligen, H- Sebastianus van Rio de Janeiro,
enz. Dat katholicisme is de «eredienst van ge
heel Latijnsch-Amerika. Voor de degelijke in
voering van dat katholicisme pleiten de oude
bisdommen, welker oprichting tot in de 16de
eeuw teruggaat. Voor het niet over het hoofd
zien van de kunst spreken de monumentale
kathedralen van de oude bisschopssteden met
da daarbij bohoorende bisschoppelijke paleizen,
enz. Voor het bevorderen van wetenschap ko
men op de universiteiten van Cordoba van
1613, van Santiago van Chili van 1743, van
Habana van 1728, van Quito van 1790, van Lima
van 1551, van Caracas van 1725. Ons Indië
wacht nog op zijne eerste universiteit.
Wel ware het mogelijk geweest, om deze
landen economisah beter te expJaiteeren en
vooral niet uit te buiten, maar een ieder weet,
dat de nieuwe koloniale politiek eerst in de
tweede helft van de 19de eeuw heel langzaam
begon baan te breken en eerst op het laatst
van die eeuw en in deze eeuw begon door te
werken. Spanje en Portugal waren toen hun
bezittingen, Spanje op een enkele na, in die
streken reeds bijna een eeuw kwijt.
GOULMY.
Een groote tentoonstelling
in Londen
1) NJ. in Guatemala, Honduras, Costa-Rica,
San Salvador, Nicaragua, Haïti, San Domingo,
Colombië, Peru, Bolivia, Paraguay, Uruguay,
Argentinië, Venezuela. Scheiding van Kerk en
Staat hebben Panama, Cuba, Ecuador, Clhili,
Brazilië, van welke staten Panama, Chili en
Brazilië diplomatieke betrekkingen met den H.
Stosl onderhouden en wel zeer hartelijke.
2) Kerkre3sorten volgens het „Annuarlo
Pontifioio" van 1912 en 1930.
1912
1913
Argentinië
11
Bolivia
10
Braizilië
86
Ohili
15
Colombië
18
28
Cuba
6
Ecuador
13
5
Mexico
34
Paraguay
3
14
San-Domingo
1
Uruguay
3
Vasteland CentTaal-
of
Midden-Amerika
6
18
Venezuela
11
Totaal
163
257
Er is 'hier derhalve eene toename van 94
kerkressorten, welke toename zeker g-rooter
zoude wezen, bijaldien 'b.v. Argentinië den H.
Stoei in deze de vrije hand gelaten 'had, maar
tot nu toe heeft de ArgentijnsChe Regeering de
bedoeling van dan H. Stoel niet in de hand ge
werkt.
3) De komst van vreemde priesters wordt
door elke republiek niet even gaarne gezien.
Zoo b.v. hebben in Cuba bisschoppen in 1925
om deze reden moeten aftreden. Ook in Mexico
is dit een punt van strijd geweest. Eigenlijk
■hangt de vrije toelating van vreemde priesters
bij elke presidentieels wisseling aan een draad
je, daar de anti-clericalen bij zoodanig een
priesternood door zulk een maatregel -de Kerk
ten zeerste kunnen treffen.
De apostolische administrator van Montevi
deo, mgr. Isasa, oordeelde voor Uruguay, al
waar zeer groot gebrek aan priesters was en
is, uitsluitend vreemde reguliere priesters ge
schikt. Wij meenen, dat deze uitspraak met het
oog op de toestanden ook voor de andere repu
blieken gemakkelijk kan gelden.
4) B.v. het Metropolltaan Kapittel van Lima
telt 5' waardigheden, 7 kanunniken en 8 bene
ficianten d.i. in totaal 20 leden en toegevoeg-
don. Toch waren er In 1920 slechts 66 parochies
en 7 fiscalen voor 450.000 zielen, op eenige dui
zenden Ohineezen en minder dan honderd pro
testanten, allen katholiek, d.i. êéne parochie
of filiaal op ruim 6164 zielen.
5) Toch heeft de 'bijzondere invloed of de
bezetting van de Unie bisdommen van de Bis
schoppelijke Protestantsche Kerk van de Ver-
eenigde Staten van Amerika bezorgd aan Cuba,
Haïti en Panama.
(Van onzen correspondent).
Dezer dagen is in Burlington House te Lon
den, een tentoonstelling van Perzische
kunst geopend. Aldus wordt de in de laatste
jaren geschapen traditie om in de zalen der
Koninklijke Academie een overzicht te geven
van de kunst eener andere natie, voortgezet.
De eerste tentoonstelling, gehouden in 1927,
v/as de Vlaamsche. Alle groote musea van
Europa hadden Vlaamsche meesters naar Lon
den gestuurd, en beroemde doeken, die over
heel ons werelddeel en Amerika verspreid
waren, vonden elkaar terug aan Piccadilly.
Het succes was overweldigend, en werd toch
nog overtroffen door de triomfen, welke twee
jaren later de Hollandsche tentoonstelling vier
de. Nederlandsche bezoekers zagen daar, be
halve de doeken, geleend door hun eigen
musea, niet minder kostbare werken van natio
nale grootmeesters, afkomstig uit de verzame
lingen in steden, waar zij nooit geweest waren
of niet hoopten ooit te zullen komen.
De successen van 1927 en 1929 bereidden den
weg aan de Italiaansche tentoonstelling van
het vorige jaar. Het Londensche publiek had
den smaak beet gekregen. Het had langzamer
hand het bezwaar overwonnen, dat dergelijke
tentoonstellingen uit den aard der zaak ople
veren, door dat zij te overweldigend, en dien
tengevolge geestelijk afmattend zijn. Het is
misschien verkeerd het publiek kunst in een
al te groote dosis te willen toedienen. De
buitensporige hoeveelheid schaadt de waardee
ring van de hoedanigheid. Op tentoonstellin
gen gelijk de Vlaamsche en de Hollandsche
wordt het genie middelmatigheid. Wat rest er
van de grootheid van een generaal op een ten
toonstelling van louter generaals met een half
dozijn maarschalken!
In 1930 evenwel had het publiek eenigszins
geleerd hoe het dergelijke tentoonstellingen
moet genieten. Het had zich bekwaamd in de
kunst om één op de twintig stukken goed te
bekijken, en over de negentien overige den blik
te laten gaan gelijk men den blik laat gaan
over een landschap zonder elk détail daarvan
te bestudeeren. En bet succes van de Italiaan
sche tentoonstelling was ongetwijfeld nog
grooter dan dat der beide voorgangsters, door
dat de bezoekers ervarener, beter-afgericht
waren. En misschien ook doordat zij zooveel
vreemder was aan de Engelsche mentaliteit,
hetgeen, wanneer men iets niet begrijpt en
kunst is kunst om dat de meeste menschen
haar niet begrijpen steeds tot aanbeveling
strekt.
Na Vlaanderen, Holland en Italië zouden
Frankrijk of Duitschland een anti-climax ge
worden zijn, en Spanje zou, onmiddellijk vol
gend op Italië, onvoldoende tot zijn recht zijn
gekomen, 't Is trouwens een gewaagd experi
ment Goya, en El Greco voor te stellen aan een
niet-Latijnsch publiek.
Een Perzische tentoonstelling Jtomt dus zeer
goed te pas tusschen de Italiaansche en de
Fransche, Duitsche of Spaansche, die ons een
der volgende jaren wachten.
Aan Perzië denken de meeste rechtschapen
menschen als aan een land, dat in den tijd van
Darius en Xerxes machtig en barbaarsch was,
en in onzen tijd een zekeren graad van be
schaving gekregen heeft dank zij de petroleum
en de Anglo Persian Oil Company. As a matter
of fact is de voorzitter van het tentoonstellings-
comité, Sir Arnold Wilson, tevens president
commissaris van de Anglo-Persian, of omge
keerd. Het comité bestaat uit ongeveer 130
leden, behoorende tot ontelbare nationaliteiten,
zelfs tot de Perzische. Koning George en shah
Pahlavi zijn beschermheeren, de Perzische ge
zant is eerevoorzitter, de kroonprins van Zwe
den, prins Axel van Denemarken, de ambassa
deur van Spanje, Duitschland, Frankrijk, Italië,
Amerika, Rusland en Polen, de gezanten van
Oostenrijk, Zweden en Denemarken, mr. Ram
say Mac Donald, mr. Henderson, Sir William
Stewellyn (president der Royal Academy) en'
nog een aantal beroemdheden zijn vicebe-
schermheeren, en dan zijn er nog acht weten
schappelijk? persophilen, die eere-vice-presi-
denten zijn.
De tentoonstelling beoogt het publiek ervan
te overtuigen dat Perzische kunst niet uitslui
tend bestaant uit petroleum en (echte) tapijten
en karpetten, maar dat het Rijk van den Zilve
ren Leeuw zich ook onderscheiden heeft op
het gebied van bouw- en beeldhouwkunst, van
miniatuur-schilderen, van ceromiek, van me
taalbewerking. Meer dan dat: men zal ons be
wijzen dat de Perzische kunst die van vele
Aziatische en Europeesche landen beïnvloed
heeft (ofschoon dit niet zonder voorbehoud als
eeu aanbeveling kon gelden, al zouden wij
Jacob Epstein niet gaarne missen).
Te dien einde is Perzische kunst uit een
dozijn en meer landen naar Londen verscheept.
De shah heeft kunstschatten uit zijn paleis,
uit het Nationaal Museum en zelfs uit de
Moskeën afgestaan. Koning Fuad heeft laten
putten uit het Museum en de bibliotheek van
Cairo. De sovjet-regeering is voor den dag
gekomen met beroemd zilver, goud en brons
vaatwerk. Frankrijk, Italië, Duitschland, Oosten
rijk. Polen, Denemarken, Zweden, Spanje,
Nederland, België, Tsjecho-Slowakije, Canada
en de Vereenigde Staten zijn allen door bijdra
gen vertegenwoordigd. Koning George heeft
zijn Perzische collecties in bruikleen afgestaan,
evenals het Victoria and Albert-Museum te
Kensington, en de musea en bibliotheeken van
Oxford, Cambridge, Edinburgh, Dublin, Man
chester, Sheffield en Canterbury.
Daadwerkelijke medewerking wordt verleend
door het Amerikaansche Instituut voor Perzi
sche kunst en archeologie, de Association
Francaise des Amis de l'Orient en de Deutsch-
Perzische Geseilschaft. Er worden in Lonlen
en in de provincie lezingen gehouden over Per
zische kunst, en binnen enkele dagen zal het
Tweede Internationale Congres voor Perzische
kunst gehouden worden.
Het is natuurlijk voor ons even moeilijk om
Perzische kunst te waardeeren, wanneer wij
niets van Perzië afweten, als voor een Pers
om een Regentenstuk van Frans Hals mooi te
vinden wanneer hij niet weet wat voor voor
treffelijke en roemrijke mannen regenten waren
en nog steeds zijn.
De tentoonstelling is ongeëvenaard, want een
dergelijke collectie is nog nooit ergens ter we
reld bijeen geweest.
Vanzelfsprekend zijn uitgebreide veiligheids
maatregelen genomen en de buitengewone
kostbaarheden te beschermen. De juweelen van
de Shah van Perzië worden beschermd door een
installatie van onzichtbare stralen; wanneer
deze stralen door eenig voorwerp onderbroken
worden, klinken op verschillende plaatsen
alarmsignalen en gaan roode lichten op.
Rockefeller en Ford zijn niet de
rijkste mannen ter wereld
Onze Londensche correspondent schrijft:
Te New York is een onderzoek ingesteld naar
de vraag, wie de rijkste man ter wereld is. De
resultaten dienen wij met zeker voorbehoud te
aanvaarden. "Wat is namelijk gebleken? Dat
het weer één van die onder-onsjes was, waar
bij alleen rekening gehouden werd met de
rijken .terwijl de arme man, die toch óók be
lasting betaalt, genegeerd werd.
De rijkste man ter wereld zou zijn de Nizam
van Hyderabad, die in de schatkisten van zijn
Indisch paleis over een waarde van 100 mil-
lioen pond sterling aan gemunt en ongemunt
goud heeft opgepot. Dit is ongeveer tweeder
den van den oogenblikkelijken goudvoorraad
van de Bank of England. Juweliers, die zijn
kostbaarheden geschat hebben, stellen de waar
de daarvan o-p 200 millioen pond sterling. Hier
onder zijn niet begrepen de staatsjuweelen,
die eveneens een fabelachtige waarde vertegen
woordigen.
Eén ding heeft de Nizam gemeen met den
armen man. Hij belegt zijn geld nooit in ef
fecten, en dit is misschien wel één der oor
zaken van zijn rijkdom. Daar hij vreest, dat
zijn schatten hem lastig zouden worden, indien
zij maar steeds bleven aangroeien, ontdoet hij
zich gaarne van de rente daarvan. Vaak geeft
hij geschenken, die hem ongeveer 16.000 kos
ten, hetgeen mij, in verhouding tot zijn bezit,
niet eens erg royaal lijkt.
Een andere vazal van Koning George, de
Gaekwar van Baroda, behoort eveneens tot de
25 rijkste mannen ter wereld.
Als de rijkste man van Europa geldt sir
Basil Jaharoff, een te Parijs wonende Griek
van Bulgaarsche afkomst, genaturaliseerd in
Frankrijk en gepopulariseerd in Engeland,
waar hij steeds wordt aangeduid als een „mys
tery man", en waar hij twaalf ja.ren geleden
geheimzinnige betrekkingen onderhield tot mr.
Lloyd George en diens coalitie-kabinet.
De rijkste Amerikaan, en op één na de rijk
ste man ter wereld, is John D. Rockefeller, jun.
onder wiens controle het grootste deel van de
belangen der Rockefeller-familie staan. Het
vorige jaar betaalde hij f 1.487.034 aan inkom
stenbelasting. Zijn inkomen werd geschat op
2.500.000, waaruit deskundigen afleiden, dat
zijn. vermogen 50.000.000 bedraagt.
De econoom Stuart Chase evenwel schat het
op 120.000.000. Maar ook dan blijft Rockefel
ler ver achter bij den Nizam.
De Fords, vader en zoon, volgen in de Ame
rikaansche plutocratie onmiddellijk op John
D., mr. Henry Ford heeft 493.589, mr. Edsel
Ford 396.851 aan inkomstenbelasting betaald.
Mr. Edsel heeft op mr. Henry het voorleel
een rijken vader te hebben .De gecombineerde
Ford-vermogens worden op 200 millioen be
rekend.
De inkomsten-belasting van mr. William
Wrigley, den „chewing-gum" koning, bedraagt
230.884.
Deze belasting is ais maatstaf vaak mislei
dend, want mr. J. P. Morgan, die met Rocke
feller en de Fords tot de allerrijkste behoort,
heeft niet meer dan 19.729 betaald, hetgeen
minder is dan zijn advocaat, mr. John W. Da-
vis, op zijn inkomen moest betalen.
De Vanderbilts, de Astors en de Biddies be-
hooren thans nog maar tot de millionmairs van
da tweede orde, evenals de Whitneys en mr.
George F. Bakker, die in 2 dagen tijds
2.400.000 verloor en terugwon in den wind
handel.
De nieuwe verkeerswetten
(Van onzen correspondent
Londen, 2 Januari 1931
1 Januari 1931 zijn de nieuwe verkeerswet
ten van minister Morrison in werking getreden.
Zij werken uitstekend. Of hetzelfde van
het verkeer mag worden getuigd, laat ik in
het midden.
Voor toer-auto's is de snelheidslimiet opge
heven; voor bussen, coaches, dienst- en vracht
auto's is de limiet verhoogd.
Verder mogen automobilisten oude dames,
die uit een tram of omnibus stappen, niet meer
overrijden.
Wanneer twee auto's elkaar ontmoeten aan
een kruispunt, dan moet de auto, die van den
eenen kant komt, stilstaan tot de auto die
van den anderen kant komt, voorbijgereden is.
De andere kant is altijd de kant, waar men
zelf rijdt.
Wanneer een auto, die 4 mijlen per uur rijdt,
een anderen auto, die 3 mijlen per uurt rijdt,
wil vóórkomen, dan moet hij langs en niet over
of onder dezen heen. Hierdoor zullen, naar men
hoopt, veel ongelukken vermeden worden.
Baby auto's moeten, bij het oversteken van
drukke kruispunten, in de armen gedragen
worden.
Voetgangers zullen voortaan eveneens aan
verkeersreglementen onderworpen zijn, Zij wor
den evenwel, hij wijze van proef, vrijgesteld
van:
a. een wit licht op hun buik;
b. een ra d licht aan den anderen kant;
c. eau claxon.
Overigens zullen zij evenwel den status van
een vehikel krijgen.
Wanneer mr. G. K. Chesterton of lord Cushen-
dun tege^ een omnibus oploopen, en de omni
bus valt om, dan wordt niet, gelijk vroeger, den
bestuurder zijn rijbewijs ontnomen, maar eerst
zal onderzocht worden wie schuld heeft. Blijkt
mr. Chesterton of lord Cushendun schuld te
hebben, dan kan voor zekeren tijd zijn loopbe-
wijs ingetrokken worden.
Een voetganger, die den weg wil oversteken,
moet wenken. Wordt hij ondanks zijn wenk
tóch overreden, dan is de chauffeur strafbaar,
vooral wanneer hij het opzettelijk gedaan heeft.
Een voetganger die den weg oversteekt zon
der gewenkt te worden, is strafbaar, vooral
wanneer hij overreden wordt.
Een voetganger, die uit de eene richting
komt, en een ander vehikel, dat óók uit een
richting komt, moeten, wanneer zij ik moet
hiervoor het reglement nog eens doorlezen,
maar ik geloof dat zij moeten wenken, of door
rijden, of toeteren of ten minste iets doen, dat
er op lijkt.
Merkwaardige uitlating van
Minister Schiele
Het extra-nummer der „Süddeutsche Molke-
rei-Zeitung", uitgegeven bij gelegenheid van de
opening der nieuwe fabriek van de „Bayerische
Milchversorgung", opent met een woord van
minister Schiele, waaraan het „Hbld." het vol
gende ontleent:
„De Duitsche zuivelbereiding, met een jaar-
lijksche productie ter waarde van rond 4 mil
liard mark, is van groote beteekenis voor den
geheelen Duitschen landbouw en eveneens voor
het geheele economische leven. Aan het te
boven komen der crisis, waarin de zuivelberei
ding zich tengevolge van de fatale daling der
prijzen sedert het voorjaar 1929 bevindt, moet
daarom bijzonder aandacht worden geschonken.
Zal de Duitsche zuivelbereiding deze crisis
zonder de grootste verwoestingen doorstaan,
dan moet tot den kleinsten bezitter en pachter
de idee doordringen, dat vermindering der
productiekosten, voortbrenging van een gewild
prima product, benevens organisatie van den
afzet alleen den producent prijzen waarborgen,
die op den duur een rendabel bedrijf mogelijk
maken. Het moet hem duidelijk worden, dat
steun, door den Staat verleend, slechts in tijden
van nood op zijn plaats is, doch dat inderdaad
slechts eigen kracht tot goed resultaat kan
voeren.
Een nauwe samenwerking van de melkpro-
duceerende boeren, van den handel en den ver
bruiker is noodig, om de crisis te overwinnen
in den korten tijd, waarin het mogelijk is,
door invoerrechten en andere maatregelen een
zekere bescherming tegen de mededinging der
sterkere buitenlandsche concurrenten te ver-
leenen".
RADIOSTORING
De Duitsche posterijen hebben bij de Russi
sche telegraafadministratie geprotesteerd we
gens de storing, welke 'het radiostation van
Königswüsterhausen van een Russisch station
ondervindt. Reeds vroeger was 'n dergelijk pro
test ingediend, waarna een verbetering was in
getreden, doch den laat sten tijd ondervond men
opnieuw veel laat van een Russisch station.
Het gaat in dalende lijn
Het wordt hoog tüd om aan de
verschillende trucs een einde
te maken
Het jongste nummer van het orgaan der in-
heemsche Katholieken de ,,Soeara Katholiek",
deelt mee, dat dit jaar de opbrengst, uit den
opiumverkoop in Midden-Java gedurende de
eerste drie kwartalen rond een half millioen
gulden minder is, dan in de eerste drie kwar
talen van het vorige jaar. Het blad verheug:
zich er over, want niet alleen dat het opiumge
bruik da gezondheid der opiumgebruikers ten
zeerste benadeelt, maar ook de gezondheid der
maatschappij lijdt er onder. Het is een maat
schappelijk kwaad dat hoe eer hoa beter dient
te verdwijnen. Toch waarschuwt het blad over
bovengenoemde verminderde opbrengst niet al
te enthousiast te zijn, want omtrent het clan
destien verbruik zijn geen gegevens beschik
baar. Het blad noemt dan enkele trucs, welke
toegepast worden door schuivers teneinde meer
dan hun lioentle toelaat te gebruiken. Een
hiervan, welke wel het minst bekend schijnt
te zijn, is dat wanneer een opiumschuiver over
lijdt, diens vergunning veelal niet wordt inge
leverd en een ander daarvan gebruik, juister:
misbruik maakt om zich dus op onrechtmatige
wijze meer dan de hem toegestane hoeveelheid
opium te koopen. Het blad is er van overtuigd,
dat het der regeering ernst is het opiumgebruik
geleidelijk te doen verminderen. Maar dan zal
het noodig zijn aan de verschillende trucs reso
luut een eind te maken. Men eische bij over
lijden van een opiumschuiver onvoorwaardelijk
inlevering van diens vergunning en vemietige
deze. Deze inlevering dient te geschieden bij de
betrokken hoofden (loerahs, kepala's desa enz.)
bij wie tevens de benoodigdheden voor het
schuiven dienen te worden ingeleverd ter ver
nietiging.
UITZETTING YAN EEN CHINEESCH
ONDERWIJZER
Toestanden, die te wenschen laten
Te Bandjermasin vertoefde de heer Lovink,
ambtenaar voor Chineesehe zaken, die onder
andere een onderzoek instelde naar de toestan
den op de Chineesehe school aldaar.
Niet alleen, dat het onderwijs op algemeen
gebied alles te wenschen overlaat, maar er
blijkt ook onder het onderwijzend personeel een
hoogst ongewensclit element te schuilen, die de
jeugd vergiftigt, zoo lezen wij in de Born P.
Een zekere Tjoh Hok Tjian, onderwijzer
aan die school, momenteel in preventieve hech
tenis gesteld, bezit niet alleen ongewenschte
principes, doch leert de kinderen de meest
merkwaardige dingen.
Uit de opstellen der door hem onderwezen
leerlingen blijkt ten duidelijkste, dat het onder
wijs van dien man ten eenenmale funeet voor
de kinder-mentaliteit is. In de door kinderen
gemaakte opstellen wordt critiek uitgeoefend op
de geste der regeering, die indertijd twee onge
wenschte Chineesehe leerkrachten dezer school
het land uitzette; in de opstellen wordt ge
sproken over de wreede Hollandsche regeering,
over de kapitalistische regeering, die de arme
Chineezen uitbuit en uitknijpt. Al zulks fraais
is in opstellen der scholieren voor den dag ge
komen.
Verder ds door de justitie beslag gelegd op de
schoolbibliotheek, welke eene verzameling
bleek te zijn van de meest schunnige pornogra
fische lectuur. Hoe het mogelijk is, dat een
schoolbestuur toe kan staan, dat Chineeschen
jongens en vooral meisjes dergelijke lectuur In
handen wordt gegeven, is onbegrijpelijk.
Het blad verneemt, dat bedoelde onderwijzer
Tjoh Hok Tjian, die ook onbeschoft tegen den
heer Lovink optrad, uit het land gezet zal wor
den.
DE ROMEINSCHE SARCOPHAAG TE
SIMPELVELD.
Een werkelijk unieke vondst
VIJF EN TWINTIG JAAR BESTUURS-
DECENTRALISATIE IN INDIë.
Een jubileum-werk voor H. M. de Koningin
H. M. de Koningin heeft gisterenmiddag een
deputatie ontvangen van de vereeniging Lo
cale Belangen in Nederlandsch-Indië, bestaan
de uit de heeren mr. A. B. Cohen Stuart en
W. J. A. C. Bins, teneinde deze in de gelegen
heid te stellen Hare Majesteit aan te bieden een
gebonden pracht-exemplaar van het door ge
noemde vereeniging ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan der decentralisatie in Ned.*
Indië, dat het vorig jaar herdacht is, uitgege
ven gedenkboek.
Dit gedenkboek bevat naast tal van portret
ten vele artikelen, onder meer van den heer
A. W. F. Idenburg, onder wiens bewind de
decentralisatiewetgeving tot stand kwam en
van mevr. A. B. Cohen Stuart, oud-adviseur
voor de decentralisatie.
H. M. toonde veel belangstelling voor het aan-
geboden gedenkboek en liet zich nader voor
lichten over de werkzaamheden der vereeni*
ging Locale Belangen.
OVER EENIGE WEKEN VOOR HET
PUBLIEK TE BEZICHTIGEN
De Romeinsche sarcophaag die voor een paar
weken te Simpelveld is gevonden en waarover
de bladen reeds verscheidene berichten, ook met
photographische afbeeldingen, hebben gepubli
ceerd, is thans inderdaad het eigendom gewor
den van 's Rijks Museum van Oudheden te
Leiden en behouden in genoemd museum ge
arriveerd. Hiermede is een werkelijk unieke
vondst voor het Rijk bewaard.
Een met reliefs aan de binnenzijde versierde
Romeinsche sarcophaag is op zichzelf al bijna
een unicum, doch deze reliefs zelf, van een voor
deze streken buitengewoon goede sculptuur,
hebben groote cultuurhistorische beteekenis. Ze
vortoonen ons de dooöe liggende op haar sofa
in haar binnenkamer, temidden van haar ver
dere meubels en voorwerpen van dagelijksch
gebruik. Stuk voor stuk herkennen wp in de
voorgestelde voorwerpen bekende Romeinsche
vormen, drievoettafel, glas- en bronswerk
andere stukken, die in originali van meer ver
gankelijk materiaal zijn, in het bijzonder van
hout, zien we hier voor het eerst in afbeelding
voor ons. Ook de buitenzijde van het huis is op
de reliefs afgebeeld en laat zich duidelijk her
kennen als die van een Romeinsche villa, een
hoeve zooals ze in Limburg zoo veelvuldig voor
komen. Zoo bieden dus deze reliefs ons een
voorstelling van het interieur van zulk een
hoeve gelijk we die tot dusver nog niet bezaten.
De asch van de verbrande doode rustte hier
dus als het ware temidden van haaT huiselijke
omgeving. Ook haar sieraden zijn haar hier
in deze kist medegegeven en roerend is het
daaronder aam te treffen een kostbare jour
bewerkte gouden ring, waarop een inscriptie
„Junoni meae" aan schijnt te duiden, dat hij
eenmaal het geschenk moet zijn geweest van
een liefhebbend echtgenoot aan zijn vereerde
vrouw.
Reeds vroeger, wie weet hoevele eeuwen ge
leden, is deze kist klaarblijkelijk al eens gevon
den en heeft men getracht haar te openen door
eenvoudig een gat in het zware steenen deksel
te hakken. Verder is men echter niet gekomen,
het is evenwel niet onwaarschijnlijk, dat men
door dit gat reeds toen enkele voorwerpen er
uit heeft gehaald. Door deze hardhandige be
werking is waarschijnlijk de eene helft vam de
kist toen reeds gescheurd deze vertoonde
althans eenige oude scheuren, echter gelukkig
zonder dat daaTdoor de reliefs hebben geleden.
Men is thans op het museum bezig den steen te
drogen en de kist weer getheel in elkaar te
zetten. Er zullen dus zeker nog eenige weken
overheen gaan alvorens de kist met haar in
houd voor het publiek kan worden opgesteld.
Hiervan zal nog nader bericht aan de bladen
worden verstrekt. Dan zal in het Museum een
stuk te zien zijn, dat zoowel uit een oogpunt
van kunst als voor de kennis van het Romein
sche leven in ons land van buitengewone waar
de is.
Dat het gelukt is dit stuk voor ons land te
bewaren, danken we in de eerste plaats aan
de yereeniging Rembrandt, die dadelijk bereid
was de Museumdirectie te helpen door de be-
noodigde som renteloos voor te schieten.
(N. R. Ct.)
ONZE SCHEEPVAART MET HET
BUITENLAND.
In 1929 iets toegenomen.
Verschenen is de statistiek vam de scheepvaart
met het buitenland over 1929, bewerkt door het
Centraal Bureau voor de Statistiek, verdeeld in:
de zeescheepvaart em de scheepvaart langs
rivieren en kanalen.
Tengevolge van een verandering van beginsel
wat betreft de vermelding van de herkomst en
bestemming der schepen geeft de Statistiek thans
alle scheepvaartverbindingen tusschen de Neder
landsche en bimtemlamdsche havens aam.
De totaal-netto-inhoud vam de btnmengekomen
zeeschepen mam» vergeleken met 1928, lets toe,
n.l. van 95,6 mill. M3. tot 96,6 mill. M3. In 1929
voeren onder Nederlandsche vlag schepen met
een inho-ud van 24,1 mill. M3. (24.8 mdl-1. M3.),
onder Engelsche vlag 22,2 (21,4); onder Duitsche
vlag 17,1 (16,0)onder Noorsche vlag 6,1 (5,3);
onder Italiaansche vlag 5,2 (5.1)onder Fransche
vlag 4,7 (4,8); onder Zweedsche vlag 4,2 (4,5).
Voor de uitgegane schepen komt men tat vrij
wel gelflke cijfers.
Het totaal-laadvermogen vam de binnengeko
men rivfersdhepem gaf, in vergelijking met 1928,
een toename te zien, nJ. vam 57,9 op 59,9 mdlL
ton (van 1Ö-00 kg.) Bier van passeerden te Lobith
schepen met een laadvermogen van 37,9 mill, ton
(35,6); te Hamsweert 8,2 (7,3); te Smeermn.es
3,2 (3,7); te Sas van Gent 3,9 (3,6).
Het land, waar de eigenaar der schepen woont
of gevestigd is, beslist over de nationaliteit der
rivierschepen, Nederlandsche schepen hadden een
laadvermogen van 30,1 (28,4) mill ton; Belgische
14.2 (14,0); Duitsche 10,9 (10,7)'; Fransche 2,6
(2,7). Voor de uitgegane rivierschepen vindt men
vrijwel gelijke getallen.
RADIOTELEFOONVERKEER MET INDIë.
Gedurende de maand December 1930 werden
in het radiotelefoonverkeer met Ned. Indië in
totaal 277 gesprekken gevoerd, waarvan er 98
in Nederland en 179 in Indië werden aange
vraagd.
Van de hier te lande aangevraagde gesprek
ken hadden er 45 betrekking op zakelijke en
53 op familieaangelegenheden. Voor Indië be
droegen deze aantallen resp. 53 en 126.
In totaal werden 116 gesprekken in Neder
land van huis uit gevoerd, waarvan in Neder
land 41 en in Indië 75 werden aangevraagd.
In het radiotelefoonverkeer EuropaIndië
via Nederland werden in December in totaal 11
gesprekken gevoerd, n.l. met België 3, Engeland
5, Frankrijk 2 en Zwitserland 1.
EEN PATENT VAN ACHT MILLIOEN
DOLLAR
Mrs. Lowita Cheldon Armour, weduwe van
den bekenden Amerikaanschen industrieel,
wijlen J. Ogden Armour, heeft een patent op
een nieuw proces voor de behandeling van
aardolie, dat geruimen tijd als waardeloos werd
beschouwd, verkocht voor het reusachtige be
drag van acht millioen dollar.
Mede door dit fortuin neemt Mrs. Armour
tJhans een der voornaamste plaatsen in onder
de Amerikaansche geldmagnaten, terwijl haar
positie verstrekt wordt, doordat zij eigenaresse-
is van talrijke aandeelen van onder-maatschap
pijen der Standard Oil en van de Shell
NIEUWE U.ITGRAVINGEN TE UR
Bij de uitgravingen van de Konings-graven
te Ur zijn thans de fundamenten blootgelegd
van het paleis van Prinses Bel-Shalti-Namar,
een zuster van Koning Belsazar, die door hem
was benoemd tot priesteres van de maan. Het
ontdekte palels was een groot gebouw, uit
tegels opgetrokken, met meer dan zeventig
vertrekken en talrijke gangen. Men heeft daar
tevens een aantal interessante godenbeelden
gevonden. Een der vertreikikiein schijnt een soort
museum te zijn geweest,